ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Educatieve bachelor lager onderwijs

Naam student: Emma Dewachter Leergroep OLO2D2

Naam mentor: Simon Vancraeynest Klas 6 Aantal lln.: 24
School: ’t Fort Kortrijk

MAANDAG 30/11/2020 Handtekening mentor + datum:

Van tot
Leergebied(onderdeel): Godsdienst
Lesonderwerp: Vuur!

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere

Rooms-Katholieke godsdienst : openkomen voor geloofstaal, symboliek en rituelen
RKgs1: Openkomen voor symboliek in het leven van mensen. Symbolen van de christelijke traditie
ontdekken en er zich mogelijk mee verbinden
- 10-12j: Eigen ervaringen en ervaringen van anderen in verband met 'vuur' in verschillende
situa-ties bespreken, zoals: vuur in de keuken, haard-vuur, kampvuur, vuur van de
smelt--oven, brand, vulkaan, kaarslicht, fakkeltocht ...
- Aan deze ervaringen uiteenlopende betekenissen koppelen, zoals bv. warmte, ge-zellig-heid,
licht, bedreiging, onmacht, vernietiging, loutering, zuivering ..

Leerinhoud:
Vuur
- Vuur kan in verschillende contexten (vb. kampvuur, kaarsen, bosbranden, haard, vuurwerk,
brand in gebouw, brandwonden door vuur, vulkaan,…) Met opmerkingen [KL1]: dit is een belangrijk doel van je les,
beter dat je dit nog verder uitwerkt
- Vuur kan verschillende betekenissen hebben.( warmte, gezelligheid, vernieling…)

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. Zeggen wat vuur voor hen betekent (RKgs1) Met opmerkingen [KL2]: in je doelen staat geen verwijzing
naar de leerinhoud ivm de Falla. wat moeten de leerlingen over hem
2. Vuur in verschillende contexten herkennen (RKgs1)
weten?
3. Eigen ervaringen aan vuur koppelen (RKgs1)
Met opmerkingen [KL3]: zie leerinhoud

Beginsituatie specifiek voor deze les:

Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Waarop bouwt deze les verder?
 Dit is een nieuwe les
Leerling specifieke gegevens + acties: Met opmerkingen [KL4]: welke leerlingspecifieke gegevens
kun je hier aanvullen?
 /

Bronnen: volgens de APA-normen

 Tuin van Heden.nu 6

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Materiaal / locatiewijziging:


Lesopbouw

1. Individueel: wat betekent vuur voor mij?

oriënteren verwerven verwerken afronden
Zeggen wat vuur voor hen betekent (RKgs1)

Instructie

Ga naar de padlet en vul in wat vuur voor jouw betekent, waar denk je aan bij vuur, welke gevoelens
roept vuur bij je op?
2. Individueel: vuur in verschillende contexten
oriënteren verwerven verwerken afronden
Zeggen wat vuur voor hen betekent (RKgs1)
Vuur in verschillende contexten herkennen (RKgs1)

Vuur komt voor in verschillende contexten.

Schrijf bij elke foto welk soort vuur het is.
3. Individueel: eigen ervaring aan vuur koppelen
oriënteren verwerven verwerken afronden
Zeggen wat vuur voor hen betekent. (RKgs1)
Vuur in verschillende contexten herkennen (RKgs1)
Eigen ervaringen aan vuur koppelen (RKgs1)
Jullie hebben daarnet vuur in de verschillende contexten gezien; Je mag daar 1 van die contexten uit
kiezen waarbij je een ervaring wilt vertellen. Maak een filmpje waarin je de ervaring
vertelt. Je kan, als je dit hebt, ook foto’s tonen die je hebt van die ervaring.

4. Individueel: Oefeningen in wb.

oriënteren verwerven verwerken afronden

De leerlingen maken de oefeningen in het werkboek op p.

5. Evaluatie: wat vond je van de les?
oriënteren verwerven verwerken afronden

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

De leerlingen schrijven een tekstje wat ze vonden van de les.

Bijlage 1

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Bijlage 2

5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.