You are on page 1of 79

BASISCURSUS 

 
GRONDMECHANICA 
 
 
 
 
Draagvermogen van paalfunderingen 
 
 
Paul Meireman 
 
 
7 december 2016 
 
 
 
 
 
 
georganiseerd door 
 

 
Expertgroep Grondmechanica & Funderingstechniek 
 
 
 
 
Ingenieurshuis, Antwerpen 
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
COPYRIGHT © 2016 – ie‐net 
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden gereproduceerd, opgeslagen in de computer, overgenomen onder gelijk 
welke vorm (elektronisch, mechanisch, magnetisch) of gefotokopieerd zonder de schriftelijke toelating van ie‐net ingenieursvereniging vzw, 
Desguinlei 214, B‐ 2018 Antwerpen 1. 
Tel. : 03/260.08.40, E‐mail info@ie‐net.be, Website HTTP ://www.ie‐net.be 
 
Elke auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van zijn/haar teksten. ie‐net vzw wijst alle aansprakelijkheid af wanneer gebeurlijke foutieve 
gegevens zouden leiden tot discussies of geschillen. 
Paalfunderingen

ir Paul Meireman
GEO-Design

Wat zien we in de basiscursus


• Wat is een paal.
• types palen
• belasting op palen
• normen en eurocodes
• berekening axiaal draagvermogen individuele paal
• horizontale belastingen individuele paal
• organische berekening (beton)
• Varia (werforganisatie, rendementen, bleeding)
2
Wat gaan we niet bespreken
• Details van de verschillende soorten palen
(uitvoeringscursus)
• Paalgroepen: axiaal draagvermogen (gevorderden)
• Paalgroepen: horizontaal draagvermogen
(gevorderden)
• Proefbelastingen (gevorderden)
• micropalen

Inleiding

4
inleiding: wat is een paal ?

Doel: het overdragen van de lasten in de diepte in een


bodem met slechte eigenschappen

inleiding: wat is een paal ?

paal zool

6
inleiding: wat is een paal ?

Types palen

8
types palen

Invloedsfactoren op het paalgedrag : installatie

types palen
grondverdringende palen

hoge zijdelingse drukken tegen paal,


10
verdichting
types palen
gronduithalende palen

Lage zijdelingse drukken tegen paal,


geen verdichting,
11
risico aanzienlijke ontspanning

types palen

Basis van de paalclassificatie – NAD-EC7


Gebaseerd op hun verschillend gedrag

groep type

1 grondverdringing

2 weinig verdringing of ontspanning

3 met grondverwijdering

4 micropalen
12
types palen

Kallo – vergelijkende proeven

heipaal 0.6m
boorpaal 0.6m

13
RU verdr.
Rs,verdr.

RU boor
Rs,boor

types palen

Sverdr.
Sboor

verdringingspaal

10%D
Paal met grond-
verwijdering
- Bij zeer grote zakking:
Ruverdr = Ruboor
- Bij bezwijkbelasting 10%D:
Ru,verdr > Ru,boor
- Bij dienstlast: Rs,verdr > Rs,boor
Sverdr < Sboor

paalkopzakking 14
types palen

boorpaal atlas cfa


gronduithalend grondverdringend gronduithalend
15

types palen

16
types palen

17

types palen

18
Grondverdr. Schroefpalen: problemen

19

CFA palen
Risico op over-uitgraving:
Als schroef sneller draait dan
penetratiesnelheid, dan is de CFA een
soort van “Archimedes” pomp:
opvoeren van grond naar boven

20
Boorpalen

21

Belasting op palen

22
Belasting op palen
AXIALE BELASTINGEN AFKOMSTIG VAN DE GEDRAGEN STRUCTUUR

NPAAL NPAAL

DRUK: TREK:
SCHACHTWRIJVING SCHACHTWRIJVING
PUNTWEERSTAND
23

Belasting op palen
AXIALE BELASTINGEN AFKOMSTIG VAN GRONDVERPLAATSINGEN:
NEGATIEVE KLEEF

OPHOGING, OVERLAST

ZETTING NPAAL
FNEG

24
IN WELKE LAGEN POSITIEVE WRIJVING MEEREKENEN ?
Eerst kijken of negatieve kleef kan optreden door zetting
van de slappe laag

Kan zetting ontstaan


groter dan paalzakking?
Ja: dan negatieve kleef

25
Zetting bv tgv
bemaling, belasting op
MV

Belasting op palen

AXIALE BELASTING VEROORZAAKT DOOR RIJZING VAN DE GROND


(ZWELBELASTING OP PAAL)

ZWEL DOOR UITGRAVING

NPAAL

ANDERE MOGELIJKE OORZAKEN


Chemische expansie (bv. gips)
Opstuwing tijdens uitvoering
grondverdringende palen

26
Belasting op palen
TRANSVERSALE BELASTINGEN DOOR STRUCTUUR

HORIZONTALE KRACHT UITWENDIG MOMENT

MPAAL passieve MPAAL


weerstand

27

Belasting op palen
Aanvulling of
asymmetrische
bovenbelasting

28
Belasting op palen

uitgraving

29

Belasting op palen

30
Belasting op palen

31

Belasting op palen

32
Belasting op palen

33

Belasting op palen: invloed stijfheden

Paal ≠ vast punt


Berekeningen met vaste punten overschatten de
maximale paalbelastingen, onderschatten de
momenten in de funderingsplaat of –balk en
verhinderen het uitvlakken van belastingen.
Æ Palen altijd simuleren met veren in
programma’s zoals ESA Engineer.
34
Belasting op palen: invloed stijfheden
100kN/m

3,00 4,00 4,00 3,00

Lastenverdeling bij:
slappe balk en vaste punten
slappe balk en dezelfde veren
slappe balk en verschillende veren
stijve balk en vaste punten
stijve balk en dezelfde veren 35
stijve balk en verschillende veren

100kN/m

Belasting op palen: invloed stijfheden


3,00 4,00 4,00 3,00

• slappe balk en vaste punten

36
100kN/m

Belasting op palen: invloed stijfheden


3,00 4,00 4,00 3,00

• slappe balk en dezelfde veren (50MN/m)

37

100kN/m

Belasting op palen: invloed stijfheden


3,00 4,00 4,00 3,00

• slappe balk en verschillende veren (50-33-25-33-50MN/m)

38
100kN/m

Belasting op palen: invloed stijfheden


3,00 4,00 4,00 3,00

• stijve balk en vaste punten

39

100kN/m

Belasting op palen: invloed stijfheden


3,00 4,00 4,00 3,00

• stijve balk en dezelfde veren (50MN/m)

40
100kN/m

Belasting op palen: invloed stijfheden


3,00 4,00 4,00 3,00

• stijve balk en verschillende veren (50-33-25-33-50MN/m)

41

100kN/m

Belasting op palen: invloed stijfheden


1 2 3 2 1

samenvatting

rigiditeit en
randvoorwaarden
reactiekrachten buigmomenten

1 2 3 max min
Slappe balk en vaste
punten
109 387 408 69 -138

Slappe balk en dezelfde


veren
111 383 412 71 -141

Slappe balk en
verschillende veren
111 385 409 74 -134

Stijve balk en vaste


punten
134 359 412 142 -70

Stijve balk en dezelfde


veren
280 280 280 727 -

Stijve balk en
verschillende veren
366 242 183 1123 -

42
Stijfheid bovenconstructie en palen spelen een rol bij lastenverdeling
Normen en regels
Berekenen paalfunderingen

43

Palen: eurocodes
NBN EN 1990: algemene richtlijnen
NBN EN 1991: belastingen
NBN EN 1992-1-1: algemene regels beton (2010)
NBN EN 1997: geotechnische berekeningen

NBN EN 12699 (2001): uitvoering van verdringingspalen


NBN EN 1536 (2010): uitvoering boorpalen
NBN EN 14199: uitvoering micropalen

WTCB rapport 12-2009: Richtlijnen voor toepassing van de


eurocode 7 in België

NF P94-262 (2012) Fondations Profondes


44
Palen: eurocodes
WTCB rapport 12-2009: Richtlijnen voor toepassing van de
eurocode 7 in België

45

Palen: eurocodes
Uitvoeringsnormen: bv uit EN12699 (2001)

46
Palen: eurocodes
Uitvoeringsnormen: bv uit EN1536 (2010)

47

Axiale belasting

48
Ter vervanging van:
STS 21
AOSO
TB104
Rapport 12 (WTCB)

49

Wat staat er in het nieuwe rapport ?

‰Partiële veiligheidsfactoren

‰Valorisatie grondonderzoek

‰Valorisatie bestaande systemen


ƒ monitoring uitvoering
ƒ geïnstrumenteerde paalbelastingsproeven

‰Kader ontwikkeling nieuwe systemen


ƒ geïnstrumenteerde paalbelastingsproeven

‰Axiale druk en trek.

‰Extra verduidelijkingen grondonderzoek en 50


negatieve kleef
Bepaling van het draagvermogen
van een axiaal op druk belaste paal
op basis van CPT-resultaten

volgens eurocode 7

Fc,d  Rc,d

51

Rekenwaarde van de belastingen


Fc,d = Fc,rep * F

EN 1990
EN 1991 (Eurocode 1)

52
Rekenwaarde van de belastingen

53

Rekenwaarde van de belastingen

54
Rekenwaarde van de belastingen

55

Rekenwaarde van de belastingen

EN 112699 verdringingspalen
EN 1991 (Eurocode 1)
EN 1536 Boorpalen

56
Rekenwaarde van de weerstand

N N berekende N gecalibreerde 1 karakteristieke 1 reken-


CPT waarden waarden waarde waarde
resultaten Rb,i en Rs,i Rb,cal,i en Rs,cal,i Rb,k + Rs,k = Rc,k Rb,d + Rs,d = Rc,d

Rd  b s

berekeningsmethode kans op ongunstige afwijkingen


v/d reële weerstanden
betrouwbaarheid v/h model : t.o.v. de karakteristieke waarden :
modelfactor weerstandsfactoren

stijfheid v/d structuur,


uitgebreidheid v/h grondonderzoek,
spreiding v/d grondkarakteristieken :
correlatiefactor

57

Rekenwaarde van de weerstand

N N berekende
CPT waarden
resultaten Rb,i en Rs,i

berekeningsmethode

58
Rb,i en Rs,i (puntweerstand en wrijving)
Sondering is « modelpaal » :

Rekenregels :
gemeten weerstanden omzetten naar punt- en schachtweerstanden.

Rekening houden met de verschillen tussen de sondering en de werkelijke


paal :

‰ afmeting conus ³´ afmeting paal


‰ vorm conus ³´ vorm paal
‰ materiaal conus ³´ materiaal paal (wrijving)
‰ sondering is grondverdringend inbrengen

59

Sondering met mechanische conus : conversiefactor

of conversiefactor bepaald uit vergelijkende proeven op de site

conversiefactor toe te passen op qc

60
Sondering : invloed van uitgravingen

61

Sondering : invloed van uitgravingen

vb bouwput van 50x40m², uitgraving 10m, sonderingen van bovenaf

62
Berekeningsmethode voor het puntdraagvermogen :
Rb = b . b . .  . Ab . qb

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30
‰ qb : eenheidsdraagvermogen v/e 0

verdringingspaal met diameter Db,eq 1

rekenmethode : De Beer 2

‰ Ab : oppervlakte v/d paalbasis 4

5
qc
‰  : reductiefactor voor palen met verbrede 6

basis die ontspanning v/d grond rond de 7


schacht veroorzaakt tijdens het 8
installatieproces qb
9

10
cf. paalfiches !
11

12

13

14
diepte (m)
15

63

Berekeningsmethode voor het puntdraagvermogen :


Definitie paalpuntniveau en paalbasisdiameter :

"Het niveau van de paalpunt wordt gedefinieerd als het laagste niveau
waarop de paalbasis zijn volledige sectie heeft. Merk op dat voor
sommige paaltypes het paalpuntniveau niet overeenstemt met de
fysische onderkant van de paal"

Paalpuntniveau

Db cfr. paalfiches ! Db
64
Berekeningsmethode voor het puntdraagvermogen :
Definitie equivalente paalbasisdiameter :
• Voor de bepaling van qb, b en 
• wordt een equivalente paalbasisdiameter Db,eq ingevoerd :
cfr. paalfiches !
Övoor een cirkelvormige sectie : Db,eq = Db

Övoor een vierkante of rechthoekige sectie :


4 a b b
Db,eq a

indien b  1.5 a
6 a2
Db,eq

indien b > 1.5 a

Övoor een I-profiel of damplank : 6 e2


Db,eq e

Övoor een open buispaal, situatie zonder propvorming :

6 e2 e
Db,eq

65
Övoor een open buispaal, situatie met propvorming : Db,eq = Db

Berekeningsmethode voor het puntdraagvermogen :


Definitie paalbasisoppervlakte :

De paalbasisoppervlakte Ab wordt voor de verschillende


paalbasisvormen als volgt bepaald :

Db2
Ab
Övoor een cirkelvormige sectie : 4
Övoor een vierkante of rechthoekige sectie : Ab = a*b

Övoor een I-profiel of damplank : Ab = de staalsectie

Övoor een open buispaal, situatie zonder propvorming : Ab = staalsectie

Övoor een open buispaal, situatie met propvorming :


Db2
Ab
4

Cf. paalfiches !
66
Berekeningsmethode voor het puntdraagvermogen :
Waarde reductiefactor  :
cf. paalfiches !

‰ palen met een verbrede basis die op diepte gevormd wordt :  = 1.00

‰ palen met een geprefabriceerde verbrede basis waarbij Db,eq < Ds + 5 cm  = 1.00

‰ alle andere palen met geprefabriceerde verbrede basis :

1,0

schroefpalen
met schacht
in plastisch beton
0,9


andere paaltypes
0,8

0,7
1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 1,7 1,8 1,9 2,0 67
Db,eq²/Ds²

Berekeningsmethode voor het puntdraagvermogen :


Rb = b . b . .  . Ab . qb

‰ : vormfactor niet-cirkelvormige palen


0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30
0

1 + 0.3 a/b 1
1.3 2
‰ b : schaalfactor gescheurde 3
O.C. Tertiaire klei 4
1 – 0.01 (Db,eq / Dc – 1), qc
5
maar steeds > 0.476
‰ b : installatiefactor
6

7
empirische factor, afgeleid uit statische
paalbelastingsproeven - effect 8

uitvoeringsmethode 9 qb
10

cf. paalfiches ! 11

12

13

14
diepte (m)
15
68
69

•70
71

Berekeningsmethode voor het schachtdraagvermogen :

HISTORISCH TWEE METHODEN :

1. Methode van de totale wrijving


Mechanische sondering
Veel spreiding

2. Lokale wrijving afleiden uit conusweerstand (qc)


Nu: de standaard

72
Berekeningsmethode voor het schachtdraagvermogen :
Spreiding
totale wrijving –
Wrijving afleiding uit conusweerstand: (17
sonderingen)

Palen aangezet op -10.8m


Spreiding totale wrijving: 150kN Æ 850kN
Spreiding wrijving
afgeleid uit conusweerstand: 482kN Æ 742kN
•73

Berekeningsmethode voor het schachtdraagvermogen :


Rs = s .  ( s,i . hi . qs,i )

‰ qs,i = *p,i * qc,i


‰ qc,i : conusweerstand in laag i
‰ *p,i grondtype-afhankelijke parameter ;
vertaalt qc naar eenheidswrijving
‰ s : omtrek paalschacht • *pi
‰ hi : dikte laag i
‰ s,i : installatiefactor
empirische factor, afgeleid uit statische •qc
paalbelastingsproeven, die de invloed van de
installatiemethode en van de aard van de
schacht invert
‰ Indien alternerende belasting (druk-trek) extra
reductive met factor 1,33

74
Berekeningsmethode voor het schachtdraagvermogen :
Waarde *p :

75

Berekeningsmethode voor het schachtdraagvermogen :


grondsoort :

Uit kennis van de ondergrond (boorstaten, ervaring, enz)


Op basis van wrijvingsgetal van een sondering met plaatselijke kleef

elektrische conus mechanische conus


76
Berekeningsmethode voor het schachtdraagvermogen :
grondsoort :

77
FUGRO elektrische conus

Berekeningsmethode voor het schachtdraagvermogen :


Definitie paalschachtomtrek :
cf. paalfiches !
De paalschachtomtrek s wordt, afhankelijk van het inbrengsysteem,
gelijk genomen aan de omtrek van de nominale sectie, de buitenomtrek
van de voerbuis, de max. buitenomtrek van het teruggetrokken
systeem,…

Övoor I-profielen en damplanken : de totale omtrek van de staalsectie

Övoor open buispalen, situatie zonder propvorming :


de som van de binnen- en buitenomtrek van de buis
paalschachtomtrek
Övoor open buispalen, situatie met propvorming :
de buitenomtrek van de buis

Övoor schroefpalen met schacht in plastisch beton : de maximale


buitenomtrek van het teruggetrokken systeem (buis of
verdringingsboor) – de in rekening te brengen breedte van de flenzen
78
bedraagt maximum 10 cm (bv. 36/56)
Rekenwaarde van de weerstand

N N berekende N gecalibreerde
CPT waarden waarden
resultaten Rb,i en Rs,i Rb,cal,i en Rs,cal,i

Rd

berekeningsmethode

betrouwbaarheid v/h model :


modelfactor

79

Modelfactor
Qgemeten = Rc : ULS ?
Calibration of Rc
1.6
1.5
1.4
1.3
1.2
1.1
1.0
Q/Rc [-]

0.9
0.8
0.7
0.6
0.5
0.4
0.3
0.2
0.1
0.0
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

sb/Db [%]
80
Modelfactor
Rc,cal = Rc / Rd

Rd wordt bepaald per paaltype opdat berekening een veilige aanname zou zijn

81

Rekenwaarde van de weerstand

N N berekende N gecalibreerde 1 karakteristieke


CPT waarden waarden waarde
resultaten Rb,i en Rs,i Rb,cal,i en Rs,cal,i Rb,k + Rs,k = Rc,k

Rd 
berekeningsmethode

betrouwbaarheid v/h model :


modelfactor

stijfheid v/d structuur,


uitgebreidheid v/h grondonderzoek,
spreiding v/d grondkarakteristieken :
correlatiefactor

82
Karakteristieke waarde van de weerstand
Karakteristieke waarde wordt bepaald door :
‰ Uitgebreidheid grondonderzoek : sondeerdichtheid
CPT's representatief voor beschouwde terrein !
‰ Spreiding grondkarakteristieken : minimum tov gemiddelde
‰ Stijfheid structuur : constructie al dan niet voldoende stijf om krachten v/e paal
in een zwakkere zone over te dragen naar naburige palen
stijve structuur : slappe structuur :

Richtlijn : stijve structuur indien bij het wegnemen van één paal in de
berekening, zetting op die plaats < 5 mm
83

Correlatiefactor
 R c,cal gemiddeld R c,cal  
R c,k min ; min

 3 4 

interpoleren voor
tussenliggende waarden

CPT i/d as v/d paal of op


max. 3 Db : 3 = 4 = 1.08

84
mits verantwoording (statistische analyse,…) mogen andere waarden toegepast worden
(zie gevorderde cursus)
Rc,i,cal = Rc,i / Rd = Rb,i / Rd + Rs,i / Rd

 Rc cal, mean Rc cal, min 


Rc ,k min ; 
  3  4 

Rc ,cal mean Rc ,mean Rb ,mean  Rs ,mean Rc ,cal min Rc ,min Rb*  R*s
Rc ,k OF Rc ,k
3  Rd  3  Rd  3 4  Rd  4  Rd  4

85

Rekenwaarde van de weerstand

N N berekende N gecalibreerde 1 karakteristieke 1 reken-


CPT waarden waarden waarde waarde
resultaten Rb,i en Rs,i Rb,cal,i en Rs,cal,i Rb,k + Rs,k = Rc,k Rb,d + Rs,d = Rc,d

Rd  b s

berekeningsmethode kans op ongunstige afwijkingen


v/d reële weerstanden
betrouwbaarheid v/h model : t.o.v. de karakteristieke waarden :
modelfactor weerstandsfactoren

stijfheid v/d structuur,


uitgebreidheid v/h grondonderzoek,
spreiding v/d grondkarakteristieken :
correlatiefactor

86
Rekenwaarde van de weerstand

Rc,d = Rb,k / b + Rs,k / s

garantie op de kwaliteit van de uitvoering van de paal ?


--> goedgekeurd kwaliteitsplan --> uitvoeringscertificering

87

UGT Trekpalen
TOEPASSING van TREKPALEN en bijhorende ONTWERPSITUATIE in EC7
1. Structuren die evenwicht vinden onder bepaalde belastingscombinaties door
trek: STR/GEO ontwerpsituaties
• Masten
• Kademuren
• Landhoofden

2. Structuren onderworpen aan (water)drukken hoger dan hun gewicht:


UPL ontwerpsituaties
• Open toeritten
• Waterreservoirs
• Onderwaterbetonvloeren

88
UGT Trekpalen

OPTREDENDE MECHANISMEN
1. TREKWEERSTAND VAN DE INDIVIDUELE PAAL
De schachtweerstand van elke paal moet groter zijn dan de
optredende trek aan de paalkop

BEREKENING VAN HET


DRAAGVERMOGEN IN
TREK VAN ELKE
INDIVIDUELE PAAL:
SCHACHTWRIJVING

89

UGT Trekpalen

OPTREDENDE MECHANISMEN
2. GEWICHT VAN DE « UITGERUKTE MASSA » MOET TREK
WEERSTAAN
Het gewicht van de weerstandbiedende massa moet groter zijn dan
de optredende trek = criterium kluitgewicht

BEREKENING VAN
HET EVENWICHT
TUSSEN DE
OPTREDENDE TREK
EN HET GEWICHT
VAN DE BETROKKEN
GRONDMASSA
90
UGT Trekpalen

1 TREKWEERSTAND VAN DE INDIVIDUELE PAAL


1. De trek van een bovengelegen deel van de
paal vermindert de korrelspanning dus ook
de wrijving op ondergelegen deel van de paal

De wrijvingsweerstand in trek is kleiner


dan de wrijvingsweerstand in druk
’v Neem hiervoor factor 1,25

’h

91

UGT Trekpalen

1 TREKWEERSTAND VAN DE INDIVIDUELE PAAL


2. Bij alternerende belastingen druk-trek, stelt
men een verlaging van de wrijvingsweerstand
tov situatie met uitsluitend trek of druk vast.

Belasting kan > 0 en vervolgens < 0


Omkering van de hoofdspanningen
veroorzaakt altijd ongunstige effecten
(herschikken korrels, « vermoeiing »…)
’h
Controleer of belastingswisseling
optreedt in GGT en voer in dit geval
nog een bijkomende factor in tov
statische wrijving 92
Neem hiervoor factor 1,33
UGT Trekpalen
1 TREKWEERSTAND VAN DE INDIVIDUELE PAAL:
REKENREGEL ter BEPALING VAN Rk
1 Check of de karakteristieke waarden van de
belastingscombinaties permanent trek of alternerend
druk-trek kan zijn
! Indien twijfelgeval: evalueer aandachtig de
combinaties, inachtname « zeldzaam, frequent… »
2 Bereken schachtwrijving volgens methode en
coëfficiënten voor drukpalen en corrigeer
1 Bij niet alternerende belasting:
Rktrek = s/(1.25) *qc / s * X
2 Bij alternerende belasting:
93
Rktrek =  s / ((1.25) *1.33) * qc / s * X

UGT Trekpalen
2 KLUITGEWICHT
Verhinderen dat de paal samen met een volume grond uit de
omgevende grond wordt getrokken.

94
UGT Trekpalen

Rd = 1,4
95

(Nog) niet opgenomen in de richtlijnen :

• controle van het funderingselement op zich


volgens Eurocode 2 voor betonnen palen,
Eurocode 3 voor stalen palen
• controle van de zettingen
• belastingen, andere dan axiale druk en trek
• draagvermogen van paalgroepen
• draagvermogen van “piled raft foundations”
• controle op doorponsen slappere grondlagen
96
Voorbeeld
Projectgegevens :

‰ Oppervlakte : 20 x 45 m²
‰ Palen diameter 50cm: boorpalen, heipalen, schroefpalen, CFA met betondruk
‰ Grondonderzoek :
3 elektrische CPT's, verdeeld over de oppervlakte van het gebouw
‰ Uitgraving na uitvoering grondonderzoek : 1 m

‰ Vertikaal: P = 1000kN; Q = 750kN (kantoorbelasting)


‰ Horizontaal: H = 100kN (wind)
‰ Moment: M = 800kNm (wind)

97

Voorbeeld
Belasting volgens eurocode:
‰ Rekening houden met 10cm mogelijke excentriciteit per paal
‰ Partiële combinatiefactoren 0 (0.7 voor wind- en kantoorbelasting)
‰ Fundamentele belastingscombinatie: maximale axiale belasting:
DA1/1:
kantoorbelasting: Nmax.1 = 1.35x1000kN/2 + 1.5x750kN/2 + 1.5x0.7(800kNm/1.3m) = 1884kN
windbelasting: Nmax.2 = 1.35x1000kN/2 + 1.5x(800kNm/1.3m) + 1.5x0.7x750kN/2 = 1992kN
DA1/2
kantoorbelasting: Nmax.1 = 1x1000kN/2 + 1.1x750kN/2 + 1.1x0.7(800kNm/1.3m) = 1386kN
windbelasting: Nmax.2 = 1x1000kN/2 + 1.1x(800kNm/1.3m) + 1.1x0.7x750kN/2 = 1466kN
‰ Fundamentele belastingscombinatie: minimale axiale belasting:
DA1/1
windbelasting: Nmin = 1x1000kN/2 - 1.5x(800kNm/1.3m) = -423kN
DA1/2
windbelasting: Nmin = 1x1000kN/2 - 1.1x(800kNm/1.3m) = -177kN

Belasting volgens globale veiligheid:


‰ maximale axiale belasting:
Nmax = 1000kN/2 + 750kN/2 + 800kNm/1.5m = 1408kN
‰ minimale axiale belasting:
Nmin = 1000kN/2 - 800kNm/1.5m = -33kN
98
Voorbeeld

CPT 1 qc (MPa) CPT 2 qc (MPa) CPT 3 qc (MPa)

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30
0 0 0

1 1 1

2 2 2

3 leem 3 leem 3 leem

4 4 4

5 5 5

6 6 6

7 7 7
zandh. klei zandh. klei
zandh. klei
8 8 8

9 9 9

10 10 10

11 11 11
zand
12 12 12

13 13 13
zand
14 14 14
zand
15 15 15

16 16 16

17 17 17

18 18 18

diepte (m) diepte (m) diepte (m)

99

Voorbeeld
Puntweerstand van 1 paal :

Rb = b * b * *  * Ab * qb

Berekening van qb :
- methode De Beer
- indien mechanische CPT : conversiefactor toepassen
--> n.v.t. voor dit voorbeeld
- in te voeren paaldiameter : 0,5m
- indien meer qc-waarden beschikbaar dan één per 20 cm : neem het
gemiddelde van 10 cm boven en 10 cm onder het beschouwde peil
- gezien Db,eq geen veelvoud is van 20 cm : bereken qb voor Db,eq = 0.20 m
en voor Db,eq = 0.40 m en interpoleer

100
Voorbeeld

Puntweerstand van 1 paal :

Rb = b * b * *  * Ab * qb
Ab = 0.1963 m²

 = 1.00 (geen verbrede voet)

= 1.00 (cirkelvormige paal)

b = 1.00 (geen tertiaire klei)

b = 1.00 (heipalen)
0.70 (schroefpalen)
0.50 (CFA met overdruk)
0.50 (boorpalen)

101

• ir Paul Meireman Basiscursus paalfunderingen 13/12/2010

Voorbeeld
cpt1 cpt2 cpt3

102
Wrijvingsweerstand van 1 paal :

Rs = s *  (s,i * hi * qs,i)

Berekening van qs,i :


- qs,i = *p,i * qc,i met max. waarde voor qs,i
- o.b.v. gemiddelde qc,i over de laag (of individuele waarden)
- enkel lagen met qc  1 MPa in rekening brengen
- enkel lagen die relevant zijn, in rekening brengen

hi = 0.20 m *p of qs Rf*
Grondsoort qc (MPa)
(-) (MPa) (%)
s,i = 1.00 (hei en schroef) Klei 1 – 4.5 *p = 1/30 3–6 %
0.60 (CFA met overdruk)
0.50 (boorpaal)
> 4.5 qs = 0.150
Leem 1-6 *p = 1/60 2–3 %
s =
* 0.5 m = 1.57 m >6 qs = 0.100
Zandhoudend 1 – 10 *p = 1/80 1-2 %
e klei/leem
of kleihoudend > 10 qs = 0.125
zand/leem
Zand 1 – 10 *p = 1/90 < 1 %103
10 – 20 qs = 0.110 + 0.004 * (qc – 10)
> 20 qs = 0.150

Voorbeeld
Ultieme weerstand van 1 paal :

•Rc = Rb + Rs

104
Voorbeeld
Totaal draagvermogen van 1 paal :

Rc = Rb + Rs

Calibratie van de rekenmethode :

Rc,cal = Rc / R,d

R,d = 1.00 heipalen


1.00 schroefpalen (met SLT) oude methode rapport 12
1.15 CFA (met SLT)
1.15 boorpalen

105

Voorbeeld
Gecalibreerde ultieme weerstand van 1 paal :

•Rc,cal = (Rb + Rs) / Rd

106
Voorbeeld
Karakteristieke waarde van het draagvermogen :

 R c,cal gemiddeld R c,cal min 


Sondeerdichtheid :  
R c,k min ; 

 3 4 

3 CPT's / 900 m² = 1 CPT / 300 m²
--> bepaling van 3 en  4
3 = 1.36
4 = 1.31
3

4

107

Voorbeeld
Karakteristieke waarde van het draagvermogen :

 R c,cal gemiddeld R c,cal  


R c,k min ; min

  3  4 

108
Voorbeeld

Rekenwaarde van het draagvermogen :


(combinatie 2)

Rc,d = Rb,k / b + Rs,k / s

Rcd > Fd = 1466kN


Combinatie 1 Combinatie 2
Zonder Met Zonder Met
Groep van kwaliteits- kwaliteits- kwaliteits- kwaliteits-
paaltypes garantie garantie garantie garantie

b s b s b s b s
Geheide en 1.00 1.00 1.00 1.00 1.35 1.35 1.35 1.35
ingeperste palen
Schroefpalen 1.00 1.00 1.00 1.00 1.45 1.35 1.35 1.35
CFA-palen 1.10 1.00 1.00 1.00 1.50 1.35 1.35 1.35
Boorpalen 1.20 1.00 1.00 1.00 1.65 1.35 1.35 1.35

109

Conclusies NAD
NAD:
Veranderlijke veiligheden in functie van paaltype, sondeerdichtheid,
kwaliteitscontrole: (50% veranderlijk, 50% permanente belasting)
Æ f x Rd x 3of4 x (b & s)

Heipalen, sondeerdichtheid 1/10m², >10palen per zool:


1,62 op gemiddelde en 1,42 op minimum

Schroefpalen, sondeerdichtheid 1/100m², 4 palen per zool, kwaliteitscontrole en SLT


beschikbaar:
1,72 op gemiddelde en 1,60 op minimum

Schroefpalen, sondeerdichtheid 1/100m², 4 palen per zool, geen kwaliteitscontrole en SLT


beschikbaar:
2,22 op gemiddelde en 2,07 op minimum

CFA palen , sondeerdichtheid 1/1000m², 2 palen per zool, geen kwaliteitscontrole en SLT
beschikbaar
2,83 op gemiddelde en op minimum
110
Voorbeeld in heterogene gronden

111

GGT van paalfunderingen in EC7-1


GGT-nazicht van paalfunderingen wordt slechts summier behandeld :

• §7.6.4.1(1) Vertical displacements under serviceability limit state conditions shall be


assessed and checked against the requirements given in 2.4.8 and 2.4.9”
• §7.6.4.1 NOTE For piles bearing in medium-to-dense soils and for tension piles, the safety
requirements for the ultimate limit state design are normally sufficient to prevent a serviceability
limit state in the supported structure.
• §7.6.4.2 (for compression piles) NOTE When the pile toe is placed in a medium-dense or firm layer
overlying rock or very hard soil, the partial safety factors for ultimate limit state conditions are
normally sufficient to satisfy serviceability limit state conditions.”
• §7.6.4.2 (2) Assessment of settlements shall include both the settlement of individual
piles and the settlement due to group action.”
• §7.6.4.2 (4) When no load results are available for an analysis of the interaction of the
piles foundation with the superstructure, the load-settlement performance of
individual piles should be assessed on empirically established safe assumptions.”
• §7.6.4.3 (for tension piles) NOTE Particular attention should be paid to the elongation
of the pile material.”
112
Database 1
(F. De Cock, 2001)

27 screw piles
p
Period 1970
70-
700-2000

Pile type Shaft bearing Shaft+end End bearing


bearing
Atlas 0.5 - 0.75 % 0.75 – 1.50 % 1.5 – 1.75 %
Fundex No data 0.75 – 1.0 % 0.75 – 1.25 %
Omega 0.5 – 0.75 % No data 2.0 – 2.5 % *

Note
ote : normalised vers
versus
Qu=Qasymptotic

•113

20 p
piles in sand ((Limelette
e a.o.
o.)
Database 2 16 piles
p in clay
y ((SKW
W a.o.
o)
o.
(BBRI) Period 2003
03-
033-2007

Clay - All piles Sand - All piles


120 120

100 C1 100 S1
C2 S2
S3
Q/Q_s0=10%Db,eq (%)

C3
Q/Q_s0=10%Db,eq (%)

80 C4 80 S4
C5 S12
C6 S13
C7 S14
60 60 S15
C8 S16
C9 S17
C10 S18
40 C11 40 S19
C12 S20
C13 S26
C14 S27
20 C15 20 S28
C16 S29
S30
S31
0 0 S32
0 2 4 6 8 10 12 14 0 2 4 6 8 10 12 14
s0/Db,eq (%) s0/Db,eq (%)

Pile type Shaft bearing End bearing


Driven Precast concrete 0.5 – 0.75 % 1.0 – 2.0 %
Screw piles 0.5 – 1.0 % No data 0.75 – 1.5 % 114
Bored and CFA 0.5 % bentonite 0.5 – 1.5 % *
1.0 – 1.5% casing
Zettingen van enkelvoudige palen
Berekening via dimensieloze mobilisatie-curven

Cf. NEN 9997 – drukpalen

1 heipalen 115
2 avegaarpalen
3 boorpalen

Horizontale belasting
Paalkopmomenten

116
Horizontale belastingen en paalkopmomenten
HORIZONTALE UITWENDIG
KRACHT MOMENT

MPAAL passieve MPAAL


weerstand

uitwendige krachten

Aanvulling of asymmetrische
bovenbelasting

Grondverplaatsingen
Zie cursus gevorderden

117

Horizontale belastingen en paalkopmomenten


HORIZONTALE UITWENDIG
KRACHT MOMENT

MPAAL passieve MPAAL


weerstand

Onderscheid tussen

Paalkop Paalkop
rotatief ingeklemd

Excentriciteit axiale belasting:


118
Extra
Aanpassing axiale
excentriciteitsmoment
belasting in palen
in paal
Horizontale belastingen en paalkopmomenten
Hoe snedekrachten voor een individuele paal afkomstig van uitwendige krachten berekenen ?

Verend ondersteunende ligger (Msheet, Rido, enz)


passieve weerstand = formules Brinch Hansen
veerkonstante = formules Menard (één stijfheid)
(zie cursus gevorderden)

API standaard: P-y curves


stijfheid afhankelijk van verplaatsing
(zie cursus gevorderden)

Palen in elastisch medium (grafieken NEN)


119

Horizontale belastingen
Palen in elastisch medium (grafieken NEN)

In Belgische gronden, vnl kolom 2 en 3


(khD = 3qc)

paaldiameters<0.7m

“normale” belastingen (elastisch


medium)

Opgelet bij “korte” palen

•120
UGT Horizontalebelasting
Hoe snedekrachten voor een individuele paal afkomstig van uitwendige krachten berekenen ?

Paalkop rotatief:
paal is niet ingeklemd in een stijver structuurelement, paal vormt voor de
structuur een stijf punt.
paal belast door horizontale belasting en momentbelasting aan de paalkop
momenten vanuit de structuur worden opgenomen als moment in de paalkop
excentriciteit van axiale belasting niet vergeten (0.1m x axiale belasting)
klei 1MPa

horizontale belasting H
0 50 100 150 200 250
0

50

100

moment M 150

200 Msheet (water 0m)


Msheet water -10m
250 NEN grafieken
300

350

400

450

klei 1MPa, interne wrijvingshoek 20°, cohesie 5kPa, limietdruk


121
qc/3=0.33MPa,
Emenard = 2.5xqc = 2.5MPa
Formule NEN: 2.1 x H x D

UGT Horizontalebelasting
Hoe snedekrachten voor een individuele paal afkomstig van uitwendige krachten berekenen ?

Paalkop rotatief:
paal is niet ingeklemd in een stijver structuurelement, paal vormt voor de
structuur een stijf punt.
paal belast door horizontale belasting en momentbelasting aan de paalkop
momenten vanuit de structuur worden opgenomen als moment in de paalkop
excentriciteit (0.1m x axiale belasting)
zand 10MPa

H
0 50 100 150 200 250
0

50

100

150

200 Msheet water 0m


M

Msheet water -10m


250 NEN grafieken

300

350

400

450

122
Zand 10MPa, interne wrijvingshoek 32°, limietdruk qc/9=1.1MPa,
Emenard = qc = 10MPa
Formule NEN: 1.2 x H x D
UGT Horizontalebelasting
Hoe snedekrachten voor een individuele paal afkomstig van uitwendige krachten berekenen ?
ingeklemd:
paal is verankerd in een veel stijvere zool of plaat.
paal belast door horizontale belasting Æ horizontale belasting veroorzaakt
inklemmingsmoment
momenten vanuit de structuur worden opgenomen als druk-trek in de palen
excentriciteit palen geeft herverdeling belasting, geen moment in de palen
klei 1MPa

H
0 50 100 150 200 250
0

50

100

150 Msheet kopmoment water 0m


Msheet buikmoment water 0m
200 Msheet kopmoment water -10m
M

250 Msheet buikmoment water -10m


NEN kopmoment
300 NEN buikmoment
350

400

450

klei 1MPa, interne wrijvingshoek 20°, cohesie 5kPa, limietdruk 123


qc/3=0.33MPa, Emenard = 2.5xqc = 2.5MPa
Formule NEN: kopmoment 3.3 x H x D
buikmoment 0.7 x H x D

UGT Horizontalebelasting
Hoe snedekrachten voor een individuele paal afkomstig van uitwendige krachten berekenen ?
ingeklemd:
paal is verankerd in een veel stijvere zool of plaat.
paal belast door horizontale belasting Æ horizontale belasting veroorzaakt
inklemmingsmoment
momenten vanuit de structuur worden opgenomen als druk-trek in de palen
excentriciteit palen geeft herverdeling belasting, geen moment in de palen

zand 10MPa

H
0 50 100 150 200 250
0

50

100
Msheet kopmoment water 0m
Msheet buikmoment water 0m
150
Msheet kopmoment water -10m
M

Msheet buikmoment water -10m


200
NEN kopmoment
NEN buikmoment
250

300

350

zand 10MPa, interne wrijvingshoek 32°, limietdruk qc/9=1.1MPa, 124


Emenard = 1xqc = 10MPa
Formule NEN: kopmoment 1.9 x H x D
buikmoment 0.4 x H x D
Structureel draagvermogen

125

UGT organisch

Bepaling van het organisch draagvermogen van een paal

Voorr betonpalen
p en:
Betonnorm m NBN EN 199292-
2-1
-1-
1--1
Uitvoeringsnorm
Uit
tvoeringsnormm NBN
NBNN EN 153636 en N
NBN EN 12699 9
(uitvoeringsnormenn boorpalenn en
n verdringingspalen
en)
en

<-> vroegere
<-> e bestekken
en: STS21 en TB104
Pd f cd  As 14 Aa 
f ck cub
f cd 
5

126
UGT organisch

Eurocode 2 en uitvoeringsnormen: Randvoorwaarden:


voor in de grond gevormde palen zonder permanente casing bijkomende partiële
veiligheidsfactor (1.1) op druksterkte beton.
voor in de grond gevormde palen zonder permanente casing rekendiameter 0.95 x de
nominale boordiameter.
vermindering diameter minimaal 20mm en maximaal 50mm.
nominale betondekking bedraagt minimaal 50mm bij wapening geplaatst in boorbuis
en 75mm bij achteraf geplaatste wapening; 40mm bij permanente voerbuis
minimum wapening:
0.5% van de betonsectie voor palen <0.5m³ ÅÆ betonnen kolommen 0.3%
2500mm² voor palen 0.5m²<x<1m²
0.25% van de betonsectie voor palen > 1m³
(aangepast in voorstel NAD NBN EN 1992-1-1: 0,8% van betonsectie: NEN = 0.3%)
tussenafstand langswapening min 100mm en max 400mm, mag tot 80mm indien
kleine aggregaten gebruikt worden.
diameter wapening beugels minimum 1/4 van diameter langswapening
ronde sectie minimum 4 staven 12mm (uitvoeringsnormen);
(NBN EN 1992-1-1: minimum 6 staven 12mm; max tussenafstand 200mm ??) 127
Lange termijn betoncoëfficiënt: 0,85 (NEN = 1)

UGT organisch

Eurocode 2 en uitvoeringsnormen: toegelaten betondruk:


fcd 1 0 .85 fck
Toegelaten betondrukspanning: fc adm
 F  F 1.1  c .beton

Toegelaten staalspanning: f yd 1 f yk
f y adm
F  F  c . staal
rekenwaarde diameter ! (0.95x nominale diameter)

fck = 25MPa, 30MPa of 35MPa voor resp C25/30, C30/37 of C35/45


f = 1.35 tot 1.5 i.f.v. belasting
c.staal = 1.15
c.beton Normale Accidentele beton fc adm
belasting belasting
Gevolgde keuring in fabriek 1.3 1.15
C25/30 9,2
Gevolgde keuring op 1.4 1.2 C30/37 11,0
bouwplaats C35/45 12,9
Eigen keuring 1.5 1.3
Verminderde keuring 1.6 1.4 f = 1.4 128
c beton = 1.5
UGT organisch

Eurocode 2 en uitvoeringsnormen: vb toegelaten betondruk:


Paaldiameter 420mm, (paalsectie 138544mm²)
wapening 5 staven 16mm (=1005mm² > 0.5% betonsectie = 693mm²),
beton C25/30, standaard keuringsmethode (Benor),
belasting 70% permanent, 30% variabel

Eurocode:
1 0 .85 fck 1 0 .85 25MPa
« toegelaten » betondrukspanning fc adm 9 .23MPa
 F 1 .1  c .beton 0 .7 1 .35  0 .3 1 .5 1 .1 1 .5
Rekenwaarde diameter: 0.95x420mm=399mm,

Rekenwaarde betonsectie: Abd = 125036mm² - 1005mm² = 124031mm²

Toegelaten belasting: 1457kN

f ck cub
TB104 index 21: Pd  As  14 Aa  = 916kN (63% eurocode)
5
129

UGT organisch

Eurocode 2 en uitvoeringsnormen: berekening langswapening:

Website:
www.alashki.com

Opgelet:

Voor in de grond gevormde


palen:
c = 1.1x1.5=1.65

130
UGT organisch

Eurocode 2 en uitvoeringsnormen: berekening dwarskracht wapening:


Nauwkeurige methode: (artikel cement 2006 blz 72-76, thesis Nathan Persyn secanspalen)
D" 4 rs 
nuttige hoogte d1 1  r  0.637 rs
2 !
D 

betonsectie boven zwaartepunt trekwapening


"
 4 rs
Av r 2    sin  cos   met sin 
! 2  2
r
weerstandbiedende dwarskracht zonder beugelwapening

" " 200  0.5 Asl N 


VRd 1 0.12 1  3 100 f ck MPa  0.15 Sd  Av
d1  Av Ac 
! ! 

controle drukschoren:
 $ f A
VRd max cw 1 cd v
cot #   tan # 

131

Tekeningen overgenomen uit thesis Nathan Persyn “Studie naar rekentechnische aspecten van betonnen palenwand”

UGT organisch

Eurocode 2 en uitvoeringsnormen: berekening dwarskracht wapening:


Nauwkeurige methode: (artikel cement 2006 blz 72-76)

Asvh
VSd  k s
p
nodige sectie spiraal:
Av
Schoorhoek %&' 0.9 f yd
r

nodige wapening spiraal: Asvh


VSd  k s
p
Av
Schoorhoek # 0.9 f yd cot # 
r

1
met ks
p
1 ( 0.225
r
p = spoed spiraal
Asvh = staaldoorsnede spiraalbeugel 132

Tekeningen overgenomen uit thesis Nathan Persyn “Studie naar rekentechnische aspecten van betonnen palenwand”
UGT organisch

Eurocode 2 en uitvoeringsnormen: berekening dwarskracht wapening:


Nauwkeurige methode: (artikel cement 2006 blz 72-76)

Minimum staalsectie spiraal ter voorkoming van brosse breuk

k s r p 0.25 f ctk 0.95 


Asvh. min
f yd 2.5

133

Tekeningen overgenomen uit thesis Nathan Persyn “Studie naar rekentechnische aspecten van betonnen palenwand”

UGT organisch: kopwapening


Uitvoeringsnormen EN12699: verdringingspalen

134
Werftopics

135

Uitvoering

In de grond gevormde grondverdringende palen

136
cu = qc/15
Uitvoering
Werf 3 palen
Paaltype Aantal dagen
3D Atlaspalen/Omegapalen 3
boorpalen 30m/dag
Franki palen met verbrede voet 3
(schacht in vloeibare beton)
heipalen (igg) 3
geschroefde kokerpalen 1
geheide kokerpalen 1
micropalen var
prefab 1

Grondverdringende IGG palen mogen op dezelfde dag gemaakt worden indien tussenafstand > 6D
137

Uitvoering

138
Type palen ?
Werkterrein
Vlak, stabiel en berijdbaar met betonmixers

139

Werkterrein
Stabiel terrein, rendement ?

140
Werkterrein
Nooit risico onderschatten

141

Werkterrein

142
Werforganisatie

143

Palen snellen

na snellen verwijderen losse stukken m.b.v. compressor

controle op loszittende brokken (hamer)


144
kopwapening vermijden (paalbreuk onder de kopwapening)
Palen snellen

145

Palen snellen: recepieux

146
Akoestische integriteitsmeting

• akoestische doormeting van de paal.

147

Akoestische integriteitsmeting

148
Akoestische integriteitsmeting

Toepassingsgebied:
• controle aanzetpeil (10% nauwkeurigheid)
• controle integriteit van de paal (breuken,
insnoeringen, uitstulpingen) : niet altijd 100
% vertrouwbaar voor igg palen.

149

Bleeding palen
Bleeding toevoer water vanuit ondergrond door vers beton
Æ Beperkte bleeding (liters per uur): invloed beperkt

150
Bleeding palen
Bleeding toevoer water vanuit ondergrond door vers beton
Æ grote bleeding (liters per minuut): beton uitgespoeld

151

Bleeding palen
Bleeding toevoer water vanuit ondergrond door vers beton
Æ grote bleeding (liters per minuut): beton uitgespoeld

152
Bleeding palen
Bleeding toevoer water vanuit ondergrond door vers beton
Æ grote bleeding (liters per minuut): beton uitgespoeld

153

vragen

154

You might also like