You are on page 1of 9

Kritische reflectie ~ Robin Suk ~ kwartaal 3: groep

(2017)

Naam student: Robin Suk

Datum: 18 april 2017

SLB: Suzanne Raaijmakers

ASV-docent: Ren van Heugten

Stageschool: OBS De Sleutelaar Bladel

Stageklas: groep 5/6

Mentor: Samantha van Zon


Deze periode hebben ik aan verschillende doelen gewerkt. Ik heb een
typering en een overdenking gemaakt om mijn nieuwe stageklas in beeld
te brengen. Mijn persoonlijke doel was vooral om te werken aan mijn
houding en de afsluiting van de lessen. Ik heb deze doelen gekozen omdat
het belangrijk is voor een goed leraarschap. Tijdens het geven van mijn
lessen was het belangrijk dat ik inzicht had op de volgende kritische
handelingen
(OGP 3handleiding):

A.1 Bespreken van en omgaan met regels


2.1 Fysiek en sociaal-emotioneel veilige leeromgeving
De student is mede verantwoordelijk voor het realiseren van een fysiek en sociaal
emotioneel veilige leeromgeving, met betrekking tot eigen gedrag, de dagelijkse
omgang met leerlingen en de omgang van leerlingen met elkaar.

A.3 Leiding geven aan het groepsproces


4.7 Onverwachte situaties
De student past zijn organisatie aan bij onverwachte situaties op microniveau.

A.4 Interactie aangaan met de groep


3.12 feedback aan leerlingen
Toetsing en evaluatie:
De student evalueert onderwijsactiviteiten met kinderen en geeft feedback aan
leerlingen op product en proces.

B.1 Leerdoelen stellen


7.1 Onderzoekende en reflectieve houding
De student toont een onderzoekende en reflectieve houding: onderzoekt
systematisch zijn eigen handelen, reflecteert en maakt gebruik van feedback van
kinderen, docenten, medestudenten en leerkrachten, hanteert
onderzoeksinstrumenten.

B.2 Leeractiviteiten ontwerpen


3.6 Werkvormen en groeperingsvormen
4.2 Tijdsbewaking
4.5 Leeromgeving inrichten
De student hanteert doelgericht verschillende werkvormen en
groeperingsvormen.
De student bewaakt de tijd tijdens een uitvoering van de activiteit.
De student richt de leeromgeving zodanig in dat hij kan werken met zowel kleine
als grote groepen; zet hulpmiddelen en materialen klaar voor eigen lessen.

B.3 Leeractiviteiten begeleiden


1.1 Zicht op groepjes leerlingen
2.6 Samenwerking, zelfredzaamheid
De student houdt zicht op groepjes leerlingen: geeft (bege-)leiding aan
individuele leerlingen, kleine groep(en) en grote groep; vangt incidenten
met/tussen leerlingen op; zorgt ervoor dat groepjes die hij begeleidt naar
behoren functioneren; rapporteert hierover aan de leraar.
De student stimuleert samenwerking, zelfredzaamheid en assertiviteit bij
leerlingen.

E.2 Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met


collegas
5.2 Actief bijdragen
De student levert een actieve bijdrage in de samenwerking met collegas
(medestudenten, leerkrachten, docenten): neemt initiatieven; denkt actief mee in
het kader van schoolontwikkeling; verwoord zijn eigen mening.
Als we kijken naar bovenstaande kritische handelingen, heb ik me als volgt
ontwikkeld:

Bespreken van en omgaan met regels:


In het begin van deze periode waren de leerlingen mij nog echt aan
het uittesten. Ik merkte dat ze tegen mij zeiden dat dingen mochten,
die van de juf eigenlijk helemaal niet mochten. Ik heb geleerd dat ik
voordat de les begint deze goed moet bespreken met mijn mentor,
zo voorkom ik dat ik tegen situaties aanloop waarbij kinderen me
gaan uittesten omdat ik niet weet wat de gang van zaken is. Het
benoemen van regels gaat steeds beter. Wel vind ik het moeilijk om
hier consequent in te blijven. Wanneer een leerling, die normaal niet
altijd goed meedoet, erg enthousiast is en door de klas roept, vind ik
het moeilijk om niet in te gaan op zijn antwoord omdat hij zijn vinger
niet opsteekt. Ik wil de volgende periode gaan bekijken wat ik versta
onder consequent zijn en wat ik kan doen om dit binnen de klas
verder te ontwikkelen.

Leiding geven aan het groepsproces:


Ik heb deze periode veel lessen gegeven. Voor de OGP-opdracht heb
ik 7 lessen gegeven, verder heb ik binnen de stage nog meer lessen
gegeven. Tijdens de lessen vond ik het soms lastig om mijn
onzekerheid te verbergen. Omdat ik lessen heb gegeven die ik nog
niet eerder heb gegeven, was ik best een beetje zenuwachtig. Ik
kreeg een misselijk gevoel en voelde mezelf onzeker. Vorige periode
heb ik op stage veel stress gehad wanneer een les niet liep zoals ik
wilde. Tijdens de OGP-lessen kwam dit ook wel eens voor. Dit kwam
vooral door bij de lessen geschiedenis en natuur en techniek, omdat
ik deze lessen nog niet eerder gegeven had. Deze keer kon ik echt
rustig blijven en liet het over me heen komen. Ik reageerde rustig en
stelde de les (waar nodig) bij. Dit is al een hele ontwikkeling die ik
heb doorgemaakt. In gesprek met mijn mentor zag ze dat zij dit wel
had gezien bij mij. Dat betekent dat er dus nog wel ontwikkeling
voor mij ligt op dit gebied.

Interactie aangaan met de groep:


Tijdens dit kwartaal ben ik erachter gekomen dat het belangrijk is
om de les te evalueren samen met de leerlingen. Reflectie op inhoud
is onmisbaar als je wilt dat kinderen nieuwe kennis integreren in hun
persoonlijke kennisstructuur (Margadant-van Arcken, 1991). Het is
ook belangrijk om interactie te hebben tijdens de les. Zo zorg je
ervoor dat de leerlingen betrokken blijven en de informatie eigen
kunnen maken. Ik heb dit bevorderd door te kiezen voor
verschillende werkvormen. Zo heb ik bij de les levensbeschouwing
ervoor gekozen om de kinderen vrij te laten in de informatie die ze
gingen opzoeken. En heb ik bij muziek een les gegeven waarbij de
kinderen actief bezig waren met hun lichaam. Ik merk meteen dat
leerlingen enthousiast en betrokken zijn bij de les. Tijdens het
zelfstandig werken loop ik vooral rond om te observeren. Ik corrigeer
leerlingen niet meteen, maar geef aanwijzingen waardoor ze hun
eigen fouten kunnen ontdekken. Tijdens instructies evalueer ik door
vragen te stellen: is de les stof begrepen? Of leg het nog eens uit in
je eigen woorden? Door vragen probeer ik erachter te komen of de
leerlingen het echt begrepen hebben.

Leerdoelen stellen:
Deze periode was het belangrijk om de leerdoelen te koppelen aan
de beginsituatie van de leerlingen. Dat betekent dat je veel
voorkennis over de leerlingen moet verzamelen. Ik heb dit gedaan
aan de hand van de informatie uit de typering en overdenking en
door het bekijken van eerder gemaakt materiaal van de leerlingen.
Ik probeerde eerst zelf achter de beginsituatie te komen voordat ik
mijn mentor om hulp ging vragen. Zo kon ik bekijken op welk niveau
ik zat met betrekking tot het vaststellen van beginsituaties. Op onze
school is het belangrijk dat je voor elke les met de kinderen
bespreekt wat de leerdoelen van de les zijn. De leerlingen hebben
ook een boekje met daarin doelen: het lesdoelen-boek. Aan het
einde van elke les maken de kinderen een mini-toets: dit is n of
soms meerdere vragen met betrekking op de les die de kinderen
moeten beantwoorden. Als ze deze vraag goed hebben mogen ze dit
onderdeel kleuren in het boekje. Wanneer de methode al leerdoelen
had gesteld, heb ik deze overgenomen. Dit heb ik specifiek gedaan
omdat de leerlingen al bekend zijn met de formulering van deze
doelen en het leerdoel anders niet overeenkomt met het boekje. Wel
heb ik de lesdoelen gekoppeld aan een lesdoel vanuit Tule.

Leeractiviteiten ontwerpen:
De lessen voor de OGP heb ik voorbereid via het
voorbereidingsformulier. Dit stuur ik voor het weekend altijd naar
mijn mentor zodat zij kan bekijken hoe ik de les ga geven. Wanneer
ik een les onduidelijk of spannend vind bespreek ik deze voor
schooltijd nog even met haar. Veel lessen heb ik gegeven aan de
hand van een bestaande methode. Dit heb ik gedaan omdat veel
leerlingen behoefte hebben aan structuur. Voor levensbeschouwing
en muziek was geen methode aanwezig, hier kon ik dus een
creatieve draai aan geven. Ik heb in deze lessen geprobeerd om de
kinderen enthousiast te maken over het onderwerp en zelf te laten
nadenken. Achteraf denk ik dat dit goed gelukt is, de leerlingen
waren enthousiast en deden actief mee. Ik kreeg zelf ook een boost
van het enthousiasme die de leerlingen overbrachten op mij. Ik ben
hier zo enthousiast over dat ik in de toekomst zulke lessen wil blijven
geven. Het spel wat ik als afsluiting had bij de muziekles, hebben we
ondertussen al een keer als differentiatie gebruikt in de klas
wanneer er tijd over was. Als ik kijk naar tijdbewaking van de lessen
denk ik dat hier nog een mooi ontwikkelingspunt voor mij ligt. Ik ben
soms te lang bezig met een onderdeel of laat de kinderen te lang
werken. Dit heb ik tijdens deze periode al eens besproken met mijn
mentor. Ik ben toen begonnen met het gebruiken van de time-timer.
Dit is een klok die voor in de klas hangt waarbij ik een tijd kan
instellen, zodra de tijd om is, gaat er een zoomer af. Dit is erg handig
om te gebruiken tijdens het zelfstandig werken, zo kunnen de
leerlingen zien hoeveel tijd ze nog hebben om hun werk af te maken.
Ik wil me aankomende periode hierop verder ontwikkelen. Ik wil
ervoor zorgen dat ik de tijd kan bewaken tijdens een activiteit of les.
Aan het begin van de dag maak ik samen met mijn mentor de mini-
toets. Ik zorg er ook voor dat de (eventuele) materialen die ik nodig
heb, aanwezig zijn in het lokaal. Wanneer we met een
PowerPointpresentatie werken, zet ik deze al op tijdens de
leswisseling, zo kunnen we meteen beginnen.

Leeractiviteiten begeleiden:
Ik ben dit kwartaal ook veel bezig geweest met het begeleiden in
groepjes. Binnen de lessen gaf ik vaak de extra instructie. Deze
vindt plaats met leerlingen die moeite hebben op het betreffende
vakgebied. Ik heb geen moeite met het begeleiden van kleine
groepjes, dit komt ook omdat ik dit al gewend ben van de opleiding
Onderwijsassistent. Wel krijg ik van mijn mentor terug dat ik vaak de
leerlingen in de klas vergeet, omdat ik t erg met het groepje bezig
ben. Zelf merk ik ook dat sommige leerlingen tijdens het begeleiden
naar me toe komen voor een vraag, terwijl we duidelijk afgesproken
hadden om de vinger op te steken. Dit is dus een leerdoel voor mij
komende periode. Ik vind het belangrijk dat leerlingen elkaar kunnen
helpen. Wanneer een leerling mij iets vraagt, geef ik ook vaak als
antwoord: Heb je het al aan je buurman of buurvrouw gevraagd?.
Het is belangrijk dat leerlingen elkaar iets kunnen uitleggen. Tijdens
instructies loop ik rond om vragen te beantwoorden en te
observeren. Ik probeer de leerlingen zo goed mogelijk instructie te
geven maar wanneer het voor veel leerlingen toch niet duidelijk
blijkt te zijn, leg ik de les even stil, en bespreek het onderwerp
klassikaal.
Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met
collegas:
Tijdens deze periode hebben we binnen de OGP-opdracht vooral
individueel moeten werken, er was weinig samenwerking met
klasgenoten. Wel moesten we feedback op elkaar geven. Ik heb
vooral feedback gegeven op de blogs van anderen. Af en toe vond ik
dit wel lastig, omdat je reactie bijna elke keer hetzelfde is. Binnen de
klas heb ik veel hulp gevraagd en gekregen van klasgenoten. Ik ben
erg onzeker over deze opdracht omdat ik mijn vorige OGP niet heb
gehaald. Ik vind het fijn om bevestiging te krijgen wanneer ik iets
goed doe of dat iemand aangeeft waar verbetering ligt. Dit heb ik
dus vaak voorgelegd aan klasgenoten, dit gaf mij ook rust wanneer
ik te horen kreeg dat ik op de goede weg was. Ik heb tijdens de OGP
ook veel overleg gehad met mijn mentor op stage. Wanneer ik een
bepaald onderwerp moeilijk vond, kwamen we samen tot een plan
van aanpak. Ook tijdens de lessen heb ik optimale begeleiding van
haar gekregen en hebben we de lessen uitvoering nabesproken. Ze
gaf me tips die ik meteen kon verwerken in mijn volgende lessen.
Binnen de opleiding vind ik het nog moeilijk om te bespreken wat mij
dwars zit. Vandaar dat ik ook deze periode ben gestart met de
cursus: Stille kracht. Deze cursus heb ik 2 weken terug afgerond. Ik
heb tips meegekregen hoe ik mezelf kan opstellen of wat ik kan
doen wanneer ik iets wil zeggen waar ik me niet goed bij voel. Ik ga
proberen deze tips, komende periode, te gaan gebruiken.

Persoonlijke leerdoelen:
Deze periode heb ik ook gewerkt aan mijn persoonlijke leerdoelen. Ik ben
gaan werken aan mijn houding en de afsluiting van de lessen. Ik vind het
belangrijk dat een leerkracht een positieve uitstraling heeft. Dit werkt ook
prettiger voor de leerlingen. Ik ben ook verschillende keren met mijn
mentor in gesprek geweest over mijn houding. Zowel op stage als op de
opleiding kreeg ik te horen dat ik flink vooruit was gegaan. Ik kom nu
positief over en toon initiatief. Ik denk dat dit doel voor mij nu zeker
bereikt is. Wel is het belangrijk dat ik hier aandacht aan blijf besteden om
te voorkomen dat ik terug schiet in mijn oude gewoontes.

Het afsluiten van de lessen vind ik ook lastig. Ik heb het gevoel dat het
soms wat ongemakkelijk en onzeker overkomt. Vandaar dat ik deze extra
goed heb voorbereid. Ik weet nu dat ik het lesdoel tijdens de afsluiting
nogmaals moet benoemen en bespreken met de leerlingen. Om goed te
kunnen oefenen heb ik verschillende lessen achter elkaar gegeven. Zo
wordt de overgang duidelijker omdat ik weet welke spullen ze moeten
pakken voor de volgende les. Aankomende periode ga ik hier nog meer
mee oefenen, zodat ik goed voorbereid ben op mijn competentie examen.
Gewenste ontwikkelingsdoelen aankomende periode:

Bespreken van en omgaan met regels:


Aankomende periode wil ik me vooral bezig houden met het begrip:
consequent zijn. Wat houdt dit precies in? Maar vooral: wat houdt dit
begrip voor mij in? Ik wil gaan ontdekken waar ik mijn grenzen leg
en welke regels het beste werken bij de leerlingen. Dit wil ik vooral
gaan doen door te ervaren. Hoe voel ik me bij bepaalde situaties en
wat zou ik in deze situaties anders willen doen? Om aan dit doel te
werken is reflecteren op mijn eigen handelen dus erg belangrijk.

Leiding geven aan het groepsproces:


Aankomende periode wil ik nog verder aan de slag gaan met het
reageren op onverwachte situaties. Ik merk dat ik nog wel in de
stress schiet wanneer zulke situaties voorkomen. Het is belangrijk
dat wanneer ik zenuwachtig ben, ik mijn lessen extra goed
voorbereid. Zo kan ik voorkomen dat ik voor verassingen kom te
staan. Ook is het belangrijk dat ik met kwetsbaarder ga opstellen
naar mijn mentor toe. Ik ga volgende periode aangeven wanneer ik
ergens tegen op zie, zodat zij mij kan helpen.

Interactie aangaan met de groep:


In dit kwartaal ben ik tot de conclusie gekomen dat het belangrijk is
om de les te evalueren samen met de leerlingen. Dit is ook iets wat
ik komende periode wil blijven verwerken in mijn lessen. Wel wil ik
gaan zorgen voor meer interactieve lessen. Wanneer ik een les ga
geven aan de hand van de bestaande methodes, ga ik bekijken of ik
de werkvorm kan omzetten in iets actiefs. Zo geef ik de les toch
volgens de methode, maar geef er ook een creatieve twist aan. Ik
hoop dat de leerlingen zo enthousiaster worden om de lesstof tot
zich te nemen.

Leeractiviteiten ontwerpen:
Bij deze OGP opdracht heb ik de lessen uitgebreider voorbereidt dan
ik normaal doe. Ik merkte dat het me meer zekerheid gaf tijdens het
geven van de lessen. Ik wist precies wat ik moest doen en wat de
kinderen moesten doen. Dit is dus iets wat ik wil vasthouden voor de
komende lessen die ik ga geven. Tijdbewaking is een onderwerp
waar voor mij een grote ontwikkeling kan plaatsvinden. Ik vind het
lastig om te letten op de tijd, zeker wanneer ik iets moet uitleggen
wat lastig is voor de leerlingen. Soms blijf ik hier te lang uitleg over
geven. Ik kies er de volgende keer voor om de leerlingen die het al
weten aan de slag te laten gaan en over te gaan in een extra
instructie. Zo zorg ik dat de leerlingen op niveaugroepen werken en
zichzelf kunnen ontwikkelen op eigen niveau. Ook ga ik meer
gebruikmaken van de time-timer. Wanneer de leerlingen zelfstandig
aan de slag gaan benoem ik hoeveel tijd ze hebben en zet ik de
timer aan. Zo is het voor de leerlingen duidelijk hoeveel tijd ze nog
hebben om hun werk af te maken.

Leeractiviteiten begeleiden:
Het begeleiden binnen de groepjes gaat goed. Ik kan op een
duidelijke en rustige manier extra uitleg geven. Wel vergeet ik soms
de leerlingen in de klas. Ik vind het lastig om in deze opstelling het
overzicht op de klas te houden. Hier wil ik komende periode aan
gaan werken. Ik wil ervoor zorgen dat ik het overzicht kan behouden
op de klas, ook wanneer ik een verlengde instructie geef aan een
groepje leerlingen.

Bespreken van opbrengsten en kwaliteit van leeractiviteiten met


collegas:
Aankomende periode wil ik ervoor zorgen dat ik kan verwoorden wat
mij dwars zit of waar ik moeite mee heb. Ik bouw altijd een muur om
me heen omdat ik het lastig vind om mezelf kwetsbaar op te stellen.
Vandaar dat ik afgelopen periode ook heb deelgenomen aan de
workshop: stille kracht. Ik heb hier geleerd hoe ik in deze situaties
kan handelen en welke denkvorm ik aan kan nemen om ervoor te
zorgen dat mijn gedachten niet de overhand krijgen. Hoewel ik al
een grote sprong heb gemaakt deze periode, ben ik nog niet
tevreden over het eindresultaat. Ik ben erg trots op hoe ik mezelf
ontwikkeld heb, maar ik ben er nog niet. Ik denk dat er in de laatste
periode veel ruimte voor verdere ontwikkeling ligt. Tijdens lessen ga
ik ervoor zorgen dat, wanneer ik zenuwachtig ben, ik dit van te
voren bespreek met mijn mentor. Zo kan zij mij op me gemak stellen
of tips geven om de les soepeler te laten verlopen waardoor mijn
zenuwen niet eens meer nodig zijn.

You might also like