You are on page 1of 11

Regelmatige werkwoorden

aanbranden - brandde aan - is aangebrand


aankleden - kleedde aan - heeft aangekleed
aankondigen - kondigde aan - heeft aangekondigd
aanmelden - meldde aan - heeft aangemeld
aanpakken - pakte aan - heeft aangepakt
aanpassen - paste aan - heeft aangepast
aanraken - raakte aan - heeft aangeraakt
aanranden - randde aan - heeft aangerand
aansmeren - smeerde aan - heeft aangesmeerd
aantonen - toonde aan - heeft aangetoond
aanvaarden - aanvaardde - heeft aanvaard
aarzelen - aarzelde - heeft geaarzeld
accepteren - accepteerde - heeft geaccepteerd
achten - achtte - heeft geacht
ademen - ademde - heeft geademd
adopteren - adopteerde - heeft geadopteerd
afbeelden - beeldde af - heeft afgebeeld
afgelasten - gelastte af - heeft afgelast
afketsen - ketste af - is afgeketst
afleiden - leidde af - heeft afgeleid
afleveren - leverde af - heeft afgeleverd
afmaken - maakte af - heeft afgemaakt
afpakken - pakte af - heeft afgepakt
afpersen - perste af - heeft afgeperst
afvegen - veegde af - heeft afgeveegd
afwachten - wachtte af - heeft afgewacht
afzonderen - zonderde af - heeft afgezonderd
antwoorden - antwoordde - heeft geantwoord
arresteren - arresteerde - heeft gearresteerd
arriveren - arriveerde - is gearriveerd
babbelen - babbelde - heeft gebabbeld
bedanken - bedankte - heeft bedankt
bedienen - bediende - heeft bediend
bedoelen - bedoelde - heeft bedoeld
behandelen - behandelde - heeft behandeld
beheersen - beheerste - heeft beheerst
bekendmaken - maakte bekend - heeft bekendgemaakt
bekennen - bekende - heeft bekend
beledigen - beledigde - heeft beledigd
beleven - beleefde - heeft beleefd
bellen - belde - heeft gebeld
beloven - beloofde - heeft beloofd
benoemen - benoemde - heeft benoemd
benutten - benutte - heeft benut
beoordelen - beoordeelde - heeft beoordeeld
bepalen - bepaalde - heeft bepaald
beperken - beperkte - heeft beperkt
bereiken - bereikte - heeft bereikt
berekenen - berekende - heeft berekend
berispen - berispte - heeft berispt
beroven - beroofde - heeft beroofd
beschadigen - beschadigde - heeft beschadigd
beschermen - beschermde - heeft beschermd
beschikken - beschikte - heeft beschikt
beschouwen - beschouwde - heeft beschouwd
beschuldigen - beschuldigde - heeft beschuldigd
beslissen - besliste - heeft beslist
besmetten - besmette - heeft besmet
besteden - besteedde - heeft besteed
bestellen - bestelde - heeft besteld
bestuderen - bestudeerde - heeft bestudeerd
besturen - bestuurde - heeft bestuurd
betalen - betaalde - heeft betaald
betekenen - betekende - heeft betekend
bevatten - bevatte - heeft bevat
beveiligen - beveiligde - heeft beveiligd
bevestigen - bevestigde - heeft bevestigd
bevoordelen - bevoordeelde - heeft bevoordeeld
bevorderen - bevorderde - heeft bevorderd
bewaken - bewaakte - heeft bewaakt
bewaren - bewaarde - heeft bewaard
beweren - beweerde - heeft beweerd
bezetten - bezette - heeft bezet
bezondigen - bezondigde - heeft bezondigd
bezorgen - bezorgde - heeft bezorgd
bezuinigen - bezuinigde - heeft bezuinigd
bikken - bikte - heeft gebikt
blussen - bluste - heeft geblust
boffen - bofte - heeft geboft
bouwen - bouwde - heeft gebouwd
branden - brandde - heeft gebrand
brouwen - de - heeft gebrouwen
calculeren - calculeerde - heeft gecalculeerd
camoufleren - camoufleerde - heeft gecamoufleerd
carpoolen - carpoolde - heeft gecarpoold
centrifugeren - centrifugeerde - heeft gecentrifugeerd
checken - checkte - heeft gecheckt
comprimeren - comprimeerde - heeft gecomprimeerd
conformeren - conformeerde - heeft geconformeerd
conserveren - conserveerde - heeft geconserveerd
constateren - constateerde - heeft geconstateerd
continueren - continueerde - heeft gecontinueerd
controleren - controleerde - heeft gecontroleerd
crossen - croste - heeft gecrost
dalen - daalde - is gedaald
danken - dankten -
dansen - danste - heeft gedanst
dateren - dateerde - heeft gedateerd
dekken - dekte - heeft gedekt
delen - deelde - heeft gedeeld
deponeren - deponeerde - heeft gedeponeerd
dienen - diende - heeft gediend
distribueren - distribueerde - heeft gedistribueerd
doden - doodde - heeft gedood
domineren - domineerde - heeft gedomineerd
doorboren - doorboorde - heeft doorboord
doorstrepen - streepte door - heeft doorgestreept
doseren - doseerde - heeft gedoseerd
draaien - draaide - heeft gedraaid
dreigen - dreigde - heeft gedreigd
droppen - dropte - heeft gedropt
drukken - drukte - heeft gedrukt
duren - de - heeft geduurd
durven - durfde - heeft gedurfd
eindigen - eindigde - is ge\'ebindigd
eisen - eiste - heeft ge\'ebist
ergeren - ergerde - heeft ge\'ebrgerd
erkennen - erkende - heeft erkend
exploiteren - exploiteerde - heeft ge\'ebxploiteerd
falen - faalde - heeft gefaald
fixeren - fixeerde - heeft gefixeerd
fluisteren - fluisterde - heeft gefluisterd
functioneren - functioneerde - heeft gefunctioneerd
gebeuren - gebeurde - is gebeurd
gebruiken - gebruikte - heeft gebruikt
gedijen - gedijde - heeft gedijd
geloven - geloofde - heeft geloofd
getuigen - getuigde - heeft getuigd
gijzelen - gijzelde - heeft gegijzeld
glimlachen - glimlachte - heeft geglimlacht
groeien - groeide - is gegroeid
halen - haalde - heeft gehaald
handelen - handelde - heeft gehandeld
handhaven - handhaafde - heeft gehandhaafd
harden - hardde - is gehard
heersen - heerste - heeft geheerst
helen - heelde - is/heeft geheeld
herhalen - herhaalde - heeft herhaald
herinneren - herinnerde - heeft herinnerd
herstellen - herstelde - is/heeft hersteld
heten - heette - heeft geheten
hinderen - hinderde - heeft gehinderd
hoesten - hoestte - heeft gehoest
hopen - hoopte - heeft gehoopt
horen - hoorde - heeft gehoord
huichelen - huichelde - heeft gehuicheld
huilen - huilde - heeft gehuild
huren - huurde - heeft gehuurd
industrialiseren - industrialiseerde - is ge\'efndustrialiseerd
informeren - informeerde - heeft ge\'efnformeerd
innoveren - innoveerde - heeft ge\'efnnoveerd
inspannen - spande in - heeft ingespannen
instellen - stelde in - heeft ingesteld
instorten - stortte in - is ingestort
interesseren - interesseerde - heeft ge\'efnteresseerd
intimideren - intimideerde - heeft ge\'efntimideerd
isoleren - isoleerde - heeft ge\'efsoleerd
jennen - jende - heeft gejend
kaarten - kaartte - heeft gekaart
kennen - kende - heeft gekend
kennismaken - maakte kennis - heeft kennisgemaakt
keren - keerde - heeft/is gekeerd
kidnappen - kidnapte - heeft gekidnapt
klaarmaken - maakte klaar - heeft klaargemaakt
klagen - klaagde - heeft geklaagd
kleden - kleedde - heeft gekleed
kletsen - kletste - heeft gekletst
kloppen - klopte - heeft geklopt
knetteren - knetterde - heeft geknetterd
knikken - knikte - heeft geknikt
knippen - knipte - heeft geknipt
knoeien - knoeide - heeft geknoeid
koken - kookte - heeft gekookt
kopi ren - kopieerde - heeft gekopieerd
koppen - kopte - heeft gekopt
kosten - kostte - heeft gekost
kraken - kraakte - heeft gekraakt
kussen [2] - kuste - heeft gekust
kweken - kweekte - heeft gekweekt
lachen - lachte - heeft gelachen
lanceren - lanceerde - heeft gelanceerd
lappen - lapte - heeft gelapt
leggen - legde - heeft gelegd
lenen - leende - heeft geleend
leren - leerde - heeft geleerd
letten - lette - heeft gelet
leven - leefde - heeft geleefd
leveren - leverde - heeft geleverd
logeren - logeerde - heeft gelogeerd
lossen - loste - heeft gelost
luchten - luchtte - heeft gelucht
luiden - luidde - heeft geluid
luieren - luierde - heeft geluierd
luisteren - luisterde - heeft geluisterd
lukken - lukte - is gelukt
maken - maakte - heeft gemaakt
manifesteren - manifesteerde - heeft gemanifesteerd
mankeren - mankeerde - heeft gemankeerd
matsen - matste - heeft gematst
meedelen - deelde mee - heeft meegedeeld
meemaken - maakte mee - heeft meegemaakt
melden - meldde - heeft gemeld
menen - meende - heeft gemeend
merken - merkte - heeft gemerkt
minachten - minachtte - heeft geminacht
mishandelen - mishandelde - heeft mishandeld
misleiden - misleidde - heeft misleid
mislukken - mislukte - is mislukt
missen - miste - heeft gemist
mompelen - mompelde - heeft gemompeld
mopperen - mopperde - heeft gemopperd
naderen - naderde - is genaderd
naleven - leefde na - heeft nageleefd
namaken - maakte na - heeft nagemaakt
neerleggen - legde neer - heeft neergelegd
neerstorten - stortte neer - is neergestort
neerzetten - zette neer - heeft neergezet
noemen - noemde - heeft genoemd
oefenen - oefende - heeft geoefend
omdraaien - draaide om - heeft omgedraaid
omhullen - omhulde - heeft omhuld
omkeren - keerde om - heeft/is omgekeerd
onderhandelen - onderhandelde - heeft onderhandeld
onderscheiden - onderscheidde - heeft onderscheiden
ontdekken - ontdekte - heeft ontdekt
ontkennen - ontkende - heeft ontkend
ontmoedigen - ontmoedigde - heeft ontmoedigd
ontmoeten - ontmoette - heeft ontmoet
ontspannen - ontspande - heeft ontspannen
ontvoeren - ontvoerde - heeft ontvoerd
ontwikkelen - ontwikkelde - heeft ontwikkeld
opbellen - belde op - heeft opgebeld
opbouwen - bouwde op - heeft opgebouwd
opereren - opereerde - heeft geopereerd
ophalen - haalde op - heeft opgehaald
opjutten - jutte op - heeft opgejut
opkrikken - krikte op - heeft opgekrikt
opleggen - legde op - heeft opgelegd
opletten - lette op - heeft opgelet
opleveren - leverde op - heeft opgeleverd
oplichten - lichtte op - heeft opgelicht
oplossen - loste op - heeft opgelost
opmaken - maakte op - heeft opgemaakt
oppassen - paste op - heeft opgepast
oprapen - raapte op - heeft opgeraapt
oprichten - richtte op - heeft opgericht
oprollen - rolde op - heeft opgerold
oprotten - rotte op - is opgerot
opscheppen - schepte op - heeft opgeschept
opsommen - somde op - heeft opgesomd
opstellen - stelde op - heeft opgesteld
optellen - telde op - heeft opgeteld
optillen - tilde op - heeft opgetild
organiseren - organiseerde - heeft georganiseerd
overhandigen - overhandigde - heeft overhandigd
overheersen - overheerste - heeft overheerst
overnachten - overnachtte - heeft overnacht
overtuigen - overtuigde - heeft overtuigd
pakken - pakte - heeft gepakt
parkeren - parkeerde - heeft geparkeerd
passen - paste - heeft gepast
peinzen - peinsde - heeft gepeinsd
perfectioneren - perfectioneerde - heeft geperfectioneerd
perforeren - perforeerde - heeft geperforeerd
piekeren - piekerde - heeft gepiekerd
plaatsen - plaatste - heeft geplaatst
plagen - plaagde - heeft geplaagd
plamuren - plamuurde - heeft geplamuurd
plassen - plaste - heeft geplast
plegen - pleegde - heeft gepleegd
poepen - poepte - heeft gepoept
poetsen - poetste - heeft gepoetst
pogen - poogde - heeft gepoogd
polijsten - polijstte - heeft gepolijst
posten - postte - heeft gepost
poten - pootte - heeft gepoot
praten - praatte - heeft gepraat
presenteren - presenteerde - heeft gepresenteerd
proberen - probeerde - heeft geprobeerd
produceren - produceerde - heeft geproduceerd
proeven - proefde - heeft geproefd
proppen - propte - heeft gepropt
publiceren - publiceerde - heeft gepubliceerd
raken - raakte - heeft geraakt
reageren - reageerde - heeft gereageerd
redden - redde - heeft gered
reduceren - reduceerde - heeft gereduceerd
regelen - regelde - heeft geregeld
regenen - regende - heeft geregend
reinigen - reinigde - heeft gereinigd
reizen - reisde - heeft gereisd
rekenen - rekende - heeft gerekend
relaxen - relaxte - heeft gerelaxt
remmen - remde - heeft geremd
rennen - rende - heeft gerend
repareren - repareerde - heeft gerepareerd
reserveren - reserveerde - heeft gereserveerd
richten - richtte - heeft gericht
rimpelen - rimpelde - heeft gerimpeld
roken - rookte - heeft gerookt
rooien - rooide - heeft gerooid
roteren - roteerde - heeft geroteerd
schakelen - schakelde - heeft geschakeld
schaven - schaafde - heeft geschaafd
schelen - scheelde - heeft gescheeld
scheppen [2] - schepte - heeft geschept
scheuren - scheurde - heeft gescheurd
schilderen - schilderde - heeft geschilderd
schoonmaken - maakte schoon -
schoppen - schopte - heeft geschopt
schreeuwen - schreeuwde - heeft geschreeuwd
schudden - schudde - heeft geschud
schuilen - schuilde - heeft geschuild
schuren - schuurde - heeft geschuurd
sjezen - sjeesde - heeft/ is gesjeesd
slabakken - slabakte - heeft geslabakt
slagen - slaagde - is geslaagd
sleutelen - sleutelde - heeft gesleuteld
slippen - slipte - is geslipt
slopen - sloopte - heeft gesloopt
smeken - smeekte - heeft gesmeekt
smokkelen - smokkelde - heeft gesmokkeld
snappen - snapte - heeft gesnapt
spelen - speelde - heeft gespeeld
splitsen - splitste - heeft gesplitst
stamelen - stamelde - heeft gestameld
stappen - stapte - heeft/is gestapt
staren - staarde - heeft gestaard
starten - startte - is gestart
stellen - stelde - heeft gesteld
stemmen - stemde - heeft gestemd
steunen - steunde - heeft gesteund
stichten - stichtte - heeft gesticht
stoppen - stopte - is/heeft gestopt
stormen - stormde - heeft gestormd
stoten - stootte - heeft gestoten
straffen - strafte - heeft gestraft
stralen - straalde - heeft gestraald
streven - streefde - heeft gestreefd
stromen - stroomde - is gestroomd
stropen - stroopte - heeft gestroopt
struikelen - struikelde - is gestruikeld
studeren - studeerde - heeft gestudeerd
sturen - stuurde - heeft gestuurd
surveilleren - surveilleerde - heeft gesurveilleerd
tekenen - tekende - heeft getekend
telefoneren - telefoneerde - heeft getelefoneerd
tellen - telde - heeft geteld
tikken - tikte - heeft getikt
timmeren - timmerde - heeft getimmerd
toepassen - paste toe - heeft toegepast
toevoegen - voegde toe - heeft toegevoegd
tonen - toonde - heeft getoond
trachten - trachtte - heeft getracht
trainen - trainde - heeft getraind
trillen - trilde - heeft getrild
trouwen - trouwde - is getrouwd
twijfelen - twijfelde - heeft getwijfeld
uitbreiden - breidde uit - heeft/is uitgebreid
uitbroeden - broedde uit - heeft uitgebroed
uitdelen - deelde uit - heeft uitgedeeld
uitdossen - doste uit - heeft uitgedost
uithalen - haalde uit - heeft uitgehaald
uitleggen - legde uit - heeft uitgelegd
uitleven - leefde uit - heeft uitgeleefd
uitleveren - leverde uit - heeft uitgeleverd
uitmaken - maakte uit - heeft uitgemaakt
uitnodigen - nodigde uit - heeft uitgenodigd
uitoefenen - oefende uit - heeft uitgeoefend
uitrekenen - rekende uit - heeft uitgerekend
uitspoken - spookte uit - heeft uitgespookt
uitstappen - stapte uit - is uitgestapt
uitvoeren - voerde uit - heeft uitgevoerd
vastleggen - legde vast - heeft vastgelegd
vaststellen - stelde vast - heeft vastgesteld
vatten - vatte - heeft gevat
veranderen - veranderde - heeft veranderd
verbazen - verbaasde - heeft verbaasd
verbeelden - verbeeldde - heeft verbeeld
verbeteren - verbeterde - heeft verbeterd
verbranden - verbrandde - heeft verbrand
verdedigen - verdedigde - heeft verdedigd
verdienen - verdiende - heeft verdiend
verduisteren - verduisterde - heeft verduisterd
verenigen - verenigde - heeft verenigd
vergen - vergde - heeft gevergd
vergissen - vergiste - heeft vergist
verheugen - verheugde - heeft verheugd
verhogen - verhoogde - heeft verhoogd
verhuizen - verhuisde - is/heeft verhuisd
verkeren - verkeerde - heeft verkeerd
verklaren - verklaarde - heeft verklaard
verkleden - verkleedde - heeft verkleed
verkrachten - verkrachtte - heeft verkracht
verkroppen - verkropte - heeft verkropt
verlangen - verlangde - heeft verlangd
verleiden - verleidde - heeft verleid
verlenen - verleende - heeft verleend
vermelden - vermeldde - heeft vermeld
vermoeden - vermoedde - heeft vermoed
vermommen - vermomde - heeft vermomd
vermoorden - vermoordde - heeft vermoord
vernieuwen - vernieuwde - heeft vernieuwd
veroordelen - veroordeelde - heeft veroordeeld
veroorzaken - veroorzaakte - heeft veroorzaakt
verpatsen - verpatste - heeft verpatst
verplaatsen - verplaatste - heeft verplaatst
verplegen - verpleegde - heeft verpleegd
verplichten - verplichtte - heeft verplicht
verrichten - verrichtte - heeft verricht
verschillen - verschilde - heeft verschild
versieren - versierde - heeft versierd
versperren - versperde - heeft versperd
versterken - versterkte - heeft versterkt
verstoppen - verstopte - heeft verstopt
verstuiken - verstuikte - heeft verstuikt
vertalen - vertaalde - heeft vertaald
vertellen - vertelde - heeft verteld
vertonen - vertoonde - heeft vertoond
vertrouwen [2] - vertrouwde - heeft vertrouwd
vervelen - verveelde - heeft verveeld
verven - verfde - heeft geverfd
vervoeren - vervoerde - heeft vervoerd
vervolgen - vervolgde - heeft vervolgd
vervuilen - vervuilde - heeft vervuild
vervullen - vervulde - heeft vervuld
verwaarlozen - verwaarloosde - heeft verwaarloosd
verwachten - verwachtte - heeft verwacht
verwarren - verwarde - heeft verward
verwekken - verwekte - heeft verwekt
verwijderen - verwijderde - heeft verwijderd
verwonden - verwondde - heeft verwond
verwonderen - verwonderde - heeft verwonderd
verzamelen - verzamelde - heeft verzameld
verzekeren - verzekerde - heeft verzekerd
verzetten - verzette - heeft verzet
verzorgen - verzorgde - heeft verzorgd
vestigen - vestigde - heeft gevestigd
vieren - vierde - heeft gevierd
vluchten - vluchtte - is gevlucht
voelen - voelde - heeft gevoeld
voeren - voerde - heeft gevoerd
voetballen - voetbalde - heeft gevoetbald
volgen - volgde - heeft gevolgd
voltooien - voltooide - heeft voltooid
voorbereiden - bereidde voor - heeft voorbereid
voorkomen [2] - kwam voor - is voorgekomen
voorspelen - speelde voor - heeft voorgespeeld
voorspellen - voorspelde - heeft voorspeld
voorstellen - stelde voor - heeft voorgesteld
voortzetten - zette voort - heeft voortgezet
vorderen - vorderde - is/heeft gevorderd
vormen - vormde - heeft gevormd
vrezen - vreesde - heeft gevreesd
vrijen - vrijde - heeft gevrijd
vullen - vulde - heeft gevuld
waaien - de - heeft gewaaid
waarschuwen - waarschuwde - heeft gewaarschuwd
wachten - wachtte - heeft gewacht
wagen - waagde - heeft gewaagd
wandelen - wandelde - heeft gewandeld
wassen - waste - heeft gewassen
wegsturen - stuurde weg - heeft weggestuurd
weigeren - weigerde - heeft geweigerd
weken - weekte - heeft geweekt
wekken - wekten -
wennen - wende - is gewend
wensen - wenste - heeft gewenst
werken - werkte - heeft gewerkt
wettigen - wettigde - heeft gewettigd
wikken - wikte - heeft gewikt
willen - wilde/wou - heeft gewild
wisselen - wisselde - heeft gewisseld
wissen - wiste - heeft gewist
wonen - woonde - heeft gewoond
zaaien - zaaide - heeft gezaaid
zagen - zaagde - heeft gezaagd
zakken - zakte - is gezakt
zappen - zapte - heeft gezapt
zetten - zette - heeft gezet
zeuren - zeurde - heeft gezeurd
zeven - zeefde - heeft gezeefd
zorgen - zorgde - heeft gezorgd
zuchten - zuchtte - heeft gezucht
zwaaien - zwaaide - heeft gezwaaid

You might also like