You are on page 1of 2

de Verdieping | religie en filosofie

In alle stilte legt Pieter Oussoren de laatste hand aan zijn bijbelvertaling, die volgend jaar verschijnt bij
een eenmansuitgeverij. Gesprek met uitgever en vertaler over tobberijen, mooie bijbeltaal en, natuurlijk,
de godsnaam.

Pieter Oussoren (59), hervormd predikant in Utrecht, is al zo'n dertig jaar bijbelvertaler -soms in
clubverband, meestal alleen. Aanvankelijk waren de vertalingen bestemd voor eigen kanselgebruik, later
verschenen fragmenten in boekvorm en vaktijdschrift. Jan de Vlieger (41), collega uit Nijeveen, was al
jaren een stille fan.

Als werkstudent op een uitgeverij had hij Oussorens kopij moeten uittikken, als predikant gebruikte hij
diens vertaling graag in de eredienst.
Een paar jaar geleden begon De Vlieger met Skandalon, eenmansuitgeverij voor 'onmogelijke
projecten'. Droomwens: de complete bijbelvertaling van Oussoren op de markt brengen. Eind 1998 liepen
de beide godgeleerden elkaar -eindelijk- tegen het lijf op het seminarium Hydepark in Doorn.
De Vlieger: ,,Ik heb het hem gewoon rechtstreeks gevraagd: mag ik jouw Bijbel uitgeven?''
Oussoren: ,,Ik zei: ja -als ik die hád. Jan dacht dat ik het zo van de plank kon trekken. Ik wist dat ik er
nog in geen jaren was.'' Die nacht sloeg de theoloog toch maar eens aan het tellen. ,,Wat bleek: als ik
flink zou doorwerken, was ik er in vier, vijf jaar doorheen. Het heeft Jan niet afgeschrikt.''
Loopt alles naar wens, dan komt Oussorens levenswerk in november 2004 op de markt -niet toevallig
precies tegelijk met de Nieuwe Bijbelvertaling ofwel NBV, het megaproject van het Nederlands
Bijbelgenootschap. Het duo verkneukelt zich nu al. ,,Liefst zou ik één dag ervoor uitkomen'', zegt De
Vlieger. ,,Ja!'', zegt Oussoren. ,,Als veel mensen zich vergissen, is dat alleen maar goed voor ons.''
Nee, de uitgever maakt zich geen zorgen over de financiële kant van zijn project. Hij weet zeker dat er
behoefte bestaat aan Oussorens vertaling. Bovendien, op het origineel berusten, zoals bekend, géén
auteursrechten, en de vertaler hoeft géén royalty's. Nou ja: ,,Alleen als Jan er rijk van wordt, wil ik zelf
ook wel een bedragje op de giro.''
Hun werkwijze is even simpel als doeltreffend. Oussoren stuurt zijn teksten ('Ik schrijf alles met de
hand') naar een man in Assen die ze uittikt en op schijf zet. De Vlieger levert vervolgens commentaar.
Elke week twee belsessies van twee uur -om correcties en heikele punten door te nemen- blijken genoeg.
Zelf vinden ze hun miniteam alleen maar aangenaam. Oussoren: ,,Met z'n tweeën kun je het telefonisch
af. Een grote club meelezers betekent ook veel vergaderen.''

Pieter Oussoren (links) en Jan de Vliefer: een aangenaam miniteam


'We kennen alle discussies wel'

De Vlieger: ,,En we kénnen alle discussies wel. Bij de Nieuwe Bijbelvertaling staat het eindresultaat
behoorlijk los van de vertaler. Hier blijft alles in één hand.''
Op dit moment is Oussoren in de weer met Ezechiël. ,,Ik vreesde dat ik hem erg saai zou vinden, een
moeilijke profeet die veel jammert. Maar dat is niet zo. Het blijkt veel meer literatuur en woordspel dan ik
dacht. Zo is het vaker gegaan. Zelfs namenlijsten heb ik met plezier vertaald -bijvoorbeeld van al die
dieren die je niet mag eten maar die je toch al niet wilde eten.''
Grote broer NBV kiest voor het principe 'brontekstgetrouw en doeltaalgericht' -een spagaat die een
soepel leesbare vertaling oplevert. Oussoren vertaalt 'concordant': zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke
tekst. Lichtend voorbeeld: de Duitse bijbelvertaling van Buber en Rosenzweig.
Oussoren houdt van vertalingen 'waar de oren rechtop van gaan staan'. ,,Zodat je als kerkganger denkt:
wat gaat ie daar nu weer van bakken?'' Woordvolgorde en zinsbouw volgen het origineel. En als dat
knarsend en onbegrijpelijk is, blijft de vertaling het ook. ,,Wij plegen geen redactie.'' Nederhebreeuws
hebben sceptici het resultaat al genoemd -een typering die het duo opgewekt gebruikt als geuzennaam.
Een vondst is Oussorens keuze voor het presens in plaats van het imperfectum -ongeveer zoals de
zondagsschooljuf doet als ze een bijbelverhaal vertelt. ,,Eerst durfde ik niet goed. Als je de enige bent die
zoiets ziet, moet je voorzichtig zijn.'' Tot hij in Parijs de bijbelvertaling van André Chouraqui tegenkwam,
die hetzelfde procédé bleek te volgen 'en het nog kon verantwoorden ook'.
Het presensgebruik geeft de eeuwenoude teksten volgens Oussoren 'een merkwaardige actualiteit'.

Natuurlijk komt elke bijbelvertaler 'duizend problemen' tegen. ,,Maar die duizend komen steeds terug.
Heb je eenmaal gekozen, dan is de tobberij voorbij.''

'De zware broeders


wil ik er
ook bijhouden'
Neem de godsnaam, bij elke nieuwe vertaling de gevoeligste kwestie -daar kunnen ze bij het Nederlands
Bijbelgenootschap over meepraten. Na lang en ongemeen heftig debat koos de Nieuwe Bijbelvertaling in
2001 voor Heer -tot ongenoegen van gelovigen die deze benaming 'te masculien' en 'te ouderwets'
vonden. Oussoren en De Vlieger, ze erkennen het met enige schroom, worstelden 'minstens even lang'
met de godsnaam.
Dezelfde woorden vertaalt Oussoren bovendien altijd op dezelfde manier. Zo, is de gedachte, maak je
patronen en motieven zichtbaar die anders verdoezeld raken. Nog een belangrijk uitgangspunt: de
bijbelboeken waren ooit bedoeld om te worden voorgedragen, en dat karakter heeft deze vertaling willen
behouden. De bladspiegel lijkt dan ook meer poëzie dan proza.
Heer was sowieso taboe vanwege te mannelijk -daar waren ze het snel over eens. JHWH kon ook niet
vanwege te onduidelijk. Eerst kozen ze voor de Aanwezige, maar dat 'ging tegenstaan', was 'te
nadrukkelijk'. Toen werd het de Ene, maar ook dat bleek 'te veel een waagstuk'. Onlangs besloten
uitgever en vertaler eensgezind tot de Eeuwige -de godsnaam die ooit in een onderzoek van het
Nederlands Bijbelgenootschap de meeste punten scoorde. De Vlieger: ,,De Eeuwige wordt nu al veel
gebruikt in de liturgie, en dat bevalt heel goed. Daar klinkt in door: mensen leven in geslachten, hij
omspant ze.''
Niet dat de beide theologen het altijd zo roerend eens zijn. Neem het Hebreeuwse begrip chesed.

In de Statenvertaling werd dat goedertierenheid. Oussoren vindt het 'een prachtig woord', hij wilde het
dolgraag gebruiken. ,,Maar dat mocht niet van Jan.''
De Vlieger: ,,Mijn grote angst is dat de vertaling te archaïsch wordt. Daar ben ik heel alert op. Ik wil
zoveel mogelijk woorden van nu gebruiken -zonder plat of modieus te zijn.''
Oussoren: ,,Zeg ik: Jan, goedertierenheid is voor Bas van der Vlies! De zware broeders wil ik er óók
bijhouden. Helaas is Jan daar niet gevoelig voor.''
Sommige uitdrukkingen uit de Statenvertaling zou Oussoren 'heel graag' willen redden. ,,Neem zo'n
zinnetje uit Genesis 22, over Abraham en Isaäk: Zo gaan die beiden tezamen. Dat klinkt toch veel mooier
dan: Daar liepen ze met z'n tweeën? Ik heb mij de kritiek van Nicolaas Matsier op de Nieuwe
Bijbelvertaling aangetrokken: dat er nu wel erg veel mooie taal verdwijnt. Dat probeer ik te voorkomen.''
Uiteindelijk vertaalde Oussoren chesed met vriendschap. ,,Karel Deurloo koos voor solidariteit, ik wilde
een woord dat minder aan een datum vastzit.'' Hij is er tevreden over. ,,Heel gek. Als ik er naast zit,
wreekt het zich vanzelf. Dan begin ik in de kleine uurtjes in bed te piekeren.''
Binnenkort moeten de beide godgeleerden nog één besluit nemen: hoe deze vertaling de wereld in te
sturen? Werktitel was ooit Bijbel Hardop. ,,Maar dat suggereert een uitgave van de blindenbibliotheek.''
De Bijbel dan? ,,Te algemeen.'' De Bijbel van Oussoren? ,,Alsof ik het in mijn eentje heb gedaan, terwijl
het groepswerk is.'' De Skandalon Bijbel -naar de uitgeverij? ,,Hmm.'' Of de Naardense Bijbel -vanwege
de 22 afbeeldingen uit de Grote Kerk in Naarden die de uitgave zullen illustreren? Vooralsnog voelt het
duo dáár het meeste voor. ,,Die gewelfschilderingen'', zegt Oussoren, ,,zijn onbeholpen middeleeuws en
tegelijk modern.'' Peinzend: ,,Dat is een typering waarin ik me wel kan vinden.''

Bron: Trouw 25 april 2003

You might also like