You are on page 1of 4

BAS en Bariton

Groter dan ons hart


Arr.A.Seinen
Dalfsen 2015
SOLO

&b œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ™ œ œ œ
Gij die ge - roep - en hebt "licht" en het licht werd ge - bo - ren, en het was
4
U™ ?
&b œ œ
J
œ
J
œ œ œ œ œ œ œ œ œ™ Œ
goed het werd a - vond en mor - gen, tot op van - daag.
8
? b œ œ œ œ œ œ œj œ œœ œœ œœ œœ œœ œ œ™ œ œ œ
œ œ œ œ œ œ œJ œ
Gij die ge - roe - pen hebt "o mens", en wij wer -den ge - bo - ren. Gij die mijn

11 Refr.
U œœ œœ œœ œœ ˙
? b œ œ œ œ œ œ œ œ œ™ œ œœ œ ˙˙
œ œ œ œ œ œ œ œ ˙
le - ven zo ge - leid hebt tot hier - toe dat ik nog leef. Om - dat Gij het zijt

15 U
? b œœ œœ œœ œœ ˙ œ œ œœ œœ œ œ œœ œœ œ œ œ œœ
˙ ˙ œ
gro - ter dan ons hart die mij hebt ge - zien eer ik werd ge - bo - ren.

18
? œ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œ™ œ œ œ œœ œœ

,
Gij die lief - de zijt, diep als de zee, flit - send als weer - licht,
21 U
? œj œj œj œj œ™ œ œ œ œ œ œ
bœ œ œ œ œ œ œ œ™
Ϫ
J
ster - ker dan de dood, laat niet ver - lo - ren gaan één men - sen - kind.

24
? œ œœ œœ œœ œœ œ™ œœ œœ œœ œ™ œ œœ œœ
bœ œ™ œ™ , œ
Gij die geen naam ver - geet, geen mens ver - acht, laat niet de
27
? œj œœ
j
œœ
j
œœ
j
œœ
j
œœ
j
œ œ™

J J J J J J
dood die al - les scheidt en leeg maakt.
2
29
?b œ œ œ œ œ œœ
œ œ œ œ
laat niet de twee - de dood o - ver ons ko -

Refr.
31 U
?b ˙ œœ œœ œœ œœ ˙ œœ œœ œœ œœ ?
˙ ˙
f
men. Om - dat Gij het zijt gro - ter dan ons

33 U
?b ˙ œ œ œœ œœ œ œ œœ œœ œ œ œœ œœ Ó
˙ ˙ Ó &

hart die mij hebt ge - zien eer ik werd ge - bo - ren.

36 SOLO
U?
&b œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ™ œ œ œ œ œ œ œ
Voor al - len die ge - krui - sigd wor - den wens niet nie mand wees hun toe - komst on - ge - zien.

40
?b œ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œ™ œœ œœ œœ œœ œœ
œ œ™
Voor men - sen die van U ver - la - ten zijn, voor al - len die hun

43
? b œj œj œj œj œ œ™ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ™ &
œ œ œ œJ œ œ™
lot niet kun - nen dra - gen, voor hen die weer - loos zijn in de han - den van de men - sen.

48 SOLO
U U
j j
&b œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ™ œ œ œ œ œ œ œ œ
Voor uw naam - ge - no - ten in ons mid - den vluch-te - lin - gen vreem - den wees niet

51
? j j j j
&b œ œ™ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œ œ™
J
nie - mand. Voor hen die kracht uit - stra - len lief - de ge - ven recht doen,
3
55
?b œ œœ œœ œœ œœ
œ œ œ œ œ œ œ œœ œ™
Ϫ
dat zij staan - de blij - ven in hun mid - den.
Om - dat Gij het

58 U SOLO
?b ˙ œœ œœ œœ œœ ˙
œ œ œœ œœ œ˙ œ œœ œœ œ œ œ œ & œ œ œ œ
˙ ˙ œ œ
zijt gro - ter dan ons hart die mij hebt ge - zien eer ik werd ge - bo- ren. Gij die, te - gen

62
j j j j
&b œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ™
? œ œ œ œ œ œ œœ œ
œ
al - le schijn - baar nood - lot in, ons vast houdt, Gij die vreug - de schept - in men - sen

65 SOLO
?b œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ™ œ œ

œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
Gij die het Woord tot ons ge - spro - ken hebt dat on - ze ziel ver - vult, Laat ons niet

69
U?
&b œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ™ ‰ œ œ œ œ œ
œ œ œ
leeg en ver - lo - ren en zon - der uit - zicht,
doe ons o - pen - gaan

Refr.
72
? œ œ œ œ œ œ œ œ œœ œœ œœ œœ
bœ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ ˙˙
f
voor het vi - si - oen van vre - de, dat sinds men - sen - heu ge - nis ons roept. Om - dat Gij het

75
?b ˙ œœ œœ œœ œœ ˙ œ œ œœ œœ œ œ œœ œœ œ œ
˙ ˙ ˙
zijt gro - ter dan ons hart die mij hebt ge - zien eer ik werd ge -

78 U
?b œ œœ Œ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œ™ ?
œ Œ œ™
bo - ren. Ver - haast de dag van Uw ge - rech - tig - heid.
4
81
?b œ j
œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œ
œ J
Zie het niet lan - ger aan dat her en der in de - ze we -
84
? b œ™ j Œ
œ œ œ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œ™ Œ
J
reld men - sen ge - mar - teld wor - den, kin - de - ren ge - dood;
87
?b œ œ œ œ œ œ Œ
œ œ œ œ œ œ œ œœ œ™
œ™ Œ
dat wij de aar - de schen - den en el - kaar het licht ont - ro - ven.
90
?b œ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œ œ™ ?
œ
Zo - als een hert reik - halst naar le - vend wa - ter,

93
?b œ œ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œœ œ™ ‰

doe ons zo ver - lang - en naar de dag dat wij,
96
?b œ œ œ œ œ œ œ œ™
œ œ œ œ œ œ
nu nog ver - deel - de men - sen, in Uw stad ver - za - meld zijn,
99
? œ
b œ œ œ œ œ œ œ ™™ œ œ œ œœ œ™
Ϫ &
in U ver - e - nigd en vol - tooid in U ver - eeuw - igd.
102 SOLO U?
&b œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
œ œ™ Œ
Ge - denk Uw men - sen, dat zij niet ver - geefs ge - bo - ren zijn.
Refr.
105
?b œœ œœ œœ œœ ˙ œœ œœ œœ œœ ˙ œ œ œœ œœ
˙ ˙
f
Om - dat Gij het zijt gro - ter dan ons hart die mij hebt ge -
108 U
?b œ œ œœ œœ œ œ œœ œœ Œ Œ
˙ Œ Œ
zien eer ik werd ge - bo - ren.

You might also like