Professional Documents
Culture Documents
In opdracht van mijn geschiedenis leerkracht, juffrouw Autar, mocht ik een werkstuk
samenstellen die betrekking heeft gehad op het onderwerp “De Bauxietstad Moengo ”. Ik heb dit
onderwerp gekregen middels een loting. Ik vond dit onderwerp heel leerrijk en interessant. Dit
omdat ik altijd meer wou weten over Moengo. Ik heb informatie kunnen verschaffen van het
internet, boeken, het Bauxiet Instituut Suriname (B.I.S) en ik heb meneer. Jeff Recappe
geïnterviewd. In dit werkstuk heb ik niet alleen de bauxiet periode in Moengo belicht, maar ook
over de stad Moengo en het district Marowijne. Het cijfer dat ik voor dit werkstuk krijg, zal mijn
tweede cijfer zijn van het vak geschiedenis. Ik ben zelfstandig te werk gegaan bij het
samenstellen van dit werkstuk en om informatie te zoeken over Moengo. Thans hoop ik dat dit
werkstuk voldoet aan de gestelde eisen, en levert het voor mij een positief resultaat op. Ik wil
iedereen bedanken die op welke manier dan ook een steentje heeft bijgedragen bij de
totstandkoming van dit verslag.
1|Page
Inhoudsopgave
Voorwoord………………………………………………………………………………………………………………………………. blz 1
Inhoudsopgave………………………………………………………………………………………………………………………… blz 2
Inleiding…………………………………………………………………………………………………………………………………… blz 3
1. 5 Moengo………………………………………………………………………………………………………………………………blz 7
2.2.1 fragment uit het boek Moengo door de geschiedkundige Lie A Kwie/ Esajas, 1996……….. blz 17
2.2.2 fragment uit het boek Moengo door de geschiedkundige Kartodikromo, 1981……………… blz 17
Conclusie………………………………………………………………………………………………………………………………… blz24
Bronnen………..……………………………………………………………………………………………………………………… blz25
Noten………………………….. ………………………………………………………………………………………………………….blz25
Bijlagen………………………………………………………………………………………………………………………………… blz 26
2|Page
Inleiding
Moengo of eerder nog 'Mongo', wat betekent heuvel, ligt aan de Cotticarivier in het district
Marowijne in Suriname. Het is een stadje van ongeveer 10.000 inwoners, de derde stad van
Suriname, na Paramaribo en Nieuw Nickerie. Moengo is een stadje dat de toerist veel te bieden
heeft. De plaats ligt circa 107 kilometer ten oosten van Paramaribo en 33 kilometer ten westen
van Albina. Moengo wordt ook wel de bauxietstad genoemd. Dit omdat er in Moengo veel
bauxiet was. In de eerste helft van de 20e eeuw werd er in Moengo winbare voorraden bauxiet
ontdekt door de Surinaamsche Bauxiet Maatschappij. Vanaf toen werd er gewerkt aan het
ontginnen en het exporteren van bauxiet in Moengo. De bauxiet werd geëxporteerd naar Trinidad
en Tobago om van daaruit te worden vervoerd naar de Verenigde Staten. Vanaf toen kwam er
ontwikkeling in Moengo. Enkele voorbeelden zijn het Stafdorp en Villa Casa blanca. Maar elk
begin heeft een einde. De bauxiet lagen raakten uitgeput en ook de bauxietfabriek werd
ontmanteld. De bauxietwinning werd verplaatst naar de Coermotibo-mijn. De bauxiet wordt van
daar met duwboten naar Paranam vervoerd om te worden verwerkt tot aluinaarde. In mijn
verslag zal ik het hebben over de totstandkoming van de ontwikkelingen in Moengo tijdens de
bauxiet periode. Verder ga ik niet alleen praten over de bauxiet periode, maar ook over de
geografische ligging en ook de historische geschiedenis van Moengo.
De hoofdvraag: Heeft de bauxiet periode in Moengo daadwerkelijk de stad ontwikkelt tot een
paradijs?
De subvragen die ik mijn werkstuk zal staven zijn:
Welke ontwikkeling heeft Suralco gebracht in Moengo?
Heeft de gemeenschap van Moengo de kansen genomen om hun stad en ook hun district
te kunnen ontwikkelen?
Welke ontwikkelingsmogelijkheden zijn er voor Moengo anno 2021?
Dit verslag is gemaakt op basis van zowel de primaire en secundaire bronnen. Om meer info te
kunnen verschaffen heb ik een interview gehad met iemand uit deze sector. De persoon werkte
jaren voor de Suralco in Moengo en ook te Paranam. Verder heb ik ook informatie gehaald bij
het Bauxiet Instituut Suriname (B.I.S). Uit deze informatie heb ik alles tot een geheel gemaakt.
Het interview had als doel om informatie te kunnen winnen van iemand die heel veel ervaring
heeft in de bauxietsector.
Hoofdstuk 1: de geografische ligging (van Marowijne en Moengo)
Hoofdstuk 2: de bauxietperiode in Moengo
Hoofdstuk 3: Het interview met dhr. Jeff Recappe
3|Page
Hoofdstuk 1
De geografische ligging
1.1 Marowijne ( district )
Marowijne is een district van Suriname, gelegen in het uiterste noordoosten van het land. In het
noorden wordt het begrensd door de Atlantische Oceaan en in het oosten wordt het begrensd
door de gelijknamige rivier de Marowijne, die de grens vormt met Frans-Guyana. In het westen
grenst het district aan het district Commewijne en Para, en in het zuiden aan het district
Sipaliwini. De hoofdplaats van Marowijne is Albina, het heeft 16.641 inwoners (2004) en een
landoppervlakte van 4627 km².
Naast de rivier de Marowijne, zijn ook de rivier de Cottica en de Wanekreek belangrijke
waterlopen. Aan de Atlantische mangrovekust bevindt zich het Wia Wia Natuurreservaat en bij
de monding van de Marowijne bevindt zich het Wanekreek Natuurreservaat.Het district is
bekend van de stranden aan de Atlantische Oceaan bij het Natuurreservaat Galibi, waar zich een
van de belangrijkste nestplekken van de lederschildpad bevindt. Samen met het Amana
Natuurreservaat in het naburige Frans-Guyana komt bijna de helft van gezonde populaties in de
wereld hier nesten. Naast de lederschildpad, is het ook een belangrijke nestplaats voor de
Soepschildpad of Krape, Warana en Karetschildpad.
4|Page
1.2 de geschiedenis van Marowijne
In de tijd dat de eerste Europeanen in Suriname aankwamen en het plantage-tijdperk begon, was
het gebied dat nu tot het district Marowijne behoort dunbevolkt door verschillende stammen
inheemsen. Uiteindelijk zijn alleen in het westen plantages aangelegd aan de rivier de Cottica.
Ten oosten van de plantages vestigden zich in de loop der eeuwen groepen gevluchte slaven,
marrons genaamd. Hun nazaten wonen nog steeds in het gebied. In de koloniale tijd was het
gebied het decor van de strijd tussen de machthebbers en de marrons. Halverwege de 19e eeuw
ontstond het stadje Albina, aan de oever van de Marowijne-rivier. In die tijd werd er veel naar
goud gezocht in het gebied aan de bovenloop van de Marowijne en in de lawadelta. Albina werd
een belangrijke plaats voor de goudzoekers die vanuit Paramaribo via zee naar het gebied
reisden. In de 20e eeuw werd een nieuw dorp aangelegd, genaamd Moengo, doordat er bauxiet
gevonden werd in het gebied.
1.3 De bevolking
Volgens de volkstelling van 2012 telt Marowijne 18.294 inwoners. Marowijne wordt voor het
grootste deel bewoond door Marrons, met name de Aucaners of Ndyuka's, de Paramacaners en
de Aluku's of Boni's (in totaal 13.172 Marrons, ofwel 72%). Verder wonen er Inheemsen (1673,
ofwel 9%), Javanen (1222, ofwel 7%), Creolen (448), Hindoestanen (162) en Chinezen (384).
Verder wonen er 1117 mensen van gemengde afkomst, hetgeen gelijk is aan 6% van de
bevolking.
Bevolking in Marowijne Aantal %
1. Marrons ( Aucaners, Paramacaners etc) 13172 72%
2.Inheemsen 1673 9%
5|Page
3.Javanen 1222 7%
4. Creolen 448 2%
5. Chinezen 384 2%
6.Hindoestanen 162 1%
7. overige 1117 6%
Totaal 18178 100%
6|Page
Marowijne is onderverdeeld in zes ressorten: Albina, Galibi, Moengo, Moengo Tapoe,
Patamacca en Wan Hatti. De hoofdplaats van Marowijne is Albina, waar ook het
districtscommissariaat is gevestigd. Het district werd in 1894 ingesteld, waarbij bij de
herindeling van 1983 een groot deel aan het nieuwe district Sipaliwini toegevoegd werd. In de
De Nationale Assemblée wordt het district vertegenwoordigd door 3 zetels.
1.5 Moengo
7|Page
Van 1932 tot 1945 was Moengo de hoofdplaats van het district Marowijne, terwijl in de periode
ervoor en erna Albina de hoofdplaats was van het district.
De plaats is in het begin van de 20e eeuw gesticht, nadat in 1916 de Surinaamsche Bauxiet
Maatschappij (SBM)in het gebied winbare voorraden bauxiet had ontdekt. De SBM, later
omgedoopt in Suriname Aluminium Company (Suralco) was een volle dochter van de Aluminum
Company of America (Alcoa). Aanvankelijk was Moengo alleen via de rivier bereikbaar. De
Cotticarivier werd bevaarbaar gemaakt voor zeeschepen die te Moengo de bauxiet kwamen
ophalen. In 1922 werd de eerste bauxiet geëxporteerd naar Trinidad om van daaruit te worden
vervoerd naar de Verenigde Staten. Moengo beschikte over een haven met zwaaikom, waar de
schepen konden draaien. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de transporten beveiligd door
Amerikaanse soldaten en door de Surinaamse Schutterij.
Eind jaren twintig werd een weg naar Albina aangelegd. In 1955 werd een airstrip aangelegd
(code MOJ), en sinds 1964 is Moengo vanuit Paramaribo via de weg naar Albina bereikbaar
(Oost-Westverbinding). Door de bouw van de Jules Wijdenboschbrug is de reistijd vanuit
Paramaribo nog flink verkort. Van Langatabbetje loopt een moeizaam onderhouden weg naar
Moengo.
Tijdens de Binnenlandse Oorlog die in de jaren tachtig woedde tussen het Nationale Leger van
Suriname en het Junglecommando, werd bauxietwinning buiten Moengo te gevaarlijk geacht.
Moengo stond echter zelf ook op een winbare laag bauxiet. Het plaatsje werd daarom
gedeeltelijk ontmanteld om deze bauxiet te kunnen winnen, waarbij een deel van de huizen als
bouwpakket werd verkocht. Toen de bauxiet lagen uitgeput raakten, werd ook de bauxietfabriek
ontmanteld. De bauxietwinning werd verplaatst naar de Coermotibo-mijn. De bauxiet wordt van
daar met duwboten naar Paranam vervoerd om te worden verwerkt tot aluinaarde. Sinds 2016
produceert Suralco niet meer in Suriname.
8|Page
1.1.5 Kunstinitiatieven te Moengo
9|Page
Afbeelding 6. Moiwana monument ontworpen door Marcel Pinas
Afbeelding 7. Uitvoering van een traditionele dans door de marrons tijdens het Moengo
festival.
Het Moengo Festival is een jaarlijks evenement dat sinds 2013 in Moengo wordt gehouden, een
plaats in oostelijk Suriname op 2,5 uur rijden vanaf Paramaribo. Het aantal bezoeken steeg van
enkele duizenden in het weekend van 2013] tot meer dan twintigduizend in 2018.
Het festival richt zich met een multidisciplinair programma op een breed publiek, dat bestaat uit
bezoekers uit de omgeving, festivalgangers, toeristen en vakmensen uit de kunst- en
cultuursector. Het festival kent een driedaags podiumprogramma in het weekend dat op circa 20
september op een vrijdag begint.
Het allereerste Moengo Festival was een initiatief van een groep studenten van de TU Delft in
samenwerking met de lokale bevolking in Moengo in het jaar 2009. Dit festival had als doel om
Marowijne positief op de kaart te zetten. Na dit eerste initiatief, werd het concept overgenomen
en een aantal jaren later in 2013 werd het festival georganiseerd door Stichting Kibii, met als
voorzitter kunstenaar Marcel Pinas. Er wordt sinds 2009 gewerkt aan het behoud en de
ontwikkeling van de culturele tradities van de marrongemeenschap in de regio. Een van de
initiatieven is de oprichting van de Tembe Art Studio, eveneens in 2009, en een andere is het
10 | P a g e
jaarlijkse festival. Daarnaast zijn sindsdien het Contemporary Art Museum, het Marowijne Art
Park en de Tembe Recording Studio opgericht.
Een bijkomend doel is om verandering te brengen voor de lokale bevolking, die tussen 1986 en
1992 te lijden had onder de Binnenlandse Oorlog. Daarnaast is er door het wegvallen van de
bauxietmijnbouw van Suralco in 2015 sprake van economische teruggang en een hoge
werkloosheid. Het doel van het festival is om door middel van beeldende kunst en podiumkunst
de bewustwording van kunst en cultuur onder de bevolking te vergroten. Pinas' droom is om
uiteindelijk van het district Marowijne hét kunstdistrict van Suriname te maken.
Het hoofdthema van het festival wisselt drie maal per drie jaar en is achtereenvolgens muziek,
theater/dans en beeldende kunst. De thema's worden na drie jaar weer herhaald. Sinds de
oprichting waren ze als volgt:
11 | P a g e
In 2019 wordt het festival niet gehouden; in 2020 wil het terugkomen op drie locaties: Moengo
zelf, Albina en St.-Laurent over de grens in Frans Guyana.
In 2016 werd voorrang gegeven aan Surinaamse musici en waren er geen optredens van artiesten
uit het buitenland. De optredens kwamen van onder meer Salvation & Crew, Hot Fire, Aseke
Doti, Rastu, Alka, A.K.Soeti en Patko.
12 | P a g e
1.4.5 Moengo Festival of Theatre & Dance
In 2014 kwam theatermaakster Sophia Jonker naar het festival. Ze presenteerde een digitale
installatie met verhalen van Moengonezen met een verschillend levensverhaal: twee gezinnen die
nu in Nederland wonen, twee die in Moengo wonen en twee die afkomstig zijn uit dorpen aan de
Cotticarivier.
Voorafgaand aan het festival van 2017 waren er verschillende tegenslagen. In 2016 had een
particulier het terrein kortstondig geclaimd en kort voordat het festival in 2017 begon, werd de
elektriciteit en het water enige tijd afgesloten. Voorafgaand aan het festival was slechts 60% van
de sponsorgelden binnengehaald. Om het festival toch door te kunnen laten gaan, werd daarom
dit jaar entreegeld van het publiek gevraagd. Er traden artiesten op als Da Reti Pasi, Lantje,
Badderman, Jackson Blai en Norma Sante.
13 | P a g e
1. 5. 5 Moengo Festival of Visual Arts
In 2018 werden de exposities samengesteld door zeven buitenlandse curatoren. Daarnaast werd
uit Washington, D.C. nieuw werk naar het festival meegenomen door de Nigeriaans-Amerikaan
Victor Ekpuk. Zijn werk weerspiegelt Afrikaanse en wereldwijde hedendaagse kunst en draait
om thema's als identiteit, familie, geslacht, cultuur en politiek. Ook toonden tal van andere
kunstenaars uit het buitenland hun werk op het festival.
14 | P a g e
Hoofdstuk 2
De bauxiet periode in Moengo
Het bedrijf was zeer succesvol. Het eerste bauxiet werd al geëxporteerd in 1922 en in 1941 werd
een aluminiumfabriek in gebruik genomen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de vraag naar
aluminium groot; de geallieerde luchtvloot werd grotendeels gebouwd van aluminium dat was
gewonnen uit Surinaamse erts. In 1950 was ruim vijfentwintig procent van de wereldwijde
bauxietproductie afkomstig uit Suriname. In 1957 werd de 'Surinaamse Bauxiet Maatschappij'
omgedoopt in Suriname Aluminium Company, Suralco.
15 | P a g e
Zoals in geheel Suriname, is de bevolking van Moengo een mix van culturen. De groep jonge
fotografen met wie ik heb gewerkt heeft grotendeels een marron-achtergrond, een van hen heeft
een Javaanse achtergrond.
De bauxietmaatschappij richtte Moengo gesegregeerd in: een plek voor de witte staf, en aparte
wijken voor de Javaanse en Creoolse arbeiders. Suralco nam de segregatie over die door de
Nederlanders op de plantages was gecreëerd. De verschillende wijken waren niet door hekken
van elkaar gescheiden, maar door onzichtbare grenzen waar iedereen zich als vanzelf aan hield.
2.2 geschiedenis-moengo
Onderstaande fragmenten komen uit verschillende geschiedkundige werken en zullen als
inspiratie dienen voor een deel van de tekst in het boek ( Moengo! Geschreven door Roosje
Verschoor)
16 | P a g e
2.2.1 fragment uit het boek Moengo door de geschiedkundige Lie A Kwie/ Esajas, 1996
Het prospecteren in deze beginjaren was zwaar werk, een lichter (boot) was gekocht en
omgebouwd tot woonboot. Deze was naar Moengo gesleept waar hij aan de oever was gemeerd
en diende tot verblijf van de staf. Hij was van muskietengaas voorzien, doch overbevolkt en
warm. De arbeiders, die via de politie waren aangenomen, kregen twee dagen om een kamp voor
zichzelf te bouwen. Deze kampen werden geconstrueerd van pinapalmbladeren. De betaling in
die tijd was een een gulden vijftig per dag met voeding, welke voornamelijk bestond uit zout-
rund- en varkensvlees, zoute vis, rijstmeel, spliterwten en soms een klein beetje tabak. Het baden
vond plaats in de rivier en ook het drinkwater werd van de rivier betrokken.
Het dorp Moengo werd aangelegd op een verlaten Aucanerdorp aan de Cotticarivier, ongeveer
honderd mijlen verwijderd van Paramaribo.Het dorp werd verdeeld in drie wijken, bestemd voor
respectievelijk de Amerikaanse employés, de Creoolse en de Javaanse arbeiders.
2.2.2 fragment uit het boek Moengo door de geschiedkundige Kartodikromo, 1981
Medio 1919, toen het al duidelijk was dat er spoedig een bauxietverordening zou komen, gaf de
S.B.M. aan de ingenieurs Buchanan, Apell en Pommeren opdracht een bouwplan voor de stad
Moengo te ontwerpen, waarbij men moest rekenen op een bevolking van ± 800 – 1000 arbeiders
met hun gezinnen, in totaal ± 4000 mensen. Voor het ontwerp was niet veel tijd beschikbaar, er
moest snel worden begonnen met de uitvoering. Van hun plannen is enkel een schets bewaard
gebleven, die in 1920 in de West-Indische gids werd afgedrukt. Op deze schets wordt de stad
naar ras ingedeeld.
17 | P a g e
Het fabrieksterrein en de laad- en losinstallatie zijn in het noordelijk gedeelte gepland, zover
mogelijk stroomafwaarts de rivier, Schepen behoeven op die manier niet ± vóór langs de stad te
varen. Bovendien waait de rook van de installaties niet op de stad. In Suriname waaien n.l. N.O.
– en z.o.- pasaat. Later, bij de aanleg van het bauxietdorp Paranam, was men dit blijkbaar weer
vergeten, zodat het hele dorp licht wordt bestoven met rode bauxitestof.
18 | P a g e
2.4. wie werkten daar?
De stichting van dit dorp Moengo is een roman, een stuk moderne geschiedenis en een
monument voor de wilskracht en de volharding van de Amerikanen.
Honderd en vier mijlen van Paramaribo aan de Boven Cottica tusschen de Suriname en
Marowijnerivieren, ligt het dorp Moengo of Mongo, een vroeg Aucaner Boschnegerdorp, dat
sedert lang verlaten was, naar men meent, omdat de harde grond het inslaan van palen voor de
woningen zoo moeilijk maakte. Moengo betekent heuvel.
Het bouwplan volgens nevenstaande schets in in 1919 geteekend. De laatste aanvulling daarvan
had 10 april 1920 plaats. Het dorp wordt verdeeld in drie wijken, bestemd voor:
1. De Amerikanen (C)
2. De Surinaamsche of Creolen arbeiders (A)
3. de Javaansche arbeiders (B)
[plaatje plattegrond]
De blokken van de Surinaamsche en Javaansche arbeiderswijken hebben een afmeting van 60 bij
75 M, die van de Amerikaansche wijk zijn belangrijk grooter.
19 | P a g e
2.5 De periode na de 2e W.O
Na de Tweede Wereldoorlog werd de behoefte naar aluminium minder. Moengo was rond deze
tijd enorm geïsoleerd. Het bauxietbedrijf had besloten om de tijdzone te veranderen door alle
klokken een uur vroeger te zetten waardoor het isolement nog meer werd versterkt. Personen die
het dorp onaangekondigd en zonder toestemming bezochten werden weggestuurd. Het bedrijf
verkoos getrouwde koppels in de hoop dat hun nakomelingen op hun beurt tewerk konden
gesteld worden. Arbeiders hoefden niet te betalen in winkels; op vertoon van een nummer werd
de schuld rechtstreeks van het loon ingehouden. Ook kreeg ieder gezin gratis melk elke ochtend
aan huis geleverd net als de schoolkinderen. Na het werk werd door Suralco voor entertainment
gezorgd. Naast het clubhuis, het theater, een tennisveld en de zwembaden werd tevens
gevoetbald. Voetbal was en is nog steeds een belangrijke ontspanningsactiviteit. Er werden
teams per werkafdeling opgesteld die het tegen elkaar opnamen. Het grootste deel van de
werknemers was mannelijk hoewel er ook enkele vrouwen in de administratie werkten of als
kok, poetsvrouw of verpleegster. Toch was in 1965 95% van de werknemers in de mijnsector
mannelijk. Ook was er een scheiding van werk per bevolkingsgroep. Tot en met Wereldoorlog II
mochten enkel blanken professionele functies innemen en tot de staf behoren. De andere groepen
waren de maandgelders, de weekloners en de uurloners en bestonden voornamelijk uit Creolen
en Javanen. Per loonbarema werd je ook in een wijk geplaatst; iedereen van die wijk verdiende
ongeveer hetzelfde.Moengo was enkel bereikbaar via de rivier maar in 1955 kwam daar
verandering in. Er werd in dat jaar een airstrip aangelegd die de naam ‘Schiphol’ kreeg.
De directeurswoning, Casa Blanca, wordt in 1957 herbestemd tot clubhuis voor de stafleden.23
Vanaf 1962 was Moengo beter ontsloten. De Oost-Westverbinding werd aangelegd en via deze
weg kon men Paramaribo makkelijker bereiken.
20 | P a g e
Hoofdstuk 3
Het interview met dhr. Jeff Recappe.
Voor het maken van dit onderwerp was het verplicht een persoon te interviewen, die betrokken
was bij het onderwerp. Aan de hand van mijn onderwerp, heb ik ervoor gekozen om dhr. Jeff
Recappe te interviewen. Dhr. Recappe heeft jaren gewerkt voor de Suralco, zowel te Moengo als
op Paranam. Tijdens het verschaffen van informatie bij het Bauxiet Instituut Suriname (B.I.S),
zijn we hem tegen gekomen. Hij heeft zijn medewerking verleend, door de vragen te
beantwoorden. Het was de bedoeling om hem persoonlijk te interviewen. Maar vanwege de
Covid situatie in ons land was dit niet mogelijk. We hadden dan telefonisch contact met elkaar,
en zodoende heb ik toch de vragen kunnen stellen. Wat wel opmerkelijk is, dat sommige vragen
die ik had gesteld niet beantwoord konden worden. Dit omdat sommige zaken niet openbaar
gemaakt mogen worden. Naast dhr. Recappe had ik getracht mensen die een hogere functie
bekleden te interviewen, maar helaas wilden zij hun medewerking niet verlenen.
21 | P a g e
2. In welke periode werden er mijnbouwactiviteiten in het district Marowijne verricht
door de Suralco?
Dhr. Recappe geeft aan dat niet alleen te Moengo bauxiet werd gevonden maar ook in andere
gebdien. “In 1916 waren ze begonnen in Moengo zelf,de mijnen waren de Ricanau
mijn,BigiGado mijn en de Bushmanhill mijn. In 1990 waren ze bij de Coermotibo plant,de
mijnen waren Lobato mijn,Adjoema mijn en de Wana mijn”
3. Welke negatieve / positieve effecten heeft het vertrek van de Suralco gehad voor
Marowijne?
Volgens Recappe zijn er vooral tijdens de bauxiet periode heel veel positieve dingen gebeurt.
Maar de negatieve gevolgen kwamen na vertrek van de Suralco. “Positieve punten waren dat
Suralco voor veel banen heeft gezorgd, een internationaal haven bij de oud steiger van Suralco
plant en door de productie van bauxiet, hielp het een steentje bijdragen aan de zwakke economie
van ons land. Niets voor niets werd in verschillende boeken geschreven dat “bauxiet de kurk is
waarop de surinaamse economie drijft”. Maar door het vertrek van de Suralco te Moengo, kwam
er werkloosheid, civiele onderhoud achteruitgang en ook geen productiviteit”
4. Hoe was uw werkperiode in Moengo bij de Suralco?
Dhr. Recappe gaf aan dat hij met gemengde gevoelens terugkijkt, naar zijn werkperiode bij
de Suralco. “Mijn werk periode op Moengo was leuk, maar tegelijkertijd enerverend. Ik had
wel mijn werk ervaringen opgebouwd, maar door de oorlog situatie was het hard leven. Bij
de Suralco werken was opzicht een prachtige job. Iedereen daar was meer dan een collega
voor je. We waren een echte familie. Maar dit alles veranderde door de Binnenlandse
oorlog.”
5. Denkt u dat de mensen van Moengo de kansen die de Suralco aanbod maar hebben
genomen? Sommigen mensen hebben het vaak over hoe onheus de oorspronkelijke
bewoners aldaar werden behandeld. Volgens hun werden ze gediscrimineerd door de
Amerikanen. Volgens Recappe was er helemaal geen sprake daarover. “Ja zeker. Er was een
tijd waar de Alcoa foundation aan sociale projecten doneerden. Er waren ook studiebeurzen
voor kinderen van Suralco employees. Dat de bewoners van daar onheus werden behandeld
is helemaal niet waar. Integendeel hielp de Suralco hun met bijvoorbeeld een baan, een
woning enz. Als ze zo discriminerend waren, zouden ze mij als kind van Moengo niet in
dienst nemen ”
22 | P a g e
Tegenwoordig is men ook geïnteresseerd in podosirie. Kortom er zijn heel veel “low hanging
fruits” die de gemeenschap kan plukken.”
9. De Suralco is reeds gestopt met de productie in Suriname. Zijn er nog andere gebieden
waar bauxiet kan worden gewonnen? “Alcoa is nog steeds in Suriname, Suralco is gestopt
met productie. Ze zijn aan het afbouwen. Men is nou bezig met onderzoeken bij het
Bakhuysgebergte. Volgens verschillende onderzoekers is er een groot aantal bauxietlagen
nabij het Bakhuysgebergte. De onderzoekingen zijn nog gaande, maar wij hopen echt dat er
weer bauxiet gevonden wordt. Dit zal ons mooi land helpen ontwikkelen”
23 | P a g e
12. Wat was de betekenis van Casa Blanca?
Casa Blanca betekent wit gebouw, Daar is er een bar met keuken. Als hoge gasten kwamen
vanuit buitenland of binnenland worden ze meestal daar ontvangen. Er is wel ook een overnacht
slaap accommodatie aan de boven verdieping
13. Wat was de betekenis van het Stafdorp?
Stafdorp was een plaats waar managers en bedrijfsartsen [stafleden] bleven.
15. Was u er ook bij tijdens de binnenlandse oorlog? Ja, ik heb alles meegemaakt.
Het was een verschrikkelijke oorlog. Het heeft heel veel schade gebracht aan het bedrijf en
ook aan de economie
16. Hoe was de situatie?
“Was echt grimmig, benauwd, zeer gevaarlijk en al die schoten door elkaar. Er was
avondklok. Er was geen elektriciteit omdat de power house van EBS was opgeblazen met
dynamiet door leden van Jungle Commando. Er was ook weinig eten te verkrijgen.”
24 | P a g e
Conclusie
Op basis van de verschillende onderzoekingen gepleegd te hebben m.b.t dit onderwerp, kom ik
tot de conclusie dat Moengo rijk is aan geschiedenis. Moengo heeft goede tijden en slechte tijden
gekend in haar rijke historie. De bauxiet periode in Moengo heeft heel veel ontwikkeling
gebracht. Maar dit alles kwam tot een eind, door de Binnenlandse oorlog. Wij hebben ook
opgemerkt dat de Binnenlandse oorlog heel veel schade heeft toegebracht aan niet alleen
Suriname, maar ook Moengo. Als dit niet was gebeurt, zou Moengo echt een paradijs zijn.
25 | P a g e
Bronnen
Bauxiet Instituut Suriname (B.I.S)
Dhr. Jeff Recappe ( orale bron)
Het jubileum boek van de Suralco ( Vijf voor honderd)
Moengo! ( Roosje Verschoor)
Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Moengo
https://nl.wikipedia.org/wiki/Marowijne_(district)
https://roosjeverschoor.com/geschiedenis-moengo/
Noten
'Poolo Boto': Hierbij nemen een aantal boten uit verschillende dorpen het tegen elkaar op, in
een strijd die bepaald wordt door wie de mooiste boot heeft. De strijd wordt gespeeld met dans,
zang en prodo (pronk). De juryleden komen van buiten de lokale marrongemeenschap.
Aitkanti: De lederschildpad (Dermochelys coriacea) is een schildpad die in zee leeft, en behoort
tot de familie lederschildpadden (Dermochelyidae). Het is de enige in zee levende schildpad die
niet tot de familie zeeschildpadden (Cheloniidae) behoort. Met een schildlengte tot 2,4 meter is
het de grootste schildpad ter wereld.
Ndyuka: De Ndyuka (Nederlands voorheen ook Djoeka en Djuka), ook Okanisi of Aukaners
genoemd, is een groep Surinaamse marrons. Het zijn afstammelingen van Afrikanen die vanaf de
zeventiende eeuw door de Nederlanders per slavenschip naar Suriname werden gebracht om
verkocht te worden aan slavenhouders. Ze ontvluchtten de slechte omstandigheden op de
plantages en bevrijdden zichzelf zo uit de slavernij. Ze vestigden zich in de bossen van het
oosten van Suriname.
Binnenlandse oorlog: De Binnenlandse Oorlog was een burgeroorlog in Suriname, die tussen
1986 en 1992 werd uitgevochten door het Nationaal Leger en de Jungle Commando
Jungle Commando: Het Jungle commando was een guerrilla commando in Suriname. Het
stond onder leiding van Ronnie Brunswijk en het voerde eind jaren tachtig een guerrilla tegen het
Surinaamse leger onder leiding van Desi Bouterse. Gedurende de Binnenlandse Oorlog beheerste
het Junglecommando een groot gebied in Oost-Suriname.
26 | P a g e
BIJLAGEN
27 | P a g e
28 | P a g e
29 | P a g e