You are on page 1of 20

Redactie

Nederlands bosbeleid geformuleerd

Het verschijnen van het Meerjarenplan Bosbouw is AI deze documenten zijn relevante beleidsstukken
een bijzondere gebeurtenis. Uiteraard zijn in andere voor het Mee~arenplan Bosbouw. De laatste vormt als
landen, vooral in Europa, vaker beleidsplannen voor het ware een synthese en formuleert het concrete be-
de bosbouw ontwikkeld; maar die beperkten zich tot leid voor de bosbouw. Zoals reeds eerder opgemerkt:
slechts enkele aspecten van de bosbouw of bleven een complexe aangelegenheid.
binnenskamers, zodat' van aanbieding aan een volks- Inspraak in zo'n situatie is al evenmin eenvoudig. De
vertegenwoordiging geen sprake was. Het is in de poli- grote waardering voor het gepubliceerde beleidsvoor-
tiek immers bepaald niet alledaags dat een zo con- nemen wil immers niet zeggen, dat wijzigingen of aan-
creet beleidsvoornemen met een reikwijdte van vele vullingen niet nodig zouden kunnen zijn.
tientallen jaren ter discussie komt. Daar is wel politieke De redactie rekent het tot haar taak de meningsvor-
moed voor nodig. ming hierover te bevorderen. Wij hebben gemeend dit
De bosbouw in Nederland moge economisch gezien het beste te kunnen doen door het verzamelen en pu-
niet de belangrijkste vorm van bodemgebruik zijn, via bliceren van commentaren van een aantal prominen-
grondstofvoorziening en daarmee samenhangende ten in de Nederlandse bosbouw. Om dit - mede gezien
werkgelegenheid staan er grote belangen op het spel. de korte beschikbare termijn - te vergemakkelijken
Bovendien vervult het bos behalve economische ook hebben wij vragen, deels van prikkelende aard, gefor-
andere essentiële functies in onze samenleving. Daar- muleerd en aan de eerder genoemde personen voor-
mee is tegelijk aangeduid dat een bosbeleidsplan in gelegd. De resultaten hiervan vindt u in dit nummer in
Jnze moderne samenleving een bijzonder complexe extenso weergegeven. Wij zijn degenen, die ons hun
,angelegenheid is. Meer of minder schijnbare tegen- commentaar - ieder op eigen wijze - deden toekomen,
stellingen aan samenlevingswensen moeten tot een zeer erkentelijk .
• werkbaar geheel worden samengevoegd met als doel Het resultaat ligt voor u. Het is een bonte en boeien-
~ de instandhouding, ontwikkeling en zelfs uitbreiding de reeks reacties, meningen, argumenten en sugges-
( van een veelzijdig functionerend bosareaal, gedragen ties, die zelfs voor de ingewijden soms verrassend
! door brede lagen van de samenleving. Ongeacht wat zijn. Wij adviseren de lezer ook speciaal te letten op de
er mogelijk nog in het beleidsvoornemen wordt gewij- antwoorden op de "open vraag" 16, omdat daarin en-
zigd of aangevuld: wij spreken graag onze waardering kele zaken aan de orde komen die niet in het keurslijf
uit voor de politiek verantwoordelijke Minister en zijn van de andere vragen pasten. Niet aangesneden is de
medewerkers, die het plan in discussie brachten. vraag, op welke wijzen de haalbaarheid van de plan-
, Het Meerjarenplan Bosbouw verkeert thans in het nen beïnvloed wordt door het al of niet inpolderen van
I stadium van inspraak, dat nog gevolgd wordt door be- de Markerwaard.
stuurlijk overleg en advisering. Daarna zal, wellicht Tevens is in dit nummer een artikel inzake het Meer-
nog in 1985, het regeringsstandpunt worden bepaald. jarenplan Bosbouw overgenomen uit het Landbouw-
In 1975 verscheen de Oriënteringsnota op de Derde kundig Tijdschritt. Dit artikel is uiteraard geen red ac-
Nota Ruimtelijke Ordening, en in 1977 de Structuurvi- tiestandpunt, maar lijkt wel geschikt om de menings-
sie op het Bos en de Bosbouw. Daarbij werd voor het vorming te bevorderen op een andere wijze dan met de
eerst een meerjarenplan voor de bosbouw in het voor- vragenlijst mogelijk is.
uitzicht gesteld. In het kader van de Derde Nota Ruim- De redactie hoopt dat velen de wegen en middelen
I telijke Ordening hebben inmiddels de Nota Landelijke zullen vinden om de inspraak tot een succes te maken,
Gebieden en de Structuurschema's Landinrichting, dat wil zeggen: bij te dragen tot een zo sterk mogelijk
I Natuur- en Landschapsbescherming, alsmede Open- bosbeleid voor de komende decennia.
• luchtrecreatie de nodige procedures doorlopen, inmid- De antwoorden van de respondenten zijn in het na-
.~ deis aangevuld met het Beleidsvoornemen Houtvoor- volgende per vraag gerangschikt. Bij wijze van over-
ziening. zicht, en ook als een "inhoudsopgave" voor de komen-
de pagina's, volgt hier de lijst van vragen: wenst zijn, is het dan correct dat de daaruit voort-
vloeiende hogere kosten uit de jachttunctie van het bos
Vragen over het Meerjarenplan Bosbouw betaald moeten worden (p. 118)?
13 Is het vrijwel verdwijnen van het zuivere dennen-
1 Bossen zonder houtoogst zijn in Nederland niet bos landschappelijke winst?
nieuw. De beleidscategorie in het MJP is dat wel. Vindt 14 Welke taak heeft de landschapsbouw bij het in-
u datjuist? passen van 15.000 + 35.000 ha nieuwe bossen en
2 Volgens het MJP hebben de natuurbeschermings- 10.000 ha nieuwe wegbeplantingen (p. 115)?
organisaties samen 35.000 ha bos (p. 31). Voorts 15 Onderzoek, opleiding en training zijn niet in de be-
moet er op 35.000 ha geen houtoogst meer plaatsvin- leidsvoornemens genoemd. Welke functies hebben zij
den. Gesuggereerd wordt (p. 113) dat deze oppervlak- in het kader van het MJP te vervullen?
te vooral bij natuurbeschermingsinstanties en de staat 16 Zijn er andere punten waarover u uw mening wilt
gevonden moeten worden. Vindt u dat juist? geven?
3 Daarnaast is er (vóór 2030?) een uitbreiding van
ook 35.000 ha duurzaam bos gepland door de staat en
wordt (vóór 2000) een aanleg van ca. 15.000 ha pro-
duktiebeplantingen door particulieren verwacht (p.
113). Vindt u dat een juiste taak en taakverdeling?
4 Volgens het MJP moeten de bossen met hoofd-
functie natuur (inclusief die zonder houtoogst) in de
huidige planperiode, dus vóór 2000, in bestemmings- De respondenten zijn, in alfabetische volgorde:
plannen vastgelegd zijn (p. 113). Acht u dit wijs?
5 Een alternatief zou kunnen zijn om eerst de bossen
die de hoofdfunctie natuur (incl. geen houtoogst) reeds P. Gerbranda, rentmeester, Rentmeestersbureau van
hebben, in de bestemmingsplannen vast te leggen, en Schaik, Utrecht.
via beheersplannen te komen tot vergroting van het
areaal van dit type, wat dan later in de bestemmings- H. J. Heinsius, directeur inkoop, Parenco b.v., Ren-
plannen vastgelegd moet worden. Wat vindt u daar- kum.
van? W. H. baron van Ittersum, rentmeester, coördinator
6 Bosontwikkeling is een proces. Het MJP hanteert van de Bosgroep SallandfTwente.
einddoelplanning. Zou procesplanning niet beter zijn,
en vindt u dat het MJP daar genoeg mogelijkheden J. W. H. van der Krol, boseigenaar/houthandelaar, Bilt-
voor biedt? hoven.
7 Verwacht U dat de aanleg van bossen en andere C. J. Leermakers, recreatiedeskundige ANWB, 's-Gra-
beplantingen met hoofdfunctie produktie (MJP: "pro- venhage.
duktie·beplantingen") snel tot stand zal komen? Kunt u
uw mening kort onderbouwen? H. K. M. L\l9tmeijer, rentmeester Het Utrechts Land-
8 Acht u het in het MJP vermelde financiële en fisca- schap, De Bilt.
le instrumentarium voor de realisering van de plannen H. Luijpen, voorzitter Algemene Vereniging Inlands
tot 2000 in voldoende mate aanwezig voor alle onder- Hout, Putte (N.B.).
delen?(p.151-153).
9 Is het beleid en het instrumentarium van het MJP P. Nijhoff, Algemeen directeur, Stichting Natuur en Mi-
voldoende toegesneden op de particuliere bosbouw, lieu, Utrecht.
als er zoveel "vrijwillig" gedaan respectievelijk veran- L. Oldenkamp, coördinator Bosbouw, Rijksinstituut
derd moet worden? voor onderzoek in de bos- en landschapsbouw "De
10 Oude bomen en douglas lijken extra gevoelig te Dorschkamp", Wageningen.
zijn voor milieuverontreiniging. Toch ziet het MJP om-
loopverlenging en een verschuiving van groveden naar L. C. Smit, directeur 't Schouten huis b.v., Woudenberg.
douglasspar als middelen voor een beter ecologisch F. J. Somsen, rentmeester Heidemij Nederland b.v.,
en economisch functioneren van het bos. Dunkt u bij- Amersfoort.
stelling nodig (p. 143-144)?
C. J. Stefels, Inspecteur Natuurmonumenten, directeur
11 Komt de recreatie in het MJP goed aan zijn trek-
Nationaal Park De Hoge Veluwe, Oosterbeek.
ken?
12 Als wilddichtheden die de draagkracht van het B. van Vloten, boseigenaar, voorzitter Nederlandse
bos te boven gaan uit recreatieve overwegingen ge- Vereniging van Boseigenaren, Nunspeet.
2
Vraag 1 Bossen zonder houtoogst zijn in Neder- de natuur maar er niet aankomen. Dit is een zeer onna-
land niet nieuw. De beleidscategorie in het MJP is tuurlijke zaak die de mens buiten het ecosysteem
dat wel. Vindt u dat juist? plaatst.
Dat de regering in het MJP een beleidscategorie wil
maken van bossen zonder houtoogst, kan ik alleen
Gerbranda maar zien als een straf, waarvan ik hoop dat die bij
Bossen zonder houloogsl is een nieuwe beleidscate- goed gedrag over een aantal jaren weer wordt opgehe-
gorie waarvan het categorische mij niet juist lijkt. Wan- ven. In die zin kan ik de waarde ervan inzien.
neer de bossen met accent op natuur in één beleidsca-
tegorie "Bossen met beperkte of zonder houtoogst'· Luijpen
worden gevat, is aanpassing aan de in de praktijk blij- Neen
kende mate van zinnigheid van het volledig achterwe-
ge laten van houtoogst mogelijk. Nijhoff
(Zie ook vraag 16)
Van Itfersum De beleidscategorie "bossen met accent natuur, zon·
Ik vraag mij af of bossen zonder houtoogst een hogere der houtoogst" heeft onze instemming. Of de omvang
natuurwaarde hebben dan bossen met een multi-func- van deze categorie voldoende is om de bestaande na-
tioneel karakter, waarbij de ecologische functie niet in tuurwaarden veilig te stellen hangt van diverse facto-
het gedrang komt. Ik vraag mij af of bosbouw zonder ren af,
houtoogst niet een luxe is, die onze maatschappij zich
moreel gezien op grote schaal nauwelijks kan veroor- Smit
loven. Een percentage van 11 (12,5% van het thans Het Meerjarenplan is ten onrechte geschreven met een
bestaande bos) acht ik hoog en lijkt mij strijdig met de onevenredige nadruk op het facet natuurbehoud. Hier-
onderaan op pag. 13 vermelde termijngebonden doel- door wordt ontkend dat de bosbouw betekent, een zo-
stelling van een in het algemeen gelijktijdig op dezelf- danig begeleiden van het bos, dat in de meeste geval-
de plaats vervullen van de aan het bos toegekende len toename van de houtproduktie samengaat met een
functies en het relatief beperkt zijn van het uitsluiten zo natuurlijk mogelijke bosontwikkeling. Het is onjuist
van één van de hoofdfuncties. Ik vraag mij voorts af of de bossen te typeren door de termen: bossen met ac-
het beleidsvoornemen van 35.000 ha bos zonder hout- cent natuur, bossen waar accent natuur nevengeschikt
oogst gedragen wordt door een grote groep in onze sa- is, bossen waar accent natuur ondergeschikt is. Als
menleving. accenten genoemd dienen te worden, dan ook bossen
met accent houtproduktie, enz.
Van der Krol Het is onjuist nu reeds aan een vastomlijnde opper-
In sommige bijzondere gevallen bij uitzondering verde- vlakte bos het accent natuur te geven. Een beleidsca-
digbaar. tegorie: bos zonder houtoogst, is kolder. In het globale
kader van het MJP dient alleen aangegeven te worden
Leermakers die bossen waarvoor natuurbeheer prevaleert. Een
Ja, het maakt het bosgebeuren inzichtelijk, een nood- percentage van ca. 11 te noemen is irreëel. Een ver-
zaak in deze tijd van vele belangenopties op de bod tot houtoogst, dat hieruit spreekt, is in strijd met de
schaarse ruimte. vrijwilligheid, ook voor natuurbeschermingsinstanties.
Er worden volgens het MJP juist bosreservaten inge-
Lugtmeijer steld, omdat nog moet blijken welke mogelijkheden en
In deze tijd waarin de mens verder van de natuur staat manieren er zijn om de natuurlijke processen te sturen.
dan ooit en er dientengevolge uit onkunde de ene na
de andere aanslag op onze natuurlijke omgeving wordt $omsen
gepleegd, is een reactie te verwachten. Gek genoeg Door het beleidsmatig aanwijzen van grote oppervlak-
komt die reactie niet van de mensen die door hun werk ten bos zonder en met beperkte houtoogst. wordt het
betrokken zijn bij de natuur, zoals boeren en vissers, financiële draagvlak voor de bosinstandhouding en
maar de reactie komt uit een betrekkelijk onverwachte ontwikkeling belangrijk kleiner. Dit beleidsvoornemen
hoek, de stedeling. De stedeling die door zijn indirecte staat dan ook op gespannen voet met een aantal ande-
relatie met de natuur vooral de etische en de estheti- re beleidsuitgangspunten van de regering.
sche aspecten van de natuur waardeert, heeft wereld- In de eerste plaats met de centrale doelstelling om
wijd de aanzet gegeven voor een nieuwe "terug-naar- het bosareaal onafhankelijk te maken van financiële
de-natuur" gedachte. In deze gedachte krijgt de mens bijdragen van de overheid en de instandhouding en
de rol van toeschouwer toebedeeld: wel genieten van ontwikkeling van het bos zoveel mogelijk uit de op-
3
brengst van marktbare produkten te betalen. zijn. Dat betekent dat particuliere en gemeentebossen
Het achterwege laten van de houtoogst is ook in uitsluitend op basis van vrijwilligheid bij het geven van
strijd met het uitgangspunt om de houtproduktie zowel accent natuur en het uitsluiten van oogst zullen worden
in kwalitatieve als kwantitatieve zin op te voeren. Gelet betrokken.
op de potenties van oude, goed ontwikkelde produktie- Voor de Vereniging van Boseigenaren is een be-
ve bossen is het onaanvaardbaar dat juist in deze bos- langrijk uitgangspunt dat de boseigenaar binnen de
sen relatief de grootste beknotting plaatsvindt. Het is toch al nauwe grenzen van nu onverkort zijn vrijheid
ook niet raadzaam oogstbeperkingen in het bestaande behoudt bij het beheer van zijn bos.
bosareaal te realiseren alvorens de in het MJP ge- In die opvatting past de stelling dat ook natuurbe-
stelde houtproduktiedoelstelling van 1.9 miljoen m' is schermingsorganisaties een eigen keuze doen.
gerealiseerd. Veruit het merendeel van deze produk-
tieverhoging moet komen uit nieuw aan te leggen bos
en produktiebeplantingen. Het valt niet te verwachten
dat de bosuitbreiding op korte termijn zal plaatsvinden. Vraag 2 Volgens het MJP hebben de natuurbe-
Daarnaast tast het aanwijzen door de overheid van schermingsorganisaties samen 35.000 ha bos (p.
bossen zonder houtoogst op ontoelaatbare wijze de 31). Voorts moet er op 35.000 ha geen houtoogst
beheersvrijheid aan van boseigenaren. Hiermee wordt meer plaatsvinden. Gesuggereerd wordt (p. 113)
ook diep ingegrepen in de bedrijfsvoering en zijn zeer dat deze oppervlakte vooral bij natuurbescher-
nadelige financiële consequenties te verwachten voor mingsinstanties en de staat gevonden moeten wor-
bosbedrijven, waardoor de instandhouding gevaar den. Vindt u dit juist?
loopt.
Nog allerminst is aangetoond dat de natuurwaarden
door het achterwege laten van houtoogst worden ver- Gerbranda
groot. Integendeel de huidige natuurwaarden zijn de Op dit punt behoort vrijwilligheid voorop te staan. Ook
resultaten van het in het verleden gevoerde stabiele anderen moeten indien zij dit wensen, bos met het
bosbeheer dat in ieder geval nooit eenzijdig gericht accent natuur als onder 1 bedoeld, kunnen hebben.
was op het bereiken van natuurwaarden. Het voortzet- Overigens wanneer natuurbeschermingsinstanties en
ten van het gevoerde beheer - met houtoogst (t) - Staat niet staan te trappelen om deze categorie(ën)
geeft de beste garanties voor het instandblijven van toegewezen te krijgen voor hun terreinen dan verliest
natuurwaarden. het MJP wel aan geloofwaardigheid.
Het door de overheid bestemmen van bossen zon-
der of met beperkte houtoogst is onjuist en dient dan Van Ittersum
ook achterwege te blijven, tenzij op geheel vrijwillige Ten aanzien van de suggestie dat de 35.000 ha bos in
basis overeenstemming kan worden bereikt. Daar te- hoofdzaak bij NB-organisaties en de staat zou moeten
genover dienen dan wel langdurige garanties te staan worden gevonden, zou ik willen opmerken dat over'
voor een aanvullende financiële bijdrage voor de be- eenkomstig hetgeen bovenaan op pag. 122 is gesteld
drijfsinstandhouding. ten aanzien van de algemene democratische optiek,
niet alleen particulieren maar ook NB-organisaties de
Stelels vrijheid moeten hebben om binnen hun doelstellingen
Het is het eerste MJP dat verschijnt, dus waarom zou een keuze te maken uit de verschillende bosdoeltypen.
deze categorie dan niet mogen worden vermeld? Juist de keuzevrijheid en de beheersvrijheid zoals die
tot heden heeft bestaan, heeft geleid tot variatie in de
Van Vloten verschillende bosbeelden van heden ten dage.
(1 en 2) Bossen zonder houtoogst zijn in Nederland
niet nieuw. Sommige eigenaren hebben inderdaad be- Van der Krol
sloten geen hout te oogsten. Dat was of is hun eigen Ja
verkiezing; u stelt daartegenover de beleidscatego-
rieën in het MJP en ik ga er vanuit dat u daarmee op Leermakers
een vriendelijke manier omschrijft het streven van het Realistisch. Het ware wellicht wenselijk dat ook een
Mee~arenplan om: aanzienlijk deel van het bos zonder houtoogst in bos-
a vast te stellen dat in een bepaald aantal hectaren sen van particulieren kon worden gerealiseerd, maar
bos niet meer zal worden geoogst en te verwachten is dat dit maar incidenteel het geval kan
b op selectieve manier de bossen aan te wijzen die zijn. Waarmee niet gezegd wil zijn dat natuurontwikke-
onder a zullen vallen. Gelukkig wordt er aan toege- ling in bossen van particulieren geen reële kans kan
voegd dat de eigendomssituatie mede bepalend zal hebben.
4
Lugtmeijer Vraag 3 Daarnaast is er (vóór 2030?) een uitbrei-
Niet de eigendomssituatie, maar de actuele of poten- ding van ook 35.000 ha duurzaam bos gepland
tiële kwaliteiten van een bos moeten bepalend zijn door de staat en wordt (vóór 2000) een aanleg van
voor wel of geen houtoogst. Het beheer van deze ge- ca. 15.000 ha produktiebeplantingen door particu-
bieden behoort te gebeuren door particulieren of door lieren verwacht (p. 113). Vindt u dit een juiste taak
aan hen verwante stichtingen of verenigingen. Het is en taakverdeling?
een kwaad van deze tijd dat de overheid de burger zijn
verantwoordelijkheid ontneemt. Nee, de overheid moet
de kaders scheppen, zodat het voor de burger een uit- Gerbranda
daging wordt een bosgebied met of zonder houtoogst Aanpassing van de voorgestelde bosuitbreidingstaken
te beheren. aan de bevolkingsprognoses d.d. 20 september 1984
van het CBS acht ik onontkoombaar. De taakverdeling
Luijpen zal m.i. niet te realiseren zijn (zie vraag 7).
Neen.
Van Ittersum
Nijhoff Bij aanleg van bos door particulieren spelen in hoge
Van belang is te onderkennen dat de particuliere nb-or- mate rendementsoverwegingen een rot. Wanneer het
ganisaties graag de vrijheid willen behouden om de uitzicht op een redelijk rendement er niet is, zal er
doelstelling natuur- en landschapsbehoud zoveel mo- slechts weinig bos worden aangelegd door particu-
gelijk naar eigen inzichten te realiseren. Veelal zal de- lieren.
ze intentie goed kunnen samengaan met de bestem-
ming "bos zonder houtoogst" . In bepaalde situaties zal Leermakers
echter een zekere mate van houtkap de voorkeur be- De taakstelling is ten zeerste noodzakelijk. AI was het
houden, bijvoorbeeld om cultuurhistorische redenen. alleen maar om de Randstadbewoner in de toekomst
Van de Overheid (SBB) verwachten wij een substan- een aantrekkelijker recreatieomgeving te kunnen bie-
tiële bijdrage aan de categorie "bos zonder hout- den. Het is te hopen dat de 1500 ha door particulieren
oogst". ook daadwerkelijk gerealiseerd zullen worden. Een
aantrekkelijke investeringssubsidie zal daartoe stellig
Smit noodzakelijk zijn, zeker in de beginfase van het plan.
Bosbouwkundig gezien is lokalisering van de 35.000
ha bos zonder houtoogst vooral bij natuurbescher- Lugtmeijer
mingsinstanties en de Staat fout. De opstanden van Nee, pertinente denkfout! Alleen al met grondverwer-
deze instanties bevatten voor meer dan de helft bos ving is een waanzinnig bedrag gemoeid. Maak het
met een multifunctioneel karakter, terwijl zich onder voor particulieren aantrekkelijk om duurzame bossen
hun bezittingen nog een aanzienlijke oppervlakte bos aan te leggen en laat de overheid op nog niet bebouw-
met een recent ontgînningskarakter bevindt. de industrie- en stadsuitbreidingsterreinen tijdelijke be-
Politiek gezien moet bij hen wel het zwaartepunt lig- plantingen aanleggen.
gen, gelet op de reden van "veiligstelling" en doelstel-
ling van deze instanties. Luijpen
Neen.
Sornsen
Dat de oppervlakte zonder houtoogst vooral bij natuur- Nijhoff
beschermingsinstanties en de Staat moet worden ge- Tegen bosaanleg en produktieteelten met korte om-
realiseerd ligt voor de hand. Immers met name de na- looptijden bestaat bij ons in principe geen bezwaar.
tuurbescherming heeft met gemeenschapsgeld bos- Uiteraard zullen deze op een weloverwogen manier in
sen aangekocht om deze "veilig te stellen" voor het het landschap moeten worden ingepast. Situering in
verwezenlijken van natuurbehoudsdoelstellingen. In- weidevogelgebieden of terreinen die om hun botani-
dien het echter niet mogelijk blijkt bij deze instanties sche samenstelling of hun landschappelijke openheid
voldoende oppervlakte zonder houtoogst onder te de moeite waard zijn stuit bij ons op bezwaren. Een-
brengen, dient de Staat het resterende voor haar reke- zelfde voorbehoud geldt ook voor de beplanting van
ning te nemen. wegbermen e.d.

Stelels Smit
Neen, een ieder moet vrij zijn tot het kiezen van een Vergeleken dienen te worden ca. 20.000 ha duurzaam
doelstelling. nieuw bos met 15.000 ha produktiebeplantingen, beide
5
groepen te realiseren voor het jaar 2000. Voor duur- Vraag 4 Volgens het MJP moeten de bossen met
zaam nieuw bos wordt ook, zij het met twijfel, velWacht hoofdfunctie natuur (inclusief die zonder hout-
dat er belangstelling bij anderen dan de Staat bestaat. oogst) In de huidige plan periode, dus vóór 2000, in
Het is ook een taak van de Staat om in het kader van bestemmingsplannen vastgelegd zijn (p. 113). Acht
de houtvoorziening een deel der produktiebeplanting u dit wijs?
aan te leggen. Bij het huidige korte-termijnbeleid inza-
ke de produktiebeplantingen velWacht ik dat particu- Van Ittersum
lieren slechts incidenteel tot aanplant zullen overgaan. Voor vastlegging in bestemmingsplannen van bossen
De activiteiten van "houtbanken" moeten nog blijken. met een hoofdfunctie natuur is volgens het schema op
pag. 124 het bosbeheersplan van grote betekenis. Het
Somsen bosbeheersplan wordt weer opgesteld aan de hand
De aanleg van bossen door de particuliere sector zal van het regionaal bosplan. Het gevaar bestaat dat het
alleen plaatsvinden indien het rendement op het geïn- bosbeleid van gemeentelijke overheden die ten aan,
vesteerde vermogen aanvaardbaar is. Deze bereid- zien van bestemmingsplannen in grote mate autonoom
heid is met name te velWachten voor "tijdelijke" bos- zijn, duidelijk afwijkt van dat van het regeringsbeleid,
aanleg met snelgroeiende houtsoorten. Van belang is c.q. provinciale beleid, C.q. beleid van de eigenaar om-
dan wel dat de te bebossen gronden hun agrarische dat er veel tijd nodig zal zijn om uiteindelijk de bosbe-
bestemming houden. Tevens dient een overbruggings- heersplannen aan de hand van een RBP op te stellen.
bijdrage van voldoende hoogte te worden verstrekt,
terwijl voorts de normale bosbouwsubsidies onvermin- Van der Krol
derd van toepassing dienen te blijven. Het financieel Ja.
ondersteunen van de particulieren is aanzienlijk goed-
koper dan wanneer de Staat zelf de grond moet aanko- Leermakers
pen en bebossen. In principe dienen alle functies die het bos heeft te ver-
Bij de aanleg van nieuwe "permanente" bossen is vuilen in bestemmingsplannen te worden vastgelegd,
gecombineerde aanpak door overheid en particulieren dus niet alleen de natuur-, maar bijv. ook de recreatie-
goed mogelijk. De produktieve gedeelten kunnen bijv. functie.
in erfpacht worden uitgegeven. De aanleg en het on- In ieder geval is dit ook wat betreft de natuurbe-
derhoud van bijkomende voorzieningen, infrastructuur houdsfunctie een goede zaak.
enz. zijn voor rekening Staat. Op deze wijze kunnen de
bedrijfskosten zo laag mogelijk worden gehouden. Lugtmeijer
Een ramp voor degene die dat treft, want in veel van
Stefe/s die gebieden zal nog gestuurd moeten worden. Ik zie
Een taakverdeling impliceert een afspraak. Die is er dan aankomen dat voor iedere ingreep, groot en klein,
niet. Particulieren zullen alleen dan planten als het een aanlegvergunning vereist gaat worden (natuur is
aantrekkelijk is. De rest moet de overheid doen. Deze immers heilig).
vraag is niet te beantwoorden met juist of onjuist.
Luijpen
Van Vloten Neen.
Indien over uitbreiding en aanleg van nieuw bos wordt
gesproken is het juist eNan uit te gaan dat in principe Nijhoff
door alle categorieën boseigenaren hieraan wordt (4 en 5) Onafhankelijk van het gestelde in het MJP zijn
meegewerkt. wij van mening dat terreinen met natuulWetenschappe-
Gezien de aard van de produktiebeplantingen: korte lijke waarde planologisch moeten worden beschermd
omlopen met reeds na enige jaren opbrengsten, ligt door middel van de functietoekenning "natuurgebied".
het voor de hand vooral aan aanleg en exploitatie door Dit geldt uiteraard ook voor bosgebieden. Wanneer
particulieren te denken. Zij zijn minder bestand tegen een eigenaar zou willen meewerken aan een beheer
een langdurige investeringsperiade zonder houtop- dat uitgaat van de potenties van het gebied en dat zich
brengst. Er dient echter naar mogelijkheden te worden richt op de ontwikkeling van natuulWaarden (wellicht
gezocht om particulieren ook in staat te stellen duur- met behulp van beheersovereenkomsten), dan kan
zaam bos aan te planten. een dergelijk gebied ook in latere instantie een functie
"natuurgebied" toegewezen krijgen.

6
Smit Van der Krol
Dit uitgangspunt is te statisch. Mogelijk ligt een belang· Karakter van bossen met hoofdfunctie natuur zal in de
rijk deel in de bestemmingsplannen d.d. 1990 vast en meeste gevallen reeds nu aan de gestelde kriteria
is een deel weer in 2000 geschrapt. Ik vind de term (in· moeten voldoen. Niet zinvol om later natuur te gaan
clusief die zonder houtoogst) niet passen in de vraag- creëren.
stelling.
Leermakers
Somsen Als dit een goede manier is om het gestelde onder
In Bestemmingsplannen dient het beleid er op te zijn vraag 4 te bereiken dan is daar geen enkel bezwaar te-
gericht het bos als zodanig in stand te houden en te gen. De koppeling van beheersplannen aan het be-
beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf. stemmingsplan kan overigens een goede manier zijn
Door de ruimtelijke ordening mogen geen voorschriften om de verschillende functies van het bos (dus ook de
worden gegeven die de normale bedrijfsvoering be- recreatiefunctie) veilig te stellen.
lemmeren en de vrijheid van inrichting en beheer aan-
tasten. Als de eigenaar het beheer wil richten op de Lugtmeijer
ontwikkeling van de eenzijdige functie "natuur" kan Gezien het feit dat op bestemmingsplan-niveau (= ge-
een nadere aancluiding aan de bosbestemming wor- meentelijk niveau) praktisch nooit voldoende kennis
den toegevoegd. van bosbeheer aanwezig kan zijn, moet over de aard
Het beleidsvoornemen om ook bossen met hoofd- van het beheer nimmer iets worden vastgelegd in be-
functie natuur aan te wijzen, is onderdeel van een to- stemmingsplannen. Het Streekplan (= provinciaal ni-
taal bosbouwbeleid zoals dit in het MJP is verwoord. veau) lijkt daarvoor het meest geschikt.
Om wél met grote voortvarendheid grote gedeelten
van het bos te fixeren op één functie natuur, doch an- Luijpen
derzijds de uitbreiding van nieuw bos en houtproduktie Logische gedachtengang; liever geen vergroting van
op de lange baan te schuiven en op zijn minst met dit areaal.
veel, zowel financiële als planologische, onzekerhe-
den te omgeven, leidt tot een onevenwichtig bosbouw- Smit
beleid. De gestelde zienswijze is juist. Op deze wijze wordt
vanuit het beheer ingespeeld op de potentiële moge-
Stelels lijkheden voor natuurbouw. Het is uiteindelijk afhanke-
Neen. Planologie moet zich niet met beheer bemoeien, lijk van de doelstelling van de eigenaar, de groeiplaats-
alleen met bestemming "bos". factoren en de bosontwikkeling.

Somsen
Het in bestemmingsplannen bestemmen van bossen
Vraag 5 Een alternatief zou kunnen zijn om eerst met de hoofdfunctie natuur incl. het stellen van bepaal-
de bossen die de hoofdfunctie natuur (incl. geen de eisen aan inrichting en beheer (geen houtoogst)
houtoogst) reeds hebben, in de bestemmingsplan- zonder vrijwillige medewerking van eigenaren is on-
nen vast te leggen, en via beheersplannen te ko- juist.
men tot vergroting van het areaal van dit type, wat Indien op basis van vrijwilligheid en geleidelijkheid
dan later in de bestemmingsplannen vastgelegd het areaal van dit type kan worden uitgebreid en
moet worden. Wat vindt u daarvan? eigenaren wensen ook in de toekomst deze bossen
vanuit de hoofdfunctie natuur te beheren, zou de be-
stemming hoofdfunctie natuur kunnen worden vastge-
Van lItersum legd.
Ik ben van mening dat de keuze wel of geen houtoogst
bij de eigenaar moet blijven. Te grote beperking van Stelels
vrijheid is immers strijdig met het uitgangspunt van in- Zinloos. Een bestemmingsplantermijn van 10 jaar is
standhouding van het particulier bosbezit. De eigenaar niet te verenigen met een omloop van 100 jaar. Zie ook
c.q. beheerder moet "plezier" in zijn bos kunnen blij- 4.
ven beleven, zeker daar waar het rendement ook op
langere termijn onaantrekkelijk blijft. De door u gedane Van Vloten
suggestie lijkt daarom niet zo slecht omdat de keuze Het overgrote deel van het Nederlandse bos is multi-
dan in belangrijke mate bij de eigenaar ligt. functioneel. Dat is een aanduiding die bruikbaar is en

7
in de optiek van de boseigenaren zou het zo moeten van einddoel planning, zoals in het Meerjarenplan ge-
zijn dat de boseigenaren in die categorie zelf het ac- hanteerd, noodzakelijk.
cent legt. Dat betekent dus dat in die categorie uiteen-
lopende accenten mogelijk zijn. Lugtmeijer
Allicht is procesplanning beter. Daarmee is de flexibili-
(4 + 5) Het is denkbaar dat daarnaast bossen voorko- teit groter waardoor beter rekening kan worden gehou-
men waar het multifunctionele karakter nagenoeg ont- den rnet veranderende maatschappelijke wensen en
breekt zoals in sommige reservaten of vergelijkbare milieuornstandigheden.
terreinen en zoals in houtproduktieterreinen met korte
omloop. Luijpen
Naar mijn mening zouden deze drie categorieën van MJP staat vrijwel niet stil bij het "proces" en geeft to-
bossen door de bestemmingsplannen kunnen worden taal geen ruirnte voor een "andere" (= betere) plan-
gehandhaafd. In de categorie multifunctioneel bos zou ning.
dan de boseigenaar naar bevind van zaken al dan niet
een accent leggen. Hij zal zijn beheer daarop afstem- Nijhoff
men; de flexibiliteit blijft gehandhaafd en bovendien Overeenkomstig het in deze vraag gesuggereerde
ontstaat er geen probleem indien in een bosbezit spra- missen wij voldoende instrumenten om de (eind)doel-
ke is van meer dan een accent. stellingen te verwezenlijken.

Smit
Vraag 6 BosontwikkelIng Is een proces. Het MJP Procesplanning is beter. Het einddoel, weergegeven in
hanteert einddoelplanning. Zou procesplanning de verhouding tussen de bosdoeltypen is een wens,
niet beter zijn, en vindt u dat het MJP daar genoeg die gefundeerd is op te weinig waardevaste gegevens.
mogelijkheden voor biedt? Het MJP beweert te veel stelligheden, die niet voldoen-
de onderbouwd zijn. Het is echter een plan dat richting
geeft aan het beleid op lange termijn en als zodanig
Van ltIersum dient het een, maar dan meer relativerende, uitspraak
Procesplanning van het bos is beter dan einddoelplan- te doen. Dit staat het opnemen van een beschouwing
ning. over procesplanning niet in de weg. Het plan dient zich
te onthouden van bindende regels voor het beheer.
Van der Krol
Procesplanning leidt tot einddoel c.q. bosdoeltype. Somsen
Voordeel procesplanning dat men bij onverwachte ex- De in het MJP gehanteerde einddoelplanning is gericht
terne invloeden of calamiteiten planning aan kan pas- op het realiseren van bepaalde bosdoeltypen. Dit bete-
sen. kent, dat de samenstelling van het bos aanzienlijk zal
veranderen. Het is duidelijk dat dit grote gevolgen zal
Leermakers hebben, zowel gunstig als nadelig, voor de bosbedrij-
Procesplanning leidt tot niets, wanneer niet een duide- ven en de houtverwerkende industrie. Het MJP gaat
lijk doel voor ogen staat dat men binnen een bepaalde niet in op event. gevolgen en geeft geen mogelijkhe-
terrnijn wil realiseren. Men kan dit laatste einddoel- den het proces tussentijds bij te sturen.
planning noemen. In feite is dit niet een geheel juiste Een ander nadeel van einddoelplanning is dat wan-
term, ook niet in het kader van het Meerjarenplan, om- neer bepaalde onderdelen zijn bereikt, terwijl andere
dat dit plan niets anders beoogt dan een bepaald doel onderdelen niet of onvoldoende te realiseren zijn, er
binnen een bepaalde terrnijn te realiseren. Dat is heel een zeer onevenwichtige situatie ontstaat. Dit betekent
iets anders dan het toewerken naar één bepaalde (sta- dat de planningsmethodiek gewijzigd moet worden in
tische) einddoelsituatie. procesplanning.
Beter inzichtelijk zal evenwel moeten gemaakt wor-
den hoe men het binnen gegeven termijn na te streven Stelels
doel in de loop van de tijd gestalte wil geven, bijv. via Beide zinvol, maar moeilijk. Een einddoel is een slag in
tussentijdse evaluatie van de regionale bosplannen en de lucht. Voorlichting en subsidies werken beter dan
de bosuitbreidingsplannen, mede gezien in het licht doeltypen en planologie.
van de maatschappelijke ontwikkeling op dat tijdstip.
Daarbij zal het doel zelf, evenals de termijn, bijstelbaar Van Vloten
moeten zijn, zonder al te snel van het gekozen doel en Procesplanning geniet de voorkeur boven eindplan-
termijn af te wijken. Voor dit laatste is een zekere mate ning, omdat het een grotere mate van flexibiliteit ver-
8
toont. Daardoor kan beter op zich wijzigende facto- Luijpen
ren/omstandigheden worden ingespeeld. Nieltemin is Neen; tenzij men een zeer rijke sponsor vindt, dan wel
het juist dat wij ons een bepaald na te streven doel ruimte geeft, óók financieel en fiscaal aan belangstel-
voor ogen stellen. lende beleggers.

Smit
Zie3.
Vraag 7 Verwacht u dat de aanleg van bossen en
andere beplantingen met hoofdfunctie produktie Somsen
(MJP: "produktie-beplantingen" snel tot stand zal Gelet op de grote budgettaire en planologische proble-
komen? Kunt u uw mening kort onderbouwen? men valt niet te verwachten dat de aanleg van nieuw
bos snel tot stand zal komen. Het snel tot standkomen
van "produktiebeplantingen" met korte omlopen door
Gerbranda particulieren zal alleen plaatsvinden indien
De produktiebeplantingen zijn voor de bosdoeltypen - de te bebossen landbouwgrond zijn agrarische be-
38, 39 en 40 vooruitlopend op het MJP, in belangrijke stemming behoudt.
mate gerealiseerd. De bosdoeltypen 41 en 42 komen - er voldoende rendement op het geïnvesteerde ver-
nauwelijks voor. Zij passen in de bebossingsmogelijk- mogen is.
heid zonder herbebossingsverplichting en zullen daar- Dit betekent, dat de overbruggingsbijdrage van
voor slechts in beperkte mate tot stand komen. Dit om- f 3.000,- aanzienlijk hoger zal moeten zijn en alle
dat aan het eind van de rit de grond weer voor de land- voor de bosbouw van toepassing zijnde subsidies inc!.
bouw of voor verstedelijking geschikt moet worden bosbijdragen kunnen worden verkregen.
gemaakt door het verwijderen van stobben en grove
wortel- en takresten. Dat kost wellicht f 3000,- à Stelels
f 4000,- per ha. De berekening van het nelto-resultaat Niet sneller dan nu het geval is. Er is alleen animo als
bij de bosdoeltypen 41 en 42 houdt met deze kosten het financieel aantrekkelijk is. Men zet geen landbouw-
géén rekening. Dat acht ik misleidend. grond van f 20.000,- per ha om in bosgrond van
f 10.000,- à f 15.000,- per ha'!
Van Ittersum
Zie mijn reactie op vraag 3. Enig zicht op rendement is Van Vloten
er niet. Het door de regering beschikbaar gestelde be- In het MJP wordt ervan uitgegaan dat de zgn. produk-
drag van f 3.000,- lijkt mij ook ten enen male onvol- tiebeplantingen goeddeels door de particuliere bos-
doende om onder de huidige omstandigheden pachtvrij eigenaren zullen (kunnen) worden gerealiseerd. Dit zal
cultuurland om te zetten in produktiebos. Ik verwacht afhangen van de mate van financiële haalbaarheid.
dan ook dat er op grond van rendementsoverwegingen Het MJP onderkent zelf dat de financiële positie in
weinig produktiebos door particulieren zal worden aan- de particuliere bosbouw vooralsnog een belemmeren-
gelegd. Het bedrag van f 3.000 is o.a. gebaseerd op de factor is. Overigens zijn de produktiebeplantingen
pachtprijzen. Pachtvrije cultuurgrond heeft momenteel in zoverre in het voordeel, dat de investeringsfase ten
een veel hogere opbrengst dan de pacht. opzichte van langere omloopprodukties kort te noemen
is: reeds na enkele jaren kan worden geoogst.
Van der Krol
Indien financiële tegemoetkoming niet verhoogd wordt
zal de bereidheid om landbouwgronden om te vormen
naar "produktiebos" gering zijn. Vraag 8 Acht u het in het MJP vermelde financiële
en fiscale instrumentarium voor de realisering van
Leerrnakers de plannen tot 2000 in voldoende mate aanwezig
Dit zal slechts van de grond kunnen komen wanneer voor alle onderdelen? (p. 151-153).
voldoende hoge stimuleringssubsidies worden ver-
strekt, bijv. door het Ministerie van Economische Za-
ken. Gerbranda
In het MJP vind ik geen fiscaal instrumentarium ver-
Lugtmeijer meid. Wat elders in beweging is (aanpassing NSW) zal
Nee, ik denk dat de particulier niet geïnteressseerd zal bij effectuering gunstig werken. Een keuzeregiem, pe-
zijn en de overheid te traag werkt. riodiek te herzien, voor het al dan niet buiten aanmer-

9
king blijven van de winst uit bosbedrijf voor inkomsten- beheer zal de Beschikking Bosbijdragen een belang-
belasting en vennootschapsbelasting kan aanvullend rijk instrument blijven. Voor het realiseren van de na-
gunstig effect hebben. Het financiële instrumentarium tuurbehoudsdoelstelling voor bosssen van particuliere
is niet adequaat. eigenaren (bijv. in Nationale ?arken of Grote Eenhe-
De bosdoeltypen met accent op natuur geven een den Natuurgebied) zullen wellicht in toenemende mate
veel lagere opbrengst dan de veelzijdige bosdoeIty- middelen noodzakelijk zijn om derving van inkomsten
pen. op termijn aan de eigenaar te vergoeden, bijv. voor het
Bij de laatste komt het positief resultaat, dat bij elk nalaten van bepaalde ingrepen die houtoogst zouden
type wordt berekend, in hoofdzaak of geheel bij de bespoedigen.
eindkap tot stand. Gezien de lange omloop en het
veelal nog moeten starten van de bosdoeltypen, bete- Lugtmeijer
kent dit dat de boseigenaar eerst over 50 tot 100 jaar Indien het geld dat de staat zichzelf heeft toegedacht
het Walhalla van de lonende bosbouw binnentreedt. aan de particuliere bosbouw wordt gegeven, komen
Voor de overbrugging van beide problemen is ten on- we een heel eind.
rechte geen financiering aangegeven.
Luijpen
Van Itttersum Neen.
Een begroting van 86 m per jaar voor ca. 300.000 ha
bos houdt in een krappe f 300,- per ha. In verhouding Nijhoff
tot de bedragen die de gemeenschap in de landbouw Naar onze mening is het financiële en fiscale instru-
stopt (f 1.500,- - f 2.000,- per ha per jaar) is dit wei- mentarium onvoldoende om de plannen te verwezenlij-
nig, ook al wanneer men de functie natuur, landschap ken. De bewering dat de overheidsbijdrage aan de
en recreatie die bos ten behoeve van de gemeenschap bosexploitatie op den duur nihil kan zijn is volstrekt niet
in veel grotere mate vervult dan de landbouw, in aan- onderbouwd. Zij lijkt zeker voor de bosdoeltypen ge-
merking neemt. richt op natuurontwikkeling onjuist, alsook voor de ove-
Het overzicht is overigens incompleet, omdat de bij- rige bossen waarin douglas een ondergeschikte rol
drage van provincies aan NB-organisaties en de kos- speelt.
ten van gemeentelijke bossen ontbreken. Verder zou
een splitsing van directe en indirecte kosten zinvol zijn Smit
alsmede een splitsing tussen overheid, NB-organisa- De financiële paragraaf is veel te summier. In elk geval
ties en particulieren. Ook zouden de aankoopsubsidies was hier een nadere aanduiding gewenst omtrent de
vermeld dienen te worden. vergoeding door de samenleving voor de investering in
Op pag. 119 staat verder dat de regering de horizon- omloopverlenging en overgang naar gemengde op-
tale samenwerking wil bevorderen en daartoe een wij- standen. Het instrumentarium moet toegesneden zijn
ziging van de "Beschikking bijdragen Samenwerking op de procesplanning ten behoeve van de bosontwik-
in de Bosbouw" overweegt. Het in de meerjarenraming keling.
opgenomen constant blijvende bedrag van 0,1 miljoen Er zou een beleid verklaard moeten worden, hoe
voor samenwerkingsverbanden is geen bevestiging met de genoemde beperktheid van de overheidsmid-
van dit beleidsvoornemen. delen toch het gewenste resultaat bereikt zou kunnen
Er zijn thans enkele goedlopende bosgroepen in Ne- worden.
derland en stimulering van de uitbreiding daarvan zou
in het belang van verbetering van het rendement als Somsen
beleidsvoornemen moeten worden opgenomen alsme- In het MJP wordt relatief weinig aandacht geschonken
de een versterking van de thans bestaande bosgroe- aan de financiële aspecten. De meerjarenramingen la-
pen. ten een vermindering zien van de voor de bosinstand-
houding beschikbare middelen. Gelet op de ervaringen
Van der Krol van de afgelopen jaren (uitputting van kredieten) moet
Neen, zie antwoord op vraag 7. dan ook worden gevreesd dat de middelen onvoldoen-
de zullen zijn om het in het MJP genoemde beleid te
Leermakers realiseren. Het merendeel van de bosbedrijven zit nog
Voor produktiebeplantingen zie het antwoord op vraag in de investeringsfase en kampt met liquiditeitsproble-
7. Wanneer de middelen voor bosuitbreiding door de men. Ook de rentabiliteit is negatief. Het verlengen van
overheid daadwerkelijk op de voorgenomen wijze wor- de omlopen, de noodzakelijke bosomvorming en het
den vrij gemaakt, heeft dit (bijgesteld) voornemen wel- "in de ban doen" van bepaalde houtsoorten als fijnspar
licht kans van slagen. Wat betreft instandhouding en en lariks met relatief korte omlopen, zullen een zeer
10
nadelige invloed hebben op de liquiditeit en rentabiliteit zoals het in de bosbouw gebruikelijk is, geen kosten
van bosbedrijven. Wanneer daarbij mede in acht wordt toegerekend worden aan het in de grond geïnvesteer-
genomen, dat in een belangrijk deel van de bossen en de vermogen.
met name in de oude bossen met een hoge houtvoor-
raad de houtoogst moet worden beperkt of achterwege Van der Krol
moet blijven, zal het duidelijk zijn dat dit veel bosbedrij- Neen, geleverde tegenprestatie door particuliere bos-
ven in de grootste financiële problemen zal brengen bouwer op basis van huidige normen onvoldoende ge-
met alle nadelige consequenties van dien. Ook voor honoreerd.
belangrijke zaken als stimulering van samenwerking
zijn geen extra middelen geraamd. De gewenste bos- Leermakers
uitbreiding zal ook alleen tot stand kunnen komen, in- Zie onder meer het antwoord op vraag 8. Het is inder-
dien het wettelijk, financieel en fiscaal instrumentarium daad de vraag of het instrumentarium toereikend zal
wordt uitgebreid. blijken te zijn. Het voorgenomen beleid biedt de moge-
lijkheid om in deze mogelijke lacune alsnog te voor-
Stelels zien, eventueel gepaard gaande met herziening van de
Neen. Veel te optimistisch (ten aanzien van de uitkom- Beschikking Bosbijdragen en mogelijk de Boswet.
sten).
Lugtmeijer
Van Vloten Nee, het MJP is een typisch ambtelijk stuk dat voorbij
Dit is nog niet duidelijk: gaat aan de hedendaagse beslommeringen van de
- Naast de houtproduktiefunctie vervult het bos an- particuliere bosbouwer_ Hem wordt hier wel een worst
dere dienstverlenende functies zoals ten behoeve van voorgehouden voor na zijn dood, maar hoe het de ko-
de recreatie. Over een permanente passende vergoe- mende jaren moet, met name in financieel opzicht, blijft
ding daarvoor is duidelijkheid gewenst; onduidelijk. Procesplanning had wellicht meer duide-
- Indien men kiest voor nieuwe bosdoeltypen zullen lijkheid voor de korte termijn kunnen geven.
de eerstkomende jaren veelal hogere instandhouding-
en beheerskosten moeten worden gemaakt. Daarvoor Luijpen
zullen extra middelen ter beschikking dienen te komen: Neen.
- Voor bosaanleg door particulieren - buiten de pro-
duktiebeplantingen om - zijn geen extra bijdragen op- Smit
genomen; Het beleid en het instrumentarium is te statisch ver-
- Met betrekking tot de produktiebeplantingen be- woord. Anderzijds is er geen evenwicht tussen de be-
staat onduidelijkheid over omvang en aard van de sti- leden vrijwilligheid en de verplichtingen die voort-
muleringssubsidie. vloeien uit het Regionaal Bosplan ten aanzien van het
beheersplan (Bosbijdragen) en de opgelegde verde-
ling van bosdoeltypen.
Het MJP kent een centralistische tendens ten aan-
Vraag 9 Is het beleid en het instrumentarium van zien van het handelen in het particuliere bos; hiermede
het MJP voldoende toegesneden op de particuliere wordt miskend het waardevolle karakter van de resul-
bosbouw, als er zoveel "vrijwillig" gedaan respec- taten van individuele inventiviteit, dat het particuliere
tievelijk veranderd moet worden? bos (landgoed) kenmerkt.

Somsen
Van Ittersum De realisering van het MJP-beleid zal alleen kunnen
Uit bovenstaande opmerkingen valt af te leiden dat het slagen indien het "gedragen" wordt door boseigenaren
standpunt van de regering tot instandhouding van het en bosbeheerders. Particuliere boseigenaren zullen
particulier bos bezit in hoge mate onvoldoende uit- hun belangstelling voor bosbouw echter alleen blijven
mondt in daarop gerichte maatregelen_ Van belang zijn behouden en bereid zijn te investeren en het bosbedrijf
daarbij het rendement en de beheersvrijheid, die beide te continueren indien de thans nog maar beperkte be-
onvoldoende aan hun trekken komen. Realisatie van heersvrijheid niet verder wordt beknot. Het beleid van
dit MJP zal naar mijn mening een verdere teruggang het MJP doet echter vrezen dat er zowel in de planolo-
van het particuliere bosbezit in de hand kunnen wer- gische als beheerssfeer belemmeringen zullen ont-
ken. Luchtig wordt op pag. 108 geconstateerd dat staan.

11
Stetels veroorzaker is van achteruitgang van de bosvitaliteit:
Vraag is hoe vrijwillig de vrijwilligheid is? Zie pag. 123 deze moet op de kortste termijn krachtig bestreden
en 124. Dwang door subsidies, bosdoeltypen en pla- worden.
nologie?? De kennis van de do"glas als boomsoort voor het
bos is niet toereikend om deze vraag afdoende te kun-
Van Vloten nen beantwoorden.
Indien er veel gedaan en veranderd moet worden, is er
geen sprake van vrijwilligheid. Dat vrijwilligheid zeker Lugtmeijer
geen wassen neus mag worden betekent dat de gang- De veronderstelde grotere gevoeligheid van oude bo-
bare subsidies en vergelijkbare geldelijke ondersteu- men is een zeer gevaarlijke generalisering. Behoorlijke
ningen beschikbaar dienen te blijven ook als niet wordt omloop lengte blijft een voorwaarde om volwaardig bos
meegewerkt aan nieuwe ontwikkelingen. Het stimule- te maken! Onzekerheid t.a.v. de gevoeligheid van
ren van die medewerking door extra middelen ter be- boomsoorten voor luchtverontreiniging maken de klas-
schikking te stellen is uiteraard toe te juichen. sieke voordelen van het gemengde bos weer actueel.
Bijstelling? Procesplanning!

Luijpen
Vraag 10 Oude bomen en douglas lijken extra ge- De geVOlgen van de luchtverontreiniging zijn nog on-
voelig te zijn voor milieuverontreiniging. Toch ziet voldoende geanalyseerd. Pas als dat gedaan is, kun-
het MJP omloopverlenging en een verschuiving nen we (misschien) keuzes maken in de boomsoorten.
van groveden naar douglasspar als middelen voor
een beter ecologisch en economisch functioneren Nijhoff
van het bos. Dunkt u bijstelling nodig (p. 143-144)? Zoals gezegd twijfelen wij aan de realisatie van de
doelstellingen van het MJP, onder meer vanwege de
beangstigende schade door luchtverontreiniging die in
Van fttersum de laatste jaren merkbaar is geworden. Het is zeker
Omloopverlenging is naar mijn mening een middel voorstelbaar dat het MJP te zijner tijd naar aanleiding
voor een beter ecologisch functioneren van het bos. Of van de resultaten van het zogenaamde vitaliteitsonder-
dit ook een beter economisch functioneren ten gevolge zoek van Staatsbosbeheer zal moeten worden bijge-
heeft, betwijfel ik gezien de bij rendementsberekenin- steld.
gen in te calculeren rente op in houtvoorraad geïnves-
teerd vermogen. Het streven kan op ecologische gron- Smil
den zijn het bevorderen van lange omlopen; of dit stre- Er bestaat verschil in gevaar tussen omloopverlenging
ven gezien de milieuverontreiniging haalbaar is, blijkt en stimulering van aanleg met douglas. Zolang het on-
dan wel. Verder ondervinden beide, douglas en grove- derzoek niets concreets kan zeggen, kan de bosbouw
den, nadeel van de milieuverontreiniging. Bijstelling geen specifieke maatregelen nemen. Wel dient de
lijkt derhalve in deze niet zo zinvol. boomsoortenkeuze niet zo ongenuanceerd gesteld te
worden. Bijstelling op dit moment is echter niet reëel .
Leermakers maar kan mogelijk over 5 jaren al nodig zijn.
Het zonder meer koppelen van het feit dat de bomen in Uit het oogpunt van risicospreiding laat ik ook grove-
de huidige bossen in een bepaalde leeftijd-categorie den planten.
(40-100 jaar) gevoelig blijken te zijn voor luchtveront-
reiniging aan het MJP-voornemen om omloopverlen- Sornsen
ging na te streven lijkt niet juist. Om tot een oplossing voor de problematiek van de "zu-
Het is immers mede het streven van de omloopver- re regen" te komen, is het noodzakelijk dat op korte
lenging om een ecologisch stabieler bostype op de Ne- termijn krachtige maatregelen worden genomen om de
derlandse bodem te creëren dat op den duur als totaal verontreiniging vanuit de bronnen te verminderen.
resistenter zal zijn dan vele van de huidige (korte om- Daarnaast dient het onderzoek naar de oorzaken van
loop) monoculturen. En ecologisch stabiel kan men de bossterven en de invloed op het bos worden voortge-
huidige, ook iets oudere bossen niet noemen. zet. Ook zal moeten worden bezien welke bosbouw-
Het lijkt overigens verstandig vooraleer bepaalde kundige maatregelen te nemen zijn om het afsterven te
conclusies aan de recente onderzoekgegevens te ver- vertragen, tegen te gaan en de gevolgen voor de bos-
binden eerst een nadere analyse van deze gegevens bedrijven op te vangen.
af te wachten. Dit geldt overigens niet voor de evidente Dit kan enerzijds betekenen, dat het verjongingsplan
hoofdconclusie, dat luchtverontreiniging een belangrijk moet worden aangepast, of voor bepaalde soorten de

12
omlopen (tijdelijk) niet te lang genomen kunnen wor- maar ook beheer en bossamenstelling mede op het re-
den. Het is van het grootsle belang, dat bosbedrijven creatief belang zijn afgestemd. Overigens duiden de
nu, maar ook in de toekomst, voldoende vrijheid be- voornemens in het Meerjarenplan wat dit laatste betreft
houden om flexibel te kunnen inspelen op deze proble- in de goede richting, al wordt dit onvoldoende onder-
matiek. bouwd. Zo wordt slechts zeer globaal aangegeven
welke bosdoeltypen voor de recreatie aantrekkelijk zijn
Stefels en welke niet.
Hier weten we niets van. Als de zure regen doorzet Verder dient opgemerkt te worden dat niet als van-
dan wordt het plan onderuitgehaald. zelfsprekend elk bos dat in de Randstad wordt ontwik-
keld ook zonder meer voor de recreatie de meest wen-
Van Vloten selijke situatie tot gevolg heeft. Zo heeft open weidege-
In het kader van de vrijheid van beheer zal de boseige- bied ook een functie voor de recreatie, en is dit in
naar omloopverlenging en verschuiving van groveden sommige gevallen te prefereren boven een bos. Daar-
naar douglas alleen overwegen als dat past in zijn be- naast moet een bos, wil het van waarde zijn voor de
heer en bovendien zal hij de risico's daarvan wegen. recreatie, tenminste een minimum aan "recreatie-toe-
gevoegde·waarde" hebben. Gedoeld wordt hierbij op
extra aandacht voor omvang en inrichting, maar tevens
voor de relatie met het omringende gebied, vooral wat
Vraag 11 Komt de recreatie in het MJP goed aan betreft de recreatieve routes (wandel-, fietsroutes,
zijn trekken? maar ook vaarroutes), inclusief aandacht voor de ver-
schillende te onderscheiden vormen van verblijfs-
recreatie. Mogelijkheden voor het kamperen, waaron-
Van fttersum der het zogenaamde kampeerbewijskamperen en an-
De functie recreatie komt in het MJP minder aan zijn dere eenvoudige vormen van toeristisch kamperen,
trekken dan de functie natuurbehoud. moeten worden gevonden in het recreatief medege-
bruik. In dit kader dienen de beleidsvoornemens met
Van der Krol betrekking tot nieuwe natuurkampeerterreinen in
Ja. staatsbossen ten spoedigste gerealiseerd te worden.
Ook dienen de mogelijkheden hiertoe in particuliere
Leermakers bossen, die nu aanwezig zijn via de beschikking bos-
Het recreatiebelang wordt in het Meerjarenplan wel on- bijdragen, met kracht gestimuleerd te worden. Dit geldt
derkend, maar onvoldoende gehonoreerd. ook voor andere recreatievoorzieningen, bijv. ten be-
De recreatie blijft ondergeschikt aan de houtproduk- hoeve van voorlichting en educatie.
tie, terwijl houtproduktie, recreatie, natuurbehoud en Bij bossamenstelling en beheer dient het recreatief
kwaliteit van het landschap als gelijkwaardige functies belang duidelijk tot uiting te komen, onder meer in een
worden voorgesteld. gemengde soortensamenstelling, afwisseling met
In het Meerjarenplan wordt niet duidelijk gemaakt open plekken en waterpartijen en voldoende aandacht
hoe het recreatief medegebruik in de bossen met voor bosranden. De kwaliteit van het omringende land-
hoofdaccent houtproduktie of natuurbehoud zal wor- schap (behoud, herstel en aanleg van houtwallen,
den veiliggesteld. In het overige bos, waarvoor de houtsingels, e.d.) behoort eveneens tot de recreatieve
veelzijdige bosdoeltypen zijn gepland, is evenmin basisvoorwaarden.
sprake van voldoende uitwerking van het recreatiebe-
lang. Ook de financiering van het bosbeheer is een Lugtmeijer
moeilijk punt. Gesteld wordt dat op den duur het Ne- Nee, maar dat is ook niet zo belangrijk. Voor het me-
derlandse bos geheel op eigen benen moet kunnen rendeel der recreanten is de enige zorg: als het maar
staan. Hoewel in beperkte mate in blijvende subsidië- groen blijft. Daar lijkt het MJP wel voor te zorgen.
ring wordt voorzien betekent dit in feite dat de recrea-
tiebelangen afhankelijk worden gesteld van de op- Luijpen
brengsten uit het bos zelf. De ANWB acht dit een on- Recreatie is gebaat met goed onderhouden, schone
juist uitgangspunt. De overheid dient zich garant te bossen die goed toegankelijk zijn. "Natuurbos" over-
stellen dat het bos zowel kwantitatief als kwalitatief woekert zichzelf en maakt een desolate indruk.
aan de eisen van het recreatiebelang kan blijven vol-
doen. Deze eisen houden in dat openstelling en re- Nijhoff
creatief medegebruik gegarandeerd zijn en dat ontslui- De beleidsvoornemens ten aanzien van de dag- en
ting en voorzieningen voor dag- en verblijfsrecreatie, verblijfsrecreatie geven ons aanleiding te vrezen dat

13
natuur- en landschapsbehoud niet steeds even goed Luijpen
zijn gewaarborgd. Neen.

Smit Nijhoff
Neen. Is evenals de houtproduktie onderbelicht. De ef- Natuur en Milieu vindt het uit een oogpunt van het be-
fecten en bijdragen van het bos aan het nationaal wel- houd van evenwichtige bosoecosystemen niet ge-
zijn in het algemeen moeten wel nader belicht en glo- wenst wanneer wilddichtheden worden nagestreefd
baal gekwantificeerd worden. Voor dagrecreatieterrei- die de draagkracht van het bos te boven gaan.
nen die verhuurd worden aan recreatieschappen wordt
ook een huurprijs vastgesteld, uitgaande van het ter Smit
beschikking gestelde bos- en natuurterrein. Nationaal- Nee. Dan dient de samenleving de recreatiefunctie te
economisch gezien overtreft mijns inziens de waarde honoreren.
voor het welzijn, die van de houtproduktie.
Het is onjuist om te spreken van subsidie ten dienste Somsen
van de recreatie. Het moet zijn een honorering voor tndien bosbedrijven naast het normale bosbouwkundi-
dienstverlening. ge beheer maatregelen nemen die maatschappelijk
gewenst zijn ten behoeve van recreatie of natuurbe-
Stefels houd, dient de betaling plaats te vinden vanuit de alge-
Redelijk, maar is ook niet zo van groot belang. Het is mene middelen.
niet erg als het wat mager is.
Stefels
Van Vloten Neen, wanneer eigenaar niet vrij is de wilddichtheid
Neen; en wel in die zin dat onvoldoende aandacht is zelf te reguleren. Voor grof wild bepaalt de overheid de
besteed aan de gevolgen van de openstelling en aan dichtheid. Dit is oud zeer!
het noodzakelijke toezicht. Dat geldt ook voor de mid-
delen die noodzakelijk zijn om het toezicht op peil te
krijgen en goed te laten functioneren.
Vraag 13 ts het vrijwet verdwijnen van het zuivere
dennenbos tandschappelijke winst?

Vraag 12 Als wilddichtheden die de draagkracht


van het bos te boven gaan uit recreatieve overwe- Gerbranda
gingen gewenst zijn, is het dan correct dat de daar- Het zuivere dennenbos met wat grootschaliger verjon-
uit voortvloeiende hogere kosten uit de jachtfunc- gingsvlakten geeft in het bos de zeer gewaardeerde
tie van het bos betaald moeten worden (p. 118)? mogelijkheid "van je af te kijken". Landschappelijk is
het vrijwel verdwijnen verlies.

Van Ittersum Van Ittersum


Hogere kosten, voortvloeiend uit wilddichtheden die de Het silhouet van een zuiver dennenbos is mijns inziens
draagkracht van het bos te boven gaan, dienen slechts landschappelijk zeer fraai en ook cultuurhistorisch
dan uit de jachtfunctie betaald te worden, wanneer de- waardevol. Het vrijwel verdwijnen daarvan zou daarom
ze wilddichtheden ook geheel ten behoeve van de een verarming zijn.
jachtfunctie zijn bevorderd.
Van der Krol
Van der Krol In veel gevallen wel, doch niet per definitie.
Neen. Überhaupt onver~edigbaar te hoge wildstand
bewust te handhaven. Daarvoor is de dierentuin. Leermakers
De vraag moet gesteld worden of het zuivere dennen-
Leermakers bos wel zál verdwijnen. De positieve gevolgen die het
Gezien de juridisch-technische aspecten (Jachtwet), exploiteren van een bepaald areaal zuiver dennenbos
die hierbij aan de orde zijn, wordt deze vraag liever niet op grond van economische overwegingen voor de indi-
beantwoord. viduele boseigenaar kan hebben zal het beleidsvoor-
nemen van het Meerjarenplan op dit punt in de praktijk
Lugtmeijer waarschijnlijk doorkruisen. De vrees. dat het zuivere
Neen. dennenbos uit het Nederlandse landschap zal verdwij-

14
nen heeft dan ook weinig voedingsbodem. De gestelde Daarbij wordt onder meer gedacht aan het mede in-
vraag is daarmee in feite weinig relevant. vulling geven aan een tweetal functies die aan de
Los daalVan zij als opvatting vermeld dat de omvor- Randstadgroenstructuur zijn toebedacht, te weten ge-
ming van een groot areaal van het huidige zuivere den- leding van de verstedelijking en afstemming van lande-
nenbos tot bos van meer gemengde samenstelling in- lijke op stedelijke functies en omgekeerd. Daarnaast
derdaad landschappelijke winst is. Het handhaven van zouden zowel vanuit landschapsfysiognomische als
een zeker areaal zuiver dennenbos kan echter op cul- vanuit landschapsecolog',sch gezichtpunt concrete
tuurhistorische gronden en uit oogpunt van variatie van ideeën aangeleverd en gehonoreerd dienen te worden,
landschapstypen (beide mede van belang in verband bijv. met betrekking tot de functie van bos en beplan-
met recreatieve belevingswaarde) gewenst zijn. ting als bouwsteen voor het landschap, opgevat als be-
levingsruimte voor recreant en toerist, of met betrek-
Lugtmeijer king tot het nader invullen van een nationale ecologi-
Ja, laat in Nederland nu eens eindelijk een volgroeid, sche infrastructuur.
volwassen landschap ontstaan, anders lijkt het net of
wij in deze rivierdelta nooit klaarkomen. Lugtmeijer
Zo te zien geen, maar dat kan in de tweede druk goed-
Luijpen gemaakt worden.
Een goed onderhouden, gezond dennenbos is een lust
voor het oog! Jammer. dat het onderhoud zo is ver- Luijpen
waarloosd. Dit kan ik niet beoordelen.

Nijhoff Nijhoff
Het vrijwel verdwijnen van het zuivere dennenbos lijkt Het is de taak van de landschapsbouw de nieuwe bos-
ons landschappelijke winst; immers: er staat een stre- sen en wegbeplantingen zodanig in te passen dat geen
ven naar een ruimere variatie tegenover. natuurwaarden (bijv. weidevogelgebieden) en/of land-
schappelijke waarden (open ruimten) verloren gaan.
Smit Voorts kan de nieuwe bosaanleg worden gebruikt om
Het vrijwel verdwijnen van het zuivere dennenbos is de oecologische infrastructuur voor wat betreft de bos-
landschappelijk een verlies. Men staart zich vaak blind gebieden, met andere woorden de "groene doorade-
op de jeugdfasen. ring van Nederland", te versterken.

Stelels Smit
Neen. Dit is echter persoonlijke voorkeur. Landschapsbouw wordt in het MJP stiefmoederlijk be-
handeld. De plaats van het landschap tussen de facet-
Van Vloten ten natuur, produktie, recreatie (en CUltuurhistorie) is
Het zou te betreuren zijn indien het zuivere dennenbos wat moeilijk. In feite bestrijkt landschapsbouw de inte-
zou verdwijnen. De beheersvrijheid zal ertoe bijdragen gratie van deze facetten en heeft een taak bij de Ruim-
dat zulks niet het geval is. telijke Ordening. Bij de aanleg van nieuwe bossen en
wegbeplantingen heeft landschapsbouw een coördine-
rende taak.

Vraag 14 Welke taak heeft de landschapsbouw bij Stelels


het inpassen van 15.000 + 35.000 ha nieuwe bos- Dit is een grote taak, maar praktijk is dat je blij moet
sen en 10.000 ha nieuwe wegbeplantingen (p. zijn als er ergens bos bijkomt. Dus niet al te hoge eisen
115)7 stellen.

Van Vloten
Van der Krol Het is de vraag of er veel alternatieven zijn. Als dat niet
Een belangrijke taak. het geval is zal de taak bescheiden zijn. En naar ik
aanneem onder alle omstandigheden adviserend.
Leermakers
Voor de landschapsbouw, in de breedste zin opgevat,
is een richtinggevende taak bij inpassing en zelfs ten
dele locatie van nieuwe bossen en beplantingen weg- Vraag 15 Onderzoek, opleiding en training zijn
gelegd. niet in de beleidsvoornemens genoemd. Welke
15
functies hebben zij in het kader van het MJP te ver- De bedrijfseconomische structuur is slecht, de so-
vuilen? ciale structuur miserabel. Het MJP en wat dat betreft
elk ander produktieplan met dezelfde oogmerken, zal
niet kunnen worden gerealiseerd als genoemd
Van Ittersum NEHEM-plan niet op korte termijn in uitvoering wordt
Terecht wijst u voorts op het ontbreken van beleids- gebracht.
voornemens ten aanzien van onderzoek, opleiding en
training. Ik meen dat een dergelijk beleidsvoornemen Nijhoff
zeer zeker een plaats zou moeten hebben in het MJP. Onderzoek is nodig naar:
1 functioneren bosoecosystemen ten behoeve van
Van der Krol natuurontwikkeling;
Een onmisbare functie. 2 invloed luchtverontreiniging in relatie met het be-
houd van natuurwaarden en in relatie met te kiezen be-
Leermakers heersmethoden.
Genoemde aspecten vormen steeds een belangrijk as-
pect bij het nader invulling geven aan bepaalde voor- Smit
genomen activiteiten. Dit dient steeds zodanig te ge- In 6.4.2. worden twee regels gewijd aan het onder-
beuren dat zoveel mogelijk met potenties en knelpun- zoek. Dit is ridicuul. Het onderzoek dient het funda-
ten (bijv. bodem, grondwater, genetische zaken) wordt ment te leggen onder de procesbegeleiding en perma-
rekening gehouden en bepaalde ontwikkelingen een nent gehoord te worden bij het bijstellen van het beleid.
kans krijgen, die zonder onderzoek, opleiding en trai- In het plan dienen de probleemvelden genoemd te
ning niet voorzien konden worden. Slechts op die ma- worden, waarvoor het onderzoek geraadpleegd moet
nier kan de meervoudige doelstelling van het bos op worden.
een zinnige manier gestalte krijgen. Anderzijds dient vermeld te worden, dat ten dienste
van de grondslagen van het MJP nog veel onderzoek
Lugtmeijer moet worden verricht. Op korte termijn dient het uit-
Dit ontbreekt vaker in ambtelijke beleidsnotities. Voor gangspunt voor de groeiplaats, de bostypensamen-
velen zijn de na te streven bostypen nieuw. Van ont- stelling, vervangen te worden door groeiplaatskarakte-
ginningsbos naar volwaardig bos vraagt aanpassing ristieken.
van kennis en houding van de beheerders. Het is ge- Het plan ademt te veel de geest van de bosbouwbe-
bleken dat goede praktijktrainingen daarbij onontbeer- leidsfiguur die het al zo goed weet en daardoor a priori
lijkzijn. gewantrouwd moet worden. Hier wreekt zich ook de
De onderzoeksinstellingen zullen eerder gedaan on- onvoldoende aansluiting tussen wetenschap en (amb-
derzoek moeten actualiseren, maar vooral vragen uit telijke) praktijk, hetgeen doorwerkt in de voorlichting
de beheerspraktijk adequaat behandelen. en advisering door de Staat, waarover wel veel in het
MJP is geschreven.
Luijpen
(Vraag 15 en 16): Het MJP besteedt geen aandacht Stelels
aan hetgeen moet gebeuren als de "boom" "hout" Het is reeds gezegd dat goede voorlichting de basis is
wordt. voor veranderingen. Dat geldt ook voor de rest.
Voor mij is het onbegrijpelijk, dat men een ambitieus
plan heeft om de houtproduktie en de graad van zelf-
voorziening op te voeren, zonder te beseffen, dat het Van Vloten
vakmanschap een heel eind verdwenen is en de on- Het zou goed zijn als die onderwerpen althans enige
derhoudstoestand van het bos gewoon slecht is. aandacht in het Mee~arenplan zouden krijgen.
We zitten met een enorm structureel probleem, dat
door weinigen wordt onderkend en waaraan vrijwel
niets is gedaan.
De AVIH heeft met behulp van de NEHEM en EZ Vraag 16 Zijn er andere punten waarover u uw
een onderzoek doen uitvoeren en medio november '84 mening wilt geven?
een structuurverbeteringsplan uitgebracht. Ik raad u
dringend aan dit te lezen. Het actieprogramma, dat na
conclusies en aanbevelingen wordt aangegeven zal Gerbranda
veel problemen oplossen. Hoezeer de bosdoeltypen met overwegend ongelijkja-

16
rige opstanden en kleinschalige groepsgewijze of indi- - opvoering van houtproduktie op de kortst mogelijke
viduele ve~onging aanspreken, zij zijn niet het enige termijn;
en het laatste woord op het terrein van verantwoorde - houtsoorten met een zo veelzijdig mogelijke toe-
bosbouw. passing (naaldhout, populier). In zijn algemeenheid is
Ook is het ongetijkjarig ongelijksoortig bos niet per er een duidelijk groIere vraag naar naaldhout dan naar
definitie het meest natuurlijk bos. Bekend is, dat het loofhout;
natuurlijk naaldhoutbos op het noordelijk halfrond - behoorlijk aanbod van dunningshout voor papier-
wordt gekenmerkt door gelijkjarige opstanden over en spaanplaatindustrie naast de produktie van zwaar-
vaak zeer grote oppervlakten als gevolg van veelvuldi- der hout voor zagerijen, etc.
ge calamiteiten.
Ook bij loofhout kunnen calamiteiten een belangrijke Wat zien we echter?
rol spelen waardoor het kleinschalig mozaïek niet de - sterke nadruk op langere omlooptijden, hetgeen de
enige vorm van natuurlijk bos lijkt. Men denke aan de vergroting van de houtproduktie naar de toekomst ver-
iep en aan de storm van november 1982 die o.m. in de schuift;
beroemde eikenbossen van het forêt de Tronçais huis - overgang van houtsoorten die ruim toepasbaar zijn
hield. naar houtsoorten met beperktere toepassingsmogelijk-
De heer Prillevitz, eertijds bij CRM auctor intellec- heden. Met een buitengewoon sterke nadruk op ver-
tualis van het Structuurschema Natuur- en Land- groting van de produktie van loofhout. Toepassing van
schapsbehoud, nu als directeur Staatsbosbeheer pre- de harde loofhoutsoorten is bijv, in de papierindustrie
sentator van het Meerjarenplan Bosbouw, kan weten niet of nauwelijks te verwachten;
wat de motivatie is. Hij verklaart in een interview met - in de toekomst ook relatief weinig dunningshout en
het Landbouwkundig Tijdschrift (1984 nr. 12) met be- deels van een kwaliteit waarmee de papier- en spaan-
trekking tot het volwaardiger bos waarnaar wordt ge- plaatindustrie weinig of niets kunnen doen.
streefd: "Het ideaalbeeld is het bos van Amelisweerd. Daarbij komt de vraag van de continuïteit. Voor de
Dat is een bos zoals we dat in de toekomst op veel industrie moet er sprake zijn van
plaatsen zouden willen zien," a een regelmatige produktie van de benodigde hout-
Bosbouw en Natuurbehoud eendrachtig "living up to soorten. We kunnen niet leven met de idee dat er - tij-
Amelisweerd". 't Zal wel op grote frustraties uitdraaien. delijk - een periode zal zijn met een verlaagd aanbod,
Wat gebeurt er b"'jv, als de bossen met accent "natuur"
Heinsius al op relatief korte termijn aan hun produktiefunctie
Wij hebben veel waardering voor wat geprobeerd is te onttrokken worden (dat kan in principe toch van de ene
doen in het Meerjarenplan Bosbouw: een samenhan- dag op de andere), terwijl de overigens geplande pro-
gende beleidsformulering te geven m.b.t. alle functies duktieverhoging nog niet gerealiseerd wordt, bijv. door
die het bos in onze maatschappij moet vervullen, de geldgebrek?
produktiefunctie inbegrepen, b een geleidelijke overgang van de ene op de andere
Het geheel overziend, menen wij echter dat de pro- houtsoort. Noch t.a.v. de regelmaat van de houtpro-
duktiefunctie in dit Meerjarenplan niet die aandacht duktie, noch t.a.v. de geleidelijkheid van de overgan-
krijgt die deze verdient. Er wordt daarop nog te veel af- gen kunnen wij veel uit dit plan aflezen, hetgeen o.i.
gedongen ten gunste van andere doelen. Onnodig, een ernstige omissie is. Het is een absolute noodzaak
omdat de produktiefunctie o,i. n',et strijdig is met de an- dat uit dit plan een houtproduktieoverzicht per jaar per
dere, AI onze bossen zijn toch vroeger aangelegd met soort wordt afgeleid,
het uitsluitend doel daarmee hout te produceren. Wij zijn ten slotte helaas enigszins bevreesd dat de
Voorts ontbreekt volledig de idee dat als men bos- werkelijkheid straks een nog lagere en onbeheerster
bouw intensiveert, óók om de produktie van hout in Ne- produktie te zien zal geven dan gepland en wel door de
derland op te voeren, men toch eerst de afnemers, de voorgenomen provinciale invulling van het bosbouw-
"markt", zou moeten vragen waaraan behoefte zal ont- beleid. Immers de toebedeling van bos met accent
staan. Het feit dat dit niet is gebeurd in dit plan, doet bij "natuur" wordt verwezen naar lagere overheden, die
ons de vrees rijzen dat men toch eigenlijk niet produk- veelal meer op natuurbehoud zijn ingesteld dan op
tieminded is, laat staan commercieel denkt. Dat is ech- grondstofproduktie, omdat zij de factor grondstofvoor-
ter vanuit de industrie gezien wél een noodzakelijk- ziening van de Nederlandse houtverwerkende indus-
heid. trie waarschijnlijk onvoldoende kunnen overzien,
U moet onze bezorgdheid zien in het licht van de Kan de landelijke overheid werkelijk afdwingen dat
enorme verschuivingen in de houtproduktie die te de provinciaal gemaakte beleidsplannen straks ook te-
voorzien zijn. Waar vraagt de industrie om? zamen het beoogde totaal opleveren?

17
, t'. lP . 11' .rl" lid" tt 'P , .. _-' " , , $"_='0'_'

Van Ittersum AI met al lijkt het MJP het particuliere initiatief ten
l
Instandhouding van particulier bos bezit is een duidelijk aanzien van het bosbeheer in de huidige tijd van priva-
onderdeel van het regeringsbeleid zowel op kortere als tisering en deregulering niet te bevorderen. Dit zal
op lange termijn. Wij zien echter thans nog steeds een mijns inziens een verdere nationalisering van het bos-
snelle teruggang van het particulier bos bezit ten gun- bezit of een beheer van niets doen bij particulieren be-
ste van dat van de particuliere terreinbeherende na- vorderen.
tuurbeschermingsorganisaties. De hoofdoorzaak daar-
van is mijns inziens het ontbreken van enig rendement Van der Krol
op het in bos geïnvesteerde vermogen: gemiddeld een Het gedogen, doch niet subsidiëren van aanplant Ja-
negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de waarde van panse lariks en fijnspar is onaanvaardbaar. De argu-
bosgrond, die in hoofdzaak wordt bepaald door de menten "Japanse lariks is alleen pionierhoutsoort" en
overheid als nagenoeg enige· directe en indirecte - "fijnspar past klimatologisch niet" zijn ongenuanceerd
opkoper van het particulier bos. Mijn mening is dat en derhalve onjuist.
wanneer er op korte termijn geen verbetering van het
rendement te verwachten is, dat dit onderdeel van het Leermakers
regeringsbeleid niet realiseerbaar is. Ik mis daarom De financiële middelen nodig voor het (voor de open-
een essentiële maatregel ter realisering van dit beleid: luchtrecreatie zeer noodzakelijke) beleidsvoornemen
op korte termijn verbetering van de bijdragen aan parti- tot bosuitbreiding, vooral in de Randstad, lijken aller-
culieren, in eerste aanleg bereikbaar door: gelijkscha- minst veiliggesteld: de begroting van het Ministerie van
keling van de bijdrage voor bosbeheer voor alle cate- Landbouw en Visserij geeft tot nu toe geen redenen tot
gorieën eigenaren: Staatsbosbeheer, particuliere ter- optimisme. Het Meerjarenplan mag niet in mooie voor-
reinbeherende natuurbeschermingsorganisaties, lage- nemens blijven steken. Zolang het rijk ten aanzien van
re overheden en particulieren, welke laatste categorie het beheer en de inrichting van toekomstige bossen en
in deze zwaar onderbedeeld wordt. Het rendement recreatiegebieden niet tegemoet komt aan de knelpun-
dient naar mijn oordeel zodanig te zijn dat particulieren ten bij de lagere overheden, is het gevaar groot dat de-
geïnteresseerd zijn bossen mede op grond van rende- ze nooit van de grond zullen komen.
mentsoverwegingen te verwerven, wellicht ook bossen Mogelijkheden voor behoud, herstel en aanleg van
die door overheid en NB-organisatie (tijdelijk) zijn "vei- lijnvormige houtelementen in het landschap (ook voor
liggesteld" . Op langere termijn zal bij een zich wellicht de recreatie zeer van belang) dienen in het kader van
verbeterend exploitatieresultaat deze bijdrage kunnen het Meerjarenplan in hun geheel meegewogen en uit-
verminderen. gewerkt te worden, bijv. via nieuwe subsidiemogelijk-
In dit licht is het ook betreurenswaardig dat de Bos- heden.
bijdrageregeling voor NB-organisaties geleidelijk aan
zal worden afgebouwd. Beter zou zijn een uitbreiding Lugtmeijer
van de Bosbijdrageregeling met de bijdragen die thans Dat ik toch blij ben dat het MJP er is. Het luidt een
alleen naar NB-organisaties gaan. De Bosbijdragere- nieuw tijdperk in.
geling is open en is voor iedere categorie van boseige-
naren behalve rijksoverheid hetzelfde. Nijhoff
Verder zou zolang er niet sprake is van een behoor- Algemene conclusie: "het komt op de uitwerking aan!"
lijk rendement, gelijkschakeling van particulieren met De Stichting Natuur en Milieu heeft waardering voor
NB-organisaties en rijksoverheid ook moeten kunnen het feit dat een planmatige opzet van het bosbeleid in
gelden voor subsidiëring van aankopen, zij het dat een beleidsnota is neergelegd. De in het MJP geformu-
daaraan duidelijke voorwaarden worden gesteld en dat leerde hoofddoelstelling "instandhouding van het bos-
het alleen afrondingen en enclaves in bestaand bosbe- areaal in Nederland" alsmede enkele beleidsvoorne-
zit betreft. mens (een ruimere variatie door middel van langere
Dit in overeenstemming met het streven van de re- omlooptijden, een gevarieerdere bossamenstelling
gering om het ontstaan van grotere aaneengesloten e.d.) worden door ons ondersteund. Over de mogelijk-
arealen beheersgebied te bevorderen. Het MJP wil de heden om het voorgestane beleid te realiseren bestaat
particulieren in dezen alleen bij ruiling betrekken. Ook enige scepsis, met name vanwege de geconstateerde
andere serieuze instellingen met gelijkluidende doel- invloed van luchtverontreiniging, grondwateronttrek-
stellingen als die van Natuurmonumenten en de elf king en versnippering van het landelijk gebied en de -
Landschappen zouden voorts in beginsel voor aan- geringe - snelheid waarmee de bosuitbreiding tot nu
koopsubsidies in aanmerking moeten kunnen komen toe heeft plaatsgevonden. De keuze voor een grotere
zoals destijds ook het geval was voor de Stichting Huis variatie binnen het bestaande bosareaal is overigens
Bergh betreffende het landgoed "De Bijvanck". niet voldoende voor het ontstaan of behoud van zelf-

18
standig functionerende boseenheden. De term "oeco- land en Nederlandse ondernemingen in de houtexploi-
logische infrastructuur" wordt meermalen genoemd, tatie in de ontwikkelingslanden.
maar zo'n "groene dooradering van Nederland" wordt
door ons node gemist in de uitwerking van de beleids- Oldenkamp _
voornemens. "Het stuitte hem, zijn tuin te laten onderhouden als
Randvoorwaarde voor het te voeren bosbeleid zou boete voor kleine vergrijpen, en meermalen had hij
volgens Natuur en Milieu moeten zijn: het behoud en zich afgevraagd hoe de Regering bepalingen kon laten
herstel van natuurwaarden in het Nederlandse bos. bestaan, die den ambtenaar in verzoeking kunnen
Dat is te meer belangrijk omdat in ons eens zo bosrijke brengen kleine verschoonbare fouten te straffen, niet
land relatief nog maar weinig min of meer natuurlijk in evenredigheid met het vergrijp, maar met den toe-
bos over is. Bezien wij echter de beleidsvoornemens stand of de uitgestrektheid van zijn erf". (Uit: Max Ha-
dan zien wij een scheiding van functies die wel wat velaar van Multatuli).
vraagtekens oproept. Om te beginnen streeft men 18 Het Mee~arenplan Bosbouw zal een belangrijk in-
procent bos met accent natuur na. In zeven procent strument kunnen zijn om het Nederlandse bos met de
hiervan zal nog steeds houtkap en afvoer van orga- nodige continuïteit te kunnen beheren. Vooral wanneer
nisch materiaal plaatsvinden. Een eerste inventarisatie de in het plan geformuleerde hoofddoelstelling en niet-
in de provincie Utrecht laat zien dat 11 procent "bos termijngebonden doelstellingen worden nagestreefd
zonder houtkap" onvoldoende is om alle bestaande over de totaliteit van het Nederlandse bos. Er is drin-
bossen zonder houtproduktie in deze categorie onder gend behoefte aan een dergelijk plan.
te brengen. De realisatie van genoemde percentages Niettemin zal het planningsconcept van het MJP ge-
wordt bovendien vrijwel volledig afhankelijk gesteld makkelijk aanleiding tot misverstanden kunnen geven.
van de vrijwilligheid van de boseigenaren. De aangereikte bosdoeltypen leveren weliswaar een
Onduidelijk is tenslotte of de aanzienlijke verhoging goede beschrijving van algemeen landelijk te genere-
van de houtproduktie op het bestaande areaal zal lei- ren en te verwachten bosbeelden, maar de veronder-
den tot een meer of juist minder intensieve bosexploi- stelde bosontwikkelingen die er aan ten grondslag lig-
tatie. Bekend is dat een aanzienlijke verhoging van de gen en die bij de planning op lokaal niveau moeten
houtproduktie kan worden bereikt door middel van na- worden gebruikt, zijn beslist nog niet overal herken-
tuurlijke processen. Echter, de autonome doelstel- baar. Men zal zich ook steeds bewust moeten zijn dat
lingen van het Ministerie van Economische Zaken ten inzicht in afwijkingen van het ideale plaatje, de werke-
aanzien van de houtvoorziening zullen steeds een lijke betekenis van planning vormt.
zware druk blijven uitoefenen op het nagestreefde In het MJP wordt de indruk gewekt dat vanaf het lan-
evenwicht tussen bosexploitatie en natuurwaarden. De delijk niveau, via het regionale niveau tot het niveau
conclusie van de Stichting Natuur en Milieu is dan ook van beheersplannen kan worden afgedaald.
dat er ondanks alle goede voornemens van het MJP In werkelijkheid zal het omgekeerde proces, vooral
weinig zal veranderen ten gunste van de natuurwaar- ook door de onvolkomenheden van het Nederlandse
den in het Nederlandse bos. bos, van even grote betekenis blijken. De beschreven
Uit het voorgaande mag niet worden afgeleid dat Na- bosdoeltypen zijn in lokale situaties vaak niet meer
tuur en Milieu tegen bosexploitatie zou zijn. Wel zijn wij dan richtinggevende atwijkingen van het realiseerbare.
van mening dat aan de economische doelstellingen Vooral de toestanden rond de keuze van boomsoor-
van het MJP een grondiger afweging van de houtcon- ten en rond het moment waarop, via regeling van de
sumptie en middelen vooraf had moeten gaan. Dat wil standruimte, de basis moet worden gelegd voor duur-
zeggen: inclusief besparingsmogelijkheden, alternatie- zame, veelzijdige gebruiksmogelijkheden tegen aan-
ve grondstoffen (waaronder vezelgewasen), herge- trekkelijke kosten zullen in de praktijk beperkend blij-
bruik en bosuitbreiding in EG-verband. Het verhogen ken om binnen de termijn van het MJP de ambities te
van de houtproduktie in Nederland zal bovendien moe- realiseren.
ten plaatsvinden binnen de in hoofdstuk 2 van het MJP Wanneer men dan ook nog bedenkt, dat het inzicht
geformuleerde doelstellingen, waarbij we het kosten- in de ecologische en economische facetten van de ac-
aspect op dit moment even buiten beschouwing willen tuele bedrijfsvormen nog maar zeer gebrekkig is (er
laten. Binnen ditzelfde kader kunnen wij eveneens in- zijn nog nauwelijks geïntegreerde effectenstudies op
stemmen met een verhoging van de zelfvoorzienings- dit terrein uitgevoerd) en dat zeker de kennis, om van-
graad voor hout, vezels en houtprodukten. Hetzelfde uit een onvolkomen toestand tot een ambitieus beleid
geldt in principe voor bosuitbreiding en de realisatie te komen, zeer beperkt genoemd mag worden, dan is
van produktiebossen met korte omlooptijden. Tenslotte het verwonderlijk dat onderzoek en onderwijs nauwe-
missen wij in het MJP een visie op de rol van Neder- lijks aandacht krijgen in het MJP. Zonder versterking

19
en vooral aanpassing van onderzoek en onderwijs zal In de exploitatiesaldi is niet verdisconteerd de kans
de realisatie van het MJP niet goed mogelijk zijn. op calamiteiten en onvoorziene omstandigheden.
Vraagtekens mag men plaatsen bij de realisatie van Het feit, dat aan de helft van de oude bossen het ac-
de hoofddoelstelling (mede gezien het boven slaande), cent natuur gegeven wordt is in strijd met de passage
waar het gaat om bosdoeltypen met accent natuur of in het MJP dat de Regering van mening is, dat het bij-
waar houtproduktie op den duur achterwege dient te zondere karakter van oude landgoederen alleen duur-
blijven. Dit te meer daar blijkbaar de realisatie niet uit- zaam veilig gesteld kan worden op basis van econo-
sluitend door de groeiplaats en bosgeschiedenis wordt misch gezonde exploitatie.
bepaald, maar door eigendomsverhoudingen zal wor-
den vertroebeld. Op dit laatste punt zou de "bestuur- Somsen
baarheid" wet eens kunnen tegenvallen. De overheid De toekomstige houtsoortenverdeling zal ingrijpend
zou daarmee een onevenredig deel van haar financiële wijzigen. De oppervlakte loofhout en met name de
middelen nodig kunnen hebben om bosdoeltypen met langzaam groeiende eik gaat fors omhoog. De opper-
accent natuur na te streven. De meeste van de aan te vlakte snelgroeiende populier daarentegen zal teruglo-
wijzen gebieden zijn bovendien met overheidsgelden pen. Bij het naaldhout neemt het aandeel douglas en
verworven. Wanneer we onze kennis over het Neder- Corsicaanse den toe, terwijl groveden zeer belangrijk
landse bos hebben verruimd, zou best eens kunnen afneemt en de fijnspar en lariks nagenoeg verdwijnen.
blijken dat "accent natuur" en "accent produktie" meer Deze voorgestane samenstelling is voortgekomen
met elkaar zijn verweven dan nu uit het MJP naar vo- uit het denken vanuit de bosontwikkeling. Deze ver-
ren komt. schuivingen zullen aanzienlijke gevolgen hebben voor
Het lijkt in elk geval gewenst dat ter bevordering van de houtmarkt (aanbod, afzetmogelijkheden, prijs) en
continuïteit in het beheer over langere termijnen subsi- daarmede op de bedrijfsresultaten. Aan deze gevolgen
dies voor instandhouding ter beschikking blijven, ter- wordt in het MJP geen aandacht besteed.
wijl directe en indirecte aankopen door de overheid Het is van belang, dat ten behoeve van de gewenste
minder urgent zijn. houtsoortenverdeling ook wordt gekeken naar de wen-
In het MJP wordt de zorgwekkende toestand van de sen en mogelijkheden van de afnemers (vraagzijde).
bossen en de stijgende behoefte aan hout door grote De wensen vanuit de recreatie en natuurbehoud zijn
delen van de wereldbevolking beschreven. Terecht wet ingebracht in het MJP. Om het voorgenomen bos-
wordt daaruit de conclusie getrokken dat wij de zelf- bouwbeleid te kunnen realiseren en financieren, is het
voorziening met hout moeten verhogen. Het is zeer de van belang, dat zekerheid bestaat t.a.v. toekomstige
vraag of dat tijdig in voldoende mate zal lukken. Hope- afzetmogelijkheden als financiële basis voor de bosbe-
lijk zal niet in het midden van de volgende eeuw de drijven.
toestand van de bosbouw in Nederland naar analogie Het MJP streeft naar een landelijke bosdoeltypen-
van bovenstaand citaat uit "Max Havelaar" , als volgt verdeling met een daaraan gekoppelde functievervul-
worden omschreven: "De regering heeft helaas bepa- ling. De uitwerking van het beleid vindt plaats in regio-
lingen laten bestaan die het onderhouden van bossen nale bosplannen, die door de provincies worden vast-
niet stimuleert in evenredigheid met de opbrengst aan gesteld. Gemeenten zullen op basis hiervan be-
hout. .. " stemmingen moeten vastleggen. Van een landelijke
coördinatie is geen sprake meer. Het gevaar bestaat,
Smit dat het regionale beleid niet, of onvoldoende, spoort
Er kan niet genoeg benadrukt worden, dat de 42 bos- met het nationale bosbouwbeleid, waardoor doelstel-
doeltypen modellen zijn en niet als recept gehanteerd lingen niet worden gehaald en per regio grote verschil-
mogen worden, bijv. bij douglastypen wordt de berk len kunnen ontstaan in benadering van de bosbouw.
niet genoemd. Hierdoor ontstaat een ongelijkheid tussen bosbedrij-
De typen 38 t1m 40 rechtvaardigen geen andere fi- ven. Ook de rechtszekerheid wordt geweld aange-
nanciële behandeling. Uit de opstelling van de bos- daan.
doeltypen mogen, gelet op de onvolledige onderbou-
wing, geen dwingende beheersvoorschriften afgeleid Stefels
worden. Er zitten ook verdiensten in het plan, bijVOorbeeld ten
Het Regionale Bosplan is nog een experiment, zodat aanzien van nieuwe beheerstechnieken.
de stellige woorden t.a.v. de toepass',ng voorbarig zijn.

20

You might also like