Professional Documents
Culture Documents
303 Oefntablinumivopl
303 Oefntablinumivopl
5.5.1.
2. Maar we weten zeker waar de brand ontstaan is: bij het Circus Maximus.
Ortum sit: conj. perf. nog niet geleerd dus geen tijdsverhouding te kennen.
Possent: conj. impf. G.T. (of vanzelfsprekende N.T.) tgo. consuluerunt (verl.)
4. De enen vluchtten, anderen vroegen zich af OF de brand tot bij hen raakte
(of zou raken).
5. Aangezien het onzeker was WAT de oorzaak van de brand geweest was,
werden de Christenen door Nero beschuldigd en gedood.
5.5.2.
1. Een meester, die beschuldigd was van moord, wist helemaal niet
WELKE straf hem te wachten stond (zou staan) en daarom was hij gevlucht.
maneret: conj. impf. G.T. (of vanzelfsprekende N.T.) tgo. nesciebat (verl.)
2. Wanneer de stadscommandant bij zijn huis aankwam, vroeg hij een slaaf
OF zijn meester aanwezig was.
3. Toen de slaaf niet antwoordde, zei hij opnieuw: ‘Ik wil weten WAAR je
meester is.’
4. Uiteindelijk antwoordde de slaaf: ‘Ik zal jou niet zeggen WAARHEEN mijn
meester vertrokken is.’
profectus sit: conj. perf. nog niet geleerd dus geen tijdsverhouding te kennen.
5. Daarna werd hij dood gefolterd. Zijn meester wist niet HOE trouw zijn slaaf
aan hem geweest was.
1. Een meester was blij DAT hij in Rome aangekomen was totdat een van zijn
slaven hem tegemoet kwam.
Se ..pervenisse: infzin bij verbum sentiendi inf. perf. V.T. tgo gaudebat (verl.)
2. Nadat hij gevraagd was WAT hij daar deed en WAAROM hij niet thuis was,
antwoordde hij niet.
3. Toen de meester aan zijn slaaf had gevraagd DAT HIJ MOEST ANTWOORDEN
(of: om te antwoorden), zei hij DAT hij niet durfde.
Ut + conj.: conj. impf. G.T. (of vanzelfsprekende N.T.) tgo. petivisset (verl.)
Se … audere: verbum dicendi: inf. pres. G.T. tgo. dixit (verl.)
cur .. esset: verbum sentiendi: conj. impf. G.T. tgo. non intellexit
quid .. factum esset: verbum rogandi: conj. pqpf. V.T. tgo. rogavit
6. Hij overtuigde hem ook DAT hij niet woedend zou worden.
canem … mortuum esse: verbum dicendi: inf. perf. V.T. tgo. narravit (verl.)
8. Maar de meester zei: ‘Ik begrijp niet HOE dit is kunnen gebeuren, want mijn
hond was nog niet verzwakt door ouderdom.’
QUOMODO + conj. vwszin I.V. na sentiendi (conj. perf. nog niet kennen)
9. De slaaf antwoordde DAT de hond gedood was door de poten van een
opgeschrikt paard.
canem … interfectum esse: v.dicendi: inf. perf. V.T. tgo. respondit (verl.)
10. Toen de meester gevraagd WAAROM het paard verschrikt was, zei hij : ‘Het
paard had gezien DAT je zoon van het dak gevallen was en gestorven was.’
cur .. territus esset: verbum rogandi: I.V. conj. pqpf. V.T. tgo. rogavisset
filium … cecidisse et mortuum esse: verbum sentiendi: inf. perf. V.T. tgo.
viderat (verl.)
5.5.4.
1. ‘Je had beloofd dat je naar de cena zou komen, maar je bent niet gekomen.’
4. Ik zal het niet zeggen, want wat door mij voorbereid was, was ontelbaar.
5. Ik weet niet WAAROM je niet gekomen bent, maar ik denk DAT jij bij een
ander bent gaan eten.
Verba sentiendi
Veneris: conj. perf. nog niet kennen