Professional Documents
Culture Documents
Groep: 4
Datum:
Betekenis De inhoud van de les is gebaseerd op strips. Dit heeft betekenis voor de meeste kinderen,
Wat zijn de inhouden en omdat die graag strips lezen tijdens het vrij lezen.
associatiemogelijkheden? Verder heeft het betekenis voor de kinderen, omdat ze in de strip zelf mogen kiezen hoe
Waardoor wordt het persoonlijk voor de hoofdpersonages eruit komen te zien en in wat voor een verhaal zij opgenomen
het kind? worden.
Vorm Het meest voor de hand liggende beeldaspect binnen deze opdracht, is het beeldaspect
Met behulp van welke beeldaspecten kleur. De kinderen geven hun strip een extra betekenis door het gebruik van kleur. Zo
kunnen de inhouden vorm krijgen? kunnen ze bijvoorbeeld aangeven wanneer het verhaal zich afspeelt. Overdag (felle
Bv kleur, textuur, compositie etc. kleuren), in de avond/ nacht (donkere kleuren).
Hierbij besteed ik dan ook veel aandacht bij het bekijken van de werken. Ik deel de
kinderen mede of ze de beeldende doelen op dit moment wel of niet behalen, om er voor
te zorgen dat de kinderen dadelijk allemaal een strip hebben met veel kleuren en met een
logisch verhaal.
Materiaal De meest geschikte materialen voor deze opdracht zijn potloden en stiften. De potloden
Welk materiaal is daarvoor geschikt, kunnen worden gebruikt voor het weergeven van de strip in kleuren. De stiften dienen
welke mogelijkheden biedt het? ook voor de kleur, maar kunnen ook ingezet worden om belangrijke zaken te
benadrukken. Een voorbeeld hiervan kan zijn de tekst in een spreekwolk.
Beschouwing Ik heb een berg strips (die al in de klas aanwezig waren), uitgedeeld in de groep. Dit heb
Welke beelden uit de kunst toon je om ik gedaan zodat de kinderen nog eens een concreet voorbeeld hebben van hoe een strip
het kind betrokken te krijgen bij het vorm gegeven wordt. Ik heb daarna de kinderen laten benoemen wat kenmerkend voor
onderwerp? een strip is. Daarna heb ik enkele fotos laten zien van mogelijke (geschetste)
hoofdpersonen. Zo heb ik fotos laten zien van: mensen, dieren, mensdieren en monsters.
De kinderen zijn vrij om te kiezen hoe de hoofdpersoon eruit komt te zien.
Onderzoek Ik heb onderzoek en Werkwijze eigenlijk samen gevoegd door de kinderen het volgende
Hoe kan het kind materialen en mee t
beeldende aspecten verkennen? Ik heb
Werkwijze dat he
Welke aanwijzingen over gebruik van nog g
materiaal en gereedschap geef je, en stripv
welke vaardigheden demonstreer je? kant o
bijzon
Reflectie Ik ga
Welke vragen stel je om terug te kijken alle te
naar o.a. de beeldende doelen? op de
Zo ga
welk
En we
Hieronder een aantal fotos van werken
van kinderen. Hierbij reflecteer ik op de
beeldende doelen die ik geformuleerd
heb. Ik heb hierin strips opgenomen waarbij
de beeldende doelen geslaagd zijn,
waarbij ze deels geslaagd zijn, of
waarbij ik de doelen nog niet geslaagd
vind.
Hier zien we de tekening van L. Ik heb deze strip gekozen omdat ik vind dat deze (nog) niet voldoet aan de beeldende doelen die ik
gesteld heb. Het kleurgebruik is erg miniem en ook zijn er grote witte vlakken te zien.
Wel is er een duidelijk verhaal zichtbaar in de strip. Zo wint rood de wedstrijd met 100-0 van blauw.
Dit werk viel heel erg op wat betreft kleur. Zoals je kunt zien, is er een duidelijk verhaal in de strip. Een beertje dreigt te verdrinken en
de superheld uit het verhaal komt haar redden. Er zijn geen witte vlakken te zien. De achtergrond is goed opgevuld door land en water.
Deze tekening is in mijn ogen enerzijds geslaagd; er is goed gebruik gemaakt van kleur en er is een duidelijk verhaal zichtbaar in
de strip. Het doel wat ik nog niet geslaagd vind, is het opvullen van de witte ruimte. Daar heeft deze leerling te weinig mee
gedaan.
De rede dat ik deze strip heb opgenomen in de reflectie, is dat ik twijfel over de behaalde doelen bij deze strip. Enerzijds zijn er
geen witte vlakken zichtbaar. Anderzijds is de achtergrond ingevuld door alleen snel met een blauw kleurpotlood op en neer te
gaan. Verder is er wel een verhaal in de strip, maar eigenlijk gebeurt er niets. Al met al twijfel ik of deze tekening de beeldende
doelen bereikt heb.
Deze tekening heb ik om een speciale rede toegevoegd. Deze jongen heeft namelijk een motorische achterstand en gaf aan dat hij het
heel erg moeilijk vond om deze tekening te maken. Vanuit zijn motorische achterstand is hij toch tot dit resultaat gekomen en dat vond
ik enorm knap. Hij heeft de doelen wellicht dan wel niet (helemaal) gehaald, maar dit kind heeft een hoge drempel voor beeldende
vakken en is toch tot dit resultaat gekomen en daarom heb ik deze foto toegevoegd.
Student: Bram van Leuken Docent: Lieke Martens (werkplekbegeleider) Silvia Kooman (domeinexpert)
Vakgebied: Beeldende Vorming Stagegroep: 4A van OBS Brandevoort
Klas: PEH16VC
Welke keuzes heb ik hier gemaakt? Toelichting/ onderbouwing van keuzes
(denk hierbij met name kernbegrippen uit (vak-) specifieke theorie)
Kennis over (kinderen in) de groep is Ik heb de pedagogische beginsituatie Ik heb deze keuzes gemaakt om een zo compleet mogelijk beeld
nadrukkelijk verwerkt in de omschrijving van
bepaald door de koppeling met mijn van de groep te hebben waarmee ik de les uitvoer. Voor de
de beginsituatie van de groep, zowel in
pedagogische zin (gedrag, groepstypering te maken. De niveau didactische beginsituatie heb ik teruggekeken in de methode,
groepsverhoudingen, groepsdynamiek) als technische beginsituatie heb ik bepaald zodat ik in mijn instructie weet waar ik snel door heen kan,
in didactische zin (vakspecifieke door terug te bladeren in de methode; wat omdat het herhaling is en waar ik wat langer bij stil moet staan
beginsituatie).
is er al aan bod gekomen en wat nog niet. omdat iets nieuw is voor de kinderen.
De lesdoelen zijn afgestemd op de Het lesdoel is afgestemd op een kerndoel Ik heb de keuze gemaakt voor dit kerndoel, omdat de kinderen
beginsituatie. In de formulering ervan wordt
volgens de site www.tule.slo.nl middels een strip een verhaal uitdrukken. Dat verhaal kan
zichtbaar dat kennis van vakdidactiek en
leerlijnen op een logische manier is Het gaat hier om kerndoel 54: gebaseerd zijn op basis van emoties, gevoelens of eigen
verwerkt. De leerlingen leren beelden gebruiken om ervaringen.
er gevoelens en ervaringen mee uit te
drukken en om er mee te communiceren.
Werk- en groeperingsvormen zijn Ik heb gekozen voor een zelfstandige Ik heb hiervoor gekozen zodat ieder kind in staat is om zijn of
afgestemd op specifieke kenmerken van de
verwerking, omdat de betekenis van deze haar eigen verhaal te vertellen en zo vorm te geven als zij dit
groep n op specifieke kenmerken van
vakdidactiek. opdracht voor ieder kind verschillend is. willen.
Werk- en groeperingsvormen zijn De kinderen maken individueel een Ik heb hiervoor gekozen, omdat samenwerking in mijn ogen het
functioneel ondersteunend bij het behalen
werkstuk. Dit draagt bij aan het lesdoel, lesdoel een beetje voorbij zou streven. Niet elk kind zou dan zijn
van de lesdoelen.
omdat ik dan per kind kan bepalen of hij/zij eigen verhaal in de tekening kunnen vertellen. Daarom heb ik
in staat is om een verhaal te kunnen gekozen voor een zelfstandige verwerking bij deze opdracht,
vertellen in een tekening. zodat de kinderen allemaal een eindproduct hebben, waaruit ik
kan bepalen of ze de beeldende doelen bereikt hebben.
De werkvormen die worden gehanteerd bij Ik ga met de kinderen evalueren door alle Ik kies hiervoor zodat kinderen de volgende keer kritischer
evaluatie zijn passend bij vakdidactiek en
werken te centraliseren en daarna middels worden in hun eigen werk. Door te reflecteren op de beeldende
sluiten aan op specifieke kenmerken van de
groep. gerichte vragen de kinderen na te laten doelen, gaan kinderen zelf na of ze die beeldende doelen ook in
denken welke werken nu goed gelukt zijn hun eigen werk terugzien.
en welke niet.
Persoonlijke reflectie
Reflectie m.b.t. mijn leerdoelen:
Wat wilde ik?
Ik wilde deze les aandacht geven aan de organisatie van de les
Ik wilde deze les als coach fungeren voor kinderen die vast liepen
Ik wilde deze les aangrijpen om middels korte gesprekjes met de kinderen het pedagogisch klassenklimaat positief te benvloeden.
Hoe heb ik dit gedaan?
Ik heb aan mijn organisatie gewerkt door alles van te voren klaar te zetten en te benoemen waar kinderen bepaalde dingen kunnen
vinden.
Ik heb als coach gefungeerd door te kijken hoe ver kinderen waren. Als ik zag of merkte dat ze vast liepen, ging ik in gesprek met
dat kind om te vragen waar hij/zij dan tegen aan loopt. Ik heb daarna een aantal oplossingsmogelijkheden gegeven, of laten
benoemen en heb de kinderen daarmee voldoende inspiratie gegeven om verder te kunnen.
Ik heb deze les aangegrepen om het pedagogisch klassenklimaat positief te benvloeden, door me sociaal op te stellen naar de
kinderen toe. Dit heb ik gedaan door met de kinderen te praten over allerlei dingen, varirend van hoe het gaat met de strip, tot wat
er afgelopen weekend op de sportvelden allemaal gepresteerd is.
Wat heeft me dit opgeleverd?
De opbrengst wat betreft organisatie is dat deze les goed en vloeiend verliep. Tijdens de verwerking van een les crea, creer je al
enige chaos. Die chaos wilde ik voorkomen tijdens de instructie en inspiratie en de manier waarop ik mijn organisatie heb gepland
voor deze les, heeft me opgeleverd wat ik wilde.
De opbrengst van het coachen vond ik wisselend. Er liep een aantal kinderen vast, maar ik heb uiteindelijk niet iedereen voldoende
inspiratie kunnen geven om verder te gaan. Op n ding ben ik wat betreft opbrengst best trots. De jongen met de motorische
achterstand, die aan gaf dat hij het erg lastig vind om te tekenen, heb ik mede door mijn coachende rol zo ver gekregen dat hij een
hele strip heeft gemaakt.
Het pedagogisch klassenklimaat is in die zin wel verbeterd, doordat ik in gesprek gegaan ben met kinderen, die zich normaliter wat
op de achtergrond bevinden. Ik merk dat de band met die kinderen wel wat beter is geworden, doordat zij n op n wel heel erg
open zijn.
Reflectie o.b.v. de lesdoelen:
Ik vind de lesdoelen wisselend geslaagd. Enerzijds wijt ik dat aan een gebrek in tijd. Niet alle kinderen waren in staat om een complete strip
te maken en in te kleuren binnen de tijd die ze daarvoor kregen. Ik heb daarom ook fotos toegevoegd van werken die ik geslaagd vind en
werken die ik wat minder geslaagd vind. Al met al kan ik dus geen duidelijke conclusie trekken waarin ik kan zeggen of het lesdoel (de
beeldende doelen) geslaagd is (zijn) ja of nee. En lesdoel vind ik in ieder geval geslaagd, omdat ik dit overal terug gezien heb; het
Ik heb dan ook geen tijd gehad om met de kinderen te reflecteren op de werken. Dit was in mijn ogen ook vrij zinloos, omdat de meeste
kinderen nog niet (helemaal) klaar waren.
De proces- en productdoelen worden Dit staat in het basisplan onder het kopje
expliciet gevalueerd met de kinderen. eindreflectie. Je kunt de kinderen vragen stellen
hoe ze zelf aan de slag zijn geweest met het
maken van hun kunstwerk. Waar zie je .. het
meest?
De werkvormen die worden gehanteerd bij Ga het gesprek aan tijdens de evaluatie. Bespreek
evaluatie zijn passend bij vakdidactiek en met de kinderen hoe er geschilderd is.
sluiten aan op specifieke kenmerken van
de groep.
Aan de hand van de klassikale feedback heb ik gekeken of mijn beeldende doelen terugkwamen in mijn basisplan. Dit is
iets wat ik nog niet gedaan had en dus met rood aangepast heb.
Aan de hand van de feedback van Bart, ben ik nog eens kritisch gaan kijken naar mijn lesdoel en naar het kopje
betrokkenheid in de beginsituatie.