You are on page 1of 1

Opdrachtenblad A: Verbind het juiste begrip met de juiste betekenis.

1. Au bain marie A Een voedingsmiddel in kokend water gaar laten worden.

2. Paneren B Een mengsel van wijn of azijn met kruiden gebruiken om vlees in
te wrijven en daardoor meer smaak aan het voedsel te geven.

3. Flamberen C Heetwaterbad waarin je eten klaarmaakt of warm houdt.

4. Bakken D Het vlees is lichtroze en geeft nog wat weerstand, zoals het
puntje van de neus.

5. Koken E Het bakken van fijngesneden uien of groente tot ze licht bruin
zijn.

6. Marineren F Iets gaar laten worden in heet vet.

7. Fileren G een voedingsmiddel eerst door geklopt eiwit en dan door


paneermeel halen.

8. Roerbakken H Heel kort bakken van groenten of vlees terwijl je blijft roeren.

9. à point I Gerechten onder de grill van een gebakken korstje voorzien. Bv.
kaas

10. Larderen J Vlees of vis zachtjes laten gaar worden in het kooknat.

11. Gratineren K In brand steken van een vloeistof met een hoog alcoholgehalte
om de alcohol te laten vervliegen en alleen de geur en de smaak
te behouden.

12. Fruiten L Voedingsmiddelen in een beetje water op een hoog vuur tot het
kookpunt brengen en daarna op een laag vuurtje laten gaar
worden.

13. Stoven M het snijden van vis of vlees zodat er een graat of botloos stuk
ontstaat.

14. Pocheren N Het doorprikken van vlees met fijne reepjes spek om het
gerecht sappiger en smakelijker te maken.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

You might also like