You are on page 1of 14

Het Limburgse Dialect

In hoeverre verschilt het Limburgse dialect van het Algemeen Beschaafd


Nederlands?

Martha Leezenberg, Fedra Tiggeler & Noortje van der Horst


K. Johnsson

5 februari 2020
Inhoudsopgave

Inleiding 3
Theoretisch kader 4
Hoofd- en deelvragen 5
Deelvraag 1 6
Deelvraag 2 7
Deelvraag 3 8
Deelvraag 4 9
Conclusie 10
Reflectie 11
Logboek 12
Literatuur (bronnen) 13

2
Inleiding
Voor deze opdracht hebben we onderzoek gedaan naar de verschillen tussen het Limburgs
dialect en het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). Hoe is het Limburgs gevormd (of:
wat zijn de belangrijkste kenmerken van het Limburgs), en wat is de verhouding tussen het
Limburgs en het ABN?
We hebben gekozen voor het Limburgs omdat we daar een aantal vragen over hadden,
zoals bijvoorbeeld of het Limburgs een taal of een dialect is. Limburg is de meest zuidelijke
provincie van Nederland en grenst daardoor aan verschillende landen. Ook daarom wilden
we kijken naar het Limburgs, bijvoorbeeld om te zien of er invloeden zijn van het Duits of
Vlaams. Ook waren we benieuwd hoe populair het Limburgs is, dus of het nog altijd veel
wordt gesproken en geschreven.

3
Theoretisch kader
Aangezien ons onderzoek over het Limburgse dialect gaat, zal ik de achtergrond van
dialecten en taal en hun relatie tot elkaar verder toelichten. 
Een dialect definieert zich als een streektaal onder een officiële taal. In Nederland is dat dus
een streektaal die zich onder Algemeen Beschaafd Nederlands bevindt. Het Algemeen
Beschaafd Nederlands wordt in de eerste deelvraag verder toegelicht. 
Er zijn geen vaste criteria waar je een dialect aan toe kan rekenen. Dit maakt het in
sommige gevallen ook moeilijk om vast te stellen of een bepaalde manier van praten in een
streek meteen een dialect is, maar toegerekend kan worden aan “regionale
eigenaardigheden” en dus in de meeste gevallen niet eens een naam heeft. Zo worden
variaties op het Nederlands niet meteen buiten het Standaardnederlands gerekend.
(Wikipedia)

Ook zijn er in het Limburgs verschillende redenen aan te duiden waarom hun spelling
verschilt van het Standaardnederlands. In de derde deelvraag spreken wij over twee
principes: het woordisolerend principe en het economisch principe. Het woordisolerend
principe gaat over hoe woorden niet alleen in spreektaal, maar ook in schrijftaal worden
samengevoegd. Soms moeten die woorden in een tekst weer uit elkaar gehaald worden,
zodat ze beter te begrijpen zijn. In het dagelijks gesproken Limburg hoor je dit heel
regelmatig gebeuren. (dr. Pierre Bakkes, dr. Herman Crompvoets, Jan Notten, drs. Frans
Walraven, 2003) 
Het tweede principe, het economisch principe, stelt vast dat woorden naar uitspraak
geschreven worden, en dat overbodige letters etc. weggelaten worden. De spelling van de
woorden moet het uitspreken van de tekst zo makkelijk mogelijk maken. Daarom sluiten
deze principes ook mooi bij elkaar aan: ze willen allebei de uitspraak in het Limburgs zo veel
mogelijk versimpelen.

Ook is er nog een verschil tussen streektaal en dialect. Ook al worden deze twee termen in
woordenboeken als hetzelfde gedefinieerd, zijn ze toch twee verschillende dingen. Een
streektaal is namelijk een dialect wat officieel erkend wordt. Veel andere dialecten die in
Nederland gesproken worden, wensen dan ook officieel erkend te worden. Het Limburgs is
wel een streektaal. (Marc van Oostendorp, 2012). 

4
Hoofd- en Deelvragen

Onze hoofdvraag is: In hoeverre verschilt het Limburgse dialect van het Algemeen
Beschaafd Nederlands?

Die gaan wij behandelen met behulp van deze deelvragen:


1. Wat verstaat men onder Algemeen Beschaafd Nederlands?
2. Welke factoren beïnvloed(d)en het Limburgse dialect?
3. In hoeverre verschilt het woordgebruik van het Limburgs dialect in vergelijking tot
Nederlands?
4. Hoe aanwezig is het Limburgs in Limburg?

5
Deelvraag 1: Wat verstaat men onder Algemeen Beschaafd Nederlands?

Algemeen Beschaafd Nederlands, oftewel Standaardnederlands, is de gestandaardiseerde


variant van het Nederlands die op scholen wordt gegeven, en die door autoriteiten en media
in meerdere Nederlandstalige landen gesproken. Tot de jaren zeventig werd officieel de
benaming ABN gebruikt, de afkorting van Algemeen Beschaafd Nederlands. Tussen
ongeveer 1970 en nu wordt de benaming Algemeen Nederlands (AN) gebruikt. Dit is om de
verwarring tegen te gaan dat mensen die andere varianten van Nederlands praten niet
beschaafd zouden zijn. (Wikipedia).

Laten we beginnen bij de oorsprong van onze taal. Het Nederlands is universeel bekend één
van de Germaanse talen. Het Germaans is het eindproduct van het samenkomen van
meerdere talen: het Duits, het Engels, het Fries, de Scandinavische talen en het Gotisch.
Rond het begin van de jaartelling werd Nederland door de Germanen gekoloniseerd. Toen
sprak men hier dus Germaans. Na de volksverhuizingen zijn uit de Germaanse dialecten
aparte talen ontstaan, waaronder het Oudnederlands. Maar: er kon pas echt over het
Nederlands zoals we dat nu kunnen praten, toen er woorden verschenen die duidelijk
Nederlandse kenmerken hadden. Het Nederlands is dus ongeveer 1500 jaar oud. (Tolk- en
Vertaalcentrum Nederland).

Het Limburgs is een Nederfrankische West-Germaanse taal. Dat zorgt er dus voor dat in het
Limburgs veel Duitse kenmerken te vinden en te horen zijn. Dit wordt noch nader behandeld
in de volgende deelvraag.

Eén van de oudste Nederlandse gevonden teksten ooit is 'Hebban olla vogala nestas
hagunnan hinase hic anda thu'. Het is een romantisch getint zinnetje, die de vraag stelt dat
sinds de vogels bezig zijn hun nesten aan het bouwen, dat jij en ik (verwijzend naar de
schrijver en zijn geliefde) dat ook maar niet eens zouden moeten doen. Veel mensen
noemen dit dé oudste Nederlandse tekst ooit gevonden, maar dit blijkt na nader onderzoek
toch niet te kloppen. Het ironische aan deze tekst is dat het een krabbel van een Vlaamse
monnik was om zijn nieuwe pen uit te testen tijdens het kopiëren, wat het zinnetje daarmee
eigenlijk een Vlaamse tekst maakt. Maar het aparte is dat monniken toendertijd strikt
celibaat moesten blijven, dus dat een monnik zoiets romantisch zou opschrijven is wel wat
opmerkelijk.
Het feit dat deze tekst dus een Vlaamse achtergrond heeft sluit ook weer ook mooi aan bij
ons onderzoek, aangezien we het over het ontstaan van het Limburgse dialect hebben, en
Limburgs een variant van het Vlaams is. Die twee talen zijn dus verwant aan elkaar.

Onder Algemeen Beschaafd Nederlands verstaan wij dus de gestandaardiseerde versie van
het Nederlands die op scholen wordt gegeven en die in Nederlandstalige landen de
invoertaal is.
Nederlands vindt zijn oorsprong bij het Germaans, waardoor het Limburgs veel Duitse
kenmerken heeft.
Veel oude “Nederlandse” teksten vinden hun achtergrond in het Vlaams.

6
Deelvraag 2: Welke factoren beïnvloed(d)en het Limburgse dialect?

Het Limburgs werd voor het eerst opgeschreven in 1170, door de dichter Hendrik van
Veldeke. Van Veldeke heeft ook veel Duits literair werk geschreven. De Duitse taal is
hoorbaar ook een invloed op het Limburgs dialect geweest. Het Limburgs diende vroeger als
overgang taal tussen Nederlands Limburg, Belgisch Limburg en het Duitse grensgebied.
Hedendaags
wordt in deze regio’s nog steeds het dialect gesproken. (Wikipedia-bijdragers, 2020)

Het Limburgs wordt gesproken in Nederlands Limburg, Belgisch Limburg en het grensgebied
in Duitsland. Het Vlaams en Duits is dan ook een grote invloed geweest voor de vorming van
het Limburgs.

Het gesproken Limburgs is dus vergelijkbaar met het Duits. De “ich” en “ts” is beide
kenmerkend voor het dialect evenals het Duits. Tegenwoordig is het Limburgse dialect, maar
vooral het Nederlands, geëvolueerd waardoor het Duits en Nederlands steeds minder
overeenkomende woorden hebben. Ondanks de vele overeenkomsten in schrijfstijl en
klanken tussen het Duits en Limburgs zouden ze onderling niet met elkaar kunnen spreken
zonder enige kennis te hebben van de woordenschat van elkanders taal. Voorheen kwamen
het Duits en bovenal het Limburgs nog erg overeen. Het Limburgse dialect dat in de Duitse
grensgebieden werd gesproken is sinds de 19 e eeuw gedateerd en heeft zich eigenlijk meer
gevormd tot een Duits dialect.

Het Vlaams Limburgs en Nederlands Limburgs heeft op het moment meer overeenkomsten.
De twee vormen van het dialect lijken tot de dag van vandaag bijna identiek op elkaar. Het
Vlaams Limburgs is dus minder beïnvloed geweest door het Vlaams. Wel is het dialect
veranderd door het Brabantse dialect, rondom de Vlaamse grensgebieden met Brabant.
Maar ook in Limburg zelf worden de aangrenzende gebieden met Brabant steeds meer
vervormd. Taalkundig gezien behoren deze vervorming tot het Brabants dialect, maar
worden praktisch gezien nog steeds beschouwd als Limburgs.

De kenmerkende Duitse klanken en het Vlaamse woordgebruik zijn allemaal te herkennen in


het Limburgs. Dit maakte het vroeger een overbruggende manier van communicatie. Het
dialect waterde in het Duitse grensgebied meer en meer af. Het Duits heeft dit dialect zo
beïnvloed dat in Duitsland zelf het dialect te beschouwen valt als een Duits dialect.
Het Vlaams Limburgs is door de grens met Brabant ook veranderd in bepaalde gebieden,
maar hier wordt het dialect nog het meeste en beste gesproken zoals in Limburg zelf.

7
Deelvraag 3: In hoeverre verschilt het woordgebruik van het Limburgs dialect in
vergelijking tot Nederlands?

Het Limburgs kan op bepaalde vlakken sterk verschillen van het, in onze ogen, normale
Nederlands. Vooral de uitspraak en woordenschat is uniek. Iets wat uniek is aan het
Limburgs is dat het een toontaal is. Dat houdt in dat de (klem)toon in een woord de
betekenis kan veranderen, waar dit dialect om bekend staat. Het Limburgs dialect werd op
20 januari 1997 erkend als een spreektaal. Sindsdien is het dialect op schriftelijk gebied
verder uitgewerkt tot ook een unieke, echter niet erkende, schrijftaal. (Gussenhoven, C., &
Peters, J.,2008).

In het geschreven Limburgse dialect wordt er veel gebruik gemaakt van leestekens. De rede
is dat de tonen een belangrijke rol spelen in dit dialect. Door leestekens te gebruiken weet
men, die het Limburgse dialect kan spreken, hoe het woord dient uitgesproken te worden.
De spelling voor het dialect is belangrijk voor de klanken, daarom is het schriftelijk gebruik
voor het Limburgs ook zo uniek en uitgebreid.

De grammatica en spelling van dit dialect is zo uitgebreid dat we niet alles kunnen
behandelen. Echter zijn er wel bepaalde principes en regels die de keuze van schrijfstijl en
grammatica kunnen verklaren. Ook maken deze principes het verbeelden en begrijpen van
een Limburgse tekst makkelijker. De spelling in de geschreven Limburgse taal gaat uit van
twee standaard principes. Dit zijn eerder richtlijnen dan eisen maar worden wel vaak
gehanteerd. Het eerste principe is het zogenaamde woordisolerend principe. Hierbij worden
woorden die in de spreektaal samengevoegd worden, ook in schriftelijk gebruik
samengevoegd. Denk hierbij aan “ook niet”, dat in het Limburgs wordt uitgesproken als
“onneet”.
Het tweede principe is het economisch principe. Dit principe wordt meer als standaard
gezien dan het woordisolerend principe. Hierbij is het belangrijk dat er traditiegetrouwen
wordt geschreven, evenals het gebruik van de klassieke leestekens. Overbodige letters,
zoals een dubbele d in een geval van meervoud of verleden tijd, wordt niet geschreven.
Een woord moet naar klank en uitspraak worden geschreven. De spelling in combinatie met
de leestekens moeten het uitspreken van geschreven tekst zo makkelijk mogelijk maken.
(dr. Pierre Bakkes, dr. Herman Crompvoets, Jan Notten, drs. Frans Walraven, 2003)

Het Limburgs heeft een heel breed woordenschat en gebruiken weinig dezelfde woorden als
je die in de Van Dale zou vinden. Daarom is het moeilijk om woorden en daarom ook het
verschil in uitspraak te vergelijken. Toch zijn er opvallende verschillen te vinden tussen het
dialect en ABN. Iets wat namelijk niet in het ABN voorkomt is de invloed van klemtoon en de
uitspraak van een woord, dat de betekenis kan veranderen. Het Limburgs dialect heeft
namelijk woorden die schriftelijk identiek worden geschreven, maar door de klemtoon te
verplaatsen naar een andere letter of deel van een woord, een verandering van definitie
ondergaan.

Sommige woorden worden, naast herspeld en verschillend uitgesproken te worden, volledig


vervangen door een ander woord. Een paar opvallende uitspraken, die voor een onbekende
met het Limburgs dialect verwarrend kunnen zijn, zijn;
-beurs → portemonnee
-naar onder → naar beneden
-extra → express
-aanrijden → wegrijden
-inschudden → inschenken

8
Deelvraag 4: Hoe aanwezig in het Limburgs in Limburg?

Zoals Nederland verschillende dialecten heeft als bijvoorbeeld


Twents, Drents, Achterhoeks en Gronings onder de ‘hoofdtaal’
Nederlands, heeft de Nederlandse streektaal Limburgs dat ook.
Limburg heeft de dialecten Kleverlands, Mich-kwartier, Centraal-
Limburgs, Oost-Limburgs, Zuid-Oost Limburgs en Ripuarisch.
(Limburgse Dialecten, z.d.)

Het Limburgs heeft zijn eigen grammatica en heeft een sterk


leidende tonaliteit. Dat houdt in dat de uitspraak van woorden en
dus de tonen die je gebruikt, invloed hebben op de betekenis van
de woorden. De klanken van het Limburgs verschillen ook per regio
waar je bent. Hoe oostelijker je in Limburg bent, hoe meer Duitse
kenmerken de taal heeft en in Zuid-Limburg komen er veel Franse
taalkenmerken naar voren. (Y. Nafzger, 2017 en Wikipedia-
bijdragers, 2019)

Limburg bestaat uit twee delen: Nederlands Limburg en Belgisch Limburg. In beide gevallen
wordt Limburgs gesproken. Nederlands Limburg is de Nederlandse provincie Limburg en
Belgische Limburg is nu Oost-België. Volgens onderzoek blijkt dat van de 1.200.000
Nederlands Limburgers, gemiddeld 900.000 mensen dagelijks Limburgs spreken. De
bronnen hierover zijn niet helemaal duidelijk, andere bronnen geven bijvoorbeeld aan dat
750.000 Limburgers dagelijks Limburgs spreken.
(Taal in Nederlands:Limburgs, z.d.)

In 1997 is het Limburgs erkent als streektaal. Hierdoor sluit het zich aan bij het Fries en
Nedersaksisch, en in maart 2019 is het Limburgs opnieuw erkend. Een streektaal en dialect
zijn twee dezelfde dingen maar een belangrijk verschil is dat een streektaal een dialect is
met officiële erkenning. (J. Tiems, 2019 en F. Niehof, 2012)

Het Limburgs is erg aanwezig in de provincie, er is wel een verschil in hoe de overheid
omgaat met de taal. In Friesland merk je veel meer Fries in bijvoorbeeld het onderwijs in
tegenstelling tot Limburg: daar wordt het Limburgs niet als taal in het onderwijs gegeven.
Media maken wel gebruik van het Limburgs, het bekendste Limburgs dagblad,
televisiezender en radioprogramma L1mburg is daar een goed voorbeeld van. Het Limburgs
is een hele gangbare taal, als je naar de gemeente gaat voor je rijbewijs wordt er in het
Limburgs tegen je gesproken. Friesland is tweetalig en in Limburg is het Nederlands wel
echt de hoofdtaal, dat is bijvoorbeeld te zien aan dat de plaatsnaamborden in Friesland in
het Fries zijn en in Limburg in het Nederlands zijn. Limburgs is dus niet de hoofdtaal van
Limburg, maar wel een gebruikelijke taal in het dagelijks leven van Limburgers.
(S. Caelen, 2019)

9
Conclusie
Na afloop van ons literaire onderzoek konden we de hoofdvraag beantwoorden. Deze
luidde: in hoeverre verschilt het Limburgse dialect van het Algemeen Beschaafd
Nederlands?

Het literaire onderzoek heeft ons op de conclusie gebracht dat er veel verschillen zijn tussen
het Limbrugs en ABN. Het is daarom moeilijk om alle verschillen te behandelen. Wel hebben
we opvallende verschillen opgemerkt. Het Limburgs wijkt namelijk af van het Algemeen
Beschaafd Nederlands. Dit is de manier waarop wij afgesproken hebben onze taal te
spreken en gebruiken.

Het Limburgs heeft haar eigen unieke woordenschat. Naast het gebruiken van bestaande
Nederlandse woorden, en deze anders uit te spreken, heeft het ook compleet verschillende
woorden. Het dialect heeft zo een uitgebreid wordenschat dat de (klem)toon in een woord de
betekenis kan veranderen.

Het dialect heeft door de invloedden van het Duits en Vlaams kenmerkende klanken
overgenomen. Ook dit maakt het wat lastiger om het met het Nederlands te vergelijken. Het
Limburgs lijkt namelijk eerder op een unieke taal dan een dialect.

Tijdens het schrijven van het Limburgs dialect worden veel leestekens gebruikt, welke we
minimaal gebruiken in het Nederlands. De leestekens worden in dit dialect gebruikt om de
uitspraak duidelijk over te brengen. Een foutieve uitspraak kan, zoals eerder gezegd, de
betekenis van het woord veranderen.

Schriftelijk gezien is het dialect minder ingewikkeld. Er zijn bepaalde regels waar ze zich aan
zouden kunnen houden. Er zijn dus niet heel veel grammaticale- of spellingsregels.
Onnodige dubbele letters, die niks veranderen aan de uitspraak, worden niet geschreven.
Woorden worden ook schriftelijk ook samengevoegd als deze gesproken zo klinken. Je zou
dus kunnen zeggen dat de spelling makkelijker is.

Tegenwoordig wordt er in Limburgs minder het dialect gebruikt en gesproken. De


compliciteit van het dialect maakt dat het onderwijs ook in het Algemeen Beschaafd
Nederlands wordt gegeven. Het Limburgs wordt in stand gehouden door de media, waar
veel wél in het Limburgs wordt geschreven.

Ons onderzoek werd beperkt door het feit dat we geen praktisch onderzoek uit konden
voeren. We hebben alleen op literair gebied het dialect vergeleken met het Nederlands.
Misschien zouden we door een praktisch onderzoek uit te voeren de informatie uit onze
literaire bronnen kunnen bevestigen. Door het literatuur onderzoek zijn we weinig écht in
aanraking geweest met het dialect. Uiteraard is Limburg niet om de hoek en zou het moeilijk
zijn om dit, in de huidige omstandigheden, waar te maken. Als we meer tijd, vrijheid en
budget hadden gehad zouden we dus een praktisch onderzoek in Limburg doen. Hierbij
zouden we bijvoorbeeld mensen ondervragen. Iets wat ons leuk had geleken is een stukje
Algemeen Beschaafd Nederlands te laten vertalen tot het dialect. Zo zouden we verschillen
makkelijk kunnen zien. Daarna zouden we deze stukjes tekst uit laten spreken, weer met het
idee om zo het verschil te kunnen zien. Desondanks onze beperkingen zijn we veel wijzer
geworden over het dialect en haar regels.

10
Reflectie
Taakverdeling:
Inleiding Fedra
Theoretisch kader Martha
Deelvraag 1 Martha
Deelvraag 2 Noortje
Deelvraag 3 Noortje
Deelvraag 4 Fedra
Conclusie Noortje
Reflectie en logboek Noortje
Literatuur (bronnen) Martha

We hebben gekozen om een taakverdeling te maken. Ieder koos een deelvraag die haar
leuk en interessant vond. Uiteindelijk is er nog een deelvraag bij gekomen die achteraf
gezien nodig was de hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Van tevoren hebben we geen
planning gemaakt, maar besloten dat het maken van de stukjes ieder haar eigen
verantwoordelijkheid was. Tijdens elke Nederlands les werd er gekeken hoe ver iedereen
was en controleerde we elkaars werk. Als er iemand vast liep hielpen we elkaar.

Op het moment dat deze reflectie wordt geschreven zijn we nog niet helemaal klaar. De
conclusie evenals het theoretisch kader moet nog worden geschreven. Ook de
samenvatting, die natuurlijk pas als laatst kan worden gemaakt, is nog niet af. We moeten
op dit moment alle bronnen nog op alfabetische volgorde.

Ik denk dat we de juiste aanpak hebben gebruikt, door de verantwoordelijkheid bij een
individu te leggen. Zo is het simpelweg duidelijk wie wel en wie niet haar werk doet. Je wilt
natuurlijk niet je groepje laten stikken, dus in principe had iedereen alles wel redelijk op tijd
af. Mocht er iemand achterlopen herinnerde we elkaar eraan. Achteraf hadden we meer
kunnen overleggen tijdens de les en hierbij ook deelvragen samen te maken. Toch is het
verslag helemaal goed gekomen en zijn we allemaal tevreden over het eindresultaat. We
hebben hard gewerkt en goed geoefend met het gebruiken van literaire bronnen, ter
voorbereiding voor ons PWS. Het was een goede oefening voor het echte PWS. We zijn er
nu van bewust welke delen veel tijd kosten en waar we goed op moeten letten.

11
Logboek

Datum? Hoe lang? Waaraan?

Noortje van der 5-02-2020 45 minuten Bronnen zoeken deelvraag 3, opstart stukje
Horst schrijven

11-02-2020 90 minuten Deelvraag 2 uitwerken

25-02-2020 120 minuten Deelvraag 2 uitwerken

26-02-2020 120 minuten Deelvraag 3 uitwerken, reflectie en logboek


schrijven
45 minuten Schrijven conclusie

27-02-2020 45 minuten Schrijven conclusie

Martha Leezenberg 5-02-2020 45 minuten Bronnen zoeken deelvraag 1, opstart stukje


schrijven

11-02-2020 90 minuten Deelvraag 1 uitwerken

12-02-2020 45 minuten Deelvraag 1 uitwerken

26-02-2020 45 minuten werken aan theoretisch kader

27-02-2020 45 minuten Theoretisch kader afmaken en literaire bronnen


op alfabetische volgorde

Fedra Tiggeler 12-02-2020 45 minuten Deelvraag 4 uitwerken

18-02-2020 90 minuten Deelvraag 4 bronnen zoeken stukje uitwerken

25-02-2020 45 minuten Schrijven inleiding

Gezamenlijk werk 4-02-2020 45 minuten Opstellen hoofd- en deelvragen

5-02-2020 15 minuten Taakverdeling deelvragen

25-02-2020 15 minuten Taakverdeling overige onderdelen

12
Literatuur
Bakkes, P., Crompvoets, H., Notten, J., & Walraven, F. (2003). Spelling 2003 voor de
Limburgse Dialecten. Raod veur ’t Limburgs . Geraadpleegd van
http://www.limburgsedialecten.nl/download/spelling2003.pdf 

Goossens, J. (2006). Het gebruik van dialect en Algemeen Nederlands en de evolutie ervan.
. Geraadpleegd van https://dbnl.org/tekst/goos003gebr01_01/goos003gebr01_01.pdf 

De tonen van het Limburgs. Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen.
Geraadpleegd van https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/67800/67800.pdf 

Hoe is het Nederlands ontstaan? (n.d.). Retrieved February 11, 2020 from
https://www.tvcn.nl/blogs/hoe-is-het-nederlands-ontstaan/ 

Kaart. (z.d.). Geraadpleegd op 18 februari 2020, van


http://www.limburgsedialecten.nl/kaart.html
Limburgse Dialecten. (z.d.). Geraadpleegd op 18 februari 2020, van
http://www.limburgsedialecten.nl/
 
Limburgse Grammatica » www.limburgsetaal.nl. (z.d.). Geraadpleegd op 18 februari 2020,
van http://www.limburgsetaal.nl/?page_id=223 

Limburgs. (n.d.). Retrieved February 25, 2020, from


https://nl.wikipedia.org/wiki/Limburgs 

Limburgs+ - Wikipedia. (n.d.). Retrieved February 25, 2020, from 


https://nl.wikipedia.org/wiki/Limburgs+

Limburgse Dialecten. (z.d.). Geraadpleegd op 25 februari 2020, van


http://www.limburgsedialecten.nl/veelgestelde-vragen.html#vraag-5 

Nafzger, Y. (2017, 9 november). Check dit FF checkt dialecten: Het Limburgs.


Geraadpleegd op 18 februari 2020, van https://www.checkditff.nl/achtergrond/check-dit-ff-
checkt-dialecten-het-limburgs/ 
 
Niehof, F. (z.d.). Oktober 2012: Wat is het verschil tussen een streektaal en een dialect?
Geraadpleegd op 20 februari 2020, van https://www.meertens.knaw.nl/cms/nl/nieuws-
agenda/nieuwsbrief/vraag-van-de-maand/143966-vraag-van-oktober-2012 

Peeters, J. (2019, 16 maart). Limburgs wordt volwaardige streektaal. Geraadpleegd op 18


februari 2020, van https://www.limburger.nl/cnt/dmf20190315_00096773/limburgs-wordt-
volwaardige-streektaal 

Scholtmeijer, H. (1999). Naast het Nederlands: dialecten van Schelde tot Schiermonnikoog
(Herz. ed.). Amsterdam / Antwerpen: Uitgeverij Contact.

Standaardnederlands. (z.d.). Geraadpleegd op 26 februari 2020, van


https://nl.wikipedia.org/wiki/Standaardnederlands 

Taal in Nederland .:. Limburgs. (z.d.). Geraadpleegd op 18 februari 2020, van


http://taal.phileon.nl/lim_situatie.php 
 

13
Tiems, J. (2019, 17 maart). Limburgs dialect krijgt status van erkende streektaal.
Geraadpleegd op 18 februari 2020, van https://www.1limburg.nl/limburgs-dialect-krijgt-
status-van-erkende-streektaal

Van Oostendorp , M. O. (n.d.). Wat is het verschil tussen een streektaal en een dialect? .
Retrieved February 27, 2020, from https://www.meertens.knaw.nl/cms/nl/nieuws-
agenda/nieuwsbrief/vraag-van-de-maand/143966-vraag-van-oktober-2012 

Waar komt het ABN vandaan? (2012, December 14). Retrieved February 11, 2020, from
http://www.taalcanon.nl/vragen/waar-komt-het-abn-vandaan/ 

Waar komt het ABN vandaan? (2012, December 14). Retrieved February 11, 2020, from
http://www.taalcanon.nl/vragen/waar-komt-het-abn-vandaan/ 

Weijnen, A., Goossens, J., & Goossens, P. (1983). Woordenboek van de Limburgse
Dialecten. Geraadpleegd van https://books.google.nl/books?
hl=nl&lr=&id=UJDN4UtkmbcC&oi=fnd&pg=PA1&dq=limburgse+dialecten+algemene+woord
enschat&ots=YDVBiR50e1&sig=2IQNMC-
E4GT1jxKPFQ6LlURHQUA&redir_esc=y#v=onepage&q=limburgse%20dialecten
%20algemene%20woordenschat&f=false

Wikipedia-bijdragers. (2020, 2 februari). Limburgs. Geraadpleegd op 26 februari 2020, van


https://nl.wikipedia.org/wiki/Limburgs
 
Wikipedia-bijdragers. (2019, 8 juli). Regionale verschillen in het Nederlands. Geraadpleegd
op 18 februari 2020, van
https://nl.wikipedia.org/wiki/Regionale_verschillen_in_het_Nederlands#Limburgs

14

You might also like