You are on page 1of 5

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS:

LAGER ONDERWIJS flexibel traject


LESONTWERP
Naam: Annelies Holemans
Studietrajectbegeleider:
UC Leuven Limburg
Departement Lerarenopleiding
Mentor: Nele Van Bouwel
Professioneel gerichte bachelor in het
onderwijs- flexibel traject: lager Feedback op lesvoorbereiding
onderwijs
Campus Heverlee
Hertogstraat 178 - 3001 Heverlee
Tel. 016 37 56 00 Fax 016 37 56 99

Vul de gevraagde informatie in


school : Sint Jansschool Leuven leergebied : WO

klas en leerjaar : 6e leerjaar onderdeel : Wetenschappen en techniek

aantal leerlingen : 25 lesonderwerp : Bouwen, constructies & krachten: katrollen

datum (data) : 26/04/2016 lestijden :

van 11u15 tot 11u40 uur

1. SITUERING IN EINDTERMEN EN/OF LEERPLANNEN


Vink aan.

Gesubsidieerd Vrij Onderwijs (georganiseerd op priv-initiatief bijv. katholiek, joods, methode, )

EINDTERMEN
Leren leren:
5: De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding: hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren en hun eigen
leerproces controleren en bijsturen
Wetenschappen en techniek:

LEERPLANDOELEN

WO
Mens en techniek:
- 6.4 Kinderen zien in dat veel voorwerpen in hun omgeving een aanvulling of verbetering zijn van menselijke functies
en maken er functioneel gebruik van. Dat houdt in dat ze:
- ervaren en uiten dat zien, horen, dragen, optillen, meten kan worden verbeterd of aangevuld door middel van
een instrument,
- gebruik kunnen maken van instrumenten zoals een loep, een liniaal, een weegschaal, een maatglas, een
hefboom, een katrol, tandwielen, scharnieren, een fiets om de eigen functies te verbeteren en/of aan te vullen,
- vaststellen en uiten waarvoor bepaalde instrumenten worden gebruikt,
- vaststellen en uiten welke voorwerpen toepassingen zijn van hefbomen, katrollen, lenzen, kogellagers,
bewegingsoverbrenging via tandwielen

- 6.6 Kinderen zien in dat producten worden gemaakt volgens bepaalde technische principes.
houdt in dat ze:
- ervaren en uiten dat een constructie (toren, huis, puzzel ) of bereiding wordt gemaakt met behulp van
verschillende onderdelen of ingredinten en in relatie staan tot elkaar in functie van een vooropgesteld doel.
- bij eenvoudige voorwerpen uit hun omgeving de meest courante verbindingen en hechtingswijzen kunnen
herkennen.
- kunnen aantonen dat een product uit verschillende onderdelen of ingredinten bestaat of kan bestaan,
- na hanteren of (de)monteren kunnen aantonen wat de functie is van een onderdeel van een product,
- ontdekken hoe veel voorkomende verbindingen, hechtingen en bereidingen worden gemaakt,
- ontdekken dat de aard en de kwaliteit van verbindingen en hechtingen in een constructie de stevigheid en de
bruikbaarheid ervan bepalen,
- ontdekken dat ze voor het maken van een bruikbare bereiding dienen te beschikken over de juiste (hoeveelheid)
ingredint

Les 5.3: WO: Bouwen, constructies en krachten: katrollen


- 6.12 Kinderen kunnen hun materialenkennis en hun kennis van constructie-, bereidings- en bewegingsprincipes
gebruiken bij het ontwerpen van een constructie of bereiding. Dat houdt in dat ze:
- ideen bedenken voor een eenvoudige technische realisatie,
- ideen genereren voor een ontwerp van een technische realisatie
- bij het ontwerp van een bewegende constructie rekening houden met de grootte en de werking van tandwielen
- bij het ontwerp van een constructie er rekening mee houden of het gebruikte materiaal kan worden geschroefd,
genageld of gelijmd ,
- bij het voornemen om hapjes te bereiden, er rekening mee houden dat sommige voedingsstoffen bij warmte
vlug verzuren , -

Wiskunde
MK45: In een concrete situatie oplossingen vinden voor een ruimtelijk probleem

Individuele beginsituatie van kind(eren) m.b.t. deze les Differentiatievorm


1 De kinderen hebben op maandag al een brug ontworpen en geconstrueerd, op tempo
dinsdag hebben ze gewerkt rond hefbomen. De les van vandaag zal gaan rond
katrollen. begeleiding

instructie

materiaal

moeilijkheidsgraad
2 tempo
Ontdekdoos Tandwielen = een ontdekdoos waar leerlingen zelfstandig leren over
tandwielen. Dit is differentiatie naar boven toe en kan gemaakt worden tijdens begeleiding
het contractwerk. De oefeningen over tandwielen kunnen gezien worden als instructie
uitdaging wiskunde. Er kan individueel maar ook per 2 of per 3 gewerkt worden
met de ontdekdoos. materiaal

moeilijkheidsgraad

3. MATERIAAL (zie foto bijlage)

- PowerPoint
- 2 stevige stokken
- touw
- bus schoonmaakmiddel gevuld met water
- katrol
4. BRONNEN
Welke handleidingen, naslagwerken, websites, bestaande praktijkvoorbeelden, heb je geraadpleegd om deze les voor te
bereiden? Formuleer volgens de APA-methode.

- prenten: google afbeeldingen


- Oxlade, C. (1998) Alles over Machines. De lantaarn, Amsterdam.
- Oefeningen: Klacement

5. BIJLAGEN

Bijlage 1: PowerPoint les 5.3

4. Bordschema
Welke kernwoorden, schemas, geheugensteuntjes, bied je aan ter visuele
ondersteuning?
Welke borden zijn beschikbaar? (krijtbord, magneetbord, )
Indien je een digibord gebruikt, druk je het bordplan af.

zie PowerPoint les 5.3

Les 5.3: WO: Bouwen, constructies en krachten: katrollen


TIJ DOELEN LEERPROCESBEGELEIDING WERKVORM
D (lesgang, leerinhoud, instructie, vraagstelling, verwachte antwoorden) MEDIA/MATERIAAL/ORGANISATIE
KLASSCHIKKING
4 INLEIDING
Werkvorm: klasgesprek
De leerlingen kunnen uitleggen 1. Motivatie/probleemstelling: conceptcartoon boomhut Materiaal: PowerPoint
dat er nood is aan een
voorwerp/constructie om het De kinderen willen hun boomhut schilderen maar de pot weegt te zwaar om de Organisatie:
tillen makkelijker te maken.
ladder op te dragen. Ze hebben wel een touw. Lees wat de kinderen voorstellen toon dia 1-2 (conceptcartoon)
om te doen. Hoe zou jij het aanpakken?
intro

We gaan het eens uitproberen!

DOELEN:
De lln kunnen reflecteren op hun
eigen leerproces Let goed op want op het einde van de les ga je tegen je buur moeten uitleggen toon dia 3 (doelen)
(leren leren 5) waarom mensen een katrol gebruiken. Wat doet een katrol?

5 basisdoel KERN Werkvorm:


- OLG
De leerlingen kunnen ideen 2. De werking van een katrol uitzoeken: proef 1 - opdrachtvorm
bedenken om een eenvoudige Materiaal:
technische constructie te maken We gaan voor de handigheid geen emmer verf nemen maar een bus - bus schoonmaakmiddel,
om een probleem op te lossen. gevuld met water
schoonmaakmiddel die ik heb gevuld met water. Ik heb ook een touw en een
stok. Die stok is de tak van onze boom. Die kan je gebruiken om het touw over - touw
te spannen, aan vast te maken, Wie heeft een idee? - 1 stevige stok
- Organisatie:
(De lln geven ideen en proberen uit wat het makkelijkst gaat. Lln proberen ook
de drie mogelijkheden van op bord uit.)
2 lln houden de stok vooraan vast.
Wat stellen we vast? Een lln die een idee heeft, mag dat
kern

- de derde mogelijkheid is het makkelijkst: touw aan tak vastmaken, komen uitproberen.
door handvat steken, nog eens over tak en dan hijsen.
De lln weten dat ze gebruik Hoe zou het komen dat die het makkelijkst is?
kunnen maken van een katrol - Omdat de bus nu door 2 touwen naar omhoog wordt gehouden. Dus
om extra kracht te genereren dubbele kracht naar omhoog. Dus 2x minder zwaar dan als we
om iets zwaars te tillen. moeten opheffen zonder katrol.
Dus als het door drie of vier touwen naar omhoog wordt gehouden, is het dan
nog lichter? Hoe kunnen we dat doen?
- touw nog eens door handvat steken en rond tak
Hoeveel touwen hebben we nu?
- 4
Dus hoeveel keer minder zwaar dan wanneer we zonder katrol opheffen?
- 4x minder zwaar
differentiatiedoel
Les 5.3: WO: Bouwen, constructies en krachten: katrollen
5 . De leerlingen kunnen ideen 3. De werking van een katrol uitzoeken: proef 2 Werkvorm:
bedenken om een eenvoudige - OLG + opdrachtvorm
technische constructie te maken Lkr duidt 2 lln aan om naar voren te komen voor proef 2. Ze moeten elk een Materiaal:
om een probleem op te lossen.
stok horizontaal vasthouden zoals de foto op de PowerPoint. - PowerPoint
- 2 stevige stokken
Nu ga ik een derde lln aanduiden. Die krijgt het touw en moet proberen de twee - touw
leerlingen naar elkaar toe te trekken met alleen het touw. Het touw mag wel Organisatie:
enkel de stokken aanraken! Wie heeft een idee hoe hij dat moet doen?
Denk ook aan de proef van daarnet! De lkr kiest de lln:
2 lln houden elk een stok horizontaal
(lkr laat enkele lln proberen) vast met twee handen en gaan
(als het niet lukt zegt de lkr: tegenover elkaar staan.
Wat hadden we daarnet gedaan zodat we minder kracht nodig hadden?
De lln weten dat ze gebruik - touw vastmaken aan stok en dan verschillende keren rond bus Een derde leerling gebruikt het touw
kunnen maken van een katrol draaien. Nu net hetzelfde: rond stokken draaien en dan aan (rond de stokken) om de twee lln naar
om extra kracht te genereren uiteinde trekken. elkaar toe te trekken.
om iets zwaars te tillen. (juiste oplossing verschijnt op dia)

We gaan eens even van leerlingen wisselen, want misschien trekken de Er wordt gewisseld van leerlingen.
leerlingen aan de stokken niet hard genoeg? Of misschien is de leerling die aan
het touw trekt net heeel sterk?

(De proef wordt uitgevoerd met andere leerlingen en het resultaat is hetzelfde.)

5 4. Conclusie katrol Werkvorm:


- OLG + verbaal/visueel
De lln weten dat ze gebruik In zowel de eerste proef met de bus schoonmaakmiddel als de tweede proef aanbiedend
kunnen maken van een katrol met de stokken hebben we gebruik gemaakt van een katrol. Materiaal:
om extra kracht te genereren Waarvoor gebruiken mensen een katrol? - PowerPoint
om iets zwaars te tillen.
- Organisatie:
- Omdat er dan minder kracht nodig is om iets te
De lln weten hoe ze een katrol tillen/trekken/verplaatsen
kunnen gebruiken.
(dia 6)
Ja, als iets aan twee touwen naar omhoog hangt, wordt de kracht verdeeld over
die twee touwen. Als je met twee iets draagt, weegt het maar half zo zwaar
voor jou. Dat geldt ook als het ene touw aan een stok of tak hangt.
Omdat het handiger is om naar beneden te trekken dan naar boven, gaan we
het touw nog eens over de tak hangen of over een andere katrol (laat zien op
afbeelding). Nu hangt het gewicht aan twee touwen en kunnen we naar
beneden trekken. Het weegt dan maar half zo zwaar.

(dia 7)
Les 5.3: WO: Bouwen, constructies en krachten: katrollen
Met n touw moet je evenveel kracht leveren dan het gewicht zwaar is.
Met twee touwen wordt het gewicht in twee gedeeld en moet je maar de helft
van de kracht leveren. Dus dan kan je iets dubbel zo zwaar optillen met
evenveel kracht.

(dia 8)
Maar je kan ook 4 touwen bevestigen. Dan wordt het gewicht door 4 gedeeld.
Als je met vier een gewicht van 80kg draagt, draag je elk 20 kg. Als je een
katrol met 4 touwen gebruikt is dat hetzelfde. Dan moet je ook maar 20 kg
omhoogtrekken i.p.v. 80kg.

(dia 9)
Hier zie je hoe ze de touwen samenbrengen tot 1 katrol. Je kan altijd meer
touwen toevoegen zodat je nog minder kracht moet leveren.

basisdoel VERWERKING Werkvorm: OLG


3 Materiaal:
5. Voorbeelden van katrollen in het dagelijks leven - powerpoint
De lln weten hoe ze een katrol
kunnen gebruiken. Wie weet een voorbeeld van hoe mensen katrollen gebruiken in het dagelijks Organisatie:
leven?
De lln kunnen voorbeelden
- (rolluik, schip, fitnesstoestel, lift, kraan, vlag, ) lkr duidt laat afbeeldingen en gifs zien
erwerking

geven van voorwerpen die


gebruik maken van katrollen. op de PowerPoint

3 LESOVERGANG
lesoverg
ang

De lln kunnen reflecteren op hun Reflecteren of doel bereikt is.


eigen leerproces toon dia evaluatie
(leren leren 5) Probeer aan je buur uit te leggen hoe een katrol werkt. Lukt het?

Les 5.3: WO: Bouwen, constructies en krachten: katrollen

You might also like