You are on page 1of 4

Bijlage_2 12-07-2005 12:22 Pagina 88

1 Open observatie van het gedrag van de leraar


Bijlage_2 12-07-2005 12:22 Pagina 89
Bijlage_2 12-07-2005 12:22 Pagina 90

1 Open observatie van het gedrag van de leraar

a. Doel

De bedoeling van deze observatietechniek is zoveel mogelijk gegevens te verza-


melen over het gedrag van de leraar in de context van de les en de groep.
Met deze techniek beperk je je dus niet tot een beperkt aantal categorieën van wat
de leraar doet, maar worden alle gedragingen vastgelegd. Daarbij wordt ook ge-
noteerd in welke situatie dat gedrag plaatsvindt. Ook non-verbaal gedrag kan wor-
den meegenomen in de observatie.

b. Toepassingsmogelijkheden

Deze werkwijze is vooral prettig als je een totaalbeeld wilt hebben van het leraar-
gedrag in de les. Overigens is deze techniek natuurlijk ook te gebruiken voor het
observeren van een leerling in de context van de klas!
Vooral als eerste kennismaking of als je nauwelijks voorbereidingstijd hebt, is dit
een bruikbare methode. In tweede instantie kan dan een meer gerichte observatie-
techniek worden gekozen om specifieke informatie te verzamelen.

c. Aanwijzingen voor het gebruik

Deze techniek eist maar weinig voorbereiding en vraagt in feite nauwelijks meer
dan een leeg vel papier. Dat is tegelijk ook het gevaar ervan. Je bent gedwongen
uit de veelheid van informatie die beschikbaar is een selectie te maken. De criteria
daarbij zijn meestal niet expliciet. Het gevaar van observatie fouten is, daardoor
erg groot.
Om hieraan tegemoet te komen is het raadzaam zo afstandelijk en feitelijk moge-
lijk op te schrijven wal er gebeurt. Citaten van wat wordt gezegd liefst letterlijk op-
schrijven in plaats van de teneur ervan weer te geven. Letterlijke teksten zijn pret-
tig bij het feedbackgesprek of bij de leerlingbespreking.
Het is aan te bevelen af en toe de tijd erbij te noteren, zodat de chronologie niet al-
leen is af te lezen van de beschrijving.

Beperk een dergelijke observatie tol maximaal een half uur. Korter is aan te beve-
len vanwege de neiging tot reductie en interpretatie bij voortduring van geobser-
veerd gedrag...
Bijlage_2 12-07-2005 12:22 Pagina 91

d. Toelichting op het resultaat

Aan het eind van de observatie heb je een min of meer verhalend verslag van wat
zich in de klas heeft voorgedaan met een accent op het gedrag van de geobser-
veerde leraar (of het geobserveerde kind).
Controleer het geheel op mogelijke interpretaties of te suggestieve beschrijvingen.
Is er evenwicht in de tijd, dat wil zeggen, hebben bijvoorbeeld de eerste momen-
ten niet te veel de nadruk gekregen?
Markeer met een stift de zinssneden die het feitelijke gedrag (van leraar of kind)
beschrijven. Geven die stukken een helder beeld en klopt dat met je eigen indruk?
Vul zonodig nog aan vanuit je geheugen, maar pas op: de feiten kunnen ook een
correctie zijn op jouw beeld!

e. Aanwijzingen voor de interpretatie

Ga nog eens na met welk doel je bent gaan observeren. In hoeverre hebben de ver-
zamelde feiten over het gedrag en de omgevingsfactoren materiaal aangedragen
om antwoord te kunnen geven op je startvraag?
Is er in de opeenvolgende lesfasen verschil in gedrag waar te nemen? Zijn er ook
gegevens die dit kunnen verklaren?
Welk samenhangend beeld kun je uit de observatiegegevens samenstellen om te-
rug te geven aan de geobserveerde of, in het geval van een leerling, aan ouders,
collega’s of externe hulpverleners.

You might also like