Overdenking groep.

Conclusie typering:
Zoals ik in de typering al stelde, kozen jongens en meisjes elkaar vaak
negatief bij het afnemen van het sociogram. Dit was voor zowel sociaal als
werk gerelateerd het geval. In de pauzes zie je dit bijvoorbeeld terug. Je
ziet daar de jongens en meisjes langs elkaar spelen en niet met elkaar.
Wat blijkt uit de afgenomen OK-thermometer, is dat de meeste kinderen
zich erg fijn in de klas voelen (cijfer 7 of hoger). De kinderen voelen zich
gemiddeld genomen fijner in de groep dan ze zich in de school voelen. Wat
mij heel erg op viel, is dat de kinderen zich erg fijn voelen bij de
leerkracht. Het laagste cijfer wat de leerkracht kreeg was een 9.
Vanaf de carnavalsvakantie is er een nieuw kind in de klas gekomen. Dit
kind heeft dus geen deel genomen aan het sociogram en de OK-
Thermometer. Ik heb het nieuwe kind nu twee dinsdagen gezien en ik kan
concluderen dat hij zich erg op de achtergrond begeeft en niet makkelijk
contact maakt. Er is n kind die hem enigszins claimt en daar trekt hij
zich nu aan op.

Wat wil ik met deze klas bereiken?

Ik heb drie doelen die ik dit kwartaal wil gaan bereiken met deze klas:

De jongens en meisjes wat dichter bij elkaar brengen. Dit ga ik doen

door in mijn lesvoorbereiding (coperatieve) werkvormen toe te
passen waarin de samenwerking tussen jongens en meisjes
bevorderd zal worden. Ik ga dit doen door werkvormen als; werk in
tweetallen, koppen bij elkaar en denken-delen-uitwisselen toe te
passen. Deze werkvormen komen uit: Moduulboek Coperatief leren
Natasja Choinowski (2001). Ik ga gebruik maken van deze
werkvormen, omdat deze werkvormen sociaal veel vragen van de
kinderen. Door het sociale aspect binnen deze werkvormen, denk ik
dat ik de kinderen (jongens en meisjes) wat nader tot elkaar kan
brengen.
Het tweede doel dat ik in deze klas wil bereiken, is de
opbrengstgerichtheid van de kinderen. Ik wil ervoor zorgen dat alle
kinderen een deel bij dragen aan een coperatieve werkvorm. Ik zie
in de praktijk terug dat er bij samenwerken vooral n iemand hard
aan het werken is en dat anderen daar van profiteren. Ik wil dit aan
gaan pakken door er voor te zorgen dat elk groepslid actief aan de
slag kan en dat er dus geen rede is voor kinderen om niks te doen. Ik
evalueer de samenwerking aan het einde van de lessen met de
kinderen door ze vragen te stellen over de samenwerking. Ik doe dit
door middel van het benoemen van tips en tops. De kinderen
vertellen me wat ze goed vonden gaan tijdens de samenwerking.
 Vervolgens vertellen ze wat ze minder goed vonden gaan en
uiteindelijk stellen ze een leerdoel op voor een volgende
samenwerking.
Bij een volgende samenwerking evalueer ik dan weer of de
opgestelde doelen van de vorige keer bereikt zijn.
Het derde en laatste doel dat ik met deze klas heb, is het meenemen
van het nieuwe kind in de groep. Hij is iemand die van zichzelf niet
makkelijk contact maakt met anderen. Uit zichzelf laat hij niet veel
los. Ik wil hem daarom meer in de groep betrekken door
samenwerking te bevorderen, waarin een duidelijke taakverdeling is
binnen de groep. Op die manier hoop ik te bereiken dat de jongen
door zijn rol wat meer contact maakt met zijn groepsgenoten.
Doordat hij dit doet, zal hij sneller in de groep opgenomen worden.
Aan de hand van de feedback die ik heb gekregen, heb ik nog een kritisch naar
de talige kant van mijn overdenking gekeken.
Ik heb gepoogd wat extra theorie aan de overdenken toe te voegen, maar dit
ervaar ik als erg lastig.