You are on page 1of 21

Participia in het Nieuwe

Testament van de
Statenvertaling
Dirk-Jan de Kooter
De Statenvertaling van 1637

In opdracht van de Synode van Dordrecht en op kosten van de staat


vervaardigde Bijbelvertaling
Bedoeld als verbetering van de Deux-Aesbijbel
Uiterst brontekstgetrouw
De onvoltooide deelwoorden (zoals zeggende en zijnde) staan voor
de letterlijkheid van de Statenvertaling.
Onvoltooide deelwoorden en letterlijkheid
‘[De Statenvertalers streefden naar] de handhaving van woordsoorten. (…) In
het Nieuwe Testament leidt dit principe tot een opvallende frequentie van
deelwoorden. Er zijn enkele uitzonderingen zoals ‘van alle boom dezes hofs
zult gij vrijelijk eten’ (niet ‘eten[d] eten’).’ (Th. van der Louw, ‘Vertalen volgens de
Duitse romantiek (Schleiermacher, Buber) en soorten letterlijkheid’, Kerk en theologie 57.1 (2006), 59-
79.)

‘Hebraïsmen en graecismen moesten zo veel mogelijk gehandhaafd worden,


zodat de lezer zich zo vertrouwd mogelijk zou maken met de taal van de
heilige Geest (Kaajan, 1914, p. 82). Hier heeft men zich ook aan gehouden,
zoals blijkt uit het veelvuldig gebruikt van het verbindingswoord ‘ende’ en
van het tegenwoordig deelwoord (Sevenster, 1937, pp. 264-267).’ (D. van Miert,
‘De Statenvertaling (1637)’, in: P. Gillaerts (red.), De Bijbel in de Lage Landen. Elf eeuwen van
vertalen (Heerenveen 2015), 406-444, 409.)

‘Zo vinden we in het Nieuwe Testament graecismen, letterlijk uit het Grieks
gehandhaafde uitdrukkingen of zinsconstructies, vanwege de eerbied der
Statenvertalers voor hoe het in de grondtekst staat. Een bekend voorbeeld
hiervan is het veelvuldig gebruik van deelwoorden (hebbende, zijnde,
zeggende, enz.) met soms ingewikkelde zinsbouw’. (L.M.P. Scholten, Statenvertaling
in de 21e eeuw. De HSV op de keper beschouwd (Leerdam 2011), 13.)
Onvoltooide deelwoorden en
letterlijkheid
Het beeld dat brontekstgetrouwheid de enige basis is om onvoltooide
deelwoorden te kiezen, is problematisch.
De Statenvertalers vulden hun tekst soms aan met onvoltooide
deelwoorden.
Het merendeel van de Griekse participia van de grondtekst is niet
met een onvoltooid deelwoord vertaald.
In een enkel geval werden indicativusvormen vertaald met
onvoltooide deelwoorden.
De Statenvertalers werden dus niet door de grondtekst ‘gedwongen’
om onvoltooide deelwoorden te kiezen.
Onderzoeksvraag

Waarom kozen de Statenvertalers van het Nieuwe Testament voor


onvoltooide deelwoorden?
Taalkundige redenen
Redenen vanuit de intertaal
Taalkundige redenen
‘Kansrijke’ participia:
1. Predicatief opgevat participium
2. Meerdere Griekse participia in één Bijbeltekst
3. Een vooraan in de zin staand participium
4. Conjunct gebruikt participium
5. Participium met een werkwoord van gaan, zeggen en waarnemen
6. Participium in de nominativus
1 DOe nu Iesus geboren was te Bethlehem, [gelegen] in Iudea, in de dagen des
Conincks Herodis, siet, [eenige] Wijse van Oosten zijn tot Ierusalem
aengekomen,
2 Seggende, Waer is de geborene Coninck der Ioden? Want wy hebben gesien
sijne sterre in ’t Oosten, ende zijn gekomen om hem te aenbidden.
3 De Coninck Herodes nu [dit] gehoort hebbende, wiert ontroert, ende geheel
Ierusalem met hem.
Intertaal

Taal die ontstaat tussen de brontekst en de doeltaal


Bij de Statenvertaling was dit de taal van het heilige Boek.
Onvoltooide deelwoorden blijken de heiligheid van specifieke
woorden te onderstrepen.
Aangevulde onvoltooide deelwoorden
In het Bijbelboek Handelingen staan aangevulde onvoltooide deelwoorden
steeds in verband met een bevel van een gezagsdrager.
Handelingen 13:47: ‘Want alsoo heeft ons de Heere geboden, [seggende] …’

Vers Toegevoegd deelwoord Gezagsdrager


7:14 bestaende Koning Jozef
7:32 seggende ‘de Engel des Heeren’
10:38 belangende God
13:47 seggende ‘de Heere’
‘sommige, die afgekomen waren van
15:1 seggende Iudea’
‘De Apostelen, ende de Ouderlingen,
15:23 navolgende ende de broeders’
16:36 seggende ‘de Hooft-mannen’
21:26 blijvende Jacobus en ‘de Ouderlingen’
Apocriefe boeken
Bij de Statenvertaling komen in de apocriefe boeken onvoltooide
deelwoorden minder vaak voor dan in het Nieuwe Testament.
De Statenvertalers vertaalden in beide gevallen vrijwel alleen Grieks.
De apocriefen werden wel minder heilig geacht.
Onvoltooid deelwoord Aantal keer in het Aantal keer in de Verhouding
Nieuwe Testament apocriefen
Doende 21 8 2,2
Hebbende 277 115 2,0
Horende 36 19 1,6
Komende 45 14 2,7
Wetende 46 11 3,5
Zeggende 391 66 4,9
Ziende 119 31 3,2
Zijnde 340 186 1,5
Heilige entiteiten

Als een participium met een engel congrueert, wordt dat participium
vaker als een onvoltooid deelwoord weergegeven dan wanneer het
aansluit bij een man of een mens.

Engel Man Mens


Aantal keren dat het woord voorkomt 95 107 233
Aantal keren dat onvoltooide deelwoorden met
het woord congrueren 26 15 27
Gemiddelde 3,7 7,1 8,6
Participia van καταβαίνω (1)
Καταβαίνω kan als nederdalen of als afgaan vertaald worden.
Nederdalen wordt verbonden met ‘wat tot God behoort of van Hem
afkomstig is, van wat als van bovenaardse oorsprong gedacht wordt’.
(G. Geerts e.a., Van Dale. Groot woordenboek der Nederlandse taal. Deel 2 (Utrecht &
Antwerpen 1984), 1799.)

Bij de participia van καταβαίνω die met een vorm van nederdalen
vertaald worden, gebruikten de Statenvertalers relatief vaak een
onvoltooid deelwoord.
Vorm van nederdalen als Ander werkwoord als
vertaling vertaling
Onvoltooid deelwoord als
vertaling 5 4
Andere vertaalwijze 10 16
Participia van καταβαίνω (2)

Bijvoorbeeld:
Handelingen 8:26
‘… op den wegh die van Ierusalem af-daelt nae Gaza, welcke
woest is.’
Openbaring 21:2
‘Ende ick Ioannes sagh de heylige stadt, het nieuwe Ierusalem,
neder-dalende van Godt uyt den hemel … ’
Openbaring 21:10
‘… ende hy toonde my de groote stadt, het heylighe Ierusalem,
neder-dalende uyt den hemel van Godt’
Steeds wordt hier hetzelfde grondwoord καταβαίνουσαν gebruikt.
Wonderen

Bij het aanduiden van wonderen komen onvoltooide deelwoorden


geregeld voor.
Mattheüs 15:31
‘siende de stomme sprekende, de lamme gesont, de creupele
wandelende, ende de blinde siende’
Bij een beschrijving van het eigenlijke wonder werd heel vaak een
Grieks participium met een onvoltooid deelwoord vertaald.
Vers Beschrijving van wonder (waar een participium in de grondtekst staat)
Matth. 8:28-34 Ende sy uytgaende
Matth. 9:1-8 Ende hy opgestaen zijnde
Matth. 9:32-34 Ende als de Duyvel uytgeworpen was
Matth. 9:35 ende genesende alle sieckten ende alle qualen onder den volcke
Matth. 14:25 wandelende op de zee
Matth. 20:34 ende terstont wierden hare oogen siende
Mark. 2:12 ende het beddeken opgenomen hebbende
Mark. 5:13 ende de onreyne geesten uytgevaren zijnde
Mark. 6:48 wandelende op de zee
Mark. 8:24 Ende hy opsiende
Ende hy terstont voor haer opstaende, [ende] opgenomen hebbende ‘t gene
Luk. 5:25 daer hy op gelegen hadde
Luk. 6:8 Ende hy opgestaen zijnde
Luk. 8:33 Ende de Duyvelen uytvarende van den mensche
Joh. 9:7 ende quam siende
Ende hy op-springende stont ende wandelde, ende ginck met haer in den
Hand. 3:8 Tempel, wandelende ende springende
Ende uytgaende (…) Ende als sy door de eerste ende tweede wacht gegaen
Hand. 12:9-10 waren (…) Ende uytgegaen zijnde
Hand. 20:12 Ende sy brachten den knecht levende
Wonderen (2)

Heel soms namen de Statenvertalers een onvoltooid deelwoord als


vertaling zonder dat er een participium in de grondtekst stond.
Dit betreft bijvoorbeeld het wonder van de genezing van de blinden.
Markus 10:52
‘Ende ter stont wiert hy siende …’
Lukas 18:43
‘Ende terstont wiert hy siende …’
Onvoltooide deelwoorden in de intertaal
Lang niet alle specifieke onvoltooide deelwoorden in de
Statenvertaling hebben echter betrekking op het heilige of verhevene,
maar sacraliteit vormt slechts een factor in de keuze voor onvoltooide
deelwoorden.
Lukas 20:11
‘Ende wederom sandt hy noch eenen anderen dienstknecht, maer
oock dien geslagen ende smadelick gehandelt hebbende, sonden
sy [hem] ledigh henen.’
Onvoltooide deelwoorden stonden in zijn algemeenheid voor de
Statenvertalers wel voor ontzagwekkende zaken.
Daarvanuit kan beredeneerd worden wat een inspiratiebron geweest
kan zijn voor de keuze van de onvoltooide deelwoorden in de
Statenvertaling.
Wat was het referentiekader van de Statenvertalers om tot hun
keuze voor onvoltooide deelwoorden te komen?
Plakkaten en ambtelijke teksten

Ambtelijke teksten zijn een geschikte bron om de taal van de


Statenvertaling te contextualiseren:
Ambtelijke teksten werden al sinds de dertiende eeuw vervaardigd in
de Nederlanden.
Plakkaten werden aan het grote publiek bekend gemaakt.
De Statenvertalers werkten in opdracht van de staat en
communiceerden met overheidspersonen.
Festus Hommius was een opsteller van de Dordtse Leerregels, een
leerstellig document dat als plakkaat gepubliceerd is.
Onvoltooide deelwoorden in plakkaten
(1)
Te midden van gecompliceerde zinnen kwamen in plakkaten
onvoltooide deelwoorden voor, die het gebodene uitdrukten:
‘Bevelende tot dien eynde den Presiderende ende Raden van onsen
Hove, mitsgaders den Procureur Generael ende allen anderen
onsen Officieren inde Stadt ende Steden, als oock die
Maerschalcken met den Schouten ende allen anderen Justicieren
ten platten Lande, mitsgaders alle onse in ende opghesetenen,
dese [regels] te achtervolghen op pene als in deselve.’ (A. van Hilten,
Placcaet van de Heeren Staten s' Lants van Utrecht (Utrecht & Amsterdam 1621).)

‘Lastende ende bevelende voorts, allen onzen officieren ende


anderen van onzen vassalen, dat elck in zyne officie zal alle iare
telcken eersten sondaghe van Maerte in de prochiekercke
publiceren ofte doen publiceren dese onze ordonnancie…’(I. van den
Steene, Ordonnanciën, statuten, edicten en placcaten, ghepubliceert in de landen van
herwaerts-over, van weghen der Keyserlicker en Conijnghlicker Majesteyten, ende
haerlieder zeer edele voorzaeten (Gent 1559), 443.)
Onvoltooide deelwoorden in plakkaten
(2)
Daarnaast beschreven onvoltooide deelwoorden de kwade
handelingen:
‘Desnochtans, niet teghenstaende, verstaen wy (tot onsen grooten
leetwesen) dat diuersche luyden soe wel onse ondersaten, als
andere vremde persoonen, hantierende ende verkeerende, in
onsen voorseiden landen van herwaertsovere, met de voorseide
secten, dwalinghen, ende ketteryen besmet ende gheinfecteert
zijnde, ende de selue verspraeyende, hemlieden daghelics
vervoorderen secretelicken te verleyden, bedrieghen, ende tot
haere vermalendijde valsche ende quade leerijnghen te brijnghen
ende onderwysen tsimpel volc.’ (I. van den Steene, Ordonnanciën, statuten,
edicten en placcaten, ghepubliceert in de landen van herwaerts-over, van weghen der
Keyserlicker en Conijnghlicker Majesteyten, ende haerlieder zeer edele voorzaeten
(Gent 1559), 157.)
De Statenvertaling en plakkaten

De keuze voor de onvoltooide deelwoorden in de Statenvertaling stond


dus niet in een isolement.
Niet alleen in eerdere Bijbelvertalingen (zoals de Deux-Aesbijbel),
maar ook in ambtelijke teksten (en in literaire werken) komen
onvoltooide deelwoorden geregeld voor.
Onvoltooide deelwoorden belichamen in plakkaten samen met
gecompliceerde zinnen de verheven taal van het gezag.
Iets dergelijks geldt voor de Statenvertaling.
Meer onderzoek is nodig.
Conclusie

De onvoltooide deelwoorden in de Statenvertaling zijn niet enkel en


alleen het uitvloeisel van brontekstgetrouwheid.
Naast taalkundige redenen om onvoltooide deelwoorden te kiezen,
vormde sacraliteit en verhevenheid een factor om voor onvoltooide
deelwoorden als vertaling te kiezen.
Een bedding waaruit onvoltooide deelwoorden genomen konden
worden, vormde de taal van de plakkaten.

You might also like