You are on page 1of 27

ANW Digitale portfolio Lucas Boer 4V3

Threshold 1

Inleiding:
Threshold 1 is de eerste threshold van het Big History Project. Het hoofdthema van deze
threshold is de Big Bang. Er wordt verteld hoe de Big Bang heeft plaatsgevonden en wat er
bij is ontstaan. Ook gaat het in deze threshold over een aantal verschillende
wetenschappers die ons anders hebben laten denken over het universum. Verder gaat het
over het universum met buitenaards leven en over het groeiende universum.

Opdracht:
UNIT 2.0 The big bang
Filmpje: A Big History of Everything - H2
In het begin was er niks, toen kwam de Big Bang en uit het niets ontstond opeens alle
energie die ooit zal bestaan. Binnen de eerste seconde dat het universum ontstaat, ontstaan
de fundamentele krachten die altijd zullen blijven staan; ​zwaartekracht en
elektromagnetisme. ​De Big Bang zorgde voor hoe de rest van het universum erna is gaan
ontstaan.
Als de big bang net wat anders was geweest dan had het universum mogelijk helemaal niet
bestaan. Als de zwaartekracht een klein beetje sterker zou zijn geweest zou alles in elkaar
gestort zijn en als het ietsje zwakker zou zijn geweest zouden sterren nooit kunnen ontstaan.
Voor de rest geeft het filmpje een soort reclame voor de rest van de Thresholds.

Threshold Card: Threshold 1 - The Big Bang


Dit is een kaart met een erg kort overzicht over Threshold 1. De Big Bang blijft erg
raadselachtig. We weten niet wat er voor de Big Bang gebeurde en wat er was. Er is wel
bewijst voor wat er is gebeurd tijdens en na de Big Bang. Ook weten we dat de Big Bang
een erg belangrijk moment was in de geschiedenis van het universum. Het heeft er namelijk
voor gezorgd dat er ruimte, tijd en de bouwstenen voor alles zijn ontstaan.
De ingrediënten en Goldilocks Conditions die voor de Big Bang nodig waren zullen we nooit
te weten komen. Wel is er nieuwe complexiteit ontstaan, ons universum wat bestond uit
Energie en Materie.
De vraag is wat er was voor de Big Bang. Hierover kunnen we alleen maar speculeren, maar
wij zijn wel benieuwd. Helaas kunnen we hier niet achter komen totdat we erg ver terug in de
tijd kunnen reizen.

Filmpje: Threshold 1 - The big bang


13,7 miljard jaar geleden ontstond het universum in een Big Bang, we kunnen alleen
speculeren over wat de goldilocks conditions en de ingrediënten waren voor de Big bang.
De Big Bang zorgde voor alle grondstoffen die er nu zijn. Na de big bang was er “space”en
tijd. Hiernaast was er ook materie en energie, het was alleen te heet om ze te
onderscheiden, zodra het afkoelde scheiden ze van elkaar. Energie nam andere vormen aan
zoals; zwaartekracht en elektromagnetisme. Materie kwam voor in de vorm van elektronen
en quarks, quarks vormde zich samen tot protonen en neutronen.
Dit is belangrijk omdat niets, iets werd, wat alles bevat wat nodig was om een universum te
maken.

What emerged from the bigbang (other materials)


Dit is een erg lang filmpje, wij zullen dus alleen de belangrijkste momenten volgens ons
samenvatten.
Edwin hubble kwam op het idee dat het universum zich uitbreid. Hierop kwam hij op basis
van jaren astronomie en bewijs. Als je erover nadenk is het best ‘mind-boggling’. Het hele
universum, elke planeet en elke cel in je lichaam passen in een heel klein gebied. Ongeveer
zo klein als de kleinste punt die je kunt maken op een papiertje. Veel wetenschappers
konden zich moeilijk vinden in de theorie van Hubble. Maar er waren ook wetenschappers
die langzamerhand met logica en het bewijs wat er was, kwamen ze erachter wat er
misschien is gebeurt in het universum. Voor Hubble was dit al duidelijk, als je de snelheid
kunt berekenen waarmee het universum groter wordt, kun je ook vrij nauwkeurig de
geboortedatum van het universum bepalen. Wetenschappers gingen er ook over nadenken
wat er zou kunnen gebeurd zijn tijdens de big bang. Al snel kwamen ze erachter dat dat als
alle massa die gevormd is bij elkaar zou zitten, dat het dan ongelofelijk heet en erg dicht zou
moeten zijn. Ook was het dan zo snel aan het uitbreiden dat het op een explosie lijkt. Fred
Hoyle heeft dit voor de grap de Big Bang theorie genoemd. Dit is ook de uiteindelijke naam
van deze theorie geworden. Sommige wetenschappers zijn gaan onderzoeken hoe materie
zich gedraagt onder deze omstandigheden. Zij kregen veel hulp door de tweede
wereldoorlog. Er werd namelijk veel onderzoek gedaan naar atoomwapens. En
atoomwapens draaien alleen maar om extreme omstandigheden. Langzamerhand kwam
men erachter wat de temperaturen en de druk moeten geweest zijn tijdens de eerste
momenten van de big bang. Hierdoor is een goed, logisch en op basis van bewijs verhaal
ontstaan, wat verklaard wat er tijdens de big bang gebeurde. We kunnen alleen maar
speculeren wat er voor de big bang gebeurde en waarom deze gebeurde. Er zijn wel veel
theorieën. Daarom is de theorie van de big bang niet veel beter dan de bekende herkomst
verhalen.
Men geloofd dat alles tijdens de big bang is ontstaan, zelf tijd en ruimte. In het begin
gebeuren er veel dingen erg snel. Tijdens het afkoelen heel kort na de big bang zijn de 4
fundamentele krachten ontstaan. ​1. zwaartekracht​ ​2. Elektromagnetisme, oftewel
elektriciteit 3. Sterke nucleaire kracht 4. zwakke nucleaire kracht. ​Quarks voegden zich
samen tot positieve protonen en neutrale neutronen. Iets later zijn elektronen ontstaan, zij
zijn negatief. Dit gebeurde allemaal in 2 seconden. Toen het universum net ‘geboren’ was,
sprak men van een plasma universum waar licht zich niet vrij kon bewegen. 380.000 jaar na
de big bang eindigde het plasma universum. Er kunnen nu atomen gevormd worden en licht
kan zich vrij bewegen. Dit komt omdat de temperatuur van het universum nu gedaald is tot
ongeveer 3.000 graden. Bij deze temperatuur zijn de ladingen van elektronen en protonen
sterk genoeg om ze samen te voegen. De eerst twee types atomen die wij krijgen zijn
waterstof- en heliumatomen. in 1960 hebben twee astronomen, Arno Penzias en Robert
Wilson, een zeer krachtige radio ontvanger gebouwd. Waar zij ook hun ontvanger naar
richten, elke keer hoorden zij een soort geruis. Eerst begrepen zij het niet. Maar later bleek
dat dit het bewijs was van dat de big bang plaatsvond, het was het geluid van de energie.
Tenslotte wordt nog verklaart waarom de big bang een aparte threshold is.

UNIT 2.1 How did our understanding of the universe change?


Scale: changing views timeline
Wij hebben geen tijdlijn gemaakt, wel hebben wij alle informatie die opgezocht moest
worden opgezocht en bij de desbetreffende persoon gezet. Wij hebben deze personen
hieronder op volgorde gezet. Dus een soort tijdlijn, maar zonder tijdlijn.

Claudius Ptolemy
Geboorte:​ 100 jaar n.Chr.
Sterfte:​ na het jaar 150, vermoedelijk in 168
Contributies:
Hij was een van de eerste astronomicussen. Hij bestudeerde het heelal met zijn blote ogen.
Hij kwam met de theorie dat de aarde in het middelpunt van het universum zat en dat de rest
eromheen draaide. Deze theorie werd 1400 jaar geaccepteerd, totdat Nicolaus Copernicus,
Galileo Galilei en Isaac Newton kwamen opdagen.
Influencers: ​Aristoteles heeft hem beïnvloed. Hij zei namelijk dat de aarde het midden was
in het universum. Dit had Claudius gelezen in zijn griekse boeken. Deze theorie heeft
Claudius verder uitgewerkt. Het systeem wat hij had gemaakt werkte. Hij kon vrij precies de
posities van planeten voorspellen.

Nicolaus Copernicus
Geboorte:​ 19 februari 1473
Sterfte:​ 24 mei, 1543
Contributies:
Startte een wetenschappelijke revolutie door een zon gecentreerd zonnestelsel te
ontwikkelen. Hierdoor bedacht men dat de zon in het midden stond en de aarde niet. Verder
kwam hij er ook achter dat de aarde ronddraait om zijn as en om de zon.
Influencers:​ “een wiskundige vriend” overtuigde Copernicus om het verslag van een zon
gecentreerd zonnestelsel toch te publiceren.

Galileo Galilei
Geboorte:​ 15 februari 1564
Sterfte:​ 8 januari 1642
Contributies:
Hij heeft met zijn observaties van het heelal een nieuwe theorie bedacht. Volgens hem is de
zon het middelpunt van het universum en dat alles er omheen draait.
Influencers: ​Zijn vader heeft hem naar de medische studie gestuurd, hij had er geen zin in
dat zijn zoon zich met priesters en zo ging bezighouden.

Isaac Newton
Geboorte:​ 4 januari, 1643
Sterfte:​ 31 maart, 1727
Contributies:​ Heeft de drie Laws of Motion opgezet, met deze drie wetten kon Newton de
wet van Universele Gravitatie opzetten. Hiernaast bewees hij dat wit licht uit alle kleuren
bestond, verder begon hij met calculus.
Influencers:​ The headmaster, die zorgde ervoor dat Newton geen boer werd en verder ging
met school.
Henrietta Leavitt
Geboorte:​ 4 juli, 1868
Sterfte:​ 12 december, 1921
Contributies:​ Ze ontdekte 2400 nieuwe variabele sterren, dat was de helft van de sterren
die er bekend waren in haar tijd, verder heeft ze een verslag over Periode-Helderheid
correlatie en verder publiceerde ze een verslag over een tabel of de perioden van de
Cepheid-variabelen. En door haar konden astronomen in plaats van 100 lichtjaren van de
aarde, 100.000 lichtjaren van de aarde kijken met telescopen.

Edwin Hubble
Geboorte:​ 20 november 1889
Sterfte:​ 28 september 1953
Contributies:
De manier van het universum begrijpen heeft hij veranderd. Tot twee keer toe. Hij heeft de
fundamenten gelegd voor de Big Bang theorie. Verder heeft hij bewezen dat het universum
veel groter is dan wij dachten, en hij heeft bewezen dat het universum constant aan het
groeien is.
Influencers: ​Zijn vader was een verzekering beambte. Hierdoor hadden we best wat geld.
Hierdoor is hij in een rijke omgeving opgegroeid wat zijn manier van denken wel zal hebben
beïnvloed. In 1919 heeft hij zich aangesloten bij een groep astronomen die bezig waren met
het onderzoeken van kosmische afstanden, hij is ook door deze mensen qua denken
beïnvloed.

Unit 2.2
Are we alone?
Ons universum is zo groot dat er vast wel ergens een aardachtige planeet rond een aarde
draait net als onze. Het idee van Fermi paradox is in principe dit. Als er zoveel miljarden
sterren zijn, dat er toch wel ergens intelligente rassen zijn. Als het leven zich zou koloniseren
op de planeten in de buurt. Binnen een paar miljoen jaar zou het hele universum zijn
opgevuld. Maar dat is niet gebeurt, de hemel lijkt leeg. Wij hebben niet eens bacterieel leven
op mars kunnen vinden. Waarom is leven zo zeldzaam? Zijn wij alleen? Tegenwoordig heb
je astrobiologie. Hierbij kijk je naar leven buiten de aarde. 30 jaar geleden was dit science
fiction, nu is het echte wetenschap. Er zouden miljarden planeten zoals de aarde kunnen zijn
alleen al in onze melkweg. Hierdoor lijkt het vrij logisch dat er ergens leven zal zijn. Maar zal
het dan bacterieel zijn? Of net zo intelligent als wij? Dat weet je echt niet. Maar als we
bewijzen dat er op een planeet leven is, dan is dat een grote astronomische doorbraak.
We weten tegenwoordig erg veel over het ontstaan van het universum, maar we weten niet
of wij het enige voorbeeld zijn van intelligent leven. Misschien is Big History ons wel aan het
voorbereiden op het antwoord van deze vraag.
Cosmology and astrophysics
Cosmology:
Het doel van kosmologie is om de herkomst en evolutie van alles in het universum te
verklaren. Vanaf het vroegst mogelijke moment tot en met nu. Kosmologen kijken wat er
gebeurd in het universum. Als je naar een object in de ruimte kijkt wat ver weg is, zie het het
zoals het in het verleden was. Dat komt omdat het lang kan duren voordat het licht bij de
aarde is aangekomen. Dus als je kosmologie studeert, kijk je naar licht uit het recente
verleden, naar licht van objecten die verder weg zijn, en je kijkt naar licht van de vroegste
tijden van het universum. Hierdoor kun je de evolutie van het universum waarnemen.
Doordat telescopen zo veel licht binnen kunnen laten, kun je verder kijken en lijken
afgelegen objecten ineens veel groter. Door deze technologie zijn er grote vooruitgangen
geweest in de kosmologie. Er zijn nog vier grote mysteries in de kosmologie. 1. Wat was er
voor de Big Bang? 2. Wat is Dark matter? (Het is iets wat interactie heeft met de
zwaartekracht, maar niet met bijvoorbeeld licht. Het is niet is wat wij kennen zoals de
atomen waar wij uit zijn gemaakt.) 3. Hoe komt het dat het universum steeds sneller
uitbreidt? (We weten niet wat het is, het heeft wel een naam: Dark energy.) 4. Is er op een
andere plek in het universum ook leven?

Astrophysics:
Astrofysica komt voornamelijk uit de physica, oftewel natuurkunde. Het gaat over
natuurkundige wetten en hoe wiskunde natuurfenomenen en wetten kan beschrijven.
Astrofysica gaat over het hele universum, en niet alleen over de dingen erin, zoals sterren
en galaxieën, maar ook over de ruimte zelf. Hoe ruimte en tijd bijvoorbeeld zijn ontstaan.
Bij astrofysica studeer je de fundamentele natuurlijke wetten. Er zijn drie verschillende types
mensen bij astrofysica. Er zijn mensen die experimenteren, observeren of nieuwe theorieën
bedenken. De mensen die experimenteren bouwen apparaten om dingen te detecteren en
bewijs te verzamelen. De mensen die observeren kijken meestal door een telescoop naar de
ruimte en proberen dingen te zien die nog nooit zijn gezien. Hierdoor proberen ze nieuwe
dingen te ontdekken. De theoretici zijn mensen die vaak met pen en papier zitten met behulp
van wiskunde nieuwe theorieën bedenken. Zo kunnen zij dingen suggereren aan de
observatoren zodat die ernaar kunnen kijken. Ook zijn er mensen die alle drie doen.
Het gebeurd vaak dat er een fenomeen wordt geobserveerd, maar dat het niet is voorspeld
door de theoretici. Dan gaan zij terug naar de ‘’tekentafel’’ en kijken waarom zij dit niet
hebben voorspeld. We proberen dus vaak iets te begrijpen wat we hebben gezien, maar tot
nu toe begrijpen we nog niet zo veel. Ook wordt er verteld dat de mevrouw vroeger niet
geïnteresseerd was in de wetenschap en waarom. Volgens haar is de wiskunde en
wetenschap een cadeau dat ons verbindt met de natuurlijke wereld. Ze werkt aan vragen
zoals: ‘’Hoe is het universum begonnen?’’ en ‘’ Hoe is het universum aan het evolueren?’’.
Bij astrofysica studeer je dus de onderliggende principes die fundamenteel zijn om te
ontdekken hoe het universum is begonnen en evolueert.
Unit 2.3
What is the universe expanding into?
Het universum is zich aan het uitbreiden, het breidt zich niet in iets uit in het universum, want
het universum bevat alles. Het universum heeft daarnaast geen rand, en als je lang genoeg
een kant op zou gaan, zou je weer op je beginpunt uitkomen, doordat je geen kant op kan
gaan waar je uit het universum zou gaan, dit is namelijk onmogelijk.

Hubble's expanding universe, redshifts


Hubble ging in de jaren 1920 werken bij het Mount Wilson Observatory in Southern
California. Hier hadden ze de meest geavanceerde technologie in hun tijd. Hubble heeft een
nebulae gefotografeerd. Dit zijn wolken met licht die een mysterie waren voor astronomen.
Ook heeft hij een Cepheid ontdekt. Dit is een soort ster die van helderheid verandert in een
periode van tijd. Aan de hand van de helderheid heeft Hubble de afstand tot deze ster
berekend. Deze ster licht op 2 miljoen lichtjaar afstand van onze aarde. Door hem is ons
idee van de kosmos veranderd, we weten nu dat het universum veel groter is dan gedacht
en dat er meerdere galaxieën zijn. Hubble heeft ook 5 jaar lang data verzameld over de
bewegingen van galaxieën. Dit heeft hij gedaan aan de hand van de golflengte van het licht.
Verschillende golflengtes licht worden waargenomen als verschillende kleuren. Als een
galaxie verder weg gaat, wordt de golflengte langer, en het licht lijkt rood. Als een galaxie
dichterbij komt wordt de golflengte korter waardoor het licht blauw wordt. Hubble heeft
uitgevonden van de afstand gelijk staat aan de snelheid. Dus als een galaxie twee keer zo
ver weg is, is de snelheid ook twee keer zo snel. Door deze ontdekking kon men vaststellen
dat het universum aan het uitbreiden is. Er draait nu ook een telescoop in een baan rond de
aarde die ongestoord het universum kan bekijken. Deze telescoop is vernoemd naar Edwin
Hubble.

What are dark matter and dark energy


Materie, zoals wij het kennen, bijvoorbeeld atomen en sterren vult het universum maar voor
minder dan 5%, de rest wordt gevormd door dark matter (25%) en dark energy (70%). Dark
matter en Dark energie zijn onzichtbaar. Er zijn alleen nog theorieën over wat dark energy
en dark matter zijn of hoe het werkt, maar eigenlijk weten we er nog niks van. We zijn er wel
redelijk zeker van dat ze bestaan.
Dark matter maakt het mogelijk voor sterrenstelsel om te bestaan, de zwaartekracht alleen
zou namelijk niet sterk genoeg zijn om stelsels te vormen. We weten dus op het moment 3
dingen over dark matter; er is iets, het werkt op zwaartekracht in en er is erg veel van.
Dark energy weten we nog minder van, we kunnen het namelijk niet detecteren, meten of
proeven, maar we zien de effecten ervan wel duidelijk. Dark energy is sterker dan alles wat
we kennen en steeds sterker wordt, als tijd voorbij gaat en zich alleen in lege ruimte bevindt.
Er zijn veel theorieën hiervoor, maar niks weten we zeker en eigenlijk weten we nog maar
erg weinig over dark matter en dark energie.

Universe comics worksheet


Wij snappen deze opdracht niet, het zou fijn zijn als u deze opdracht zou kunnen
verduidelijken in de les.
Other materials

Testing claims
Scientists know the ingredients and Goldilocks Conditions that led True
to the Big Bang.

Het is nog steeds erg onduidelijk wat ertoe heeft geleid dat de Big False
Bang heeft plaatsgevonden.

Men kan zo ongeveer zeggen wat er gebeurd is, maar niet waarom. Need more info
Dus deze stelling vinden wij niet waar.

Scientists can explain the history of the Universe from the instant of True
the Big Bang to the present.

Dit is waar, dit is namelijk alles wat wij tot nu toe hebben geleerd bij False
Big History. Het ging er constant over wat er allemaal is gebeurt.

De claim tester die hier volgens ons bij hoort is Authority. Dit wordt Need more info
namelijk constant gezegd.

Scientists do not know what dark matter and dark energy are. True

Men weet wel wat het is, er zijn zelf namen voor, maar men weet False
nog niet wat het precies doet. Omdat het ‘’dark’’ is kunnen we het
niet met de telescopen zien.

Dit weten wij door de filmpjes die wij hebben gekeken voor deze Need more info
unit. De claim tester die er dus bij hoord is evidence. Wij zien deze
filmpjes als bewijs omdat het door wetenschappers zelf gezegd
wordt. Dit zou dan natuurlijk ook authority kunnen zijn.

The Universe was completely dark until the first stars lit up. True

Deze stelling is ons wel duidelijk, maar we weten niet precies of dit False
nu waar of niet waar is. Het kan best zo zijn dat het helemaal
donker was, maar er kan ook iets van een lichtbron zijn waar wij
nog nooit van hebben gehoord. Dus bij deze stelling hebben wij
meer informatie nodig.

Omdat wij bij deze stelling meer informatie nodig hebben past er Need more info
niet echt een claim tester bij. De claim tester die er op het moment
het best bij past is intuition. Omdat dit namelijk ons gevoel is.

New astronomy tools enable scientists to test existing theories True


about the Universe and develop new theories.

De grond liggende principes blijven hetzelfde, maar bijvoorbeeld False


door betere telescopen kun je meer zien, en dus ook beter dingen
testen.

De claim tester die hierbij hoort is logic. Het is logisch dat je met Need more info
betere technologie meer kunt.
Threshold 2 & 3

Inleiding:
Threshold 2 & 3 zijn in dit document gecombineerd vanwege de eenvoudigheid en omdat
het dezelfde UNIT is, om dit te splitsen zorgt voor verwarring. We zitten nu al 200 miljoen
jaar na de Big Bang en het universum is erg koud en donker geworden. Maar in deze
Thresholds kwam hier verandering in. De eerste galaxieën en nebulas zijn gevormd. Sterren
zijn toen ontstaan vanuit deze wolken van gas en stof. De nieuwe complexiteit die is
ontstaan zijn dan ook sterren, maar ook sterrenstelsels. Het leven van de ster wordt ook
goed beschreven. In Threshold 3 gaat het over het ontstaan van nieuwe chemische
elementen en hoe deze zijn ontstaan. Ook gaat het voor een klein deel over de zon.

Opdracht:
Unit 3.0
Threshold 2 - Stars Light up (Thresholdcard)
Voordat sterren bestonden was het in het universum vrij koud. Door de zwaartekracht zijn
waterstof- en heliumatomen naar elkaar toe getrokken. Hierdoor werden er gaswolken
gevormd. Omdat deze wolken zo dicht waren, zijn er uiteindelijk sterren uit ontstaan.
Galaxieën (sterrenstelsels) worden gevormd door een groep sterren bij elkaar. Meerdere
galaxieën vormen sterrenstelsels. Sterrenstelsels hebben weer super clusters gevormd.
Hierdoor heeft het universum heel erg veel langlevende energiebronnen.

Ingredients & New complexity Questions


Goldilocks
conditions

Waterstof en helium Sterren Hoe komt het dat

Zwaartekracht Sterrenstelsels vroege astronomen

Kleine Sterrenstelsels dezelfde dingen zo


veranderingen in clusters anders zagen, en
dichtheid wat kan het ons

Temperaturen groter Superclusters vertellen over


dan 10 miljoen voortgang in de
graden Celsius. tegenwoordige tijd?

Infographic levensloop van een ster

Grote sterren
Main Sequence Giant/supergiant Supernova Black hole of
Neutron
De compositie van Grote sterren zijn in De buitenste lagen Bij een zwart gat
de ster is > 98% is staat om zware van waterstof en stort de ster in tot
waterstof en helium. elementen te helium worden ongelofelijk dichte
⅓ van het waterstof produceren zoals uitgestoten samen materie. Zelfs licht
wordt veranderd in ijzer. Dit gebeurt met zwaardere kan door de
helium. door fusie. elementen. zwaartekracht niet
uit deze zwarte
gaten ontsnappen.
Bij een
neutronenster stort
de ster in tot een
dichte massa van
neutronen.

Kleine sterren
Main Red Giant Planetary White Dwarf Black Dwarf
Sequence Nebula

De compositie Uitbreidend De buitenste Deze sters kern Een


is > 98% waterstof in de lagen van gas is normaal hypothetische
waterstof en kern, deze zijn opgebouwd uit restant van een
helium. ⅓ van sterren breiden weggeschoten koolstof en gekoelde witte
de waterstof hun buitenste terwijl de sters zuurstof. Neon, dwerg, het
wordt veranderd lagen en kern zich magnesium en bestaan van het
in helium. kunnen meer samentrekt in helium zijn ook universum is te
dan 100 keer een witte mogelijk. kort om te
hun dwerg. bewijzen dat dit
oorspronkelijke bestaat.
grootte worden.
Unit 3.1
Threshold 3: New Chemical Elements
Thresholdcard: Overnemen en vertalen
Het is vrij lastig om een element te maken. In het vroege universum was er meer dan
genoeg waterstof en helium, maar er zijn meer complexe elementen nodig. Door de grote
druk en hitte van een ster kwamen er koolstof, zuurstof en ijzer. Om bijvoorbeeld goud, zilver
en kalium te produceren zijn er veel hogere temperaturen nodig. Deze temperaturen kunnen
bijvoorbeeld komen door de dood van een ster of door een supernova.

Ingredients & New complexity Questions


Goldilocks
conditions

Het ouder worden Nieuwe chemische Wat maakt een
en doodgaan van elementen element belangrijk in
sterren van ons dagelijks leven?
waterstof en helium

Ongelofelijk hoge 92 elementen met


temperaturen en unieke
druk eigenschappen die
in miljoenen
manieren kunnen
combineren.
Hierdoor kunnen er
nieuwe chemische
componenten
ontstaan.

Kernfusie

Video: Beluisteren en samenvatten in EIGEN woorden.


Na Threshold 2 had het universum aardig wat sterren, maar het grootste gedeelte van de
ruimte was koud, donker en voor het grootste deel leeg. Op dit moment bestond het
universum maar uit twee soorten materie, namelijk waterstof en helium. Dit zijn beide lichte
gassen. Deze twee gassen kun je niet mengen, waardoor het best saai blijft in het
universum. Het universum heeft meer chemische elementen nodig. Om nieuwe elementen
te maken moet je meer protonen en neutronen samenvoegen. Dit kan alleen gebeuren als je
erg hoge temperaturen hebt. Deze temperaturen zijn alleen te vinden in sterren die ouder
worden of sterren die doodgaan. Dit zijn ook de ingrediënten van deze Threshold. Grote
sterren hebben zoveel massa, dat ze ongelofelijk hoge temperaturen kunnen produceren.
De temperatuur kan nog hoger worden als de ster geen waterstof meer heeft. Als dit gebeurt
stopt de kernfusie in het midden van de ster. Hierdoor ‘’ontploft’’ de ster. Hierbij ontstaan
zulke hoge temperaturen dat uit helium koolstof kan worden. Als een ster geen helium meer
heeft gebeurt hetzelfde weer opnieuw. Een supernova ontstaat als een erg grote ster dood
gaat. Deze explosie is zo groot dat de ster licht geeft als een heel sterrenstelsel. Hierbij komt
dan genoeg warmte vrij om alle elementen van het periodieke systeem te produceren. Al
deze elementen worden in de ruimte geschoten, nu heb je een universum vol met
chemische elementen.

Crash Course Big History: Why Star Stuff Matters.


Ongeveer drie minuten na de big bang zijn de twee lichtste elementen ontstaan, helium en
waterstof. Het universum is te snel afgekoeld om nog meer elementen te produceren. Het
universum was een duistere zee van straling waar licht niet eens uit kon ontsnappen.
Voordat koolstof bestond was er eigenlijk niets. Koolstof ontstond toen de eerste ster werd
gevormd doordat helium en waterstof erg dicht tegen elkaar werden gedrukt. Koolstof was er
dus, dat betekend dat er nu ook sterren in het universum waren.
Koolstof is erg belangrijk op aarde. Het is namelijk een van de essentiële bouwstenen van
organisch leven. Koolstof is een lichte stof die in de vroege jaren van de aarde zich heeft
gecombineerd met zuurstof. Dit is opgestegen en vormde een rode gloed boven de aarde in
de atmosfeer. Koolstof is een stabiel element, hierdoor kan het erg goed moleculaire
verbindingen aangaan. Zonder koolstof zouden 95% van deze verbindingen niet hebben
bestaan. Koolstof is verder nog belangrijk voor het voedsel wat wij eten. Het meeste eten
bestaat namelijk voor 45% uit koolstof. Zonder koolstof hadden wij nu dus honger gehad en
waren we er helemaal niet geweest. Planten hebben koolstof ook nodig.
Omdat koolstof zo flexibel is kan het makkelijk verbinden met zuurstof, waterstof en stikstof.
Ook kan het gebruikt worden om erg lange moleculen met elkaar te verbinden. Dit is handig
als je bedenk hoe complex het leven op aarde is. Uit zulke complexe moleculen zijn de
eerste eencellige levende wezens ontstaan. Steenkool is ontstaan doordat planten werden
bedekt met zand. Onder hoge druk is dan steenkool ontstaan. Hier hebben de eerste
mensen gebruik van gemaakt.
Steenkool heeft voor meerdere dingen gezorgd, het heeft voor de industriële revolutie
gezorgd toen James Watt de stoommachine heeft uitgevonden. De wereld was opeens veel
meer met elkaar verbonden. Steenkool kan ook olie of gas zijn geworden onder hoge druk
en warmte.
Koolstof kan ook onze ondergang worden. Wij zijn namelijk afhankelijk van deze stof, en als
deze stof er niet meer is dan hebben wij een groot probleem. Vele vervoersmiddelen draaien
op olie of gas. Dit zijn weer producten die uit koolstof bestaan. We ‘pompen’ grote
hoeveelheden koolstofdioxide in de lucht, hierdoor wordt de aarde steeds warmer en kunnen
we waarschijnlijk ooit niet meer op deze aarde leven.

Unit 3.2
Crash course chemistry: The Periodic Table
Dmitri​ ​Mendeleev, is de oorspronkelijke maker van het begin van de periodieke systeem, hij
heeft niet het volledig periodiek systeem gecreëerd, omdat veel elementen toen nog niet
ontdekt waren. Toen hij het periodiek systeem maakte, waren er veel openingen in de tabel,
eerst werd er gedacht door andere wetenschappers dat dat gewoon zo was, maar hij kwam
erachter dat die elementen gewoon nog niet gevonden waren.
De reden dat de periodieke tabel van Mendeleev beter was dan die van andere
wetenschappers, was simpelweg omdat hij er het meest van wist, en realiseerde dat het
periodieke systeem grote gevolgen kon hebben.

Bestudeer samen met buurman buurvrouw de artikelen over.


​1. Dmitri Mendeleev
Hij heeft het periodieke systeem ontwikkeld, niet volledig, want in zijn tijd waren nog
niet alle elementen die er nu instaan ontdekt.
(Door de crash course te kijken begrijpen we genoeg van Dmitri Mendeleev, en hoeven wij
dit artikel niet te lezen).

​ ​2. Marie Curie


In 1897 begon Marie Curie met experimenten. Deze experimenten zouden de
voorlopers van de wetenschap rondom de radioactiviteit zijn. Ook heeft het de medische
wereld verandert en wat we weten over de structuur van een atoom is toegenomen.
(Veel meer valt hier niet over te vertellen. Alles zullen wij toch niet op de toets kunnen
schrijven).
Unit 3.3
Crash Course Astronomy: Stars
Sterren kunnen in verschillende categorieën worden ingedeeld als je gebruikt maakt van het
spectrum.
Sterren zijn hete, dichte ballen uit gas. Zij geven een constant spectrum af, oftewel, ze
zenden licht uit op verschillende golflengtes. Sterren hebben ook atmosferen. Het gas
hieronder absorbeert licht in bepaalde golflengtes. De golflengtes hangen van het element af
in de ster. Het resultaat is dat het spectrum van een ster gaten heeft. Donkere stukken waar
verschillende elementen verschillende kleuren absorberen. Vroeger werden sterren
gecategoriseerd op basis van hun waterstofgehalte. Door de spectrograaf Annie Jump
Cannon is er een nieuw systeem gemaakt. Zij heeft sommige van de oude classificaties
samengevat of weggelaten. Deze heeft ze dan opnieuw gesorteerd aan de hand van sterke
en uitzien van de ster.
Samen met de afstand van de sterren heb je erg veel informatie over de ster zelf. Zoals over
de helderheid/lichtsterkte, grootte en temperatuur. Met de afstand en helderheid van een
ster kun je de energie berekenen die de ster afgeeft. Als twee sterren dezelfde grootte
hebben, maar de ene is heter dan de andere, dan zal de hetere helderder zijn.
Ejnar Hertzsprung en Henry Norris Russell hebben de lichtsterkte van de sterren tegen te
temperatuur van de meeste sterren uitgezet. Dit wordt het
HR-diagram genoemd. Dit is het belangrijkste diagram in de
astronomie. In dit diagram zijn de heldere sterren bijna helemaal
boven, de wat zwakkere lichtgevende sterren zijn bijna beneden.
Hete blauwe sterren zijn te vinden aan de linkerkant, de koele
rode sterren zijn te zien aan de rechterkant. De meeste sterren
blijven op de zogenoemde ‘’main sequence’’. Dit is de dikke lijn
in het midden van het diagram. Hier verblijven ze de meeste tijd
van hun leven.

Unit 3.4
Crash Course Astronomy: The Sun
De zon is een ster, die aangedreven wordt door kernfusie in zijn kern. Heet plasma beweegt
in de zon, en creëert een magnetisch veld, die kan veranderen in een sunspot (zonnevlek),
solar flares (zonnevlammen) en coronal mass ejections (coronale massa-uitstoot). Deze
evenementen kunnen voor poollicht, stroomuitval en schade aan satellieten zorgen op
aarde.
Onze zon staat in de top 10% van de grootste sterren in het universum, in ons sterrenstelsel
is de zon het dominantste object: het is helderder, groter en heeft meer invloed dan alle
andere sterren.
Doordat er in de zon een heel erg hoge druk en temperatuur is wordt waterstof volledig
geïoniseerd. Dit betekent dat de elektronen in de atomen ontdaan worden van protonen.
Doordat al deze protonen los zitten worden ze door de reusachtige druk samen gefuseerd.
Door deze gebeurtenis ontstaat helium, en door middel van helium ontstaat energie in de
zon. Door convectiestromen wordt warmte verplaatst in de zon, het gaat naar het
oppervlakte waar het afkoelt en zinkt dan weer naar binnen, waar het weer opwarmt en
opnieuw gebeurt. De corona is een soort atmosfeer van de zon, dit gedeelte is een stuk
warmer dan de rest van de zon.
Threshold 4

Inleiding:
Threshold 4 is alweer de 4e threshold van BHP. In deze threshold gaat het over hoe de
aarde en ons zonnestelsel zijn gevormd. Ook de verschillende manieren van het
zonnestelsel bekijken worden toegelicht. Verder wordt er gekeken naar het verleden van de
aarde, hoe zag de jonge aarde er namelijk uit? Tenslotte gaat het over Exoplaneten, wat zijn
dit nou? Hieronder wordt uitgelegd hoe het zonnestelsel zich geformeerd heeft, hoe alle
planeten zijn ontstaan aan de hand van accretie, hoe de maan en aarde ontstaan zijn en
hoe de continenten op aarde vorm hebben gekregen.

Opdracht:
ANW Unit4 Leerdoelen uitgewerkt

1. Uitleggen hoe ons zonnestelsel zich geformeerd heeft;


De zon was de eerste ster in ons zonnestelsel, deze is ontstaan in een nebula. In een
nebula duwen atomen tegen elkaar aan. Hierdoor ontstaat warmte. Omdat het steeds
warmer wordt, gaan de atomen sneller bewegen, waardoor het nog warmer wordt.
Opgegeven moment is er een temperatuur bereikt waarbij protonen en atomen samen gaan
smelten. Dit proces wordt nucleaire fusie genoemd. Door deze fusie is er een grote bal van
energie en warmte ontstaan. Deze bal wordt onze zon genoemd.
Er waren meer dan genoeg materialen die de zon niet had opgenomen in de nebula. Deze
gingen in een baan om de zon draaien. Door accretie gingen deze atomen zich
samenvoegen. Hierdoor werden ze steeds groter.
Als een object groot genoeg is, dan is er geen geluk meer nodig om een botsing te
veroorzaken, want dit gebeurt nu sowieso. De objecten hebben nu zwaartekracht. Als er te
veel botsingen plaatsvinden kan een object kapot gaan, als de botsingen langzaam genoeg
verlopen kunnen de objecten zich samenvoegen.
Dit proces ging zo'n 10 tot 100 miljoen jaar door totdat er acht planeten over waren. Deze
planeten hebben nu geen stof meer in hun baan.
Bij "stellar winds" stuurde de zon energie en deeltjes in een stroom. Omdat deze winden
sterk waren zijn de gassen van de planeten dicht bij de zon weggeblazen. Hierdoor bleven
er kleine planeten uit stenen en metalen over. De overige vier planeten zaten ver genoeg
van de zon af waardoor hun gassen niet weggeblazen werden. Deze planten hebben wel
een kleine stenen kern, maar ze bestaan voornamelijk uit gas.
Hierdoor zijn er planeten uit gesteenten ontstaan en de gasachtige planeten.

2. Uitleggen hoe de aarde en de overige planeten zijn ontstaan aan de hand van
accretie;
Ongeveer 4,56 miljard jaar geleden zijn de aarde en andere planeten ontstaan. Deze zijn
gevormd door accretie met materiaal uit de zonnenevel. Toen de zon eenmaal was gevormd
heeft de zwaartekracht ervoor gezorgd dat het overgebleven gas en stof rond de zon ging
zweven. Door botsingen tussen deze deeltjes ontstonden steeds grotere stukken. Dit proces
wordt accretie genoemd. Langzamerhand ontstaan er steeds grotere stukken en uiteindelijk
planeten zoals de aarde.

3. Uitleggen hoe de maan is ontstaan;


Er zijn verschillende theorieën over hoe de maan is ontstaan, maar er is niets zeker. De
theorie die het meest waarschijnlijk is volgens de wetenschappers is dat er een kleine
planeet was. Deze planeet was ongeveer 10 keer zo klein als de aarde. Dit planeetje botste
tegen de aarde aan. Sommige materialen werden geabsorbeerd door de aarde, maar
sommige materialen werden ook weer de ruimte ingeschoten. De aarde kon een deel
absorberen omdat zij toen nog een zachte aardkorst had. De materialen die in de ruimte
werden geschoten hebben zich samengevoegd en draaien nu in een baan om de aarde als
maan.

4. Uitleggen hoe de zon is ontstaan;


De zon was de eerste ster in ons zonnestelsel, deze is ontstaan in een nebula. In een
nebula duwen atomen tegen elkaar aan. Hierdoor ontstaat warmte. Omdat het steeds
warmer wordt, gaan de atomen sneller bewegen, waardoor het nog warmer wordt.
Opgegeven moment is er een temperatuur bereikt waarbij protonen en atomen samen gaan
smelten. Dit proces wordt nucleaire fusie genoemd. Door deze fusie is er een grote bal van
energie en warmte ontstaan. Deze bal wordt onze zon genoemd.

5. Uitleggen hoe de aarde aan zijn vorm, continenten, aardkorst en atmosfeer komt;
De aarde is ontstaan door accretie, zoals bij vraag 2 al is uitgelegd. Toen de zon is ontstaan
draaide het overige gas en stof rond de zon door de zwaartekracht. Deze stukken zijn gaan
klonteren totdat er grote bollen zijn ontstaan, oftewel planeten. Op deze manier is ook de
aarde ontstaan en heeft zijn vorm gekregen. De aardkorst bestaat voornamelijk uit
gesteenten zoals Granodioriet, gabbro en basalt. De buitenste laag van de aarde wordt ook
wel de aardkorst genoemd. De aardkorst is ook ontstaan tijdens het proces van accretie. Dit
is vrij logisch, aangezien de aarde door accretie is ontstaan, de buitenste laag van de aarde
dus ook, want die hoort bij de aarde. Er zijn verschillende theorieën over het ontstaan van de
atmosfeer. Als je het van de gelovige kant bekijkt zou je kunnen zeggen dat god in een van
de zeven dagen tijdens het maken van de aarde ook de atmosfeer gemaakt heeft. Volgens
de wetenschap is de atmosfeer ontstaan door het vrijkomen van gassen tijdens
vulkaanuitbarstingen. Deze gassen werden vastgehouden door de zwaartekracht, op deze
manier is de atmosfeer gevormd. De atmosfeer bestaat voornamelijk uit CO2.
De continenten waren eerst allemaal een. Het was een groot continent wat pangea werd
genoemd. Dit continent is uit elkaar gedreven tot verschillende enkele continenten. Hierdoor
zijn de verschillende aparte continenten ontstaan.
Threshold 5

Inleiding:
In de 5e threshold wordt het leven geïntroduceerd. Dit is opgenomen in een aparte threshold
omdat het een nieuwe complexiteit is. Er worden veel dingen behandeld, onder andere of er
nog ergens anders in het heelal ook nog leven is. We kunnen hier wel over speculeren,
maar echt concreet kunnen we niet worden. Er zal dus zo goed mogelijk uitgelegd worden
wat leven is, hoe het leven begon (en dus ook wat de goldilocks voorwaarden hiervoor
waren), wat DNA is, hoe de biosfeer werkt en wat de evolutietheorie is en hoe de de
ontwikkeling op aarde verklaard.

Opdracht:
ANW Unit 5 Leerdoelen uitgewerkt

- Uitleggen wat leven is;


Een zeer belangrijk ding van het leven is een organisme. Dit moet een wezen zijn en niet
iets, dus geen cellen klompje. Ook moet het organisme zelf-generatie en zelf-onderhoud
kunnen doen.
Met zelf-generatie wordt bedoeld dat een eencellig organisme kan groeien en zich daarna
splitsen in twee cellen. Dit proces moet moet herhaalbaar zijn. Bij meercellige organismen
zoals mensen moet er uit een ei een embryo kunnen ontstaan die groeit tot een
volwassenen. De volwassenen moeten dit dan weer kunnen herhalen. Bij deze processen,
dus bij zelf-generatie, zijn proteïnen zeer belangrijk.
Met zelf-onderhoud wordt bedoeld dat een organisme zelf energie verzameld om het
lichaam te “onderhouden”. Een voorbeeld hiervan is fotosynthese waarbij planten de glucose
consumeren.
De organismen moeten kunnen evolueren, dus veranderen door mutaties. Door natuurlijke
selectie zal worden bepaald of deze mutatie zal blijven of niet. Het doel van het leven is
jezelf voortplanten, je DNA afgeven aan je nakomelingen.

- Uitleggen hoe het leven begon;


Het eerste leven is hoogstwaarschijnlijk begonnen diep in de oceaan bij breuken. Deze
breuken zaten in de korst van de aardmantel. Hierdoor kwamen er veel chemicaliën en
energie naar boven. Dit zijn de goldilocks conditions voor het leven geweest. Door deze
twee dingen was het vrij makkelijk om simpele moleculen te creëren. Deze moleculen
hadden maar een atoom of 10. Voorbeelden zijn aminozuur, wat ontstaan is op basis van
proteïnen, en nucleotiden wat op basis van DNA is ontstaan.

- The molecule of life uitleggen, namelijk DNA;


DNA is een vrij belangrijk onderdeel van je lichaam. Het bevat namelijk al je erfelijke
informatie. DNA is een onderdeel van je genen, elk gen bevat een ander erfelijk eigenschap.
Omdat niemand gelijk is, is DNA ook bij iedereen verschillend. DNA kun je vinden in elke cel
van een organisme, want het bepaalt ook wat er gebeurt in je lichaam. Dit gebeurt door
eiwitten die het DNA verstuurt, zelf doet het namelijk niets. De mens heeft 46 chromosomen,
hieruit is het DNA opgebouwd. Het aantal chromosomen verschilt per organisme.

- Uitleggen wat de goldilocks-voorwaarden voor het leven zijn;


Er zijn een drietal goldilocks-voorwaarden voor het leven.
Ten eerste is er een omgeving nodig met exotische, interessante en uitgebreide scheikunde.
Dit is nodig omdat atomen anders niet samen kunnen voegen, dit gebeurt voornamelijk in
een exotische omgeving. Planeten die rotsig zijn komen ook goed van pas. Dit is zo omdat
ze een grote diversiteit hebben van elementen. Ook zitten er de elementen tussen die je
nodig hebt voor organisch leven; koolstof, waterstof, zuurstof, stikstof, fosfor en zwavel.
Ten tweede is er energie nodig. Niet te veel, maar ook niet te weinig. De aarde heeft deze
energie gekregen van de zon en haar gesmolten kern.
De derde en laatste goldilock-voorwaarde is dat er vloeistoffen aanwezig moeten zijn.
Voornamelijk water is belangrijk.

- Uitleggen hoe onze biosfeer fungeert;


Door te kijken naar het woord biosfeer kunnen we al achterhalen wat biosfeer betekent. Bio
betekent leven, en met sfeer wordt rond de aarde bedoeld. De biosfeer bevindt zich in de
hydrosfeer, atmosfeer en lithosfeer. De biosfeer is het gedeelte van de aarde waar leven
mogelijk is. Hier leven dus alle organismen. Er is hier alleen leven mogelijk omdat we hier
zuurstof hebben. Opvallend is de overeenkomst in de samenstelling van de bouwstenen van
de aarde en die van de bewoners. De elementen van deze bouwstoffen zijn onderdeel van
een kringloop die nooit zal ophouden. In de biosfeer is er een evenwicht tussen het
opbouwen en gebruik van organische stoffen. Alle organismen hebben een eigen functie om
het evenwicht in stand te houden. Door dit evenwicht is de biosfeer “bewoonbaar”. De mens
kan als enige organisme dit evenwicht doorbreken.

- Uitleggen hoe de evolutietheorie luidt;


De evolutietheorie verklaart de evolutie van het leven op aarde en hoe het komt dat er
zoveel verschillende soorten op de aarde leven. De evolutietheorie is een theorie uit de
natuurwetenschappen. Met evolutie wordt het veranderen van erfelijke eigenschappen
binnen een populatie van organismen beschreven. Charles Darwin en Alfred Russel Wallace
zijn erg belangrijke grondleggers van de evolutietheorie geweest. Darwin heeft zijn theorie
gepubliceerd in zijn eigen boek. De wetenschappelijke wereld heeft deze theorie kort na
publicatie algemeen geaccepteerd. In de evolutietheorie wordt een basis gegeven voor het
onderzoek naar genen en DNA.

- Uitleggen hoe deze theorie de ontwikkeling op aarde verklaart;


De evolutietheorie is een proces waarbij de erfelijke eigenschappen van het ene organisme
worden doorgegeven op de nakomelingen. Dit gaat generaties lang door. De erfelijke
eigenschappen zullen langzamerhand veranderen. Dit komt door genetische variatie en
natuurlijke selectie. De organismen die zwak zijn zullen het niet overleven. Hierdoor worden
de nakomelingen “sterker”. Op deze manier zullen steeds “betere” organismen ontstaan die
beter opgewassen zijn tegen de gevaren van de aarde.
- Uitleggen hoe deze theorie onder vuur genomen wordt;
Er zijn natuurlijk altijd wel mensen die het niet eens zijn met theorieën. De evolutietheorie is
een scheppingsverhaal net zoals die uit de andere geloven. De evolutietheorie is dus ook
een soort van geloof. Sommige mensen geloven erin, anderen niet.
Tegenstanders van de evolutietheorie zeggen dat er nog vier concepten in de
evolutietheorie ontbreken. Men vindt dat de embryonale ontwikkeling, plasticiteit
(verschillende kenmerken die afhankelijk van de omgeving geuit worden), niche constructie
(de invloed van organismen op hun omgeving) en niet-genetische overerving nog
toegevoegd moeten worden. Deze concepten zijn eerder wel eens onderzocht, maar worden
niet gezien als processen die veel met de evolutietheorie te maken hebben. De
tegenstanders vinden dit onzin, volgens hun spelen deze vier concepten een belangrijke rol
als drijvende kracht in de evolutie. Plasticiteit en bepaalde dingen in de embryonale
ontwikkeling kunnen de eerste stap zijn in de oorsprong van nieuwe kenmerken.
Niet-genetische processen kunnen het evolutionaire proces sterk beïnvloeden, zoals
epigenetica. Niche constructie kan voor een selectiedruk bij de organismen zorgen.
Threshold 6

Inleiding:
In deze threshold gaat het over onze voorouders en hoe wij, de mens, daaruit zijn
voortgekomen. We leren hier waarom de mens speciaal is en hoe het komt dat wij zo veel
grote dingen kunnen doen die invloed hebben om onze omgeving. Het begrip “collective
learning” heeft hier een belangrijke rol bij gespeeld, wat “collective learning” precies is, valt
hieronder te lezen.

Opdracht:
ANW Unit 6 Leerdoelen uitgewerkt

1. Uitleggen hoe de evolutie van de mens is verlopen;


65 miljoen jaar geleden stierven de Dinosauriërs uit. Er ontstond een spitsmuis achtig
wezen. Deze zou uiteindelijk tot de mens evolueren. Er was een lange tijd een gezamenlijke
lijn tussen te apen en van de oude primaten, maar ongeveer 25 tot 30 miljoen jaar geleden
splitste deze lijn. Hierdoor zijn de chimpansees die we nu kennen geen voorouder van ons,
maar we hebben wel een gezamenlijke voorouder. De voorouders van de mens leefde in
bossen, maar omdat het klimaat veranderde verdwenen deze bossen en ontstonden er
savannes. Hierdoor konden we niet meer makkelijk schuilen voor vijanden. Op dit punt zijn
de benen ontwikkeld, simpelweg gewoon om weg te kunnen rennen van vijanden zoals
roofdieren. Tijdens deze evolutie zijn de primaten begonnen met het gebruik van
voorwerpen om bijvoorbeeld te jagen. Het brein van deze primaten begon langzamerhand te
groeien. De groei van het menselijke brein heeft ook te maken met dat we gebraden vlees
zijn gaan eten. Hierdoor kon het verteringssysteem kleiner worden en de energie die
overbleef kon gebruikt worden voor het brein.

2. Uitleggen welke mensensoorten ons voor zijn geweest;


De evolutielijn van de chimpansees en de bonobos liepen vrij gelijk samen met die van de
mens. Maar 5 tot 7 miljoen jaar geleden splitste deze lijn af. De primaten zijn tot veel soorten
geëvolueerd, het precieze aantal weten we niet, maar het zijn er in ieder geval 18. Dit zijn de
18 soorten mensachtigen, ook wel “Hominines” genoemd. Al deze soorten die er waren, zijn
er niet meer. De enige soort die nog over is, zijn de homo sapiens, dat zijn wij. De 18
soorten konden worden ingedeeld in drie categorieën, namelijk: ​Homo habilis (1,8 tot 2,5
miljoen jaar geleden),​ de​ Homo erectus (2 tot 4 miljoen jaar geleden)​ en de A
​ ustralopithecus
(2 tot 4 miljoen jaar geleden).​

3. Uitleggen wat het idee is van collectief leren;


Het idee van collectief leren is vrij simpel. Een organisme kan ongelofelijk slim zijn en heel
veel ideeën hebben. Maar als deze ideeën niet doorgegeven kunnen worden aan de
volgende generatie of andere mensen, dan zal er nooit iets mee gebeuren. Dit was vroeger
het geval. Organismen waren op zichzelf gesteld omdat ze niet konden communiceren.
Hierdoor kan er niet veel evolueren omdat de informatie simpelweg niet doorgegeven wordt.
Vanaf het moment dat organismen konden communiceren, op wat voor manier dan ook, is
het collectief leren gestart. Opgebouwde informatie in een leven kon doorgegeven worden
naar de volgende generatie. Deze konden deze informatie wederom gebruiken en weer
verder geven. Zo leer je van elkaar. De informatie accumuleert en heeft ons gebracht waar
we nu zijn.

4. Uitleggen wat de mens zo anders maakte van haar voorganger;


Waarom zijn wij nou zo anders dan onze voorgangers? Deze vraag ga ik hier beantwoorden.
Wij, de homo sapiens, maken gebruik van ingewikkeld gereedschap. Hiermee maken we
bijvoorbeeld huizen en kleding. De homo sapiens hebben zich over de hele wereld
verspreid. Ook onze manier van communiceren is erg uitgebreid, wat ervoor zorgt dat
collectief leren mogelijk is en ideeën niet verloren gaan wanneer iemand overlijdt.

5. De psychologische hoek uitleggen over onderzoek naar het gedrag van mensen;
De psychologie is natuurlijk iets heel uitgebreids. Je kunt er op veel verschillende manieren
naar kijken. Het gedrag van mensen kan door veel dingen beïnvloed worden, bijvoorbeeld
door de omgeving. Keuzes die wij en onze voorouders hebben gemaakt, hebben ons hier
gebracht. Er zit een verband tussen de keuzes die ze hebben gemaakt en de psychologie.
Zoals al geschreven kan de omgeving de gemaakte keuze beïnvloeden. Hoe het
keuzeproces benaderd wordt is ook van belang. Er zijn mensen die een sterkere neiging
hebben tot nadenken over een beslissing dan andere mensen. Het verschil tussen deze
mensen wordt beïnvloed door de ​need for cognition.​ Dat is de mate waarin mensen het leuk
vinden om na te denken. Deze ​need for cognition​ ​speelt dus een rol bij de keuzes die
mensen maken. Wat wederom weer het gedrag van mensen beïnvloed. Ook de ​need for
closure​ k​ an een rol spelen. Dat is namelijk de mate waarin mensen snel een definitief
antwoord op een vraag willen hebben. Men wil dan eigenlijk geen onzekerheid of verwarring,
maar gewoon een goed antwoord waar je iets aan hebt. Dit zijn allemaal factoren die het
keuzevermogen en het gedrag van de mens beïnvloeden. Er zijn er nog een aantal meer,
maar deze twee heb ik behandeld.

6. Kudde gedrag omschrijven;


Je kent het spreekwoord “als een schaap over de dam is, volgt de rest” vast wel. Dit is heel
simpel gezegd kuddegedrag. Zo werkt het ook bij mensen. Een enkel/individueel persoon
denkt veel minder na en volgt gewoon het gedrag van de groep. Er wordt als een groep
gedacht, ook wel groepsdenken genoemd. Mensen vertonen kuddegedrag omdat het een
gevoel van veiligheid geeft, een ‘samen staan we sterk’ gevoel. Dit komt vooral voor als je je
in een nieuwe omgeving bevindt. Men denkt namelijk dat een groep mensen meer kennis
heeft dan een individu. Ook wel sociale overleving. Dit zal vroeger zeker een grote rol
hebben gespeeld tijdens het overleven van onze voorouders.
Threshold 7

Inleiding:
De mens moet natuurlijk ook wat eten. De landbouw is dus ontstaan en de beschavingen die
hierbij hoorden. Doordat er beschavingen ontstonden moesten mensen niet meer
verplaatsen van plek naar plek. Dit onderwerp wordt behandeld in threshold 7. Het
hoofdonderwerp van threshold 7 is dan ook de landbouwrevolutie. Er zal worden ingegaan
op de verschillende aspecten die hierbij horen. Dus welke veranderingen de landbouw heeft
veroorzaakt, hoe de beschavingen zich hebben ontwikkeld en hoe de vier wereldzones zich
hebben ontwikkeld.

Opdracht:
ANW Unit 7 Leerdoelen uitgewerkt

1. Uitleggen hoe de landbouwrevolutie zich heeft ontwikkelt;


De eerste mensen hebben overleefd door te zoeken naar eten door van plek naar plek te
gaan. Ze bleven nooit erg lang op een plek. Wanneer de goederen op waren en de
seizoenen veranderen, verhuisden de mensen naar een andere plek. Op een gegeven
moment leerde de mens gewassen te verbouwen. Hierdoor bleef de mens nu op een plek,
om de gewassen te verbouwen. Ook werd er vee gehouden. De mens leerde hoe je beter
om kunt gaan met de energie van de planten en veranderde de planten zodat we er beter
gebruik van kunnen maken. Hier heeft de landbouw echt voor gezorgd. Om nog beter
gebruik te maken van de energie van de zon die gebruikt wordt bij fotosynthese, hebben
mensen het landschap aangepast in hun voordeel. Hierdoor groeiden de populaties en
ontstonden er landbouwsamenlevingen. Door deze vooruitgang is het collective learning
versneld. Dit komt omdat mensen nu dichter bij elkaar leven.

2. Uitleggen wat Malthus en de natuurtoestand is;


De natuurtoestand is een sociale toestand uit de filosofie. Deze toestand gaat vooraf aan
een georganiseerde staatsvorm. Er zijn verschillende ‘lagen’ in de maatschappij. De hogere
lagen hebben meer macht. Deze natuurtoestand kwam naar voren in de nieuwe dorpen en
maatschappijen. Er moest toch wel iemand zijn die het woord had en alles een soort van
organiseerde, anders zou het fout gaan. Deze natuurtoestand is beschreven door Thomas
Malthus. Hij wees op de gevaren van een te grote bevolkingsgroei. Veel valt er niet te vinden
over de natuurtoestand, dus het is een beetje gissen.

3. Veranderingen door de landbouw verklaren;


Door de landbouw zijn er een aantal dingen veranderd. Omdat mensen gewassen gingen
verbouwen, moesten ze die verzorgen, water geven, bemesten, etc. Hierdoor bleven ze nu
waar ze waren en verhuisden niet steeds op zoek naar nieuwe plekken met nieuw voedsel.
De mens ging gewassen telen die het meest voedingsrijke waren, en waren niet meer
aangewezen op wat er in de omgeving te vinden was. Ook was er sprake van domesticatie,
mensen gingen dieren houden om ze later te eten. Door de landbouw groeiden de
populaties, er kwamen meer monden om te voeden en dus bouwde men vooral gewassen
aan en hield dieren die het voedingsrijkst waren. Men merkte dat de landbouw heel handig
was, en bleef dus op een plek. Op de plekken waar aan landbouw gedaan werd ontstonden
dorpen, de eerste landbouwsamenlevingen. Door de klimaatverandering die plaatsvond kon
de landbouw überhaupt plaatsvinden. Door overpopulatie, dus erg veel mensen, werd het
noodzakelijk.

4. Verschillen benoemen tussen de prehistorie en de historie;


Het is verschil tussen de prehistorie en de historie is vrij simpel uit te leggen. De historie is
een tijd waarin er verhalen geschreven zijn, dit is allemaal bewijsmateriaal voor ons dat de
mens al lang geleden bestond. Dit schrijven begon ongeveer 5000 jaar geleden. Een
vertelde tekst wordt als minder betrouwbaar gezien dan een geschreven tekst. Dit omdat
een geschreven tekst niet zo makkelijk veranderd kan worden.
In de prehistorie werden helemaal geen dingen geschreven, als er verhalen van A naar B
moesten, dan ging dat van mond tot mond. Soms werden er verhalen getekend op muren in
grotten, hierdoor weten wij tegenwoordig nog wel wat van de prehistorie. Maar over het
algemeen zijn er weinig verhalen overgebleven uit de prehistorie omdat ze gewoon vergeten
werden, of de verhalen veranderden als ze vaak verteld werden.

5. De ontwikkeling van de beschaving omschrijven;


Mensen bleven op één plek, en maakten gebruik van landbouw en dieren. Toen de mens
had geleerd hoe je dieren kunt temmen, werden ze gebruikt voor allerlei zaken. Bijvoorbeeld
voor wol, melk of spierkracht. Door deze ontdekking konden beschavingen hard groeien en
ontstonden er eerste dorpjes. Toen de dorpjes ontstonden, ontstond ook de wil naar macht.
Sommige mensen kregen meer macht in een dorp dan anderen. Deze mensen maakten dan
bijvoorbeeld beslissingen over de verdeling van het eten in het dorp. De dorpen groeiden
uiteindelijk uit naar steden met heel veel mensen.

6. De ontwikkeling van de vier wereldzones omschrijven en hun verbanden


benoemen;
Er zijn vier wereldzones, namelijk: Afro-Eurazië, de Amerika’s, Australazië en de Pacifische
eilanden.
Een wereld-zone kan gezien worden als een groot gebied van aan elkaar vastzittende
landmassa waar mensen op leven. Er was veel interactie tussen de verschillende
wereldzones totdat de laatste ijstijd ervoor heeft gezorgd dat de wegen tussen de
wereld-zones niet meer begaanbaar waren. De wereldzones hadden nu geen interactie met
elkaar, totdat de Europeanen in de 15e eeuw de wereld met boten gingen verkennen. De
Pacifische eilanden werden pas later bewoond toen de mensen gingen varen, omdat hier
eerst niemand kon komen.
Door uitwisseling tussen de wereldzones ontdekten de andere mensen nieuwe culturen en
technieken.

7. Het ontstaan en de kenmerken van de landbouwsamenleving beschrijven;


De landbouwsamenleving is ontstaan omdat mensen niet meer van plek naar plek reisden
om naar voedsel te zoeken, maar op één plek bleven. Hier gingen mensen gewassen
verbouwen en dieren houden. De mens leerde om beter gebruik te maken van de energie
van de zon door bijvoorbeeld met planten dieren te voeren zodat zij voeding rijker worden.
Omdat mensen niet meer steeds verhuisden kwamen er meer kinderen. Dit was eerst niet
zo, omdat kinderen natuurlijk een extra last zijn tijdens het verhuizen. Maar door de kinderen
kwamen er extra monden die te voeden waren, waardoor er op een zo efficiënte wijze eten
verkregen moest worden. De landbouw werd noodzakelijk. De landbouw kon alleen
plaatsvinden door de klimaatverandering die heeft plaatsgevonden na de eerst ijstijd. Er
ontstonden dorpen, de populatie groeide. En zo kwamen er dus de eerste
landbouwsamenlevingen. Een aantal kenmerken zijn: veeteelt, landbouw en groeiende
populatie.
Threshold 8

Inleiding:
In de 8e en laatste threshold van Big History gaat het over de moderne wereld en de
toekomst. Er wordt connectiviteit geïntroduceerd. Het contact tussen verschillende
bevolkingsgroepen was zeer belangrijk aangezien informatie anders niet van man tot man
kon worden overgebracht en dus collective learning niet had kunnen plaatsvinden. Ook
speelt expansie een rol in deze threshold, hoe zijn goederen van A naar B gekomen. Er zal
hieronder onder andere worden toegelicht hoe de moderne wereld ontstaan is, welke impact
de industriële revolutie heeft gehad, wat acceleratie is en wat het antropoceen is.

Opdracht:
ANW Unit 8 Leerdoelen uitgewerkt

1. Uitleggen hoe de moderne wereld ontstaan is;


De moderne wereld is ontstaan door een aantal grote innovaties die gedaan zijn door de
mens. Het begon met de industriële revolutie waarin machines werden ontwikkeld om het
werk voor de mens makkelijker te maken. Er kon aan massaproductie gedaan worden en de
mens was minder nodig in de fabrieken. De welvaart nam toe. Vanaf de 20e eeuw begon de
derde industriële revolutie, ook wel de ‘digitale revolutie’. Hier zijn allemaal uitvindingen
gedaan die de communicatie veranderd hebben, globalisering werd onder andere mogelijk.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam de televisie, de computer, het internet etc. Dit heeft
allemaal bijgedragen aan de wereld waarin we nu leven.

2. Verklaren welke impact de industriële revolutie heeft gehad;


De industriële revolutie wordt beschouwd als de grootste economische omwenteling uit de
geschiedenis. Tijdens de industriële revolutie is er veel innovatie geweest. Er zijn nieuwe
machines uitgevonden zoals de stoommachine die het werk veel makkelijker maakten. De
mens werd langzamerhand vervangen door het gebruik van stoommachines, gas en
elektriciteit. Hierdoor kon er veel sneller gewerkt worden en kon er aan massaproductie van
bijvoorbeeld goederen, voedsel en andere machines gedaan worden. Maar de gevolgen in
de industrie waren niet de enige, er waren ook vrij ingrijpende sociaal economische, politieke
en culturele gevolgen.
Op de lange termijn heeft de industriële revolutie geleid tot een toenemende welvaart. De
vrouwen kregen bijvoorbeeld kiesrecht en geloven wisten zich te emanciperen. Ook de
communicatie en transport is in het dagelijkse leven drastisch veranderd. Je had de
telegraaf, telefoon, trein enzovoort. Hierdoor leek het wel alsof de wereld kleiner werd. Maar
door al deze innovaties is wel een ding drastisch toegenomen, de vervuiling van de aarde.
Door alle machines, gas en elektriciteit werd de hele atmosfeer volgepompt met CO​2​. Daar
merken wij nu de gevolgen van en moeten ze stoppen.

3. De factoren voor acceleratie benoemen;


Collectief leren is erg belangrijk voor voor acceleratie. Om collectief leren te bereiken is
connectie tussen de bevolking van groot belang. Ook een groot bevolkingsaantal kan
helpen. Dat komt omdat er bij een hoog bevolkingsaantal meer kans is dat men iets nieuws
bedenkt. De connectiviteit is belangrijk omdat de nieuwe bedachte ideeën natuurlijk moeten
worden doorgegeven. Hierdoor kunnen ideeën worden samengevoegd om een nog beter
idee te verkrijgen. Als er door innovatie en machines minder mensen werken op een
bepaald gebied, bijvoorbeeld in een fabriek, dan kunnen de overige mensen nieuwe dingen
gaan bedenken waardoor er weer meer innovaties komen. Deze ‘cirkel’ is alsmaar
doorgegaan, en heeft dus voor acceleratie gezorgd.

4. Beschrijven welke kenmerken het antropoceen kende;


Het antropoceen is een tijdperk wat gekenmerkt wordt door de grote impact van de mensen
op de aarde. De mens heeft namelijk de hele aarde veranderd; bossen gekapt, zeeën
leeggehaald en vervuild en dieren bijna laten uitsterven. Dit zijn ook meteen de kenmerken
van het antropoceen. De naam antropoceen wordt weliswaar al door veel mensen gebruikt,
maar hij is nog niet officieel opgenomen in de geologische tijdschaal.

5. Uitleggen dat wij in een risicosamenleving leven vanwege de onzekerheid van ons
toekomstige
planten bestaan;
Aangezien we niet weten wat er gaat gebeuren in de toekomst. Er zou bijvoorbeeld
klimaatverandering kunnen komen waardoor planten het te warm krijgen en niet meer
kunnen leven. Planten zouden ook dood kunnen gaan vanwege kou. Als er een bosbrand
ontstaat door hitte, dan verdwijnen er bomen en dus ook planten. Hierdoor is het vrij onzeker
hoe onze toekomst eruit zal gaan zien.

6. Invullen wat de volgende threshold zal zijn, einde? nieuw leven?, niets?
Dit is volledig speculeren, hierdoor zijn er voor dit leerdoel ook geen bronnen te vinden. Er
zijn veel mogelijkheden voor een nieuwe threshold, er kan helemaal niets gebeuren en alles
blijft hetzelfde, maar alles kan ook drastisch veranderen. Er zou bijvoorbeeld een meteoor
op de aarde af kunnen komen en ervoor zorgen dat de hele mensheid uitsterft net als bij de
dinosauriërs. Dan zouden er weer nieuwe organismen kunnen ontstaan die nog verder
ontwikkeld dan de mens. Als er geen meteoor op de aarde afkomt en de mens doorleeft
zoals ze nu doen, dan is het aannemelijk dat de mens verder zal evolueren. Het collective
learning gaat maar door, de mens blijft nieuwe dingen leren. Zo is de kans best groot dat wij
in een nieuwe threshold gaan leven in de ruimte, dus bijvoorbeeld op Mars. Maar ik heb
geen tijdreismachine, dus ik kan alleen maar speculeren.

You might also like