You are on page 1of 634

ONDERZOEK NAAR DE MINDERE WELVAART

DER

INLANDSCHE BEVOLKING OP JAVA EN MADOERA.

SAMENTREKKING

VAN DE

AFDEELINGSVERSLAGEN OVER DE UITKOMSTEN

DER ONDERZOEKINGEN

NAAR

DE ECONOMIE VAN DE DESA

IN DE

RESIDENTIE PEKALONGAN.

0 75 ')
Te verkrijgen bij
’t
depot van leermiddelen te Weltevreden, voor
f

WELTEVREDEN

F. B. SMITS

1908.

') ’t Kostende dient in contanten voldaan of bij bestelling gelijktijdig 't bedrag ervan overgeraaakt te worden postwissel,
per

betaalbaar te Weltevreden, geadresseerd den Administrateur ’s Lands Leermiddelen te Weltevreden,


en aan van Depot van waarna

portvrij toezending volgt.


B IJ L A O E N:

1. Vergelijkende bevolkingsstatistiek (Staat A).

2. Overzicht van de uitgestrektheid van ’t communaal

bezit met periodieke verdeeling (Staat B).

3. Overzicht van de uitgestrektheid van ’t indivi-

dueel' grondbezit en van ’t communaal bezit

met vaste aandeelen (eens voor altijd toegewezen)

(Staat 0).

4. Statistiek van ’t grondbezit (Staat Dj.

5. Overzicht van de uit de verkooppakhuizen ver-

kochtè hoeveelheden zout (Staat E).

6. den druk der landrente (Staat


Overzicht van
X).

7. Overzicht van gemaakte plantgeulen en verdiend

dagloon,

8. Belastingbetaling en grondhuur-inning in 1904 in

’t onderdistrict Sragi.

9. Overzicht van de verhuur en van de aanwezige

bevolking in ’t der ond


rayon Sragi,

10. Overzicht van geleverde arbeidsdiensten en ver-

diende loonen in 1903 (onderneming Sragi).

RESIDENTIE PEKALONGAN.

ECONOMIE VAN DE DESA.

WIJZE VAN ONDERZOEK EN NAMEN DER ONDERZOEKERS-

Afdeeling Pëkalongan. Voorzitter der kommissie: W. F. Engelbebt van

Bevervoorde, resident; leden; E. A. Ario Noto


Dirdjo, regent; H. A. van
Dronbelen,
controleur van Pëkalongan; W. P. A. Kloprooge, controleur van
Kadjèn, en F. J. Pdtmam

Cramer, adspirant controleur te Doro.

Het niet door


blijkt wien ’t op 3 October 1905
gedagteekend verslag opgemaakt is.

Afdeeling Batang. Voorzitter der kommissie; Ch. E,


Bodemeijer, assistent-

resident; loden: E. A. Soerio Adi


Nikgrat, regent; I. S. controleur
Schouten, van
Batang,
I.
en van High, controleur van Soebah.

Voor elk der beide


contröle-afdeelingen Batang en Soebah is een, door de betrokken

controleurs opgemaakt en 6 1 Oct. 1905


resp. op en
gedagteekend afzonderlijk verslag
ingediend. Ten aanzien ’t Soebah vindt
van
verslag van men nog vermeld, dat
inlichtingen
daarvoor werden
verkregen van de Inlandsche ambtenaren en
desahoofden, terwijl hier en

daar ook de
bevolking over enkele
punten gehoord werd. Met een der administrateurs

van een
erfpachtsperceel werden almede
eenige onderwerpen besproken.
Door den
regent van Batang werden in een afzonderlijk
verslag de vragen zeer in

’t kort deze
zefstandig beantwoord; antwoorden werden in den tekst verwerkt of wei in

den vorm van noten vermeld.

Afdeeling Tëgal. Voorzitter der kommissie: F. K. Overddijn, assistent-resident;


leden: E. M. A. Ario Eekso L.
Negoro, regent; B. van
Bijlevelt, controleur van
Tëgal;
H,
Eijfsnijder, controleur van Protjot; Ch. J. 1. M.
Welter, adspirant-oontroleur te

Boemidjawa.
Voor elk der drie controle is door de
afdeelingen betrokken controleerende amb-

tenaren een
afzonderlijk verslag ingediend, welke
verslagen resp. gedagteekend zijn 15

September, 25 Jnoi en 11 Juli 1905.


4

Afdeeling Brëbës. Voorzitter der kommissie: J. H. assistent-


Lieerinok,

resident; leden: R. M. A. Arno Tjondeo Negoro, regent; H. Ch. A.


Potiblon, controleur

Brëbës; C. F. controleur
van Gonsalves, van
Boemiajoe.
Voor eik der beide is door de betrokken
controle-afdeelingen een controleurs

1905
opgemaakt, resp. op 19 en 12 September gedagteekend verslag ingediend. Ten

aanzien van ’t
verslag der controle-afdeeling Boemiajoe vindt men nog vermeld, dat ter

'zake Inlandsche ambtenaren, desahoofden en desalieden.


gehoord zijn

V oorzitter der kommissie: J. J. assistent-


Afdeeling Pëmalang. Verwijk,

leden; R. T. Aeio regent; A. A. A. controleur


resident; Soeeianingrat, van
Dijk, van

H. N. Bennebroek controleur Randoedongkal.


Pëmalang, en
Evertsz, van

Voor elk der beide is door de betrokken controleurs


controle-afdeelingen een

opgemaakt, resp. op 25 en 15 September 1905 gedagteekend verslag ingediend. Ten

aanzien ’t der controle-afdeeling Pëmalang wordt dat de beant-


van
verslag vermeld, voor

woording der vragen inlichtingen verkregen werden van de beide districtshoofden (in ’t

den vijf onderdistrictshoofden tal


bijzonder van patih-wedono van Pëmalang), van en

van desahoofden.

B. M. admi-
Door de leden der gewestelijke kommissie van Pëkalongan A. Garf,

nistrateur der H. C. Prinsen Geeelings directeur ’t


suikeronderneming Sragi, en van

verschillende ’t
proefstation Kagok werd
gezamenlijk een nota ingediend, waarin vragen,

welvaartonderzoek betreffende, uitvoerig beantwoord werden. Voor zooveel die antwoorden

behoorende ’t hoofdstuk Economie de in


onderwerpen behandelen, tot van Desa, zijn ze

deze samentrekking in extenso opgenomen.


5

ECONOMIE VAN DE DESA.

I. Toe- of der te constateeren staat


afneming bevolking, volgens bijgaanden

model A. (bijl. I.). Toelichten en zoo mogelijk de voornaamste redenen opgeven die

waarschijnlijk daarop invloed hebben uitgeoefend.

Pëkalongan.

Districten; Y. K.— Wiradesn V. K. Y. B. Doro


Pëkalongan —

Këdoengwoeni
B.
Y. B.
Kadjen Y. Paninggaran B.

De door overmaat In
bevolking nam geleidelijk toe, voornamelijk van geboorten.

verband de nieuwe administratieve indeeling deze welke in 1892 tot


met van afdeeling,
stand kwam, ’t ontbreken bevolkingscijfers jaren, is
en van van vroegere vergelijking

slechts mogelijk tusschen de cijfers van 1895, 1900 en 1905.

B a t a n g.

Districten: Y. Bandar B. Soebah B. K. Bawang B.


Baiang
In Bandar de bevolking
Batang en nam geleidelijk toe; een reden daarvoor vindt

vermeld. In 1900 werd de administratieve


men niet bij nieuwe indeeling ’t district

Keboemén de daartoe beboerende


opgeheven, terwijl desa’s over de andere districten ver-

deeld werden; de 1900 1905 kunnen dus


districtsgewijze opgaven van en niet vergeleken
worden die Ook in Soebah de
met van voorgaande jaren. en
Bawang nam bevolking

toe, door Door herhaalde


geleidelijk voornamelijk overmaat van
geboorten. wijzigingen
in de administratieve is de der niet
indeeling, toeneming bevolking districtsgewijs na

te gaan.

T ë a 1.
g

Districten; V. K. Adiwerna Y Soeradadi Y.


Tëgal (Mangkoekoesoeman) .

K. Slawi Y. Y. V. B. B. V.
Pangkal Balapoelang Boemidjawa Djatinégara
B. V.

De voornamelijk door overmaat


bevolking nam
geleidelijk toe, van geboorten.

B r ë b ë s.

Districten: Brébés Y. K.— Y. B. Y.


Tandjoeng Bandjarhardja Boemiajoe
B. Y. Bantarkawoeng B.

De bevolking nam geleidelijk toe, voornamelijk door overmaat van geboorten

Pëmal a n g.

Districten:
Pëmalang Y. K. —

Tjomal Y. K. Randoedongkal B.
Banjoemoedal
B. B.
Waloekoempoel
In de
Pémalang en Tjomal nam bevolking steeds toe, behalve door overmaat van

ook door dicht bevolkte


geboorten immigratie uit de
afdeelingen Pëkalongan en
Tëgal.
Voor de toeneming in de andere districten vindt
geleidelijke men geen reden

opgegeven.

2. In welke hadden de grootste mutatiën


jaren plaats?

Over ’t hadden geen mutatiën


algemeen groote plaats.

Uitzondering hierop maken alleen Pémalang en Tjomal (afdeeling Pëmalang), waar

in de 1895 1900 de sterk is.


jaren bevolking nogal toegenomen

Waar de ’t district verschilt dien der hoofdplaats, is deze laatste tusschen haak-
0 naam van van

jes bijgevoegd.
Achter de der districten beteekent B. bergland, V. K. kuststreek.
namen
vlakland,
6

3. Waaraan worden die toegeschreven ?

De vermelde toeneming der


bevolking in Pemalang en Tjomal moet hoogswaar-

worden uit de dicht bevolkte gedeelten der afdee-


schijnlijk toegeschreven aan
immigratie
wel dan omdat in
lingen Pëkalongan en Tegal, en meer naar Pemalang naar
Tjomal ,

is.
eerstgenoemd district meer bouwgrond

4. In welke jaren had abnormale plaats; uit welke gedeelten


emigratie van

’t district (zoo mogelijk kort omschrijven: bergland, vlakte, enz.)?

Wat waren daarvan de redenen ?

Waren die tijdelijken of van


blijvenden aard?
verhuizingen van

Abnormale emigratie had niet plaats.

5. Idem ten aanzien van immigratie.

had evenmin
Abnormale immigratie plaats.

6. Behoorden de verhuizende al of niet tot de deelgerechtigden in


personen

communale of bezitters individueele gronden onder; gehuwden of


gronden, waren er van

ongehuwden?

Waren in ’t bezit eenig kapitaal, niet, hoe zij in hun


zij van zoo voorzagen

vóór de nieuw ontgonnen gronden produceerden ? (Deze alinea alleen te


voeding

beantwoorden voor immigratie in de laatste jaren).

Waar is in ’t district tot de welvaart ’t de


7. met betrekking over geheel

in met of met onvoldoend Met


toestand beter, gedeelten overvloedig grondbezit?

redenen te omschrijven.

Pëkalongan.

In streken met onvoldoend zooals ia den omtrek de


grondbezit, van
hoofdplaats
’t gedeelte ’t onderdistrict (district dien
Pëkalongan en
noordelijk van
Kedoengwoeni van

treft Inlanders streken


naam), men meer rijke aan, dan in met overvloedig grondbezit,
wel
zooals ’t onderdistrict Bodjong (Kedoengwoeni) ,
en voornamelijk in de Kalipantjoer-

onderdistricten Rëmboen verder


vlakte; de en
Sragi ( Wiradesa) en
Kadjen ,
Paninggaran
omdat de in door ’t beperkte
en Doro, bevolking eerstgenoemde streken, grondbezit, ge-

wordt zich handel waarmede over't


dwongen meer toe te leggen op en nijverheid, geheel

verdiend wordt dan met landbouw. ziet in deze streken


genomen meer
Daarentegen men

armoede dan in de streken met de welstand


tevens meer
overvloedig grondbezit, waar on-

der de bevolking meer gelijkmatig verdeeld is.

B a t a n
g.

In de districten van deze afdeeling zijn geen gedeelten met overvloedig, noch ge-

deelten onvoldoend grondbezit, zoodat vergelijking, als in de niet


met een vraag bedoeld,

gemaakt kan worden.

T ë g a 1.

In Adiwerna is ’t onvoldoende
Tegal en grondbezit bepaald en veel kleiner dan in

’t bevolkte Soeradadi. Toch de districten


dun is er in twee eerstgenoemde meer welvaart

dan in ’t omdat door de suikerfabrieken


laatstgenoemde district, aanwezigheid van en de

de de districten
nabijheid van hoofdplaats Tëgal bevolking van
eerstgenoemde gelegenheid

heeft om door koeliarbeid of anderszins wat er bij te verdienen.

In de grond overal individueel bezeten is de welvaart


Balapoelang ,
waar
wordt,
dan in met communaal bezit x
grooter Slaivi en
Pangkah voornamelijk ), terwijl in Djati-

D Uit door den controleur Protjot overgelegde aantooning van de koeliaandeelenin de


een van
desa’s

der toenmalige districten Doekoewringin en Pangkah, welker volledige overnemingonnoodlg voorkwam, blijkt dat

deze aandeelen uiteenloopen van 98 Ehijnl. roeden tot 3 baoc.


7

veel beschikbaar de welvaart niet is dan in ’t


negara, waar meer
gronden zijn, grooter

de koffiecultuur veel onder de brengt.


aangrenzende Eoemidjatva ,
waar
geld bevolking

B r
ë b ë s,

In is verschil in welvaart op-


Brëbës, Tandjoeng en Bandjarhardja geen opvallend

de desa’s met minder Dit wordt daaraan toe-


gemerkt tusschen meer en met grondbezit.
dat grondbezit, zonder voldoend bezit den
geschreven, groot van vee en
kapitaal om
grond

zelf te bebouwen, en
zonder
gelegenheid om den
grond, dien men niet zelf bebouwt, voor-

te verhuren, den niet rijker maakt. In deze districten is ’t grondbezit


deelig grondbezitter

nergens onvoldoende. Wat ook ’t


geval is in
Boemiajoe en Bantarkawoeng. In dit laatste

district is zelfs overvloed ook do groote uitgestrektheid de


van
grond, wegens van z.g.

Toch kan worden, dat


*akoewan”
gronden, waarop roofbouw gedreven wordt. niet gezegd
dan
de welvaart in dit district grooter is in Boemiajoe ,
wat toegeschreven moet worden

behoeften de in ’t vooral
aan de mindere van bevolking afgelegen Bantarkawoeng, en

aan meerderen handel en grooter vertier in Boemiajoe.

Pëmal a n g.

In is de welvaart grooter in streken, of vol-


Pemalang en Tjomal waar
overvloedig

doende dan in ’t onvoldoende is. In eerstbedoelde


grondbezit is, die, waar
grondbezit

streken kan de Inlander door slechts 60 tot 90 werken voldoende voedsel


dagen te voor

laatstbedoelde streken als het eiken dag


een heel jaar verkrijgen, terwijl hij in ware moet

In de andere districten is ’t overal


werken om in zijn onderhoud te voorzien. grondbezit
’t het dat de
ruim voldoende. Daar hier landbouw eenige bedrijf is, spreekt van zelf,
ook zijn dan de kleinere.
grootere grondbezitters gewoonlijk welgestelder

8. Bestaat waaruit die?


er overbevolking, zoo ja, blijkt

bestaat ’t
Eigenlijke overbevolking er,
over
geheel genomen, niet, hoewel enkele

streken de afd. sterk bevolkt zoodat 't oordeel den controleur


van Tëgal zeer
zijn, er. naar van

niet veel kunnen dat


van Protjot, meer moet bijkomen om te
zeggen, er
overbevolking is.

Tot dezer controleur dan de


staving opmerking vergelijkt genoemde bevolkingscijfers van

de districten 1021 900 K.


toenmalige Doekoewringen en
Pangkah, resp. en
per [jj M.,
met die verschillende andere ’t sterkst bevolkte land
van
landen, o. a. met van Europa

{België), waar 210 menschen op den [_] K. M. wonen.

DE YRAGEN 9 —2O TE BEANTWOORDEN TEN AANZIEN VAN

COMMUNAAL BEZIT MET PERIODIEKE VERDEELING.

Communaal bezit komt alleen desa’s


met periodieke verdeeling voor in
eenige van

’t district zoodat de beantwoording de 9 20 alleen slaat


Pemalang ,
van
vragen op

die desa’s.

9. Overzicht de der aandeelen in de


van
uitgestrektheid communale gronden

met
periodieke verdeeling.

Zie staat model B. 2). In alle desa's de aandeelen vast, zoowel


(bijlage bijna zijn
wat als betreft.
ligging wat
grootte

10. Wordt die uitgestrektheid over ’t algemeen te gering, voldoende of te groot

geacht? Toelichten.

De uitgestrektheid ieders aandeel wordt voldoende groot kan zelfs


van
geacht, en

wat verminderd worden behoeve die totdat


nog ten van hen, nog geen grond bezitten,

ieder b. één f baoe sawah welke één


v.
bezit, uitgestrektheid voor gezin voldoende is.
8

11. Heeft in de laatste in 't algemeen in de


er
jaren aanzienlijke verandering

uitgestrektheid der aandeelen plaats gehad?

Door welke oorzaken, met welke gevolgen?

In de laatste 10 in enkele desa’s Pemalang de


jaren zijn van
bouwgronden opnieuw
die reeds in de desa woonden doch
verdeeld, omdat vele desalieden, lang nog geen aandeel

aandeel
in de
gemeentegronden hadden, om een vroegen, verklarende
daarop recht te hebben

hun onderhoud te kunnen zonder bezit


en niet behoorlijk in voorzien, van bouwgrond,

’t die nadere dat welvaart in de desa


Gevolg van verdeeling, was meer
algemeene ontstond,

en de gronden wat beter bewerkt werden.

12. Wat de oorzaken toenemende der aandeelen?


zijn c. q. van
verbrokkeling

Toenemende der aandeelen heeft gehad in desa’s


verbrokkeling plaats met weinig
veel menschen, de niet willende verhuizen naburige
gronden en waar
niet-grondbezitters, naar

’t
streken, waar overvloed van
grond was, bij desabestuur telkens
aandrongen op nieuwe

den ook zij aandeel konden


verdeeling van gemeente-grond, opdat een
deelachtig worden.

13. Is daardoor verandering in de der


regeling periodieke verdeeling gekomen ?

Neen

14. desa’s, de slchts beurten aandeel in den


Zijn er waar
deelgerechtigden bij
hoe welke wordt dit de
bouwgrond krijgen en, zoo ja, en
op wijze geregeld en om

hoeveel aandeel ?
jaren krijgen zij een

de slechts bij beurten aandeel in den


Desa’s, waar
deelgerechtigden een
bouwgrond

krijgen, hier niet.


zijn

15. Bestaan de bezwaren tegen


er
bij deelgerechtigde bevolking een
dergelijke

indeeling en, zoo


ja, welke?

16. Is het noodig maatregelen te te


nemen om te groote verbrokkeling tegen

gaan; zoo
ja, welke?

Het wordt elke den de


wenscbelijk geacht, verdeeling van gemeentegrond, waarbij
aandeelen kleiner dan één baoe zonden de ’t hoofd
worden, aan goedkeuring van van gewestelijk
bestuur te onderwerpen.

dan
17. Komt het in vele desa's voor, dat de sawah-aandeelen grooter zijn

zelfde desa’s vele


noodig is voor ’t onderhoud van een
gezin, terwijl in die gezins-

hoofden van alle grondbezit zijn verstoken?

Zoo is daarvan de is het te trachten


ja, wat oorzaak, en
wenschelijk om aan

dien toestand einde welke


een te maken; op wijze?

Dit komt slechts in enkele desa’s voor en moet toegeschreven worden aan onwil

de den nader te verdeden. Of het wensche-


van tegenwoordige deelgerechtigden om
grond

lijk is aan dien toestand een einde te maken en op welke wijze, vindt men niet vermeld.

de
18. Welke gebruiken of misbruiken komen voornamelijk voor bij toewijzing

sawah-aandeelen (toewijzing aan soms


onmondige familieleden
van opengevallen van

’t de meestbiedende uit andere desa’s)?


desabestuur, aan personen

dat de sawah-aandeelen worden de


Gebruikelijk is het, opengevallen gegeven aan

oudste
ingezetenen, die nog geen aandeel hebben, wanneer deze aannemen de
op
den grond

rustende belastingen in geld en


arbeid
op tijd te zullen voldoen. Misbruiken doen zich bij

wordt dan wordt de zaak door ’t bestuur


de toewijzing weinig voor, en er over
geklaagd,
’t reine
in gebracht
9

19. Is er streven naar een meer individueeien bezitsvorm (langduriger perioden


definitieve conversie in individueel bezit); waaruit blijkt
van verdeeling, verdeeling,

dit, waaraan wordt het toegeschreven?

Dit streven is er zeker; vandaar dal in zooveel desa’s ’t communaal bezit met pe-

riodieke is veranderd in aandeelen. Men wil


verdeeling langzamerhand dat met vaste een

stuk grond hebben het te bewerken niet telkens grond te


eigen om
goed en van veran-

deren, waardoor ook geknoei in de hand gewerkt wordt.

20. bekend communale gron-


Zijn er
gevallen van
onwettige vervreemding van

den in ’t algemeen?
doordat in individueel bezit of tot
(Bijv. bouwgronden onwettig gekomen zijn

tuinen of erven zijn gemaakt, door gedeeltelijke onwettige conversie, al of niet bij

notarieele akte geconstateerd, door agrarisch eigendom, of wegens gerechtelijke execu-

tie van communale aandeelen).

Hier daar is het voorgekomen, dat communaal bezeten door den


en
grond tijdelijken
bezitter ander verkocht omdat de andere desa
aan een
werd, verkooper naar een

aandeel in den communalen kon x


waar
hij een grond krijgen. )

het ook dat communaal bezeten in


Vroeger gebeurde wel, bouwgronden erven ver-

anderd werden behoefte welke als individueel bezit be-


waaraan geen bestond, erven

schouwd en aan anderen verkocht werden.

DE VRAGEN 21 —2B TE BEANTWOORDEN TEN AANZIEN VAN INDIVIDUEEL

BEZIT EN VOOR COMMUNAAL BEZIT MET VASTE AANDEELEN,

EENS VOOR ALTIJD TOEGBWEZEN.

21. Overzicht de ’t individueel ’t


van uitgestrektheid van
grondbezit en van

aantal werkbare mannen.

Zie staat bijlage 3

22. Wordt de bezeten ’t te vol-


uitgestrektheid grond over algemeen klein,

doende of te groot Toelichten.


geacht?

Pëkalongan.

’t de
In ’t algemeen kan
gezegd worden, dat in Noordelijk gedeelte van afdeeling
klein ’t grondbezit
(Pëkalongan, Wiradesa, Kedoengwoeni en een gedeelte van Kadjen)
de dat in die streken + 3000
onvoldoende
is, deels een
gevolg van omstandigheid, jaarlijks

baoe’s suikerfabrieken worden. In ’t


sawah door de met riet beplant overige gedeelte
der ’t ’t Onder wordt
afdeeling is grondbezit over geheel genomen te groot. „voldoende”
’t bezit baoe of baoe’s
verstaan van één sawah twee tëgallan per sikëp (grondbezitter).

B a t a n g.

Over ’t bezeten voldoende zelfs


algemeen is de uitgestrektheid grond en in Bandar

meer dan dat.

T ë a 1.
g

In Adiwerna wordt de bezeten grond ’t


Tëgal en
uitgestrektheid over
algemeen te

klein is in deze afdeeling de voldoende, ’t Feit


geacht. Overigens uitgestrektheid doet

zich echter vaak dat de koeliaandeelen niet bezeten


voor, oorspronkelijke worden elk door

één doch dat verzoek den vader koeliaandeel verdeeld is in twee


persoon, op van een
gelijke
deelen behoeve zijn kinderen. wordt door de andere aandeelhouders
ten van Hiertegen
in den communalen nooit bezwaar wijst, dat ’t
grond gemaakt, wat er op begrip „com-

In de afd. Brëbës hebben wel eens executoriale verkoopen van communalen grond (met vaste aan-

deelen) plaats gehad, tot dat ’t bestuur zich ertegen verzette (oud-resident van Pëkalongan Steinraetz).
10

aandeelen” niet wordt wordt


munaal bezit met vaste meer
gehuldigd en
gelijk gesteld

met
„individueel bezit.” Door bedoelde onderverdeeling wordt de uitgestrektheid grond,,

door één bezeten, vaak te klein.


persoon

Brëbës en Pëmalang

Over ’t algemeen kan de uitgestrektheid bezeten grond voldoende geacht worden

of ’t de
23. Is op
te
geven
in algemeen versnippering van uitgestrektheid

van ’t individueel bezit heeft plaats gehad ?


de oorzaken welke daarvan de de welvaart?
Wat
zijn hiervan en
zijn gevolgen voor

de ’t individueel bezit heeft wel


Versnippering van uitgestrektheid van eens
plaats
den onder de den overleden bezitter. Yoor
door verdeeling van grond erfgenamen van

de welvaart is deze versnippering van


nadeeligen invloed, wanneer ’t aantal welgestelden

daardoor afneemt. Tot


nog toe was echter in ’t
algemeen nergens sprake van vernippering.

24. Komt grondbezit in enkele handen door in pand neming,


opeenhooping van

dan wel koop met recht wederinkoop veel voor?


huur, koop van

Zoo wie doorgaans de nieuwe bezitters:


ja, waar en zijn

ingezetenen
a
],, .
_

van de desa zelve ?

niet-ingezetenen >

ambtenaren ?

hoofden ?

hadjis ?

kleine man ?

Neemt dit toe ?

vervreemding als bovenbedoeld meerdere be-


Zijn bij van
grond gevallen

Niet- Inlanders bijv. door Inlandsche


kend, waarbij geïnteresseerd zijn, vrouwen

of bijzitten als strooman te gebruiken?

Heeft een en ander een grooten omvang verkregen (ook waar mannen als

tusschenpersoon optreden)?

Zoo in welke gedeelten ’t district (bijv. nabij kota’s; daar nieuwe


ja, van waar

irrigatiewerken in aanleg of gereed gekomen zijn).

Pëkalongan.

Opeenhooping als bedoeld, komt niet


van bezit, voor.

door Chineezen
Er zijn wel
gevallen bekend van inhuur van
gronden en Europeanen
doch deze zijn zeldzaam.
op naam van hunne Inlandsche
bijzitten, gevallen

B a t a n g.

enkele handen komt niet veel In


Opeenhooping van
grondbezit in voor. Baiang
de onderdistricten in Bandar
nog
’t meest in Batang, Kandeman, Tjepagan en
Baros,

alleen in ’t onderdistrict Wonotoenggal.

De nieuwe bezitters zijn in den regel ingezetenen de desa veelal


van
zelf, hadji'S.

Deze toestand stationnair.


blijft ongeveer

Meerdere gevallen Niet- Inlanders zijn


van vervreemding van
grond, waarbij ge-

ïnteresseerd, zijn niet bekend.

Men vindt slechts vermeld 10 baoe’s sawah in ’t onderdistrict


een
koop van

als
Gringsing ( Soebah) waarbij de Inl. moeder van een Europeaan tusschenpersoon optrad.

T ë a 1.
g

in enkele handen komt in Adiwerna wel


Opeenhooping van grondbezit Tegal en

niet veel meestal omdat deze individueel bezeten


voor, maar
bepaald en van erven,

In Soeradadi komt bedoelde opeenhooping


worden. meer voor van
bouwgrond en voor-

namelijk door verkoop met recht van


wederinkoop. De nieuwe bezitters
zijn doorgaans
of Zulke Niet-Inlanders
gewone
Inlanders hadji’s. opeenhooping neemt toe. zijn bij

bedoelde niet
vervreemdingen geïnteresseerd.
11

In
Slawi, Pangkak en
Balapoelang komt
opeenhooping in
van
grondbezit enkele

handen niet veel Waar zij


voor.
aangetroffen wordt, ia het een
gevolg van in
pand
De nieuwe bezitters
geving. zijn hadji’s, desahoofden en gewezen desahoofden. Echter

heeft ook een Chinees dezelfde in Slawi


op wijze en
Balapoelang een
uitgestrektheid
van 70 baoe in bezit l
zijn gekregen ). Als dienden Inlanders
tusschenpersonen en zelfs

een
gepensionneerde wedana. Vermelding verdient dat Inlandsche
nog ambtenaren, hoe-

wel zelden als pandnemers optredende, soms niet


onaanzienlijke complexen sawah’s in

individueel bezit hebben, die in deelbouw doen


zij bewerken, onder voorwaarde dat de be-

zitters de landrente zullen betalen.


Zijn zij daartoe niet in
staat, dan wordt dedeelbouwer

genoodzaakt aan den fiscus te offeren deze bezwaren


en, zoo
daatregen maakt, dan wordt

die
hem, dan soms jaren den grond bewerkt
heeft, eenvoudig dat door
aangezegd, hij een

ander zal worden. Liefhebbers


vervangen zijn er
altijd te vinden. In
voor
Boemidjawa
en
Djatinëgara komt
opeenhooping van grondbezit in enkele handen niet voor.
nagenoeg

B r ë b ë s.

Opeenhooping van grondbezit in enkele handen komt in


Brëbés, Tandjoeng en Ban-

djarhardja betrekkelijk veel voor en wel door in geving. De


pand nieuwe bezitters zijn
zeer
dikwijls niet-ingezetenen van de desa. Vaak
zijn het Arabieren en Chineezen, aan wie

de grond in
pand gegeven is. Als
tusschenpersonen traden steeds mannen
(Inlanders) op.

Bij Arabieren waren de hunne


tusschenpersonen soms Inlandsche schoonvaders.

Sedert den de
aanleg van
Pemali-irrigatiewerken nam ’t vervreemden van grond op
bovenbedoelde wijze toe.

Arabieren houden den dien door


grond, zij niet-betaling van schuld
gekregen heb-

ben, niet
lang zelf in
bezit, omdat
zij ’t bezit van grond zonder titel onzeker
te
achten,
doch verkwanselen dien zoo
spoedig mogelijk weder aan Inlanders of Chineezen. Een

voorbeeld hiervan vindt men in de desa


Tegalglagah ( Tandjoeng ), waar een Arabier door

niet-betaling van schuld in ’t bezit was gekomen van de welke


gronden van
bevolking,
gronden hij overdeed die door
aan een
Chinees, een strooman daarop agrarisch eigendom
liet
aanvragen, waarna
hij hypotheekhouder werd. In
Boemiajoe en komt
Bantarkawocng
opeenhooping zeer veel en
gewoonlijk door in of
voor, pand geving door
verkoop met

recht van De
wederinkoop. nieuwe bezitters zijn zoowel rijke desagenooten of rijke lieden

in andere desa’s, waaronder hadji’s.

Niet-Inlanders, n.l. Chineezen en


Europeanen, zijn dikwijls bij vervreemding van grond
geïnteresseerd. Als
tusschenpersonen of
fungeeren bijzitten andere Inlanders. Dit kwaad

neemt hand over hand vooral in den omtrek


toe, van de
districtshoofdplaats Boemiajoe,
waar een rijstpelmolen en een cassavemeelfabriek aangetroffen worden.

Pëmalang.

Opeenhooping van
grondbezit in enkele handen komt in alle districten dezer afdee-

deeling voor, doch niet in beduidende mate. is de


Gewoonlijk grond dan
verkregen door

huur, koop of
verkoop met recht sendé). In
van
wederinkoop (djoewal pand geving heeft

weinig plaats. De nieuwe bezitters zijn doorgaans gewezen Inlandsche


ambtenaren, hadji’s
en hoofden, 't Groot wordt ’t
grondbezit voor meerendeel aangetroffen in die
desa’s,
waar in de laatste jaren woeste gronden
nog voor
ontginning uitgegeven werden en

bijgevolg de
verkoopwaarde van den grond gering was. De dit bezit
nog vorming van

neemt eerder af dan toe.

Door Niet-Inlanders worden wel de


gronden van bevolking gehuurd, doch gekocht
weinig. Slechts één
van
Europeaan is het
bekend, dat een vrij groote uitgestrektheid,
rh 50 baoe in de desa
sawah, Tëgalsari ( Tjomal) door koop op naam van
zijn Inlandsche
bijzit in zijn bezit is
gekomen.

25. Bestond in de
vroeger jaren gewoonte, om
geen vervreemding van

bouwgrond aan
niet-opgezetenen toe te laten zonder goedkeuring van de gezamenlijke
gemeenteleden ?

') controleur van Protjot legt een gedetailleerde nominatieve


opgave over van de Inlanders,
die hun bouwvelden den bedoelden
aan hier Chinees verpandden, door tussehenkomst Inlandsche hand-
van

langers, waaraan ontleend wordt, dat door 85 1


personen verpand werden te 59 baoe ll
zamen sawah’s en /
baoe tëgalans, voor schulden tot een gezamenlijk bedrag van f 5742,50.
12

in onbruik ja, wordt de invoering nu we


Is deze gewoonte geraakt en, zoo

derom geacht? Waarom?


gewenscht

Pëkalongan.

bestaat hier reeds oudsher.


Bedoelde gewoonte van

B a t a n g.

Bandar betreft, werd de eenvoudig ontkennend be-


Voor zooveel Batang en vraag

is te bedoelde gewoonte
antwoord. In Soebah en Bawang heeft, voor zoover na gaan,

nooit bestaan. De invoering ervan


wordt niet wenschelijk
voor individueel bezeten gronden
veel banden zouden worden en
daar de bezitsrechten daardoor al te aan gelegd
geacht,
als
voorkomt, den Inlander meer dan thans reeds geschiedt
het niet wenschelijk nog

onmondig te behandelen.

Të a l.
g

in Adiwerna
Deze gewoonte bestaat niet en heeft ook nooit bestaan Tëgal
goede ,

omdat vooral in
wellicht zijn haar in te daardoor,
en Soeradadi. Het zou goed voeren,

worden ’t
streken met individueel bezit, waarschijnlijk paal en
perk gesteld zou aan opeen-

in enkele handen. Of bedoelde gewoonte in


vroeger jaren
in blawi,
hoopen van
grondbezit
geacht haar
is niet bekend. Het wordt niet wenschelijk
Pangkah en
Balapoelang bestond,
wordt de vraag ontkennend beantwoord.
daar in te voeren.
Voor
Boemidjawa en Djatinëgara

B r ë b ë s.

bezit heeft bedoelde gewoonte in Brëbës Tandjoeng


Ten aanzien van individueel ,

immer
nooit bestaan en van communaal bezit is bedoelde vervreemding
en Bandjarhardja
clandes-
ofschoon meerdere gevallen van dergelijke vervreemding op
ongeoorloofd geweest,
Het wordt noodig geacht ’t vervreemden van bouwgrond
tiene wijze bekend geworden zijn.
dan titel
absoluut te verbieden; uitwonenden moeten maar een op
aan niet-opgezetenen
heeft bedoelde gewoonte nooit
hun In Boemiajoe en Bantarkawoeng
gronden aanvragen.

hebben.
zal het in ’t leven daarvan ’t gewenschte gevolg
bestaan. Vermoedelijk roepen

wel de een of
die machtig wenschen te worden, op
Wel is waar
zullen de lieden, gronden
heel
de der desalieden weten te verwerven,
doch zoo eenvoudig
andere wijze goedkeuring

zal dit niet gaan.

Pëmalang.

heeft hier nooit bestaan.


Bedoelde gewoonte

of
Worden de diensten, door de opeenhooping van
grondbezit
26. gedwongen
welke
wijze is hierin door
door grondbezit van uitwonenden te zwaar; en, zoo ja, op

te voorzien?
bestuurs-maatregelen

P ë k a 1 o n g an.

oorzaken niet te
De diensten worden door de genoemde zwaar.
gedwongen

Batang.

oorzaken
In Bandar worden de gedwongen diensten door de genoemde
Batang en

niet
niet te en in Soeiah en Bawang is die verzwaring over ’t algemeen van
zwaar,

beteekenis. Toch moet elke verzwaring van de


gedwongen diensten tengevolge van
eenige
vooral dit de die in
oorzaken onbillijk geacht worden; geldt waar personen,
genoemde
in de desa waar zij
desa’s bezitten, slechts heerendienstplichtig zijn
meerdere bouwgrond

er verder maar 2 klassen van heerendienstplichtigen zijn, n.


1. bouwgrondbe-
wonen, en

’t
zitters en
bezitters van uitsluitend erven. Om hierin verbetering te brengen ware

te
volgende bepalen:
moet uitkomen voor zijn aandeel
dat iedere landbouwer heerendienstpliciuig zij en

in elke hij bouwgronden bezit;


in de desadiensten desa, waar
13

dat de druk der heerendiensten de


evenredig zij aan uitgestrektheid van
’t
grond-
bezit (wat de desadiensten betreft komt deze ’t
bepaling, met oog op de controle, minder

gewenscht voor);

dat ook ’t
hoofdgeld, met een minimum van fl. voor bezitters 1 baoe of
van
minder,

evenredig zij aan de uitgestrektheid van ’t grondbezit en dat de daardoor verkregen ver-

meerdering van
belasting aangewend wordt uitsluitend tot den
verlichting van druk der

heerendiensten in ’t betrokken district.

Voor de deze
uitvoering van
bepalingen zal het voldoende zijn de uitgestrektheid
van ieders
grondbezit bij benadering vast te stellen.

T ë a 1.
g

In Adiiverna nog
Tegal en niet.

In desa’s Soeradadi
sommige van
,
met veel
agrarisch eigendom, wel. Hieraan

ware
tegemoet te komen door de
grondbezitters, gevestigd buiten de desa’s, een soort

belasting te laten
opbrengen, waarvan
de diensten aan
leidingen
wegen, enz.
bekostigd zouden

kunnen worden. In
Slawi, Pangkah en
Balapoelang nog niet, omdat alle medebewoners

van erven den


eigenlijken heerendienstplichtige behulpzaam zijn in ’t verrichten der door

hem heeren-
verschuldigde en desadiensten. In
Boemidjawa en Djatiriegara worden de

gedwongen diensten door de bedoelde oorzaken evenmin te zwaar.

B r ë b ë s.

Hoewel in Brëbës
, Tandjoeng en
Bandjarhardja zooveel
mogelijk gezorgd wordt

dat uitwonenden bun


plichten ten
opzichte van
gedwongen diensten is het
vervullen,
niettemin
onmogelijk er
tegen te
waken, dat niet meermalen uit gemakzucht door de

desabestuurders daarmede de hand wordt. In


gelicht Boemiajoe en
Baniarkawoeng kunnen
de gedwongen diensten door oorzaken wel
genoemde eens
bovenmatig zwaar drukken.
Het zoude echter zeer
bezwaarlijk zijn om daarin verbetering te
brengen, ’t
Benige, dat

gedaan kunnen is
zou
worden, van de uitwonenden een
tegemoet koming in geld te ver-

in
deren, om
desa’s, waar zij grondbezit hebben, den druk der heerendiensten te verlichten.

Pëmal a n g.

De gedwongen diensten worden door de


opeenhooping van
grondbezit voor de

bezitters van kleine uitgestrektheden bouwgrond in


Pemalang en Tjomal te zwaar, omdat

met de uitgestrektheid van ieders bezit


geen rekening gehouden wordt. In vroegere
jaren,
vóór de ’t
invoering van hoofdgeld, moet het anders
geweest zijn, en
het zoude wensche-

lijk zijn den ouden toestand weder in ’t leven te en ieders aandeel in de


roepen gedwon-
diensten te berekenen de
gen naar uitgestrektheid van zijn grond of naar zijn gegoedheid.
De uitwonenden worden minder met desadiensten belast dan de inwonenden, omdat
zij
moeilijker te bereiken Heerendiensten worden
zijn. slechts in de desa van
inwoning ge-

presteerd. In
Randoedongkal Banjoemoedal Watoekoempoel de
,
en
zijn gedwongen diensten
buitengewoon licht, zoodat de invloed van
opeenhooping van
grondbezit en van
grondbezit
van uitwonenden niet gevoeld wordt.

27. Komt het veel dat nieuw


voor, ontgonnen gronden spoedig weder verlaten
worden ?

Wat is hiervan veelal de reden? (schrale grond, te zware belasting, ziekte, hout
te
gelde maken, roofbouw, onvoldoend
kapitaal, enz.).

Pëkalongan.

Alleen in de komt
bergdistricten het wel eens voor, dat nieuw ontgonnen gronden
spoedig weer verlaten worden. Meestal is schraalheid van den bodem daarvan de reden.

B a t a n g.

Dat nieuw
ontgonnen gronden spoedig weer verlaten
worden, komt alleen in Ban-

dar Soebah ook hier


en en slechts zelden voor. Schraalheid den is hiervan
van
grond
veelal de in Soebah
reden, wegens niet behoorlijken aanleg van terrassen.
14

T ë g a
1.

nieuwe niet
Neen. In de lagere gedeelten van deze afdeeling komen ontginningen

daarvoor in aanmerking komende terreinen,


of slechts zeer weinig voor, door gemis van

in de districten ( Boemidjawa en lljatinëgara) vergunningen tot ontginning


terwijl hoogere
slechts verleend worden, wanneer er
werkelijk
van grond, tot ’t staatsdomein beboerende,

behoefte bestaat aan meer bouwgrond.

B r
§ b ë s.

verlaten
de zeekust worden wel eens nieuw ontgonnen gronden spoedig weer
Langs
nieuw
schraalheid van den bodem. Om te voorkomen dat in Bandjarhardja
wegens
werd de landrente der
verlaten werden te zware belasting,
ontgonnen gronden wegens

No.
besluit 9 September 1904 31).
z. g. »tëga)grojokan” op
de helft
teruggebracht (gouv. van

daar worden de
is van oudsher roofbouw te drijven en
In Bantarkawoeng men gewoon

x
(zonder vergunning) spoedig weer verlaten. )
z. g.
»akoewan gronden” na ontginning

Pëmal a n g.

verlaten worden, komt zoo


goed als
Dat nieuw ontgonnen gronden spoedig weer

niet voor.

belangrijk toe?
28. Neemt agrarisch eigendom

Hoe werkt het?

het is, of laat haar meestal na?


Heeft overschrijving plaats, wanneer noodig men

meestal dit soort eigendom aan?


Om welke redenen vraagt men

Pëkalongan.

laatste 10 niet Het wordt alleen


is in de jaren toegenomen.
Agrarisch eigendom

Kadjèn en wel in ’t eerste district tot een uitgestrektheid


aangetroffen in Këdosngwoeni en

136 1 baoe. Deze vorm van


van 1672 baoe en in ’t laatste tot een uitgestrektheid van /*
omdat
wordt, evenals erfelijk individueel bezit, niet
gunstig beoordeeld, het
grondbezit
in enkele
gemakkelijk maakt en opeenhooping van grondbezit
vervreemding van grond
tot toe slechts in één geval plaats hebben,
handen bevordert. Overschrijving moest nog

doch werd wegens de hooge kosten voor een gedeelte van de uitgestrektheid nagelaten.

dateert ’t jaar 1887. Het werd indertijd aange-


Dit soort eigendom van ongeveer

had.
titel te erlangen van gronden, waarop men feitelijk geen recht
vraagd, om een wettigen

B a t a n g.

niet wordt daar alleen aangetroffen in


Agrarisch eigendom nam in Bellang toe en

handen is Inlandscbe hoofden en


hun familie-
’t onderdisfrict Kandëman, waar het in van

werd
2
heeft plaats, wanneer het noodig is. Meestal agrarisch
leden. ) Overschrijving
den te kunnen nemen.
eigendom aangevraagd, om hypotheek op grond
onderdistrict tot
In Soehah wordt agrarisch eigendom aaugetroffen in ’t Gringsing
Soebah
~j- 300 baoe s, en in ’t onderdistrict tot een
uitgestrekt-
een uitgestrektheid van

had sedert jaren niet meer


plaats.
heid van + 90 baoe’s. Toename van dit soort eigendom
de moeite de daaraan verbonden.
Overschrijving wordt meestal nagelaten om en kosten,

dat niet voldoet. In ’t onderdistrict Gringsing zijn


Dit is de reden, agrarisch eigendom
versterf meermalen veranderd zonder dat juiste
deze door verkoop en van eigenaar
gronden
de van ’t verkochte of geërfde plaats had, waardoor herhaaldelijk
aanwijzing van grenzen

kwesties ontstonden.

de reden is dat hier de


gronden
in
agrarisch eigendom aangevraagd
Wat geweest,
zal wel de
kan niet met zekerheid opgegeven
worden. In ’t onderdistrict Gringsing
zijn,

hier den grond, dien een

>) Blijkens ’t antwoord op vr. 188 (Hoofdstuk Landbouw) pleegt men na

10 12 jaren) te verlaten. Zie over deze


of twee malen beplant te hebben, voor geruimon tijd (soms a

in de Aant. d. bew.
de Samentrekking de Irrigatie res. Pëkalongan. v.
akoewan gronden bijlage 4 van van

s
ziet dit de zoogenaamde poesakagronden van de regentenfamilie van Batang,
) Waarschijnlijk op

766
1
sedert jaren de factorij der Ned. Handel Maatschappij voor beplan-
ter uitgestrektheid van
/, baoe, aan

met riet d. bew.)


ting verhuurd- (Aant. v.
15

bezitters verkeerd hebben, daartoe


rechtsonzekerheid, waarin
de vroegere aanleiding gegeven

hebben x
) terwijl de
mogelijkheid om gronden, in
agrarisch eigendom bezeten, langer te

dit soort te
verhuren, ook reden
geweest kan zijn om eigendom aan vragen.

In de andere districten dezer afdeeling wordt geen


agrarisch eigendom aangetroffen.

T ë g a 1.

niet toe.
In Tëgal en
Adiwerna nam agrarisch eigendom
den laatsten vóór de samenstelling ’t verslag
In Soeradadi echter was in tijd van

individueel bezit te converteeren in agrarisch eigendom.


een
neiging waar te nemen om erfelijk

is hier niet vreemd ook zaten er


De tot stand koming van de Ramboet-irrigatie aan, en

later die
Chineezen achter. Door stroomannen lieten ze
agrarisch eigendom aanvragen, om

door huur 20 jaren in handen te


krijgen, tegen belachelijk lage huursommen,
gronden voor

’t
om er producten voor de Inlandsche markt op te telen, Aanvragen van agrarisch eigen-

redenen nooit vaster recht op den


dom geschiedt steeds om
minder
goede en om een
grond
Arabieren of die den
te hebben. Altijd zijn het invloeden van Chineezen, Europeanen,
In 1904 werd in de eerste
Inlander tot zulke aanvragen bewegen. Balapoelang aanvraag

55 baoe ’t Doel
om
agrarisch eigendom van een uitgestrektheid van
toegewezen, was geen

dus contanten te bekomen 2


). Omtrent
ander dan om er een
hypotheek op te vestigen,

valt niets te melden.


de werking bijzonders
In de andere districten komt geen agrarisch eigendom voor.

Brëbës.

neemt niet toe. De laatste


Agrarisch eigendom komt weinig voor en
belangrijk
De Inlandsche
aanvraag
betrof 9 stukken
grond in de desa
Tegalglagah (Tandjoeng). aan-

werd. ’t
vrager
diende als strooman van een Chinees, die
hypotheekhouder Vestigen van

in laatstbedoeld
geval de reden waarom agrarisch eigendom aangevraagd
hypotheek was

werd, terwijl eigenlijk die hypotheek ook maar een schijn-verbintenis was.

Pëmalang

Agrarisch eigendom komt hier niet voor.

29. Is er in ’t district gelegenheid tot


uitbreiding van den bouwgrond; zoo ja,

hoeveel die toereikend in verband met den


voor ongeveer jaar zou reserve zijn aan-

was der bevolking?

Pëkalongan.

slechts smalle strook de kust


In
Pëkalongan en Wiradesa kan eene langs voor

maken
uitbreiding van den bouwgrond bestemd worden, doch om die strook geschikt te

worden ’t ’t zeewater te
voor bebouwing, dient de kust bedijkt te om binnendringen van

de kreekjes sluizen ge-


beletten. Ook zouden in de mondingen der rivieren en in talrijke

kostbaar Er zullen echter


maakt dienen te worden, wat zeer zou zijn. proeven genomen

uit beweerd wordt dat zij tegen zeewater


worden met een padisoort Tjëlatjap, waarvan

als tot uitbreiding den


bestand is. In
Kedoengwoeni is zoo
goed geen gelegenheid van

in Doro. De
bouwgrond, daarentegen volop in ’t Zuiden van Kadjèn en
Paninggaran en

reserve is daar voldoende voor + 50


jaar.

E a t a n g.

Met uitzondering van Patang waar bijna geen woeste


grond meer gevonden wordt,
,

den Yoor hoe-


is in alle districten voldoende gelegenheid tot uitbreiding van
bouwgrond.
omdat de
veel
jaar de reserve toereikend is, kan niet opgegeven worden, uitgestrektheid

niet bekend is. den regent zoude voldoende zijn


daarvan zelfs bij benadering Yolgens er

voor dj 50 jaar.

1
Uit ’t antwoord 529 Recht Politie) blijkt, dat die rechtsonzekerheid
) op vraag (Hoofdstuk en aan

’t eind gemaakt werd; integendeel ’t nalaten der vereischte overschrijvin-


door agrarisch eigendom geen was

andere eigenaren oorzaak toenemende rechtsonzekerheid en eindelooze bezitskwesties


gen hij overgang op van

(Aant. v. d. bew )
2
zin ’t antwoord (Hoofdst. Recht Politie). Aant. d. bew.
) In gelijken ook op vr, 529 en v.
16

Tëgal.

In
Tëgal, Adiwerna en Slawi bestaat geen gelegenheid tot
uitbreiding van den

bouwgrond; in
Pangkah en
Balapoelang slechts weinig. De reserve is daar niet vol-
eens

doende voor de eerste 10 jaren.

In
Boemidjawa en
Djatinégara kunnen alleen
weidegronden, tot een
uitgestrektheid
van + 650 en + 2600 baoe, voor
uitbreiding van den
bouwgrond dienen.
In eerstgenoemd district wordt de reserve voldoende geacht voor 8 10 in laatst-
a jaar en

genoemd 50
voor jaar.

B r ë b ë s.

In alle districten is nog gelegenheid tot


uitbreiding van den bouwgrond. In Brëbes

en Tandjoeng is de reserve voldoende 25 in


voor
jaar, Bandjarhardja voor 100
jaar, in

10
Boemiajoe voor
jaar en in
Banterkawoeng voor 50 jaar.

Pëmalang.

In alle districten is slechts


weinig gelegenheid tot
uitbreiding den
van
bouwgrond.
A de
oor
hoelang reserve voldoende zal zijn, is alleen
opgegeven voor
Pëmalang en
Tjomal,
10 20
namelijk a jaar.

30. Wordt die uitbreiding verhinderd door ’t reserveeren de


van gronden voor

gouvernements koffiecultuur, voor ’t boschwezen, door de eischen de


van
ontginnings-
ordonnantie ?

Pëkalongan en Batang.

Neen.

Tëgal.

In
Balapoelang wordt de
uitbreiding van den
bouwgond verhinderd door ’t reser-

veeren van gronden voor t boschwezen in door 't


en
Boemidjawa reserveeren van gronden
de koffiecultuur.
voor gouvernements

B r ë b ë s.

In wordt
Boemiajoe de
uitbreiding van den
bouwgrond verhinderd door ’t reser-

veeren van gronden voor de gouvernements koffiecultuur ’t boschwezen. In


en Bantar-

kawoeng zijn mede veel gronden voor ’t boschwezen


gereserveerd, zoo dat de boschreserve

kan
gezegd worden de
uitbreiding van den bouwgrond te verhinderen.

Pëmalang.

In ll
Banjoemoedal en
atoekoempoel is een
groot deel der nog beschikbare gronden
ingedeeld bij de koffie-en boschreserve. Of dit een
bepaalde verhindering voor
uitbreiding
den
van
bouwgrond oplevert, vindt men niet vermeld.

32. Wordt de
bij toepassing der
ontginningsordonnantie voldoende onderzocht,
of de
bevolking geen rechten heeft op de als staatsdomein beschouwde gronden?

Ja.

32. In welke streken valt uitbreiding van desa’s door


stichting van nieuwe

nederzettingen te constateeren ?

Is dit in ’t algemeen een


gevolg van of
overbevolking van andere oorzaken ?

Welke zijn die?

Pëkalongan.

Alleen in de
bergdistricten Doro, Eadjèn en
Paninggaran valt
zoodanige uitbrei-
17

De nieuwe ontstonden echter niet overbevol-


ding te constateeren. nederzettingen wegens

king, doch om dichter in de buurt te wonen van nieuwe ontginningen.

B a t a n g.

nieuwe komt in Baiang en Bandar niet veel


Stichting van nederzettingen voor;

het in ’t dat, wanneer ’t


desagebied te groot is, en eenige
nu en dan
gebeurt gebergte
die gronden
landbouwers grond bezitten op verren afstand, men
zich dichter bij vestigen

niet in Bawang
gaat. In Soehah komt ’t vormen van nieuwe nederzettingen voor; wel,

voldoende tot uitbreiding der erven.


n.l. daar waar de desa’s geen gelegenheid geven

T ë g a
1.

heeft zich nagenoeg niet


Zoodanige uitbreiding voorgedaan.
de sterk worden in de oude desa’s
In
Boemidjcuva, waar bevolking vrij toeneemt,

de landrente-
de bestaande erven meer en meer gesplitst, tengevolge waarvan uitgestrektheid

steeds afneemt.
plichtige erven

Br ë b ë s.

in eerstge-
Uitbreiding valt alleen te constateeren in Boemiajoe en
Bantarlmwoeng,

dichter de te wonen en in laatstgenoemd district


noemd district om bij bouwgronden
’t djatiboschperceel, waarvan de vrij gekomen gronden
tengevolge van uitkappen van een

tot sawah’s konden gemaakt worden; zoodat er


nieuwe
gehuchten ontstonden.

Pëmal a n g.

hebben zich in de
Langs de Zuid- en
Noordgrenzen van Pemalang en Tjomal
40 tot 168 gezinnen, totaal
laatste jaren 7
groote en eenige kleinere nederzettingen van

Deze de armste uit verschillende dicht bevolkte


880 gezinnen, gevormd. gezinnen waren

erf te worden.
desa’s, en hadden geen ander doel dan een stuk en wat bouwgrond machtig
beduidende schaal
In de andere districten viel zoodanige uitbreiding niet op eenigzins

waar te nemen.

dat woeste ter aanvraagt alleen


33. Komt het voor
men
gronden ontginning
te
of hoofdzakelijk met ’t doel om ’t daarop staande
houtgewas te kappen en ver-

manier den kost te komen? Wordt


knopen en, zoo doende, op een gemakkelijke aan

hiertegen voldoende gewaakt? (bijv. door heffing van een


matige houtretributie, enz.)

het wel inSoehah


In de laatste jaren is dit niet
voorgekomen. Yroeger geschiedde

werden de vergunningen vaak


(afdeeling Batang). Na ’t
leegkappen van den grond, over-

Kendal.
gedaan, zelfs aan personen uit de afdeeling

dat werden ontgonnen, die eenige reden


34 Is het voorgekomen, gronden om

of blijvend staatsdomein hadden behoo-


in ’t belang van de gemeenschap voorloopig

ren te blijven?
?
Zoo ja, wat is hiertegen gedaan

Niet voorgekomen.

35 Zijn er
streken, waar nog groote uitgestrektheden woeste grond gemak-

kelijk in
ontginning te brengen zijn?

Zoo ja, waarom werden ze tot dusver niet ontgonnen?

die streken hoeveel baoe daar schatting beschikbaar?


Welke zijn en zijn naar

Wat is voor de ontginning noodig? (aanleg irrigatiewerken, verkeerswegen,

faciliteiten en hulp voor ontginners).

Pëkalongan.

Doro groote uitgestrektheden woeste


In de onderdistricten Taloen en (Bord) zijn nog

werden dusver niet ontgonnen, omdat


grond gemakkelijk ia
ontginning te
brengen. Zij tot
18

’t
grondbezit in die streken reeds voldoende is. De
uitgestrektheid, die beschikbaar is
r

kan niet worden. Door


geschat aanleg van irrigatiewerken zouden die
gronden tot sawah’s

gemaakt kunnen worden.

B a t a n
g.

In ’t Bandar
Zuidelijk gedeelte van zijn nog groote uitgestrektheden woeste
grond

gemakkelijk in ontginning te brengen. De bevolking heeft


voorloopig die
gronden niet

omdat
noodig, in de
nabijheid der desa’s
nog genoeg woeste gronden aanwezig zijn, ge-

schikt te De beschikbare den


om
ontginnen. uitgestrektheid bedraagt volgens regent

+ 2350 baoe. De daarvan kan zonder moeite


ontginning geschieden; daarbij is geen hulp
van
gouvernementswege In ’t onderdistrict Soebah ’t
noodig. van
gelijknamige district is

een strook woeste grond 100 450 baoe’s den


van naar
schatting a
(volgens schatting van

regent + 1600 door


baoe’s) irrigatie uit de kali’s
Oerang en
Roban
gemakkelijk tot sawah’s

te maken. De die
ligging van gronden nabij den
tramweg is zeer
gunstig; alleen kan ’t

veelvuldig voorkomen van kwaadaardige koortsen een


belemmering voor de ontginning wezen.

Een voorstel ter zake ’t


was tijdens opmaken van ’t
verslag reeds
ingediend en ’t terrein

reeds
voorloopig door een ingenieur opgenomen, terwijl de vergunning voor een
nauwkeurige
reeds In 't onderdistrict ’t
opname afgekomen was.
Bawang van
gelijknamige district zijn

+ 120 baoe’s den


(volgens schatting van regent + 800 baoe’s) woeste
grond gemakkelijk

irrigeeren, door in de
te een
dammetje kali Aroes te
leggen en de leiding Toenggoro hier

en daar te verbreeden uit te Dit stuk Kemiri-ombo is reeds


en
diepen. grond, geheeten,

eenige malen te vergeefs in


erfpacht aangevraagd, waarschijnlijk met ’t doel er sawah’s

van te maken.

T ë g a 1.

Alleen in Djatinégara zijn woeste tot


nog groote uitgetrektheden grond gemakkelijk

tëgalans te maken. Omdat er reeds voldoende


bouwgronden aanwezig zijn, werden deze

terreinen tot dusver niet


ontgonnen.

Deze gronden worden benut beslaan


tot
nog toe voor
weidegrond en een uitgestrekt-
heid van + 2600 baoe.

B r ë b ë s.

Alleen in
Bandjarhardja (Oostelijk gedeelte) zijn nog groote uitgestrektheden, die na

draineering tot bouwgronden te maken zijn. De


bevolking is te dun om die
ontginning
reeds te maken. De die ruim 3000 baoe’s
nu
noodig uitgestrektheid van gronden kan op

worden. De
geschat verkeerswegen zijn te slecht om exploitatie door Europeanen te kunnen

verwachten.

Pëmalang,

Alleen in is
Randoedongkal nog veel grond beschikbaar, welke echter alleen door

aanleg van
irrigatiewerken kan
ontgonnen worden. De dier kan
uitgestrektheid gronden
niet opgegeven worden.

36 Neemt ’t huwen Inlanders of


van op jeugdigen leeftijd, voordat zij zich

een bestaan verzekerd hebben, toe of af?

Onder welke maatschappelijke standen?

Waaraan wordt het toegeschreven?

Pëkalongan.

’t Huwen Inlanders
van op jeugdigen leeftijd neemt toe, voornamelijk onder de

handelaren
santri’s, landbouwers, en industrieelen. Onder de Inlandsche ambtenaren

daarentegen neemt het af. Als reden van


de
toeneming wordt
opgegeven vrees voor

sexueelen omgang vóór ’t Onder de santri’s


huwelijk. is sexueele
omgang bij ongetrouwden
verboden.
19

Batang.

of
Bepaalde toe- afneming valt in
Batang en Bandar niet te constateeren.

Huwen komt
op jeugdigen leeftijd in den
regel voor onder de meer
gegoeden, doch slechts

zóó, dat de kinderen door de ouders reeds bestemd


op jeugdigen leeftijd worden om met

elkaar te trouwen, waarna eerst lateren ’t


op leeftijd eigenlijke huwelijk plaats heeft.

De in Soehah en Bawang verkregen inlichtingen omtrent ’t toe- of afnemen van

huwelijken op jeugdigen leeftijd liepen zeer uiteen. Zeker is het, dat onder de klasse

van landbouwers nog op zeer


jeugdigen leeftijd gehuwd wordt. De ouders zien het
gaarne,

dat hun dochters de schoonzoon


vroeg huwen; komt in den
regel voorloopig bij hen

inwonen, en helpt zijn schoonouders bij de grondbewerking of doet voor zijn schoonvader

de heeren- en desadiensten. den komen


Yolgens regent vroege huwelijken onder de

klasse der landbouwers veel omdat de ouders


voor, verlegen zijn, wanneer hun
kinderen,
volwassen niet
zijnde, nog getrouwd zijn.

ï ë a 1.
g

Over ’t algemeen neemt in Tëgal, Adiwerna en Soeradadi ’t huwen


op jeugdigen
leeftijd af onder alle standen. Men schijnt tegenwoordig meer te wachten totdat men

voldoende middelen bestaan


van
heeft, welke echter niet zoo heel
overvloedig behoeven

te zijn. Onder ambtenaren komt het dan onder andere lieden. In


meer voor
Slam,

Pangkah, Balapoelang, Boemidjawa en Djatinègara volgt men nog de oude


gewoonte en

is of
van toe- afneming van
huwelijken op jeugdigen leeftijd niets te
bespeuren. Het komt

’t meest voor onder den stand der landbouwers ’t doel is dan in den
en
regel om een

schoonzoon te hebben, over wiens werkkrachten men zonder veel kosten beschikken kan.

B r
ë b ë s.

’t Huwen op jeugdigen leeftijd neemt eer toe dan af, voornamelijk onder de
lagere
standen, en geschiedt met ’t doel schoonzoon te
een
hebben, van wien men
hulp bij den

arbeid kan
krijgen.

Pëmal a n g.

’t Huwen op jeugdigen leeftijd neemt hier


daarentegen eer af dan toe, hoewel in

Randoedongkal Banjoemoedal en Watoekoempoel geen toe- of


afneming merkbaar was. Het

komt de de
meer voor
bij lagere dan hoogere standen en geschiedt met de
bedoeling om

zich van
de werkkracht van den schoonzoon te verzekeren.

37 Nemen huwelijken met meer dan ééne vrouw toe of af?

Waaraan wordt dit


toegeschreven ?
Onder welke standen ?

Om welke redenen ?

(Overmaat van ’t aantal vrouwen, ’t leven kosten der


op vrouwen om een groo
ter staat te voeren, enz.)

Pëkalongan.

Dergelijke huwelijken nemen in ’t algemeen af, vooral onder de Inlandsche ambte-

naren. Onder de santri’s is echter merkbaar. De


nog toeneming afneming wordt daaraan

toegeschreven, dat de vrouw


tegenwoordig verstandiger is dan
vroeger, en beter beseft

dat het den man


dikwijls meer te doen is om haar geld dan om haar
persoon.

De toeneming onder de santri’s is een


gevolg van de omstandigheid, dat
overspel
onder die lieden verboden is.
streng

Batang.

Het is
moeielijk te
zeggen of er in
Batang en Bandar toe- of
afneming is. Het

komt
tegenwoordig nog veel voor, zoowel onder de meer-als onder de minder gegoeden.
Verscheidene Inlandsche ambtenaren hebben meer dan onder de
eene vrouw en hadji’s
komt dit ook veel
voor, bij welke laatstenhet te beschouwen is als een uitvloeisel van een hun-

ner godsdienstplichten. Ook de


gewone desaman houdt er
dikwijls meer
dan eene vrouw
op
20

werkkrachten
na, hoofdzakelijk om van hare te profiteeren. Volgens den regent nemen

met dan vooral onder landbouwers, den


huwelijken meer eene vrouw, toe, soms om grooten

heer uit te hangen.

In Soehah en Baicang moet ’t huwen met meer dan eene de


vrouw
volgens ver-

kregen inlichtingen afnemen en alleen nog


voorkomen onder de meer gegoeden.

De wordt ’t dat het den doorsnee- desaman


afneming toegeschreven aan
feit, voor

moeilijker is den kost te komen dan


tegenwoordig om aan vroeger.

T ë g a
1.

dan af in Adiwerna Soeradadi


Huwelijken met meer eene vrouw nemen
Tëgal, en

omdat de middelen ontbreken om twee of meer vrouwen naar behooren te onderhouden,

’t Leven op kosten der vrouw om een grooteren staat te voeren, komt nog wel eens voor.

Weduwen of gescheiden met wat bezittingen zijn begeerde partijen; of


vrouwen zeer op leeftijd
schoon wordt door den Inlander minder In
op uiterlijk gelet. Slawi, Pangkah en
Balapoelang
dat koeliaandeel hebbende in
komt het voor desabestuurders, geen den
bouwgrond, en

dus wel veel lasten doch of lusten hun ambt meerdere wedu-
geen weinig van hebbende,

die huwen in beter doen te komen. heeft de


wen, gronden bezitten, om
Overigens
Inlander slechts ééne het ook dat deze vaak verwisseld wordt. Enkele
gewone vrouw, zij

Inlandsche ambtenaren veroorlooven zich de weelde van twee wettige vrouwen te hebben;

velen hebben In is toe- of afneming


bijzitten. Boernidjawa en Djatinëgara van geen

sprake; is
monogamie regel.

B r ë bë s.

dan ééne niet komen alleen onder de


Huwelijken met meer vrouw nemen toe en voor

hoogere standen of onder de Het zeker cachet dan


gegoeden. geeft een om er meer

eene vrouw op na te houden. Leven kosten der vrouwen komt niet voor.
op

Pëmal a n g.

In bleef ’t huwen dan ééne


Pémalang en
Tjomal met meer vrouw
ongeveer

stationnair of af, deels omdat het is dan te


nam nu
moeilijker vroeger om
geld verdienen,
deels omdat de haar macht doen gevoelen
vrouwen meer en meer en
geen toestemming

geven dat een tweede vrouw genomen wordt.

Alleen de meest gegoeden houden er twee of meer vrouwen op na.

Leven op
kosten der vrouwen komt niet voor.

In
Randoedongkal, Banjoemoedal en Watoekoempoel komen
huwelijken met meer

dan ééne vrouw evenveel voor als Over ’t kan dat


vroeger. algemeen gezegd worden,
de onder alle standen dan
welgesielden gaarne meer eene vrouw er op na houden.

doen dat zich ’t leven


Sommigen om te veraangenamen, anderen om de vrouwen

te laten werken.

38. Komt veel voor?


prostitutie

Neemt ze toe of af?

Waaraan wordt dit toegeschreven ?

Pëkalongan.

Prostitutie komt betrekkelijk alleen de clandestiene


weinig voor en neemt toe.

omdat de
prostitueé opziet tegen ’t
geneeskundig onderzoek en de Inlander
tegenwoordig
liberaler heeft in zake
opvattingen prostitutie, terwijl vroeger lieden, die zich afgaven

met prostituées, door hunne als werden.


desagenooten het ware geschuwd

B a t a n g.

Prostitutie komt zeer weinig is nooit beteekenis


voor en van eenige geweest,

terwijl zij volgens den regent vermindert doordat zoovelen trouwen.


nog

Tëgal.

Alleen in komt veel zij


Tëgal prostitutie voor en neemt toe, wat toegeschreven moet
21

worden de fabrieken Chineesche


aan
aanwezigheid van en wijken, terwijl ’t havenverkeer,
dat veel los werkvolk ook daartoe
meebrengt, bijdraagt. Vele prostituées van de hoofd-

plaats hebben de in de
gewoonte om nabijheid van suikerfabrieken of Chineesche wijken
in andere districten te vertoeven tot ’t uitoefenen haar
van
beroep.

B r ë b ë s.

Voor Brèbës , Tandjoeng konden betrouwbare


en
Bandjarhardja geen gegevens

worden; statistieken daaromtrent bestaan


verkregen niet, en Inlanders, ter zake
ondervraagd,
steeds dat thans alles precies is lu
zeggen nog als vroeger. Boemiajoe neemt de
pros-

titutie toe, worden meerdere


wat toesgeschreven moet aan moeite voor de vrouwen om

den kost te komen. verschaften zich vele bestaan met batikken


aan
Vroeger vrouwen een

en thans is die bijna winst behalen. In


weven; met
bedrijven geen meer te Bantar-

komt
kawoeng prostitutie weinig voor en neemt ze af. De reden van die vermindering
is niet bekend.

Fëmal a n g.

In
Pëmalang en Tjomal komt
prostitutie niet meer voor dan elders en neemt ze

ook niet toe. In de andere districten is ’t aantal omdat de landbouwer


prostituées gering,
in ’t niet haar de ’t
gebergte van gediend is, en vrouwen voor
geneeskundig onderzoek

bevreesd zijn.

39. Nemen toe?


bedelarij en
vagebondage
Waaraan wordt het toegeschreven?

Alleen Brëbës treft veel bedelaars die


ter hoofdplaats men aan, er
op pasardagen
heen trekken. De bedelaars beenwonden,
meeste zijn lijdende aan syphilis, elephantiasis
ziekten. treft Sedert
en
dergelijke Vagebonden men
weinig aan.
bedelarij en
vagebondage
met straf bedreigd zijn
worden, ze
afgenomen.

40 Hoe voorziet de fatsoenlijke onbemiddelde desaman, zonder vast bedrijf,

in den schralen in levensonderhoud?


z g tijd gemeenlijk zijn

Pëkalongan.

De onbemiddelde desaman zonder vast voorziet in den schralen


bedrijf z.
g. tijd in

zijn levensonderhoud door te werken als .koeli op de suikerfabrieken, in de suikerriettuinen

of wel Inlandsche
op de
erfpachtsperceelen; ook bij industrieelen en in de kota bij

Europeanen en Vreemde
Oosterlingen.

B a t a n g,

Schrale kent hier niet. Doet zich dan wordt


tijden men bijna gebrek voor, men

door familie of desagenooten geholpen, of men gaat als koeli werken


op ondernemingen
dan wel in de
padi snijden streken, waar
oogst reeds begonnen is.

T ë g a ).

In Adnverna
Tëgal en wordt in den schralen
tijd in ’t levensonderhoud voorzien

door als koeli werken in de kota de Ook


te of
op suikerondernemingen. wordt wat

verdiend met ’t maken artikelen verder


van van huisvlijt en van suikeikrandjangs, en

leeft de zijn erf.


men van
opbrengst van

In Soeradadi gaat in dien verrichten de


men
tijd wel graafwerk bij irrigatiewerken,
doch niet velen doen zoodat steeds wordt de slechte
zulks, geklaagd over opkomst van

werkvolk. In Slawi kent ’t


, Pangkah en
Balapoelang men geen schralen tijd, getuige

feit dat nimmer lieden uit deze districten werk zoeken de


gaan bij groote irrigatiewerken,

welke op niet verren afstand in aanleg zijn. Ook gedurende den tijd dat de riettuinen

bewerkt worden, wordt wel werkvolk, enkele


eens
geklaagd over
gebrek aan
terwijl geen

arbeider na 2 in den tracht verdienen door in de riettuinen


uur
namiddag nog geld te

te werken. In
Boemidjawa en IJjatinégara dient de opbrengst van de op de erven
22

geplante thee, die steeds tot loonende verkoopen is, in den schralen
prijzen te om
tijd in

’t levensonderhoud te voorzien. Verder wordt in dien wat verdiend


tijd met verkoopen

arènsuiker, bamboe velen als koeli in de


van en
brandhout, terwijl suikerriet- bibittuinen

of verdienen ’t suikerriet-bibit.
gaan werken, geld met vervoer van Voorts worden

in dezen bloedverwanten of vrienden


tijd meer
vermogende om
hulp aangesproken, welke

meestal in verleend onder voorwaarde den


padi wordt, van
teruggave na oogst. Dikwijls
ook klein of den kost werken
gaat men tegen een
dagloon voor
op de tëgalans van

anderen.
Eindelijk moet voor
Boemidjawa opgemerkt worden, dat de
koffiecultuur, en

wel de de verschaft
z. g. monosoeko-cultuur, bevolking volop gelegenheid steeds aan con-

tanten te komen. Bij goeden is zelfs sprake


een
koffieoogst er geen van een schralen

in dit district,
tijd maar heerscht er vóór den
oogst dezelfde
levendigheid en ’t zelfde

vertier als daarna.

B r ë b ë s.

In
Brëbès, Tandjoeng en
Bcmdjarhardja neemt men
in den schralen
tijd voorna-

melijk zijn toevlucht de of wordt door familie


tot pandhuizen men
geholpen. In Boemiajoe

Bantarkawoeng kent goed als geen schralen omdat vrij wel ’t


en men zoo
tijd, geheele jaar
door in de koffiecultuur voordeelen
geoogst wordt, terwijl Boemiajoe nog genoeg oplevert.

Pëmalang,

In den schralen wordt in ’t levensonderhoud


tijd voorzien door als koeli te werken

de of dan wel door ’t


op suikerondernemingen elders, vervaardigen van allerlei huis-

welke de verkocht worden.


houdelijke artikelen, op passars

41 Maken kapitalisten de bedevaart veel zich meester te


van
gebruik om ma-

ken have goed, huizen of den de door


van en van van
grond van vertrekkenden,
voorschotten niet in verhouding tot de waarde, onder bezwarende
omstandigheden?
met recht
(verkoop van weder-inkoop).

Dit komt niet of slechts zelden worden de kosten de reis


voor.
Gewoonlijk van

betaald of
met opgespaard geld met de
opbrengst van
bezittingen, die voordeelig van de

hand Die niet bezitten de


gezet zijn. genoeg voor geheele reis naar
Mekka, blijven eenigen
te ’t ontbrekende verdienen
tijd Singapore om te en gaan daarna eerst verder.

42. welke
Op som kan gemiddeld ’t kapitaal gesteld worden, dat de bede-

vaartganger medeneemt of dat betaald wordt voor ’t verrichten van de bedevaart

door een gemachtgde?

Wordt dit gemiddelde vaak aanzienlijk overschreden, door lieden


bijv. rijke

gepensionneerde ambtenaren enz?

’t
Kapitaal, dat
gemiddeld door den
bedevaartganger meegenomen wordt, bedraagt
500. wordt vaak
/ en niet overschreden. Soms wordt slechts f 300. a f 400.

heel enkele
medegenomen, een maal meer, tot f 1000.— toe. ’t Verrichten van de

bedevaart door heeft


een
gemachtigde zeer
weinig plaats. De
sommen,
die daarvoor be-

betaald uiteen wisselen af


worden, loopen zeer en van f 15. —
tot f 500. —

43. Welke bedrijven oefent ’t meerendeel der uit? (woeker).


hadji’s
Onderscheiden zij zich de Inlanders der streek door betere
van overige ge-

schiktheid den ’t bestaan ?


voor strijd om

Pëkalongan.

’t Meerendeel der vindt


hadji’s een bestaan in handel en nijverheid: ook oefenen

zij ’t uit. onderscheiden


landbouwbedrijf Zij zich wel van de overige Inlanders der streek

door betere den ’t


geschiktheid voor strijd om bestaan, omdat zij over ’t
algemeen meer

ondernemings- en handelsgeest bezitten.


23

B a t a n
g.

In den de
regel vatten hadji’s, na hun
terugkomst van Mekka, weder hun vroe-

ger bedrijf op, zijnde voor ’t meerendeel ’t landbouw bedrijf. In Bandar doen
Batang en

velen ook woeker. In deze districten de ook


aan toonen hadji’s betere geschiktheid voor

den strijd om
’t bestaan.

Tëgal.

In Tégal, Adiwerna Soeradadi vindt ’t meerendeel der


en
hadji’s zijn bestaan in

den handel. Yelen hunner doen ook woeker. Over


aan ’t algemeen hebben de
hadji’s
zijn zij den
meer
aplomb en
geschikter voor levensstrijd.
In Slawi. Pangkah en
Balapoelang oefent ’t meerendeel der hadji’s ’t landbouw-

bedrijf en den handel uit. Yelen onderscheiden zich van hun


desagenooten alleen door

den tulband dien Slechts


zij dragen. enkelen munten uit door geslepenheid en vinden

hun bestaan in uitleenen


geld tegen woekerrente, door voorschot te geven op ’t
padigewas,
waarbij voor eiken gulden, geleend in den
oogsttijd, één
pikoel padi ter waarde van
f 2.
teruggegeven moet worden. In
Boemidjaiva en DJatinègara wordt door ’t meerendeel

der hadji’s ’t landbouwbedrijf of handel uitgeoefend. Bepaalde woekeraars treft men niet

onder hen aan. Te oordeelen de


naar mate van welvaart, zijn de hadji’s zeker beter
ge-
schikt den ’t
voor
strijd om
bestaan, want hun welstand hebben zij niet
verkregen door

praktijken door arbeid


oneerlijke maar en zuinigheid.

B r
ë b ë s.

De meeste oefenen ’t
hadji’s landbouwbedrijf uit. Yelen hunner leenen
geld uit

tegen woekerrente, wat echter evenzeer door andere


Inlanders, die
gefortuneerd zijn, gedaan
wordt. Over ’t
algemeen onderscheiden de hadji’s zich wel door betere geschiktheid voor

den strijd om ’t bestaan.

Pëmal a n g.

’t Meerendeel der
hadji’s houdt zich
bez’g met handel en landbouw. Enkelen

zetten ook uit dan


'geld en
natuurlijk tegen hooge rente. Over ’t
algemeen behooren de

hadji’s tot ’t meer


energieke deel ,der bevolking, en onderscheiden zij zich van de
r

overige Inlanders door betere


geschiktheid voor den strijd om ’t bestaan.

44. Welke is hun invloed hun


op omgeving?

Pëkalongan.

Zij hebben invloed hun


een
gunstigeu op omgeving.

Batang.

Ia Batang en Bandar wordt hun invloed als zeer


ongunstig beschouwd, terwijl
in Soebah weinig hun welken
en
Bawang van
invloed, in zin ook, gemerkt wordt.

Tëgal.

In
Tégal, Adiwerna en Soeradadi zoude hun invloed volgens ontvangen mede-

deelingen slechts goed zijn; maar de samensteller van ’t


verslag meent dit niet dan onder

voorbehoud te acht hun invloed


groot mogen aannemen, en
op
den eenvoudigen desaman

eerder de betrokken
zeer
verderfelijk, terwijl assistent-resident
hierbij aanteskent, dat de

i.
hadji’s z. over 't
algemeen te
weinig ontwikkeld zijn en weder te veel in hun
omgeving
om een beduidenden invloed daarop te kunnen
opgaan, uitoefenen, al schuilen er—evenals

onder de niet-
hadji’s—wel eens fanatieke elementen onder. In Slawi, Pangkah Ba Bala-

is hun invloed niet


poelang groot, maar toch ongunstig, daar zij meermalen
aangeklaagd
worden ’t
wegens onrechtmatig occupeeren van gronden. In de bergdistricten Boemi-

djawa en
Djatinégara wordt hun invloed
gunstig genoemd.
24

B r ë b ë s.

In der districten is hun invloed


geen groot.

Pëmal a n g.

Hun invloed is niet slecht.

45. Is de bevolking spaarzaam?

Neemt de spaarzaamheid toe of af? Waaraan wordt het


toegeschreven?
In welke vormen wordt meestal gespaard?

Wat kan ’t
tot bevordering van sparen gedaan worden?

Pëkalongan.

In de vlakte is de bevolking spaarzamer


dan in de bovenstreken. De spaarzaam-

heid is omdat beter Men


ontegenzeggelijk toegenomen, men zijn belangen begrijpt. spaart

om een steenen huis te bouwen of vee te koopen dan wel den een
of anderen handel of

industrie te De santri’s hierin voorbeeld. Do


beginnen. hadji’s en geven een
goed op-

richting is middel landbouwers tot te


van
desaloemboengs o.a. een om sparen brengen.

B a t a n g.

Over ’t is de niet ’t Meerendeel heeft trouwens


algemeen bevolking spaarzaam,

niet zooveel inkomsten, dat er veel aanleiding bestaat tot sparen.


De spaarzaamheid is

niet merkbaar toe- of Geld wordt zelden


afgenomen. gespaard; gewoonlijk koopt men er

door de
vee voor of schaft zich juweelen aan. ’t
Sparen kan bevorderd worden gelegen-
heid ’t wantrouwen in de
daartoe zoo
gemakkelijk mogelijk te
maken, en spaargelegenheden
zal kunnen in ’t zal
weg
te nemen, wat echter niet spoedig gebeuren, en begin eenige
zachte wel
dwang noodig zijn.

T ë g a 1.

De In vlakte
bevolking is nergens bepaald spaarzaam. de is de spaarzaamheid

stationnair doch in de Boemidjawa


ongeveer gebleven; bergdistricten en Djatiriégara iets

wordt, behalve ’t allerlei


toegenomen, wat
toegeschreven aan tegengaan van onnoodige,

dure ook toenemende der mindere


feesten, aan ontwikkeling bevolking en-
dientengevolge
wordt door ’t koopen:
zorgeloosheid. Gespaard gewoonlijk voor
geld goederen te padi,

kleeren, sieraden, grond, betere woning of wel ’t geld wordt


vee, een enz., gebezigd tot

drukkende den ’t Sparen kan bevorderd worden door de


aflossing van
schuld, op grond,
al dan niet met zachten Ook wordt het wensche-
oprichting van
desaloemboengs, dwang.
de stellen
lijk geacht bevolking minder bloot te aan
uitbuiting door Arabieren en sommige

de
Chineezen, die bij elke
uitbetaling op fabrieken, bij uitbetaling van ambtenaars-tracte-

hun door deze lieden niet in de desa’s toe te laten.


menten met argusoogen op prooi loeren,
zal door de in deze veel
Eindelijk behoorlijk onderwijs van bevolking ten
goede gedaan

worden.

B r ë b ë s.

De bevolking is over ’t algemeen niet en van toename der


spaarzaam spaarzaam-

heid is niets gebleken. De weinigen die doen het door ’t goederen


sparen voor geld te

sieraden, gronden ’t Bezit is daar het


koopen: padi, vee, enz. van contanten gevaarlijk,
dievenbezoek uitlokt. Om ’t bevorderen,
sparen
te
zou, waar
noodig, voor behoorlijke

veiligheid van persoon en


goed gezorgd moeten
worden, vooral in
Bandjarhardja ,
ter-

de daarvoor
wijl oprichting van desaloemboengs ook dienen moet, zij het ook dat wat

zachte niet kan worden.


dwang daarbij gemist

Pëmalang.

De bevolking is ’t niet Toename


over
algemeen spaarzaam. van spaarzaamheid is

alleen in Pëmalang Tjomal als ambtenaren


en
merkbaar, gevolg van
aandrang van en

waardoor ook ’t feestvieren verminderd


hoofden, is. Zij die
sparen,
doen het öf in
geld
25

öf door goederen te koopen: sieraden, gronden of vee. Tot bevordering van spaarzaamheid

kunnen de desaloemboengs later


dienen, waaraan een
desaspaarbank verbonden zou kunnen

worden. Zachte dwang kan echter niet ontbeerd worden.


hierbij

46. Geeft de reeds


postspaarbank bemoedigende resultaten en, zoo niet, welke

belemmeringen staan den Inlander in den Welke


hierbij weg? standen maken ’t meest

gebruik van? (ambtenaren, beambten, visschers,


er
landbouwers, enz.).

Door de
bevolking wordt zoo
goed als
geen gebruik gemaakt van de
postspaar-
bank J slechts
); weinige Inlandsche ambtenaren hebben kleine de
bedragen bij postspaarbank
staan. Als worden beschouwd de afstanden
belemmeringen groote van ’t
postkantoor
de in acht in
en
formaliteiten, te nemen bij breng en terugneming van gelden. Vele vin-

den ook de die de kunnen


rente, zij van postspaarbank krijgen, te gering, vergeleken bij
wat zij met handel en industrie verdienen kunnen *).

47. Is Inlanders?
er belangrijke kapitaalvorming bij Zoo ja, waaraan is

het te danken ?

Van
belangrijke kapitaalvorming bij Inlanders kan over ’t
algemeen geen sprake

zijn. Uitzonderingen, die voorkomen in de beneden streken der


afdeeling Pëkalongan,

zijn te danken 3
aan
zuinigheid, ondernemings- en handelsgeest ).

48. Is Inlandsche hoe is deze


er
armenverzorging, en geregeld ?

Inlandsche bestaat niet. Waar de familie den


armenverzorging behoeftige niet

is hij bedelen
onderhoudt, op aangewezen. Wel wordt ter hoofdplaats Tëgal aan
hulp-
behoevenden eenige onderstand doch
gegeven, bepaalde armenverzorging kan dit niet

heeten. vond in de
Vroeger afdeeling Tëgal ook een soort
armenverzorging plaats van

de in in de desa’s Moearatoewa
wege moskeekas, een gesticht (Tëgal). Sedert mogen

daarvoor echter worden ’t


geen gelden meer uitgegeven en verkeert gebouw in bouw-

valligen staat.

49. Hoeveel
djakat wordt in den
regel betaald; wordt dit bezwarend geacht?

Pëkalongan.

Als maximum wordt betaald 10 %, doch dit


geshiedt slechts door enkele zeer

gegoeden. De wordt
djakat geheel vrijwillig opgebracht; men
geeft zooveel als men wil_
wordt niet bezwarend geacht is deze
Zij en in
afdeeling vrij wel in onbruik geraakt.

B a t a n g.

wordt zelden
Djakat zeer
opgebracht en ’t
bedrag hangt geheel van den gever af 4
).
bezwaar
Eenig levert zij daarom niet op.

T ë g a 1.

In Adiwerna
Tëgal ,
en Soeradadi wordt alleen djakat betaald door
hen, die ’t

doen kunnen wel


en 10 °/ 0
van de
opbrengst, welke
betaling niet bezwarend geacht wordt.

’) Daarentegen, volgens den wèl de


regent, van credietbank te
Batang, waarin spaargelden
ge-

bracht worden door Inl. ambtenaren, door


zoowel als den kleinen man.

2
) De controleur Protjot voegde zijn verslag staat toe
van aan een van ingelegde en uitbetaalde

gelden bij de postspaarbank, welken het voorkwam hier


onnoodig over te nemen.

3
) Van ouds heeft de afdeeling Pëkalongan inzonderheid de
—en hoofdplaats van dien naam

den dat de Inlander


naam, er kapitaal weet te verzamelen. Sommige zelfs een groot (bijv. een ton),
paar

als daarvoor de
en wees men
uiterlijk bewijs op voor Inlanders fraaie steenen woningen, die men reeds

30 jaren geleden in de kota had. Dit werd toenmaals


een er
voornamelijk toegesohreven aan den handel

in tabak, de stapelplaats
waarvan Pëkalongan was, en hoewel In mindere mate
nog is. (Aant, v d.

bewerker).
4
) Volgens den de
regent 1% van
padiopbrengst.
26

In Slaivi, Pangkah en
Balapoelang is men niet gewoon djakat te betalen en
geschiedt
zulks slechts wenscht door
bij hooge uitzondering, wanneer men voor
bijzonder vroom

Men geeft zooveel als zoodat eenig bez,waar


te gaan. men
wil, van hierbij geen sprak»
kan zijn.

In
Boemidjawa en Djatinégara wordt aan
djakat 1 tot 10 °/0 van den oogst betaald,
al de
naar gelang van gezindheid en gegoedheid van den gever. De djakat wordt alleen

opgebracht van
padi en
djagoeng, dadelijk na den oogst, en wordt volstrekt niet bezwarend

De zonder dat zelfs niet


geacht. betaling geschiedt geheel vrijwillig, eenige dwang, moreele,

uitgeoefend wordt.

B r ë b ë s.

In betaalt
Brebès, Tandjoeng en
Bandjarhardja men aan djakat zoeveel als men wil;

de daarvan is doorom niet bezwarend. In


betaling Boemiajoe en
Bantarkawoeng wordt

baoe + 30 katti ook niet bezwarend geacht wordt.


per padi betaald, wat

Pëmal a n g.

wordt djakat betaald. Slechts enkele


Gewoonlijk geen goedgeloovigen doen
zulks,
en geven van padi 10 tot 20 °/o en yan
geld 2*/ 2 °/o- Daar de
betaling geheel vrijwillig

is, wordt zij niet bezwarend geacht.

50. Neemt de dobbelzucht toe of af? Waaraan wordt dit Welke


geweten?

praktische middelen zouden kunnen worden aangewend om dit tegen te gaan?

Pëkalongan.

De dobbelzucht neemt omdat de Inlander nature dob-


toe, van een
hartstochtelijk
belaar is. De santri’s maken hierop een
gunstige uitzondering; zij dobbelen niet en maken

ook gebruik van opium. Tot van ’t dobbelen wordt aanbevolen 1. beter
geen tegengang :

politietoezicht; 2. verbod spelen ook ’t huis niet eenieder


van
binnenshuis, wanneer voor

is; 3. de speelpacht.
toegankelijk afschaffing van
loterijen; 4. opheffing van

B a t a n g.

Over ’t wordt in deze gedobbeld de dobbel-


algemeen afdeeling weinig en neemt

zucht er niet toe, zoodat middelen noodig geacht worden tot


geen tegengang.

T e a
1.
g

In Adiwerna Soeradadi neemt de dobbelzucht dan af. ’t Grootste


Tègal, en eer toe

aantal speelt echter dat slechts


spelers tjëki, geen eigenlijk hazardspel is, en gewoonlijk
enkele centen wordt. In de andere districten dezer wordt
om
gespeeld afdeeling zeer

kan toeneming dobbelzucht sprake zijn. Aanbevolen


weinig gespeeld en van van geen

wordt de straffen ’t te ’t feesten te verbieden.


op spelen verzwaren en
spelen op

B r ë b ë s.

’t Dobbelen neemt toe, omdat geen andere kent het, het


men
uitspanning en waar

niet in ’t niet wordt. de ’t


openbaar geschiedt, bemoeilijkt Wijziging van
bepalingen op

dobbelen wordt ’t kwaad den kop


noodig geacht, om te kunnen indrukken.

Pëmal a n g.

’t Dobbelen neemt eerder af dan toe, en om de dobbelzucht tegen te


gaan wordt

het voldoende geacht, dat er op gelet wordt, dat op feesten niet zonder
vergunning gedobbeld

wordt. In
Randoedongkal Banjoemoedal en
Watoekoempoel bleef de dobbelzucht stationnair.
,

51. Idem
opiumverbruik.

Pëkalongan.

’t Aantal schuivers is 30 jaren geleden, doch in-


toegenomen, vergeleken bij 20,
27

dividueel wordt minder De moet worden ’t


nu geschoven. toeneming geweten aan vroe-

de x
gere pachtsysteem en
zal, nu
regie ingevoerd is, wel niet voortduren ).

B a t a n g.

’t bleef 2
Opiumverbruik stationnair ).

T ë g a 1.

’t
Opiumverbruik bleef in Tégal ,
Adiwerna en Soeradadi vermoedelijk stationnair

(betrouwbare gegevens waren niet


voorhanden), en is in Slaivi
, Pangkah en
Balapoelang

gewoonlijk niet
groot, terwijl Boemidjawa en Djatinègara tot de verboden kringen be-

lmoren. Van de die Januari


regie, met 1 1904
ingevoerd is, werd verwacht, dat zij ’t

opiumverbruik zal doen verminderen.

B r
ë b ë s.

In
Brëbés, Tandjoeng en
Bandjarhardja nam ’t
opiumverbruik af. De vaste schui-

vers sterven uit de opium alleen


langzamerhand en
gelegenheid-schuivers gebruiken op

feesten. Door ’t feestvieren ’t verminderd. In


tegen te gaan, wordt ook opiumverbruik
’t
Boemiajoe nam
opiumverbruik toe, als
gevolg van ’t drukker verkeer tusschen Tëgal
Als middel ’t
en
Banjoemas. om kwaad tegen te gaan, wordt voor dit district aanbevolen

’t schuiven te waarmede wel


verbieden, bedoeld zal zijn ’t district tot een verboden kring

te
maken, zooals
Bantarkawoeng reeds is.

Pëmalang.

In
Pëmalang en
Tjomal kan van ’t
opiumverbruik sedert de
invoering der
regie
(1 Januari niet veel worden. De boeken echter
1904) nog gezegd wijzen op toename van

’t
debiet, (gedurende de maanden Januari
t/m Aug. van
1904 en
1905
resp. f 46363.

53647. In
en
f —). Randoedonglcal is ’t opiumverbruik zeer matig en
in
Banjoemoedal
uiterst
gering, terwijl Watoekoempoel een verboden kring uitmaakt.

52. Idem in ’t af-


spilzucht (bijv. geven van
onnoodige feesten, slametans;
steken mertjons; leven boven stand).
van
zijn

Pëkalongan.

De zucht tot ’t feesten is daaren-


geven van
onnoodige slametans, enz.
afgenomen;

tegen merkbaar de
was
toeneming van zucht naar weelde en opschik.

B a t a u g.

In Bandar is de wel worden toch nog veel


en
Batang spilzucht verminderd, maar

feesten
onnoodige gegeven. Als middel om dit tegen te gaan, wordt aanbevolen ’t heffen

’t feesten.
van een
belasting op geven van In Soebah en Bawang worden niet veel fees-

ten alleen de de Javaansche De


gegeven; nagenoeg gebruikelijke volgens adat.
spilzucht
nam
hier niet toe of af.

Tëgal.

De spilzucht kan worden ’t te zijn. Toch wordt


gezegd over
algemeen afgenomen

betrekkelijk veel uitgegeven feesten die in ’t den Javaan


nog aan en
slamëtans, oog van

echter niet
altijd onnoodig zijn, evenmin als ’t afsteken van
mertjons bij gelegenheid van

de lëbaran De doet zijn invloed in ander te


poeasa. regent gelden ora een en
matigheid
doen betrachten. Arak andere sterke drank) wordt in deze ouds veel
(en afdeeling van

gedronken; doch dit wordt zooveel


mogelijk tegengegaan door ’t aantal tot
vergunningen

verkoop van arak in ’t klein in te


krimpen. De inl. ambtenaren daarentegen leven zeer

stil; velen hebben schulden aan Arabieren.

Over ’t wordt in deze ’t


’) algemeen afdeeling waar gebergte uit verboden kringen bestaat-

weinig geschoven. Wat de echte Pëkalonganners betreft, is hierop bun


streng volgen der go dsdienstplichten
van invloed. (Aant. v. d. bew.).

) Volgens den verminderde het echter.


regent
!
28

Brëbës.

De
spilzucht nam niet toe, doch is
groot te In Ban-
nog noemen.
Boemiajoe en

leven velen
tarkawoeng boven hun stand, hoofden zoowel als
bevolking.

Pëmal a n g.

De niet wordt
spilzucht nam toe en zooveel
mogelijk van bestuurswege tegengegaan,

tengevolge waarvan ’t feestvieren en


afsteken van mertjons verminderde, evenals ’t leven

boven zijn stand.

53. Is de der
levenswijs volksklasse meer of minder kostbaar geworden dan

voorheen; waardoor? (kleeding, sieraden, meerdere behoeften)

Pëkalonga.n, Batang, Tëgal en Brëbës.

De
levenswijs der volksklasse is over ’t
algemeen kostbaarder omdat
geworden,
men meer behoeften heeft betreft
gekregen wat
kleeding, huisraad, voeding als anderszins.

Pëmal a n g.

In de
levenswijs der volksklasse is over ’t
algemeen geen
merkbare
verandering

gekomen.

54. Is de der in 't district of


koopkracht bevolking een gedeelte er van over

’t algemeen aanmerkelijk af- of


toegenomen?
Waaraan wordt dit
toegeschreven?

Pëkalongan.

De der is
koopkracht bevolking over t algemeen toegenomen wel
en
voornamelijk
in de \lakte, als gevolg van meer handel en
industrie, grooter rietaanplant der fabrieken

en meerdere spaarzaamheid.

Batang.

In Bandar is de
Batang en
koopkracht der bevolking dan
eer toe- afgenomen
door de
ontwikkeling van verschillende industrieën. In Soebah en
Bawang daarentegen
wordt de koopkracht der
bevolking geacht te zijn afgenomen, daar de koffiecultuur niet
als veel onder de
meer, vroeger, geld bevolking brengt en ook de loonen
vroeger iets

dan tegenwoordig.
hooger waren

Tëgal.

De
koopkracht der
bevolking wordt
geacht niet beduidend te zijn toegenomen, en

hangt in in de
Boemidjawa eerste
plaats af van de uitkomsten den
van
koffieoogst, waarr

mede zij wel


vrij op en neer gaat.

Brëbës,

Over ’t
algemeen schijnt de
koopkracht der
bevolking afgenomen, daar ’t zielental

der
bevolking toegenomen is en de bestaansmiddelen niet
evenredig vermeerderd zijn.
De echter
geringe kennis van den economischen toestand der
bevolking van voorheen

en thans maakt, dat niemand antwoord kan


een
juist geven op deze
vraag. Zoo de strijd
’t bestaan al
om moeilijker geworden is met de toename ’t de brutale
van
zielental, af-

de
persingen, waaraan
bevolking vroeger van de
zijde van haar hoofden en anderen
blootstond,
maakten den toestand zeker de
vroegeren ongunstiger, terwijl geleidelijke afschaffing van

diensten
gedwongen den toestand niet
weinig verbeterd moet hebben.

Pëmalang.

De koopkracht der bleef dezelfde:


bevolking vele artikelen
zijn echter
goedkooper-
zoodat
geworden, de
bevolking daarvan meer
koopen kan.
29

55. Is de
onderlinge getalsverhouding der verschillende standen merkbaar

veranderd? (meer handwerkslieden,


kooplieden, meer minder landbouwers dan
vroeger).

De onderlinge der verschillende standen


getalsverhouding is over ’t
algemeen niet

merkbaar veranderd. Hier daar ’t aantal


en schijnt kooplieden en handwerkslieden in

sterkere mate te zijn dan ’t aantal landbouwers.


toegenomen

56. Is ’t aantal bemiddelden merkbaar toe-of onder welke


afgenomen;
standen Toelichten.
voornamelijk?

Pëkalongan.

’t Aantal bemiddelden wel in ’t onder de handelaars


nam toe en
bijzonder en nijveren

B a t a n g.

In en Bandar ’t aantal bemiddelden onder de handelaars


Batang nam toe en

J
industrieelen, ) en in
Bawang onder de landbouwers
(tabakkers). In Boehah was geen

toe-of ’t aantal bemiddelden merkbaar.


afneming van

I ë g a 1.

’t Aantal bemiddelden nam niet merkbaar moet hier daar zelfs


toe, en en
afgenomen
zijn wegens vermeerdering der bevolking, zonder dat de bouwgronden in dezelfde mate

uitgebreid werden, zoodat vele


oorspronkelijke koeliaandeelen door
splitsing kleiner
geworden
zijn. Toch heeft het niet is
men nog zoo
slecht, en er
geen gebrek aan voedsel, zoodat

de
bevolking weinig geneigd is om naar de
buitenbezittingen te emigreeren om haar

bestaan te verbeteren.

B r
ë bë s,

’t Aantal bemiddelden hier daar toe de


nam en
voornamelijk onder landbouwers.

Voor
Boemiajoe wordt als reden opgegeven opeenhooping van
grondbezit in enkele handen.

Pëmal a n g.

In
Pemalang en
Tjomal nam ’t aantal bemiddelden
eenigszins toe voornamelijk onder
de handelaars, wier huizen verbeterd In de andere
zijn. districten dezer
afdeeling nam ’t

aantal bemiddelden niet merkbaar toe- of af.

57
Zijn er
bijzondere plaatselijke toestanden of omstandigheden, die den

Inlander verhinderen:

meerdere
a
persoonlijke zelfstandigheid,
b meerdere geestkracht,

meerderen te
c
ondernemingsgeest verkrijgen?

(Welke de algemeene redenen hiervan zijn is voldoende buitendien


bekend;
kunnen er
nog bijzondere plaatselijke zijn).

Behalve de de
afzondering, waarin bevolking der
afgelegen bergdistricten verkeert,
is dié
er geen bijzondere omstandigheid, don Inlander verhindert meerdere
persoonlijke

zelfstandigheid, meerdere geestkracht en meerderen


ondernemingsgeest te
verkrijgen
2
)

x
) den bleef ’t aantal
Volgens regent echter, bemiddelden t zelfde.
2

) Blijkens ’t antwoord 417


op vraag (Hoofdst. handel en nijverheid) was er in de oontrole-afdeeling
Pëkalongan eenige toeneming van ondernemingsgeest hij den Inlander te merken. Honderden kleinhan-
op

delaars begeven zich vandaar hun te


naar elders om waar verkoopen. Behalve aan de omstandigheid dat

de landbouw niet meer


genoeg oplevert voor ’t gezin, wordt dit ook toegeschreven aan verbetering der

verkeersmiddelen (tram). Aant. v. d. bew.


30

58 Hoeveel ’t aantal in ’t district:


bedraagt onderwijsinrichtingen
scholen der Ie
a.
openbare klasse;
idem der 2e
klasse;
b Inl neutrale
gesubsidieerde bijzondere scholen;

c. » Inlandsche zendingsscholen;
d niet Inl scholen?
gesubs. bijzondere

Pëkalongau.

AARD DER SCHOLEN.

DISTRICTEN.
a a.

b c. d.
1ste kl. 2de kl.

Pëkalongan .
i i —

Wiradesa .... . .
— —
1 —

i
Kedoengwoeni - —
— —

Doro —
4 —

3
Kadjèn — —

Paninggaraa — —
3 — —

B a t a n
g.

AARD DER SCHOLEN.

DISTRICTEN.
a. a.
h. c. d.
1ste kl. 2de kl.

Batang *) 2 — —

Bandar *) —
3 — —

Soebah —
3 — —

Bawang 3
,*)

— — —

De Batang Bandar zijn ontleend de beantwoording den in ’t


opgaven van en aan van
regent;

verslag van den betrokken controleur komt


geen distriotsgewijze opgaaf voor.

2
Twee dezer scholen subsidie sedert 1904.
) ontvangen

T ë a 1.
g

AARD DER SCHOLEN.

DISTRICTEN.
a. a.
b. V. d.
1ste kl. 2de kl.

i 1
Tëgal — — —

Adiwerna — — — — —

Soeradadi — — — — —

Slawi —
1 — — —

Pangkali — — — — —

1 1
Balapoelang — — —

Boemidjawa —

2 — —

1
Djatinëgara — — — —
31

B r
ë b ë s.

AARD DER SCHOLEN.

DISTRICTEN.
a. a.

b. c. d.
1ste kl. 2de kl.

Brëbës —
i — — —

1
Tandjoeng — — — —

1
BandjarharHja ....


— —

Boemiajoe — —
2 — —

Bantarkawoeng —

-
— —

Pëmal a n g.

AARD DER SCHOLEN.

DISTRICTEN.
a. a.
b. c.
d.
1ste kl. 2de kl.

Pëtnalang —
i 2 — —

Tjomal — —
4 —

Eandoedongkal —
i 2 — —

9
Banjoemoedal — —
(J — —

Watoekoempoel — — —

59. Hoeveel de laatste ’t aantal Inlandsche


bedraagt volgens volkstelling
kinderen (jongens en
meisjes)?

Hoeveel daarvan toen, raming, boven 5 dus


waren naar jaar, op een
leeftijd
om in aanmerking te komen voor schoolbezoek?

Hoe is de verhouding ’t aantal kinderen


van schoolgaande (jongens en
meisjes

afzonderlijk) tot dat der niet schoolgaande?

Pëkalongan

Verhouding v.h.
Aantal anderen Aantal Aantal
Naar schatting aant. sohoolg. kin-
schoolgaande niet-sohoolgaande
in ’t boven 1 deren tot dat der
geheel. 5 jaar ). kinderen. kinderen.
DISTRICTEN. niet-sohoolgaande.

Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes.

23411 18918 18730 18480


Pëkalongan . .
15135 250 —
15135 1; 75

Wiradesa. . .
18845 15122 13875 12580 56 —
13819 12580 1: 248 —

Kedoengwoeni . 22952 19323 18360 15460 110 —


18250 15460 1; 167 —

Doro 14068 14871 11250 11800 230 4 11020 11796 l: 49 1: 2950


....

Kadjèn. . . .
13854 11734 11085 9390 290 —
10795 9390 1: 38 —

Paninggaran. .
5039 4733 4030 3790 160 —
3870 3790 1; 25 —

*) De cijfers in deze kolommen zijn verkregen door van de totalen der vorige kolommen 80
%
te nemen.
32

Batang.

Aantal Aantal
Verhouding y.h.
Aantal kinderen Naar schatting
aant. kin-
schoolgaande schoolg.
n iet-schoolgaande
in ’t boven deren tot dat der
geheel. 5 jaar. kinderen. kinderen.
DISTRICTEN. niet-schoolsaande.

Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes.

Batang. . .
. 20948 18836 11000 11500 257 1
) —
10743 11500 1: 48 —

Bandar 10770 9798 5000 5000


57!) 4943 5000 1: 88 —

Soebah. .
.
. 13707 12772 7500 6900 94 7 7406 6893 1: 19 1; 986

Bawang . 6763 6006 3700 3300 44 8 3656 3292 OO 1: 412

1
) Deze cijfers betreffen ’t 1900. Sedert dien ’t aantal kinderen
jaar nam schoolgaande toe en

bedroeg in 1905 in
Batang en Bandar resp. 350 en 195.

T ë g a 1.

Verhouding v.h.
Aantal Aantal
Aantal kinderen Naar schatting aant. sohoolg. kin-
schoolgaande niet-schoolgaande
in ’t deren tot dat der
geheel hoven 5 jaar. kinderen. kinderen.
DISTRICTEN. niet- schoolgaan de.

Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes.

Tëgal ....
9947 10475 4458 4826 405 1 4053 4819 1: 11 1: 700

Adiwerna. 19124 19141 14750 14717 34 —


14716 14717 1: 434 —

Soeradadi. . .
2075 2150 965 1072 7 —

958 1072 1; 12,1 —

Slawi 20988 19090 13000 12000 14 —


12986 12000 1; 928 —
....

Pangkah . 19476 18614 12000 11000 — —


12000 11000 — —

Balapoelang .
. 18024 16610 11000 10000 116 i 10884 9999 1: 95 I; 10000

Boemidjawa .
. 9959 9495 6000 5500 108 —
5892 5500 1: 55 —

Djatinëgara . . 5739 5436 8500 3500 —


3500 3500 —

B r ë b ë s.

Verhouding v.h.
Aantal underen Naar Aantal Aantal
schatting aant. tin
schoolg. -

schoolgaande niet-sohoolgaande
in 't boven deren tot dat der.
geheel. 5 jaax. kinderen. kinderen.
DISTRICTEN. niet-schoolgaande

Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes.

Brëbës.... 32880 30661

21738
Tandjoeug .
.
20882 50000 48000 137 —
49863 48000 1: 365 —

Bandjarhardja . 18890 17823

18922 16583
Boemiajoe .
. 12116 11045 66 2 12350 11043 1: 187 1:5522

Bantarkawoeog . 6033 5597 4022 3732 70 4 3952 3728 1: 57 1: 933


33

Pëmal a n g.

Verhouding v.h.
Aantal kinderen Aantal Aantal
Naar schatting aant. schoolg. kin-
schoolgaande niet-schoolgaande
in ’t boven deren tot dat der
geheel. 5 jaar. kinderen. kinderen.
DISTRICTEN.
niet-schoolgaande.

Jongens. Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens Meisjes. Jongens. Meisjes. Jongens, Meisjes.

Pëmalang. . .
27o00 26499 16000 16000 552 17 15448 15983 1; 29 1: 941

Tjomal. . . . 17730 16510 12000 11000 427 15 11573 10985 1: 28 1: 733

Randoedongbal .
25778 4103 4037 ’ 218 9 3885 4028 1; 18 1; 448

Banjoemoedal . 21346 7000 6800 100 4 6900 6796 1: 70 1;1700

WatoekoeT>poel. 11430 3200 8631 88 —


3112 3631 1; 36 —

60. Tot welke standen behooren de meeste der kinderen.


schoolgaande

Pëkalongan.

De de klasse
leerlingen van le. school te
Pëkalongan zijn (als trouwens van zelf

spreekt) meest zoons van in actieven dienst


zijnde en
gepensionneerde Inl. ambtenaren en

van
aanzienlijke Inlanders. De leerlingen van de 2e. klasse scholen te Pëkalongan en

Këdoengwoeni zijn meest zoons van desahoofden, desabestuursleden, mandoers en


landbouwers,
de
terwijl leerlingen der
gesubsidieerde bijzondere scholen meest zoons zijn van
desahoofden,
desabestuursleden en landbouwers. Kinderen handelaren be-
van en
handwerksnijveren
zoeken niet veel de scholen; ’t
godsdienst onderwijs (ngadji) gaat bij hen voor.

B a t a n g.

De de
leerlingen van
gouvernements school te
Patang zijn meest kinderen van

Inl, ambtenaren handwerkslieden


en
gegoede en
kooplieden. Op de
gesubsidieerde

bijzondere scholen in Pandar


Patang en gaan meest kinderen van desahoofden en

desabestuursleden. In Soebah behooren de


en
Pawang meeste schoolgaande kinderen tot

den stand der ambtenaren desahoofden desabestuursleden.


en beambten, en

T ë g a 1.

In Adiwerna
Tëgal, , Soeradadi, Slaud, Pangkah en
Palapoetang zijn de meeste

leerlingen kinderen van ambtenaren en desahoofden. In


Poemidjaiva en Djatinëgara zijn
de meeste kinderen desalieden.
leerlingen van gewone

Brë b ë s

In Prëbës
, Tandjoeng en
Pandjarhardja zijn de meeste
leerlingen kinderen van

beambten, desahoofden, mandoers, kooplieden, Inlandsche ambtenaren en familieleden van

deze laatsten. In
Poemiajoe en Pantarkatvoeng zijn de meeste leerlingen kinderen van

Inl. ambtenaren, desabestuursleden en landbouwers.

Pëmal a n g.

In Pëmalang zijn de
en
Tjomal meeste
leerlingen kinderen van Inl. ambtenaren

hoofden. In
en
Randoedongkal gaan op
de
gouvernements school kinderen van allerlei

de
standen, terwijl andere scholen in dit district en in
Pmjoemoedal en
Watoekoempoel
bezocht worden door kinderen uit de volksklasse.

61. Welke kiezen


beroepen zij na ’t verlaten der school? Blijven ’t
zij over

algemeen in hun maakt ’t


stand; onderwijs hen wars van handenarbeid?
34

Pekalongan.

Leerlingen van de le klasse school gaan gewoonlijk in


gouvernements dienst of

trachten een
betrekking te als schrijver
krijgen op een
suikerfabriek, een handelskantoor

of de
bij pandhuizen. Leerlingen van 2e klasse scholen worden
gewoonlijk desaschrijver,
mandoer of
conducteur, terwijl leerlingen van gesubsidieerde bijzondere scholen voor ’t

meerendeel landbouwer worden; slechts een enkele wordt mandoer of


desaschrijver, kepalakoeli.
Over ’t algemeen blijven zij in hun stand en maakt ’t
onderwijs hen wars van
han-

denarbeid.

B a t a n g.

In
Baiang en Bandar trachten de
leerliuggen van de 2e klasse school in
gouver-

nemenfs dienst te komen, wat echter slechts aan


weinigen gelukt; de anderen nemen een

ambacht ter hand of worden handelaar. De


leerlingen van
bijzondere scholen worden ge-

woonlijk landbouwer. De meeste leerlingen blijven in hun stand en worden door ’t onder-

wijs wars van handenarbeid. In Soebah en


Bawang worden de meeste der
leerlingen
bijzondere scholen landbouwers en
blijven zij in hun stand.
Zij worden door ’t
onderwijs
niet wars van handenarbeid

T ë a
1.
g

In
Tëgal Adiwerna en Soeradadi is ’t ideaal van
de
leerlingen, die de
, gouver-
nements scholen ter
hoofdplaats verlaten hebben, om ambtenaar te worden. Slechts

aan weinigen gelukt dit, en velen moeten zich tevreden stellen desa-
met fabrieksmandoer,
hoofd of
desaschrijver te worden. Over ’t
algemeen kan men
zeggen,
dat
zij een hooger
kiezen dan
beroep hunne ouders hadden en
dus niet in hun stand
blijven, en dat ’t on-

hen
derwijs wars maakt van handenarbeid.

In Slawi worden de
, Pangkah en
Balapoelang leerlingen na ’t verlaten der school

mandoer, desaschrijver d.
Zij blijven ’t wel in hun stand
magang, en g. over
algemeen
5

doch velen maakt ’t handenarbeid.


onderwijs wars van In
Boemidjawa en
Bjatinëgara
worden de meeste ’t verlaten der school landbouwer
leerlingen na en
blijven zij in hun

stand. Hen maakt ’t


onderwijs niet wars van handenarbeid.

B r
ë b ë s.

Na ’t verlaten der school worden vele leerlingen desaschrijver, mandoer, oppasser


d. Over ’t
en
g. algemeen blijven zij in hun stand en
maakt ’t
onderwijs hen wars van

handenarbeid.

Pëmal a n g.

Vele
leerlingen van de
gouvernements scholen worden na ’t verlaten der school

desaschrijver, mandoer op ondernemingen en geëmployeerde bij de tram.


Eenigen hunner

worden ook landbouwer of handelaar.


Leerlingen van bijzondere scholen worden gewoon-

lijk landbouwer. Over ’t komen de in of


algemeen leerlingen een min meer hoogeren
stand maakt ’t
en
onderwijs hen niet wars van handenarbeid.

62. Verkeeren de scholen In bloeienden of staat? In ’t laatste


kwijnenden
wat is daarvan de oorzaak? of onvoldoend
geval, (bijv. ongeschikt onderlegd personeel,
behoefte de
geen aan
onderwijs bij bevolking, enz.)

Pekalongan.

De le klasse school te verkeert in bloeienden staat, 1


doch
Pekalongan nogal ) de

andere scholen min of bestaan, ’t


lijden een meer
kwijnend Zeer
opgewekt godsdienstig

leven in deze afdeeling is een


belemmering voor ’t
onderwijs, want onder de santri’s gaat

’) Eenige jaren geleden kon dat alle gouvts. scholen worden moesten de
van
gezegd ; zoo aan school

te Kedoengwoeni wegens gebrek aan plaatsruimte adspirant-leerlingen afgewezen worden. Oud.-resident van

Pekalongan Steinmetz.
35

vóór. die hun kinderen school beseffen


godsdienstonderwijs Landbouwers, naar zenden, er

’t niet zoodat de scholen den oogst-


nut nog van, op gesubsidieerde bijzondere in plant- en

tijd school komen, daar zij hun ouders ’t veld of in huis


bijna geen leerlingen op op moe-

ten Een andere oorzaak ’t bestaan der bijzondere


helpen. van
kwijnend gesubsidieerde

scholen is ’t minder geschikt de geringe subsidie laat niet toe


onderwijzend personeel; om

beter onderlegde personen als onderwijzers te krijgen.

B a t a n g.

Zonder verkeeren, kunnen de scholen toch niet


in kwijnenden staat te bijzondere

slechts 60 ’t aantal inge-


bloeiend
genoemd worden *). Gemiddeld komt 50 a °/0 van

schreven leerlingen school. De ziet ’t nut niet


op bevolking van
onderwijs nog in, en

heeft behoefte Ook laat de ’t


er geen aan. geschiktheid van
onderwijzend personeel aan

de
bijzondere scholen te wenschen over. Tan de gouvernements school ter hoofdplaats

vindt ander in ’t niets vermeld.


Batang men omtrent een en
verslag

T ë g a 1.

Van de scholen kan dat in bloeienden


ter hoofdplaats Tëgal gezegd worden, zij

ruimte,
staat verkeeren; vele kinderen moeten worden
afgewezen wegens gebrek aan

’t verkeeren de scholen
Zelfde kan
gezegd worden van de school te Protjot. Overigens

in deze niet in bloeienden staat, doch evenmin in kwijnenden toestand.


afdeeling bepaald
De ’t den desaman. Het
oorzaak hiervan is onvoldoende besef van nut van onderwijs bij
is toch dat Javaansche minste uit de lagere volksklasse,
algemeen bekend, de ouders, ten

male ’t besef dat zijn de hun-


te eenen ontbreekt, zij verplicht voor geestelijke opvoeding
kinderen Waar die geestelijke den moet
ner te zorgen. nu opvoeding grondslag vormen

verdere volksontwikkeling, zonder welke alle andere materiëele zullen


voor verbeteringen

afstuiten domheid het wel bevreemdend dat omtrent zulk


op en onverstand, mag heeten,
zaak alle dwang is. In alle landen
een
belangrijke buitengesloten nagenoeg Europeesche
hun eeuwenoude bestaat hier laat de bevolking geheel
met beschaving leerplicht, maar men

Het onzinnig zijn hier


vrij in de
behartiging der
plichten van
opvoeding. zou natuurlijk

in wel bet door tusschenkomst der re-


leerplicht te voeren, maar zeer zou
mogelijk zijn,

den Inlandschen ambetenaren nadruk wijzen, dat


genten, er met op te behartiging van

is 2
’t
volksonderwijs, desnoods door moreelen dwang, een hunner eerste plichten ). Op
andere wordt de vrijheid der dan
tal van punten persoonlijke bevolking beperkt; waarom

dit zelf
niet op voor haar zoo belangrijke punt.

B r
ë b ë s.

De school Brëbës verbeert in bloeienden staat, doch de


gouvernements te gesubsi-
dieerde scholen ’t bestaan, als
bijzondere lijden over algemeen een kwijnend gevolg van

onvoldoende leermiddelen en schoolbehoeften en ongeschikt onderwijzend personeel.


scholen wordt daarom aanbevolen.
Oprichting van meer
gouvernements

Pëmal a n g.

In verkeeren de scholen in bloeienden staat. De


Pemalang en Tjomal bevolking
in deze districten schijnt ’t wel behoefte te hebben.
over algemeen aan
onderwijs Wenschelijk

ware
het, dat in elke desa een school bestond. De gouvernements school te Randoedongkal
’t aantal
wordt
goed bezocht, doch sedert elke dwang tot schoolbezoek vermeden wordt, is

leerlingen op
de
gesubsidieerde bijzondere scholen in Randoedongkal ,
Banjoemoedal en

dat de hier
Waloekoetnpoel aanmerkelijk verminderd, wat er op wijst, bevolking over

’t
algemeen geen behoefte heeft aan onderwijs.

p) Volgens den regent verkeeren de scholen in bloeienden staat.

(
2
) Maar dan moet eerst voor de mogelijkheid van uitbreiding van ’t onderwijs gezorgd worden.

(Aant. d.
v.
bewerker).
36

63. Aan welke hebben de


examens
onderwijzers voldaan? Tot welke klassen

behooren
zij?

De
onderwijzers, hulponderwijzers en
kweekelingen aan de gouvernements scholen

hebben de die
voor
betrekkingen vereischte examens
afgelegd, terwijl de eerstgenoemden
allen
opgeleid zijn op een kweekschool, ’t Personeel van de bijzondere scholen heeft
geen

vastgestelde examens
afgelegd, en bestaat voor ’t meerendeel uit gewezen
leerlingen van

gouvernements scholen le. of 2e.


klasse, welke inrichtingen zij al dan niet met een cer-

tificaat van doorloopen cursus verlaten hebben. De meeste behooren tot


onderwijzers de

standen den
lagere en lagen adel.

64. Indien of
er
weinig geen Inlandsche meisjes school gaan, wat is daarvan

de reden?

Pëkalongan.

Slechts 4 in deze
meisjes gaan afdeeling naar school 1100
tegen jongens. Als

reden wordt de
opgegeven vrees van ouders, dat de meisjes door ’t later afkee-
onderwijs
rig zullen worden de
van
plichten eener
huisvrouw, en dat
zij op school verkeerde en

onzedelijke gewoonten zullen


overnemen van de
jongens. *)

Batang:

Meisjes gaan zoo goed als niet school. Als reden wordt
naar
opgegeven dat het

adat ook niet


geen en noodig is, dat meisjes schoolonderwijs ontvangen.

T ë g a 1.

Slechts 7 in
meisjes Tëgal en 1
meisje in
Balapoelang gaan naar school. Als

reden wordt dat het adat ook


opgegeven niet
geen en
noodig of
nuttig is, dat meisjes
schoolonderwijs ontvangen. De vrouw hoort te huis in de is
huishouding, voornamelijk
bestemd voor de
voortplanting van t geslacht; kan
zij er wat
bij verdienen met
batikken,
fiat. Maar lezen is
en
schrijven minder
noodig; savantes behoeven de Inl. vrouwen

niet te worden. Ook is de Javaan


tegen co-educatie. meisjesscholen
Afzonderlijke met

vrouwelijk personeel zouden misschien wel kunnen


leerlingen krijgen.

B r ë b ë s.

Slechts 2
meisjes in
Boemiajoe en 4 meisjes in
Bantarkaivoeng gaan naar school.
Als reden wordt opgegeven dat schoolonderwijs voor meisjes niet is dat school-
noodig en

gaan van meisjes te zamen met


jongens niet met de adat strookt.

Pëmal a n g.

’t Aantal schoolgaande meisjes bedraagt in


Pëmalang 17, Tjomnl 15, Bandoedongkal
Ü en
Banjoemoedal 4. Als reden van ’t
geringe schoolbezoek wordt
van
meisjes opgege-

ven, dat het dat de


nog geen gewoonte is, en Inlander ’t
over
algemeen ’t nut er niet

van inziet dat de


meisjes schoolonderwijs ontvangen.

65. Wordt op de scholen in andere dan de


gewone leervakken onderricht

gegeven; zoo
ja, waarin? (bijv. in takken ambachten
van
huisvlijt, enz.).

Pëkalongan.

Aan de
gesubsidieerde bijzondere scholen te
Kadjèn en
Karanganjar is een tim-

merman
bescheiden, om de
leerlingen onderwijs te in timmeren. Te is dat
geven Sragi

‘] ook hierop heeft


ambtelijke overreding veel invloed. De heer J. F, Hildering wist als adspirant-
controleur te Doro en als controleur van Kadjén, gedaan te krijgen dat er meisjes school gingen; zelfs

fungeerden achtereenvolgens 2 dochters van een assistent-wedono als kweekelingen. Toen de eerste in ’t

huwelijk trad [haar kon toen f 60. —, zijnde een gedeelte van haar de
op spaarbank belegde verdiensten,
uitgekeerd worden], werd zij door haar zuster vervangen. [Aant. v. d. bewerker].
37

onderwijs gestaakt moeten worden, omdat de resultaten


gering waren, en de subsidie ’t

bekostigen van dat


onderwijs niet langer toeliet.

B a t a n g.

Alleen de bijzondere school te Bandar wordt door onderricht


aan een
kopersmid
in zijn vak werd meerdere scholen
gegeven. Vroeger aan onderricht gegeven in een of

ander vak doch wegens fondsen moest dit


(smeden, lederhewerking), gebrek aan
onderwijs

gestaakt worden.

Tëgal, Brëbës en
Pëmalang.

Neen. De (afd. echter


adspirant-controleur te Boemidjawa Tëgal) was voornemens

de school aldaar handwerkschool


aan gesnbs. particuliere een te verbinden, waar onderwijs

in timmeren zou
worden.
gegeven

66. Hoeveel der desahoofden kan de landstaal lezen


procent en schrijven?

Pëkalongan.

In 31.8 °/
Pèkalongan 0

» Wiradesa 34,5 »

»
Kedoengivoeni 23 »

j Doro 16 >

» Kadjèn 44 »

»
Paninqgaran 81 »

B a t a n g.

In Ba tang + 30 °/ 0

» Bandar +25 »

» Soebah 37 »

23
»
Baivang »

T ë g a 1.

In 60
Tègal °/0
» Adiiverna 70 »

» Soeradadi 75 »

» Slawi 62.7 »

» Pangkah 50 »

61.3
s
Balapoelang »

60
»
Boemidjawa »

37
»
Djatinègara »

B r ë b ë s.

In Brébés 60 °/0

»
Tandjoeng 85 »

» Bandjarhardja 50 »

60
>
Boemiajoe »

10
»
Bantarkawoeng »

Pëmal a n g.

In Pemalang l
4O %
» Tjomal I

100
»
Randoedongkal »

» Bavjoemoedal 33 »

80
»
Watoekoempoel »
38

67. Hoe dikwijls dag waarmede in hoofdzaak voedt zich de


per en
groote
meerderheid der volksklasse onder normale Wordt het voldoende
omstandigheden?
Valt hierin al dan niet te nemen?
geacht? verbetering waar

Pëkalongan.

De meesten voeden zich keeren behalve ’t


twee per dag, ontbijt ’s
morgens.
In

hoofdzaak voedt zich met in ’t ook


men
rijst, gebergte met djagoeng en cassave.

De voeding wordt voldoende in de vlakte wat beter


geacht en was
geworden: meer

vleesch en
visch.

Batang.

De meesten voeden zich twee keeren behalve ’t ’s morgens,


per dag, ontbijt dat

echter niet algemeen ’t


gebruikt wordt, meest in Bawang. In
Batang voedt men zich in

hoofdzaak doch in de andere


met rijst, districten ook met
djagoeng, vooral in de onder-

districten Wonobodro Tombo in


en
(Bandar) en Bawang, waar
djagoeng hoofdvoedsel is.

De wordt voldoende
voeding geacht. Verbetering was daarin niet waar te nemen.

Të g a 1.

De meesten voeden zich twee keeren behalve ’t ’s morgens of de


per dag, ontbijt
die
versnaperingen, men tusschentijds, in Boemidjawa en
Djatinégara geregeld tegen den

In hoofdzaak voedt zich


middag, gebruikt. men met
rijst, behalve in de
hoogere streken

in
van
Boemidjawa en
Djatinégara ,
waar
dikwijls djagoeng plaats van rijst gegeten wordt,

elders djagoeng alleen bij gebrek rijst hoofdvoedsel


terwijl aan tot dient, evenals cassave

ketela. De wordt voldoende geacht. daarin niet


en
voeding Verbetering was waar te

nemen.

B r
ë b ë s.

De meesten voeden zich twee keeren behalve ’t


per dag, ontbijt ’s morgens, dat echter

niet wordt.
algemeen gebruikt
In hoofdzaak voedt zich met in welk ’t
men
rijst, tenzij er
gebrek aan
is, geval
hoofdvoedsel in meerdere of mindere mate uit bestaat. De is niet
djagoeng voeding on-

voldoende, doch wordt voor


Brébés, Tandjoeng en
Bandjarhardja wat krachtiger gewenscht,
vooral in den der
tijd sawahbewerking. Verbetering in de
voeding was niet waar te nemen.

Pëmal a n g.

De moesten voeden zich twee keeren behalve ’t ’s dat


per dag, ontbijt morgens,

echter niet algemeen wordt. In hoofdzaak


gebruikt voedt men zich met
rijst en in de

ook djagoeng. De wordt voldoende


bergstreken met voeding geacht. Verbetering daarin

was niet waar te nemen.

68. Komen jaarlijks tijden schaarschte voor? Hoe is dan de


er van
voeding?

Pëkalongan.

Neen

Batang.

Neen. Is in Soebah
er en Bawang ,
hier en
daar, doch niet
geregeld, eens wat

schaarschte de
aan
gewone voedingsmiddelen (rijst en djagoeng), dan eet men in
plaats
daarvan d.
meer cassave, ganjong e.

T ë g a 1.

doch niet in komen


Tijden van
schaarschte, erge mate, alleen in
Boemidjawa en

Djatinégara jaarlijks voor, en wel een


paar
maanden vóór den
padioogst of, in de hoogere
streken, vóór den djagoengoogst. De voeding blijft dan in hoofdzaak zooals anders, alleen
de zijn
bijgerechten dikwijls minder.
39

B r ë b ë s.

schaarschte komen alleen in


Tijden van
Boemiajoe en
Bantarkawoeng jaarlijks voor,

Mei. In dien wordt minder


en wel kort vóór den voornaamsten padioogst in
April en tijd

rijst en meer
djagoeng gegeten.

Pëmal a n g.

schaarschte komen alleen in minder


Tijden van Waloekoempoel jaarlijks voor en,

ook in In dien wordt minder rijst gegeten


geregeld, Randoedongkal. tijd en meer
djagoeng
of andere de of uit de bosschen.
voedingsmiddelen, verkregen van erven

69. In welke heerschte gebrek


jaren er aan voedingsmiddelen en waaraan

was dit te ?
wijten bijv.:
Aan misoogst:
door
ongunstige weêrsgesteldheid,


overstrooming,
vulcanische

uitbarsting,

onvoldoend irrigatie water,


„ gebrekkige irrigatie,

onvruchtbaarheid van den bodem,


den grond,

uitputting van

ziekte in ’t

gewas,


schadelijk gedierte ?
Aan onvoldoende den
uitgestrektheid van
grond ?
Aan ’t onbebouwd door ziekte of door vee?
blijven van
gronden, gebrek aan

Aan have te kunnen


gemis van en goed om tijdelijk verpanden of om te verkoopen ?

Aan de hand zetten der door ge-


een ontijdig goedkoop van voedingsmiddelen

brek aan
geld, of ter voldoening van door achteruitgang gemaakte schulden?

Aan
gemis aan
tijdig genomen bestuursmaatregelen?

Pëkalongan.

In de laatste 40 jaren kwam geen gebrek van


voedingsmiddelen voor.

Batang en Pëmalang.

Yoor is kunnen worden, heeft in deze nooit


zoover nagegaan afdeelingen gebrek

aan
voedingsmiddelen geheerscht.

T ë a
1.
g

Alleen in Soeradudi moet in 1889 geheerscht hebben


gebrek aan
voedingsmiddelen

wegens mislukking van den


padioogst tengevolge van ongunstige weersgesteldheid (gebrek

aan regen in den Westmoesson).


B r ë b ë s,

Gebrek aan
voedingsmiddelen heerschte alleen in 1897 in een gedeelte van Ban-

djarhardja en in 1901 en 1904 in gedeelten van


Brébés, Tandjoeng en
Bandjarhardja.
’t den
In alle drie jaren was gebrek een gevolg van mislukking van
padioogst wegens

ziekten ’t
ongunstige weêrsgesteldheid, en in gewas.

70. Hoe wordt in


tijden van nood aan ’t gebrek aan voedsel tegemoet gekomen ?

In Soeradadi in 1889 de die voedsel


(afdeeling Tëgal) gingen lieden, gebrek aan

door werken ’t te verdienen hun


hadden, naar
elders, om
noodige voor
levensonderhoud,
of men vulde zijn maag met
eetbare wortels uit de bosschen, en met andere die
zaken,
In hoofdzaak
anders niet voor voeding dienen. Brébés, Tandjoeng en Bandjarhardja is in

dezelfde in ’t voorzien. Bovendien werden in de jaren 1897 1901


op wijze gebrek en

desa’s door de voorschotten verleend.


aan eenige van Bandjarhardja regeeriug
40

71. Overzicht van ’t zoutdebiet in de laatste 20 staat model E.


jaren (zie

bijlage No. 5).

In de districten wordt dit artikel in andere


waar geen zoutpakhuizen zijn, ingekocht
ook wel andere die wel
districten, van
afdeelingen, waar
pakhuizen aangetroffen worden.

Aangeteekend dat ’t (afd.


wordt, zoutverkooppakhuis te Kalibakoeng Tëgal) eerst in 190?

werd. ’t Debiet dit


opgericht van
pakhuis was;

22 ultimo 1902 41 25
van Augustus December kojang en 9 /32 pikoel,
in 1903 240 29 9
» »
/ 32 >

» 1904 304 » » 20 11/ »


8,

Veel dit zout werd gekocht door de der


van
bevolking bergdistricten Boemidjawa en

Djatinègara.

72. Maakt de volksklasse gebruik vleeschvoedsel behalve feesten?


van
bij
slametans enz. ?

Neemt het toe of af?


Dagelijks?

Waaraan wordt het toegeschreven ?

Pëkalongan.

Gebruik van vleeschvoedsel, behalve bij feesten komt de volksklasse


enz., bij weinig
heeft niet Men ziet het de
voor, en
dagelijks plaats. meer bij gegoeden, terwijl de minder

zich tevreden stellen met visch. ’t Gebruik doch


gegoeden neemt toe, zeer
geleidelijk,
als
gevolg van zucht naar weelde en van meerdere welvaart.

B a t a n g.

Gebruik behalve feesten komt


van vleeschvoedsel, bij enz., bij de volksklasse weinig

heeft niet In
voor, en dagelijks plaats. Batang en Bandar zijn het alleen de rijkeren, die

vleesch ’t Gebruik ’t
gebruiken, blijft over
algemeen stationnair, doch schijnt hier en
daar

door
afgenomen te zijn meer vischgebruik.

T ë a
1.
g

Gebruik vleeschvoedsel, behalve feesten komt de volksklasse


van
bij enz, bij weinig
heeft niet Het
voor en dagelijks plaats. blijkt niet, dat ’t
gebruik toeneemt, wel dat hoe

hoe schapen- geitenvleesch gegeten wordt in ’t duurdere


langer meer en
plaats van

karbouwvleesch.

B r ë b ë s.

Gebruik vleeschvoedsel heeft door de behalve feesten


van
volksklasse, bij enz., zoo

als niet plaats. In Tandjoeng


goed Brëbës, en Bandjarhardja komt het
gewoonlijk slechts

door de of andere reden


voor, wanneer een (beenbreuk, ziekte e. d.) een karbouw geslacht

worden. Zoo wordt in veeziekte veel dan vooral


moet tijden van meer geslacht anders,

sedert de ’t vleesch lijdende


veearts van aan surra
dieren, mits goed gekookt, niet

verklaard heeft. Van toename kan


schadelijk van
vleeschgebruik geen sprake zijn, ver-

moedelijk is het stationnair gebleven.

Pëmal a n g.

Gebruik behalve feesten komt


van vleeschvoedsel, bij enz., bij de volksklasse in

niet niet In
Pémalang en Tjomal algemeen en dagelijks voor. Randoedongkal, Banjoe-
moedal heeft het echter of niet wordt
en
Watoekoempoel weinig plaats. Gewoonlijk hier,

behalve slechts hooge ouderdom ’t


voor
feesten, geslacht bij noodzakelijkheid wegens van

dier, beenbreuk d. Toename bleek in wordt


e. van
vleeschgebruik Pémalang en
Tjomal en

toegeschreven meerdere behoeften de elders ’t


aan van
bevolking, terwijl vleeschgebruik
stationnair kan worden.
genoemd
41

73. Neemt ’t verbruik van overwalsche rijst belangrijk toe?

Waaraan is dit toe te schrijven?

’t kan niet
Overwalsche
rijst wordt zeer
weinig ingevoerd en gebruik ervan
gezegd

worden toe te nemen.

Aan een bijdrage van


den wden chef der exploitatie der Sëmarang-
73 wordt
Cheribon stoomtra m-m aatschappij voor de beantwoording van vraag

’t ontleend:
volgende
via
~De belangrijke invoer van overwalsche rijst in 1901, Sëmarang en
Cheribon,
onbeduidende afmetingen
verminderde reeds in 1902 en werd in 1903 tot teruggebracht.

padi dit
In 1901 vervoerde de tram in haar
verkeersgebied 20100 ton rijst, en
gabah en

in In 1902 de vervoerde hoeveelheid slechts 7124


was
hoofdzaak overwalsche rijst. was

in 1903, 16820 in 1904, 20703 ton, in


ton, waarvan nog een gedeelte Java rijst; ton:

uitsluitend Java .”
de beide laatste jaren zoo
goed als product

’t Java in de hand gewerkt,


„Tweeërlei redenen hebben den omzet van product

en wel:

rechtstreeksehe tarieven tusschen de Sëma-


10. ’t in ’t leven
roepen van goedkoope

rang— Joana en de Sëmarang-Cheribon tram;

tarieven lokaal
20. ’t in
werking brengen van goedkoope speciale voor vervoer

tusschen de vier kustplaatsen Sëmarang, Pëkalongan, Tëgal en Cheribon”.

„De verlaging der transportkosten per tram is


natuurlijk door de
prauwen gevolgd

’t eindresultaat is dat uit te Cheribon in kan


en thans, rijst Rembang prijs concurreeren

aldaar overwalsche rijst.


met ingevoerde
zulks
„Waar dit reeds
mogeljjk is te Cheribon, valt te Tëgal en Pëkalongan

in 1903 werden dan ook reeds 3800 in 1904 10307


natuurlijk nog gemakkelijker, en ton,

in hoofdzaak vervoerd.
ton rijst per tram uit Sëmarang en Rembang naar Pëkalongan
of in ’t deel ’t de
„Tenzij in ’t geheele grootste van verkeersgebied van
Sëmarang-

Cheribon tram omvattende de vier residentiën Rambang, Sëmarang, Pëkalongan (met Tëgal)

en Cheribon misoogst is, bestaat er reden meer tot invoer van overwalsche rijst;
geen

onder normale kan de lokale overvloed de


oogsttoestanden van
Java-product op eene

plaats in dat overgebracht worden te kort is.


verkeersgebied naar een
streek, waar

overwalsche rijst zal dus tot de kunnen


„Invoer van
exceptioneele gevallen gaan

behooren. Waar invoer ’t eerste voornaamste uit den overwal


van en
voedingsmiddel van

niet wordt door uitvoer den overwal —of althans


gecompenseerd naar van een meer

*), is die invoer


gelijk waardig product een onherroepelijke kapitaal vernietiging van de

den toestand heeft slechts


consumenten; bij huidigen een tijdelijke kapitaalverplaatsing

van
de eene streek van
Java naar de andere plaats.

„De vèrreikende economische den nieuw ingetreden toestand


gevolgen van
springen
daarmede duidelijk in ’t 2
oog”. )

74. Is er over ’t algemeen voldoende gelegenheid tot loonenden arbeid voor

mannen,

vrouwen,

kinderen ?

Pëkalongan.

Ja.

Uit ’t antwoord der afd. 203 in die


‘) Tegal op vraag (hoofdstuk Landbouw) blijkt dat afdeling te-

invoer de goedkoopere Saigon rijst dat veel de duurdere


genover van staat, van Java rijst uitgevoerd wordt,

’t Verschil in prijs is dan de winst (zie vooral de noot 2) aldaar), Aant. v. d. bew.
2
Invoer door particulieren gepelde rijst buiten Ned. Indië, te
) van van

Pëkalongan, 1905: 1509800 K.G. 1906; 3524618 K.G.

Tëgal ,
1905: 1743862

1906: 1380586

(Statistiek van den Handel enz. in Ned. Indië).

Betreffende de jaren vóór 1905 ontbreken afzonderlijke de Aant,


opgaven voor genoemde havens.
v. d, bew.
42

B a t a n g.

Ia
Batang en Bandar is voldoende gelegenheid tot looneaden arbeid voor
mannen,
vrouwen en kinderen. In Soebah bestaat die in voldoende mate alleen
gelegenheid in ’t

onderdistrict Gringsing en een


groot gedeelte van ’t onderdistrict
Limpoeng, terwijl in ’t

overige gedeelte dit district in


van en
Bawang de
gelegenheid tot loonenden arbeid over

’t
algemeen [gering is. Als zoodanig kunnen toch district
voor
laatstgenoemd alleen

worden gerekend ’t tabak uit ’t


vervoeren van
Zuidelijke hoogland voor Chineesche

tabakshandelaars en ’t doen van koelidiensten in de


ziekeninrichting te Pelantoengan,
dus
voornamelijk voor mannen.

Tëg a 1

Met
uitzondering van
Boemidjawa en
Djatinëgara ,
waar men in deze beperkt is

tot een paar suikerriet-bibitondernemingen, is er over ’t


algemeen voldoende gelegenheid
tot loonenden arbeid voor vrouwen en kinderen.
mannen,

B r ëb ë s.

Behalve in is ’t
Bantarkawoeng, er over
algemeen voldoende gelegenheid tot

loonenden arbeid voor vrouwen en kinderen. De loonen echter


mannen, zijn laag.

Pëmalang.

Alleen in
Pémalang en
Tjomal is over ’t
algemeen voldoende
gelegenheid tot

loonenden arbeid voor vrouwen en kinderen.


mannen,

75. Maken velen daarvan Zoo


gebruik? neen, waarom niet?

Over ’t In
algemeen, ja. Brëbës, Tandjoeng en
Bandjarhardja (-afdeeling Brëbës)
zou ’t aantal werkzoekenden de beter
grooter zijn, wanneer
betaling was. Thans wordt

daar
allerwege geklaagd over de
moeilijkheid om koeli’s te
krijgen, wat inderdaad niet

toe te schrijven is de luiheid


aan zoogenaamde van den
Inlander, want om te helpen
oogsten stroomt ’t volk van heinde en ver zelfs Men
toe, tegen een
gering loon. moet

de oorzaken veeleer den


bij werkgever zoeken: niet
geregeld betalen, afzetterijen van

mandoers, en soms
erger dingen!

76. Hoeveel kunnen zij per dag verdienen, in geld omgezet (dagloon of taakwerk):

a. bij gouvernements werken,


b. bij Europeanen,

c. bij Inlanders,
d. Vreemde
bij Oosterlingen?
Kan opgegeven worden in welke verhouding bij deze categorieën gewerkt wordt?

Pëkalongan.

De
dagloonen bedragen
a.
bij gouvernementswerken

koeli’s
voor / 0.20 tot
/ 0.25
daags;
» ambachtslieden . » 0.50 tot » 0.80 »
.

mandoers 0.50
» .
.
. .
» tot » I. » ;

b. bij Europeanen:
koeli’s 0.20
voor
f tot f 0.25 daags;
0.07 5 6
» vrouwen
. .
. .
» tot » 0.12 »
;

» kinderen » 0.05 »
;
.
...

» ambachtslieden » 0.40 tot » 2. »


;
. .

mandoers. 7.50 20. ’s


»
. . » tot » —
maands;

c. bij Inlanders:
koeli's
voor
/ 0.15 daags;
» vrouwen 0.07 3
» » ;
1

kinderen » 0.04 »
;

ambachtslieden 0.30 0.50


f tot f daags met eten;
43

d. bij Vreemde Oosterlingen

voor koeli’s f 0.20 tot


f 0.25 daags

» trouwen » 0.07 5 »
;

» kinderen . . -
» 0.04 »
.

kon niet
In welke
verhouding bij de verschillende categoriën gewerkt wordt, opge-

worden.
geven

B a t a n g.

bedragen de koeliwerk:
In Batang en Bandar dagloonen voor

werken 0.25
a.
bij gouvernements f daags;
0.25 de landbouwondernemingen ook wel
b.
bij Europeanen f bij particulieren, en
bij
0.20
eens f 0.25, doch gewoonlijk niet meer dan f daags;
0.10 daags
c. en d. bij Inlanders en Yreemde Oosterlingen f -j- eten.

daarna bij
’t Meest wordt gewerkt bij Europeanen (landbouwondernemingen), gou-

’t minst Inlanders.
vernements werken en Vreemde Oosterlingen; bij

bedragen de koeliwerk;
In Soebah en Bawang dagloonen voor

+ f 0.25
a.
bij gouvernements werken daags;

h.
bij Europeanen (op ondernemingen):

echter wel 0.30


voor mannen f 0.20 tot f 0.30 daags (bij taakweik f tot f 0.40, een

enkele maal 0 60
f a f 0.70);

voor vrouwen ...


f 0.12 tot f 0.20 daags;

» kinderen . ...
» 0.10 tot » 0.15 daags;

Oosterlingen, tot
cd.
bij Inlanders en Vreemde f 0,20 f 0,25 daags.

tabak ’t door
In Bawang wordt roor ’t vervoeren van van
Zuidelijke hoogland

de Chineezen betaald naar gelang van


de hoeveelheid die
gedragen kan worden, namelijk

ongeveer 8 centen per »kepok,” kunnende één man 3 of 4 en één kind 2 »kepoks” dragen.

de loonen hier dezelfde als in Soebah.


Overigens zijn
In welke verhouding bij de verschillende categoriën van werkgevers gewerkt wordt,

kon niet worden.


opgegeven

T ë g a 1.

In Tëgal Adiwerna Soeradadi bedragen de


,
en dagloonen:
werken
a. bij gouvernements f 0,25 daags

b. bij Europeanen:

voor mannen f 0 20 tot f 0.25 daags

0.12 5 tot 0.15


» vrouwen ...» »

kinderen 0.08
»
. . . . »
daags;

c. bij Inlanders:

0.10 met eten;


voor mannen ...
f daags
0.07 5
» vrouwen . * » » »
;

» kinderen . . . »
0.05 » » »
.
;

d.
bij Vreemde Oosterlingen :

voor mannen ... f 0.20 daags;


.

» vrouwen ...» 0.15 »


;

kinderen . . 0.07 5
* » »
.
.

In Slawi
, Pangkah en
Balapoelang bedragen de dagloonen
werken 0.20
a. bij gouvernements f tot f 0.25 daags;

h. bij Europeanen:
0.20 tot
voor mannen
f f 0,35 daags;

» vrouwen . . . . » 010 daags;

» kinderen . . . .
» 0.05 »
;

c. bij Inlanders:

voor mannen .
... f 0.15 daags met eten;

» vrouwen en kinderen » 0.05 > » »

d.
bij Vreemde Oostenlingen / 0.15 tot f 0 20 daags;

In Boemidjawa en Djatinégara bedragen de dagloonen:

a.
bij gouvernements werken, alleen mannen, f 0.25 daags;
44

b. bij Europeanen (op de bibil-ondernemingen):

voor mannen
f 0.15 daags;

» vrouwen » 0.10 »
;

» kinderen » 0.05 »
;

Inlanders;
c. bij

0.15
voor mannen
f daags;
» vrouwen » 0.10 »
;

» kinderen » 0.05 »
;

d. Vreemde die werk


Oosterlingen, verschaffen, zijn hier niet.

In welke de verschillende
verhouding bij categorieën van werkgevers gewerkt wordt,
vindt men niet vermeld.

B r ë b ë s.

In Brëbës
, Tandjoeng en Bandjarhardja worden de volgende loonen betaald:

a. bij werken 0.20 tot 0.25


gouvernements mannen, f f daags (bij taakwerk soms meer

soms ook minder);

h. (op
bij Europeanen landbouwondernemingen):
veldarbeid taak
voor en
op werkende, per dag f 0.18 tot f 0.20;
de gezondheid
voor
gevaarlijk en voor
schadelijk werk in de fabrieken wordt een

dagloon betaald van f 0.25;

d. Inlanders
c. en
bij en Vreemde
Oosterlingen is ’t
dagloon + 0.15.
van een man
f
Bij de
bibitondememingen, den rijstpelmolen en de cassavemeel-fabriek in Boemi-

verdienen de koeli’s f 0.16


ajoe per dag.
In district
laatstgenoemd en in
Bantarkawoeng worden
overigens de
volgende
loonen betaald;

b. gouvernements werken
a. en
bij en bij Europeanen + f 0.25
per dag:
c.
bij Inlanders, voor
sawahbewerking, + f 0.20 per
dag;
d. bij Vreemde Oosterlingen (gewoonlijk taakwerk), +
f 0.20
per dag.
Voor kinderen de
vrouwen en
bedragen dagloonen f 0.10 tot f 0.20.
In welke verhouding bij de verschillende categorieën van
werkgevers gewerkt wordt

kon niet worden.


opgegeven

Pëmal a n g.

In kan
Pëmalavg en
Tjomal verdiend worden:

a.
bij gouvernements werken f 0.20 tot
f I.
daags;
b.
bij Europeanen f 0.20 tot
f 1.50
daags;
d. Inlanders
c. en
bij en Vreemde Oosterlingen f 0.15 tot
f 0.50
daags.
In
Randuedongkal, Banjoemoedal en
Waloekoempoel is ’t
dagloon voor mannen

f 0 20, voor vrouwen f 0.15 en voor kinderen f 0.10, onverschillig bij wien
gewerkt wordt,
In welke
verhouding bij de verschillende
categoïieën van
werkgevers gewerkt wordt,
kon niet worden.
opgegeven

77. Wordt veel beoefend welke


huisvlijt en verdiensten levert die op?
J
)

Pëkalongan.

wordt beoefend
Huisvlijt meer iu de centra van bevolking (Noordelijk deel der

dan
afdeeling) in de
Zuidelijker gelegen streken. De verdiensten, welke zij oplevert
kunnen gesteld worden + 0.08
op f daags (matten vlechten, batikken, vervaardigen van

allerlei huisraad van


bamboe, enz.)

B a t a n g.

In Bandar
Batang en wordt
huisvlijt, bestaande in ’t
vervaardigen van allerlei

vlechtwerk, voldoende beoefend, doch het levert slechts


weinig verdiensten In Soebah
op.
en wordt
Bawang huisvlijt nagenoeg
niet
beoefend, ten minste niet om de vervaardigde
artikelen te Alleen valt
verkoopen. te noemen ’t aanmaken van houten sandalen
(klètèk)
in desa’s
eenige van ’t londerdistrict Soebah van
’t
gelijknamige district, welk slechts
bedrijf
geringe verdiensten oplevert.

*) '’êh hierbij ook de antwoorden


op vraag 382 (Hoofdat. Handel en Nijverheid). Aant. d.
v. bew
45

T ë g a 1.

wordt in de districten slechts matig en in de Zuidelijke dis-


Huisvlijt Noordelijke
10 15 cent
tricten zoo goed als niet beoefend. Daarmede kan per huisgezin hoogstens a

slechts in den als niet of


verdiend worden men werkt slappen tijd, er geplant
daags en

wordt.
geoogst

B r ë b ë s.

wordt, met uitzondering van batikken en weven door vrouwen, weinig


Huisvlijt

beoefend. De verdiensten daarbij zijn gering en bedragen hoogstens f 20. —


’s jaars.

Pëmal a n g.

Huisvlijt wordt slechts in Pémalang en Tjomal matig beoefend (vervaardigen van

De verdiensten uiteen 5
artikelen voor plaatselijk gebruik). zijn gering en
loopen van

tot 25 cent per dag.

zekerheid of de loonen in de laatste


78 Kan met eenige opgegeven worden

zoowel die welke Inlanders


20 jaren vermeerderd of verminderd zijn, bij onderling

betaald, als die welke te worden bij gouvernements werken, bij


worden goed gedaan
of
Europeanen en
bij Vreemde Oosterlingen ? Sedert wanneer werden zij verhoogd

verlaagd ?
is toe te ]
Waaraan dit schrijven? )

Pëkalongan en Pëmalang.

De de laatste 20 jaren stationnair


loonen zijn in ongeveer gebleven.

B a t a n g.

De loonen zijn in de laatste jaren, in Bandar sterk, in Soebah en Bawang


Batang en

koeli zelfs 0.50


minder, gedaald. Kon in de
eerstgenoemde districten een vroeger f ver-

Ook de loonen bij gouver-


dienen, nu mag hij al heel
blij zijn f 0.20 per dag te
krijgen.

nementswerken en
bij Yreemde Oosterlingen zouden hier in den loop der
jaren verlaagd

zijn. De
vermindering dateert van ongeveer
12 a
15
jaren geleden en moet toegeschreven

worden aan grooter aanbod van werkkrachten.

T ë a
1.
g

stationnair de loonen
Behalve in
Boemidjawa en Djatinëgara, waar ze bleven, zijn

over
’t
algemeen gedaald. De vermindering dateert van
ongeveer
15 jaren geleden, en

werd
op
de suikerondernemingen ingevoerd toen de
suikerprijzen daalden, terwijl grooter

aanbod deels der bevolking, daarop mede


van werkkrachten, een
gevolg van aanwas

invloed heeft.
gehad

B r
ë b ë s.

Behalve in Bantarlcawoeng, stationnair gebleven, zijn de loonen over


waar ze
zijn
heeft vindt niet vermeld.
’t
algemeen gedaald. Sedert wanneer de
daling plaats gehad, men

worden aanbod werkkrachten.


Zij moet toegeschreven aan grooter van

79 Is het dat de werklieden korter arbeiden,


waar bij loonsverhooging m.a w.

dat met voldoende zich eenig voedsel of te verschaffen,


zij een verdienste, om genot

zich niet verder te verdienen? Komt dit veel voor?


inspannen om meer

Voor velen is dit vooral met luie te doen heeft. Men


waar,
wanneer men sujetten

verrichten als
moet echter niet vergeten, dat een koeli thuis ook
bezigheden te heeft,
doen dan moet
hout en water
halen, enz. Heeft hij niemand, die dit werk voor hem kan,

1
Zie hierbij, ter vergelijking der later betaalde loonen, ook de beantwoordingen
) vroeger en van

398 (hoofdstuk Handel en Nijverheid). Aant. v. d. bew.


vraag
46

wel uitscheiden ’t werk betaald zal dit te eerder


hij vroeger met waarvoor
hij wordt, en

doen als hij reeds voldoende verdiend heeft één leven.


om er
dag van te

door de heeren B. M. Carp H. C. Prinsen


Beantwoording A. en

x
Geerlings ).

De in den uiteen. Naar ’t


gemiddelde dagverdiensten aanplant loopen zeer mate

werk in den smaak valt, de zijn, stijgt in ’t


meer en
eenheidsprijzen hooger gesteld alge-
de animo werken wordt Hiermede houdt echter
meen tot en
langer doorgewerkt. evenzeer

verband de momenteele behoefte der zoodat ’t bovenstaande


arbeiders, nog geen vasten

regel voorstelt.

ziet onder alle al


Sommigen men
omstandigheden vroeg’t werk neerleggen; anderen

werken den door. ’t Beste is daarom ’t verdiende loon


daarentegen soms
ganschen dag
of M Dit is door de
per uur per 3. grondverzet aan te geven. ondergeteekenden nagegaan

en naar aanleiding daarvan kan aangenomen worden, dat de loonen, die per uur verdiend

wisselen 21 M 4 6 ’t hier-
worden, van /2 tot 4 ct. en
per 3.
grondverzet van cent (vgl.
2
bijgevoegd overzicht). )

In ’t de dan 6 hoewel
algemeen genomen is gemiddelde dagtaak niet langer uren,

het ook voorkomt, dat 8 10 zoodat loonen 40 ct.


tot uren
daags gewerkt wordt, van
daags
niet tot de behooren. Dit is echter alleen bereiken door die
uitzonderingen te arbeiders,

behoorlijk zijn «Ausdauer” bezitten, de niet hebben. Loonen van


getraind en wat meesten

15 24 ct. behooren daarom tot de meest voorkomende


daags gevallen.
Omtrent wat omstreeks 1880 door koeli’s in den in vrijen arbeid
aanplant, bewerkt,
verdiend deed
werd, de heer J. C. Simonet een opgave die hieronder in onderdeelen volgt,
de uitgaven dezelfde
terwijl van onderneming over 1903 en 1904 er naast gesteld zijn:

Be WERKINGSKOSTEN PER NETTO BAOE.

BEWERKINGEN.

1880. 1903. 1904.

CL
Afwateringsgoten f 19.25 ƒ 10.76 f 9.50

b
Plantgeulen » 45.— » 44.37 43.60

Plantklaar maken
c.
Loshakken, » 2250 » 24.96 » 31.35

d Kweekbedden > 025 —

Plantloon bibit 7.50 7.84


e. en
Kaploon » » 8 51

f Besproeiing » 2.50 21.96 » 16.51

Inboeten » 2.50 2.83 2.69


V- » >

h. Losmaken bodem geulen — —

1
* 1 i .
i Wieden 1 » 8.43 » 15.98

J- Verbreeden plantgeulen 15 — — —

k. Aanaarden » 36 — » 24.69 24.98

i. Bemesten 4.— » 2.93 2.96

Onderhoud
m.
afwateringsgoten I
> 4.35 4.96
0 —

n. Bewaking r » 1.81 1.80

Totaal f 186.30 154.93 162.84


. . . .
f f

’t Losmaken van den bodem der ’t verbreeden dier be-


plantgeulen en geulen zijn

werkingen, die thans niet meer


geschieden. Becijfert men de kosten daarvan voor ’t eerste

f 15.—, in
aanmerking dat met ’t ’t thans schoon-
op genomen, oog op zoo
zorgvuldig
wieden der
tuinen, de kosten daarvan
vroeger
niet
hooger geweest zullen
zijn
dan
f 12.—,
dan komt beide tezamen ’t totaal
men voor
op f 30.—, die, van afgetrokken, een rest
laten,
die de
tegenwoordige uitgaven zeer
nabij komt. De grondbewerkingen voor a, b, c en k

zouden echter gedaald 122.75 104.78 109.43. 8


zijn van
f tot f en
f ).

1
) In de nota der heeren Carp Prinsen werden de waartoe de
en Geerlings beschouwingen, vragen

79, 86 398 is één


en
aanleiding gaven, antwoord samengevat. Grootendeels is dit antwoord reeds bij de

behandeling van
vraag
398 (Hoofdstuk handel en nijverheid) in de betrekkelijke Samentrekking
overgenomen

der hier volgt slechts


res. Pëkalongan; dus
nog
wat meer in ’t bijzonder op de vragen
79 en 85 betrekking
scheen te hebben, (Aant. d.
v.
bew.)
2
) Het is onnoodig vóórgekomen dit overzicht hier mede
op te nemen, (bew.)
s
) Bij deze beantwoording was gevoegd een overzicht van gemaakte plantgeulen en verdiend dag-
loon bij verschillende eenheidsprijzen, ’t welk hierachter afgedrukt vindt als 7.
men bijlage
47

zoeken afstanden huis veel ook daar


80. Komt werk op groote van voor,

is? Sedert wanneer?


waar in de buurt daartoe gelegenheid

voorzooveel betreft Adiwerna Soeradadi (afdeeling Tëgal) en


Alleen Tègal, en

dat werk zoeken groote


Brèbès en
Tandjoeng (afdeeling Brëbës) kan gezegd worden, op

jaren is dit ’t doch het is niet met juistheid


afstanden
nogal veel voorkomt, Sedert geval,

Brèbès betreft vindt men vermeld, dat


bekend hoe lang reeds. Wat en Tandjoeng nog

de daar zelfs werk elders gaan zoeken als het in de buurt te vinden is,
Inlanders van

omdat de Inlander ’t liefst daar werkt, waar hij goed behandeld, geregeld betaald en zoo

wordt. Men trekt uit deze districten naar Cheribon en Tëgal om


min mogelijk afgezet

suikerondernemingen te gaan werken. V aak gaat men daarbij ondernemingen voorbij,


op

die de koeli’s in kwaden reuk staan door slechte behandeling of afzetterijen, om


bij een

werk te zoeken.
nog verderop

de drukkende diensten in
81. Wat daarvan redenen? (bijv. ontgaan van
zijn
de desa, achterstand in de betaling van belastingen, enz.).

Als redenen worden voor Tègal, Adiwerna en Soeradadi (afdeeling


opgegeven

afstanden of is, en voor Brèbes en


Tëgal) dat ’t werk op groote gemakkelijker aangenamer

dat de Inlander ’t liefst


(afdeeling Brëbës), zooals reeds hierboven gezegd werd,
Tandjoeng
wordt.
daar werkt, waar hij goed behandeld, geregeld betaald en zoo min
mogelijk afgezet

de mindere in streek, zooals in Bandjarhardja (afdeeling Brëbës)


Soms is veiligheid een

of lieden uit die streek er de voorkeur


reden, dat men
daar liever niet gaat werken,

aan elders te werken.


geven

daarvan, gebrek is
82. Komen er in ’t district of in gedeelten waar geen

Inlanders elders in werken ?


aan volk. van grooten getale
welken
Sedert wanneer is dit ’t geval; van waar zijn zij afkomstig, voor

arbeid worden
zij gebezigd, en is dit toe te
schrijven: aan krachtiger gestel, meer-

't volk uit den omtrek ?


dere geschiktheid voor arbeid, lager eischen enz. dan bij

lieden uit de afdee-


Dit geval doet zich voor
in de
afdeeling Pëkalongan, waar

komen werken in de riettuinen uit de afdeeling Brëbës


lingen Pëmalang en Batang en

De reden dit laatste is, dat


werkzaam zijn bij ’t graven van
’t Sragi-afvoerkanaal. van

de lieden van de streek zelf liever in de riettuinen werken dan graafwerk te verrichten,

de lieden uit Brëbës aan


laatstbedoeld werk
gewend zijn. Yermoedelijk orn gelijke
terwijl
reden komen lieden van de afdeeling Brëbës af en toe en niet in bijzonder grooten getale

ook ia de controle-afdeeling Pëmalang irrigatieleidingen graven.

83. Kwam het


bij reliefworks veel
voor,
dat de
mannelijke bevolking geen

maakte de door de aangeboden gelegenheid tot arbeid, zoo ja,


gebruik van regeering

om
welke redenen ?

Reliefworks werden in de laatste 15 jaren niet uitgevoerd.

84. Wat valt er te vermelden omtrent de toepassing van humanitaire begin-

selen den arbeid der bevolking (geneeskundige hulp bij ongelukken, schadever-
op

Inlandsche niet-
goeding bij verminking, pensioenen, verkorting van arbeidstijd, bij en

Inlandsche industrie en
nijverheid)?

de suikerfabriek Kalimati in de
De suikerfabrieken in de
afdeeling Pëkalongan en

den dokter te in de
afdeeling Batang, hebben een klein hospitaal bij Pëkalongan, waar

fabriek verminkte Inlanders behandeld worden. Door de andere onderne-


en
gewonde

mingen wordt
bij ernstige ongelukken ook kosteloos geneeskundige hulp verleend, terwijl

enkele In-
over ’t
algemeen bij verminking eenige schadevergoeding uitgekeerd wordt, en

die door in een fabriek niet meer in staat zijn den kost te verdienen,
landers, een ongeluk

de betrokken Andere toepassing van huma-


een klein
pensioen van onderneming genieten.
’t de arbeid verzwaard
nitaire
beginselen heeft niet plaats; soms wel tegendeel daarvan, waar

zonder evenredig meerdere zooals geschiedt in de controle-afdeeling Tëgal.


is betaling,
48

85. Wat de
zijn gebruikelijke arbeidstijden? Zijn zij billijk gesteld of te lang? »)

Pëkalongan

Bij taakwerk + 7 8
a uur per dag. Op dagloon werkende + 10 uur en in de

fabrieken 12 Een
uur.
werkdag van 12 uur wordt wel wat
lang geacht; van daar dat de

fabrieken aan de fabriekskoeli’s een voorschot


geven van f 3 per man, dat hun
kwijt-
gescholden wordt, wanneer zij gedurende den
maaltijd goed gewerkt hebben.

B a t a n
g.

In
Baiang en Bandar van 7—12 v. m. en van 1—5 Of deze
n. m.
werktijden
billijk zijn of
niet, hangt natuurlijs af van
’t werk dat verricht wordt. Wordt er zwaar

werk verricht hard door dan


en gewerkt, zou men het niet
lang kunnen doch
uithouden;
zooals in den regel gewerkt heeft niet
wordt, men te vreezen, dat de arbeider zich over-

werken zal. In Soebah en Bawang zijn de


gebruikelijke arbeidstijden :

a bij Inlanders (grondbewerking) van 6^ —11 uur v. m. en van I—s uurn.


m.;

b. op ondernemingen van 6V2 —7 uur v. m. en van I—s uur n. m. voor veld-

arbeid en van 6—B 9 1 12 ’sm.


uur v.
m., van /* uur v. m. tot uur en van I—6 uur n. m.

in de fabrieken.

Die arbeidstijden zijn niet de


te lang, mate van
arbeidsprestatie in
aanmerking
genomen.

Tëg a 1

In Adiwerna Soeradadi
Tegal, en zijn de
arbeidstijden 10 11
gewone a uren
daags,
wel
wat wat lang is.

In de fabrieken in Slaivi
, Bangkok en
Balapoelang werkt men met 2
ploegen
(dag- en
nachtploeg), werkende elk van 6—-6 uur. Vroeger kwam het dat 24
voor, men

uren aan een stuk


doorwerkte, waarin slechts met moeite
verandering gebracht werd, daar

de arbeiders zelf veel liever 24 uren achtereen werkten dan


om 24 uren rust te hebben.

Op ’t veld werkt men in deze districten van 7—ll uur v. m. en van I—2 uur n. m.;

vrouwen en kinderen echter van 7 uur tot 12 ’s


v. m. uur
middags en van I—s uur

n. m. (planten en sirammen).

Deze werktijden schijnen gesteld


billijk te zijn.
In
Boemidjawa en Djaliriègara zijn de
gebruikelijke arbeidstijden van 7-12 uur

v. m. en van 1-5 uur in de bibittuinen echter wordt 7


n. m.; slechts van uur v. m. tot +

2 Naar de
uur n. m.
gewerkt. eigen opgaven der
bevolking zijn deze arbeidstijden billijk
gesteld.

B r ë b ë s.

In Brëbès , Tandjoeng en
Bandjarhardja is de dagtaak in de fabrieken 12 uren aan

één stuk, wat te lang geacht wordt. Hoe


lang buiten de fabrieken gewerkt vindt
wordt,
men niet vermeld; slechts wordt dat de
gezegd, arbeidstijd niet te
lang is, In
Boemiajoe
de werkuren de
zijn bij bibitondernemingen, in de
rijstpellerij en de
cassavemeelfabriek,
zoomede
bij gouvernementswerken van 6 uur v. m. tot 5 uur n. m., met één uur schafttijd.
Overigens zijn de werkuren in dit district en in
Bantarkaivoeng bij desagenooten (en ge-

ook bij Chineezea) slechts


woonlijk van 6 uur v. m. tot 12 uur ’s
middags. De
werktijden
worden niet te
lang geacht.

Pëmalang,

1
Gewoonlijk van 6
/ of 7 uur v. m. tot sof uur n. met één
2
m., uur
rusttijd.
In de fabrieken in
Pëmalang en
Tjomal moet echter dag en nacht
doorgewerkt worden,
door 2
ploegen, die elk 12 uren achtereen dienst doen. Deze werktijd is te lang, en het

zoude beter den arbeid etmaal


zijn van een over 3
ploegen te verdeelen. In ieder geval

niet
moest toegelaten worden, dat de lieden 24 uren achtereen in de fabriek wat
blijven,
—uit
nu
eigen verkiezing wel voorkomt.
Bij korteren
arbeidstijd zouden
waarschijnlijk
minder
ongelukken voorkomen.

Zie de noot bl. 46.


op
49

schuld den schuld-


86. Komt het veel voor dat Inlanders tot delging van bij

eischer voorwaarden arbeiden, zoodat het niet veel verschilt van


pande-
op onereuse

?
lingschap

schuldeischers
Dit komt in
Boemiajoe en Bantarkawoeng (afd. Bëbës) bij Chineesche
ook wel Adiwerna Soeradadi (afd. Tëgal)
nog al eens voor, en vermoedelijk in Tegal en

bij Chineezen en Arabieren.

of in den huizenbouw, onderhoud


87. Is er
verbetering achteruitgang en zorg

?
voor ’t erf; waaraan is dat toe te schrijven

Over ’t is in ander verbetering waar te nemen. Wat den huizen-


algemeen een en

deels meerdere welvaart,


bouw betreft moet de verbetering toegeschreven worden, aan

deels ook aan de omstandigheid, dat tegenwoordig djatihout en


dakijzer gemakkelijker en

tegen prijs verkrijgbaar zijn, terwijl door de aanwezigheid soms van goede klei,
billijken
Uit ’t
metselsteenen en dakpannen gemafekelijk te
vervaardigen zijn. een bij verslag van

in de 1902, 1903 1904


Tëgal overgelegd staatje blijkt, dat er in die afdeeling jaren en

huizen waren, welke 3904.


resp. 20221, 21141 en 22355 met pannen gedekte van resp.

4126 en
4802 van steenen muren voorzien waren.

is bestuursbemoeienis.
De
verbetering der erven hoofdzakelijk een gevolg van

huizen met in de desa


88. Neemt ’t aantal steenen huizen en pannen gedekt

toe ?
belangrijk

doch niet overal is zij be-


Alleen in de lagere districten is
toeneming merkbaar,

of blik Zie ook ’t


langrijk. In plaats van pannen wordt ook dakijzer gebruikt. overigens

antwoord de
op vorige vraag.

’t ’t
89. Wat werkt belemmerend hierop? (bijv. vragen van vergunning aan

bestuur, ook kracht is).


waar
geen rooireglement van

wel veelal de de vereischte


De voornaamste belemmering is onmogelijkheid om

doordat in de buurt de de
materialen tegen billijken prijs te verkrijgen, grondstoffen voor

De vereischte vergunning de steen-


vervaardiging ervan ontbreken. voor
oprichting van

welke vergunnig zegel verleend wordt, kan niet als belem-


en pannenbakkerijen, op
een

deze worden. Waar ’t niet kracht is, is


mering in aangemerkt rooireglement van
geen

’t bestuur 't bouwen huizen.


vergunning van noodig voor van

90. Hoe voerziet de Inlandsche bevolking zich in ’t algemeen van bouw-

stoffen (hout) voor hare woningen? Ondervindt zij hierbij onnoodige belemmeringen?

Pëkalongan.

aankoop de particuliere
In de benedendistricten wordt djatihout verkregen door van

lieden uit ’t deel der afdee-


houtstapelplaatsen en ander hout door aankoop van Zuidelijk
of In ’t de bevolking veelal haar eigen hout (nangka,
ling van de erven. gebergte gebruikt
de aanschaffing hout ondervindt de
sengon, wangkal). Bij van bevolking geen onnoodige

belemmeringen.

B a t a n g.

wordt wildhout verkregen de wordt


In Batang en Bandar van erven.
Djatihout
duurder is. Men het de of het
weinig gebruikt, omdat het koopt van perceelen verkrijgt
cultuur Over ’t kan niet ’t
uit de
bosschen, die in zijn. algemeen men
gemakkelijk aan

hout komen. In Soehah wordt ’t hout uit de bosschen, ’t


benoodigde verkregen z. g.

de Inlanders die in de karetculturen verder


„kajoe persent” van djati-en werken; van

de nieuwe
ontginningen van de bevolking en de
erfpachtsperceelen en eindelijk van de

In Ba wang wordt het alleen nieuwe de be-


tëgal ars. verkregen van
ontginningen van

De bosschen ’t
volking en van hare tuinen en tëgalans. zijn over algemeen te ver van

de desa’s gelegen om daaruit hout te halen.

De ondervindt de aanschaffing hout geen onnoodige belemmeringen.


bevolking bij van
50

T ë g a 1.

In wordt
Tëgal, Adiwerna, Slawi, Pangkah en Balapoelang meerendeels wildhout

gebruikt, afkomstig van erven en tuinen. In Soeradadi wordt ’t


benoodigde hout voor-

namelijk verkregen door het clandestien te halen uit de naburige gedevasteerde djati-en
welke
wildhoutbosschen, geen exploitatie waard zijn. Verder wordt te Karangdjati (Bala-

poelang) levendige handel gedreven in


een
wildhout, afkomstig van
ontginningen der

de door
bevolking en van
houtvesterij Margasari, uitdunning als
anderszins, welk hout

zijn vindt zelfs Brëbës In


weg naar en Tëgal. Boemidjawa en
Djatinëgara wordt ’t be-

noodigde hout veelal verkregen de


van eigen gronden der bevolking of van
teruggegeven
koffietuinen.

De
bevolking ondervindt
bij de
aanschaffing van hout geen onnoodige belem-

meringen.

Brëbës.

In
Brëbës, Tandjoeng en
Bandjarhardja wordt veel hout clandestien uit de bosschen

in
verkregen en Boemiajoe en
Banlarlmwoeng wordt
voornamelijk gebruik gemaakt van

hout, afkomstig van de woonerven.

Onnoodige belemmeringen worden bij de hout


aanschaffing van niet ondervonden.

Pëmalang.

’t Benoodigde hout wordt de


voornamelijk van erven en
tëgalans verkregen.
In 'schaft het zich
Pëmalang en
Tjomal men ook wel aan bij houtcontractanten

of krijgt het uit ’s lands of


men
bosschen, op aanvragen, van de uitdunning der
djati-

aanplantingen.

91. Wordt door de Inlandsche ter


bevolking verkrijging van hout gebruik
de
gemaakt van bepalingen, opgenomen in ’t boschreglement ? Zoo neen waarom niet?

Dit slechts omdat op


geschiedt bij hooge uitzondering, voornamelijk andere wijze
hout
nog te krijgen is, en
verder, omdat men tegen de moeite en
kosten
opziet om hout

te verkrijgen den voet de in ’t


op van
bepalingen boschreglement.

Houtvester Këndal
van Pëkalongan en K. C. Jaski.

zooals
Aankappen op vergunning, bedoeld
bij artt. 11,19 en 21 van't
boschreglement,
komen slechts In de
weinig voor.
afdeelingen Pëkalongan en Batang in de laatste 4
jaren
de volgende;

13 Oct, 1904 (datum der M.


8
vergunning) 7 djati timmerhout,
10 Mei. 1906 ) 170
( » » » » » »

27 1906 (
Aug. » » »
) 60
stapel M. wildhoutbrandhout.

omdat
Yermoedelijk de
bevolking den weg niet
kent, waarlangs zij aan
hout komen

wordt daar
kan, weinig gebruik van gemaakt.

Evenwel moet hier dat


erop gewezen worden, aan een groote uitbreiding van de

tot nooit
vergunningen kap gedacht kan worden, willen de bosschen niet geruïneerd wor-

den. De bij contract


geregelde perceelsexploitatie door
particulieren geeft reeds handen

vol wat betreft de de bosschen


werk, bewaking van tegen beschadiging. Bij een zoo on-

geregelden kap, als de


bedoelde, is het duidelijk dat ’t toezicht dubbel
bezwaarlijk is. Indien

men er eindelijk toe


overging om de geheele exploitatie zelf ter hand te nemen, dus den

zelf
geheelen kap te verrichten, dan zou de
bevolking daar
ongetwijfeld baat
bij vinden.

Dan toch niet al ’t zooals de


zou
hout, nu
bij perceelsexploitatie, verdwijnen naar de groote

steden, doch op tal plaatsen regelmatig te kunnen De


van
koop aangeboden worden. on-

zalige particuliere exploitatie brengt dus ter zake van de


verstrekking van hout aan de

’t dubbele nadeel mede;


bevolking eerstens, dat de ambtenaren van ’t boschwezen een zeer

deel hun de
groot van
tijd besteden moeten voor controle
op
die
aankappen en
dus
geen tijd
hebben controle
over voor op talrijke aankappen op vergunning, en
tweedens, dat zoo goed
als al ’t hout de handelscentra
verdwijnt naar en van de
perceelen niet anders betrokken

kan worden dan Hoe eerder de


tegen zeer
hooge prijzen. particuliere aankap verdwijnt, hoe

beter het is ’t behoud ’t de


voor van
bosch, voor
schatkist, en niet minder voor de bevolking.
51

valt te vermelden omtrent de werking van


't gouvernementsbesluit
92. Wat

beheerders boschdistricten en houtves-


van 21 December 1901 No. 18. waarbij van

’t
na verkregen toestemming van den hoofdinspecteur,
terijen zijn gemachtigd om.

hout
en ’t in de afgeleverde boschperceelen achtergebleven
uitdunningsmateriaal
die bepaling veel
Heeft de Inlandsche bevolking van
onderhands te verkoopen?

voordeel gehad ?

Zoo niet, waarom niet?

Pëkalongan

Bedoelde bepaling heeft hier nog geen toepassing gevonden.

Batang.

In
werd bedoelde bepaling nog niet toegepast.
Ia Banden- en Baivang
Batang ,

’t in de
afgeleverde boschperceelen achtergebleven
Soebah is 't uitduuningsmateriaal en

in een en-
reeds malen onderhands verkocht; koopers
waren Europeanen en
hout eeuige

kel Inlandsche mandoer bij ’t boschwezen. In 1903 werd een


djatiplantsoen,
geval een

controleur van Soebah, door de bevolking van de nabij


op verzoek van
den toenmaligen
hout.
kosteloos uitgedund tegen afstand van ’t gekapte
gelegen desa’s
alleen duurde het
De met deze manier van werken zeer ingenomen;
bevolking was

door
de over ’t gekapte hout verkreeg, aaugezien tijde-
wat lang, voor dat zij beschikking
bezwa-
’t boschwezen de opname van ’t gekapte hout nogal
lijk gebrek aan personeel bij

dat in dit ’t hout door de afgezonderde ligging


ren ondervond. Opgemerkt wordt, geval
de hand te zetten was.
van
’t
plantsoen moeilijk van

’t werk voorkeur koste-


Aanbevolen wordt bij uitdunning van djatiplantsoenen bij
’t hout.
loos door de bevolking te doen geschieden, tegen afstand van gekapte

T ë g a 1.

In deze afdeeling vond bedoelde bepaling nog geen toepassing.

B r ë b ë s.

voordeel verkreeg daardoor


De bevolking heeft van die bepaling veel gehad; men

is echter eerst in 1904


hout. In
Brèbès, Tandjoeng en Bmdjarhardja men
gemakkelijk

met de
toepassing begonnen.

Pëmal a n g.

bedoelde
heeft de bevolking in 1908 en
1904 van bepa-
In
Phnalang en Tjomal
zich voordoet,
In Randoedongkal wordt, indien de gelegenheid
ling veel voordeel gehad.
der
door de daarvan gebruik gemaakt om ’t uitdunningsmateriaal djati-
bevolking gretig
Watoekocm-
bosschen doch het komt niet veel voor.
In Banjoemoedal en
op te koopen;
bedoelde bepaling
zijn de desa’s te ver van de djatibosschen gelegen, om van ge-
poel
bruik te kunnen maken.

en Ken dal K. C. Jaski.


Houtvester van Pëkalongan
Evenwel komt in de
De heeft tal van plaatsen daar voordeel bij.
bevolking op

heden niet veel hout in handen


Pëkalongan tot deze wijze nog
afdeelingen Batang en op

De weet toch, dat hout


der De reden is mij niet
geheel helder. bevolking
bevolking.
wordt wel er kan
in uit te koop is. Er verkocht, maar nog
tegen billijken prijs jaar jaar

verkocht worden. Een der redenen zal wel zijn, dat t hout in die afdeelingen mees-
meer

hout
is duurzaam te zijn, en dat de bevokiug nog vrij gemakkelijk
tal nog te jong om

hoeveel-
stelen kan. Ook moet niet uit ’t oog verloren worden, dat
jaarlijks aanmerkelijke

hout door particulieren leeggekapte


heden
oud, deugdzaam aan
plantcontractanten op

worden. Deze verhandelen het dan weer voor een groot deel.
boschterreiuen afgestaan
als
De dat de houtvesters kunnen zorgen voor de behoefte aan hout, zoo goed
bepaling,
waardoor de bevol-
het gaat, moet blijven bestaan, en
is m.
i. zeker een der bepalingen

hout komen kan.


’t snelst, minst
omslachtig, aan tegen billijken prijs
king
52

in den den aard ’t huisraad


93. Is er verandering vorm en van
zichtbaar;

is ’t gebruik stoelen, tafels, bedden, borden en


kopjes, vorken
bijv van messen, en

lepels enz. toegenomen, ook bij den gewonen desaman?

Pëkalongan.

ook den desaman. Hoe verder echter de hoe


Ja, bij gewonen van
hoofdplaats,

minder zucht weelde, bij den echten tani, vooral in de hebben


naar en
bergstreken, ge-

noemde artikelen nog weinig ingang gevonden.

B a t a n g.

stoelen, borden
Ja, ’t gebruik van tafels, en kopjes is zeer toegenomen, ook bij
den desaman. In Bandar worden bovendien vorken
gewonen Batang en messen, en
lepels
veel in Soebah de rustbanken ook
aangetroffen, terwijl en Baivang toegenomen zijn.

Të g a 1.

bedoelde is overal den desaman


Ja, verandering merkbaar, ook bij gewonen en niet

’t minst in de Borden worden


bergdistricten Boemidjawa en
Bjatinégara. en
kopjes al-

stoelen tafels worden veel vorken


gemeen gebruikt, en en
aangetroffen; lepels en echter

weinig en
bedden zoo goed als niet.

Brë b ë s

Ja, ook bij den desaman. ’t Gebruik artikelen is


gewonen van
genoemde

toegenomen.

Pëmalang.

ook den doch in de vlakte dan in ’t


Ja, bij gewonen desaman, meer
gebergte, waar

bedoelde verandering bij den gewonen desaman weinig zichtbaar is.

94. Hoe is de toestand in desa? Hoe zoude hierin,


algemeene hygiënische de

in streken die te wenschen door middelen


maar overlaat, eenvoudige verbetering
kunnen worden aangebracht; bijv. demping van
poelen, afwatering van moerassen?

Pëkalongan.

Alleen in de kuststreek laat de toestand veel te wenschen Hierin


hygiënische over.

kunnen worden door ’t afvoerkanalen.


zou verbetering gebracht graven van

Batang

In de desa’s Soebah
noordelijke van komen steeds veel koortsen voor en in ’t

overige gedeelte dit district alleen den 1 ).


van tijdens padi-oogst

Door ’t rawa’s ’t
droogmaken van en dempen van
poelen zou in dezen toestand veel

kunnen worden. Aanbevolen wordt


verbetering gebracht o. a. de rawa
Ketjombrang, op

de Soebah maken. In ’t
grens van en
Batang , droog te
bergdistrict Bawang is de

algemeene hygiënische toestand in de desa in


goed te noemen en Batang en Bandar

laat te wenschen Yoor de twee laatste districten


hij weinig over wordt het niettemin

de
wenschelijk geacht nog aanwezige poelen en moerassen te
dempen of droog te maken,

wat echter niet met eenvoudige middelen kan.


geschieden

T ë g a 1.

In ’t
noordelijk gedeelte van de
afdeeling laat de
algemeene hygiënische toestand in de

desa nog veel te wenschen over .Yeel last malaria ondervindt daar de
van
bevolking. Verbetering
is door ’t afvoerkanalen ’t
mogelijk graven van en
dempen van
poelen; verder door goed

drinkwater te verschaffen door artesische te door de


putten graven, en
Goeng-irrigatie
technisch te doen plaats vinden. In de kan de
bergdistricten algemeene hygiënische
toestand in de desa worden.
gunstig genoemd

') Vooral Roban streek berucht erdoor. Aant. d.


en omliggende zijn v. bew.
53

B r
ë bë s.

toestand
Jn ’t gedeelte van de afdeeling laat de algetneene hygiënische
noordelijk
hon-
in de desa veel te wenscheu over.
Malaria heerscht daar zonder ophouden en
nog

beenwonden, syphilis, lupus e. d. worden aangetroffen,


derden lijders aan vreeselijke zweren,

kan worden door


veel oogziekten. Verbetering verkregen
benevens buitengewoon lijders aan

de maat-
doch dit zal
blijken veel geld te kosten evenals noodige
’t dempen van poelen;
In
tot keering of beperking van allerlei besmettelijke ziekten. Boemiajoe en
regelen
is de algemeene hygiënische toestand in de desa goed.
Baniarkaicoeng

P ë ni a
l a n g.

De hygiënische toestand in de desa is in de vlakte vrij goed te noemen


algemeene
dat eenige
en laat in de bergdistricten weinig te wenschen over. Opgemerkt wordt,

daardoor langs de leiding


suikerfabrieken ’t vuil in de fabrieksleiding werpen en palen ver

de
stank verspreid wordt, welke nadeelig moet zijn voor gezondheid, terwijl
een verpestende
wordt voor ’t gebruik van mensch en
’t water daardoor bovendien ongeschikt gemaakt

toestand brengen, wat zonder veel kosten


dier. Aanbevolen wordt in dezen verbetering te

is.
mogelijk

voldoende te voorzien in de be-


95. Is ’t aantal bescheiden dokters-djawa om

der
hoefte aan
geneeskundige hulp bevolking.

a. in normale jaren,
b. in abnormale jaren.
waar?
Hoeveel dokters-djawa worden alsnog noodig geacht en

Pêkalongan.

bescheiden. Er worden minstens vier van


In deze
afdeeling zijn geen dokters-djawa

Kedoengwoeni, Doro Kadjèn.


hen noodig geacht, namelijk te Pêkalongan, en

B a t a n g.

zelfs in normale niet


Alleen te Batang is een dokter-djawa bescheiden, wat jaren

voldoende is. Voor elk der districten Soebah en Bawang wordt alsnog een dokter-djawa

noodig geacht.

Tëg a
1

bescheiden, wat zelfs in normale jaren niet


Alleen te Tëgal is een dokter-djawa

voldoende is. Voor elk der districten Soeradadi Slawi, Pangkah en Balapoe-
Adiwerna, ,

noodig geacht, verder dokter-djawa te


lang
wordt
alsnog een dokter-djawa en een

Boemidjawa voor
Boemidjawa en Djatinégara.

B r ë b ë s.

Brèbës is te Brëbës bescheiden,


Voor
Tandjoeng en Bandjarhardja een dokter-djawa
,

worden
wat reeds in normale jaren onvoldoende is. Nog twee dokters-djawa noodig geacht
Batar-
om in elk der genoemde
districten één te kunnen
plaatsen. Voor Boemiajoe en

normale voldoende is.


lanvoeng is één dokter-djawa te Boemiajoe bescheiden, wat voor jaren

Pëmal a n g.

zelfs in normale niet


Alleen te Pëmalang is een dokter-djawa bescheiden, wat jaren

voldoende is. Wenschelijk wordt het


geacht nog een dokter-djawa te Tjomal te plaatsen
onder de
en dan de geneeskundige dienst in de
afdeeling Pëmalang twee dokters-djawa

te verdoelen.

vroedvrouwen voldoende in de behoefte


96. Is ’t aantal geëxamineerde om

te voorzien?
aan verloskundige hulp der bevolking

Wordt die hulp


van gebruik gemaakt?
54

Waar en hoeveel geëxamineerde vroedvrouwen worden alsnog bepaald noodig

geacht?

In elke afdeeling is één


geëxamineerde vroedvrouw bescheiden, van wier hulp

veel de
door Inlanders weinig gebruik gemaakt wordt, daar deze nog te gehecht zijn aan

Inlandsche tooveiformulieren. Het wordt daarom voor-


doekoens met haar medicijnen en

’t aantal vroedvrouwen te vermeerderen.


loopig niet noodig geacht, geëxamineerde

aantal Inlandsche Wordt of


97. Hoe groot Is ’t hospitalen? vermeerdering

uitbreiding gewenscht; zoo ja, waar?

Pëkalongan.

de
In deze afdeeling zijn twee Inlandsche hospitalen, waarvan echter één (in
veroordeelden.
gevangenis)
uitsluitend bestemd is voor
verpleging van gevangenen
en
Bij
elke
uitbreiding van
’t aantal
dokters-djawa zou plaatsing van een
hospitaal op standplaats

van een dokter-djawa gewenscht zijn.

B a
t a n g.

hier Inl. doch


Tijdens de samenstelling van ’t verslag waren geen hospitalen, was

dat ’t reeds
tot den bouw van een
hulp-hospitaal reeds besloten, echter, volgens verslag,

spoedig te klein te zijn.


zou
blijken

T ë g a l.

Er is een Inl.
hospitaal ter hoofdplaats Tëgal, dat
destijds nog uitgebreid werd,

Soeradadi voldoende werd. In


wat
voorloopig voor
Tëgal, Adiwerna en geacht Slaivi,

wordt de niet noodig omdat


Pangkah en
Balapoelang plaatsing van een
hospitaal genoemd,
wordt
de Inlander er toch liever
geen gebruik van maakt. Daarentegen een hospitaal te

Kalibakoeng ( Boemidjawa ) noodig geacht.

B r ë b ë s.

Yoor
In deze
afdeeling is geen Inl. hospitaal. Brëbës, Tandjoeng en Bandjarhardja

worden meermalen werd reeds den bouw


ze zeer gewenscht genoemd en op ervan aan-

’t de controle'afd.
gedrongen: steeds echter tevergeefs, Yerslag van Boemiajoe (Boemiajoe

onnoodig is, omdat de toch


en
Bantarkawoeng ) echter zegt, dat een hospitaal bevolking er

geen gebruik van zou maken.

Pëmalang.

wordt
In elk der districten Pëmalang en Tjomal een hospitaal noodig geacht,
wordt. In
bijaldien daar een dokter-djawa geplaatst Randoedongkal, Banjoemoedal en

Watoekoempoed wordt ’t niet


bouwen van dergelijke inrichtingen voorloopig noodig geacht.
Thans bestaat in de geheele Inl.
afdeeling geen hospitaal.

98. Is de Inlander ’t in te
over algemeen er afkeerig van een
hospitaal

worden Zoo waarom?


opgenomen? ja,

Over ’t algemeen uit omdat niet vertrouwen


ja, vrees voor
operaties en men
genoeg

stelt in de behandeling geneesheer.


van een
Europeeschen

99. Is de voldoende in de te
bevolking gelegenheid gratis geneesmiddelen

verkrijgen ?

’t omdat de veel wordt


Over algemeen niet, op aanvragen te geschrapt en
(inge-
circulaire den dir. O. E. ÏT. dd. 4 1905
volge de van v. Augustus no. 12941) de medicijnen,

zelfs de voornaamste zooals castorolie, chinine en jodoform, niet door anderen dan de

beheerders verstrekt waardoor veraf wonende Inlanders


eigenlijke mogen worden, behoeftige
niet daaraan kunnen worden.
meer
geholpen
55

100. door ziekten, welke belang-


Wordt de bevolking bij voortduring geteisterd

rijken invloed uitoefenen op


haar arbeidsvermogen ? (Malaria, syphilis, oogziekten,

beenzweren, lepra, beri-beri enz.)

meerdere of mindere ’t in de districten


Dit is alleen in mate geval Noordelijke van

dit gewest, vooral in de afdeeling Brëbës. ’t Meest heeft de bevolking te lijden van ma-

beenzweren komen ook veel


laria, doch syphilis, oogziekten en voor.

welke?
101 Hebben belangrijke epidemieën geheerscht, wanneer en

Pëkalongan.

cholera Na dien kwamen wel


In 1884 heerschte hier een hevige epidemie. nog

meermalen doch ’t aantal slachtoffers daarvan was


epidemiën voor, voornamelijk cholera;

x
betrekkelijk gering ).

B a t a n g.

1902 de cholera in Bandar in 1888 en 1901


Neen; wel heerschte in Batang en en

in Soebah zonder echter veel slachtoffers te eischen.


,

T ë a
1.
g

in Adnverna Soeradadi
In 1901
/ 1902 heerschte een cholera-epidemie Tëgal, en

die veel slachtoffers maakte.

Brëbës.

vóór den
Alleen in Brëbës, Tandjoeng en
Bandjdrhardja heerschten, aanleg van

’t laatst
irrigatiewerken,
vooral in de waterarme streken dikwijls hevige cholera-epidemiën,

in 1902.

Pëmalang.

heerschte in 1902 de cholera In de andere


In
Pëmalang en Tjomal epidemisch.

districten heerschte in 1901 wel mede cholera, doch niet epidemisch.

102. Hebben de in de praktijk voldaan?


poliklinieken

Pëkalongan.

niet.
In ’t geheel

Batang.

kwamen wel niet veel


In
Batang hebben de poliklinieken vrij goed voldaan; er

doen In Bandar werd de polikli-


zieken
op,
doch de dokter had toch altijd wat te van

terwijl in Soebah Bawang in den laatsten


nieken slechts een gering gebruik gemaakt, en

daar de deze districten niet meer


tijd geen poliklinieken gehouden werden, dokter-djawa

bezocht.
geregeld

T ë a
1.
g

worden echter te
De
poliklinieken hebben nogal voldaan; zij op weinig plaatsen
worden in ’t niet
gehouden. In
Boemidjawa en Bjaiinëgara ze
geheel gehouden.

Brëbës.

absoluut niet
In Brëbës, Tandjoeng en Bandjarhardja hebben de poliklinieken en

slechts voldaan.
in Boemiajoe en Bantarkawoeng matig

Pëmalang.

voldaan; zij zijn echter niet


In Pëmalang en
Tjomal hebben de poliklinieken goed
worden
voldoende in aantal. In Randoedongkal, Banjoemoedal en
Watoekoempoel geen

poliklinieken gehouden.

epidemiën verschoond in 1902 echter heerschte hier,


i) De afd. Pëkalongan blijft gewoonlijk van ;

in de cholera vrij veel offers geëischt had, die ziekte ook. Ond-res. Pëkalongan Steinmets.
nadat Pëmalang
56

LANDRENT E.

103. in de laatste bezwaren tegen de landrente regeling gevoeld,


Zijn jaren

welke? Staat model X 6) invullen, noodig toelichten.


zoo ja, (bijlage zoo

Pëkalongan.

Voornamelijk wordt hier ’t bezwaar dat den in de landrente-


gevoeld, bij aanslag
is met de der tweede of andere
geen rekening gehouden opbrengst gewassen, padi gewassen.

B a t a n g.

’t
In Batang en Bandar werden geen bezwaren gevoeld. In verslag der contröle-

1
Soebah (Soebah Bawang) wordt de baoe of kleiner
afdeeling en vrijstelling van erven van /i
De der ’t
ongewenscht genoemd. opbrengst erven is over
algemeen betrekkelijk hoog, en

de worden die kleine lang niet Verder wordt het


bij repartitie erven
altijd vrijgesteld.

geacht dat braak steeds verleend wordt


onbillijk bij blijven van
gronden vrijstelling (stbl.
1872 n°. 66, 7) misgewas de der in
art. en
bij draagkracht belastingplichtigen aanmer-

ü
worden 3583). In ’t laatste toch is b.
king genomen moet (Bijbl. n
. geval er n. m. meer

’t verleenen daar de bewerking der onkosten mede-


aanleiding tot van
vrijstelling, gronden

gebracht heeft *). Ook de landrente bij ’t bestaan andere buiten-


ware
vrijstelling van van

redenen dan door de hoofden bestuur


gewone en
gewichtige misgewas van
gewestelijk
nadere den verleenen. Deze
onder goedkeuring van gouverneur-generaal te vrijstellingen
die braak blijven, beteekenis.
toch zijn in vergelijking met voor misgewas en van weinig

de circulaire den l don 20 Maart


’t Voorschrift, opgenomen
in van gouv. secr. van

1901 N°. 839, behoudens verandering in den economischen of ’t


dat, belangrijke toestand,
of minder bevinden door verrichte
meer
-

van bouwgronden tengevolge van


deskundigen

metingen, slechts in den der landrente ’t 1901-1905 ge-


verandering aanslag voor
tijdvak

bracht of brengt
mag worden, voor zoover
gronden belastingvrij belastingplichtig worden,
in de praktijk eenige bezwaren mede. Door verandering van sawah’s in tëgalans enz.

wordt dus de aanslag onveranderd gelaten, wat bij de repartitie herhaaldelijk moeilijkheden
veroorzaakt. Of de repartitie moet in
dergelijke gevallen geheel opnieuw geregeld worden,,
of de betrokken worden in met hun te
belastingplichtigen vergelijking desagenooten hoog
of te laag belast.

T ë g a 1.

In Adiwerna, Soeradadi werden geen bezwaren


Tëgal, ,
Boemidjaiva en
Djatinégara
de landrente wordt ’t niet drukkend genoemd, ’t der
gevoeld; over
algemeen te Verslag
controle-afd. Protjot ( Slawi echter merkt dat ’t voorschrift
,
Pangkah en
Balapoelang) op,

in de circulaire den Isten 20 Maart 1901 n°. 839, dat


van gouv. secr. van
verandering van

sawah’s in tëgalans, of brengt in den


omgekeerd, geen wijziging landrente-aanslag van

1901-1905 bezwaren oplevert. Wanneer elk met de mutaties


jaar noodige rekening gehou-

worden, de
den had kunnen zoude daardoor noodig geworden verhooging of verlaging der

landrente de nieuwe veel bo-


geleidelijk gegaan zijn; nu geeft aanslag (1906) werk, maar

vendien wordt dan de dan


verandering voor
sommige aanslagen erger gevoeld wanneer

die jaarlijks kad kunnen geschieden.


De baoe moet als billijk beschouwd worden, hier daar misschien
aanslag per zeer en

wel als te laag, vooral als men de in den laasten tijd toenemende aanplantingen van tweede

(op sawah’s tot tweemalen toe ia één jaar) in neemt. Daar-


gewassen sommige aanmerking

l
Bij de regeling stsbl. 1907 277 wordt de tot /i baoe
‘) van no. aan erven
geen vrijstelling meer

verleend.

circulaire den 18 Nov- 1907 3155 werden nieuwe beginselen ter


Bij van
gouv. secr. van no.

kennis van de hoofden van bestuur gebracht, welke de regeering, in afwachting dat de nieuwe land-
gew.

renteregeling (stbl. 1907 277) allerwege in de Java zal


no.
gouvernementslanden op volledig ingevoerd zijn,,

toegepast wenscht te zien, wanneer vermindering van den landrente aanslag misgewas noodig of bil-
wegens

lijk is.

circulaire denzelfden 9 April 1908 1043 werd te kennen dat bij voorstellen
Bij van van no.
gegeven,

tot kwijtschelding le misgewas in aanmerking komen alle gevallen zonder onderscheid, waarbij schade
wegens

uit welken hoofde ook aan ’t de oorzaak der tegemoetkoming uitmaakt; terwijl 2o kwijtschelding
gewas

andere buitengewone gewichtige redenen betrekking heeft waarbij, afgescheiden van


wegens en
op gevallen,
’t al of niet welslagen van den oogst, de belastingschuldige in zijn bestaan getroffen is, door rampen van

de althans tot ’t volle bedrag, hem ondoenlijk maakt. Aant.


hooger hand, welke bataling van landrente, voor

v. d. bew.
57

heffen met suikerriet


entegen
is het weer
onbillijk om landrente te van gronden, beplant

of tweede gewassen,
verbouwd door Niet-Inlanders, daar immers de landrente een belasting
1
’t ).
is, niet van den
grond; maar van ’t gewas, speciaal padigewas geheven

B r ë b ë s.

betreft worden als bezwaren


Yoor zooveel Brëbés
,
Tandjoeng en Bandjarhardja

genoemd ;

wordt
le. de veel te hooge aanslag, waardoor de landbouwer bovenmatig gedrukt

doch Java. Een tegenwicht tegen


Dit is geen bezwaar dat plaatselijk geldt, over
geheel
in de dat de bouw-
den te hoogen aanslag
wordt echter
gelukkig gevonden omstandigheid,

veel dan de leggers zooals dooi-


gronden in werkelijkheid uitgestrekter waren aangaven,

de nieuwe kadastrale metingen in Bandjarhardja gebleken is:

invloed oefenen ’t der niet met vol-


2e. dat de factoren, die op bedrag belasting,

doende
nauwkeurigheid bekend zijn (productiecijfers en
uitgestrektheden).
zal
Zelfs
tegen de Preanger-regeling, die ook hier over
eenige jaren ingevoerd wor-

wel valt
den
2
), aangenomen dat de productiecijfers goed vastgesteld zijn (waarop nog wat

’t bezwaar dat ’t te veel uiteen loopen kan


af te dingen), zal blijven bestaan, percentage

Is het niet dat een landbouwer, die in een desa


(van 8— 20 %). bijv onbillijk, woont,

zijn, 20 zal hoewel hij


waar veel steenen huizen, voertuigen enz. °/o moeten betalen, per-

welvaart niet iemand die in


soonlijk
die
uiterlijke teekenen van bezit, terwijl persoonlijk

verkeert, woont in minder steenen huizen


dezelfde omstandigheden maar een
desa, waar

heeft? Waarom niet elkander de


enz. zijn, slechts 8 % te betalen van
gescheiden wer-

de belasting, die wil de


kelijke belasting van ’t
product (de padi) en men
leggen op zoo-

M. niet landrente in verhouding


genaamde meerdere draagkracht? a. w. waarom
geheven

productie of, liever, er een grondbelasting van gemaakt, en


tot uitgestrektheid en nog

andere teekenen welvaart,


daarnaast belastingen op steenen huizen, vee en uiterlijke van

die men
treffen wil ?

werden bezwaren ondervonden.


In Boemiajoe en Bantarkawocng geen

Pëmalang,

de werden in de laatste jaren niet


Bezwaren tegen landrenteregeling gevoeld.

104. Was 't niet verleenen van kwijtschelding daaraan te wijten dat 't Europeesch
de den toestand
of ’t Inlandsch bestuur niet behoorlijk op hoogte van was gebracht?

Neen.

wordt echter dat verscheidene


Yan Soebah en Bawang (afdeeling Batang) gezegd,

desahoofden in de meening verkeerd dat


Inlandsche ambtenaren en hebben, afschrijving

onbeplant alleen verleend de


van landrente wegens blijven werd, wanneer
onbeplante gron-

Als gevolg hiervan is vele velden


den tevens geabandonneerd waren. voor
onbeplante

geen afschrijving van


landrente aangevraagd.

heeft in de geheele of gedeeltelijke mislukking


105. Hoe men gemeenten ge-

welke werd de de belas-


constateerd van ’t gewas en op wijze kwijtschelding over

tingschuldigen omgeslagen?

Welke misbruiken hadden hierbij plaats?

Pëkalongan

worden kwaad als het


Waar
geheele complexen mislukt zijn, die, zoo
goed en zoo

pleksgewijs voorkomt, wordt de


gaat. opgemeten.
Waar echter misgewas erg verspreid en

!
der nieuwe landrenteregeliug in stbl. 1907 277; „Op Java Madoera
) Zie hierbij art. i no. on

wordt de bepalingen dezer ordonnantie onder den landrente belasting


overeenkomstig naam

zakelijke rechten worden uitgeoefend...” enz.


geheven van de gronden waarop

Java
De volledige invoering dezer nieuwe regeling in de gouvernementslanden op en Madoera zal

intussohen wel eenige jaren zich laten wachten, Aant. v. d. bewerker.


nog op

-
Zie de noot de vorige bladz. (Bew.).
op
58

wier velden over de geheele uitge-


uitgestrektheid geschat. De belastingschuldigen,
de mislukte uit-
strektheid of voor een deel geheel mislukt zijn, krijgen vrijstelling voor

gestrektheid.
de
Is ’t niet geheel mislukt, doch slechts minder
goed geslaagd, bijv. op-
gewas

brengst is naar schatting slechts 30% T


' an de normale opbrengst, dan
krijgen zij vrijstelling
wel dat ’t desahoofd heft dan de
van 70% van de belasting. Het gebeurt eens meer

verleende ook dat hij zijn gunstelin-


aanslag bedraagt, na aftrek van de kwijtschelding, en

bevoordeelt.
gen daarbij

B a t a n
g.

Bandar maakt de desaschrijver, staat vermeldénde de


In Balang en tjarik, een op,

de welke ieder hunner


namen van hen, wier sawah’s mislukt zijn en uitgestrektheid, van

Door ’t betrokken onderdistrictshoofd


mislukt is, volgens opgave van belanghebbenden.
dit
wordt daarop nagegaan of
inderdaad ’t gewas mislukt is, en tot welke uitgestrektheid,
de
laatste volgens taxatie.
Hij, wiens aanplant mislukt is, geniet de vrijstelling; aan een

wordt dus niet alle sawahbezitters om-


desa verleende vrijstelling wegens misgewas over

Misbruiken komen hierbij zelden ieder weet hoeveel vrijstelling hij krijgen
geslagen. voor,

dan zelf wel dat


moet; want dit wordt in de desa
dadelijk bekend gemaakt, en men
zorgt

In Soehah wordt door de


niet meer betaald wordt dan verschuldigd is. en Bawang

desahoofden ’t voorkomen kennis aan de onderdistrictshoofden.


van van
misgewas gegeven

mislukkingen, welke door merkteekens


Deze gaan tegen den
oogsttijd de gerapporteerde

zijn aangegeven, opnemen, waarvoor zij zich in kommissie stellen met een politieoppasser

desahoofden, deze laatsten zooveel mogelijk van desa’s, waar misgewas


en eenige geen

de
voorkomt. Als mislukt worden alleen beschouwd die gronden, waarvan opbrengst nihil

of van beteekenis is of zijn zal.


geen

der mislukte velden wordt deze een meer of


De uitgestrektheid opgemeten, wanneer

het
minder groot complex vormen,
doch
gewooolijk getaxeerd, wanneer verspreid liggende

Hier daar worden de mislukte velden door


stukken van geringe opperplakte zijn. en

steeds mislukking groote


den controleur opgenoraen, en dit geschiedt wanneer er op

nomi-
schaal plaats heeft. Aaugezien sinds 1900 bij de processen-verbaal van
misgewas
behoeft ’t der
natieve staten gevoegd worden, aangevende ieders vrijstelling, bedrag

vrijstelling voor de geheele desa niet meer over de


belastingschuldigen omgeslagen te

wordt in de de landrente
worden. Van de verleende vrijstelling repartitieregisters van

Of
aanteekening gehouden, en
daarvan
mededeeling gedaan aan de belastingschuldigen.

misbruiken vindt niet vermeld.


bij een en ander wel eens plaats hadden, men

T ë g
al.

wordt door kommissies Inlandsche


Mislukking van
den oogst geconstateerd van

die hunne
ambtenaren (wedana’s en assistent wedana’s) en desahoofden, van bevinding

de die ter zake zooveel mogelijk


proces-verbaal opmaken en indieneu aan controleurs,

mislukt is.
cotröle uitoefenen. De
vrijstelling
komt
geheel ten
goede van hen, wier aanplant

Als misbruik wordt vermeld, dat ’t een of andere desahoofd, niettegenstaande vrij-

verleend toch ’t volle der landrente invorderde.


stelling wegens misgewas was, bedrag

daarover ’t te veel betaalde


De benadeelden hadden echter spoedig geklaagd, waarop

werd.
teruggegeven

B r ë b ë s.

Geheele of gedeeltelijke mislukking wordt in Brebès


, Tandjoeng en Bandjarhardja

bestaande uit ’t onderdistrictshoofd en twee desahoofden


geconstateerd door kommissies,

de betrokken desa). Gewoonlijk wordt ’t


bedrag der
vrijstelling voor de geheele
(niet van

de
bezichtiging der mislukte velden, door de kommissie, in
overleg met belang-
desa, na

de
hebbenden, bij admodiatie
vastgesteld.
Van de
wijze, waarop de kwijtschelding over

welke
belastingschuldigen ongeslagen werd en van eventueele misbruiken, daarbij plaats

hadden, is geen melding gemaakt.


door onderdistricts-
In
Boemiajoe en Bantarkawoeng wordt misgewas geconstateerd

bestaande uit ’t onderdistrictshoofd en eenige desahoofden,


gewijs ingestelde kommissies,

drie of vier, met mantri of bereden Van de bevinding


soms
aangevuld een oppasser.
59

den die verder’t


wordt
proces-verbaal öpgemaakt en dit
ingediend aan controleur, noodige

landrente te Als misgewas wordt


doet om de
noodig geoordeelde vrijstelling van verkrijgen.
1
de In dit geval wordt
beschouwd een productie minder dan /5 van gewone opbrengst.

algeheele vrijstelling van belasting aangevraagd.


individueel is, wordt de
Aangezien 't
grondbezit in deze districten vrijstelling wegens

zoodat ‘t de
misgewas voor ieder persoon afzonderlijk berekend, omslag van bedrag, voor

niet is. Of hierbij misbruiken


geheele desa verleend, over de belastingschuldigen noodig

vindt niet vermeld.


voorkomen, men

Fëmal a n g.

Geheele of
gedeeltelijke mislukking van ‘t gewas
werd in Pèmalang en Tjonial

‘t meerendeel door bestaande uit een Inlandsch ambtenaar


voor geconstateerd kommissies,

de door
en twee desahoofden, welke de geteisterde gedeeten opmaten en opbrengst

welke mislukt
weging nagingen. Bedroeg de uitgestrektheid, van een persoon was,

1 minder
meer dan
/ 10 van zijn grond, dan werd nagegaan of van ‘t
geteisterde gedeelte

dan 10
pikoel padi per
baoe verkregen werd, in welk geval dat
gedeelte voor vrijstelling

landrente in werd. Was ‘t mislukte niet meer dan


van
aanmerking gebracht gedeelte

of de daarvan niet minder dan 10 dan werd


Vio opbrengst pikoel per baoe, geen

vrijstelling voorgesteld. *) De vrijstelling werd voor ieder persoon afzonderlijk nagegaan,

had.
zoodat geen nadere omslag van
de aan een desa verleende
vrijstelling plaats

Het is wel enkele maal Inlandsch amb-


eens een vóórgekomen dat, wanneer een

’t desahoofd
tenaar de
geteisterde streken niet met voldoende nauwkeurigheid inspecteerde,

of liever de daar ‘t hoofd niet lezen of sawah‘s voor


desaschrijver, schrijven kon, meer

In
afschrijving opbracht, dan door misgewas bezocht waren. Randoedongkal, Banjoe-

moedal en
Watoekoempoel werd de
mislukking geconstateerd voor een kommissie, bestaande

uit twee Inlandsche ambtenaren. De


vrijstelling werd niet over alle belastingschuldigen
desa die misgewas gehad had-
van een
omgeslagen, doch kwam alleen ten
goede aan hen,

den. Misbruiken kwamen hierbij niet voor.

106. Heeft ’t streven verduisterde of oninbare landrente afbetaald


om
gelden
te ’t dat die wordt desahoofd
krijgen gevolg, belasting nog eens
geïnd (bijv. een

heeft landrente verduisterd, hiervan is zaak wordt de


gelden geen gemaakt, en nu

belasting nogmaals geïnd. Waarschijnlijk is dit daaraan te wijten, dat vele Inlandsche

ambtenaren nog denken aansprakelijk te zijn voor de afbetaling der belastingen).

Feiten opnoemen.

Neen

107. Komt het bij den omslag veel voor, dat de landrente van erven en

tegalans gelegd wordt op de sawah’s ?

Neen; wel komt in eenige desa's Batang ’t omgekeerde dat met


van voor, namelijk
de zwaarder belast worden dan de
onderling goedvinden erven
landrentelegger aangeeft
of dat kleiner dan 1 ander de
van
erven, /4 baoe, landrente gevorderd wordt, een en om

belasting van sawah's en tëgals te kunnen verminderen.

108. welke is de
Op wijze inning geregeld?

bezwaren tegen de bestaande


Zijn er
wijze van inning?

Zoo ja, welke ?

Zoodra de de landrente
tijd voor
afbetaling der aangebroken is, wordt tot inning
daarvan overgegaan, en wel eens in de week Voor elke wordt
en bij gedeelten. betaling
kwitantie daarvan wordt in ‘t
gegeven, en aanteekening gehouden betrekkelijk register van

t desahoofd. In Soebah en Bawang (afdeeling Batang) wordt voor bedoelde kwitanties

(') De resident teekent hierbij dat door hem uniforme ’t


aan, een regeling ter zake voor geheele

rgewest gemaakt Is
60

wordt, dat zij mits


de
stempelmethode toegepast, waarvan gezegd zeer
goed voldoet, een

strenge controle worde.


uitgeoefend
de bestaande wijze zijn niet
Bezwaren tegen van
inning gebleken.

109. Wordt de te geacht, ja, welke reden en waaruit


belasting zwaar zoo om

blijkt het?

Pëkalongan.

't in den West-


Hier is het
gebruikelijk, dat voor de sawah’s, waarop padigewas
doch den Oostmoesson sado)
moesson
geheel mislukt is in (padi geslaagd, geen vrijstelling

van landrente verleend wordt. Voor deze sawah's, is de landrente drukkend te achten,

want zij betalen voor één padioogst evenveel als sawalrs, die behalve één padioogst twee

hebben. Ook wordt de afhankelijke sawah's


polowidjo-oogsten afgeleverd voor van regen

sawah's
een belasting van f 6. per baoe te zwaar geacht, aangezien die gemiddeld niet

niet
meer
dan 15 pikoel padi per baoe
opbrengen, ter waarde van ongeveer f 30.—, en

met tweede gewassen beplant kunnen worden.

B a t a n g.

wordt die
Hoewel de afbetaling der landrente
geen moeilijkheid oplevert, belasting
is
toch te zwaar geacht, vooral voor Soebah en Bawang, waar weinig gelegenheid om

Zie de in staat X 6).


buiten den eigen landbouw wat te verdienen. percentages (bijlage

Tëgal en Pëmalang

De landrente wordt over


‘t
algemeen niet te zwaar
geacht. In de
afdeeling Tëgal

hier en daar misschien zelfs wat te laag; zie ‘t antwoord op vraag 103.

B r ë b ë s.

uit de hooge
De landrente wordt over ‘t algemeen te zwaar geacht, wat blijkt per-

zie staat model X de die heeft de belasting te


centages; (bijlage 6), en moeite, men om

innen.

totale ‘t suikeronderneming
Men
vergelijke eens de belastingdruk op bedrijf van een

koffieonderneming den druk der landrente op den Inlandschen


of van een met landbouw,
‘t l
de waarde product! ( )
procentsgewijze naar van

110. Welke (landrente daargelaten) welke verpachte middelen


belastingen en

(die van de pandhuizen daargelaten) worden drukkend voor de bevolking geacht?

Waaruit dit?
blijkt

Pëkalongan.

12.—vooreen
De
rijtuigbelasting
?
( ) is exorbitant hoog. Een
belasting toch van f

36. zal iedereen drukkend moeten


tweewielig, en van f voor een
vierwielig voertuig zeer

Dit ‘t best uit de moeilijkheden, die bij de inning ondervonden worden


noemen. blijkt
die 't einde ‘t
terwijl dit de eenige van Inlanders geheven belasting is, op
van
jaar nooit

is.
geheel aangezuiverd

Men boude in ’t toen dit geschreven werd de suikerbelasting (later) de verhoogde in-
(>) oog, dat en

Om diezelfde reden heeft ook da in ’t verslag mede vermelde


komsten belasting nog
niet ingevoerd waren.

Petroienmmaatschappij in 1903 bij winst


omstandigheid, dat bijv. de Koninkl. Nederl. een van
nagenoeg

of niet 1 ' le total e winst, be-


f 5,000,000, aan allerlei belastingen bij elkaar f 47783,80, nog °/o van

taalde, thans
nog
slechts historische beteekenis. (Aant, v. d. bewerker).
2
de 1908 is gerekend de afschaffing der rijtuigbelasting, die. zooals
( ) Bij Ind. begrooting van op

de memorie van toelichting vermeldde, bij ’t welvaartonderzoek gebleken is drukkend te zijn en slecht en

onbillijk te werken.

welv. in zake Veeteelt. v. cL


Over de slachtbelasting zie § 13 der Voorstellen van de comm. (Aant.

bewerker).
61

B a t a n g.

In de De karrenverhuurders bezitten
Batang en Bandar rijtuigbelasting. meeste

slechts oude die niet waard dan 30. 40.


karretjes, meer zijn f a
f —,
waarvan
f 12.

’sjaars aan belasting betaald moet worden. Voor zooveel Soebah en


Bawang betreft, wordt
mede in de eerste de die hier 20—40 de
plaats rijtuigbelasting genoemd, van
°/ 0 van

waarde der voertuigen Voorts worden hier de (10 —15


bedraagt. genoemd slachtbelasting

de ‘t doch uitsluitend zooveel betreft erfbezitters kleine


°/ 0
van waarde); hoofdgeld, voor en

landbouwers ‘t verschillende klassen heeft niet plaats); de


(omslag van
hoofdgeld naar en

kleine daar 0.50


bedrijfsbelasting, voor de zeer bedrijven, bijv. een belasting van f bij een

inkomen is. komt dat het


van f 25. 's jaars zwaar te noemen Daarbij moeilijk na te

of bedrijf al of niet minder dan 25. zoodat alle


gaan is, een f opbrengt, naar waar-

vele die minder dan ‘t belastbare minimum toch belast


schijnlijkheid bedrijven, opleveren,
worden.

Andere verpachte middelen dan de pandhuispacht waren hier niet.

Tëgal.

Voor zooveel Adiicerna Soeradadi wordt de vrij


Tëgal, en
betreft, bedrijfsbelasting

drukkend nl. zooals die door de ambtenaren opgevat wordt. Er


genoemd, meeste moet

dit is de wensch der zelfs zullen ambtenaren, die de be-


opgedreven worden, regeering;
niet aanzetten, in hun benadeeld kunnen worden. Voor-
lastingschroeven genoeg promotie
zal dat tekort schiet in zijn
waar een
gevaarlijke aanschrijving, want wie bewijzen, men

Een dat de
plichtvervulling, als de
opbrengst der belasting daalt? bewijs, belasting zwaar

of zelfs tenietgaan.
drukt is
gelegen in ‘t
feit, dat tal van kleine bedrijven achtemitgaan
Voor Slaivi wordt de drukkend
,
Pangkah en Balapoelang rijtuigbelasting zeer en

geen enkele
drukkend
immoreel
genoemd, terwijl in Boemidjawa en Djatinégara belasting

genoemd wordt.

B r ë b ë s.

In wordt de drukkend
Brëhés, Tandjoeng en Bandjarhardja rijtuigbelasting genoemd,
’t meermalen neerkomt de waarde ’t belaste
waarvan bedrag op Vs van van voorwerp.

Om ’t denke zich automobielen ten


onbillijke hiervan te beseffen, men een belasting op

1
1
of de waarde! En zulk dan nog de
bedrage van / i /3 van een belasting zou van meer

in den lande de wordt door


gegoeden gegeven worden, terwijl rijtuigbelasting opgebracht

de minst gegoeden. In
Boemiajoe en
Bantarkauoeng worden geen andere belastingen (nl.

andere dan de landrente) drukkend geacht.

Pëmal a n g.

Behalve de wordt in deze afdeeliug


in Pèmalang en Tjomal rijtuigbelasting geen

der J
belastingen of verpachte middelen te drukkend geacht. )

111. diensten of die drukkend ta


Zijn er nog gedwongen (wettige onwettige),
achten zijn; zoo ja, welke? Waaruit blijkt dit?

Pëkalongan. Tëgal.

Neen.

B a t a n g.

In Batang Bandar niet. In Soebah zijn almede de heerendiensten


en en Bawang
niet doch wèl, hier daar, de desadiensten.
drukkend, en

*) Sedert is de bedrijfsbelasting geheel nieuw geregeld (stsbl. 1907 no. 182) en daarbij o. a,
op

bepaald, dat niets verschuldigd is over een inkomen van niet meer dan f 4.17 per maand en van niet meer

dan f 50 ’s jaars.

Zie over de wijze van aanslaan in die belasting, althats in jaren, Voorstellen der Welvaart
vroeger

commissie in zake Veeteelt bldz. 29. Aant. v. d. bew.


62

wordt de in kleine
In de eerste
plaats gewezen op pantjendiensten desa’s, waarvan

verminderd is, nadat resident? besluit dd. 6 1904 No.


echter de druk zeer bij Augustus
dat de niet dan in de 35
150/4 bepaald is, pantjendienstplichtigen meer eens
dagen mogen

’t deze diensten zóó, dat elke


uitkomen. Door regelen van
pantjendienstplichtige op een

de 35 of veelvoud
vasten week en passardag uitkomt (eens in dagen een hiervan) is aan

door
de mogelijkheid tot verzwaring van den druk vrijstelling van vriendjes en familieleden

einde Yerder is eenige desa’s ’t onderhoud


van
’t desahoofd een gemaakt. voor van

drukkend. Hierin kan


desawegen (vroeger heerendienstwegen) te verandering gebracht

beerendienst doen waardoor ’t onder-


worden, door die wegen weder in te onderhouden,

uitsluitend komt laste de enkele binnen wier die


houd daarvan niet ten van
desa’s, gebied
’t onderhoud eenige groote
wegen vallen. Eindelijk is van
desabruggen van
afmetingen

desa’s deze B—4o


voor de betrokken te bezwarend, waarom voor
bruggen van meter
lengte

welke echter de
een tegemoetkoming van gouvernementswege aangevraagd werd, tijdens
’t verslag niet verleend was.
samenstelling van nog

B r
ë b ë s.

drukkend: wel echter in


De heerendiensten zijn niet Boemiajoe en
Bantarkawomy
de uit de vele
de desadiensten, met name politie-en pantjendiensten, wat
blijkt gevallen
de
van
afkoop (voor pantjendiensten bijna algemeen).

Pëmal a n g.

In deze worden de diensten niet drukkend geacht


afdeeling gedwongen

onbetaalde diensten ten behoeve


112. Worden door de Inlandsche bevolking

’t boschwezen ?
van
gepresteerd

diensten? (blusschen boschbranden enz.) drukkend; hoeveel


Welke van Zij zijn

dergelijke dagdiensten ongeveer


werden
gemiddeld in de laatste drie jaren gepresteerd ?

Alleen voor ’t blusschen van boschbranden werden in de afdeeling Brëbës en —


hoewel

in veel mindere mate ook in de afdeeling Pëmalang door de Inlandsche bevolking onbe-

behoeve ’t boschwezen. Omtrent den druk deze


taalde diensten gepresteerd ten van van

diensten in de afdeeling Brëbës werd


geen mededeeling ontvangen; in Pëmalang zijn ze

volstrekt niet drukkend.

kon zelfs niet


Hoeveel dagdiensten in de laatste drie
jaren gepresteerd werden, bij

worden.
benadering opgegeven

onder
113. Welke zijn de resultaten van den afkoop, bestuursleiding, van

heerendiensten ?

Is de bevolking hiermede ingenomen?

heerendiensten onder bestuursleiding had in ’t


gewest plaats
Afkoop van nergens

denkbeeld in niet komt liever 7 in


De
bevolking is met ’t ’t geheel ingenomen en dagen
heerendienst dan betalen 1
’t jaar in uit, / 1.—

te ).

J
nader den resident Pekalongan ontvangen bericht bleken later, toen de zaak
). Blijkens van van

hand in de oontrole-afd. Pekalongan bij de bevolking bezwaren te bestaan


ernstig ter genomen werd, geen

te met i de heerendiensten alle at te koopen. Deze afkoop viel toen zelfs zóó
om, beginnen 906, voor
wegen

dat de lieden verklaarden nimmer tot den toestand te willen keereu; zelfs—zoo
in den smaak, vorigen terug

te willen betalen die diensten verschoond te blijven, wat echter onnoodig bleek.
noodig—liever meer om van

bleken zelfs voldoende te ook de diensten


Integendeel; de opgebrachte afkoop sommen zijn om overige (voor

dammen, dijken en waterwerken) af te koopen, zoodat sedert 1907 in genoemde controle afdeeling geen

Hoewel in de gedeelten ’t de animo met


enkele heerendienst meer gepresteerd wordt. overige van
gewest

de zelfs eentemming tegen afkoop—waren toch


zoo groot was—in bergstreken was men, om goede redenen,
1908 de de heerendiensten
in de vlaktestreken velen tot afkoop bereid, zoodat met ingang afkoop van voor

kon in de districten Kadjen en Batang, in de controle-afdeeling Tegal en Pëmalang en


wegen aanvangen

in deel de districten Tandjong en Bandjarhardja. De afkoopsommen jaar en


per vol dienstplich-
een van per

tige loopen in de verschillen districten uiteen van f I.— tot f 2.30, terwijl halve heerendienstplichtigen de

helft dier gommen betalen. Aant. v. d. bewerker.


63

114.
Zijn er Inlanders

a. in kota’s,

b. in de desa.

die een bedrijf er van maken door aan Inlanders gelden voor te schieten?

(ook door voorschotten te ’t


geven op gewas).
Tot welke standen der behooren Is ’t
bevolking zij? bedrijf van
eenigen

omvang? Kunnen hierover gegevens verstrekt worden?

Welke de meest
zijn gebruikelijke renten? *)

Pëkalongan.

Dit bedrijf wordt slechts door enkele Inlanders die


uitgeoefend, voornamelijk voor-

schotten geven aan handelaars. Voorschotten ’t worden niet


op gewas gegeven. De

geldschieters behooren tot den stand der handelaars en nijveren en hun bedrijf is nogal
van
grooten ’t door hen
om vang; uitgezette kapitaal bedraagt eenige duizenden guldens.

Voor betaalt 1
groote geldleeningen men 11/,l /, %en voor kleine
leeningen 2 l/ °/
2 0

rente per maand.

B a t a n g.

Komt
weinig voor en alleen in
Batang en Bandar. In den het
regel zijn hadji’s,
die doch ’t
geld uitzetten'; bedrijf heeft niet veel te beteekenen.

Door Inlanders van elders, voornamelijk van Pëkalongan, worden wel eens voorschot-

ten den in Soebah door den


op peperoogst gegeven; maar
geringen aanplant is dit
bedrijf
van weinig beteekenis.

Hoeveel rente gevorderd is niet 2


wordt, opgegeven ).

T ë g a 1.

Een wordt hiervan


bedrijf voornamelijk gemaakt in
Tégal, Adiwerna en
Soeradadi,
zoowel door Inlanders in de kota als in de Ook
desa. voorschotten op gewas worden

’t
gegeven, Bedrijf wordt meestal uitgeoefend door meer
ontwikkelden, hadji’s en
derge-
lijken, en is niet van zeer
grooten omvang.

De meest voorkomende transactie is I. den


voor f geleend, bij oogst één
pikoel
padi ter waarde van f 1.50 a / 2. dan wel deze
teruggeven, bedragen in geld.

Brë b ë s

Dit
bedrijf wordt
uitgeoefend zoowel door Inlanders in de kota als in de
desa, ook
door voorschotten te ’t 3
geven op gewas j. Deze lieden behooren tot den stand der land-

bouwers en Omtrent den


neringdoenden. omvang van ’t
bedrijf, welke niet is, kun-
groot
nen geen verstrekt worden. De
gegevens geheven rente bedraagt bij padileeuingen tot

200 % en meer
’sjaars; bij geldleeningen is de rente 60 tot 240
procent s’jaars. Bij
kleine leeningen is de rente dan
gewoonlijk meer
bij groote.

') Zie de renten, die -worden


voor betaald ter verkrijging van bedrijfskapitaal, ook de antwoorden
op

vraag 365 (Hoofdst. Handel en Nijverheid). Aant. v. d. bew.

2
) Volgens ’t antwoord 200
op vr.
(Hoofdst. Landbouw) worden wel voorschotten in dier
gegeven,
dat bijv. f 30. voorschot
voege, men
ontvangt voor een
baoe, waarvan de opbrengst f 50. geschat
op

wordt. In ’t onderdistriot
Gringsing wordt door de lieden, die de sawah’s der erfpachtsperceelen in deelbouw

bewerken, voorschot
op
’t
gewas tegen f 1.25 of f 1,50 de den oogst
genomen pikoel na te leveren padi.

Volgens den regent wordt soms voorschot van f I. onder belofte daarvan
genomen, bij den oogst 1 pikoel
padi te leveren. Aant. v. d. bew.

) Volgens t antwoord
op vr. 200 (Hoofdst. Landbouw) wordt
gewoonlijk overeengekomen, dat 1

pikoel padi na den


oogst betaald zal worden iederen gulden, in den der
voor
tijd sawah bewerking voorge-

schoten, of f 1,25 voorgeschoten als de reeds


voor
padi atgeplant is, of voor
f 1.50, voorgeschoten als de
padi reeds begint te rijpen. Kan men de schuld den niet dan heeft
na
oogst voldoen, schuldvernieuwing
denzelfden rentevoet de
op plaats. Als prijs van de padi pikoel den
f 2, is,
na
per oogst wordt
aangeno-

men, dat f 2.
men opnieuw leent, waarvoor dan bijv. den volgenden oogst 3
na
pikoels padi betaald moeten

worden. Aant. v. d. bew.


64

Pëmalang.

veel in de kota zoomin als in de desa


Een bedrijf wordt hiervan niet gemaakt,

De die uitleenen ook voorschotten ’t zijn


weinige personen, gelden en geven op gewas,

meerendeels handelaars. Yoor 1


pikoel padi wordt + 4 maanden vóór den oogst / 1. —
be-

taald 1 welke maanden den 2. tot 2.50 waard is. Zoodoende


), padi eenige na
oogst f —

/
wordt 150
wordt minstens 100 °/o rente ’s jaars gemaakt. Bij geldleeningen 50 tot °/ 0 ,
of kleine worden lange
rente ’s jaars gerekend, al naar gelang groote sommen geleend op

of korte termijnen.

115. Wordt door hen onderpand gevraagd of zonder onderpand geleend, ge-

woonlijk op
welke voorwaarden?

Pëkalongan en Batang,

Hier wordt zonder voorwaarden wordt


onderpand geleend; van
bijzondere geen

melding gemaakt.

Tëgal.

meestal (huizen, of
In
Tëgal, Adiwerna en Soeradadi wordt onderpand vee
grond)
dat niet de schuld binnen den
gevraagd en als voorwaarde gesteld, bij voldoening van

den schuldeischer vervalt. In de overige


overeengekomen termijn, ’t verpande goed aan

worden.
districten pleegt geen onderpand gevraagd te

B r ë b ë s.

wordt tot kleine


In Brëbës
,
Tandjoeng en
Bandjarhardja bij geldleeningen bedragen
worden vaak sawah’s
geen onderpand gevraagd. Bij geldleeningen tot grootere bedragen
wordt als voorwaarde dat de schuldenaar de sawah’s.
verpand. Daarbij gewoonlijk gesteld,

in deelbouw bewerken. In Boemiajoe Baniarkaivoeng worden bij geldleeningen


blijft en

als niet betaling de schuld,


huizen, erven en klapperboomen onderpand gevraagd. Bij van

vervallen de verpande goederen aan den schuldeischer, en


ingeval klapperboomen verpand

heeft de schuldeischer recht de vruchten, totdat de schuld voldaan is.


zijn, op

Pëmalang.

wordt wel erf of


Alleen in Pëmalang en Tjomal eens
tegen onderpand van
huis,
In dit is de minder dan
bouwgrond geld geleend. geval rente wanneer
geen onderpand

voorwaarden is verder
gegeven is. Yan geen melding gemaakt.

116. indien de of Vreemde Oosterlingen zijn?


Idem, geldschieters Europeanen

Pëkalongan.

als
Of door Europeanen en Yreemde Oosterlingen geldschieters onderpand gevraagd,
vindt niet ook niet welke
dan wel zonder
onderpand geleend wordt, men
vermeld, op

wordt. Slechts wordt


voorwaarden door deze
geldschieters gewoonlijk geleend gezegd,

dat deze alleen grootere sommen een schuldbekentenis vorderen, en


geldschieters voor

als Inlandsche
dat zij ongeveer evenveel
rente
vragen geldschieters.

Batang.

’s
Alleen Chineezen maken van
geld leenen een
bedrijf, waarbij 100°/ o
rente jaars

geen zeldzaamheid is.

') In Banjoemoedat moet volgens ’t antwoord vr. 200, een pikoel padi na afloop van dea
mon, op

oogst teruggeven voor elke f I,—, f 1,25 of f 1,50 voorg esohoten resp, als de grond plantklaar is, na afloop

of als de padi reeds is. Aant.


van den planttijd geel v. d. bewerker.
65

In worden voorschotten te leveren tabak een vooraf


Bawang gegeven op tegen

prijs, wordt met de te betalen rente, welke 100


bepaalden waarbij rekening gehouden op

150 procent ’s jaars kan worden. wordt niet In 1904 is


a
geschat Onderpand gegeven.

de Batangsche Hulp- Spaar- en Creditbank


begonnen aan tabakkers voorschotten te geven

tegen l°/0 ’s maands onder (tanggoeng renteng). In 1905 is


onderlinge borgstelling op

die wüze + f 12000. uitgeleend. *)

T ë a 1.
g

Slechts enkele maken geld leenen dan


Europeanen van een bedrijf en nog op

onbeduidende schaal. het veel door Arabieren Chineezen in


Daarentegen geschiedt en

Slawi, De door
Tégal, Adhverna, Soeradadi, Panglcah ,
en
Balapoelang. voorwaarden,

deze zijn dan die, door Inlandsche


geldschieters gesteld, gewoonlijk nadeeliger geldschieters
Dit vooral de Arabieren. Vaak wordt de als
bedongen. geldt voor
grond onderpand
onder dat de debiteur den in deelbouw moet bebouwen
gegeven voorwaarde, grond en

zulks niet met zijn gezet kan tenzij zijn schuld


hij. zorg doende, van
grond worden, hij
met de rente in ééns kan aanzuiveren, wat natuurlijk in de meeste
verschuldigde gevallen
niet mogelijk is.

B r ë b ë s.

die leenen
Europeanen, van geld een bedrijf maken, zijn er zoo goed als
niet, en

Vreemde die dat dezelfde


Oosterlingen doen, gaan op wijze te werk als Inlandsche geld-

schieters. In wordt
Brébës, Tandjong en
Bandjarhardja gewoonlijk aan landbouwers

onder voorwaarde den de schuld


geleend, om met eerstvolgenden oogst in
padi te vuldoen.

Naar ’t of minder in de toekomst ligt, wordt minder


mate
tijdstip van
terugbetaling meer

o:f één maanden vóór den wordt


meer gegeven voor
pikoel padi; bijv. zes
oogst f I.

drie maanden daarvoor f 1.25 of 1.50 één den


gegeven, f voor
pikoel padi, na oogst

te leveren.

Pëmal a u g.

die leenen hier


Europeanen, van geld een bedrijf maken, zijn niet, en Vreemde

die dat worden alleen in


Oosterlingen, doen, Pémalang en Tjomal aangetroffen. De ren-

ten
bedragen 24 tot 72% ’s jaars.

117. In hoeverre wordt de Inlandsche rentenier door de


(meestal woekeraar)

Inlandsche bevolking geminacht en in welke mate werkt zulks belemmerend den


op

geldsomloop als gevolg daarvan, de vorming kapitaal onder de


en, op van
bevolking?

Inlandsche renteniers
worden, voor zoover ze er zijn, door de Inlandsche bevolking
’t niet geminacht.
over
algemeen

118. Wie nemen veelal voorschotten ?

Ontginners.

Landbouwers.

Visschers.

Handelaren.

Werklieden.

Karrenvoerders.

Bedienden.

Koeli’s.

Personen die een feest willen geven, enz.

Pëkalongan.

’t Meest voorschotten: bedienden, kleinhandelaren landbouwers.


nemen
koeli’s, en

') Volgens de „Mededelingen betreffende het Inlandsch Credietwezen over het jaar 1906’' bedroeg
dit bedrag in gemeld jaar 20170 werd slechts
en
nog door weinige tabakplanters van Chineesche opkoopers

geleend. Aant. v. d. bew.


66

Batang.

In Bandar worden
Batang en voorschotten veelal genomen door
landbouwers,

kleinhandelaren, karrevoerders, bedienden en


personen die een feest willen geven: in

Soebah door werklieden


landbouwers, op ondernemingen en karrevoerders en
in
Bawang
door landbouwers
(tabaksplanters).

Tëg a 1

In Adiwerna
Tegal ,
en Soeradadi worden voorschotten veelal genomen door

landbouwers, visschers, handelaren, karrevoerders, bedienden, koeli’s en personen die een

feest willen in
geven; Simei, Pangkah en
Balajioelang door
landbouwers, werklieden*

karrevoerders, bedienden en die een feest willen in


personen geven en
Boemidjawa en

Vjatinegara door personen die een feest willen geven.

B r
ë b ë s.

leder, die er kans toe ziet of in de neemt voorschot.


gelegenheid is,

Pëmal a n g.

In Tjomal
Pémalang en vraagt bijna zonder
uitzondering elke
Inlander, die iets

ander doen
voor een te heeft, of iets heeft te
leveren, voorschot, en liefst zoo veel

In de bergdistricten
mogelijk. zijn het alleen landbouwers die veelal voorschotten
nemen,

doch veel komt het niet voor.

119. Wordt ’t
bij geven van voorschotten vaak de
hulp van ’t districts- of van

’t desabestuur ingeroepen, welke voordeelen worden daarvoor


en, zoo ja, toegekend?

Pëkalongan, Tëgal en Pëmalang.

Neen.

Batang.

Alleen in Bandar wordt door


Batang en ondernemers de hulp van ’t districtshoofd

ingeroepen om
tegenwoordig te zijn bij ’t verleenen van voorschotten aan karrevoerders

(contractanten Welke voordeelen daarvoor


van
trekvee). toegekend worden, is niet opgegeven.

B r
ë b ë s.

Alleen in wordt ’t
Boerniajoe bij geven van voorschotten, bij inhuur van
gronden
de
voor suikercultuur, wel eens de
hulp van ’t desahoofd
ingeroepen tegen een
belooning
2. baoe.
van
f per

120. Wordt ’t innen dezer voorschotten de of


voor
dikwijls hulp van politie
bestuur ingeroepen?

Dit wel hoofdplaats Pëkalongan door


gebeurt eens ter
Europeesche dames, die een

batikkerij hebben, en vaak in


Batang en Bandar
(afdeeling Batang).

121. Worden de vorderingen tot (met of zonder


terugbetaling van
pand) geleende

gelden, of ter den tot pand grond, wel


erlanging van
gestelden eens ingesteld door

of tegen anderen dan de


eigenlijke partijen, die zich nl. achter die anderen verschuilen,

welke redenen?
zoo
ja, om

Pëkalongan.

Dit
gebeurt wel eens door
Europeanen, ten einde de vordering te kunnen instellen

bij ’t districts-of regentschapsgerecht.

Batang.

Neen.
67

1
Tëg a

In Adiwerna Soeradadi komt


Tëgal, en het zeer vaak
voor,
dat tot erlanging van

den in
pand gegeven grond door een strooman geageerd wordt ten behoeve van een
Niet-

Inlander, zulks met ’t St. 1875 No. dat


oog op 179, waarbij bepaald is, gebruiksrecht op

grond niet vatbaar is door Inlanders


voor
vervreemding aan Niet-Inlanders. Als strooman

fungeeren voor
Arabieren, Chineezen en Europeanen vaak hunne Inlandsche vrouwen of

bijzitten. (*)

B r
ë b ë s.

Bij verpanden van grond aan Vreemde


Oosterlingen fungeeren Inlanders voor hen

als zulks met ’t St. 1875 No. 179. Eventueele


stroomannen, natuurlijk oog op vorderingen
worden dan door of deze die vaak ook dienen rechte
tegen stroomannen ingesteld, om in

gemakkelijker te kunnen optreden.

Pëmal a n g.

Dit komt niet of althans niet veel voor.

122. Neemt de pandbeleening toef

is ’t aantal Hoeveel ’t
onuitgeloste pandgoederen belangrijk? % van
geheele
aantal ?

Fëkalongan.

De
pandbeleening neemt toe. Vroeger schaamde men zich om naar ’t pandhuis te

gaan; tegenwoordig niet meer. Ongeveer 20°/o van ’t aantal pandgoederen blijft onuitgelost.

Bat a n g

De
pandbeleening neemt af, waarschijnlijk ook omdat door de Batangsche Bank

crediet verleend wordt, ’t Aantal


onuitgeloste pandgoederen is gering, in den regel slechts

1 tot 5 procent ’t geheele aantal


van
pandgoederen.

Tëgal.

In Adiwerna Soeradadi
Tëgal, en neemt de
pandbeleening toe. ’t Aantal onuit-

is nogal wel ’t geheele


geloste pandgoederen belangrijk, en
bedraagt eens 30 °/ 0
van aantal.

In
Boemidjawa en Djatinëgara zijn geen pandhuizen, en voor Slawi, Pangkah en

Balapoeng is niet bekend gesteld of de ’t Aantal


pandbeleening toeneemt, onuitgeloste

pandgoederen bedroeg in 1903 voor ’t


pandhuis te Slawi 9
°/ 0, Pangkah 6
°/ 0 ,
Lebaksioe

54 w
°/ 0 en
Karangdjati 34 /o van ’t
geheele aantal.

B r
ë b ë s.

De ’t Aantal in
pandbeleening neemt toe. onuitgeloste pandgoederen bedraagt

Brëbes + 15 °/o ’t totaal aantal pandgoederen; in + 13 in


van
Tandjoeng %; Bandjar-

+ 21
hardja °/ 0 en in
Boemiajoe en
Bantarkawoeng + 19
°/0 .

Pëmal a n g.

De pandbeleening in Tjomal zijn, doch kan in


schijnt Pëmalang en
toegenomen te

de andere districten stationnair


genoemd worden, ’t Aantal
onuitgeloste pandgoederen is

laatstbedoelde districten + 10 ’t
voor
°/ 0
van
geheele aantal; voor de twee eerst genoemde

districten is bedoelde verhouding niet opgegeven.

(’). Uit ’t antwoord 533 (Hoofdstak Recht en Politie) blijkt dat een rijke Chinees, die
op vraag

zijn geld niet langer rentegevend kon maken in pachten, op groote schaal gronden in pand nam
tegen

geldschieting, waarbij o. a. een gepensionneerd wedono zich ais strooman gebruiken liet. Een andere

Chinees liet in agrarisch eigendom bezeten stuk rente in ’t


een
grond wegens achterstallige en aflossing

openbaar verkoopen, dit door Inlandsohen strooman zich aldus art. 19 ’t kon.
en een voor
opkoopen; van

besluit in Stbl. 1872 117 het


No. ontduikende. Tussehen Inlanders ouderling komt niet voor. Aant. v. d,

bewerker.
68

123. Kan de Inlandsche met gezin in .den voldoende


grondbezitter zijn regel

in zijn onderhoud voorzien?

Pëkalongan.

Alleen in streken met voldoend zooals in de onderdistricten Sragi


grondbezit, en

de districten
Rëmboen
( Wiradesa), ’t onderdistrict Pagoemëngan ( Kêdoengwoeni ) en Doro

dit de
Kadjèn en Paninggaran is voor meeste grondbezitters mogelijk.

B a t a n g.

Over ’t óók sawahbouw hoofdzaak is.


algemeen wel, waar geen

T ë g a 1.

In Adiwerna ’t doch in de andere districten deze


Tegal en over
algemeen niet, van

wel.
afdeeling

Brëbës en Pëmalang,

Over ’t algemeen wel. In de contröle-afdeeling Brëbës echter velen


nog niet,
ondanks ’t groote grondbezit.

124. Zoo niet, hoe wordt in ’t ontbrekende voorzienV

In de voornamelijk door ’t uitoefenen in


afdeeling Pëkalongan van
nevenbedrijven,
de andere ook door al dan niet suikerfabrieken,
afdeelingen koeliarbeid, bij huisvlijt en

kleinhandel.

in
125. Bevordert de
aanwezigheid van Inlandsche of Europeesche nijverheid

of bij de desa den welstand der ingezetenen?

Zoo ja, in welke mate? Zoo niet, waarom?

(Bovenstaande drie vragen afzonderlijk te behandelen voor streken waar sawah-

bouw wél en geen hoofdzaak is).

Pëkalongan.

De Inlandsche bevordert in ’t zeker den wel-


en
Europeesche nijverheid algemeen
stand der omdat veel suikerfabriek + ’s
ingezetenen, zij geld (elke f 350000. jaars
onder de brengt. Door ’t gebruikelijke voorschottenstelsol worden echter loonen
bevolking
De welvaart der die hun
en
grondhuurprijzen zeer
gedrukt. grondbezitters, gronden aan

de suikerfabrieken niet eerder achteruit. Sawahbouw


verhuren, gaat gewoonlijk vooruit,

is hier hoofdzaak.

B a t a n g.

Bandar de ofschoon
Ja, vooral in Batang en en wel Europeesche nijverheid, de

loonen den De Inlandsche


in regel niet hoog zijn. nijverheid is van
geringe beteekenis.

Sawahbouw is hier hoofdzaak.

T ë g a 1.

Inlandsche is Door de
nijverheid er niet of is niet van
belang. Europeesche nijver-

die in Soeradadi.
heid, overigens Boemidjawa en Djatinègara van weinig beteekenis is,
wordt de welvaart de in ’t
van bevolking algemeen wel bevorderd. De grondbezitters
die hun de suikerfabrieken
echter, gronden aan
verhuren, gewoonlijk tegen lage huurprijzen
25. tot 40. vaak achteruit.
{f f —

per baoe), gaan meerendeels in welstand niet


vooruit,
Sawahbouw is hier hoofdzaak.

Brëbës.

Inlandsche nijverheid is er niet of is niet van belang.

Door de wordt in
Europeesche nijverheid (suikerondernemingen) Brébès, Tandjoeng
69

en
Band/arhardja wèl de welvaart van
eenige ambachtslieden, die in de fabrieken beter

betaald worden dan in de desa, bevorderd; doch of de welstand bevol-


algemeene van de

king er door verbeterd wordt valt te betwijfelen, zulks in verband met den grondslag,
de
waarop ondernemingen werken. In
Boemiajoc zijn het
voornamelijk de niet-grondbe-

zitters die de
van Europeesche nijverheid profiteeren; niet echter de grondbezitters, die

onder der invloed ’t hun


van voorschottenstelsel gronden tegen te lage prijzen aan de

verhuren. Sawahbouw is
ondernemingen hier hoofdzaak.

Pëmalang,

Inlandsche is niet of
nijverheid er is niet van
belang. Europeesche nijverheid
wordt alleen in bevordert daar den
aangetroffen Pëmalang en
Tjomal en wel welstand

der ingezetenen. Jaarlijks komt daardoor + ƒ 400000. in handen der bevolking. Sawah-

bouw is hier hoofdzaak.

GRONDVERHUUR.

A. INLANDERS ONDERLING.

126. Welke de
zijn meest gewone beweegredenen voor grondverhuur tusschen

Inlanders welke de
onderling, zijn meest voorkomende voorwaarden en welke
zijn
de
gewone huurprijzen en huurtijden ?

Pëkalongan.

De meest gewone beweegredenen voor grondverhuur zijn geldverlegenheid of te veel

bouwgrond; ook wel (n. 1. voor industrieelen en handelaars) gebrek aan tijd om
den grond
zelf te bebouwen. De verhuur geschiedt voor één öjöt (westmoesson) of één jaar; in enkele

onder voorwaarde
gevallen tevens, dat de
huurtermijn verlengd wordt zonder
bijbetaling, in-

dien de oogst geheel mislukt is. Dikwijls wordt de voorwaarde


gesteld, dat de
grondbezitter
den verhuurden grond zelf in deelbouw bebouwt. De wordt
opbrengst gelijkelijk verdeeld

tusschen huurder doch


en verhuurder, laatstgenoemde moet aan den huurder
f 5. van

den ontvangen huurprijs teruggeven.


De
huurprijzen verschillen tusschen
f 6. en f 25. per baoe voor irrigeerbare
sawah’s. Van
regen afhankelijke sawah’s worden veelal verhuurd voor ’t bedrag van
de

landrente alleen. Verhuur komt niet


van tegalans voor.

B a t a n g.

In
Batang en Bandar is de meest
gewone beweegreden, dat men geen geld heeft

om zijn sawah’s zelf te bewerken. Men verhuurt dan in onder


Batang zijn grond voor-

waarde den
van
„maron” en krijgt de helft van
oogst plus f 15. —

per
baoe als :t vruchtbare

sawah is, anders slechts 10.— De huurder den


/ mag grond gedurende 1 jaar bebouwen,
d. i. éénmaal met padi en éénmaal met In Bandar verhuurt de
polowidjo. men sawah’s

tegen ƒ6.— tot


f 10.— per baoe.

De meest Soebah
gewone beweegredenen zijn in en
Bauang behoefte aan contanten,
’t bezit dan zelf bebouwenkan
van meer grond men
(o.a. van ambtsvelden) en ziekte van den

bezitter. Gewoonlijk wordt één in welken


voor
jaar verhuurd, tijd één padi- en één
polowidjo-

oogst den grond wordt. De


van
verkregen huurprijzen loopen uiteen tusschen f 10. — en

f 20. baoe. Het komt veel dat de verhuurder den bewerkt


per voor, grond en bephnt
daarvoor de helft den De
en van oogst bekomt. huurprijs bedraagt dan
ƒ 6.
af 8

per baoe ’s jaars.

T ë a 1.
g

In Adiwerna Soeradadi zijn


Tëgal, en de meest gewone beweegredenen geldgebrek
of werkkrachten zelf
gebrek aan om den
grond te bebouwen. De meest voorkomende

voorwaarden dat de verhuur geschiedt


zijn, voor één padi oogst of één
padi-en één
polowidjo-

oogst, dus 7 of 12 maanden. De


voor
huurprijzen loopen uiteen tusschen
f 12. en

30. baoe.
f per
70

is
De meest gewone beweegreden in Slawi, Pangkah en Balapoelang geldgebrek.
uiteen: men heeft huurovereen-
De voorwaarden, huurprijzen en
huurtijden loopen zeer

heeft waarden als


komsten voor 2, 3 en 4 jaren en voor 2, 3 en 4 padi-oogsten: men voor

’t voorschot ’t voorschot; verder dat de voorschot-


teruggave van en geen teruggave van

bewerkt dat de overeenkomst ook slaat


nemer
den
grond in deelbouw en eindelijk op

den aanplant van


tweede
gewassen.
De huurprijzen loopen almede zeer uiteen en bedragen

sawah oelon” zelfs 120. per baoe. In


f 5. tot f 25. per baoe, voor ~oelon tot
f
tusschen Inlanders niet De Inlan-
Boernidjawa en Djatinègara komt grondverhuur voor.

onder elkaar de voorkeur of verkoop met recht van


ders geven aan)’t pandcontract aan

wederinkoop.

B rë b ë s

De meest gewone beweegredenen zijn delging


Bréhès, Tandjoeng en
Bandjarhardja:
dan wel
van
schuld of
gebrek aan geld om den
grond zelf te bebouwen, om belastingen

huwelijk). De voorwaarden zijn,


te betalen of een noodzakelijk feest te geven (besnijdenis,
verhuur één of
al naar gelang van
den
geldnood van den grondbezitter, voor
oogsttijd
wordt de huur den duur ’t
voor
meerdere
jaren. In ’t laatste geval voor
geheelen van

de lager dan bij verhuur één


contract in eens
getoucheerd en is huurprijs voor
oogstjaar.
of de de huurprijzen sawah’s
Naar
gelang van den aard der gronden bevloeiïng, loopen van

20. baoe ’s
uiteen van f 10.— tot f per jaars.

Bantarkawoeng: De meest beweegreden voor


grondverhuur
Boemiajoe en gewone

is slametans, enz. De meest voorkomende voorwaarde is verhuur


geldgebrek voor feesten,
baoe sawah is + welke
voor één oogsttijd. De gewone huurprijs voor één f 16.—,

maanden vooruit betaald wordt.


huurprijs eenige

Pëmalang.

den te verhuren
Pëmalang en Tjomal: De meest gewone beweegredenen om grond

de den zelf te bebouwen. De sawah wordt


zijn geldgebrek en onmogelijkheid om
grond
25. baoe, al
afgestaan voor
één oogsttijd (+ 6 maanden) tegen f 9. tot f per
naar

door den verhuurder moet voldaan


gelang van
de
geaardheid daarvan, terwijl de belasting

worden. Deelbouw komt ook vrij veel voor.

De meest beweegreden
Randoedongkal, Banjoemoedal en Watoekoempoel; gewone

is
geldgebrek. De gewone huurtijd is één oogstjaar d. w. z. één
padi oogst en één polo-

widjo oogst.
De huurprijzen bedragen dan per baoe sawah in
Randoedongkal f 15. —

tot f 20.—, in
Banjoemoedal f 4. tot f 10. —
en in
Watoekoempoel f 7.50 tot f 25. —

De verhuurder betaalt de landrente.

127. Worden die voorwaarden in den regel goed nagekomen?

In den wel.
regel

128. Neemt de verhuur toe of af; welke daarvan de redenen?


zijn

Pëkalongan

De verhuur omdat bewerking den door


neemt af, tegenwoordig aan van
grond

anderen in deelbouw de voorkeur gegeven wordt.

Batang en Pëmalang.

De verhuur kan niet gezegd worden toe- of af te nemen.

Të a 1.
g

In Tégal, Adiwirna en Soeradadi neemt de verhuur toe, tengevolge van meer

behoeften den Inlander. In is


geldgebrek en meer van
Slawi, Pangkah en
Balapoelang
zooals hiervoren
toe- noch afname te constateeren, terwijl in
boernidjawa en Djatinègara,

reeds bleek, grondverhuur tusschen Inlanders niet voorkomt.


71

B r
ë b ë s.

In Brèbés de verhuur omdat den


, Tandjoeng en
Bandjarhardja neemt af, men na

aanleg van
irrigatiewerken er meer prijs op stelt zijn grond zelf te bewerken. Buiten

’t in
irrigatiegebied en Boemiajoe en
Bantarkawoeng kon toe-noch afname geconstateerd

worden.

129. Komt het veel dat met recht weder-


voor,
tegenvolge van
verkoop van

de grondbezitter
inkoop zijn grond verliest?

Fëkalongan

Verkoop met recht van


wederinkoop heeft alleen plaats van erven en
’t meest aan

Arabieren, onder voorwaarde dat de bezitter huis erf bewonen


vroegere en mag blijven

tegen betaling van een zekeren huurprijs. Of op die wijze de grond al dan niet
dikwijls
verloren vindt niet vermeld.
gaat, men

B a t a n g.

Deze overeenkomst komt hier niet of slechts weinig voor.

Tëgal en
Brëbës.

Met uitzondering Bjemidjawa


van en
Djatinegara (afdeeling Tëgal) en Baniarka-

woeng (afdeeling Brëbës) komt het veel voor, dat tengevolge van
verkoop met recht van

wederinkoop de
grondbezitter zijn grond verliest. In
Boemiajoe (afdeeling Brëbës) is het

echter niet de die


verkooper den
grond verliest, doch zijn het doorgaans diens
erfgenamen.

P ë ra a 1 a n g.

Dit komt hier niet veel ook omdat de meestal


voor, termijn voor
wederinkoop on-

is.
bepaald

130. Komt grondinhuur door leden van ’t desabestuur binnen hun desa veel voor ?

Pëkalongan.

Voor zoover bekend, niet.

B a t a n
g.

Dit komt alleen in Bandar


Batang en nogal eens voor, bijv. wanneer een desa-

bestuurslid zijn eigen grond aan de fabriek verhuurd heeft.

T ë a 1.
g

Zeer veel komt het ia Adiwerna Soeradadi vooral in de suiker-


voor
Tégal, en
,

streken. Men huurt den


grond van een
medeingezetene, om hem aan de fabriek weder

te verhuren. Elders komt het niet of weinig voor.

B r ë b ë s.

In komt dit vrij veel Elders zelden


Boemiajoe en
Bantarkawoeng voor.

Pëmal a n g.

Dit komt slechts


weinig voor
72

131. Neemt deelbouw toe? Wat daarvan de redenen?


zijn

Fëkalongan.

Ja; zie 'tantwoord op vraag 128.

Brëbës
Batang en

Deelbouw neemt niet althans niet merkbaar.


toe,

T ë g a 1.

Deelbouw neemt alleen toe in Slawi Pangkah als


gevolg
,
en
Balapoelang ,
van ge-

brek door opeenhooping daarvan in enkele handen.


aan grond,

Pëmal a n g.

Deelbouw in eerder af dan is in de andere


neemt Pémalang en
Tjomal toe, en

districten niet merkbaar of


toe- afgenomen.

132. Komt inhuur door Iniandsche ambtenaren of beambten veel voor?

de nadeelen de
Wat
zijn daarvan voor
bevolking?

Dit niet of slechts zelden Xadeelen de


komt voor. voor bevolking spruiten daaruit

niet voort.

B. AAN NIET- INLANDERS

133 Wordt veel ondernemingen verhuurd? Tot welke


grond aan
prijzen; voor

hoe iang?

Fëkalongan.

Ja, + 3200 baoe’s. De 25. tot 35. per baoe


gewone huurprijzen zijn f f —
voor

Voor die met 1 Januari betaalt de


één oogstjaar. sawah’s, ingang van
ingehuurd worden,

fabriek 7. baoe levering den grond; terwijl


Sragi een
premie van
f —

per bij tijdige van

de fabriek de sawah’s in de welke met


Wonopringgo voor kali-Pantjoer-vlakte, ingang van

onder dat de verhuurders


1 Januari
ingehuurd zijn, / 40.
per
baoe betaalt, doch
beding,
in den
voorafgaanden oostmoesson geen padi daarop planten en dus ook
geen
water uit

’t den De 1 Januari of
pompstation voor grond krijgen. huurtermijnen loopen van van

Februari dan wel Maart October van’t De fabriek betaalde


15 1 tot 31 volgende jaar. Sragi
kort 0.20 baoe
intusschen tot voor een
schadeloosstelling van
f per en per dag voor
grond,
’t riet 1 niet gesneden de laatste
waarop op September nog was.
Yolgens huurcontraten,
’t betaalt fabriek thans huurprijs 39.
voor oogstjaar 1906/07, genoemde een van
f per

baoe, doch zonder de vermelde schadeloosstelling.

Batang.

Alleen in
Batang betrekkelijk veel; + 2500 baoe sawah van een totale
uitgestrekt-
heid + 8000 baoe. De baoe met suikerriet
van
huurprijzen per bedragen voor
beplanting

+ 15. voorin
f 25. —
tot f 30. —
voor +2O maanden; voor
beplanting met indigo f

+ d.
maanden en voor
beplanting met
padi / 20. voor 1
jaar, i. tweemaal padi planten.

In Bandar de baoe beplanting met suikerriet-bibit


bedraagt huurprijs per voor

+l3 maanden. In Soebak + 220 baoe’s ten behoeve


/ 25. tot / 30. voor zijn van

verhuurd 12 20 jaar, tegen ƒ 16. per baoe ’s jaars. Door


een indigo onderneming voor tot

dezelfde worden bovendien andere tusschen 25


onderneming nog gronden (afwisselend en

50 baoe’s ’s jaars) den tijd 15 18 maanden gehuurd 20.-- baoe;


voor van a
tegen f per

+ 90 baoe sawah in 't zelf-


terwijl een
uitgestrektheid van en
tegal (agrarisch eigendom)
de district den 20 jaar verhuurd is tegen huur.,om,
voor
tijd van aan een
Europeaan een

ongeveer overeenkomende met den


aanslag in de landrente.

In worden geen gronden verhuurd.


Bawang aan
ondernemingen
73

Tëgal

In Adiwerna Slawi
Tëgal, ,
,
Pangkah en
Balapoelang wordt veel
grond verhuurd

suikerfabrieken in
aan en
Boemidjawa en
Djatinégara + 450 b. aan suikerriet-bibit-onder-

nemingen. Aan de suikerfabrieken worden de gronden verhuurd voor één oogstjaar en aan

de
bibit-ondernetniogen voor +l4 maanden.
Bij verhuur aan suikerfabrieken
bedragen
de huurprijzen in Adiwerna f 25.
Tëgal en —
tot f 40. per baoe, voor enkele gronden
wel 50.
eens
f per baoe; in Slawi, Pangkah en
Balapoelang bedragen de
huurprijzen
25. 30.
f tot f per baoe; voor enkele kleine stukken grond, die op ’t laatste
oogenblik
verhuurd
worden, wel eens f 40. per baoe. Bij verhuur aan suikerriet-bibit-onderne-

mingen de
bedragen huurprijzen f 25. tot f 30.
per baoe.

B r ë b ë s.

In Brëbës de suikerfabriek
ligt Djatibarang, die een maximum
aanplant heeft van

975 baoe, in de suikerfabriek


en
Tandjoeng Ketanggoengan-West, die echter ’t
grootste

gedeelte van haar


aanplant op eigen grond (’t particuliere land
Ketanggoengan-West) heeft

staan, en slechts eeu maximum van 200 baoe daar buiten inhuurt. Verder wordt in Boe-

miajoe een
uitgestrektheid van ongeveer 350 baoe verhuurd aan
suikerriet-bibit-ondornemingen.
De huurprijzen bij verhuur suikerfabrieken
bedragen aan
f 25. tot f 35. en

40. baoe.
soms
f per Bij verhuur aan
suikerrit-bibit-ondernemingen bedragen de huur-

prijzen 40.
f tot f 55. per baoe.

De
huurtijden zijn bij verhuur aan suikerfabrieken één
oogstjaar en
bij verhuur aan

suikerriet-bibit-ondernemingen 12 tot 16 maanden.

Përaalang,

In Pémalang en
Tjomal wordt van een totale uitgestrektheid sawah van + 30000

baoe jaarlijks H_- 2300 baoe aan suikerfabrieken verhuurd voor 18 tot 21 maanden en

tegen een
huurprijs van f 25. per baoe. Bovendien wordt door de suikerfabriek
Tjomal
’t gemis den
voor van
polowidjo-aanplant van
de
gronden, die na 1 Mei van ’t 2e. jaar
van inhuur de verhuurders
teruggegeven worden, aan
uitgekeerd een
schadeloostelling van

f I. per baoe voor elke halve maand In


vertraging. Randoedongkal wordt + 200 baoe en

in Banjoemoedal van + 50 baoe de suikerfabrieken


aan
Tjomal en
Bandjardawa verhuurd
’t suikerrit-bibit. De
voor
planten van
huurtijd is + 14 maanden de
en
huurprijzen
bedragen f 25 tot
f 40. per baoe.

Beantwoording door de heeren B. M. A. Carp en H, C. Prin-

sen
Geerlings.

Overzicht der in de residentie


grondverhuren Pëkalongan in de
jaren 1901, 1902

1903 de
en
volgens agrarische verslagen:

SUIKERRIET. SUIKER RIET- BIBIT INDIGO.

AFDEELINGEN.

1901. 1902. 1903. 1901 1902, 1903. 1901. 1902. 1903.

Pëkalongan . , 8602: 2547 3065 7 i 281


— —
210 279

Batang 428 573 1122 38 179 174 300 380 404


1

....

Tëgal 4458 4475 4930 — — — —

Brëbës ....
2239 1984 1805 704 702 952 —
— —

Pënialang .
2351 2285 2300 356 504 187 —
:

— —

Totalen. .
. 13078!11864 ] 3222 1105
| 1385 1313 581 590 683
74

ANDERE GEWAS-
PADI. TOTALEN.
SEN.

AFDEELINQEN.

1901. 1902 1903. 1901. 1902. 1903. 1901. 1902. 1903.

21 2 3890 2759 3365


Pëkalongan

— —

87 233 63 2 —
828 1221 1933
Batang ....

21 \ 104 117 129 4596 4604 5034


Tëgal

....

Brëbës 917 951 398 363 221 211 4223 3858 3368
....

23 15 270 10 2740 2804 2757


Pëmalang .
— —

.
.

Totalen. . 961 1053 1026 553 354 211 16277 15246 16457

statistiek in ’t Archief voor de Java-suikerrietindustrie, 1904, hebben


Volgens een

suikerriet in inclusief de onderneming Kersana


de met beplante oppervlakten Pëtalongan,
land bedragen:
op t particuliere Ketanggoenan-West,

in 1903 13729 baoe's bruto,

»
1902 13556 . »

» 1001 13367 » »

» 1900 12425 »

» 1899 11755 » »

. 1898 11194 » »

» 1897 10416 » *

,
1896 10362 » »

> 1895 10041 * »

de der verslagen, in
De niet volkomen overeenstemming met cijfers agrarische aan-

merking genomen
dat de onderneming Kersana + 500 baoe’s
op
niet- gehuurde gronden

’t in die niet uit elkaar houden der


met riet
beplant, is ’t gevolg van verslagen altijd
wordt.
dikwijls in één jaar voor
verschillende
oogstjaren gehuurd
oogstjaren, waar

Huurprijzen en
huurtijden.

Suikerriet.

den
Afd. Batang. Huurtijd één oogstjaar van 18 -20 maanden, aanvangende na

westmoesson-padioogst.
1901 25. tot 30. werd in dat jaar ge-
Huurprijs: Deze bedroeg voor f f en

baoe
lijkelijk op / 30. per gebracht.

Huurtijd één
oogstjaar van 18-20 maanden, aanvangende op ver-
Afd. Pëlcalongan.
daarna Januari, 15 Januari,
schillende data, gedeeltelijk in den westmoesson, gedeeltelijk (1

Sinds 1901 valt der inlevering op


1 Februari, 15 Februari, 1 Maart, 1
April). uitbreiding
fabrieken Tirto terwijl dit zich
1 Januari waar te nemen, ook
bij de en
Wonopringgo, eer-

wordt
tijds tot Sragi beperkte. De westmoesson padi, voorafgaande aan de rietbewerking,

dan in den veelal wel voldoende water beschikbaar is. In


oostmoesson bewerkt, waarvoor

zeer droge jaren komt hiervoor water te kort, zoodat in zulke


gevallen deze oogst geheel
inhuur wordt noodzakelijk
of gedeeltelijk aan
mislukking blootgesteld is. De vervroegde
zoodoende den
geacht om de
grondbewerking tijdig te kunnen doen
afloopen en geheelen

kunnen brengen geslaagden rietoogst te verzekeren.


aanplant tijdig in den grond te om een

de dat met maken


De contracten, die gesteld zijn op Februari, bevatten bepaling, open

totdat de zal
gewacht zal worden padi geoogst zijn.

40. baoe. Voor 1903 werd


Huurprijzen: Deze wisselen van
f 25. tot f per

f 27.50. Voor de gron-


gemiddeld betaald door
Sragi f 35.40, Tirto f 39.56, Wonopringgo

wordt thans door 12. door


den, die
op 1 Januari
geleverd moeten worden, Sragi f ,

dan welke den west-


Tirto en
Wonopringgo f 15. meer betaald, voor die, na
afloop van

Januari
moesson verhuurd zijn. Thans is door Sragi voor
de gronden, die met 1 gehuurd
’t sluiten der
worden, een betaling in twee termijnen aangenomen,
nl.
/ 25. —

bij over-

eenkomst en f 15. —

bij de levering van den grond.


75

Afdeeling Pëmalang.

Bnurtijd: Een 22 1 28 1 Januari


oogstjaar van /? tot /» maand, aanvangende op 1

Be de heeft ook hier in den


aan
oplevering der gronden voorafgaande padioogst oost-

’t zelfde kan worden als bij


moesson
plaats, ten opzichte waarvan opgemerkt Pëkalongan

vermeld. De inhuur Januari houdt ook hier verband met ’t gereed komen
op 1 tijdig
der Nemen deze eerst den (in de maanden
grondbewerkingen. na westmoesson padioogst
Maart April) dan is het niet den vóór
en een aanvang, mogelijk geheelen rietaanplant
einde den brengen, rietoogst
Augustus in grond te wat voor een
geslaagden noodzakelijk

geacht wordt.

baoe in
Huurprijzen; Deze variëeren van
f 25. tot f 35. per en bedroegen

1903 Tjomal f 31.50 baoe. De onderneming


bij Bandjardawa gemiddeld f 25.43, bij per

Tjomal heeft sinds de laatste jaren toeslag den grond ingesteld, die
een op huurprijs ver-

band houdt den eigenaars schadeloos te stellen


met ’t
tijdstip van
teruggaaf van grond, om

’t of tweede-gewas-aanplant. Deze vergoeding wordt


voor
gedeeltelijk geheel gemis van een

ston der dus nadat de 16 maanden


verleend van af den l Mei van ’tjaar teruggave, grond
halve maand baoe
in ’t bezit van den huurder geweest is, en bedraagt per en
per f2. —

Afdeeling Tëgal.

den
Huurtijd: Eén oogstjaar, aanvangende na
westmoessonpadioogst.
Deze wisselen 25. in enkele
Huurprijzen: van f en
ƒ3O. —

per baoe, terwijl gevallen


40,- f 45. betaald werd. één fabriek wordt de sommige
f en
Bij voor
gronden van

desa’s 20. 30. toeslag braak-inhuur.


f tot f gegeven voor

Brëbës.
Afdeeling

Huurtijd: Eén oogstjaar van 21 maanden, aanvangende na den westmoesson-padioogst.


wisselden 20.
Huurprijzen: Deze
stegen sinds 1900, toen ze van f tot f 25.
door
per baoe. Yoor 1903 werd betaald gemiddeld Djatibarang f 28.22, door Balapoelang

f 29.72.

Suitkerrieibibit werd kort uitsluitend in ’t met


tot voor
geteeld gebergte en een

enkele gronden. In den laatsten tijd werden ook in de


uitzondering op geïrxigeerde laag-
vlakte weder bibitaan tot stand met ’t oog ’t
plantin gen gebracht, speciaal op voortplanten

zaadrietsoorteu, bestand tegen de ziekte, ten behoeve de der


van van
eigen aanplantingen

fabrieken.

Huurtijden en
huurprijzen:

huurtijd 13 maanden, huurprijs f 25.


Afdeeling Batang, tot f 30.—;
13—14 30.
»
Pemalang ,
» »
,
»
f tot f 40.—;

»
Brëbes, » 14—18 » » ?
,

wordt uitsluitend gronden, bestaande uit met


Indigo geplant op geïrrigeerde roode,
zand vermengde lichte klei, Zware gronden zijn daarvoor
met groot doorlatingsvermogen.
minder terwijl in den te zijn. Yoor padi zijn deze
geschikt, droge gronden regel mager

volstaan kan worden.


gronden niet al te
best, waardoor met een vrij lagen grondhuurprijs
den Jagen
De fabriek Kadjen heeft in 1904, tengevolge van indigo-prijs, geen indigo meer

doen klein
geplant, haar
gehuurde gronden in deelbouw met padi beplanten en voor een

deel met riet ten behoeve van de onderneming Sragi.

Huurtijden en huurprijzen;

maanden, 15.
Afdeeling Baiang, huurtijd 15 huurprijs f —;

» Pëkalongan ,
»
14Y2 —1? »
,
* f 15. tot
f 25. —

134. Komt verhuur ambtsvelden veel voor?


van

Pëkalongan.

die daarvoor in worden verhuurd,


Ja; alle
ambtsvelden, aanmerking komen,

B a t a n g.

Alleen in Bandar veel.


Balang en vrij

T ë g a 1.

komt verhuur ambtsvelden


Behalve in
Soeradadi, Boemidjawa en Djati?iëgara van

Adiwerna worden verhuurd.


veel voor. In
Tëgal en zoo goed als alle ambtsvelden
76

B r
ë b ë s.

in bomt verhuur van ambtsvelden veel voor.


Uitgezonderd Bnntarkawoeng,

Pëmalang.

in komt verhuur van ambtsvelden veel voor, vooral


Uitgezonderd Watoekoempoel ,

in
Pëmalang en
Tjomal.

in den oftusschen-
135. Heeft, bij inhuur door ondernemingen, regei pressie

desabestuur hoeveel wordt


komst van ’t desahoofd of van leden van ’t plaats; en voor

deze hulp in den regel te


goed gedaan?

Pëkalongan

de desahoofden den huurder ƒ 250 baoe


Yroeger kregen van een premie van per

verminderd baoe. Deze


ingehuurden grond, doch sinds 1902 is die
premie tot ƒ 1. —

per

uitteoefenen de doch de
betaling geschiedt echter niet om pressie op grondbezitters, om

beloonen.
noodzakelijke hulp van
’t desabestuur, ook ter verkrijging van inlichtingen, te

Batang.

behoeft niet te worden; verhuurt zijn grond veel te


Pressie uitgeoefend men graag,

wordt moeite door den


’t Desahoofd moet echter allerlei
inlichtingen geven en voor zijn

Soebah 5.
huurder beloond: in Batang en
Bandar met ƒ I. per baoe, en in met f —

district de desahoofden bovendien f 010 tot


per
contract. In laatstgenoemd ontvangen

20 eiken verhuurder van


grond. Bij verhuring op langen termijn
ƒ0 getuigengeld van

district niet betaald, daar de huurders dan


worden in laatstgenoemd gemelde belooningen

desahoofden zelf genoeg bekend zijn met


geen hulp van de noodig hebben, aangezien zij

de verhuurders met de der verhuurde gronden.


en grenzen

T ë g a 1.

zachte verder worden


Pressie wordt niet
uitgeoefend, hoogstens wat dwang, en

de verhuurders de verhuur-
allerlei inlichtingen van
’t desahoofd verkregen aangaande en

In Té Adhverna Soeradadi wordt voor deze hulp f 2. baoe


de gronden, gal, en per

baoe.
betaald, en
in Boemidjawa en Bjatinégara f1 —

per

is ’t bedrag dezer belooning niet


Voor
Slaivi, Pangkah en Bnlapoelang opgegevei

B r
ë b ë s.

Bechtstreeksche of tusschenkomst ’t desabestuur heeft niet plaats. Aan


pressie van

huurder 2. baoe moeite en


’t desahoofd wordt echter door den ƒ —

per gegeven voor zijn

medewerking bij de verhuring.

Pëmalang.

Van directe ’t desahoofd of van de leden van


’t desabestuur is niets
pressie van

ook evenals elders, ’t desahoofd van den huurder een belooning


bekend; weet men niet, dat,
de beneden de
ontvangt voor
zijn moeite en hulp bij de verhuring. Toch wordt grond ver

waarde aan de suikerfabrieken afgestaan.

’t verhuren hun
’t Desabestuur of eenige behoeftigen gaan voor met van
grond, en

den op vaste
de anderen volgen spoedig. Sedert vele jaren is men gewoon grond plaatsen

verhuren, ’t Individu durft of wil in deze gewoonte verandering


gezamenlijk te geen

ook den betreft.


brengen, het moet met den stroom mee, wat huurprijs ,

door de heeren B. M. A. Carp en H. C. Prinsen


Beantwoording

Geerlings.

desabestuur wordt ingeroepen de ieders


De tusschenkomst van ’t voor
regeling van

daarvan
aandeel in de verhuur en er wordt na vaststelling een staat van
deelgerechtigden
wordt de
in den te verhuren grond ingediend, waarvan somtijds ingeval getwijfeld aan

wordt
juistheid der opgaaf van namen
of aandeel in de verhuur verificatie gevraagd aan
77

’t Inlandsch bestuurshoofd. Hiervoor wordt de inhuur der


plaatselijk bij gronden in 't

in dit den loerah der de verhuurde


algemeen gewest aan
desa, waartoe
grond behoort, te

I. verhuurden baoe Door


goed gedaan een
bedrag vau
f per grond. één
onderneming
wordt niets door twee andere 2. baoe.
gegeven, en
resp. f en f 2 50 per

Het behoeft hier geen betoog, dat deze tegemoetkoming steunt op een
oude traditie,

die bestond tijdens ’t den


cultuurstelsel en die bij geleidelijken overgang in vrije cultuur

in ’t
zwang gebleven is uit
begrijpelijke motief, dat ook bij de vrije cultuur de bemoeienis

van ’t desahoofd in zake den te verhuren niet heeft. Met zeker-


grond geheel opgehouden
heid kan beweerd dat deze
worden, betalingen geen verband houden met ’t aanbrengen

van
gronden. Zij worden algemeen beschouwd, niet als iets doch als
noodzakelijks ,
een

billijke ’t meerdere werk, dat de grondverhuur door bemoeienissen


tegemoetkoming voor van

allerlei aard
oplevert, ’t Nalaten van
deze
betaling zou
minder den ondernemer dan den

thans bevoorrechte in fabriekanten wel de


ongelegenheid brengen. Sommige vreezen van

dezer
intrekking tegemoetkoming tegenwerking bij ’t inhuren, doch die tegenwerking zou

niet van langen duur kunnen de meerderheid der in de desa


zijn, wanneer
grondbezitters
wenscht te verhuren. Hot is dat de usantiëele
vóórgekomen op een
onderneming, premie

verlaagd werd van f 2.50 tot f 1. baoe, zonder de minste stoornis in de grondver-

per

huur ondervinden. Evenmin is dit ’t de hierboven


te geval bij vermelde
onderneming, die

bij inhuur den loerah premie doet.


aan geen tegoed
Bezwaren verhuurders gepleegd onrecht door den loerah zich
van over
bepaalden

volgens de
landbouw-jaarverslagen van 1900—1903 tot een enkele klacht wegens
’t
eigen-

machtig beschikken den loerah buiten medeweten den doch


van over
grond, van
bezitter,
zonder dat hierdoor de
registratie geweigerd behoefde te worden. De toekenning van

loerah’s verhuur, die hier ’t


premies aan
bij over algemeen binnen zeer
matige perken
heeft dus den hier merkbare
blijven, voor
grondverhuurder geen nadeeligegevolgen. Wan-

toch de ten gevolge hebben ’t


neer
premiebetaling zou
uitoefening van dwang of
plegen
van
onrechtmatige handelingen bij de verhuur, dan zou een consciëntieus onderzoek voor

de registratie dat wel ’t licht moeten der hebben


aan
brengen, zou
weigering registratie

echter niet
moeten volgen, wat voorgekomen is.

136. Komt het voor, dat door niet rechthebbenden bij wege van verhuur als

anderszins beschikt wordt over gronden van Inlanders, zonder dat den rechthebbenden

tot herstel recht openstaat?


een praktische weg van

Pekalongan en Batang.

Dit komt wel eens, doch zelden, voor in de suikerdistricten.

Een praktische weg tot herstel van recht bestaat niet.

Tëgal en Brëbës.

Dit komt niet, of slechts een enkele maal voor in Tëgal, en dan door ’t desahoofd.

Pëmalang.

Vroeger veel in de suikerdistricten; in de laatste jaren echter Het


weinig. waren

die
desabestuurders, den
grond aan de fabriek verhuurden; werd er over
geklaagd, dan

werden de rechthebbenden schadeloos door de verhuurders.


gesteld

door de heeren B. M. H. C. Prinsen


Beantwoording A. Carp en

Geerlings.

Het komt enkele maal hier daar dat de loerah buiten


een en voor, eigenmachtig,
medeweten der bezitters, hun
over grond ten verhuur
beschikt, wat bij de
registratie aan

’t licht komt. had rechthebbenden genoegen


Minnelijke schikking dan
plaats, waarbij

namen met schadeloosstelling met anderen grond.

137. Hebben de leden ’t de desahoofden of de ambtenaren


van
desabestuur,
invloed den huurprijs en den ieveringstijd?
op op

zijn althans dat het anders is.


Neen; er geen bewijzen
78

H. C. Prinsen
Beantwoording door de heeren B. M. A. Carp en

Geerlings.

De zijn overal vrij standvastig geregeld. Men huurt voor een vasten prijs,
huurprijzen
De bevolking is
en
alleen in
sommige gevallen wordt daarvan
afgeweken. te zeer
geneigd

wachten te met de haar aangeboden voor-


om na
korter of langer tijd genoegen nemen

waarden, dan dat daarvoor de invloed van ’t desabestuur, dan wel van ambtenaren noodig

zou zijn.

hoeveel
138. Worden er voorschotten gegeven op de
grondhuur en, zoo ja,

x
en hoelang vooruit? )

Pëkalongan.

15 maanden vóór den


De huurprijzen worden altijd uitbetaald 12 tot ingang van

-huurtermijn.

B a t a n g.

De worden in Batang en Bandar in den


regel + 10 maanden vóór
huurprijzen
de
ingang van
den huurtermijn uitbetaald. Bij verhuur van z. g. poesoko gronden
de doch telkens
(agrarisch eigendom) op langen termijn, worden huurprijzen jaarlijks betaald,

15 of 18 maanden de
maanden vooruit. In Soebak worden bij verhuringen voor
eenige
wel vooruit als de
huurprijzen in hun
geheel vooruit betaald, en
ongeveer zoolang
’t zelfde den
het toelaten. Bij verhuringen langen termijn geschiedt met
bepalingen op

huurschat.
jaarlijkschen

Brëbës,
Tëgal en

12 tot 18 maanden vóór ingang


De huurprijzen worden altijd vooruitbetaald, van

den huurtermijn.

Pëmalang.

worden de 8 tot 15 maanden vóór ingang


In Pémalanq en Tjomal huurprijzen
de suikerfabriek ’t geheele
van den huurtermijn uitbetaald, door Bandjardawa bedrag en

daarvan bij de den


door de suikerfabriek Tjomal 4/5 daarvan, terwijl 1/5 oplevering van

grond wordt.
uitgekeerd
worden de 6 tot 12 maanden
In
Randoedonglcal on Banjoemoedal huurprijzen

vóór den uitbetaald.


ingang van huurtermijn

Beantwoording door de heeren B M A. H. C. Prinsen


Carp en

Geer 1 i n gs.

voordat de tijd betalen daar


Voorschot vragen op grondhuur, van is, komt vaak

enkele heeft
voor,
doch wordt in den
regel niet bewilligd. Op ondernemingen men, uit

handen
vrees
dat anders de grond in andere zou overgaan, vooruitbetalingen van ƒ 10.—

het, als de wordt deze


per
baoe gegeven. Algemeen heet bevolking gevraagd waarvoor

belasting betalen. Ook wordt dit zonder


voorschotten
noodig zijn, om te uitzondering

wordt wenscht verhuren. Men


als motief
opgegeven
als gevraagd waarom men te zou

af dat de bevolking geheel is de verhuur.


geneigd zijn hieruit te
leiden, afhankelijk van

bijv. ’t onderdistrict niet ’t geval toont ’t


Dat dit echter voor Sragi is, hierbij gevoegd
2
der grondhuurinning Men ziet daaruit,
overzicht der belastingbetaling ) en
duidelijk aan.

maanden dat de betaald wordt, de binnen


dat in de grondhuur belastingen grootendeels
dat ’t innen hiervan buiten de
zijn, en geleidelijk geschiedt, grootendeels grondhuurbetaling
landrente betalen
om. Het komt echter wel
voor,
dat om achterstallige te gronden in

zoodat dit worden kan zooals


huur
aangeboden worden, somtijds zeer
dringend, een pressie

in de vraag bedoeld.

1
de-
) Vergel. omtrent de voor-of nadeelen, aan vooruitbetaling van de grondhuur verbonden, ook

d. bow.
antworden
op vr. 412 (Hoofdst handel en nijverheid) Aant. v.

Hierachter te vinden als bijlage 8.


-).
79

Vooruitbetaling binnen den wettigen heeft vele ondernemingen


termijn op plaats
de helft
Sommige zijn er toe overgegaan
om de
grondhnur in
termijnen te voldoen, hetzij
’t
vóór de poeasa van
’t jaar vóór de
inhuring, de andere helft in den
loop van volgende
4
’t ’t 1
jaar bij ’t sluiten van ’t contract, hetzij /s doel bij sluiten van contract en
/s bij
s
sluiten der overeenkomst
5
de van den
grond (Tjomal), of ook / bij ’t en
/ Mi
oplevering s 8

de den Hierin is onmiskenbare verbetering gelegen, daar


levering van grond (Sragi). een

verhuurden althans deel niet voordat de


de
opbrengst van den grond voor een
lang

huurtermijn ingaat, verteerd wordt.

landrente of der andere


139. Strekken deze voorschotten tot afbetaling der

belastingen?

vooral in de suikerdistricten; weinig of niet in de bergdistri eten.


Ja, voor een gedeelte,

140. welke benutten de Inlanders hun door de verhuur hun


Op wijze van

grond meer beschikbaar gekomen vrijen tijd?


?
Wordt de
grondhuur grootendeels productief aangewend

Pëkalongan.

De wordt benut door als koeli te werken in de


beschikbaar gekomen vrije tijd

riettuinen of elders. De
grondhuur
wordt meestal niet
productief aangewend.

B a t a n g.

wordt benut door als koeli te werken,


De beschikbaar gekomen vrije tijd gewoonlijk

bewerken. De wordt ’t
in Soebah ook veel door
grond in deelbouw te grondhuur over

In Bandnr dient het veel oude


algemeen niet
productief aangewend. Batang en om

dien
schulden te betalen of het wordt verteerd in den tijd, men in ledigheid doorbrengt.

Të a
1.
g

wordt deels in deels


De beschikbaar gekomen vrije tijd ledigheid doorgebracht,

benut door als koeli de ondernemingen te werken, of door op


andere wijzen te trachten
op

verdienen Adiwerna worden in Boemi-


wat te (in Tëgal en suikerkrandjangs gemaakt en

worden verkocht; doch in den regel


djawa en Djalinégara brandhout, alang-alang enz.

ontbreekt de
gelegenheid om den beschikbaar gekomen vrijen tijd productief te benutten).

De grondhuur wordt gewoonlijk niet productief aangewend.

B r ë b ë s.

De beschikbaar wordt meestal benut door als koeli op de onder-


gekomen vrije tijd
ook door kleinhandel te De grond-
nemingen of elders te werken; in Boemiajoe drijven.

huur wordt grootendeels niet productief aangewend.

Pëmalang.

behalve
In
Pëmalang en
Tjomal wordt de beschikbaar gekomen vrije tijd, voor

bebouwen elders of de uitoefening


koelidiensten, ook benut voor ’t van ingehuurden grond
wordt die behalve
van een of ander
bedrijf. In
Randoedongkal en Banjoemoedal tijd, voor

bewerken andermans
koelidiensten, ook benut tot ’t in deelbouw van
grond.

De grondhuur wordt grootendeels improductief aangewend.

door de heeren B. M. A. H. C. Prinsen


Beantwoording Carp en

G-eerlings.

De toestand dat in den der of in de


algemeene is, aanplant ondernemingen,

hetzij werkzaam
of
bij ’t
rietsnijden of ’t
riettransport diegenen, hetzij voor vast, tijdelijk

verhuurde erf niet voldoende in hun levens-


zijn, die met wat hun niet grond en opbrengt

onderhoud voorzien kunnen. maken die vinden in


Uitzonderingen hierop zij, bijverdiensten

zoowel behoeve der als andere doeleinden.


verschillende bedrijven, ten ondernemingen voor
80

de bevolking uit de omgeving der onder-


Daar de leveringen van materialen, door

hoofdzaak slechts
nemingen, binnen zeer
beperkte grenzen blijven: in krandjangs, kadjang-
den enkele desa’s
matten, waarvan de aanmaak zich in regel tot bepaalt, en wat
boengkil
elders zwavelzure ammonia),
(de meeste gebruiken tegenwoordig van geïmporteerde en

andere bedrijven zich beperken ’t der moet door de groote


en tot rayon hoofdplaatsen,
in ’t tekort op ’t
meerderheid der verhuurders door werken aan de ondernemingen dage-

lijksche budget voorzien worden. Dit tekort doet zich in zeer ougelijke mate voor, wat

verdeeld Voor-
een
gevolg is van ’t ook in eenzelfde streek zeer
ongelijkmatig grondbezit.

werkzaam als deu of ’f taak.


namelijk zijn zij daglooner in aanplant bij rietsnijdep op Zij
behoeften zich
werken in den
regel niet langer en harder, dan hun dagelijksche voor en

In voedselvoorraad, ’t binnenkomen
hun
gezin noodzakelijk maken. tijden van na van

den die zich ’t werk zoodra de voorraad ’t


oogst, zijn er weinigen, op melden, om voor

deel weder althans hun ver-


grootste ingeteerd is, regelmatig te
verschijnen, voor zoover

steeds eischen
plichte diensten voor ’t gouvernement of voor de desa dit toelaten. Kog

deze diensten te veel hun misschien niet gevoeld wordt wanneer


van
tijd, wat nergens

werken iets te verdienen doch wat is voor die voor hun


met is, een zware belasting hen,

onderhoud van een dagloon afhankelijk zijn.

’t de fabriek werken uitteraard in hoofdzaak die


Bij riettranspon en in diegenen,
andere diensten, zooals de hier komen dus
niet gebonden zijn aan evengenoemden ;
meer

uitsluitend de Ambachtsman wordt meestal slechts die zich


niet-grondbezitters terecht. hij,
ambacht niet die slechts te hooi wat
voorgoed aan een wijdt, hij, en te gras er
geld bij
wil verdienen.

Prodüctieve aanwending van de grondhuur komt alleen voor onder de meer gegoede

verhuurders, die geen schulden te betalen hebben. De huursom wordt dan wel besteed om

deelbouw doen
elders, waar de
grond goedkoop is, gronden in te huren en deze in te

Voor ‘t de verbruikt, dan


bewerken. meerendeel echter wordt grondhuur improductief en

zeker de minst ’t afbetalen De


is improductieve wijze van
belastingschulden. opbrengst
de eigen cultuur den resteerenden behoeft dan minste niet belas-
van op grond ten voor

daar ’t dat werken de onderne-


tingbetaling te gelde gemaakt te worden, loon, met voor

ming verdiend zelden daarvoor wordt. Wil de dus tege-


wordt, aangewend men
bevolking
dat de
moet komen, hare positie verbeteren, dan zou men in de hand moeten werken,
die des
ontvangen huursom zooveel
mogelijk besteed wordt om belastingen te
voldoen, te

drukkender zijn naarmate meer grond verhuurd is, waarvan de huursom niet tot dat doel

is. Het daarom beter de vooruitbetaling niet, zooals


gebezigd zou zijn van grondhuur
in ’t laatste gedeelte ’t jaar doen omdat dan in den
thans geschiedt, van te vallen, regel
de reeds zijn, doch in ’t ’t de
belastingen aangezuiverd begin van
jaar, voorafgaande aan

dan de belasting innen.


oplevering, eu
tegelijkertijd verschuldigde te

Men hieraan de kunnen dat die wijze de


zou
voorstelling verbinden, op landrente,
die een functie (fractie?) behoort te zijn van de productiviteit, opgebracht wordt door afstand

deel den wat zeker de voorkeur verdient boven ’t risico


van een van
grond, op eigen

’t
bebouwen en ’t te
ongelegener tijd te
gelde maken van product. Bij de regeling, zoo-

wel belastingbetalers de
als die thans is, kunnen eenige achterlijke profiteeren van gele-
door verhuur hun achterstand werken, doch de die
genheid om bij te groote meerderheid,
achterstand heeft, de
geen maakt eveneens van gelegenheid gebruik om aan geld te komen,

en geraakt daarmede niet in gunstiger conditie.

141. Welke derft met de


oogsten de verhuurder in verband tijdstippen van

J
beëindiging de huur? ( )
ingang en van van

Pëkalongan.

den huurtermijn 15 Februari of 1 2 of 3 polowidjo-


Bij ingang van met Maart,
1 1 Januari ook 2 of 3 doch
oogsten en
padi-oogst. Bij ingang met
polowidjo-oogsten,

bovendien 2 padi-oogsten; in de kali


Pantjoervlakte slechts 2
padioogsten, en in streken,

sado” geplant met 1 4


waar
>padi wordt, bij ingang Januari, padi-oogsten.

(’) Zie den tijd, dat de bevolking de haar gronden mist, de waarde der
voor
beschikking over en

die daardoor ook de antwoorden 409 410 (Hoofdst. handel nijverheid).


oogsten, zij derft, op vragen en en

Aant. v. d. bew.
81

B a t a n g.

In den 1 2
regel padi- en polowidjo-oogsten of 2
padioogsten en 1
polowidjo-oogst.
In Soebah ook wel 3 padioogsten.

T ë g a 1.

In den 1 1 echter bovendien


regel padi- en
polowidjo-oogst; soms
nog
1
polowidjo-
1. de grond niet
oogst, n. wanneer
vroeg teruggegeven wordt, vóór
afloop van den huur-

termijn.

B r ë b ë s.

verhuur
Bij aan suikerfabrieken meestal 1 padi- en 2
polowidjo-oogsten. In

Boemiajoe , bij verhuur aan


suikerriet-bibit-ondernemingen, 1 padi en I
polowidjo-oogst
of wel 2 padi-oogsten.

Pëmal a n g.

In P emalang 1 3
en
Tjomal gewoonlijk padi- en
polowidjo-oogsten. In Randne-

dongkJ en Banjoemoedal 1 padi- en 1


polowidjo-oogst.

door de B.
Beantwoording heeren M. A.
Carp en H. C. Pr in

sen
Geerlings.
In verband met ’t der huur bestaat verschil. De
tijdstip van ingang er gronden

beide fabrieken in de afd. deel de der


van
Pëmalang en een van gronden in de afd.

Pëkalongan gelegen ondernemingen worden reeds met 1 Januari in


bewerking genomen,

dus vóór dat normale binnen kan zijn. Wel wordt


een
westmoesson-padioogst gebracht
die vóór de
op gronden oplevering oostmoesson
padi geplant, doch ook de niet
gehuurde
kunnen recht
gronden met gelijk hiervan
profiteeren, indien de bezitters zich aan 't risico

van watergebrek en tijden van langdurige droogte wenschen bloot te stellen.


Feitelijk
missen deze gronden dus twee westmoesson-oogsten.

De in den
beplanting oostmoesson is ook zeer verschillend. De stugge, in den

oostmoesson sterk breede, scheuring zijnde


aan
diepe onderhevig kleigronden, zooals
alge-
meen aangetroffen worden in de afd.
Pëmalang en
’t westelijk deel der afd.
Pëkalongan
de drie
(bepaaldelijk westelijkste onderdistricten
Eemboen, Sragi en Kesessi) leenen zich

absoluut niet tot ’t tweede De die hier


aanleggen van
gewassen. gronden, aangetroffen

laten zich in den oostmoesson


worden, zeer
moeilijk bewerken, en daar ’t water er moei-

in zouden
lijk doordringt, wat veelvuldige regens spoedig den
ondergang van den
aanplant
veroorzaken. Alleen de
afgesneden rietvelden, die uitteraard
behoorlijk gedraineerd zijn,

die tengevolge ’t der ondereinden te dier


en van
diep uitgraven plaatse een
diepe voor-

bewerking ondergaan hebben, leenen zich er goed voor den aanplant van tweede gewassen.

Behalve de kanten der die door betere


langs hooge leidingen, aanslibbing een gesteldheid

gekregen hebben, ziet men daar dan ook alleen de


afgesneden rietvelden met polowidjo
Voor ’t beschikbare
beplant. zoover
irrigatie water reikt, wordt in den oostmoesson daar

verder
padi geplant, waarbij in
aanmerking genomen wordt, dat in de eerste plaats water

verstrekt wordt de die in den


aan gronden, westmoesson korter of
langer tijd van over-

strooming hebben, welke in de delta’s der


te lijden Sragi- en
Tjomalrivieren een
belangrijke

uitgestrektheid beslaan. Eerst in de tweede plaats komen de andere gronden in aanmer-

ook deze vinden in niet te deel zooveel water dat


king, en
droge jaren voor een nog een

of
geheel gedeeltelijk geslaagde oogst verkregen wordt.

In verband met ’t der huur valt dat


tijdstip van
beëindiging op te merken, tegen-

woordig, als regel, de gronden teruggegeven worden zoodra ’t riet ’t


geoogst en
droge
rietblad ’t veld is, dit
van
verwijderd hetzij laatste
weggehaald wordt om als brandstof

de stoomvorming te dienen, of ’t veld in brand Als wordt


voor
op gestoken wordt. regel
malen malen dan ook reeds in
tegenwoordig vroeg met begonnen. Sommigen Augustus

af, de meesten echter in als later.


September en een
enkele, uitzondering, soms Een

belangrijk deel der gronden komt dus de ’t


tijdig aan
eigenaren terug om vóór
tijdstip dat

met den sawahaanleg begonnen moet worden tweede Hoe


een
geslaagd gewas te geven.

later echter de den grond


teruggaaf van valt, hoe geringer de kans voor een
goeden po-

lowidjoaanplant wordt, door gebrek of welke beide bij


aan
regen aan
irrigatiewater, t
82

schaarscher schaarscher worden. Een


voortschrijden van
den oostmoesson in den regel en

is ’t schadeloos-
uitstekende maatregel, bij sommige ondernemingen ingesteld, geven van

niet teruggegeven is.


berekend van af een bepaalden datum dat de grond nog
stelling,
dat voor ’t aanhouden der gronden in den oost-
Een billijke eisch zou het zijn, algemeen
de
de oogst heeft, na een zeker tijdstip bijbetaald wordt, en
moesson, tijdens welke plaats
allen
hierdoor ’t
terugkiijgen
hunner
gronden in gelijke
verhuurders ten opzichte van

conditie te brengen.
dat de oogst begint,
De betaling zou dus berekend moeten worden van af ’t tijdstip
1

d. i. 14 en maand gesteld dienen te worden op / li van


ongeveer na maanden, per

grondhuurprijs.

Wordt met
spoedig rijpende padi in vele gevallen geëischt?
142. voorbeplanting

Pëkalongan.

Neen, het is hier reeds gebruikelijk, dat men op de sawah’s spoedig rijpende padi,

ook al worden zij niet verhuurd.


(padi gendjah) plant,

B a t a n g.

fabriek Kalimati
in ’t contract wordt dit niet geëischt; doch de geeft voor
Neen,
7.50 per baoe
die eerder beschikbaar stelt dan overeengekomen is, f premie.
sawah’s, men

vooral omdat
Men komt er dus wel toe om zijn grond met padi gendjah te beplanten, men

(laat te planten.
toch al weinig gewoon
is om padi dalem rijpende padi)

T ë g a 1.

worden zelf reeds


De sawah’s, bestemd om
met riet beplant te worden, van met

stellen dit als voorwaarde in de


beplant. Sommige fabrieken
padi tengahan of gendjah
andere niet In enkele desa’s in ’t noorden van Paiigkah
contracten, spreken er van.

wordt door de verhuurders als eisch


gesteld voorafgaande beplanting met padi
daarentegen

dalem.

Brëbës en Pëmalang.

in verband met den ingang van


den huurtermijn is’t planten van laat rijpende
Neen;

zelf niet Door de suikerfabriek Djatibarang, in de afdeeling


padi ook van mogelijk.
die ’t eerst bewerkt
Brëbës, wordt soms de voorwaarde gemaakt, n. 1. voor gronden moe-

doch wel met of ander tweede gewas


ten worden, dat geen voorbeplanting met padi, een

hebben.
zal plaats

H. C.
Beantwoording door de heeren B. M. A. Carp en

Prinsen Geerlings.
Dat in ’t
Deze bepaling wordt nergens
in de
grondhuurcontracten gestipuleerd.

houdt een deel verband met de nood-


algemeen wel vroegiijpende padi geplant wordt, voor

den vindt in streken echter zijn oorzaak


zakelijke vroege oplevering van grond, sommige
In ’t
der gronden, welke aanplant van padi dalem toelaat. Sragische
in de hoedanigheid geen

de in den westmoesson overstrooming, in den oostmoesson


bijv. waar ziekten in padi,
wordt dalem, doch overal en
schaarschte van water, veelvuldig voorkomen, nergens padi
die nog ’t minst mislukking
steeds
padi tjempo,
de
vroegst rijpende soort, geplant, aan

is.
blootgesteld

143. Wordt braakligging gevraagd eu hoeveel wordt daarvoor te


goed gedaan?

Pëkalongan.

daar-
wordt alleen
gevraagd van gronden in de kali-Pantjoervlakte en
Braakligging
den
voor wordt f 15. per
baoe te goed gedaan. Deze gronden lagen vroeger gedurende

oostmoesson altijd braak, daar ze van regen afhankelijk zijn.

landbouw). Aant. d. bevr.


1
) Vgl. hierbij ook de antwoorden, gegeven op vr. 230 (Hoofdst, v.
83

B a t a n g.

Dit komt alleen in Bandar. De


zeer
weinig voor en
Batang en
vergoeding, die

te goed gedaan wordt, bedraagt f 15. tot f 20.


per
baoe.

Tëg a 1

Slechts enkele malen is dit De baoe dan 50.


voorgekomen. huurprijs per was f
tot 75. in 25.
f plaats van f —
tot 40.

Brë b ë s en Pëmal a n g.

Neen.

door de heeren B. M.
Beantwoording A. Carp en H, C.

Prinsen Geerlings.

Braakligging van den


grond is slechts hier en daar een enkele maal
gevraagd ge-

worden :

door Tirto éénmaal 150


tot een
uitgestrektheid van baoe, waarvoor
f 18.— per

baoe vergoed werd met de te De had


toestemming om
polowidjo planten. braakligging
dus hier de dat de door
beteekenis, padioogst een
polowidjooogst vervangen werd;
door zijn wijze
Djatibarang bij van proef gronden braak
ingehuurd, doch men bomt

hier ook De vergoeding


er
op terug. bedroeg hier van
f 15. tot
f 40. per
baoe, met

in polowidjo
vergunning om
plaats van
padi te planten;
door Kemantran wordt ook thans desa’s braak
nog van sommige ingehuurd, waar-

20.
voor f tot f 30. per baoe extra betaald wordt.

144. Welke de gevolgen de verhuur


zijn van voor de daarop volgende gewassen ?

Op gronden, die met suikerriet


beplant geweest zijn, geven tweede
gewassen o. a.

djagoeng en katjang tjina, direct na 't


snijden van ’t riet daarop geplant, gewoonlijk een

mooien Padi
oogst. daarentegen, wil
bij gewone grondbewerking niet
goed slagen, en

zelfs de tweede padioogst, beplanting met is niet normaal. de


na
suikerriet, nog Zijn

gronden echter met indigo beplant geweest, dan willen


daaropvolgende gewassen gewoonlijk
]
goed slagen. ).

145. Wat is de economische de grondverhuur, in


gebleken van
gevolgen van

gunstigen en
ongunstigen zin?

(Komt het bijv. bij communale gronden met periodieke dat de


verdeeling voor,

door ondernemers teruggegeven gehuurde gronden toegewezen worden aan


desalieden,
die minder in de gunst staan ’t desabestuur?)
bij

Communaal bezit met komt slechts


periodieke verdeeling bij uitzondering voor in

desa’s
eenige van Pemalang. Van een misbruik bij dit
grondbezit als boven omschreven

is niets gebleken.

Directe gunstige heeft


gevolgen de grondverhuur alleen
daar, waar ’t grondbezit

groot is en velen hun grond toch niet zelf bebouwen kunnen en aan anderen moeten

verhuren of in deelbouw laten bewerken. In deze streken kan


bij grondverhuur aan

Niet-Inlanders dan
altijd nog meer
gemaakt worden, bij verhuur door Inlanders
onderling.
Indirecte gunstige gevolgen heeft de grondverhuur overal wegens de daarmede

gepaard velen geld zoowel de


gaande gelegenheid voor om te verdienen, met bewerking
den
van grond, de
beplanting daarvan, ’t onderhouden van den aanplant, oogsten, ver-

voeren en bereiden van ’t product als anderszins.

Hiertegenover staat als ernstig nadeel ’t


voorschottenstelsel, tengevolge waarvan men

verleid wordt te verhuren dan culturen missen kan


om meer
grond men voor eigen en

wel
tegen een huurprijs, minder dan de
grond waard is; terwijl, slecht financier als de

Inlander ’t
gewoonlijk is, genoten voorschot in korten
tijd opgemaakt wordt, vaak aan on-

') Zie hierbij ook de beantwoording als bijlage


van de heeren Carp en Prinsen Qeerliugs, 18
opge-

in ’t Overzicht den
nomen enz. Landbouw, (bew.i
84

noodige zaken, zoodat terugontvangst zijn grond, niet de middelen heeft


na van
hij om

dezen bewerken is
te en te beplanten, en genoodzaakt tegen woekerrente geld op te nemen.

landbouwcrediet kunnen in deze


Goedkoop en
desaloemboengs van gunstigen in-

vloed zijn.

door de heer B. M. A. Carp H. C.


Beantwoording en en

Prinsen Geerlings.

Ter beoordeeling hiervan volgen eenige gegevens, de suikeronderneming Sragi


betrokken Staat
betreffende, en de daarbij bevolking: A., gevende een overzicht der

de arbeids-
aanwezige bevolking en van verhuur; staat 8., gevende een overzicht van de

diensten behoeve der de verdiende J


Omtrent
ten onderneming en van loonen in 1903. )
de deze overzichten is ’t merken. De
gegevens voor
volgende op te cijfers voor
grondbezit

aanwezige zijn door de districts-statistieken. De cijfers de


en bevolking geleverd voor aan

arbeid deelnemende zijn ontleend de door de


bevolking aan onderneming aangehouden

rolstaten, die ingevuld worden desa’s zijn. De deelnemers


dagelijks en
gewijze ingericht
de verhuur zijn getrokken uit de Het
aan natuurlijk geregistreerde grondhuurcontracten.
komt wel hoewel niet in mate, dat volk buiten de in staat A.
voor, belangrijke van

onderdistricten komt werken, doch dat ook in


genoemde tijdelijk daartegenover staat,

omgekeerde richting arbeidslevering plaats heeft aan de aangrenzende ondernemingen, welke

beide factoren kunnen worden tegen elkaar te


gerekend op wegen

overzichten 1
Uit deze volgt in de eerste
plaats, dat voor 1903
ongeveer /6 der

beschikbare de werden, door 2036


gronden aan
onderneming afgestaan t w.
grondbezitters-
desabestuursleden, 861 baoe d. i. 2
leden ’t
niet gemiddeld 211 r. r
,
en door 239 van

2
desabestuur 250 baoe d. i. 1 baoe 23 betaald werd
gemiddeld r. r
,
waarvoor
gemiddeld
35.40 baoe.
f per

’t Aantal die min of arbeid der


dergenen, aan meer
geregelden ten behoeve

onderneming is af leiden uit den arbeidsslaaf Neemt ’t maxi-


deelnemen, te A. men nl.

aantal in bepaalde dan ban dit beschouwd


mum
gepresteerde dagdiensten een
tijdsruimte,
worden te ’t maximum arbeid deelnemenden. Dit
aan geven van aan
cijfer bedraagt
120 000

4000, ruim de helft der beschikbare werkbare ’t Aantal


‘ ==
zijnde bevolking, dag-
«O
971 000
diensten jaar door deze verricht 243.
per bedraagt - =

De inkomsten uit arbeid de deze hunne


voor onderneming van met gezinnen

bedragen gemiddeld per jaar en


per gezin:

aan mannenarbeid . .
. =
f 61.75,

aan
vrouwenarbeid . .
= » 9.60.
.

400 U

71.35.
f
Behalve een deel ’t onderdistrict
van van Kesessi, waar groote sikep-aandeelen

worden, werken
aangetroffen grondbezitters, zoowel verhuurders als niet verhuurders, voor

hun beschikbare
zoover
tijd loelaat, eveneens
medé; want de
opbrengst hunner eigen

bebouwing is in den Dit leert ’t


regel zeer
matig. onderzoek, dat in de laatste jaren van

gouvernementswege ingesteld werd ter bepaling van


de
padiopbrengst van
zoogenaamde
vaste complexen. Voor ’t onderdistrict de uitkomsten ’t
Sragi waren
volgens register van

den assistent-wedono aan natte padi:

1902. 1903. 1904.

Westmoesson-oogst ....
21.09. 24.48. 21.62.

Oostmoesson-oogst ....
23.56. 18.36. 29.16.

Deze slechte resultaten ten deele te ’t hier


zijn wijten aan
gevolgde systeem van

West- Oostmoesson
en padi planten, waardoor de grond niet tot rust
komt, en geen

voldoende heeft zich herstellen.


gelegenheid om te De slechte gevolgen hiervan uiten

zich, behalve in geringe ook


een
opbrengst, veelvuldig in
misgewas, waarvan de bestaande

statistieken echter beeld daar hierin


geen duidelijk geven, voor
afschrijving van landrente

slechts als misgewas aangeduid de zoowel


wordt, waar oogst in West- als in Oostmoesson

mislukt is.

Een andere die worden is de ’t


factor, hierbij genoemd moet in
algemeen zeer

der sawah’s
slordige bewerking en de
weinige zorg voor ’t onderhoud. De
zorgeloosheid,
ten
hierbij toon gespreid, wordt
onwillekeurig in de hand gewerkt door de
mogelijkheid

bijverdiensten in
van
geval de oogst minder
goed slaagt.

‘) Deze staten zijn hierachter te vinden als bijlagen 9 en 10.


85

Dat de de sawah’s
geringe zorg, aan besteed, echter geen kwestie van recente

is, kan uit den


dagteekening blijken een rapport van
hoogleeraar Yriese (zie handboek

den landbouw in Ned. O. door W. L. de Sturler). Deze


voor
Indië, hoogleeraar werd in

den 1859 door den belast


jare gouv. generaal met een onderzoek naar de oorzaken van

de gestadige der sawah’s in ’t welke tusschen de


mislukking gewest Pëkalongan, jaren
1849 en 1859 had. vindt daarvoor
een zeer bedenkelijke omvang verkregen Hij geen

andere oorzaak dan de


mogelijke slecht verzorgde bewerking en
zegt o. m. „Men zegt,
dat de Inlander in dit gewest niet uitmunt als bewerkt
landbouwer; hij zijn gronden
uitnemend slecht, hetwelk inzonderheid dus in de
voor zijne eigen cultures, en eerste

plaats de sawah’s „de gronden bovendien nog


voor
geldt”, en
uitgeput door een al te zeer

cultuur, door schier volslagen


onafgebroken gebrek aan rust, door gemis aan de noodige

blootstelling van den


ondergrond aan de ontledende
werking van den
dampkring en ’t

zonlicht, worden alzoo


ongeschikt voor een nieuwen
oogst, vooral wanneer zij uit haren

aard niet vruchtbaar


zeer
zijn”.

146. Is 't aantal desaiieden sinds 1890 sterk


niet-grondbezittende toegenomen ?
Wat is hiervan de reden?

Pëkalongan.

Over de is ’t aaantal desaiieden


geheele afdeeling gerekend, niet-grondbezittende
sinds 1890 sterk de zich heeft
vrij toegenomen, aangezien bevolking vermenigvuldigd
zonder evenredige den
vermeerdering van bouwgrond, en
emigratie weinig plaats heeft.

Batang.

Alleen in Batang Bandar is ’t aantal


en
niet-grondbezittende desaiieden sinds 1890

sterk toegenomen, dezelfde redenen ais in de Soebah


om
afdeeling Pëkalongan. In en

aantal sinds 1890 mede


Bawang nam hun
toe, doch niet sterk.

T ë a
1.
g

Om dezelfde redenen als in de afdeeling Pëkalongan, nam ook in jde


afdeeling

Tëgal ’t aantal
niet-grondbezittende desaiieden sinds 1890
toe, en wel in de vlakte meer

dan in ’t gebergte. Bepaald sterk is de in Adiwerna.


toename Tëgal en

B r ë b ë s.

In Brébes de
en
Tandjoeng, waar uitbreiding van
bouwgrond niet evenredig was

de vermeerdering der is ’t aantal


aan
bevolking, niet grondbezittende desaiieden sinds 1890

nogal belangrijk toegenomen. Deze toename had in mindere ook in


mate plaats Ban-

djarhardja en
Boemiajoe, doch kon niet geconstateerd worden in Bantarkawoeng, waar

ruim is den
nog gelegenheid tot uitbreiding van
bouwgrond.

Pëmal a n g.

In
Pèmalang en Tjomal nam ’t aantal
niet-grondbezittende desaiieden sinds 1890

daar de desa’s
belangrijk toe, meeste
geen gronden ter ontginning hadden en de bevolking
steeds vermeerderde.

Deze had niet


toename
nagenoeg plaats in Watoekoempoel en slechts in geringe

mate in Banjoemoedal.
Randoedongkal en

147. Kunnen in de streek voldoende


zij doorgaans omliggende middelen van

bestaan vinden, of plegen elders werk te zoeken, waar?


zij zoo ja,

In de streek kunnen
omliggende de niet-grondbezittende desaiieden voldoende mid-

delen van bestaan vinden; daarvoor behoeven niet verder te trekken dan de
zij naar

aangrenzende afdeeling.
86

148. Welke middelen bestaan?


zijn voornamelijk hnn van

Op de kleinhandel
hoofdplaatsen Pëkalongan en
Tëgal voornamelijk industrie, en

allerlei niet tot den landbouw in staande; elders


koeliwerk, betrekking voornamelijk
verrichten koelidiensten den Inlandschen landbouw of
van bij de suikerindustrie, bewerken
in deelbouw van
andermans grond en drijven van
kleinhandel.

149. Is ’t onderhouden ’t desabestuur


van op den tegenwoordigen voet te

drukkend de te aantal bestuursleden, beschik-


voor gemeente? Toelichten; bijv. groot
diensten. 0
king over
dienstplichtigen, vrijstelling van

Pëkalongan.

Over ’t niet.
algemeen,

Bata
ng.

In Bandar niet. In Soehah Bawang dit in vele desa’s lot


Batang en en was

ultimo 1903 wel ’t omdat die desa’s klein de


geval, zeer waren en dientengevolge
ten behoeve ’t desahoofd drukten. Sedert zijn echter 79
pantjèndiensten van zeer zwaar

kleine desa’s door 33 desa’s met welke


samenvoeging tot teruggebracht, samenvoegingen

tijdens de samenstelling ’t werd.


van
verslag nog voortgegaan

Een gevolg hiervan is, dat in de nieuwe desa’s de niet te


pantjèndiensten meer

dat ’t verminderd ook


zwaar drukken, en aantal desabestuursleden is, wat eenige ver-

lichting van verplichte diensten tengevolge heeft gehad, daar ’t aantal dienstplichtigen
daardoor toenam, terwijl ambtsvelden nieuwe
vrijkwamen en aan dienstplichtigen gegeven

konden worden.

Tëgal en Brëbës

Neen. In
Boemidjawa en
Djatinégara (afleeling Tëgal) en
Bantarkawoeng (afdee-

ling Brëbës)kan ’t onderhouden van ’t desabestuur op den


tegenwoordigen voet zelfs als

zeer weinig drukkend beschouwd worden.

Pëmalang.

Alleen in desa’s de desahoofden reeds lang


eenige van
Pëmalang en Tjomal ,
waar

als
zoodanig in functie zijn, is ’t onderhouden van 't desabestuur op den
tegenwoordigen
voet te drukkend de omdat de ambtsvelden ’t desabestuur
voor gemeente, van een te

groote uitgestrektheid beslaan in verhouding tot de totale de


uitgestrektheid van
bouwgronden
der desa 35 tot 45 allen communalen zoodat 8 of 10 tal
(soms procent van
grond), een

desabestuurders 40 100 tal gewone desalieden slechts 60


°/ 0
en een
°/o vau den gemeente-

terwijl wel 100 anderen desalieden in ’t


grond occupeeren, nog geheel geen aandeel in

den gemeentegrond hebben.

150. Geniet ’t desabestuur voldoende inkomsten?


wettige

Pëkalongan.

In de kleine of desa’s met of


desa’s, weinig geen bouwgronden, en voorts in de

bergstreken met uitsluitend


erfelijk individueel bezit, waar geen ambtsvelden afgezonderd

’) Volgens art. 2 der Inlandsche gemeente ordonnantie (stsbl. 1906 no. 83) bepaalt ’t hoofd van

gewestelijk bestuur de verdere samenstelling van ’t desabestuur, en blijft de wijze van aanstelling en ontslag
der leden dat bestuur, buiten ’t desahoofd, ’t bestuur
van aan
plaatselijk overgelaten. Reeds sedert ’t

onderzoek de verplichte diensten Java Madoera werden


naar
op en (1888 1892) bij residentsbesluit

gewestelijke regelingen gemaakt tot vaststelling van ’t aantal leden van ’t desabestuur en hun aanstelling,

waarbij de gemeenteleden eenige invloed werd. Aant. d bew.


aan
daarop gegeven v.
87

de inkomsten onvoldoende. Door kleine desa’s wordt


zijn, zijn vereeniging van
getracht
in den tegenwoordigen toestand verbetering te brengen.

B a t a n g.

In de desa’s Bandar lang niet ook


verreweg meeste van
Baiang en
voldoende,
zelfs niet in die ’t vrij groot is. In vele desa’s heeft ’t desabe-
desa’s, waar
grondbezit
stuur zelfs in ’t inkomsten. In Soebah ’t
geheel geen en
Bawang zijn over algemeen

die inkomsten wel al zijn kleine desa’s, of desa’s met of


voldoende, er
eenige weinig geen

communale die inkomsten niet voldoende


bouwgronden, waar
zijn.

T ë g a
1.

In Adiwerna Soeradadi zijn de


Tègal, en
wettige inkomsten voor de desahoofden vol-

doende, doch de desabestuursleden (djoendjangs) veel te daar zij weinig ambts-


voor
gering,

velden slechts geringe andere voordeelen genieten. In Slawi


ontvangen en en
Bangkok
zoowel de desahoofden als de desabetuursleden voldoende inkomsten.
genieten wettige

Met voldoende zijn ’t zoomin de


echter over algemeen deze inkomsten, voor desahoofden

zulks
als voor de desabestuursleden, in
Balapoelang, Boemidjawa en Djatinëgara ,
tenge-

’t individueel in die waardoor arabtsvelden


volge van
grondbezit districten, geen afge-
zonderd konden worden.

B r
ë b ë s.

Met die in kunnen de desahoofden geacht worden


uitzondering van
Bantarkaivoeng ,

voldoende inkomsten Voor de bestuursleden zijn


over ’t algemeen wettige te
genieten.
die inkomsten in in desa’s de
Bnntarkawoeng ,
Bandjarhardja en Boemiajoe en
eenige van

andere districten als voldoende te omdat hen niet of niet voldoende


niet beschouwen, voor

ambtsvelden afgezonderd zijn.

Pëmal a n g.

In de inkomsten ’t
Pémalang en Tjomal worden wettige van desabestuur voldoen-

de In de andere districten dit slechts ’t die voldoende


geacht. is geval voor desa’s, waar

ambtsvelden aangetroffen worden.

151. Zoo neen, op welke


wijze stellen
zij zich hoofdzakelijk daarvoor schadeloos?

stellen zich daarvoor niet schadeloos of doen het door inkomsten.


Zij onwettige

Men ziet vaak de desabestuurders uit de in de desa; dit


gekozen welgestelden wanneer

niet ’t geval is en
de inkomsten niet voldoende zijn, dan doen zich veel mutaties onder

hen voor.

152. Is hierin zonder te kosten te brengen ?


groote verbetering

Pëkalongan.

Neen. Er reeds veel indien de desahoofden in de kota, die


zou gewonnen zijn,
’t
geen of slechts weinig ambtsvelden hebben, een geldelijke tegemoetkoming van gouver-

nement ontvingen.

B a t a n g.

In Baiang en Bandar is dit niet mogelijk. In Soebah en Bawang kan dit wel en

door desa’s ’t
wordt reeds verbetering aangebracht vereeniging van en vermindering van

aantal tevens door de desahoofden desabestuursleden naast hun


desabestuursleden, aan en

ambtsveld koeliaandeel in den communalen Yerder kan op den


een bouwgrond te geven.

’t besluit 22 November 1904 31 door de


voet van gouvernements van no. bevolking woeste

grond ambtsvelden worden, waartoe in deze districten is.


voor ontgonnen nogal gelegenheid
88

T ë g a
1.

Slechts enkele desa’s in wordt dit wel door


voor
BaLapoelang mogelijk geacht en

die daarvoor geschikt zijn, door de te doen ontginnen


gedeelten van
bosschen, bevolking

en daarna te bestemmen voor ambtsvelden.

B r
ë b ë s.

Aanbevolen wordt door desa’s ’t aantal desahoofden desa-


samenvoeging van en

bestuursleden te verminderen, waardoor ieder hunner meer inkomsten zal kunnen genieten.

Pëmalang.

Yoor zooveel Randoedongkal ,


Banjoemoedal en
Watoekoempoel betreft, zegt’t verslag
slechts dat men voorgesteld heeft ’t desabestuur apanagegrond toe te kennen.

153. Hoe is over ’t algemeen ’t gehalte van ’t desabestuur?

Door feiten aan te toonen.

Pëkalongan.

Over ’t algemeen slecht. ondervinden de Inlandsche ambtenaren


Op politiegebied

medewerking hen, alle andere werkzaamheden voortdurend


weinig van
terwijl bij een

toezicht is. De meesten zijn niet vertrouwbaar, maken zich


onontbeerlijk schuldig aan

onwettige heffingen, knevelarijen en d, g. zooals bij ’t onderzoek van desaklachten


dikwijls

gebleken is. Zij hebben echter over ’t


algemeen zoo weinig invloed
op
de
bevolking, dat

zij niet licht ongestraft ongeoorloofde handelingen kunnen elk door


plegen. Tegen onrecht,
hen gepleegd, komt de bevolking gewoonlijk en masse op.

Bat a n g

In Bandar is ’t desabestuur
Batang en gehalte van ’t niet schitterend, doch kan

in andere streken tevreden In Soebah ’t


men
vergelijking met nog zijn. en
Bawang is

desabestuur niet veel beter. Het komt nogal eens


dat desabestuursleden zich aan
voor,

kleine clandestiene boschdelicten d. doch


diefstallen, ontginningen, en g. schuldig maken,

groote worden door hen niet dat zij slecht volk heulen, is ook
misdrijven gepleegd, en met

niet gebleken. Hun in den dienst laten veel wenschen


ijver en
toewijding te over, en

hun
belangstelling in de zaken hunner desa is niet groot.

T ë a
1.
g

Over ’t is ’t ’t desabestuur niet goed zelfs vrij slecht


algemeen gehalte van en te

Velen zijn maken zich schuldig zijn onbetrouwbaar


noemen.
onbekwaam, aan knoeierijen,
zonder eenig of initiatief het geldt ’t verbeteringen in
en
plichtbesef waar
aanbrengen van

hun desa. In kunnen zelfs de veelal niet be-


Boemidjaiva en
Djatiriégara desaschrijvers

hoorlijk schrijven en roepen voor


schrijfwerk de hulp in van
magangs
of andere
personen.

In Boemidjawa wordt bijv. ’t alle staten kohieren door alle


opmaken van en
desaschrijvers

f 10. ’s jaars (per desa) uitbesteed één die daarvan zijn be-
voor —
aan persoon, speciaal

roep maakt.

B r ë b ë s.

’t Gehalte ’t desabestuur laat ’t veel wenschen Do


van over
algemeen te over.

kiest desahoofd in den dan de daad.


bevolking voor
regel liever een
zwakkeling een man van

Zoo’n is ook stootbok, de bevelen boven afstuiten


zwakkeling een
goede waarop van en

daardoor niet tot zich


uitvoering komen. De desahoofden voegen de desabestuursleden toe,

wel geen lieden kiezen, die hun de baas dus ook liefst niet
en zorgen er voor te worden,
te voortvarende menschen. Desaklachten komen veel daaruit dat
voor, en blijkt telkens,

de desabestuurders zich onbetrouwbaar


aan ongeoorloofde handelingen schuldig maken en zijn.
89

Pëmal a n g.

In
Pemalang en Tjomal wordt ’t gehalte van ’t
desabestunr, moreel, vrij goed ge-

doch
noemd, intellectueel is het verre van voldoende. Als desahoofd
fungeeren dikwijls de

onnoozelste menschen uit de die lezen noch


desa, schrijven kunnen, terwijl van de leden

’t bijna zonder
van
desabestunr, uitzondering, alleen de
desaschrijver dit kan. In de drie

heet ’t desabestunr
bergdistricten *nog onverdorven,” evenals de
bevolking.

154. Welke bereikbare middelen zijn aan te wenden tot verbetering van ’t
ge-
halte van ’t desabestunr (speciaal de 1
van
desaschrijvers)? )

Pëkalongan.

Aanbevolen wordt de inkomsten ’t desabestunr te


van
vermeerderen, hetzij door

bezoldiging van
gouvernementswege, hetzij door vereeniging van kleine desa’s tot
grootere.

B a t a n
g.

Voor Batang en Bandar acht slechts


men
verbetering langzaam mogelijk. en wel

door de bemoeienis en
medewerking van de Inlandscbe ambtenaren, ’t Gehalte van de

desaschrijvers is hier meerendeels voldoende. In Soebah en


Bawang hebben vele desa-

schrijvers onderwijs genoten aan een der gesubsidieerde bijzondere Inlandscbe scholen en

kunnen dus rekenen. Dit


zij schrijven en wat onderwijs blijkt echter niet voldoende te

zijn hen hun taak te maken. Door de


om voor
geschikt oprichting van
gou ver nemen ts-

scholen of door de subsidies de


verhooging van aan bijzondere scholen, woordoor voor deze

inrichtingen allicht betere


onderwijskrachten te verkrijgen zouden
zijn, ware ’t onderwijs
te verbeteren. Aanbevolen wordt de candidaten de
van voor
betrekking van
desaschrijver
door den controleur te doen afnemen in
een examen
rekenen, opmeten van grond en d. g.,

en die beambten door ’t te 4. ’s maands.


gouvernement bezoldigen met f a f B.

T e al.
g

Aanbevolen wordt ’t ambt van desaschrijver begeerlijk te maken door daaraan vol-

doende inkomsten te verbinden, en voorts waarborgen van geschiktheid te eischen door de

adspiranten een soort examen te doen afleggen den wel van hen een
bewijs te vragen van

doorloopen cursus van een


gouvernements Inlandscbe school. Veel
goeds wordt mede

verwacht meerdere de
van
ontwikkeling van geheele bevolking, omdat dit van
zelf verbe-

tering ’t uit haar midden desabestunr


van
gekozen ten gevolge zal hebben. Gemeend

wordt dit resultaat te kunnen door de


verkrijgen oprichting van
desascholen, desnoods met

der
behulp desaloemboengs.

B r ë b ë s.

Aanbevolen wordt ’t gehalte van ’t desabestunr te verbeteren door uitbreiding van

’t Inlandsch onderwijs. Tevens wordt ’t denkbeeld


geopperd om de
desaschrijvers los te

maken ’t hen
van
desabestunr, door den resident te doen
benoemen, en door ’t gouver-

nement te doen
bezoldigen. Zij zouden later als Inlandsch ambtenaar in
gouvernements
dienst kunnen hadden
komen, en dan te voren als
desaschrijver een goede leerschool gehad.

Pemalang.

Voor
Pemalang en Tjomal wordt ’t
volgende in
overweging gegeven:

Daar het
herhaaldelijk gebleken is, dat de meest
ongeschikte personen
door de be-

volking tot desahoofd verkozen


worden, mag de bevolking niet geheel vrij zijn om te kiezen

wien zij wil. Daarom zouden door ’t bestuur drie candidaten aangewezen behooren te

waaruit de
worden, bevolking haar desahoofd hebbe te kiezen, ’t
Benige verschil met den

x
) Sedert de afsluiting dezer verslagen is
afgekondigd een nieuw „reglement op
de verkiezing, de

het ontslag
schorsing en van de hoofden der Inlandscbe gemeenten op
Java en Madoera” (stsbl. 1907

no. 212). waarbij, afgezien van andere verbeteringen erin


opgenomen, betere waarborgen gesteld zijn voor

de verkiezing van geschikte desahoofd ’t hoofd


personen voor en van gewestelijk bestuur meer vrijheid dan

is de tot desahoofd
vroeger gegeven aan verkiezing zijn goedkeuring te onthouden. Aant, v. d. bew.
90

de ’t bestuur de candidaten stelt. Deze


bestaanden toestand is dan dat niet bevolking maar

kunnen daar het in den


regeling zou zonder eenig bezwaar direct ingevoerd worden, regel
als niet door de candidaten
’t grootste deel der bevolking, ze van te voren
omgekocht is,

niets schelen kan wie tot desahoofd verkozen wordt.

worden alleen uit die welke


De
desaschrijvers moeten gekozen personen, een cer-

tificaat hebben gouvernements Inlandsche school le of 2e


van doorloopen cursus van een

de lands-
klasse. De andere desabestuursleden moeten goed kunnen lezen en schrijven (in

of
taal) en een certificaat hebben van
doorloopen cursus van een gouvernements bijzondere

Inlandsche school: aan ’t eerste wordt de voorkeur In elke desa moet minstens
gegeven.

de kinderen leeren rekenen, of


één desaschool zijn, waar lezen, schrijven en met een meer

lid ’t desabestuur moeten ’t Hoofd be-


onderwijzers, die tevens van zijn. van gewestelijk

bevoegd bij die onbeduidende zaak


stuur moet zijn om, uitzondering, personen, om een

geworden zijn, toch desahoofd te bevestigen.


gestraft tot

Voor wordt aanbevolen de keuze


Randoedongkal, Banjoemoedal en Watoekoempoel

der desabestuursleden door ’t desahoofd te tot de daartoe door den wedono of


beperken
candidaten uit betrokken desa.
assistent wedono aangewezen de Aan
gezien uitbreiding van

’t Inlandsch de daaraan verbonden kosten niet verwacht kan worden, meent


onderwijs wegens

desabestuur
men zich tot ’t bovenstaande te moeten bepalen om ’t gehalte van ’t te ver-

Daardoor kan voorkomen worden, dat desahoofden zich door


beteren. tevens omringen

bloedverwanten als desabestuursleden, wat niet gewenscht geacht wordt.

155. Welke voor- en nadeelen waren ’t gevolg van de gebruikelijke wijze van

aanstelling van desahoofden (bekrachtiging der volkskeuze)?

De voordeelen zijn:

zelf is de keuze haar hoofd


I°. dat de bevolking verantwoordelijk voor van en

of te kort komingen dezen ’t bestuur daarvan kan


bij misslagen van geen verwijt maken;

2°. dat ’t desahoofd niet Inlandsche ambtenaren


aan intrigues van ziju benoeming

dankt, zooals anders wel kunnen


zou gebeuren;
3°. dat aan de autonomie der niet te kort gedaan wordt;
gemeente

4°. dat de Inlandsche ambtenaren op beter tegenover de desahoof-


een
standpunt

den dan aanstelling dezen door ’t bestuur ’t geval zijn. Immers de


staan, bij van zou

Inlandsche ambtenaren zouden invloed de aanstelling desa-


een zeer
overwegenden op van

hoofden
hebben, wat
bij klachten ten gevolge zou hebben, dat zij (Inlandsche ambtenaren)

niet onbevooroordeeld waren.

De nadeelen zijn:

’t
I°. koopen van stemmen.

Dit zonder dat ’t


komt herhaaldelijk voor wettig bewijs geleverd kan worden. Ze-

ker is dat door de candidaten voor desahoofd vaak veel wordt de


het, uitgegeven om

kiezers zich Voor de niet heeft ’t zich candidaat


gunstig voor te stemmen. gekozenen
stellen desahoofd dikwijs treurige financieele gevolgen, terwijl de wel
voor gekozene zich

door schadeloosstelt de onkosten tot desahoofd


eens
onwettige heffingen voor
gemaakte om

verkozen te worden;

2°. ’t kiezen van ongeschikte, weinig energieke personen tot desahoofd.

Dit komt nog al veel voor, omdat men denkt onder ’t bestuur van zoo’n desahoofd

het gemakkelijk te zullen hebben.

De controleur van Boemidjawa (afd. Tëgal), die in zijn verslag o. m. mede


hierop

wijst, dit bezwaar vooral in verband met de onmondigheid, waarin de


brengt bevolking
Inlandsch hoofd hebben dat
nog verkeert, wat een eens aanleiding gegeven zou te zeggen

hoofd door de kind


de verkiezing van haar bevolking gelijk staat „met een toe te staan

voogd kiezen.” Gaat echter vervolgt dit verslag- dat ’t


zijn eigen te men na- zoo sys-

hun hoofd laten, zich zelf


teem om den betrokkenen de keus van eigen te op geheel
door andere de der
juist is en dat alleen omstandigheden (i. c.
onmondigheid bevolking)
’t minder is; dat verder in ’t thans bestaande desa-
de toepassing van systeem gelukkig

verband de kiem de vorming decentralisatie


ligt voor van een
gemeentewezen en een van

thans overal wordt; dat voorts niet te in


gezag, waarnaar
gestreefd over
langen tijd, ver-

band de toenemende zonder ’t recht


met volksontwikkeling, men
twijfel der bevolking
toekennen haar te dan het onraadzaam
zou moeten eigen vertegenwoordiger kiezen, mag

genoemd worden haar dat recht thans te ontnemen, om het over 50 of 75 jaren wederom
91

toe te kennen. Bovendien elk ander


zijn aan
systeem eveneens groote bezwaren verbon-

den, van welke ’t gevaar van nepotisme van Inlandsche hoofden zeker niet ’t
geringste is;
3°. allerlei
intrigues in de desa, met de
bedoeling ’t desahoofd te doen
vallen,
ten einde zekeren gelegenheid in de
persoon te
geven plaats van den functionaris verko-

te worden. x
zen )

156. Is het tot


wenschelijk om
breideling van machtmisbruik der desahoofden

de desa-bestuursleden
benoeming van
bij verkiezing door de leden der gemeente te

doen hebben de
plaats en
gemeente meer invloed te geven op
den
gang van zaken?

Op welke zulks kunnen 2


wijze zou
geschieden? ]

’t Doen kiezen van


de desabestuursleden door de wordt
gemeente algemeen afgekeurd.
Gewezen wordt:

Afdeeling Pëkalongan: op
de
nadeelen, aan de
verkiezing van desahoofden

verbonden, welke nadeelen ook bij verkiezingen van desabestuursleden zullen voorkomen.

Afdeeling Batang, contr. afd.


Batang: den
weinigen lust
bij de
op bevolking
om desabestuurslid omdat de
te
worden, voordeelen van dit ambt zoo gering zijn; contr.

afd. Soebah: ’t
op feit, dat reeds een
regeling bestaat, volgens welke de desabestuursleden

door ’t desahoofd in de
overeenstemming met
kiesgerechtigden aangewezen worden, welke

regeling voldoende is.

Afdeeling Tëgal, conlr. afd.


Tëgal: op de
wenschelijkheid om, zooals reeds

geschiedt, de keuze van desabestuursleden door ’t desahoofd te de


onderwerpen aan

goedkeuring van ’t districtsbestuur; contr. afd.


Protjot: op de
onmondigheid van den

Javaan, die daarom niet invloed


meer hebben de aanstelling zijner
mag op onraiddellijke
bestuurders; contr. afd.
Boemidjawa: op
de
wenschelijkheid ’t desahoofd geheel te laten
vrij
in de keuze zijner helpers, voor wie hij ten slotte toch ook
verantwoordelijk is, en op ’t

de
onnoodige om
bevolking nog meer invloed te geven op
den
gang van
zaken, aangezien
volgens de adat bedoelde invloed thans reeds kan
zeer groot wezen.
[De assistent-resident
van Tëgal teekent
hierbij dat men het den desahoofden niet te moet maken in ’t
aan, lastig
besturen, en hun
voorloopig groote vrijheid laten in de keuze
moet van
desabestuursleden,
daar anders te invloed hebben
zij weinig in de
desa].

Afdeeling Brëbës, contr. afd. Brëbës; de omstandigheid, dat de


op bevolking
geen krachtig bestuur wenscht en dus tot desabestuursleden
zwakkelingen zou kiezen
tenzij
’t desahoofd door ’t bestuur benoemd wordt
gewestelijk en de
bevolking ’t recht heeft naast

dien
burgemeester een gemeenteraad te kiezen, omdat
zij dan
begrijpen zal, dat
tegenover
den rijksambtenaar flinke kunnen
een
oppositie gesteld moet worden; contr. afd. Boemi-

ajoe; de
onmondigheid de bedoelde verkiezingen.
op van
bevolking voor

Afdeeling Pëmalang. contr. afd. Fëmalang: op ’t feit dat reeds een


regeling
bestaat, volgens welke de desabestuursleden
aanstelling van
geschiedt bij keuze van de

gemeente in overeenstemming met ’t


desahoofd, behoudens bekrachtiging door ’t districts-

bestuur, welke regeling beter voldoet dan de


wijze van alles
vroegen aanstelling, waarbij
van ’t desahoofd afd.
afhing; contr.
Randoedongkal: op ’t feit, dat in
Bajoemoedal en

Watoelcoempoel de desabestuursleden door ’t desahoofd gekozen worden met de


na
overleg
leden der welke veel
gemeente, regeling voor
heeft, daar de
bevolking niet altijd genegen
zal worden bevonden familieleden ’t desahoofd tot kiezen.
om van desabestuursleden te

157. Komt het veel voor, dat de desahoofden ’t verhuizen hunner onderhoo-

rigen tegengaan? Zoo ja, waarom?

Neen.

J
) De assistent-resident Tëgal teekent in 't
van
betrekkeiijk verslag ’t volgende aan: „Ik kan mij
geheel vereenigen met ’t artikel in de Indische Gids van den controleur Walboehm omtrent de desahoofden.
Men dat ’t
vergete niet, allicht kwaad verplaatst wordt en men in stede van desa-intrigues weder andere

machinaties in de plaats ’t
zou
krijgen. Zoolang algemeens peil van ontwikkeling der bevolking niet ver-

hoogd is, zal ’t desabestuur in ’t de


algemeen ook afspiegeling der bevolking zijn.
t Denkbeeld bijv. tot
om
magangs en dergelijke desabestuurders te maken zou m. i. zeer onpolitiek
wezen. Personen, buiten de desa geboren zouden steeds als beschouwd
en
getogen, indringers worden, en

de voeling missen, die ook ’t desahoofd


ongeschikte toch nog altijd met de bevolking zelf heeft.
2
Door de Inlandsche ordonnantie
) gemeente Stsbl. 1906 no. 83) is sedert aan de gemeente meer

invloed en voor sommige beslissingen haar als


gegeven goedkeuring voorwaarde gesteld. Aant, v. d, bew.
92

158. Worden de ambtsvelden of


voor eigen rekening risico bewerkt, zoo ja,
hoe wordt in de werkkrachten voorzien?

Pëkalongan.

De ambtsvelden worden risico


voor eigen doch niet
geheel voor
eigen rekening
daar
bewerkt, gebruik gemaakt wordt van sambatandiensten dar
bevolking, alleen tegen

voeding.

B a t a n
g.

In Bandar worden de
Batang en ambtsvelden voor
eigen risico bewerkt en alleen

die van de desahoofden niet geheel daar ook


voor eigen rekening, gebruik gemaakt wordt

sambatandiensten der alleen


van
bevolking, tegen voeding, wanneer de
pantjèns ’t werk

niet af kunnen.

In Soebah en Bawang worden de ambtsvelden gedeeltelijk voor


eigen risico en

in deelbouw bewerkt.
gedeeltelijk In ’t eerste geval worden alleen de ambtsvelden van

de desahoofden niet geheel daar behalve


voor eigen rekening bewerkt, van pantjèns ook

geregeld gebruik gemaakt wordt koedoerandiensten de


van van
bevolking, alleen tegen
voeding.

T ë a
i.
g

De ambtsvelden worden overal risico


voor
eigen bewerkt, doch niet
geheel voor

eigen rekening, daar in T(gal , Adiwerna, Soeradadi


,
Boemidjawa en
Djatinègara door de

elders door de
desahoofden, en
desabestuursleden, gebruik gemaakt wordt van sambatan-

diensten de alleen
van
bevolking, tegen voeding.

B r ë b ë s.

De ambtsvelden worden in
Brëbës, Tandjoeng en
Bandjarhardja meestal voor eigen
risico doch
bewerkt, niet
geheel voor
eigen rekening, daar gebruik gemaakt wordt van

sambatan—of koedoerandiensten de
van
bevolking, alleen tegen voeding. In
Boemiajoe
worden de
en
Baniarkawoeng meeste ambtsvelden in deelbouw bewerkt.

Pëmal a n g.

In Pëmalang en
Tjomal worden de ambtsvelden
gedeeltelijk in deelbouw bewerkt.

worden
Overigens ze voor
eigen rekening en risico bewerkt door, voor zooveel
noodig.

gebruik te maken van koeli’s of


pantjèns.

159. Komt het veel dat Inlandsche door


voor, bestuurs-ambtenaren, gebruik-
maken van een
strooman, binnen hun ressort in ’t bezit komen van gronden?

Yoor komt dit niet


zoover bekend, voor.

160. Zijn gevallen dat in


er
bekend, zij streken, waar irrigatiewerken of

in voorbereiding zijn, hun misbruik maken


spoorwegen van positie om
goedkoop in

’t bezit van gronden te komen?

Neen.

161. Komt het veel dat


voor, zij communale gronden door hun invloed aan de

verdeeling onttrekken, om daarvan bedekt ’t gebruik te genieten of te doen


genieten
door familieledon ?

Voor komt
zoover
bekend, dit niet voor.
93

162. Werden de
regenten gehoord en in
gekend voor de
bevolking belangrijke
vraagstukken als; invoering van de in
opiumregie vroeger verboden kringen, aanleg
van irrigatiewerken, voorbereiding van en aanslag in de landrente en
bedrijfsbelas-
ting; aanvragen van
erfpacht; concessies voor landelijke ondernemingen, trams; ont-
eigening ten algemeenen nutte groote schaal
op en dergelijke?

Ja.

163. Komt pressie t Inlandsch


van bestuur ten behoeve der
belastingen veel

voor? Worden hierdoor de loonen de


en
grondhuurprijzen gedrukt?

Alleen in de
afdeeling Brëbës komt
pressie van ’t Inlandsch bestuur ten
behoeve der veel
belasting voor. Zonder
pressie zouden de
belastingen niet binnen komen.

Die pressie moet in de noordelijke districten van do


afdeeling Brëbës van geen geringen
invloed zijn de
op grondhuurprijzen, die daardoor gedrukt zouden worden.

164. Kwam ’t
Europeesch bestuur steeds in voldoende mate rech-
op voor de
ten der Inlandsche
bevolking en beschermde zij die
tegen machtige invloeden?
Feiten vermelden.

Pëkalongan.

Ja. Zoo is het vaak


voorgekomen, dat een fabriek~’t
opruimen van dam
een
eischte,
die
noodig was voor de
bevloeiïng der sawahs van de
bevolking, omdat de riettuinen door
dien dam onder water werden.
gezet Aan zulke verzoeken werd
geen gevolg gegeven
tenzij de fabriek andere door
op wijze, bijv. ’t nieuwe
graven eener
leiding, in de bevloei-

ïng der sawah s Ook


voorzag. bij geschillen over de
grenzen van verhuurde gronden en

over de verdeeling van t water kwam ’t


Europeesch bestuur steeds voor de rechten der
Inlandsche
bevolking op, wanneer deze in ’t gelijk was.

B a t a n g.

Ja. Feiten vindt niet


men vermeld.

T ë a
1.
g

Ja. In
Tëgal en Adiwerna bij de
waterregeling der
Goeng- en Koemisik rivie-
ren, waarbij in de eerste plaats rekening gehouden is met de
beiangen der Inlandsche be-

volking, deze in
waar
strijd waren met die der
Europeesche ondernemers, die
aanspraak
maakten water hun
op voor suikerriettuinen. Na 15 October wordt de
aan suikerriet-
tuinen water
geen meer
verstrekt, en is alles ten behoeve der cultures
eigen van de be-
In Soeradadi
volking. wordt
gezorgd dat de in dit district
aanwezige erfpachtsperceelen
de
voor
padicultuur, die daarop gedreven wordt, meerder
geen gebruik van
irrigatiewater
hebben, dan de omwonende Inlandsche In
bevolking. Stom, Pangkah en
Balapoelang
komt bestuuisbemoeienis te pas bij:
a. Tijdige verstrekking van
irrigatiewater ten behoeve van den Inlandschen landbouw

b.
Aanneming en
behandeling van klachten der
bevolking over
werkelijke of ver-

meende de
benadeeling van zijde der
Enropeesche industrieelen en Chineezen;
c.
Voorbrenging van de bezwaren der
bevolking tegen ’t de
aanwezig zijn van

houtvesterij Margasari (St. 1904 No. 195) groot 6748 H.


A., voornamelijk met ’t
oog op
’t weiden van vee.

Hieromtrent wordt nader


verwezen naar de bijlagen dezes J
).
De maatregelen, door den
genomen tegenwoordigen beheerder dier houtvesterij,
grijpen steeds in hebben
dieper en nu reeds ’t
gevolg, dat da ’t
gelegenheid tot weiden
van ’t als geheel
vee zoo
goed ontnomen is, wat
natuurlijk veel onder de be-
verbittering
wekt, evenals
volking t voortdurend doen van
huiszoeking bij Inlanders, woonachtig in de

nabijheid dier houtvesterij


2
;;

L
Zl nde no,a den
>- J eeG
van controleur van Protjot (in deze
samentrekking dadelijk na ’t antwoord
van
lëgal op vraag 164 opgenomen) en een daarbij beboerende staat.
2
De assistent-resident Te 'al
). van teekent hierbij aan: .Het kan niet ontkend
=
worden, dat de

belangen der bevolking in strijd zijn met die der


houtvesterij, indien deze laatste zoo ingozien worden als
’t tegenwoordig beheer meent te moeten doen.
94

d. Herinnering grondhuurders tot der in de grond-


aan
Europeesche nakoming
vermelde
huurakten voorwaarden, namelijk om de
gronden weder ter
beschikking van recht-

hebbenden te stellen, nadat ’t riet ’t veld is ’t dier


van en om met openleggen gronden te

wachten totdat de padi gesneden en weggehaald is.

In Boemidjawa Djaiinegara bij de de der


en
regeling van bevloeiïng suikerriet-

bibittuinen, waardoor deze niet beschikken dan


over meer water kunnen, toegestaan is in

verband met de behoefte aan irrigatiewater van den Inlandschen landbouw de


en parti-

culiere industrie in de benedenstreken.

H. dd.
Nota van den controleur van Protjot Rijfsnijder, 5 Augustus 1905,

den beheerder der 27 Juni 1905


Blijkens een
schrijven van
houtvesterij Margasari van

N°. werd besloten te doen den assistent-resident dat


263/50 mededeeling aan van
Tëgal,
als alle behoorende tot de houtvesterij Margasari gesloten werden
zoo
goed aanplantingen,

voor veeweiden der bevolking.

hiervan het belang wijzen de welke de be-


Naar aanleiding is van te op belangen,

trokken bevolking heeft bij ’t in stand houden dier veeweiden.

x de
Bijgaande staat ), bevattende, wat uitgestrektheden grond van elke desa
betreft,
louter kadastrale gegevens en dus
geen willekeurige grootheden, toont
duidelijk aan;

de desa’s, welke hebben de bosschen der


I°. belang bij een
veeweidingin houtvesterij;

de der de die dor bosschen


2°. uitgestrektheden ontginningen van
bevolking, en

’t beschikbare terrein, dat in totaal 100 baoe’s


van nog een
groote bedraagt;
3°. ’t aantal buffels en runderen, dat men in die bosschen
pleegt te weiden, zijnde
in de kolom toelichtingen vermeld hoeveel procent de uitgestrektheid
van
geheele van

elke desa ingenomen wordt door de binnen hare voorkomende bosschen


grenspalen en

alle den desa's


welk percentage voor in staat opgenomen 49 °/0 , ergo bijna de helft
bedraagt.

Yerder uit te weiden over de benadeeling der belangen eener


bevolking met een

4400 de bosschen wederom


veestapel van meer dan beesten, tenzij als te voren daarvoor

in verband 34 ’t
opengesteld worden met art. van boschreglement, komt mij geheel

overbodig voor.

Het zoude daarom dat door de


zeer gewenscht zijn, regeering bevolen worde, dat

34 ’t dat in
aan art. van boschreglement zoodanige toepassing gegeven worde, plantsoenen
der houtvesterij welker dit toelaat (bijv. die 15
Margasari, gesteldheid van
jaren en ouder)
de der in bijgaanden staat, worde den tot
bevolking desa’s, opgenomen vergund op nu

toe bestaand en voet haar vee te doen weiden.

Mocht de de hand ’t daartoe niet


regeering, aan van
boschreglement, vermeenen

dit boschreglement dien


bevoegd te zijn, zoo ware in zin, voor
geheel Java van kracht

in verband de
zijnde, te wijzigen, waartegen, met benadeeling van
bijzondere belangen,
toch zeker bezwaren zullen daar
geen rijzen, men ter voorkoming van grove benadeeling
toch ook de bedoeld
van (andere) bijzondere belangen enz. enz. bepaling, bij art. 13 sub. 2

2
dat in ’t leven heeft.
van reglement geroepen )

B r ë b ë s.

’t bestuur in deze steeds


Europeesch deed, voor zoover
bekend, zijn plicht, getuige
’t adviseeren tegen de in daardoor de
bijv. uitgifte van
gronden erfpacht, wanneer
belangen
der benadeeld zouden worden.
bevolking

Pëmaiang.

Zooveel kwam ’t
mogelijk Europeesch bestuur op voor de rechten en
belangen der

Inlandsche
bevolking. Feiten, waaruit dit
blijkt, worden echter niet vermeld.

V- Het is onnoodig vóórgekomen dezen staat hier in geheel te Er uit dat


zijn over nemen. blijkt
26 desa’s in Balapoelang 1 desa in Slawi te 21435 baoe’s gronden beslaan,
en zamen w. o. 10603 baoe’s

bosschen (7746 b. djati 2857 wildhout) of ruim de totale oppervlakte


en b. 49°/ 0 van der gronden, vroeger

gebezigd voor weide, sedert daarvoor gesloten, en 10832 baoe’s grond, uit anderen hoofde tot de desa’s

dat de
behoorende; en
veestapel dier desa's te zamen bedraagt 4489 beesten (4414 buffels en 75 runderen).
Aant. v. d. bew.

-*) Omtrent deze aangelegenheid zijn den resident Fëkalongan nader


aan van
nog inlichtingen

gevraagd. Mochten deze dan ’t dezer


tijdig ontvangen worden, zullen ze aan slot Samentrekking opgeno-

men worden. Aant. v. d. bew.


95

165. Komt het veel voor, dat de bemiddelde Inlander bloot staat aan vexatie’s

de Inlandsche of ’t leenen
van desahoofden, lagere Europeesche beambten, z. a. van

geld zonder ’t crediet zonder


terugbetaling, koopen op betaling, enz.

Yoor zoover bekend, komt dit niet veel voor.

166. Valt in streken, de zending vasten voet


er waar
gekregen heeft, meer-

dere welvaart te constateeren? Zoo waaruit


ja, blijkt het, waaraan is dat te danken?

Welke nadeelige invloeden de welvaart hebben de weten


op zendelingen weg

te nemen ?

De zending kan niet worden hier in streek vasten voet


gezegd eenige gekregen te

hebben. Yan een invloed daarvan de welvaart is niets


gunstigen op gebleken.

167. mingegoede in de desa Hebben


Zijn er Europeanen gevestigd? zij wettig
of onwettig grondbezit? Hoe voorzien in hun levensonderhoud? Hebben
zij zij een

gunstigen of ongunstigen invloed hun Inlandsche Toelichten


op omgeving? en aan-

toonen.

Pëkalonga n.

Hier in de desa
zijn geen mingegoede Europeanen gevestigd.

B a t a n g.

Alleen in Bandar zijn enkele in de


Batang en
mingegoede Europeanen desa ge-

hebben
vestigd. Zij onwettig grondbezit en leven van een
pensioen of van
de
opbrengst
van hun grond. Op hunne Inlandsche omgeving oefenen zij geen gunstigen invloed
uit,
daar er steeds uit den Inlander op de of andere manier aftezetten.
zij op zijn een

Të g a 1.

In Boemidjawa zijn
en
Djatinëgara er geen mingegoede Europeanen in de desa

in 't de is hun aantal


gevestigd en
overige gedeelte van
afdeeling zeer
gering. De mees-

ten hebben wettig Yoor zij niet uitsluitend hun


grondbezit. zoover van
pensioen leven,
voorzien zij in hun levensonderhoud door eenig handwerk of door rekesten en brieven te

hen die wat te of hebben. De dien laatstbedoelde


schrijven voor vragen te
klagen invloed,
Inlandsche
Europeanen op hun
omgeving uitoefenen, is
ongunstig. Behalve dat ze er

voortdurend uit klachten te trachten ook in civiele zaken zich


op zijn om op sporen, ze

als zaakwaarnemers te mengen op een


wijze, die dikwijls tot daden van eigen richting
vooral den padioogst. Een
aanleiding geeft, tijdens percentage van dien
oogst is dan ’t

loon hun moeite. zij het in


voor
Gewoonlijk weten zoo te kleeden, dat ze niet
gestraft
kunnen worden; daarom moest het mogelijk zijn ’t lieden in de desa
verblijf van dergelijke

bij een met redenen omkleed besluit te verbieden.

B r
ë b ë s.

In elk der districten


Tandjoeng ,
Bandjarhardja ,
Boemiajoe en
Bantarkawoeng is

één De eerste wordt door zijn Inlandsche


mingegoede Europeaan gevestigd. moeder

onderhouden; de tweede leeft als militair


van zijn gagement gegageerd en
verkoopt hor-

huishoudster sawah’s bezit; de


loges, terwijl zijn derde is een vrouw, die leeft van den

kleinhandel, do laatste leeft de


en van
varkensjacht en van ’t uitleenen van
geld voor

den sawahbiuiw. Geen hunner heeft in althans


grond bezit, niet
op eigen naam, en van

invloed hun Inlandsche of ten


eenigen op omgeving, ten goede kwade, is niet veel merkbaar.

Pëmalang.

Alleen in Pëmalang en Tjomal zijn enkele mingegoede Europeanen in de desa


gevestigd.
’t Meerendeel heeft
onwettig grondbezit, in zoover dat
zij grond occupeeren, z. g.

hun Inlandsche bijzit toebehoorende. leven den de


aan
Zij van
padihandel, jacht of ’t

schrijven of werkzaam
van requesten, zijn tijdelijk bij de irrigatie of ’t boschwezen.

Yan invloed hun Inlandsche


eenigen op omgeving, ten
goede of ten kwade, is

weinig merkbaar.
96

168. Welke waren de voor- en nadeelen de ’t


voor bevolking van
verblijf van

Vreemde Oosterlingen in ’t binnenland? ')

Onderscheid moet gemaakt worden tusschen Arabieren en Chineezen. Yan ’t ver-

Arabieren had de
blijf van
bevolking alleen nadeel. Hun voornaamste bedrijf was
geld
uitzetten woekerrenten onder de meest voorwaarden.
tegen en onereuze
Zij zijn de vam-

der door hun


pirs bevolking, meer
gevreesd (wellicht afstamming) dan wie ook. Wil men

der dienst
bevolking werkelijk een goeden bewijzen, dan moet men de Arabieren absoluut

verbieden hun de
wijken op hoofdplaatsen te verlaten, en in geen geval dulden, dat
zij
vrouwen in de desa onderhouden.

’t
Yerblijf van Chineezen had tot voordeel:

10. dat allerlei die de onder


zij artikelen, bevolking noodig had, haar bereik brachten;
20. dat de
bevolking opkoopers had voor verschillende
landbouwvoortbrengselen, zooals

padi, tabak, kapok, katjang, kedelé, klappers, kaneelbast, enz. wat


enz., tengevolge
had
grooter afzet van die
producten en
hoogere prijzen;

30. dat ambachten beter beoefend werden


sommige en de Inlandsche werkman daar-

door ook beter werd.


opgeleid
De nadeelen ’t Chineezen in ’t binnenland
van
verblijf van
zijn bjj goede controle

’t bestuur niet
van groot en
voornamelijk een
gevolg van ’t geven van voorschotten op

’t ’t uitleenen
gewas en van
geld tegen hooge renten en
mpandgeving van grond.

169. Welke zijn de den onvoldoenden invloed


gevolgen van van ’t Inlandsch

vooral ’t desabestuur
bestuur, van
op Inlanders, buiten ’t eigenlijk desaverband staan-

de, bijv. op erfpachtsperceelen, in


fabriekskampongs, in kota’s op erven van Euro-

peanen, Vreemde Oosterlingen enz ten aanzien


o a. van vaccine, belastingheffing,

rechtszaken, enz. Welke maatregelen zouden te dezen te nemen zijn?

Pëkalongan.

Ten aanzien der vaccine wordt ’t bezwaar


ondervonden, dat bedoelde Inlanders niet

dan met
medewerking van de betrokken administrateurs of van hun meesters
opgeroepen
kunnen worden; deze Inlanders
overigens geven geen moeilijkheid. Bijzondere maatrege-
in deze te
len, nemen, zijn niet aangegeven.

B a t a n g.

Bedoelde gevolgen niet waar’t Inlandsch


zijn van
belang, en
Europeesch bestuur flink

optreden. Door den wordt het


regent van
Batang noodig geacht te
bepalen, dat de hoof-

den van
perceel-kampongs ondergeschikt zijn aan den betrokken wedana of assistent-wedana-

en evenals de desahoofden geregeld op rapport moeten komen


bij genoemde Inlandsch©

ambtenaren.

T ë a
1.
g

Bedoelde zijn niet


gevolgen van belang en
bijzondere maatregen ter zake worden

niet noodig geacht.

B r ë b ë s.

Bedoelde zijn niet


gevolgen van
belang en
bijzondere maatregelen, in deze te

nemen, zijn niet aangegeven.

Pëmal a n g.

Bedoelde gevolgen zijn niet Toch wordt


van
belang. het
noodig geacht, dat veran-

dering gebracht wordt in den bestaanden toestand, volg ns welken een aantal Inlanders

onttrokken wordt aan


’t directe van de desahoofden
gezag en
ondergeschikt is aan door

particulieren aangestelde en
bezoldigde kamponghoofden, zij het ook dat die hoofden mede

voorzien den
zijn van een aanstelling van resident.

’) Vgl. hierbij de antwoorden 369 sub


op vraag c (Hoofdst. handel en nijverheid). Aant. v. d. bew.
97

170. Hoe geschiedt de hoofden


aanstelling van
en ’t particulier politie-per-
soneel fabrieks-
van z g en
perceel-kampongs?
Wordt aanstelling van
bestuurswege noodig geacht; om welke redenen?

Pëkalongan.

Hoofden van
dergelijke kampongs zijn er niet. ’t Particulier
politie-personeel van

do fabriek wordt
Siagi aangesteld door den resident voordracht den
op van
administrateur,
na bekomen advies den wedono. Van de andere
van fabrieken wordt gemeld personeel
aangesteld door de betrokken administrateurs. Aanstelling van
bestuurswege wordt
noodig
geacht, ’t bestuur
opdat contróle kunne uitoefenen op de
benoeming en geen lieden van

verdacht gehalte worden.


aangesteld

Patang.

De hoofden ’t hier
en
politie-personeel, bedoeld, worden door de
beheerders, buiten-
beraoeienis ’t bestuur
van aangesteld. Aangezien dit zelden
aanleiding gegeven heeft tot

wordt
moeilijkheden, aanstelling van
bestuurswege niet
noodig geacht; men zou wel den

eisch kunnen stellen, dat personen worden die


benoemd, bij de politie te
goeder naam en

faam bekend staan.

Tëgal.

Fabrieks- en
perceel-kampongs zijn hier niet.

B r
ë b ë s.

’t
Op particuliere land
Ketanggoengan-West ( Tandjoeng ) wordt ’t Inland-
hoogste
sche hoofd, de »demang”, door den administrateur benoemd de desa-
en
verkiezing der

hoofden door den administrateur ander


geregeld, een en onder nadere
goedkeuring van ’t

bestuur. Deze toestand


geeft geen aanleiding tot klagen, zoodat
verandering daarin niet

noodig geacht wordt. Overigens worden er hoofden of


geen particulier politie-personeel
in de
afdeeling aangetroffen.

Pëmalang.

De hoofden de de fabrieken
van
kampongs op Bandjardawa en Tjomal (districten

Pemalang en Tjomal J, moeten een


aanstelling ontvangen hebben van den resident. De

’t hoofd de
aanstelling van van fabriekskampong te Tjomal is bekend, doch die van ’t

hoofd de fabrieks
van kampoeng te Bandjardawa niet. ’t
Overige particuliere politieper-
soneel deze wordt door de
op ondernemingen beheerders aangesteld, buiten bemoe enis van

t bestuur. Ter wille van uniformiteit en


spoedige afdoening van zaken, wordt het wen-

geacht, bovenbedoelde
schelijk kamponghoofden af te schaffen de
en
bevolking van die

kampongs direct onder ’t de


gezag van
gouvernements desahoofden te
brengen.

171. Hoe is de toestand de


van
Inlanders, op erfpachtsperceelen gevestigd; zijn
er velen onder hen, die er voor goed gevestigd zijn en van ouder tot ouder
blijven?

Pëkalongan,

Slechts de
op erfpachtsperceelen Djolotigo en
Proempang ( Kadjèn ) klein
zijn een

aantal Inlanders doch niet


gevestigd, voor
goed. Hun toestand is goed te noemen.

B a t a n g.

’t
Op erfpachtsperceel Pagilaran (Bandar) en
Krengseng ( Soebnh) is de toestand
de die
van
Inlanders, daarop gevestigd zijn, over ’t
algemeen goed. Telen hunner hebben

zich deze
voor
goed op perceelen gevestigd en
zijn er van ouder tot ouder
gebleven. Op
de overige erfpachtsperceelen is een meer vlottende
bevolking aanwez g, wier toestand

minder moet worden.


goed genoemd
98

T ë g a 1.

De Kertamanah Sidodadi ( Soeradndi) hebben slechts


erfpachtsperceelen en
weinig
Inlandsche wier toestand niet wordt. Daar de perceelen
opgezetenen, over
geklaagd van

datum zijn, kan sprake Inlanders die


betrekkelijk jongen er geen wezen van
daarop van

’t eenige
ouder tot ouder
gebleven zijn. Op erfpachtsperceel, Proepoeg, in Balapoelang,

wordt, slechts weinig Inlanders


waarop een
kalkbranderij gedreven zijn zeer voor goed ge-

Omtrent hun toestand of zij ouder tot ouder zijn, werden


vestigd. en er van
gebleven
Andere worden in deze niet
geen mededeelingen ontvangen. erfpachtsperceelea afdeeling

aangetroffen.

B r ë b ë 9.

komen ’t Aantal
Alleen in Boemiajoe en Bantarkawoeng erfpachtsperceelen voor.

Inlanders is niet noemenswaard.


daarop gevestigd

Pëmal a n g.

de in deze afdeeling aanwezige zijn Inlanders


Op erfpachtsperceelen geen voor
goed

gevestigd.

172. Zijn zulke vestigingen op verlaten erfpachtsperceelen in stand gebleven?

Verzwaart hun bevoorrechte positie de lasten der omwonende


bevolking?

Alleen op ’t verlaten in de
erfpachtsperceel Panoembangan afdeeling Pëkalongan
is in stand De verkeeren echter niet in
een
dergelijke vestiging gebleven. opgezetenen een

bevoorrechte positie, daar zijn ingedeeld zij bij de


nabijgelegen desa Panoembangan.

173. Geven door ’t gouvernement teruggenomen erfpachtsperceelen een


gunstige
tot ’t Inlandsche ’t stichten nieuwe
gelegenheid vestigen van
nederzettingen, van

desa’s, dus tot binnenlandsche emigratie? Is dit reeds voorgekomen?

Bedoelde bieden de in de
gelegenheid afdeelingen Pëkalongan en
Batang bij

uitsluiting door ’t erfpachtsperceelen wel aan, doch


aanwezige, gouvernement teruggenomen

die is gebruik gemaakt.


van
gelegenheid nog geen

de
174. Is het mogelijk inkomsten der bevolking te verhoogen door aan-

productieve boomcultures terreinen buiten de boschreserven, die


moediging van
op

braak (caoutchouc, damar, benevens die boom-


gewoonlijk liggen menjan, enz., van

soorten, wier de Inlandsche markt waarde In hoeverre


producten voor van zijn)?

kan en mag ’t boschwezen daarbij behulpzaam zijn ?

Pëkalongan.

’t Boschwezen
Wel
mogelijk, doch de
bevolking is er niet toe genegen, zou daarbij

behulpzaam kunnen zijn door ’t verstrekken van plaatmateriaal.

Batang.

wordt de hellende terreinen met


In Soebah en Bawang het mogelijk geacht zwaar

de hulp van’t boschwezen noodzakelijk geacht


productieve boomsoorten te beplanten, waarbij
wordt. Overigens wordt de door den betrokken houtvester.
verwezen naar
beantwoording

T ë a 1.
g

Adiwerna komen terreinen niet in Soeradadi worden


In Tegal en dergeiijke voor en

enkele wordt de
er slechts aangetroffen. Overigens verwezen naar
beantwoording van

den houtvester.

perceel in Soebah.
Batang echter wel,
1
) Volgens den regent van ni. ’t
op
99

In vooral
Boemidjcnca en Djatinègara en in laatstgenoemd district bestaat bedoelde

wel, doch ’t boschwezen met zaden of


mogelijkheid moet helpen tjangkokkans en
inlichtingen

geven omtrent plantwijzen enz.

Brë b ë s

Voor Brebës, Tandjoeng en


Bandjarhardja wordt van dit denkbeeld
geen
heil
verwacht,
omdat meent dat de planters den hun desa
men
aanplant ver van moeielijk zullen kunnen

dus
bewaken, en anderen door diefstal daarvan ’t meeste profijt zullen hebben, waardoor de

lust den
om
aanplaut te onderhouden spoedig verflauwen zal. In
Boemiajoe en Bantar-

kawoeng bestaat bedoelde slechts enkele De technische


mogelijkheid voor
plaatsen. leiding
’t boschwezen wordt
van
daarbij noodig geacht.

Pëmal a n
g.

Wat wordt
Pëmalang en Tjomal betreft, gemeend dat
langs ’t strand en langs de

groote rivieren de cultuur


en leidingen van
nuttige boomen wel mogelijk is, en dat deze

cultuur ’t binnenlandsch bestuur


aan
overgelaten zou kunnen worden, mits’t
noodige plantma-
teriaal de vereischte fondsen onderhond verstrekt worden.
en voor aanplant en In
Banjoemoe-
dal wordt door ’t boschwezen caoutchouc ’t werk door de
aangeplant, waarbij bevolking kos-

teloos verricht wordt tegen vergunning om


gedurende een zestal
jaren, vrij van
belasting,

djagoeng tusschen de caoutchouc te planten. Indien op dezelfde wijze gehandeld kon

worden ten opzichte van andere productieve boomcultures, met dien verstande echter dat

de later
aanplantingen voor de
bevolking zijn, zou deze in
Eandoedongkal, Banjoernoedal
en Watoekoempoel er wellicht wel voor te vinden zijn.

Houtvester van
Pëkalongan en Ken dal K. C. Jaski.

M. i. wel. Veel
gronden, die nu, nadat er roofbouw op gepleegd is, gedurende
eenige jaren daarna, zoogenaamd als worden zouden
slecht, afgekeurd voor tëgal, zeer goed
met ficus beplant kunnen worden. Voorts het in enkele be-
zou laaggelegen streken van

zijn, dat
lang de
bevolking wat werk maakte van den
aanplant van brandhout
langs de

van sawah’s toeri) De


grenzen (bijv. en
tëgaians. meeste boomen leveren echter eerst na

jaren product, wat een


geweldig bezwaar voor
den Inlander
zijn zal om zich met de cul-

tuur daarvan bezig te houden, ’t Boschwezen zou ter zake advies kunnen geven en ’t

werk enkele demonstratievelden door


op kunnen leiden; plantmateriaal de
zou
bevolking
tegen kunnen
kostprijs verkregen worden van
’t
boschwezen, als deze tak van dienst het

niet zelf had


noodig (ficus) en gelegenheid had om het te kweeken. Aanplant van enkele

castilloa heveaboomen de i. ook te


en
op erven zou m. beproeven zijn. Deze boomen

schijnen zeer
gemakkelijk geschikten te groeien.
op grond

175. Hoeveel hectaren ’t wilhoutbosch komen


van
djati- en
jaarlijks in ver-

jonging onder toepassing der Waldfeldbau-methode?

Houtvester Këndal
van
Pëkalongan en K. C. Jaski.

Voor de
afdeelingen Pëkalongan en
Batang kan
op
den duur gerekend worden op

een
cultuuroppervlakte van + 60 H. A. ’s jaars djatiboschterrein, daarbuiten
op terwijl
in de naaste toekomst 100 H.
+ A. per jaar in cultuur
gebracht zal worden. Hoeveel

deze
van
oppervlakte onder
toepassing van de waldfeldbau-methode zal
beplant worden,
af de
hangt van
streek, den aard van den
grond en de M. i. kan
van vraag naar
grond.
aangekomen worden, dat in de naaste toekomst wel gemiddeld 150 H. A. ’s die
jaars op
wijze in cultuur gebracht zullen worden.

176. Heeft de bevolking daarvan voordeelen? Kunnen die onder


cijfers gebracht
worden ?

Houtvester van
Pëkalongan en
Këndal, K. C. Jaski.

Zeker. De meeste in de
gronden afdeelingen Pëkalongan en Batang, die allus

beplant worden, zijn van zeer


goede hoedanigheid; men kan er op rekenen, dat de bevol-

king, die gemiddeld + 2 3 jaar die


a op gronden veldgewassen teelt, daarvan de
volgende
voordeelen geniet:
100

1. die die wel goed


Opbrengst van
gronden aan
veldgewassen, gemiddeld even en

vaak beter zijn dan


op
eerste qualiteit tëgalgronden. Wat de
bevolking derft doordien

niet de
geheele oppervlakte beplant kan worden, wint ze bijna steeds door de betere qua-

lieteit van
den grond.

Betaling in de ’t bout. Al
2. geld en opbrengst van restant naar gelang van de

den wordt zelden zal cultuur


qualiteit van grond er betaald; zeer een geheel zonder beta-
Als gemiddelde kan aannemen, dat in de naaste toekomst de
ling geschieden. men
plant-
loonen de waarde ’t hout HA 30. tot 60. zullen
plus van per . f —

f —

bedragen, soms

zijn ze veel hooger.

staat de de boomculturen tot stand brengen.


Daartegenover verplichting om te

Extra-werk is hiervoor echter, indien de door


aanwijzingen omtrent grondbewerking enz.,

’t boschwezen noodig. Alles komt he;


gegeven, gevolgd worden, weinig bijeengenomen

mij voor, dat hier de boschvf Idbouwmethode van groot voordeel is voor gewillige personen.

Onder cijfers kan ik echter de voor- en nadeelen niet brengen.

177. Wordt de Waldfeldbau-methode algemeen toegepast? Zijn steeds voldoende

contractanten te vinden of worden daarmede vaak ondervonden ?


moeilijkheden
in ’t laatste wat is daarvan de reden?
geval,

Houtvester van Pëkalongan en


Këndal K. C. Jaski.

Hier daar ondervindt moeilijkheden bij ’t zoeken


en men van
plantcontractanten;
zooveel mogelijk zal echter die methode hier wel steeds toegepast worden, daar ze de beste

resultaten ’t ’t boschwezen zal


geeft. Onhandigheid van
opzieners- en
lager personeel bij
oorzaak zijn, dat de overeenkomst wil veelal echter is de
soms
bevolking geen aangaan;

oorzak ’t gebrek luiheid de verband


van aan plautcontractanten van bevolking, in met de

in jaren vruchtbare
zeer gemakkelijke wijze, waarop ze vroeger maagdelijke, zeer
gronden
Thans echter heerscht hier ’t i. lofwaardig de be-
ter ontginning kreeg. m. streven om

te intensiever grond-
volking langzamerhand gewennen aan een
grondbewerking en aan

verbetering. ’t Uitroeien dat in schaal


van
wildhoutbosch, vroeger jaren op groote plaats

schijnt te wordt met kracht In verband daarmede zullen in


gehad hebben, tegen gegaan.

de toekomst hoe hoe minder zich voordoen ’t zoeken plant-


langer moeilijkheden bij naar

contractanten.

178. Welke andere voordeelen de


zijn voor bevolking verbonden aan de

bosschen, laten de bestaande toe daaruit ’t


nabijheid van en bepalingen meeste nut

te trekken met in de eischen goed boschbeheer?


achtneming van van een

Houtvester Këndal K.
van Pëkalongan en C. Jaski.

1. afvoer
Geregelder van water;

2. gelegenheid tot veeweiden;

3. gelegenheid hout
om en
bosch-bijproducten tegen lagen prijs of kosteloos te

bekomen;

4. tal te verdienen bosch-


gelegenheid om op vau
plaatsen geld bij gouvernements
werkzaamheden en bij particuliern.

179. Welke nadeelen de


voor bevolking staan hiertegenover en hoe kunnen

deze tot minimum worden ?


een beperkt

’t dat de
Nadeel, nabijheid van bosschen
oplevert, bestaat voornamelijk in de

in de bosschea
aanwezigheid van
schadelijk gedierte: wilde varkens, apen, tijgers enz.

waardoor of de de
aanplant van bevolking vernield wordt of haar vee verscheurd. Taak

geeft ook de
zorg,
dat ’t vee niet in de bosschen
komt, veel last.

Tegen is niet veel


schadelijk gedierte meer te doen dan stevige omheiningen
maken en het zooveel uitteroeien door veel
mogelijk er jacht op te maken.

Houtvester van Pëkalongan en Këndal K. C. Jaski.

1. der politie;
Uitoefening
2. Huiszoeking bij verdenking van boschdiefstal of van
medeplichtigheid daaraan.
101

Deze nadeelen zouden van minder beteekenis


worden, wanneer steeds alle bosch-

delicten
strenger gestraft werden en daardoor minder voorkwamen.

180. de door 't boschwezen


Zijn in de bosschen
aangelegde wegen en
bruggen
de
voor
bevolking van veel nut; ondervindt ’t verkeer op die vaak belem-
wegen
in
mering verband met de
op ’t boschwezen betrekking hebbende
bepalingen?

Pëkalongan.

Wegen en
bruggen door t boschwezen in de bosschen bier niet.
aangelegd, zijn

B u t a n g.

Alleen in Bandar Soebah


Batang ,
en
zijn wegen en
bruggen, door ’t boschwezen

in de bosschen aangelegd. Zij zijn echter voor de


bevolking van niet veel nut, J
)

T ë a 1.
g

In
Boemidjawa en
Djatinegara zijn geen bruggen in de bosschen
aangelegd. Overi-

gens is de
vraag onbeantwoord gelaten of de
verwezen naar beantwoording van den houtvester.

B r ë bë s.

De door t boschwezen in de bosschen


aangelegde wegen en bruggen zijn voor de

bevolking meer of minder van nut. ’t Verkeer op die wegen ondervindt


geen belemmering.

Pëmal a n g.

De door t boschwezen in de bosschen Pëmalang


van en
Tjotnal aangelegde
zijn de
wegen voor
bevolking van
weinig nut, daar ze niet in de
richting van de desa’s

In
loopen. Randoedongkal heeft de bevolking daarentegen veel zoowel van de
nut, wegen’
als de
van
bruggen, door ’t boschwezen in de bosschen aangelegd. In
Banjoemoedal en

Watoekocmpoel zijn door ’t boschwezen in de bosschen


geen wegen en
bruggen aangelegd.
Of t verkeer op de door ’t boschwezen al dan
aangelegde wegen niet
belemmering
ondervindt is niet
medegedeeld.

Houtvester van
Pëkalongan en Këndal K. C. Jaski.

Sommige wegen worden zeer veel gebruikt, andere niet. Belemmerd


bijna wordt

’t verkeer van de ’t boschwezen


zijde van zoo
goed als niet; deze zal
instelling der be-

’t
volking, wat verkeer betreft, meer voor-dan nadeel aanbrengen.

181. Moet t
houtpassenstelsel als een
voor de
bevolking te drukkende last

worden Zoo
aangemerkt? ja, waarom?

Hoe hierin
zou
verbetering te brengen zijn ?

Pëkalongan, Batang en
Pëmalang.

t Houtpassenstelsel wordt niet als een te drukkende last de


voor
bevolking aange-
merkt. De passen moeten echter verstrekt
spoedig kunnen worden.

T ë g a 1.

Voor
Boemidjawa en Djatinegara wordt ’t houtpassenstelsel niet als een te druk-

kende last de
voor
bevolking aangemerkt. Hier wordt trouwens
weinig gebruik gemaakt
van
houtpassen.
\ oor de districten de
overige is
beantwoording de den
van vraag overgelaten aan

houtvester.

J
) Volgens den regent echter
wèl.
102

B r
ë b ë s.

wordt als drukkende last voor


de
bevolking aangemerkt,
’t Houtpassenstelsel een

kost. Aanbevolen wordt ’t


omdat de vervulling der formaliteiten veel tijd en moeite

tot zeker om de bosschen, zoodat


vervoer van
hout op passen
te beperken een rayon

Ook wordt in
daarbuiten ’t vervoer van bout zonder
pas mag geschieden. overweging

binnen de desa vervoer van


hout zonder pas toetelaten.
gegeven

Këndal K. C. Jaski.
Houtvester van Pëkalongan en

kan ontkennend beanwoord worden. Behalve afbraak van


Deze
vraag gerust

weinig hout vervoerd


houten woningen wordt door de bevolking waarvoor passen noodig
afbraak wordt door de van wel eens
zijn. Bij verkoop en vervoer van aanvragers passen

worden.
geklaagd, dat
zij te laat daaraan geholpen
tenminste het is de nood-
Daartegen is echter niets te doen, waar een
gevolg van

laten onderzoeken of ’t hout afbraak is.


zakelijkheid om eerst te te vervoeren
werkelijk
middel is
Een
eenvoudiger ter verzekering van
djatihout tegen onwettig vervoer

niet bekend. Waar ’t houtdieven heeter daad zeer moeilijk is, moet
mij betrappen van op

waardoor houtdief niet in ’t bezit


er wel een regeling bestaan, een nog veilig van „zijn”

hout is, als


hij maar
klaar is met ’t kappen of opnemen. Verslapping van de passen-

devastatie ’t
regeling zou van djatibosch beteekenen.

of met
182.
Zijn er andere algemeens gewestelijke politioneele bepalingen,

’t boschwezen verband houdende, die voor de bevolking bepaald bezwarend te noemen

dan wel demoraliseerenden invloed haar uitoefenen? Welke zijn die


zijn een op

(eenigzins uitvoerig de gevolgen daarvan vermelden met opsomming van feiten).

Hoe zou daarin verbetering te brengen zijn?

wordt echter de dat


Thans geene. Opgemerkt voor
controle-afdeeling Brëbës, toe-

artikel 28 ’t de kunnen
passing van van
boschreglement voor
bevolking een ramp zou

worden.

K. C. Jaski.
Houtvester van Pêkalongan-Kendal
’t bedoeld in artikel 28 ’t en’t straffen
Aanwijzen van kringen, van boschreglement,

’t bezit binnen die de wettige herkomst niet bewezen


van van djatihout kringen, waarvan

kan is door bestuursambtenaar wel draconische


worden, een eens een maatregel genoemd.

Het toch niet werd ’t onschuld vorderen den bezitter


ging aan, beweerd, bewijs van te van

’t hout in stede ’t bewijs schuld door de doen leveren. Dit


van van van politie te mag

in theorie zijn, doch in de practijk behoeft deze de


waar
maatregel voor
bevolking niet

draconisch te mits de invoering daarvan geruimen bekend gemaakt


wezen, tijd te voren

worde, en de
bevolking ruime
gelegenheid hebbe ’t door haar bezeten hout te doen merken.

Wanneer dit merken den bezitter zal


eerlijken vrijwaart voor
verdenking en overlast, hij

zelf den stellen. Bedoelde


maatregel op prijs maatregel wordt dan ook zeer
gewenscbt

geacht, *) evenals bepalingen op


’t vervoer van basten en houtskool en misschien zelfs van

djati-bladeren, daar in ’t Këndalsche enkele cultures door ’t bladeren


plukken van
bepaald

geruineerd worden.

is mij niets bekend in verband


Overigens met ’t
boschwezen, dat demoraliseerend

zou kunnen werken.

’) Blijkens een
kantteekening van den resident, was
tijdens de ’t verslag
samenstelling van door

hem reeds keur ter zake


een aan hooger oordeel onderworpen; alles wachtte echter
op verandering van

’t boschreglement.
Bijlage 1.

Vergelijkende bevolkingsstatistiek.
Bevolkingsstatistiek, i)
Vergelijkende

r
VOLV AS3Eb VEOl[TWEN HOH lAL Aa NTAL ZIELEN
Opper- AANTAL VOLWASSEN MANNEN AANTAL
AANTAL ZIELEN PER HECTARE
AANTAL IN:
HUISGEZINNEN. I N:
AFDEE- vlakte
IN:
DISTRICTEN. Toelichtingen.
in Hee ~

LINGEN.
1890 1895 1900 1905 1880 1885 1890 1895 1900 1905 1880 1885 1890
taren. 1893 1900 1905
1880 1885 1890 1895 1900 1905 1880 1885 1890 1895 1900 1905 1880 1885

1
18 19 20 n 22 23 24 25 26 27 28 29 | 30 31 32 33 34
1 2 3 4 ft 1 6 7 8 9 10 1 O 12 1 13 14 17
16

2393?
79043 10.6?
Pëkalongan . . .
7398 7678 18346

19771 65416
11.41
Pekadjangan 5732 12160
. .
15373
ei)
.s 1848? .

65541 10.41
Wiradesa. .
. .
6262 12579 15610
'O ■
15251
49735 ■

4.23
Sragi 11747 9849 12376
®

T? 12802
4844C 44033
SS 1.43 1.3
o Sawangan .
. .
33849 11317 9104 9647

12455
40189 43218 1.4C 1.57
Bandargoemiwang. 27451 8835 8720 10097

<

102918 301642 330016 346994


3.75
Totaal .
.
. 92439 63853 67956 60090 81449
y

26117 29506 30295 88649 96443 98466 14.33 15.59 15.93


■<1 Pëkalongan. . .
6185 16103 18634 19497 21352 24608 27327

fcd 24446 25931 24175


. 84835 88307 774SS 8.84 9.2 8.07
Ö£
Wiradesa. . . .
9600 15086 16435 16308 18919 20101 21567
)W .5
20575 21679 25324 68269
Ph S 73806 91563 6.47 7. 8.71
TS
Kedoengwoeni . .
10550 16162 13694 18728 17129 18060 24080
c .

10159 10132 10468 31003 34020 33930 1.09


Doro 1.24 1.2
28236 6400 7437 5703 8695 9114
<D 9107

16757 18360 17476 54805 58498 63993 3. 3.2 3.5


Kadjèn ....
18279 11077 11642 11893 12942 14550 17119
’a

6428 6884 7402 21085 22937 26386 1.07 1.17 1.34


Paminggaran . . 19589 4307 4842 3352 5642 6281 6788

104482 112792 115140


348646 374011 391826 3.77 4.04 4.23
'I'otaal 92439 69135 72684 75481 84679
.
.
.
92707 105995

19418 17013 27284 27537


65204 69163 90304 92982 7.23 7.66 10.01 1031
Batang 9018 10439 12619 16255 15234 16678
.... 22490 23200 28269

12903 9453 12154 14500 40903 40746 43367 48903 1.7 1.69 1.8 2.02
Bandar 24034 8135 8366 9986
.... 7961 10714 10409 10645 13060

12331 9738 17557 19758


6 39078 40901 59256 67709 1.S4 1.93 2 79 3.19 -

Soebah 21191 8330 7484 11273 13811


55 .... 9684 10163 15160 18198

6868 7000 9808 9913 27534 29107 31280 34798 1.51 1.60 1.72 1.92
Bawang 18107 12535 12997 7326
H .... 12370 6530 7358 8703 9091

<1 9202 7528 32274 32204


2.43 2.42
CC Keboemèn . .
13266 5826 6310 7663 8419
,

t
60722 50732 66803 71708 207078 195011 204894 212121 224207 244392 2.39 2.44 2.61 2.85
Totaal . . . 49182 37465 45100 46909 55126 47378
85606 49825 53027 57708 6S61S

14426 12382 15339 41387 40101 48022 51474 51562


ïegal 11242 10791 9125 9573 10664 17227 15793 13476 118 "3 14689 17295 15648

18408 17240 16431


64808 64173 67879 72365
Adiwerna . . . 13137 13177 11280 12488 32224 17341 16931 16593 32584

10906 I'i347 15672

inde ling.
45720 48697 51799 5521
Maribaija. . 8829 9505 9947 12133 10133 12463 15367
.
.
11048 11840

22150 21990 27069 75945 82203 91620


Doekoehwringin . 15600 21905 17596 20312 30493 24473

21280 20447 24581 72348


oude Pangkah ....
13508 14220 16087 19436 19051 23160
76792 85831

6504 6719 7641 21008 23317 25838


Gantoengan. . . 4356 2754 5286 5810 6110 7022

1
\ 93674 92125 106733 295131 3052011 330193 353466] 383433]
Totaal . . .
65963 65446 65271\ 69679 74254. 8650s\ 8685s\ 101306
I

IEGAL
23027
81585
Tegai 17100 22853

34034
133578
Adiwerna .
19356 34045
. .

8933
33374
Soeradadi .
. .
4944 8685

inde ling.
24302 88055
Slawi 12620 23161

13333
48059
Pangkah ....
6383 12144

22199 82770
nieuwe Balapoelang . . . 9590 21009

11710
45730
Boemidjawa. . .
6827 10570

5885
23260
Djatmegara . . . 3573 5835

143423

Totaal . . . 80393 138302 \


536411
1
‘) De cursief gedrukte cijfers zijn ontleend aan de koloniale verslagen.
Waar betrouwbare ontbraken, de kolommen blanco
gegevens zijn gelaten.
a
De cijfers, betrekking hebbende de oude bestuursindeeling, te herleiden tot de nieuwe reuzenwerk
) op indeeling zou een geweest
l'n, waarvan men te eer gemeend heeft te moeten afzien, omdat de tellingen toch niet geheel betrouwbaar zijn.
®
evo^ingsstaMstiek.
Vergei ij kende

VOLM ASSEN VROL WEN TOTAAL AA NTAL ZIELEN


Opper- AANTAL VOLWASSEN MANNEN
AANTAL AANTAL ZIELEN PER HECTARE.
AANTAL IN;
HUISGEZINNEN. ] N:
AFDEE- vlakte IN:
DISTRICTEN. . Toelichtingen.
in Hec- —

LINGEN.
1 1890 1895 1900 1905 1880 1885 1S90 1895 1900 1905 1885 1890 1895 1905
1880 1900

:
taren. 1880 1885 1890 1895 1910 1905 1880 1885 1890 1895 1900 1905 1880 | 1885
18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34
i 2 3 4 6 6 7 g 9 10 13

2 SY7.V.
i 3618 1 3148C 11214 12517( > 137071,
Brëbës . . .

21719 2ü047 24256 26586 32959 35053

2215. 7 3505 ) 2733C


t 7720c 93416 955K
)\
Tandjoeng . . 15791 20730 19215 21007 24654 25560
,

3069 V 2332! 125571


66 741 ‘ 780 72 86194 1
inde ling.
13993 16155 16895 19370 22257 23904
Bandjarhardja . .

18151 7 2U08t>\ 21854 '


61811 6716S 77061

I
Ba'apoelang. 12510 14381 15797 16523 18334 20581
. .

'

1109 1197' 12219


35 746 f 39411 42595
7344
oude Boemidjawa. .
.
7441 7691 9706 10732 10922

2308, 2357'
j 26185 78235 80556 9045?

[
Boemiaijoe . .
20146 15930 17818 20814 21960 23942
.

8961 7 87 o: 8804 27277 28636 : 0899


S. Salem 7392 5517 6364 7830 7671 7380

/
Ë

B
132788. 14890c
>j 160449 403638. 427672 459171 512425 5597981

,
Totaal . 80813 98992 104104 108036 121836 138567 147342
.
. 90054
E

1
28594 111943
Brëbës ,
.
.
. 21073 27026

29568 HB904

inde ling. Tandjoeng

Bandjarhardja
. .

.
.

.
17147

15011
27383

23625
25107
92763

26513
97091

nieuwe Boemiajoe . . .
39065 26553

10833 36704
Bantarkawoeng, 14475 10693
,

120615 442405
Totaal . .
106771 115280
.

29549 31814 37206 39623| 85062 89881 99764' 109716 123820 129086 3.36 3.55 3.94 4.33 4,89 5.1 a. K. V. geeft aan 4806
Pëmalang . . 25305 17385 17734 19239 21346 24929 22767 21885 23010 25260 27576 32515 36683 26249 27349
.

wat meer in overeenstem-


22092 23381 26766 63522
26879 66074 70533 74959 81711 86217 3.85 4.07 4.28 4.55 4.96 5.23 ming is met ’t aantal
16462 12720 12817 13469 14693 15588 18907 16106 16706 17850 19227 20705 24552 19827 20627 volw.
Tjomal
mannen,
11454 14518 15482 15760
38613 44726 48176 55254 2.03 2.19 2.52

PËMALNG.
21949 11434 17240 18621 10781 10051 12968 14073 16497
Eandoedongkal. .
13711 14156 15899 15933 42195 45137 50847 54392 1.76 1.88 2.12 2 27
Banjoemoedal . .
23919 940! 9760 10864 7560 11778 12411 13683 14677

7104 7206 7889 8466 22779 23160 29459


0.95; 0.97 1.09 1.23
Watoekoempoel .
23818 9612 8974 10204 3843 6263 6280 f684 7398 26188J
n

83910 91075 103242 106661 239187 251707 273884 297698 330742


354408* 2.67

!
2.96 3.18
111483 51997 50594 63155 72013 80206 63858 78462 87660 99707
Totaal . . ,
71202 1

T ZES ZE3 ZE^ ZEI X G-.


s3 I ZE ZEnT
1 1

AFDEELINGEN:

02918 104482 112792 15140 301642 [330016 846994 348646 374011 391826 3.75 3.77 4.04 4.23
67956 60090 69135 72684 75481 105995
Pëkalongan . . . 92439 03853 81449 84679 92707

60722 50732 66803 71708 207078 195011 204894 212121 224207 244392 2.39 2,44 2.61 2.85
85606 49182 37465 45100 46909 55126 47378 49825 53027 57708
Batang .... 68618

1)3674 62126 106733 43423 295131 353466 382433 536411

Tëgal 65963 65446 65271 69679 74254 80393 86508 86853 101306 138302 330193^
132788 148905 160449 20615 421672 459171
\403639 513426 559798 442405
Biëbës ....
80813 90054 98992
104104 108036 106771 121836 138567 117342 115280 1
83910 91075 06661 239187 251707 278884 297698 330742 354408 2.67 2.96

Pëmalang. . .
.
111483 51997 50594 63155 72013 80206 63S5S 71202 78462 87660 99807 103242^1 3.18

74012 4 87319 >50019 557547 1446677 1503607

Totaal .
. .
31180^311515 332608 361840 3903061373881 410820 441588 486723 528002
615136 724356 187119! 1969442
Bijlage 2.

Overzicht van de uitgestrektheid van

’t communaal bezit met perio-

dieke verdeeling.
Overzicht van de Uitgestrektheid van ’t communaal bezit met periodieke verdeeling.

Aantal personen die een


aandeel in den periodiek verdeelden communalen grond bezitten, tot: Hoeveel van hen hebben

hun ronden
g

CD Totaal grond- bezw aard.


O
roe. roe. © ® o5
AFDEELINGEN. DISTRICTEN. O) o>
TOELICHTING.
□ □ □
O
O

CC
Ö

§
O

CC
Ó
O
03
<D

O
cc
O

CC

-o
O
CC

X?
g
£
baoe. O
cc

-O
o

cC
X
bezitters.

-O -O -O X?
10 voor een
CM
250 375 r*H CM
CM

rH
lC

rH
o

CM 25
O
cc
\C.

ro
geheel. deel.

2 3 *■ w 6 7 8 9 10 11 12 13 K 15 \6 17 18 19 20
i

PBKALONGAN. — — —
— —

-fi —
: ~~

BATANG. — — — — —
— — — — — — — — —

TEGAL. — — — — — —
— — — — —
— — — —

BRÈBES. — — — — —
— — — — — — — —

PBMALANG. ii 74 1880 271 055 59 2950 5


Pëmalang
— — — —

Bijlage 3.

Overzicht van de uitgestrektheid van

’t individueel grondbezit en van

’t communaal bezit met vaste

aandeeien (eens voor

altijd toegewezen).
Overzicht van de uitgestrektheid van ’t in dividueel ’t
grondbezit en van communaal

bezit met vaste aandeelen (eens voor altijd toegewezen)

Aantal die uitgestrektheid


personen een
gronds bezitten dan wel een vast
Gronden in ’t bezi t
aandee' in den communalen Hoeveel hen hebber
grond bezitten, tot:
van
inl. ambte-
van

Totaal
d d grond- hun gronden bezwaard. naren of
gep. inl.
APDBELINGEN. DISTRICTEN. O O d

□ [~]roe. d
O
<D

O
d
O
Ó
O
©

o
O
o

cc
d
O O
<D
O
(D

O
dan
baoe.
ambtenaren.
TOELICHTING.

!
□ cc cC cc CÖ

.-O CC CC cc bezitters.
-O -O -O rO -O -O

kO O
-O _o -D

voor een Aantal


j uitge-

Meer

1
CM

375
lO
CM lO
CM
o kC O lO geheel. strektheid
T-H
35


rH CM CM
CM CO CO
deel 1 bezitters.
I in baoe's.
i 2 3 4 6 7 8 9 1 10 11 V2
13 14 If-
1

II 16 18 19
1 20 21
Zo

PEKALONGAN. Pëkalongan. . . . 1906 1965 861 708 74 28 9 4 1 —

399
5556 58 q
' 500

Wiradesa 2209 1462 2396 1556 570 7 —


1 —
....
1
8201

. — —


1135 1798 1993 2426


Kedoengwoeni. 255 1 — —
1 —

97
!
. .

7609 7 9

"'500

Doro 271 817 853 1880 1136 131 11 5 2 —'


| — —

5106 2 25 —

500

171 684 1630 2070 3529 331 28 5


Kadjèn —

i —
— — —

8449
375
4

~ "

500

127 323 308


Paninggaran . .
. 358 1228 810 97 21 3 2 —

3277
125

-
500

Totaal . 5819 7049 8041 8998 6792 1308 145 36 7 3


. .

,
38198 72 66
-
500

BATANG. Batang 590 1214 1038 2239 792 74 27 5 i


1 3

1 —

3 5988 58 14 256

Bandar 143 634 390 249 7 1747 289 17 6 i —

5724
— —
— —

Soebah 388 1465 1401 2772 1586 317 31 7 2 —

339
2 i 6 7978
.

7
'500

Bawang 362 1196 892 1868 983 164 16 8 5 —

402
5494

— —

10
500

Totaal 1483 4509 3721 9376 5108 844 91 26 9


250.? 4 !

3 4 1
. .

6 3 25184
.

58 31
óOOj
.

TËGAL. Tëgal 158 580 453 651 321 6 8 1 2 1



1 2182 9 31

Adiweroa 1958 1838 898 469 '


....
14 — — — — —

5177

127 57
■ — — —

Maribaja (Soeradadi). 105 785 1629 1502 1539 597 238 96 51 26


19 10 9 9 24 6589 3 37

Doekoewringin . .
140 905 1269 1279 2575 330 17 7 ] —

6522

32 230 36
_

9 —

500

118 789 1440 1249 2478 394 92 4 4


Pangkah 21 —
4
6594

99
— —

— —

239 487 362 454


Gantoengan. . . .
1018 533 43 13 2 —

1
3152 291
— —

261

414 825 683 1498 1826 848 225 82 42 39


Balapoelang . .
.
4 —

1 1 1 6489 157 155 26 272 —

500

637 701 515 15


Boemidjawa . . .
914 82o 569 63 48 8 1 1 '
,
4300 179

76
— —

281 487 362


Djatinëgara. . . 454 1018 533 46 13 2
1

1 —

3194

291 261 —

Totaal 4050 7347 7611 8470 11617 3810 729 281 119 78
26
. . .

15 11 10 25 44199 1089 1207 35 109 —

500

BREBES. Brëbës 326 1064 1041 3004 3128 1038 358 156 114 46 312
31 15 7 12 10340 243 627 10
rja
76.——
oOo

248
Tandjoeng .
.
. .
687 429 | 1912 1802 713 266 92 70 37
37 21 6 ' 43 2 6365 172 123 6
500

Bandjarhardja . 272 1 898 802 1129 2287 1566 455 208 100 25
30 10 2
. .

7 2 7793 184 150 4 24 —

500

Boemiajoe . . j 921 1337 807 i 1563 1942 755 176 67 13 4


3
. .

1 1 i —
7591 1074 457

60 135 50 421
Bantarkawoeng .
.
193 867 1063 581 430 235
173 51 65 — —
4324 —
260 — —

1
Totaal 1827
.
4121
| 3129 7801 9580 4939 2318 1104 727 347
60 1
j
. .

274 98 81 63 4 36413 ,
1673 1617 20 l07.^r-
L 500
1
<* ividueel
Overzicht de ’t
grondbezit en van ’t communaal
van uitgestrektheid van in

voor al,i * d toegewezen).


bezit met vaste aandeelen (eens

bezitten dan wel een vast


Gronden in ’t bezit
Aantak die
personen een
uitgestrektheid gronds Hoeveel hen hebben
bezitten, tot;
van

aandeel in den 1
communalen grond Totaal
grond- UUU UcZiWddlU.
glUUUCLl
a
j/i
<D <D Ó Ó Ó (D ambtenaren. TOELICHTING.
AFDEELINGEN. DISTRICTEN. O O
<D

<D

O O o O
O O
cS
as
bezitters.
O _o
.

-O _o -O
□ □ □ cS CS CS CS 03
os CS t-i
CD
_o
voor een aantal
uitge-
-Q -O
-O SL

lO o lO
o

Cm
lO O
*2 lO geheel. strektheid

CM lO I>- CM IC CO CO
CO deel. bezitters.
in baoe’s.
Cm
13 14 15 16 17 18 19 20
i 2 3 4 5 6 7 = 21 22 23
8 9 10 11 12

ii 2 406
2 2 7429
PËMALANG. Pëmalang 19 343 601 5099 1048 204 54 27

8 8 28
0 , q
....
12 5 ■

oOO

3 —
o
1 —

8055 4 47.—
Tjomal 325 1050 2069 4104

387 57

25 27 3 2
500

4 2 93
— —

4945 116 139 m
Randoedongkal . 267 526 469 1055 1932 591 58 30 7 4
13 6L
5ÖÜ
.


i i — —

5187
584
Banjoemoedai . . . 1043 719 1807 833
— —

193 36 19
— —

i —

3066
— —

5
— —

49 2 18

Watoekoempoel . .
82 226 248 606 1004 702 145 10 10
o
O

18 5 5 3 28682
Totaal . . .
1227 3188 4106 12671 5204 1747 318 143 33 14
129 196 47 340
S

T IK E IK K: i HST GK
S -A. ZB 3ST

AFDEELINGEN:

246
38198

ra
— —

72 66

Pëkalongan . .
. 5819 7049 8041 8998 6792 1308 145 36 7 3

'50Ö

241
3 4 1 6 3 25184 58 259
Batang 1483 4509 3721 9376 5108 844 91 26 9 —

31
oOO

26 15 11 10 25 44199
Tëgal 4050 7347 7611 8470 11617 3810 729 281 119 78
1089 1207 35 109 fh
5oü

6
Brëbës
274 98 81 63 4 36413 1673 1617 20 157
‘k
1827 4121 3129 7801 9580 4939 2318 1104 727 347 ~

500

18 5 5 3 ■28682 129 196 47 340


Pëmalang ....
1227 3188 4106 12671 5204 1747 318 143 33 14

oOO

259

j
321 122 98 82 32 172676 2949
Totaal 14406 26214 26608 47316 38301 3020 205 932
12648 3601

. . .

1590 895 442


o00
Bijlage 4

Statistiek van ’t grondbezit.


StaflsHek van \ .. .
4 1V
J
grondbezit. )
AANTAL BEZITTER VAN UIT G E
Aantal
STREKT HEID IN BAO E 8.
o Gemiddeld Aantal werk-
heerec dienst-
Erven of tui- bare
linnen en baoes
mannen
tJ DISTRICTEN. getal
Totaal. Saw ah’s. Niet TOTAAL.
3 jaar- niet in ’t
W groo den. nen alleen. plichtigen. erven. Te-gallan. bouwgronden TOELICHTINGEN.
P lijks beplante bezit van’

Erven en
<3 Lcgaig Bouwgronden. per bezitter. grond.
1890. 1903. 1890. 1903. tuinen
1890. 1903. 1890. 1903. 1890. 1903. 1890. 1903.
1 2 3 1 i 5
1 6 7 8 9 10 n 12 13 1890. 1903.
14 1890. 1903. 1890. 1903. 1890. 190,3. 1890. 1903 1890. 1903.
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 28
Pëkalongan. . .
5556 7955 13511 12014 4227
27
82

46 4273 82 0.77 3149 De


Wiradesa 8201 6315 14516 10039 opgaven berusten op
7585
....

260
O
60 38 7683 260 0.93 3982
Kedoengwoeni . 7609 5389 bestuursmetingen.
12998 11537 8140 312 f
496 355 8991 312 1.18 4622
Doro 5106 398 5504
<3
■1857 5329 2563

782 6111 2563 1.19 4654


)a Kadjen 8449 1178 9627 10191 461
Pp
1365 11856 461 1.4 5976
Paninggaran .
. 3277 25 3302 2779 2803 52

/
2688 5491 52 | 1.67 2773
1 1
Tota at, 9i 9£n
ö J'i'JO (O 38575 3 i 60

1 5437 393 44405 3730 1 16


1
Ratan" . 400 9 fUOO AA^fl A QÖ9
■rOOy 1U i Oi j
i 4:00 IUoOo 43 o 7 6800 1352 1587
ó
968 2038 5325 8838
!z; 1352 1587 1.33 1.38 5020 12126 De voor Batang on Bandar opgegeven
Bandar cy'fera
4784 5257 3763 4890 8497 10147 5594 6341 5891 6095 1269 1343 van ’t jaar 1890
zyn-uitgezonderd die van ’t aan-

1032 1229 6923


tal heerendienst-plichtigon onbetrouwbaar,
H 7324 1269 1343 1.46 1.39 4000 4407
Soebah 8650 1815 10465 9366 daar ze slechts do
7678 op schattingen berusten;
<J 753
gegevens daarvoor in ’t
waren betrekkelyk
33 4330 12008 753 1.39 5009 archief niet te vinden.
Bawang 5862 518 6380 5679 4473 420 Voor Soebah en
Bawang konden, mede wogens

2297 't ontbreken


6770
van
gegevens, in ’t geheel geen
420 1.15 om r
cyfers over 1890 verstrekt worden.

11
tW 1 l “i o^lö9 25046 4103

9894 34940 4103 1.83 23558

997Ö Ol QO \ OfiA
OQfil
0U4:O 4:4 o U 44 L 2 2219 2313 1168 1137

35 45 2254 2358 1168 1137 0.99 1.08 7919 7376


Adiwerna.... 5125 5331 8035 8725 13160 14056 6815 7632 3089 3107 2171 2185

67 68 3155 3174 2171 2185 0.61 059 8205 7031


Maribaja ....
5719 6446 2190 2669 7909 9115 6570 9146 11526 13295 2052 2073
J (Soera da di)
557 345 12084 13641 2052 2073 2.11 2.11 4361 5659

<1
Doekoewringin. 6526 3672 10198 9342 8239 8426 969 618

cb 21 47 8260 8473 969 618 1.3 13104


Pangkah ....
6987 3304 10291 9381 8343 8222 414 358

)H 126 391 8469 8613 414 358 123 10290


Balapoelang. .
.
5747 3456 9203 8613 9133 11132 331 234
H
454 1292 9587 12424 331 234 2.16 11855
Boemidjawa . .
3786 4300 659 907 4445 5207 3930 4696 3267 3878 198 640

1859 2631 5126 6509 198 640 1.35 ] .51 3927 4593
Djatinëgara. . . 2222 3194 1893 2960 4115 6154 1956 3189 3414 4085 93 595

460 1394 3874 5479 93 595 1.74 1.72 3259 3612


[
AC\ 7 1 Q 9QKK/I
u OÖ OUJO l 56411 49230 54458 7396 7840

3579 6213 52809 60671 7396 7840 1.48 63520

1 H‘*/l fi
10 i 4o 11091 14286 20901 22469 1148 4884

CQ 154 193 21055 22662 1148 4884 2.19 14597 Men vindt slechts vermeld dat
Tandjoeng .
. .
6365 3122 9487 6415 8744 21935 22434 387 2541
)H
de opgaven van Brëbès Tan-
124 22598 164
P 22059
3 387 2541 3.55 11723 B niet
Bandjarhardja .
7793 3234 11027 5797 10063 13389 16150 313 3043
djoeng en
mdjarhardja op
)W kadastrale berusten.
metingen
277 1132 33 13666 17315 313 3043 2.22 12307 Hoe deze die
w gegevens en van
Boemiajoe . .
.
6880 7591 3410 3871 10290 11462 8712 9820 8916 9107 2012 2285
pa Boemiajoe eu
Bantarkawoeng
1318 1439 390 424 10624 10970 2012 2285 1.54 1.44 11585 13339 dan werden is niet
Bantarkawoeng. 4124 4324 29 21 4153 4345 3140 3593 3110 3211
verkregen
21 17
bekend gesteld.
40 65 >8324 28324 31474 31600 21 17 7.63 7.35 4105 3882

Q«/l 1 Q
OO'tlü iOODi O^Uo4 00100 46506 68251 73371 3881 12770

1913
i
2993 28781 98878 105145 3881 1 12770 | 2.88 55848

l
) Waar betrouwbare ontbraken, zijn de kolommen blanco
opgaven gelaten
’l
grondbezit. ')
Statistiek wan

STREKT HEID IN BAOES.


AANTAL Gemiddeld Aanta werk-
BEZITTERS YAN; UIT GE
Aantal

getal baoes

AFDELING .
Niet jaar- TOTAAL. niet in ’t
heerendienst-
Bouw- Erven of tui- Tuinen en TOELICHTINGEN.
Te^allan bouwgronden
lijks beplante bezit van
i oraal. feawan
DISTRICTEN. s.
Erven en
gronden. nen alleen. plichtigen. erven. tegalgronden. Bouwgronden. bezitter.
per grond.
tuinen.

1890 1890.
1890 1903. 1890. 1903. 1890. 1903. 1890. 1903. 1890. 1903. 1890. 1903,
1903. 1903. 1890. 1903. 1890 1903. 1890. 1903. 1890. 1903
|
15 16 17 18 19 20
- 2 3 4 5 0 8 9 10 ii 12 13 14 |- 21 22 23 24 25 26 27

822 1357 18636 20186


d 10350 10652 9700 10640 20050 21292 13913 16814 17814 18829 4266 4330 l 4266 4330 1.8 1.9 13910 20426
Pëmalang. . . .

482 749 11108 11352 3993 4357


7450 7654 7762 9081 15212 9525 10626 4357 | 1.49 1.48 9400 12240
Tjomal 16735 11732 10603 3993

1
1059 8463 2544
4945 2378 7323 6292 7404 2544 1 1.71 7274
Randoedongkal.
<3 j

2397 3328 5031 7681


3942 4957 417 699 5656 4069 2634 665 490 665 1.27 1.55 5646 7836
Banjoemoedal. . 4359 5145 4353 490
|
604 1661 3443 6749 677 944
2615 3066 267 290 2882 3356 2269 2711 2839 5088 677 944 1.31 22 3124 3163
p-> Watoekoempoel.

/ 1

8154 54431 12840


Totaal. . 31274 23088 54362 42694 46277 12840 1.74 50939
.

T ES E nz. ik: I 3ïT Gr.


E5 ’&A. nsr

Apdeelingen :

5437 393 44405 3730


38198 21260 59458 38575 3730 1.16 25156
Pëkalongan . . .
50275

9894 34940 4103


26169 11605 37774 32189 25046 4103 1.33 23558
Batang

3579 6218 52809 60671 7396 7840


40713 28554 69267 56411 49230 54458 7396 7840 1.46 63520
Tëgal

1913 2993 28781 98878 105145 3881


36413 15651 52064 35155 46506 68251 73371 3881 12770
12770 2.88 55848
Brëbës

8154 54431 12840


31274 23088 54362 42694 46277 12840 1.74 50939
Pëmalang. . . .

Totaal . . 172767 100158 272925 228075 237727 41288 j 32691 299592 41283 1.73 219021

-
1

*) Waar betrouwbare ontbraken, zijn de kolommen blanco gelaten.


gegevens
Bijlage 5.

Overzichr van de uit de


Verkoop-

pakhuizen verkochte hoe-

veelheden zouf.
Overzicht van de uit de verkooppakhuizen verkochte hoeveelheden zout.

1
Welke districten of
ge- —

Zoutverkoop-
VERKOCHTE H O E V E E L HEDEN N
3 ■
deelten daarvan voorzien (I P I K O E L Sl
pakhuizen zich uit deze pakhuizen
van zout?
(waar gele- TOELICHTING.
(Voor ieder der pakhuizen 1880. 1881. 1882. 1883. 1884. 1885. 1887. 1888. 1889. 1890.
1886. 1891. 1892. 1893. 1894. 1895.

'
te 1896. 1897. 1898. 1899.
gen.) afzonderlijk op
te
geven). 1900. 1901. 1902. 1903.
<3
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 16 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 20 27

Pëkalo- Wira-
Pëkalongan,
Over de jaren 1880
t/m
ngan. desa, Këdoengwoeni 1901 kon de commissie
geen
1C938 17797 19066 18090 18553 17850 17692 17440 18110 18227 18387
en Patang. 17404 14255 13027 13587 14193 12837 12803 14539 14912 15000
cijfers vau
Pëkalongan ver-
14730 15300 15540
strekken, waarom deze ont-

leend zijn aan de kolon.

verslagen. Voor de
zooveel
jaren 1880 en 1881 betreft

zijn deze
cijfers verkregen
door de
van verkoopcijfers
’t geheele
van
toenmalige
gewest Pëkalongan die van

de pakhuizen te Goemiwang
en af
Limpoeng te trekken,
daar over deze de zout-
jaren
verkoop in de kol verslagen
alleen gewestgewijs opge-
is.
geven

’Goemi- Ban-
Pëkadjaogan,
wang. dargoemiwang (later

Kadjèn), Sawangan.
desa’s in ’t
«i eenige
Oosten van Watoe- |
cD
koempoel (afdeeling
Pëmalang). 2891 2593 2698 2912 3313 3241 2950 2741 2817 3094 3331 3280 3747 4110 3991
— —

In 1895 overgebracht
o —

naar

Kadjèn.
Kadjèn. Kadjèn, Kedoeng-
< desa’s
woeni, eenige
M uit Oost-Watoekoem-

)H poel (afd. Pëmalang)


en
idem. uit Zuid-
Ph

Paninggaran. —

— — — —
— — —

3715 3641 3693 3745 3576 3390 2972 2719 2838 Geopend 1 Januari 1895.

Wa-
Paning- Paninggaran,
garan. toekoerapoel, Karang-
kobar, (afd. Bandjar-

nëgara res. Banjoe-

mas), Bandjarnëgara,
Do-
Poerbolinggo en

ro. 800
~

1 1027
" — —

1212 1554 1683 1837 1826 1802 1969 Geopend 11 Februari 1895.

Doro. Doro, Kedoengwoe-


ni, Bandar (afd. Ba-

Kadjèn. 1148 3358 2776 2845


tang) en 2564 2868 2798 2658 2523 2445
2343 2523 2740 Geopend 1 1895.
April

Totaal. . .
19824 20390 21764 21002 21866 121091 I20642 120181 20927 21321 21718 21832 21360 19913 20423 21272 20373 20506 22496 22694 22570 21973 22344 23087

|
1 1 .

Limpoeng Soebah en Bawang,


onderdistr. Wonöbo-
fonderdis-
d dro
trict Lim- (distr. Bandar),
di dis- onder-distr. Weleri
poeng,

trict Soe- (gedeeltelijk; (distr.

bah]. Troeko afd. Kendal),


H
onderdistr. Pëlan-

toengan (gedeeltelijk;
PQ
distr. Selokoton, afd.

Kendal). 4859 4938 4908 5067 5081 4968 5077 4818 4885 4813 4882 4926 5082 8401 4485 4359 4685 4868 4936 4907 5150 5296 5570 5712

Adi-
Tëgal. Tëgal, Maribaja,
De
cijfers over de jaren
werna, Doekoewri-
1882—1892, welke door de

1—^ ngin, Pangka en Dja- commissie niet verstrekt

ti negara. 17395 i 15269 1 18345 17467 17095 ; 17275 15502 15503 18463 14806 15836 16621 konden ont-
<! 16023 15545 14706 14747 18245 18196 15629
worden, zijn
18285 14653 15370 leend aan de koloniale ver-
cb
slagen. Die van 1880 en

1881 konden ook daaruit

niet omdat
H geput worden,
over die jaren in ’t K. V.

pakhuisgewijze opgaaf
i
geen

voorkomt.


VGr *(oC^fe hoeveelheden
Overzicht de uit de zout.
van verkooppakhuizen

Welke districten of HEI


Zoutverkoop- ge- E N (I N ]? I K :> e l
�—-< S).
deelten daarvan voorzien Y E R K O CHT E H O E Y E E
1-3 _■
L
Ê3 Ti pakhuizen zich uit deze pakhuizen
-
TAT7T TOUTIATn
ijr.

Q
c (waar gele- van zout?
1 1 1891. 1892. 1893. 1 1894. 1895. ! 1
(Voor ieder der pa khuizen
1880. 1881. 1882. 1883. 1884. 1885. 1886. 1887. 1888. 1889.
1896. 1897. j 1898, 1899. 1900. 1901. 1902. 1903.
1890.
gen. afzonderlijk te geven).
«5 op 15 16 17 19 20* 1 21 22 23 24 25 26 27
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 28
ii 12 13 14

De cijfers de
Tandjoecg. Tandjoeng, Bandjar-
over
jaren
1882 1883
en
zijn ontleend
hardja en een
ge- de kol.
i
aan
verslagen.
deelte van de dis-
CQ tricten Brëbës en Tji- 3694 4134 5141 4574 4690 3946 4477 6186 6603
lëdoek 4198 6990 7010 6870 6630
(Cheribon). 3455 4704 4271 3751 4132 3735 3807 3427
m

De vermindering ’t
)H Boemiajoe. Boemiajoe, Salem, van

debiet te in
Boe-
Boemiajoe 1903
Ph Balapoelang en
5208 5467 5700 5792 6220 was een
gevolg de
6198 6866 6816 6646 6750 6750
van

4050 3750 3750 4301 4737 4350 6300 4826


oa midjawa. 4729 4799 4854 4884 4874 opening omstreeks 't midden

van dat jaar van een nieuw

pakhuis te
Kalibakoeng, in

8902 9601 10841 10366 10910 10144 11343 13002 13249 13740 13760
! de controle afd. Balapoe-
Totaal. 7948 7756 9441 8621 8480 8931 13170 11456
.
8589 8491 8301 lang.

,Randoe- Ba-
Randoedongkal,
dongkal. njoemoedal, Watoe-

koempoel (afd. Pë-

malaog); Djatinëga-
ra, Hoemidjawa en

Balapoelang (afd. Të-


4643 5091 4969 5074 5194 5007 5457 5414 5473 5760 5640 5730 5340
3180 3180 3734 3499 3967 3725 4070 3867 4288 4384 4550

PJawangan Pëmalang, Randoe-

dongbal.’Wat 'ekoem-

poel, Adi-
Maribaja,
ó
werna, Pangk ah, Gan-
3675 4256 4749 2166 4816 4543 4445 5288 5453 5889 4034 613 833
toengan. 4456 3951 3572 2780 4224 4185 3939 4290 3949 4194 4297

<1
Pëmalang. Pëmalang, Randoe-
i-a
dongkal, Watoekoem-
<
poel, Maribaja, Dja-
a 1990 4574 4410 Geopend 5 1901.
tinëgara, Pangkah. Augustus

)Ê3

Ph
Oeloedjami. Tjomal, Watoekoera-
poel, Adiwema, Wi-

radesa, Kedoengwoe-
8656 4057 4364 4564 3553 3371 3211
3428 3603 3946 4250 2422 1220
ni, 5216 3854
Kadjèn. 4059 3876 4253 4181 4183 4486 3973 4091 4060

Watoekoem-
Tjomal. Tjomal,
Wi-
pcel, Adiwema,
radesa, Kedoengwoe-
1042 3023 3152 Geopend 5 Augustus 1901
ni, Kadjèn.
i 1

Totaal.
11974 13404 14082 11804 13563 12921 13330 13913 14529 15595
! 16956 16362 14955
.
. 12852 10985 11365 10155 12444 12091 12192 12643 12210 12669 12907
|

T1 ZES IE TsZ X nsr O-,


s -A-

AEDEELTNGEN:

11832 11360 19913 1>0423 21272 22496


20373 20506 22694 22570 21973 22344 23087 uit de kol.
a. Verkregen
Pëkalongan . .
.
19824 20390 21764 21002 21866 21091 20641 20181 20927 21321 21718
verslagen door optelling van

de
4926 5082 4801 4485 4359 4685 4868 4936 verkoop cijfers van de
4907 5150 5296 5570 5712
Batang 4859 4838 4908 5067 5081 4968 5077 4818 4885 4813 4882 voormalige gewesten Tëgal
en l ëkalongan (thans éen
14306 .5836 16023 1 6621 15545 14706 14747 8245 18196 15629 18285 14653 15370 residentie).
Tëgal 17395 15269 18345 17467 17095 17275 15502 15503 13463

8902 9601 L0S41 1 0366 10910 10144 11343 13002 3249 13740 13760 13170 11456
Brëbës..... 7948 7756 9441 8621 8480 8931 8589 8491 8301

11974 1 3404 4082 1 1804 13563 12921 13330 1 3913 4529 5595 6956 16362 14955
Pëmalang. . . .
12852 10985 11365 10155 12444 12091 12192 12643 12210 12669 12907

151940 ( 5233 65660 63699 C 5649

j
t>2829 t>4794 7 2592 7 3575 2684 7 6270 7 1999 7 0580
62963
Totaal. . .
61524 63380 59249
j
67177 64238 63485 63848 62113 62797
j
61271
1 1. p
o) a)
BIJL A G E 6.

Overzicht van den druk

der landrente.
Overzicht van den

de Landrentestaten model Z. Z'. G


Volgens en
WORDT HET NOODIG
in de hieronder vermelde
SP bedroeg ]aren

O de belasting naar

ÏC vv
de
verhouding van

NAMEN DER DISTRICTEN. de aanslag per bouw


fS opbrengst een d
In welke desa’s?
van
percentage
Q

<1 1890. 1895. 1900. 1890. 1895. 1900.

2 3 4 5 6 7 8 9
1

15.8 15.6 8 59 8.62


Pëkalongan f f

Wiradesa 15.6 15.4 » 7.23 » 7.25 Petjakaran en


Api-api.
SP Wc

d(
14.6 14.6 5.97 5.93
Kedoengwoeni
* >
O i

SP
Doro 13.3 12.4 t 3.88 » 3.93
o rli

’t
12 8 12.7 12.7 f 4.98 5.19 5 24
<1
Kadjen » »

)W 12. 12.5 12 5 3.53 3.62 3.50


Paninggaran » » »

0-

5.75 f 5.75
Gemiddeld . . .
14.1 14. f

In de Batang
Batang 10. 11.
f 5—
f 5,50
f 5 30 geheele afleeling
vooral in de districten Soebah

Bandar 10.3 12.3 12. 3.60 3 70 3 70 wordt de belasting te


» » » en Bawang
ó
zwaar geacht (z : e beantwoording
SP Soebah 10.8 12.3 12. » 3 40 » 3 50 » 2 10 van vraag 109).

12.9 12.8 3.50 3.68 3 48


H
Bawang . . 12.8 » » »

<1
Keboemen 12.8 132 13.1 » '4 10 > 4.14 * 4.01
CQ

Gemiddeld . . .
12.1 12.2 f 3.92 f 4.10 f 3.72

8. 3 8. 9 8. 9 6 12 6.61 Neen.
Tëgal f f 6.72 f

Adiwerua 8. 3 8. 8 8. 8 » 6.78 » 7.22 » 7.16 id.

6. 9 7. 2 7. 3 4.25 4.27 4 35 id.


Maribaja (Soeradadi) ....
» » »

9.73 9.73 9.73 6.21 6.28 6 27 id.


Doekoewringin (Slawi) . . .
» . »

hJ

Paugkah 9. 8 9. 8 9 8 » 5.09 » 5.18 » 5.17 id.


•<3

eb
9. 3 9. 3 9. 3 4.51 5.— 5,— id.
Balapoeiang . » *

>sa

H 3.22 3,23 id.


Gantoengan 9. 3 9. 3 9. 3 » 3.39 » >

9.68 9.68 9.68 4 4.— 4.— id.


Boemidjawa «
— » »

9. 3 9. 3 9. 3 3 39 3.22 3.23 id.


Djatinëgara » * »

Gemiddeld 8.95 9.11 9.12 4.86 5.01


. . .
f f f 5-
druk der landrente.
n

GEACHT HE LANDRENTE TE VERLAGEN ?


DIGf

Werd sedert 1890 de


Waaruit is de
Hoeveel de achter-
bedroeg
Waaruit bleel
belasting reeds ver- stand in de
aanzuivering bevolking gewoon
TOELICHTINGEN.
laagd ( —) of werd ze der
belasting in de haar landrente
die noodzake-
verhoogd (-)-) In welk
perioden.
te betalen ?
jaar? Met hoeveel
lijkheid. I

?
percent 90/94. 95/99. 1900/03.
10 11 12 13 14 15
16

N een. Uit de
opbrengst van
| Voor alle van regens af-

bouwgrond en erven hankeliike sawah’s wordt ver-


Omdat de sa- » den
huurprijs van sa-
laging landrente noodig
— —

van

wah’s in deze
wah’s, de
opbrengst geacht.
desa
svroeger »
van
nevenbedrij

ver-
— —

ven,
inigeerbaar suikeren-
(diensten op
waren, thans is
— — —

dernemingen, erpachls-
dit niet meer
perceelen en
bij de kof-
t geval. In 1894 3,2
-f % fiecultuur.

Idem, -)- 3.7 °/o —

Neen. 164 Uit de


ng f —

a
opbrengst van a Dit bedrag is door desahoof-

den van Kepoe


>ah bouwgronden en erven,
en
Doewetkarang
widoro verduisterd en was dus

id. verdiensten
te koeliarbeid.
— — —

geen eigenlijke achterstand.


ng en een enkele maal- De achterstand werd geregeld in
id. —

doch hoogst zeldzaam- ’t begin van ’t jaar, volgende op
’t

betrekkelijk belastingjaar,
verkoop van vee en land- aange-
zuiverd. ’t Grootste gedeelte daar-
id. f 163.21

167 29 111.34'
»
f bouwgereedschappen. van betrof de landrente van
gron-
den in agrarisch eigendom bezeten,
id. 1.30 door
» en een
Europeaan ingehuurd,
welke ook de landrente betaalde.

Totaal . .
. ƒ164.65 f 331.29 f 111.34

Neen. —

Opbrengst bouwgron-
den
[ en
erven, verhuur

id.
van gronden sui-

aan

kerfabriekan en ver-
~

id. ' —

diensten als koeli’s

id. — — —

id. — —

id. —
— —


id. — —

id. —
— —


id. —
— —




Overzicht van den druk der landrente.

Volgens de Landrentestaten model Z. en Z'. GEACHT DE LANDRENTE TE VERLAGEN ?


WORDT HET NOODIG
in de hieronder vermelde
£ bedroeg jaren
w
Werd sedert
Waaruit is de
1890 de Hoeveel de achter-
CS de belasting naar bedroeg
X, Waaruit blee!
verhouding van de c
belasting reeds ver- stand in de aanzuivering bevolking gewoon
de per bouw TOELICHTINGEN.
NAMEN DER DISTRICTEN. aanslag laagd { —) of werd der
opbrengst een die noodzake-
ze
belasting in de
haar landrente
S In welke desa’s?
w van verhoogd (-f-) In welk
perioden.
percentage
Q te betalen ?
jaar? Met hoeveel
lijkheid.
<1 ?
1890. 1895. 1900. 1890. 1895. 1900. percent 90/94. 95/99. 1900/03.
10 n 12 13 14 15
i 2 3 4 5 6 7 8 9 16

Pëkalongan 15.8 15.6


f 8 59
f 8.62
N een.
1 Uit de opbrengst van
j Yoor alle van regens af-

bouwgrond en erven
hankelijke sawah’s wordt ver-
Omdat de sa- »
Petjakarau den
Wiradesa 15.6 15.4 7.23 7.25 en
Api-api. huurprijs van sa-
laging landrente noodig

van
— —

» »

wah’s in deze
1wah’s, de
opbrengsi geacht.
desa’s vroeger »
14.6 14.6 5.97 5.93 van
nevenbedrij

Kedoengwoeni ver-
— —

» >
ven,
inigeerbaar diensten suikeron-
op
tz,
waren, thans is
o
Doro 13.3 12.4 e 3.88 » 3,93
— —

derncmingen, erpachts-
dit niet meei
perceelen en
bij de kof-
’t geval. In 1894 3.2
12 3 12.7 12,7 f 4.98 5,19 5 24 -f °/0 — —
fiecultuur.
<3
Kadjen

» »

M
Idem, 3.7
12. 12.5 12.5 3.53 3.62 3.50 -)- °/o —

Paninggaran
— —

» » »

0-


Gemiddeld 14.1 14. 5.75 f 5.75


f

. . .

Neen. 164
Batang 10. 11.
f 5-
ƒ 5.50 f 5 30 In de
geheele afdeeling Batang ƒ —
a Uit de
opbrengst van a Dit bedrag is door
desahoof-
den van
Kepoe
vooral in de districten Soebah
bouwgronden en erven,
en Doewetkarang
wi’doro verduisterd dus
wordt de

id. verdiensten
en was
Bandar 10.3 12.3 12. 3.60 3 70 3 70 Bawang belasting te koeliarbeid,
— —

» » » en
geen eigenlijke achterstand.
cS zwaar
geacht (z e beantwoording en een enkele maal- De achterstand werd geregeld in
id.
tx Soebah 10.8 12.3 12. » 3 40 » 3 50 » 2 10 van vraag 109).


doch hoogst zeldzaam- 't begin van ’t jaar, volgende op ’t
betrekielijk belastingjaar,
<j verkoop van vee en land- aange-
zuiverd. ’t Grootste daar-

id. f 163.21 167.29 111.34- gedeelte


Bawang 12.8 12.9 12.8 » 3.50 » 3.68 * 3 48 »
f bouwgereedschappen. betrof
H van de landrente van
gron-
den in agrarisch eigendom bezeten,
<5
12.8 132 13.1 '4 10 4.14 4.01
id. 1.30 door
Keboemen » en
Europeaan ingehuurd,

een

» > *

CQ welke ook de landrente betaalde.

Totaal
Gemiddeld . . .
12.1 12.2
f 3.92
f 4.10 f 3.72 —
.
. .
ƒ164.55 f 331.29
f 111.34


Neen.
Tëgal 8. 3 8. 9 8, 9
f 6.12
f 6.72
f 6.64 Neen. —

Opbrengst bouwgron-
den
' en
erven,
verhuur
id.
Adiwerna 8, 3 8 8. 8 6.78 7.22 7.16 id. van gronden sui-

8. aan

» » »

kerfabriekan en ver-

id.
diensten

4.25 4.27 4 35 id. als koeli’s


Maribaja (Soeradadi) 6. 9 7. 2 7. 3
— —

» » »
....

id.

id.
9.73 9.73 9.73 6.21 6.28 6 27
— —

Doekoewriagin (Slawi)

» » .
. . .

id.
9. 8 9. 8 9 8 5.09 5.18 5.17 id.
— —

Pangkah

» » »
<1

O —

id.
3 4.51 id.

Balapoelang 9. 3 9. 3 9. 5.— 5,—


— —

. » »

>K

H

id.
9. 3 9. 3 9. 3 3.39 3.22 3.23 id.
— —

Gantoengan

» > >

id.
9.68 id.
— —

Boemidjawa 9.68 9.68 4 4. 4.—


« » »

id.
id.

Djatinëgara 9. 3 9. 3 9. 3 3 39 3.22 3.23


— —

» » *

Gemiddeld 8.95 9.11 9.12 4.86 5.01 5“


ƒ f f
— —

.
. .
Overzicht van den druk der landrente.

de Landrentestaten model Z Z'


Volgens en
WORDT HET NOODIG GEACHT DE LANDRENTE TE VERLAGEN?
in de hieronder vermelde jaren
!zj bedroeg

* de belasting naar Werd sedert 1890 de Hoeveel de achter-


Waaruit is de
bedroeg
& verhouding van de Waaruit bleek belasting reeds ver- stand de
DER DISTRICTEN.
de a anslag per
bouw in
aanzuivering bevolking gewoon
NAMEN TOELICHTINGEN.
opbrengst een
laagd ( ) of werd der
ze
belasting in de

m
In welke desa’s? die noodzake- haar landrente
W percentage van
verhoogd (-)-) In welk
Q
perioden
te betalen ?
jaar? Met hoeveel
i

lijkheid?
1890. 1895. 1900 1890. 1895. 1900. ?
percent 90/94. 95/99. 1900/03.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 16
16

Brëbës 9—10 9—10 5.44 5.26 5.23 Voor de geheele afdee-


f f f —

Neen. Uit de ’t
Terwijl

opbrengst van

percentage-cijfer van
wordt de te
ling belasting tweede 1890 1895
belangrijk verhoogd
padi en
gewas-
op
5— 10. 10, 3.69 3.75 3.78 beant- is
Tandjoeng » » » zwaar geacht (zie id. geworden, is de landrente
ge-
sen en
verkoop produc- middeld baoe
109. in ’t distriet Bré-
woording vraag per
ten van tuinen en
02 erven, bes in
4.14 4,10
verminderd, de andere dis-
Bandjarhardja 6— 9—10 9—10 » 4 04 » »
id.
)W ook door verhuur tricten slechts
van weinig vermeerderd.
03 Het kan niet
gronden. anders, of men heeft

8.3-10 9—10 9—10 1.60-6.60 1.60 6 » 1.60 6. de veel te


»
In vroegere
productie-cijfers
)H Boemiajoe »
1895-f-0.7%
— — —

— — —

05 ho}g bevonden,doch de landrente


in ieder geval niet willende doen
03 5.4—9 8—9 8—9 5.50 1.70-4 40 1.70-4.40
1 In
Bantarkawoeng * » »

1895+2.6»/,

dalen werd immers zonder


(zij

— —

verzet

opgebracht), eenvoudig ’t peroen-

tage cijfer der belasting verhoogd.

Gemiddeld 4.10 4-
. . .
7.57 9.4 9.4 f fi— f —

5.85 Neen.
Pëmalang
7. 6 7. 4 7. 4
f 5.83 f 5.86 f Neen. Uit de
opbrengst van

padi en tweede gewas-


7. 6 7. 7 7. 1 5.69 » 5.69 » 5.82 id.
»
id
Tjomal verdiensten

sen, met
ó
koeliarbeid,
verkoop
10.06 10 59 1022 » 5.65 » 5 47 » 5.21 id. id.
Randoedongkal


— — van
kippen en artikelen

van
huisvlijt.
9.34 8 57 9. 2 » 4.36 > 3.58 » 3 84 id. —

id.
<5 Banjoemoedal —
— —

8 1 8 14 7. 7 » 3 36 » 3.31 » 3.02 id. id.


Watoekoempoel

)H —
— —

OM

4.75
Gemiddeld . .
.
8.53 8.5 8.32
f 4.98 f 4.78 f —

S E N T E E HSZ
. X IsT Gr.

AFDEELING:
1
f 5.75
Pëkalougan 14.1 14. —

f 5.75 —
__

— —

12.1 12.2 3 92 4.10 3.72


Batang —

f * . —

f 164 55
f 331.29 f 111.34

8 95 9.11 9,12 4 86 5.01 5


Tëgal » » »
— —

— —

Brëbës 9. 4 » 4.10 » 4 — > 4.— — —


— —

8.53 8 5 8.32 4.98 4.78 4.75


Pëmalang » » »


— —

4,64
Gemiddeld 1062 10.61 f 4.73 f Totaal . f 164.55 f 331.29
.
.
.
.
.

f 11134
Bijlage 7

Overzicht van gemaakte planfgeulen

en verdiend dagloon bij verschil-

lende
eenheidsprijzen.

(Vraag 79)
Overzicht van gemaakte plantgeulen en verdiend ...
....

bl '
.

. ~

«rschillende eenheidsprijzen. (Vraag 79)


Onderneming

TUIN W I N 0 N G.

baloerempak.
KRASSAK LOR

*
-

7 Ct. / 2 Ct. 8 Ct,


x
Eenheidsprijs 7 8V 3
Ct. 9 Ct. 10 Ct.
7 Ct.
7Va Ct. 10 Ct. 7 Ct. 7 Ct.
Va 8 Ct. 9 Ct. 10 Ct.
Dalum 10/2 —

5/3-’05 5—ll/3-’05 11 —18/3-’05


18—25/3-’05 25/3— 2/4-’05 2—14/4-’05
20—28/2-05 1— 3I/3-’05 i 1—14/4-’05 15—25/2-’05 26/2—4/3-'05 5—10/3-’05 11—31/3-’05
Koelie’s 1465 543 588 397 535 862
1—14/4-’05
359 3895 1613 410 341 218 1051 817
Geulen 4250 1270 1090 750 1200 1935
700 9538 4396 1050 846 550 2600 1750
id. per man 2 90 2.34 1.85 1.89 2.24 2.24
1.95 2.45 2.72 2.56 2.48 2.52 2.47 2 14
20.3 Ct. 17.6 Ct. 1.48 Ct. 16.1 Ct. 20.2 Ct.
Dagloon 22.4 Ct.
13.7 Ct. 18.4 Ct. 27.2 Cr. 17.9 Ct.
18.6_Ct. 20.2 Ct 22.2 Ct. 21.4 Ct.

TUIN GENTE JONG. KRASSAK WETTAN.

tegalsoeroeh.

\ =========================

Eenheidsprijs 7 Ct. 7 V 2
Ct 8Va Ct. 10 Ct. 7 Ct. 9 Ct.

|
7 Ct. 7
Va Ct. 8 Ct. 9 Ct. 10 Ct.
Datum
5/2—2/3-’05 3—22/3-’05 23—31/3-’05 1—14/4-’05 12/3—3/4-’05 4—14/4-D5
16/2—5/3-’05 6/3—ll/3-’05 12/3—21/3-’0 5 22/3—2/4-’05 3—14/4-’05
Koelie’s 2805 1823 432 1662 997 261
1306 351 484 554 807
Geulen 7432 4628 823 4192 2455 590
3493 884 1117 1000 2536

id. per man 2.65 2.53 1.93 2.52 2.46 2.26


2.68 2.52 2.31 1.80 3.14

Dagloon 18.5 Ct, 19. Ct. 16.4 Ct. 25.2 Cr. 17.2 Ct. 20.3 Ct.
18.7 Cr. 18.9 Ct. 18.5 16.2 Ct. 31.4 Ct.

TUIN MRITJAN. KRASS AK KIDOEL.

KEDONGGANDOE.

Eenheidsprijs 7 Ct. 7 V, Ct. 9 Ct. 7 Ct. 7


Va Ct. 10 Ct.
7 Ct. 7 Va Ct. 8 Ct. 9 Ct. 10 Ct.
Datum
10/2—21/3-’05 22—3l/3-'05 1—14/4-’05 22/2—ll/3-’05 12—30/3-’05 31/3—14/4-’05 «

5—19/2-U5 20/2—9/3-’05 10—21/3-’05 22—31/3-’05 1—14/4-’05


Koelie’s 1320 288 405 1222 1576 1260
1037 2412 1284 1011 1302
Geulen 2811 600 790 3690 4081 3060

2200 6050 2856 2360 2745


id. per man ....
2.18 2.09 .1.95 3.02 2.59 2.43
2.12 2.51 2.22 2.33 2.11

14.9 Ct. 15.7 Ct. 17.6 Ct. 21.1 Ct.


Dagloon 19.4 Ct. 24.3 Ct,
14.8 Ct 18.8 Ct. 17.8 Ct. 21. C'. 21.1 Ct.

TUIN KEMONGGOAN.

Eenheidsprijs 7 Ct. 8 Ct. 9 Ct. 10 Ct.

Datum
10/2—9/3-’05 10—21/3-’05 22—31/3-’05 1—14/4-’05

Koelie’s 3483 1755 1437 2218

Geulen 8400 3653 3492 3860

id. per man 2.41 2,09 2.43 1.74

Dagloon 16.9 Ct. 16.7 Ct. 21.9 Ct. 17.4 Ct.


RECAPITULATIE.

A. Gemiddelde dagloonen bij verschillende Eenheidsprijzen-

10
TUINEN. 7 c. 7
V 2
0. 8 c. 8V* c. 9 c. c.

16 9 16.7 21.9 17.4


Kemonggoan

14 8 18.8 17.8 21. 21.1


Kedonggandoe .

187 18.9 18.5 16.2 31.4


Tegalsoeroeh

Krassak Lor 17.9 18.6 20.2 22.2 21.4

Kidoel 21.1 19.4 24 3


»

» Wettan 17.2 20.3

* '

14.9 15.7 17.6


Mritjan i

18.4 14.4 17.9 25.2


Gombong

18.5 19. 16.4 25.2


Gentejong

13.7 184 27.2


Baloerem'pak

20.3 17.6 14.8 16.1 20.2 22 4


Winong

Gemiddeld 17.4 Ct. 18.3 Cr. 17.1 Ct. 16.8 Ct. 19.9 Ct. 24. Ct. -

B. Gemiddeld aantal gegraven plantgeulen bij

verschillende Eenheidsprijzen.

7 7 8 8V 9 10
TUINEN. c Vs c. c.
s
c. c. c

i .

2.41 2.09 2.43 1.74


Kemonggoan

2 09 2.33 2.11
2.12 2.51
Kedonggandoe

2.68 2.52 2.31 1.80 3.14


Tegalsoeroeh

Krassak Lor 2.56 2.48 2.52 2 47 2.14

» Kidoel 3 02 2.59 2.43

Wettan 2.46 2 26
»

2.13 2.09 1 95
Mritjan

2.45 1.82 2.11 2.52


Gombong

2.65 2.53 1.93 2.52


Gentejong

1.95 2.45 2.72


Baloerempak

2.90 2,34 1.85 1.89 2.24 2.24


Winong

Gemiddeld 2.49 2.44 2.14 1.98 2.21 2.40

is de beoordeeling
Toelichting. De invloed van
de consistentie van den
grond in verband met het seizoen bij

deed het verkregen het


der cijfers in ’t oog te houden; Toenemende vastheid aanvankelijk werk en dagloon verminderen,

verdere de ontstond echter belangrijke toename beide is dus ten slotte van
bij verhooging van
eenheidsprijzen van en

betere eenheidsprijzen wel meerdere het gevolg.


degelijk krachtsinspanning
Bijlage 8.

Belastingbetaling en Grondhuurinning

in 1904, in het Onderdistrict Sragi.


Belastingbetaling en
Grondhuurinning in 1904, in het Onderdistrict Sragi.

JANUARI. FEBRUARI. MAART. APRIL. MEI. JUNI. JULI. AUGUSTUS.


1 SEPTEMBER. OCTOBER. NOVEMBER. DECEMBER.
1

Beltg. Gdhr.
Beltg. Gdhr. Beltg. Gdhr. Gdhr.
Beltg. Beltg. Gdhr.
Beltg. Gdhr. Gdhr.
Beltg. Beltg. Gdhr. Beltg Gdhr, Beltg. Gdhr. Gdhr. Gdhr.
Beltg. Beltg.

|| —

Limbangan f 25
f 227
||
1
f
.

U f 23
f 93
i
Wonosari 3 30
»
f » 68 42 33
> *
f 20 > 136
f 8

'
Tegaibarang f 15 14 117 51 77
f
» »
» 72 42 36 176 18
» »
/ »
» 6
Kendajakan Kid . » 13 > 42 21 35
. .

» » » 25 » 7 » 254 17
»

Tegallontar » 118 » 198 » 113 174 » 127 » 125 102


» » 474 292
»
f
Djatiwalang » 60 » 61 » 61 » 119 » 122 98 68
» » » 120 » 139
190
f
Wringin pitoe. . . . 80 » 81 3> 118 144
> » 89 » 98 » 234 168
»

Wetan
Madjoassem . . » 36 * 130 j 60 » 50 34 13
»
» 20
id. Koelen 50 8 72
. * >
» 63 »' 45 31 31
» »
» 30 > 15
Tegalpatjing ....
» 22 » 4 » 40 22 33
» »
» 103 190 7 285
»
f
Boelakpelem .... » 164 37 » 302 » 365 193
»
» 210 106 27
» »
ƒ 144
Gombong » 14 » 15 » 17 34 44 19
» 7>
» 61 53 13

:
» »
* 206
Tegalsoeroeh 123 942 110 143 157
f
....

* »
» » 118 » 106 163
»
» 31
Baloeretnpak ....
» 70 45 » 74 » 146 » 188 125
»
» 190 » 259 93 »1051
»

225
Gebankrep » 50 98 > 62 37
»

» » 43 » 59 29 276
» »

Sibango » 40 150
*
50 » 44 35 2
» » 5

Pamboewangan . . .
f 43 » 121 » 68 21
» » 35 » 65 2
»

Boelaktoenggak . . . » 54 * 4 » 99 » 96 55 45
» » » 63 »
56 16
»

Bandjardawa ....
» 30
» 20 » 28 » 130 150 105
f » » 34 910 456 61
f » »

407
Santrioerip 68 » 155 60 » 46
»

» 28 » 39 » 99 88
»

Basaran » 32 10 45
» » 50 » » 25 » 42 48 s> 54 276
»

Bandjartoeri ....
» 22 2 » 74 52 15
»
40 » 33
» 320
Ketileng » 25 » 40 69 109
> » 36 » 142 37 111
» » » 155 » 240 » 408
Blendoeng 24 > 46 » 8 > 73 78
»
» 82 680 » 244 43
» » » 8 » 984
Kedoengdjaran Kid . . 50 34 » 112 33 » 17 » 50 » 45 » 118 » 47
id. Lor. .

» 127 » 151 > 94


> 53 » 186
Kloendjoekan ....
» 77 » 58 » 16 32 » 67
»
•» 6 706
54
»
» 158
»
Sidjeroek f 1046 » 44 156 186
> »
» 86 * 119 . 204 » 35
Sigeroeng 26 21 86 111
»
64 » 217 391 55
» » » 2 » 587
Padjemboetan ....

» 15 > 80 30
»
» 17

Kejoedan » 276 » 18 25 10
» »
» 61 » 74
Ketanon 11
»
20 39
» » 10 »
22
Boelakoentjoeng . .
. » 62 10 1468 » 300 99
. i 117 207 62 72
»
» 312 » »
» 44^
Erasak Lor 39
....
15 » 21 » 59 » 88 » 151 231 » 40
» * 4 » 343
id. Wetan . . . 19 » 1 » 10
» 24 122 87
» »

Tempoeran doekoeh. . 10 f 348 » 433 » 102 > 25 74


» » 58 » 15 232 * 111
» 348
Winong 152 » 32 231 207
» > 145 » 133 228 . 216 37
*
» 268
Bendau 10 31 17
»
ï* 35 » 56 15
>
» 118 88 » 40 » 25
» 131
Soemoeb Lor ....
8 25 8
» » 20 » 32 29 69 26
* » 81 »
» 121
id. Kid.... » 41 » 106 38 45
» 27 » 52 120
y>
. 180
Paklontongan .... ■» 104 » 136 164 160
» > » 61 91 180 180
» »
» 23 733
>
Kalidjambe

i
100 3 141 » 164 > 91 101 123
» »
> 14
» 375
■Genfeang » 48 54 » 21 213 151
» 258 > 962 » 147 . 116
Pasoeroean » 86 23 i 88 86 30
■» *
1 15 » 61 5
»
» 39 » 425
Pakidjingan ....

» 20 » 20 » 6 48 » 34 > 11 116 36
» » 200 »
365
»
Krasak
Ageng .
. . 80 56 180 » 111 » 359 » 366 72 100
* »
» 93 » 538 * 366
Kedoenggamdal . . .
38 75 » 70 » 169 » 186 28 32
* »
vk 97Q

Mritjan 91 105
■» > 99 » 161 85
» » 263
808
Kendjajaan Lor 13
»

. . . »
2> 9 14
» » 16 6 120
» » 24
Tegalsari 33 » 23 15 11
» > » 44 13 22 100
»
7 1
|

<( »

1
~

Totaal . ƒ 229 1322


.
. .

f f 2178
f 348
f 1767
f 2410 f 3066
f 4212 f 3704
f 3286 f 3416 3758
— —

f f 2217 f 4603
f 2376 6607 f 162 3322
f f

j

ƒ2428

f
Bijlage 9.

A. Onderneming Sragi.

Overzicht van de Verhuur en der

aanwezige bevolking.
A. Onderneming Sragi. Overzicht van de Verhuur en der aanwezige bevolking

HET RAYON DER ONDERNEMING OMVAT. VERHUURDE GRONDEN EN DEELNEMERS AAN DE VERHUUR.

Verhuur
desa- Verhurende desa’s.
S I K E P S. voor Aantal
aan- verhuurders. Verhuurd aandeel.

IN DE ONDERDISTRICTEN.
Aantal desa’s. Rouws sawah Rouws. Tegal n.
No, 1. No. 2.
Gemid eld Sikep deel. Aanta l werkbare man en bestunr).
(zonder 1903. 1904. 1905. 1903. 1904. 1905. 1903. 1904. 1905. 1903. 1904. 1905.

737 693 730 32 33 36


Sragi 50 3570 51 3058 428 0.882 5000 1524 1603 1783 0.483 0.421 0.409

14 1900 1010 190 242 273 233 10 7 9 523


Kesessie 1.480 1600 386 541 0.463 0.701 0,431

Remboen 11 600 470 180 1 132 138 142 6 6 7 228 294 349

900 0,579 0.466 0.404

75 4538 798 7500 1111 1104 1105 48 46 52 2275 2283 2673


6070

hef aanfal Verhuurders gesplifsf in desalieden desabesfuur en hun gemiddeld deel de Verhuur.
gewone en van

S I K E P S. Verhuurde Gemiddeld Aandeel Desabestuur. Verhuurde Grond. Gemiddeld Aandeel.


grond.

ONDERDISTRICTEN.

1903. 1904. 1905. 1903. 1904. 1905. 1903. 1904. 1905. 1903. 1904. 1905. 1903. 1904. 1905. 1903. 1904. 1905.


1369 1433 1600 551 509 541 0.402 0.355 0.338 155 170 183
Sragi 186 184 189 1.200 1.082 1.033

Kesessi 468 352 494 216 251 208 0.460 0.713 0,421 55 34 47 26 99 25 0.473 0.647 0.532

199 305 94 95 97 0.472 0.368 0.318 29 36 44 38


Remboen 258 43 45 1.310 0,977 0.945

1
2036 2043 2399 861 855 846 0.423 0.418 0.353 239 240 274 250 249 259 1.046 1.037 0.945
Bijlage 10

B. Onderneming Sragi.

Overzicht, aantoonende de geleverde

Arbeidsdiensten en de verdiende

Loonen in het jaar 1903.


Bijlage 10

B. Onderneming Sragi.

Overzicht, aantoonende de geleverde

Arbeidsdiensten en de verdiende

Loonen in het jaar 1903.


de Arbeidsdiensten de verdiende Loonen in het jaar 1903.
B. Onderneming Sragi. Overzicht, aantoonende geleverde en

Arbeiders Vrouwen en Kinderen


(Mannen).

Voor den
den het Voor de Fabriek. TOTALEN.
Voor het het Riettransport en het Onderhoud. Voor Aanplant en Rietsnijden.
Fabrikaat,
Aanplant.
TOTALEN
(MANNEN).
Tuin-
Mandoers, machine drijvers 2
Mandoers, Helpers,
) Koelies (taakwerkers). Gemidd. Gemidd. Gemidd.
Koelies (daggelders). Eiettransportaannemers. i
Bolides.
ambachtslieden. wakers,
Loon Loon Loon
Bedrag. Bedrag. Bedrag.
dag- dag- dag- dagdien- per dag- dag- per dag- dag- per dag-
dag- per dag- dag- per per
Bedrag. Bedrag. Bedrag. Bedrag. per dag. per dag. per dag.
Bedrag. Bedrag. dienst. dienst. dienst. dienst.
diensten. dienst. diensten. dienst. diensten. dienst. sten. i) diensten.

5831 0,22« 4 4
643 3420 f 1399 f 0,40 15960 f 2811 f 0,175 3157
f 978 f 0,31 25577 f f f f —

f
2640 f 0,24i

Januari . f
— —

3 6
3335 1054 67023 13622 0 20 3 8 8
Februari. . 3123 699 0,22i 3444 > 1411 » 0,41 — — —
57121 1 10458 0,18 0,31 2> >

4
4314 92324 18834 42 832 874
Maart. . . 3902 »
920 >
0,23° 3876 1627 » 0,42 — — —
80232 » 14906 T>
0,18« S> 1381 0,32 0,20 » >

4
30236 0,2 5 8
12 2132 2144
14178 3589 0,25
3 5989 2101 0,35 7300 ƒ 3354 83255 19745 0,22 5077 > 1447 0,285 117169 > > »

April. . .

06 06 C\i cc
cd

18324 5534 1525 120784 31839 3 18 cT cT 3382 cT o' 3400 cT cT


Mei 18178 4639 0,255 6609 *
2328 »
0,35
3
10920 . 5023 79543 »
0,23 T> > 0,27» » T>
0,26 >

. . .

1 1 1 1
1 1 1 1 1 1
1 3
3 6436 115102 32376 43 6032
Juni . 20094 5127 0.25 5 7409 2523 0,34i 11970 . 5506 69193 » 17478 » 0,25 > 1742 0,27 0,28 >
10 0
>
IC
> 6075
>o
co
r—1 r-H O 0,
O
ö 0
0
4 O 0
6
7154 1903 119250 32657 0,27 60 7502 7562
Juli 21955 » 5483 > 0,25 6747 2380 * 0,35’ 11210 > 5158 72184 17733 S> 0,24 » > 0,26° » > »
.
. ï+ --
.
* ifis
«

ö Ö a d
2 ö Ö
6282 1832 0,29 101626 28595 0,28! 58 8539 8597
23133 5846 0,25
8
6319 »
2244 »
0,35
2
12940 » 5951 52952 > 12722 0,24 » » O CD

Augustus. i
£ è ë
.

§ S "O

'S
2497 8 4156 1432 6260 2879 44342 » 10750 0,24
2
5829 1603 » 0,275 70623 19161
0,27* > 36 fH fl ï> 5596 5632 2 a

September 10036 » y>


0,24 >
0,345 »

tg >
.

3 4
5238 1436 0,27 46739 11252 0,24i 17 2606 2623
October .
1247 » 258 *
0,20« 3299 1277 »
0,38
7
— »

36955 8281 >
0,23 > y> » »

\ 4402 1290 3
1596 379
7
3253 1484 0,4ö
6
39598 > 8609 0,21
7
» 0,29 48849 11562 0,235 1492 » 1492
0,23
» »
November »
— —

» *
.

40212 8850 0,22 3430 1031 0,30 46761 11018


December .
983 250 0,25i 2136 887 »
0,41
4
— »

» » 3> »
9,23 ! ' >

» —

6
1506G7 0,22 2
60188 17222 0,28 971827 0,25^ f 298 38113 f 38411
56657 21093
2
60600 1/ 27871
f 0,46 676547 /* f ƒ ƒ246983 ƒ f
121065
f 30330 f f f 0,37
0,25i
f

A
den niet langer dan 6 te stellen.
) De dagdiensten in Aanplant zijn dooreengenomen op uur

vervoerd gemiddeld 46 picols 2 ct. picol = f 0,92 per lading.


2
) Voor het Riettransport werden in totaal 30300 ladingen van a
per

die als koeli hem werkzaam is. Het aantal la-


Een lading representeert een dagdienst van een transportaannemer met zijn helper bij
het dat het riettransport werkzaam is geweest.
is daarom met 2 vermenigvuldigd om aan te geven aantal personen bij
dingen
AANVULLING.

resident nader
noot 2 bl. 94 waren van den van Pëkalovgan nog
Blijkens op

welke de bevolking 27 tal desa’s


gevraagd omtrent de moeilijkheden, van een
inlichtingen
Slawi met ’t weiden van
haar vee ondervond door de maatregelen
in Balapoelang en

Uit sedert den resident


den beheerder der houtvesterij Margasari. een van
van toenmaligen
’t weiderecht in een
ontvangen bericht blijkt, dat de kwestie van genoemde houtvesterij na

met den beheerder en de directeuren van landbouw en justitie opgelost


correspondentie
dd. 12 Juni 1906 (Jav. cour.
werd door de afkondiging der gewestelijke verordening

de desa’s, tot welker


No. bij art. 1 waarvan aan de Inlandsche bevolking van gebied
49),
de niet ingerichte wildhoutbosschen behooren,
de
voorloopig ingerichte djatibosschen en

de zijn,
met in acht neming van art. 2 dier
verordening (waarbij plaatsen aangewezen

wordt haar in die bosschen te


waar
het verboden is vee te doen
weiden), vergund vee

door de misbruiken of mis-


weiden, tenzij door ’t personeel van ’t' boschwezen of politie
bosch-
worden, ten gevolge
daarvan de
vergunning voor speciale
standen geconstateerd en

of desa’s ingetrokken
wordt. Aan niet tot de zooeven genoemde
gedeelten voor
speciale
’t weiden
Inlandsche bevolking behoorende personen kan, den boschbeheerder gehoord,
de elk
van vee
in
bepaalde boschgedeelten bij residents besluit vergund worden, op
voor

te stellen voorwaarden.
geval

Tevens moge
hier nog melding gemaakt worden van een
poging tot oplichting van

Inlaudsch waaromtrent mede eerst onlangs nadere


de bevolking door een ambtenaar,

werden. In ’t antwoord op 165, »komt het veel voor enz”,


ontvangen vraag
inlichtirigen
nie» omdat men hier —ook
werd daarvan in de onderwerpelijke Samentrekking gerept,

slechts met zich zelf staand


den betrokken controleur een op
volgens ’t verslag van

’t dat de zaak ten slotte


uitzondering, te doen had. Om
eige aardige verloop,
geval, een

haar hier mede te deelen. De


schijnt het intusschen niet ondienstig nog
genomen heeft,

Protjot dan, zegt in zijn verslag dat de


bevolking der desa Kaliloemping
controleur van

die als
schaal opgelicht
werd door een ambtenaar, destijds nog
(Balapoelang ) op groote
zoude
wedono in een
andere afdeeling diende, welke
oplichting hierin bestaan hebben,

52 baoe’s sawah de bevolking gekocht te hebben


dat bedoelde ambtenaar beweerde van

3
25. baoe, hoewel hij ze in werkelijkheid slechts voor oogstjaren gehuurd
voor
f per
Pekalontran
hebben. een sedert van
den resident van ontvangen bericht,
zoude Blijkens
sedert wedono weten te bewegen van dien,
heeft deze hoofdambtenaar bedoelden, ontslagen,

af te zien de gronden aan de


hem resident gefingeerden, koop en vroegere
volgens

terugbetaling der genoemde koopsom van


f 25
per baoe,
bezitters terug te
geven tegen
dier oorzaak geweest,
waarna
de koopakten vernietigd werden, (’t Be-taan koopakten was

In deze
dat van ’t instellen eener burgerlijke vordering had moeten afzien) aan-
men

de die alle
werd de ingeroepen van afdeelingsbank te
Tëgal, aan vroegere
gelegenheid hulp
in voorschot
bezitters één die zelf geld had om zijn grond terug te koopen, gelden
op na,

den wedono daarmede te betalen.


verstrekte om ex
ONDERZOEK NAAR DE MINDERE WELVAART

DEK

INLANDSCHE BEVOLKING OP JAVA EN MADOERA.

SAMENTREKKING

VAN Dl-

AFDEELINGSVERSLAGEN OVER DE UITKOMSTEN DER ONDERZOEKINGEN

NAAU Dl-

ECONOMIE VAN DE DESA

IN Dl-

RESIDENTIE PREANOER-REtiENTSCHAPPEN.

li ATA VIA,

II M. VAN DOliP k Co

I 9 0 7.
BIJLAGEN:

'I. Vergelijkende bevolkingsstatistiek.


2. Overzicht van de uitgestrektheid van het indi-

vidueel grondbezit en van het communaal bezit

met vaste aandeelen (eens voor altijd toegewezen).


3. Statistiek van het grondbezit.
4. Overzicht uit de verkochte
van
verkooppakhuizen
hoeveelheden zout.

Residentie Preanger Regentschappen

ECONOMIE VAN DE DESA.

WIJZE VAN ONDERZOEK EN NAMEN DER ONDERZOEKERS,

Afdeeling Bandoeng. Voorzitter der commissie :R. A. Maurenbrecher, assistent-

resident; leden: R. T. Aria Marta Negara, en A. C. .1. Kroesen, controleur van


regent

Bandoeng; D. Heyting, controleur van


Koppo; P. K. W. Kern, controleur van Tjitjalengka r

tevens secretaris der


gewestelijke commissie en A. ïit. L. Salverda, houtvester te Bandoeng.
Gehoord alle betrokken Inlandsche ambtenaren in elk onderdistrict de be-
zijn en

kwaamste hoofden. Het 'l5 Juni 1905, is door den


verslag, gedagteekend opgemaakt

voorzitter, in overeenstemming met de leden.

Afdeeling Tjiandjoer. Voorzitter der commissie: J. Cu. van Es, assistent-

resident; leden: B. A. Aria Prawira Redja, regent J. A. A. der Ent,.


di van
Tjiandjoer; van

controleur van Tjipoetri en A. F. Verders, controleur van Soekanfigara; J. D. de Vries,

adspirant-controleur van Tjiandjoer’.


Voor de der door de controleurs de districts-
beantwoording vragen zijn gehoord
en onderdistrictshoofden, benevens de desahoofden en eenige desalieden. Het verslag

is gedagteekend; BI Augustus 1905.

Afdeeling Soek a
boem i. Voorzitter der commissie: H. G. A. Muller, assistent-

leden: R. Aria Soeria Nata Legawa, G. C. F. W. Mundt,


resident; patili van
Sockaboemi;
directeur de J. controleur
van
cultuur-maatschappij Tjiboengoer; van der
Marel, van

Tjitjoeroeg; V. Lafontaine, controleur E. A. Mantz, adspirant-controleur


van
Léngkong en

van
Soekaboemi.

Het 22 Mei 1905, is door den controleur


verslag, gedagteekend samengesteld van
l
Tjitjoeroeg, J. van der Marel, met behulp van
gegevens,
hem verschaft door zijn ambtgenoot
van Léngkong en op eigen ondervinding en waarneming. Verschillende desahoofden,

landbouwers Inlanders zoowel door de beide controleurs als door de districts-


en
gegoede zijn,
hoofden gehoord omtrent verschillende
vraagpunten.
De in ’t door ’t lid Mundt, gestelde in de
verslag, kantteekeningen zijn samentrekking-
verwerkt.

Afdeeling Soemedang. Voorzitter der commissie: 11. R. Pereira, assistent-resi-

leden: R. A. Soeria Atmadja, regent J. Clercq Zubli, controleur


dent; en de van Soemedang.
De beantwoording der is, behalve aan den voorzitter en de leden der afdee-
vragen

lingscommissie, danken verschillende Inlandsche ambtenaren


te aan
Europeesche en en

particulieren in de Het is 30 Maart 1905.


afdeeling. verslag gedagteekend;

Afdeeling Limbangan. Voorzitter der commissie: G. E. van Kappen, assistent-

resident; leden; R. A. Aria Wira Tanoe Datar, F. B. Batten,


regent van
Limbangan;
controleur Tjibatoe; H. G. Bos, controleur F. A. E. Laceulle,
van van den van
Tjikadjang en

adspirant-controleur van Garoet.

Het 29 Juni 1905, is den controleur


verslag, gedagteekend opgemaakt door van

Tjibatoe, van den Bos, met behulp van


gegevens,
verstrekt door
zijn ambtgenoot van
2

Tjikadjang, door districts- en onderdistrictshoofden en hun schrijvers. Gehoord werden de

desahoofden en tal van Inlandsche landbouwers.

Voorzitter der commissie: M. J. A. Kruseman,


Afdeeling Soekapoera. assistent-

resident; leden: R. T. Prawira Adiningrat, B.


regent van
Soekapoera; Coops, controleur

A. Quant, controleur Manondjaja; H. Th. Popkens


van Mangoenrëdja; de van
Brouwer,
controleur Parigi, L. P. G. Hartwig, adspirant-controleur
van en van
Tasikmalaja.
der is de
De beantwoording vragen geschied met
behulp van
inlichtingen der

onderdistrictshoofden, door hen desabestuurders


districts- en verkregen van en betrouwbare

landbouwers, welke gegevens verbeterd en


aangevuld zijn met
hetgeen den controleur

bij plaatselijk onderzoek bleek. Het verslag is door den voorzitter opgemaakt met gebruik-
der de betrokken controleurs den
making verslagen van en na
bespreking met
regent en

de Inlandsche hoofden op
de maandelijksche rapportdagen. Het verslag is gedagteekend
55 Juni 1905.

Behalve eenige kantteekeningen in ’t


afdelingsverslag van Soekabftemi, gesteld
door den houtvester van ’t boschdistrict West-Preanger-Regentschappen-Bantam, J. S.

van Braam, hebben deze en


zijn ambtgenoot van Oost-Preanger-Regentschappen-Kra-
A. Th. L. Salverda, de hun vak betrekking hebbende,
wang, vragen, op afzonderlijk
behandeld, ieder eigen ressort, n. 1. de eerste voor de afdeelingen Tjiandjoer
voor
zijn zoover

en Soekaboemi betreft en de laatste, wat de overige afdeelingen van de Preanger-Re-


Die antwoorden telkens de
gentschappen aangaat. kantteekeningen en
zijn bij ver-

schillende in hun vermeld.


vragen geheel
ECONOMIE VAN DE DESA.

1. Toe- of afneming der bevolking, te constateeren volgens Mjgaandensstaart r

model A. Toelichten en zoo mogelijk de voornaamste redenen opgeven, die waar-

schijnlijk daarop invloed hehhen uitgeoefend.

Bando e n g.

B. Y.—
Districten: Oedjoengbroengkoelon (Bandoeng) ') V. B Tjilokolot (Tjimahi)

Radjamandala (Tjikalong) B. lioppo (Tjibogor) B.


Bandjaran V. B.— Tjisondari (Tji-

B. V.— B. V.—
widej) B. Rongga (Tjililin) B.— Tjitjalengka Tjipeudjeuh (Goenoeng-leutik)

(Pakemitan) B. W
Oedjoen gbroengwelan
I. konden daarin niet vermeld
Zie staat bijlage Wegens gebrek aan gegevens

1895 1900. Daarom zijn


worden de uitkomsten der volkstellingen in 1880, 1885, 1890, en

De toeneming
gebezigd de uitkomsten der tot ultimo dier jaren bijgewerkte mutatiestaten.

(in sommige districten zeer


sterke) der bevolking is toe te
schrijven aan natuurlijken

Waarom de het aantal


aanwas.
procentsgewijze toeneming van huisgezinnen, mannen,

sterk, in het andere sterk toegenomen


vrouwen of zielen in het eene district buitengewoon
’t aantal
is, kan niet met
eenige zekerheid toegelicht worden. Ook de groote toeneming van

huisgezinnen in enkele districten b. v.:


Tjilokotot, Radjamandala, enz. gedurende 1895/190D

doet aan minder juiste volkstellingen denken.

Tjiand j o e r.

Districten: Maleber (Tjiandjoer) B. V.— Tjihea (Tjirandjanghilir) B. V.— Tjipoelrt


B. Djampang
(kampoeng Patjet, desa Tjikanjere) B.—- Peser
(Djamboepida) B. —

Tjikalong —

B. K.
welan (Pagelaran) B.— Tjikondang (Tjihaoer) B.—■ Tjidamar (Saganten)
doch zonder dat bijzondere
In Maleber nam de
bevolking belangrijk geleidelijk toe,

redenen daarop invloed hadden. In Tjihea nam


zij tengevolge van den slechten gezond-
In Tjipoelri
heidstoestand (malaria) in de z. g. Tjiheavlakte, betrekkelijk weinig toe.

nam het zielental gestadig toe, voornamelijk omdat hier


nog
veel onontgonnen gronden

welke reden velen dit district verhuisden, om


in hun levensonderhoud
voorkomen, om naar

te kunnen voorzien. In Peser is de


toeneming gedeeltelijk toe te schrijven (vooral wat

de vele
de eerste vijfjarige tijdvakken betreft) aan
immigratie, maar hoofdzakelijk aan

Voor hetzelfde, uitzondering van een niet belangrijke


geboorten. Tjikalong geldt met zeer

valt te
vermindering in het
tijdvak 1880,85, waarvoor geen bepaalde verklaring geven.
ter
In
Djapang welan nam de bevolking belangrijk toe, wegens de ruime gelegenheid
het
verkrijging van
bouwgronden en vooral tot aanleg van sawah’s. In
Tjikondang wies

zielental beduidend, waarschijnlijk wegens


de gelegengeid om
op
de erfpachtsperceelen geld
h.
te verdienen. In Tjidamar had, op Tjihea na,
de minste aanwas plaats n. v. wegens

de alhier. De heeft geleerd, dat, waar


moeilijkheid tot
bevloeiïng van gronden ervaring
sawah’s kunnen
aangelegd worden, dadelijk talrijke en blijvende nederzettingen ontstaan.

Soekab o e m i.

Districten: Goenoeng parang (Soekaboemi) B. V.— Tjimahi (Tjidjeroek; B.— Tjitjoe-


B.— B. Pelaboehan (Boemiwangi) B. K.—
roeg (Njalindoeng) Tjiheulang (Karangtengah)
desa B. koelon
Djampang tengah (Kampong Bodjong lopong, Panoembangan) Djampang

(Tjitjoeroeg) B. K.

In 1 de getallen de tot op ultimo '\ 880, \ 885, 1890, 1895


bijlage zijn opgenomen van

omdat de de volkstellingen
en 1900 bijgewerkte mutatieregisters, juiste uitkomsten van over

die jaren niet te vinden


zijn. Alleen van de volkstelling over 1900
zijn die cijfers bekend;
de ook 1900 de de tot op ultimo December
doch voor eenvormigheid zijn over
getallen van

bijgewerkte bevolkingsregisters overgenomen.


In de geheele afdeeling 'is de bevolking ge-

In vestigen zich
regeld toegenomen wegens natuurlijke vermenigvuldiging. Tjitjoeroeg
in Pe-
bovendien nog
al veel Inlanders uit het Buitenzorgsche. Op de groote toeneming

de invloed
laboehan heeft ook de vestiging van talrijke landbouwondernemingen grooten

die veel volk hebben uit de districten.


gehad, zeer getrokken naburige

die der Het komt veel dat de


1) De namen tusschen haakjes zijn districtshoofdplaatsen. voor,

is het district naar


districten daarnaar genoemd worden; waar geen naam tusschen haakjes vermeld is,

de hoofdplaats genoemd.
4

S o e in e da n
g.

B. Y.
Districten: Soemedang B. Y. Tandjoengsari B. V. Tjibeureum (Tjimahi)
B. V. Darmaradja B.
Tjonggeang (Tomo)
18
Van 1895 1900 nam de bevolking toe met 32240 zielen of ruim %J ) en van

1890 1895 met 8932 of ruim 5 % »). Zie bijlage 1. Dit moet
voornamelijk toegeschreven
in deze
worden aan geboorten en immigratie, tengevolge
van de
gunstige levensvoorwaarden

bouwvelden 1890 1903 toQ met 49732 baoe’s of


afdeeling. De uitgestrektheid nam van

bouwvelden moet voor een


161 7
s
). Zie
bijlage 3. Deze
ongewoon groote toeneming van

betere verkregen door deskundige opname


deel ook worden toegeschreven aan gegevens,

der landrenteplichtige gronden.

Limha n g a n.

Districten: Soelji (Garoet) Y. B. Panembong (Tji-ela) B. Timbanganten (Trogong)


B. Y. Uabeboer Lim-
D. V. Wanakerta (Rantjabatoe) B. V. Tjikemboelan (Leles)

(Pasar) B Kandangwesi (Tjilinggar) B. Negara (Pameung-


bangan
B. V. Baloewangi .

peuk desa Padengdeng) B. K.


zich
In nlle districten is de bevolking geleidelijk toegenomen (zie bijlage 1), omdat

bijzondere (nadeelige) invloeden hebben voorgedaan. Alleen in het tijdvak 1880/1885


geen
de sterfte door
groote afneming waar te nemen, wegens groote
valt (hier en daar) eene

de veepest.
koortsen, tijdens en na

Soekapoera.

B. Y. Indihiang (Soekasenang) C. V. Tjiawi (Pakemi-


Districten: Tasikmalaja

B. V. Panjeredan (Dawagoeng) B. V. Singaparna (Singgasari) B. V. Soe-


tankidoel)
B. B. Y. K. Pasir-
B. V. Tradjoe (Dendeul) Karang (Tjipari)
karadja (Tjisaat-hilir)
B. Y Bandjar B. V. Padaherang B. Y. K. Parigi B. V. K.
pandjang (Pakemitan) .

B. V. K. Mandali (Tjikatomas) B.
Tjidjoelang

de 1880 1885 kan niet gegeven worden, daal-


Een geregeld overzicht over jaren en

1885 niet konden worden;


de uitkomsten der volkstellingen over 1880 en opgespoord
der dis-
de gewijzigde indeelmg
gegevens ontbraken, waarom, na
vooral de desa’sgewijze

sedert 1900, voor sommige districten, zooals


die thans begrensd zijn, bij benadering het
tricten
is.
bevolkingscijfer bepaald
werd in
werd vóór 'lBB5 opgeheven en opgelost in
Soekaradja. Paroeng
Selatjaoe
ander gering deel
’t grootste deel bij Karang gevoegd, voor een
1900 opgeheven en voor

deel het
Kawasen verdween in ’t laatst van 1900 en werd voor een bij
bij Soekaradja.
Padaherang gevoegd, waarin ook nagenoeg
het geheele Kalipoetjang
nieuw gevormde
het onderdistrict
opgelost werd. Tjikemboelan werd grootendeels bij Parigi ingelijfd, terwijl
Mandata naar Pasupandjang overging.
Lirmgasan (Bengkok) van

toont over de jaren 1890 —1895 en 1900 eene


gestadige
liet totale bevolkingscijfer
4 Vooral
78471 zielen, dus gemiddeld 7847 zielen of ongeveer'l.6% ) ’sjaars.
toeneming van

beduidend toegenomen,
in de zuidelijke districten is in die
jaren
de
bevolking voorname-

die daar slechts


uit de noordelijke districten,
door verhuizing van niet-grondbezitters
lijk
kunnen
te°-en liooge prijzen
bevloeibare gronden kiijgen.
der schrijven aan
het is de gestadige toeneming bevolking toe te
Over algemeen
door het niet voorkomen van
belang-
de betrekkelijk gunstige levensomstandigheden en

rijke epidemieën en rampen.

de grootste mutaties plaats?


2. in welke jaren hadden

Soekaboemi Limbangan
Bandoeng

Zie antwoord op 1.
vraag

Tjiandjoer.

in verdubbelde het zie-


In Maleber en Tjihea was de stijging geleidelijk, Tjipoetri

de 1880 tot 1890; in Peser, Tjikalong, Djampangwelan en Tjikon-


lental bijna in jaren
in de jaren 1885 -1890, terwijl dit voor Tjidamar
dang had de sterkste toeneming plaats
1900 had.
in het tijdvak 1895 plaats

Soemedang.

In de 1880 t/m. 1882.


jaren

24205 zielen of ruim 12 %


toename vermeld van
Ten onrechte staat in het afdeelingsverslag een

1)
of 10 %.
2) Idem 19524 bijna
Idem 61450 baoe’s of 201 %•
3)
2
4) Idem 7400 zielen of ongeveer %.
5

Soekapoera.

de streken beduidend
In de jaren 1895—1900 nam de bevolking in noordelijke
'1890—1895. ook bet in het district
meer toe dan in de
jaren Dit was geval Singaparna.
in 1894 hebben.
Zeker moet de opening van ’t
spoorverkeer hierop invloed gehad

3. Waaraan worden die toegeschreven ?

Bando e n g.

Dit kan niet met voldoende zekerheid gezegd worden: foutieve tellingen schijnen

De der wordt ook toegeschreven aan de verbe-


zeer waarschijnlijk. toeneming bevolking
der ’t uitbreiding handel en
nijverheid, toeneming
tering verkeerswegen, spoorverkeer, van

al die werk-
van particuliere landbouwondernemingen, te
gaar omstandigheden toeloop van

zoekenden naar deze streken sterk bevorderen.

’t de bezetting Tjimahi. Tijdens


In Tjilokotot nam de bevolking toe na
leggen van te

brak hier uit. Ook


de hier geheerscht hebbende veepest (1880—1881) een koortsepidemie
velen de wijk De meesten dezer
genomen deden
nemen.
de maatregelen tegen de veepest

kwamen echter kort daarna weder terug.

Tjiandjoer.

De verschillen tusschen de zielentallen in 1880 en 1890 kunnen niet verklaard


groote
1885
worden en zullen voor een deel wel aan onnauwkeurige telling van en
vroeger ge-

weten moeten worden.

Soekab o e m
i.

Is niet met zekerheid na te


gaan. Mogelijk hebben er
onjuistheden plaats gehad bij

de telling.

Soemedang.

In de jaren 1880 t/m 'lBB5 was er een buitengewone sterfte onder de bevolking door de

toen heerschende cholera- en koortsepidemieën. Ook wegens (je toen heerschende veeziekten

verlieten vele huisgezinnen de afdeeling.

Limba n
ga n

Zie ’t antwoord op vraag


1.

Soekapoera

Zie ’t antwoord 2.
op vraag

had abnormale uit welke


4. lu welke
jaren emigratie plaats, gedeelten

district mogelijk ook omschrijven bergland, vlakte, enz) t


van het (zoo
Wat waren daarvan de redenen?

aard?
Waren die verhuizingen van tijd dijken of van hlijvenden

Bandoen g.

Behalve de bij vraag 3 genoemde uitwijking en terugkeer, geene.

Tjiandjoer Soekaboemi.

had nooit
Abnormale emigratie plaats.

Soemedang.

1880 1882, zoowel uit het als uit de vlakte, de


In de
jaren t/m bergland wegens

antwoord van 3 vermelde oorzaken. Meer bepaald door de geheerscht hebbende


bij vraag

liet sterftecijfer ook onder


veeziekten bleef een
groote uitgestrektheid bouwgrond onbeplant,

de menschen binnen de voor het vee getrokken cordon was buitengewoon hoog, terwijl

in de veelooze streek voornamelijk emigratie plaats vond. Na 1885 keerden de

hunne woonplaatsen terug, waardoor het bevolkings-


geëmigreerden langzamerhand naar

normale Van daar dan ook het verschil


cijfer eerst in 1890 tot zijn hoogte steeg. groote

in 1885 1890.
<ler totaalcijfers en

Limbangan.

Abnormale emigratie had niet plaats.

Soekapoera.

abnormale is nooit sprake geweest


Van emigratie
6

5. Idem ten aanzien van immigratie,

Bandoen g.

Had niet daaronder rekent den geleidelijken, doch gestadigen


plaats, tenzij men aanvoer

van werkzoekenden, van wie velen zich voorgoed hier vestigen (zie antwoord op vraag 3).

Tjiandjoer Soekaboemi.

Had niet
plaats.

Soemedang.

In 1885 had een


groote immigratie plaats, voornamelijk van terugkeerende emigranten.

Limbangan

Kwam in ’t 1880—1900 niet Wel 1880, uit de afdeeling


tijdvak voor. voor van

Soekapoera, toen daar de mislukte.


oogst

Soekapoera.

Voortdurend zich in den lieden uit de noordelijke


vestigen (en regel voor
vast)
in de vlakte
districten in Padaherang, zuidelijk Bandjar, Parigi en
Tjidjoélang, waar
zij
dit De
gelegen vruchtbare woeste gronden in cultuur brengen; doch
gaat zeer geleidelijk.
Javanen echter die naar Padaherang, Parigi en Tjidjoélang kwamen, vooral in 'lB9B wegens

keerden deel in 1894 zoodra daar


voedingsnood, voor een
groot naar Bagelen terug,

In 1890 werd met


voor
geen misoogst meer te vreezen was. een
proef genomen

immigratie van + 500 Javanen uit de overbevolkte streken der voormalige residentie
in
Bagelen naar de Penandjoengbaai, Er waren slechts enkele deelgerechtigden com-

munale onder vele die hun gezin immigreerden. Zij vonden


gronden en gehuwden, met

bamboezen voorzien het staande


hier
bij aankomst een huisje, van hoogst noodige, op

De 8 maanden werd in hun


een stuk erf van + y 4 baoe. eerste voeding van
gou-

vernementswege voorzien. Van de eerste kolonisten keerden in den


loop der tijden

velen naar hun geboortegrond terug. Het aantal Javanen in de districten Parigi, Tji-
thans niet dan + 1500 zielen. De ver-
djoelang, Padaherang en Bandjar bedraagt meer

traden als
huizende Soendaneczen waren
\voor het meerendeei in ’t bezit van
eenig geld en

in dienst hunne deel den


boedjangs bij grondbezittende rasgenooten, tegen een van oogst,

terwijl de werkgever in den regel in voeding en


kleeding voorzag.
Na verloop van eenige

konden zich landbouwers door dan


jaren zij zelfstandig als vestigen aankoop van
gronden,
wel door nieuwe stand De Soendaneezen
ontginningen tot te brengen. immigreerende
hebben hun Javaansche lotgenooten langzamerhand verdrongen uit de 12, door hen gestichte

desa’s, zoodat thans tweetal de Javaansche landaard de


er
nog maar een
overblijft, waar

overwegend is.

6. Behoorden die verhuizende personen al of niet tot de deelgerechtigden


in communale gronden, of waren er bezitters van individneele gronden onder,

gehuwden of
ongehuwden?
in
Waren zij in ’t bezit van eenig kapitaal; zoo niet, hoe voorzagen zij
? alinea
hunne voeding voor de nieuw ontgonnen gronden produceerden (Deze

alleen te beantwoorden voor immigratie in de laatste jaren).

Bando e n g.

Onder de antwoord op vraag zoowel grond- als


tijdelijk geëmigreerden (zie 3) waren

niet-grondbezitters, gehuwden als ongehuwden. Na terugkeer bleven hun bestaansmiddelen


meestal dezelfde als vóór hun Alleen hun hun roerende goederen
verhuizing. vee en

werden verkocht. Men de streek inwoning tijdelijk te ontvluchten.


emigreerde, om van

Meestol bleven enkele familieleden achter ter bewaking van de onroerende goederen.
Onder de bezaten noch kwamen werk
immigranten de meesten grond kapitaal. Zij om

te zoeken en bleven, toen ’t hun hier beviel. Met de


opgespaarde werkloonen schiepen
zich nieuw bestaansmiddel.
zij een

Behalve bedoelde heeft voortdurend heen en


hooger verhuizingen, er een weer

of niets bezittende, zoowel getrouwde als ongetrouwde lieden,


getrek plaats van
weinig
’t ’t andere district. weinig in getal óf werkzoekers
van eene naar
Zij zijn betrekkelijk en

óf lieden, die elders een bestaan trachten te vinden.

De getrouwden trachten particuliere ondernemingen zóóveel te verdienen, tot


bij

zij een bedrijfskapitaaltje vergaard hebben voor landbouw, kleinhandel of nijverheids-


doeleinden.
7

Enkelen blijven als vaste opgezetenen op die ondernemingen. Onder de ongetrouwden

die doen.
zijn er, evenzoo

Velen hunner verkiezen echter, bij gezeten landbouwers in dienst te treden om

zelf door dochters


langzamerhand met opgéspaard geld, aanhuwelijking met van
grond-

bezitters, hun in veranderen.


enz. opgezetenschap ingezetenschap te

Tjiandjoer.

De meesten der lieden, die zich van elders hier vestigden, waren niet in ’t

in hun door de sawah’s anderen


bezit van eenig kapitaal en
voorzagen voeding van te

bewerken dan wel door koeliarbeid en handel.


(z. g. mëmaro),

Soekab o e m
i.

bescheiden schaal heeft immigratie uit emigratie de verschillende districten


Op en naar

in deze afdeeling altijd plaats gehad.

’t Kommissielid Mundt voegt hieraan toe:

vooral worden klasse heen


«Hiertoe moet gerekend een van en weer trekkers onder

die door haar wordt den


de inlandsche bevolking, aangeduid met naam van «djëlëma tihang

lieden, die nooit moeite doen zich


hèdjo”, dat
zijn om voor goed een vaste woonplaats met

daaraan verbonden, eenigszins duurzame woning te


kiezen; in den volsten zin des woords

Indien gedurende de gronden inlanders, behoor-


ware trekvogels. bij en uitgifte van van

nauwlettend toezicht werd dat die


lijk en gehouden, gronden behoorlijk geterrasseerd,
bebouwd onderhouden werden, dan heen trekken
en zou er van en weer
weinig of geen

kunnen Maar daaraan ontbreekt veel, uit vol-


sprake meer
zijn. zeer, zeer
gebrek aan

doende Europeesche controle; alleen langs zoogenaamde tourrréewegen wordt aan dat toe-

de hand door de inlandsche bestuursambtenaren.”


zicht eenigszins gehouden

verhuizenden in hunne nieuwe dan


Bevalt ’t den
personen goed woonplaats, blijven
doch hebben er ook moeite, om een bestaan te vinden, dan trekken
zij er; zij zij gewoon-
of hun oude Zoo bestaat
lijk na verloop van een twee jaren weer naar
woonplaats terug.
heen tusschen de drie districten
er
nog
al een en weer
getrek zuidelijke onderling, hoofd-
inlanders in die streken niet
zakelijk omdat vele nog gewend zijn aan een geregelden

landbouw. Deze personen


bezitten niets en zijn in den regel ongehuwd.

Mundt merkt
’t Kommissielid hierbij op:

«Is minder juist, geregeld deze hun geheele familie


want nemen
personen mede,

die voor
hen even zoovele werkkrachten vertegenwoordigen.”

In hun nieuwe trachten den kost te komen door zich als koeli te
woonplaats zij aan

Na tijd dikwijls helpen hun schoonvaders in het land-


verhuren. eenigen trouwen
zij en

of zelf grond ter ontginning aan.


bouwbedrijf, vragen

’t Kommissielid Mundt hieraan toe:


voegt

oorzaken het hierboven nomadenleven


sEen der van geschetste van een deel der

is zeker zoeken in de
inlandsche bevolking, te
gebrekkige verkeerswegen naar en in de

zuiderdistricten der Bantam. Want bestaan deze


geheele Preanger en van
eenmaal, waar-

transportkarren kan plaats vinden, dan is zelfs


door een behoorlijk vervoer met de zeer

inlander de waarde
op zijn gemak gestelde handig genoeg, om van
zijn grond te leeren

deze door wisselbouw niet uit te putten, zoodat hij er telkenjare verschil-
schatten, en

kan trekken. Hierdoor stelt zich in staat, in het vierde


lende producten van hij om
jaar op

denzelfden grond weder aan te


vangen
met de in het eerste jaar daarop geteelde producten.”

ook, veel minder


Tjitjoeroeg, Tjiheulang Tjimahi in Pelaboehan
In en en maar

zich, vooral in de laatste al veel Inlanders


en Djampangtengah vestigen jaren, nog uit

Ook deze bezitten niets als


’t Buitenzorgsche. gewoonlijk en
beginnen met koeli
op
verschillende dan wel als rondtrekkend kleinhandelaar
de landbouwondernemingen, hun

verdienen. Van ’t verdiende geld koopen zich eenigen tijd


brood te zij na een
stukje grond
die beschikbaar is
of
vragen grond tot ontginning aan, waar
nog en trouwen soms ook

met dochters van grondbezitters ter plaatse en


helpen hun schoonouders bij den landbouw.
zich in den omtrek der of
Veelal vestigen zij landelijke ondernemingen op de erfpachts-
als in dienst treden. Ook uit de
perceelen zelf, waar ze boedjang vasten centra van be-

volking van
Tjitjoeroeg, Tjiheulang ,
Tjimahi en Goenoengparang verplaatsen zich op dezelfde

omtrek de
wijze velen naar
of in den van landelijke ondernemingen in hun district van

dan wel in aangrenzende districten, vooral naar Djampangtengah en Pelaboehan.


inwoning,

’t Kommissielid Mundt aan den laatsten zin toe:


voegt

«Dat wil breekt de padi-snit in hunne


zeggen: tijdelijk; want
woonplaatsen aan,

dan keeren allen weder terug”.


zij geregeld
8

In den laatsten tijd, sinds de Inlandsche hoofden zich aandrang van ’t Europeesch
op

interesseeren, begint ook nog al trek komen


bestuur meer voor bevloeiïng en sawahaanleg te

de worden, zooals ’t onderdistrict


naar plaatsen, waar leidingen aangelegd naar
Bantarga-

doeng van Pelaboehan, ’t onderdistrict Klapanoenggal van


Tjiljoeroeg en naar
Djampang
koelon en üjampangtengah.

’t Kommissielid Mundt merkt


hierbij op:

»Het interest der Inlandsche hoofden is, althans in deze afdeeling, in doorslag vrij

wel het is alleen slechts door den der ambtenaren, dat


nihil; aandrang Europeesche zij
wat meer actief worden, waaraan nog heel wat ontbreekt, door het veel te geringe aantal
controleerende bestuursambtenaren, vooral in de zuider-districten der geheele Preanger;

met andere woorden: door gebrek aan controle”.

Dit Inlanders, die kind verhuizen, klein kapi-


zijn gewoonlijk met vrouw en een

taaltje 30 hebben hun oude


(f f 100) verkregen, door alles
op woonplaats te verkoopen
hun nieuwe hun verdoelen tusschen ’t de
en op woonplaats tijd graven aan leidingen en

als koeli de werken. stuk dat bevloeid


op erfpachtsperceelen te Zij vragen een grond,
kan worden, dan wel door wordt hun deel
ter
ontginning aan, groot-grondbezitters een

hunner onder zekere voorwaarden, de leiding, welke


gronden gegeven w. o. meehelpen aan

men
bezig is gezamenlijk te graven.

Soemëdang.

In de 1880 1882. De verhuizende personen hadden meerendeels


jaren t/m geen

veelal In 1902 kwamen vele uit


gronden en waren
ongehuwd. huisgezinnen, afkomstig
de afdeeling Indramajoe en de daar
gelegen particuliere landerijen wegens gebrek, ontstaan

door den zich in Tjonggeang woonden


mislukking van
oogst, vestigen Tjibeureum en en

de enkele desa’s alhier. Zij keerden later deel terug;


verspreid op erven van voor een

zich onderdistrict Tomo


voor een ander deel vestigden zij voornamelijk in ’t (Tjonggeang)
waar
zij werk vonden aan de nabij gelegen suikerfabriek Kadipaten (afdeeling Madjalengka).
In 1901 en 1902 had uit door oogstmislukking ontstaan gebrek, emigratie plaats

uit de onderdistricten Tomo de


(Tjonggeang) en
Tjisegel (Tjibeureum), hoofdzakelijk voor

nieuwe sawahvelden.
ontginning van

Limbangan.

Onder de immigranten waren verscheidene bezitters van individueele gronden, ge-

huw'den kwamen hier hunne koelidiensten aanbieden daarmede


en ongehuwden. Zij om

wat
geld te verdienen. Verscheidenen, waaronder vooral
zij, die geen grond in Soekapoera

hadden, bleven zich hier vestigen.

Soekapoera.

Zie antwoord 4.
op vraag

7. Waar is in ’t district met betrekking tot de welvaart over het geheel


in met overvloedig of met onvoldoend
de toestand beter, gedeelten grondbezit?
Met redenen omschrijven.

Bandoeng

Behalve de in deze streken ook gelet wmrden


op mate van
grondbezit, moet op

bezwaard of onbezwaard hier of door woekerpraktijken


grondbezit (men denke aan
verpande
belaste gronden) en op
de soort, ligging en bevloeiïng der bouwgronden, alsmede op
di®

vele andere sociaal-economische factoren, die de welvaart van ’t volk beheerschen.

minder vruchtbare niet die


Uitgestrekte, en afgelegen droge gronden vermogen

welvaart als kleinere Zelfs tusschen


te verspreiden uitgestrektheden goed bevloeide sawah’s.

bouwgronden van dezelfde soort, denzelfden bevloeiïngstoestand en denzelfde uitgestrektheid,


kan een factor als ligging (ligging ten opzichte van afzetgebied, van centra van bewoning
verschillen veroorzaken in hun welwaart
of verkeer, enz.) groote verspreidend vermogen.
’t al deze factoren wordt de
Beschouwt men bouwgrondbezit afgescheiden van en gestelde
in haar dan kan in ’t
vraag opgevat wmordelijke beteekenis, algemeen worden opgemerkt,
dat de welvaart in gedeelten met
overvloedig voortbrengend grondbezit (per grondbe-

zitter) beter is dan in streken met onvoldoend grondbezit.


Gaat rade (afgeleid uit de totale uitgestrektheid,
men te met
gemiddeld grondbezit,
door het aantal dan die sommige
gedeeld grondbezitters), verkrijgt men
gegevens, voor

streken kunnen verkeerde gevoltrekkingen. Zoo bijv. de omstreken


aanleiding geven
tot

van Bandoeng en Tjitjalengka, waar men, naast eenige groot-grondbezitters, vele klein-

grondbezitters vindt.
9

Dit heeft zich veelal koste


groot-grondbezit gevormd ten van klein-grondbezitters,
die hierdoor deelbouwers of huurders werden, wien door de
proletariërs, groot-grond-
bezitters, als of verhuurders den juist voldoende wordt,
werkgevers van
grond, gelaten
in het leven hadden
om te blijven. Als grondbezitters zij nog inkomsten, die dit bestaans-

minimum overtroffen. Tot dusver heeft ’t groot-grondbezit niet geleid tot ’t meer
nog

maken den of ’t meerdere welvaart


voortbrengend van bouwgrond verspreiden van in

Er is zelfs merkbaar, de deelbouw- huurover-


zijn naaste
omgeving. een streven om en

eenkomsten hoe langer hoe nadeeliger voor de deelbouwers of huurders te maken. Aan

den anderen kant wmrdt ’t doeleinden als de bedevaart weelde


geldverbruik voor en bij
de groot-grondbezitters steeds Zoo werd in 1903 bijna miljoen de
grooter. een aan Preanger
onttrokken bedevaartkosten. Onder de streken, ’t
voor waar grondbezit gering en de

welvaart ieder kon


betrekkelijk groot is (in geval groot zijn), kunnen genoemd worden de

kampoengs of nabij particuliere ondernemingen. Dobbel- dier


op en
spilzucht kampoeng-
bewoners echter maken deze streken weleens mindér welvarend dan konden
zij zijn.

Tjiandjoer.

Waar ’t grondbezit overvloedig is, wordt de toestand met


betrekking tot de welvaart

’t beter wel omdat hier overal landbouwende be-


over
algemeen geacht en men met een

doen heeft handel veel minder


volking te en en
nijverheid een voorname
plaats innemen.

Soekaboemi.

In alle districten is de grootste welvaart, waar de meeste sawah’s zijn; omdat de

sawah’s ’t
bevolking van
voordeeligste gebruik weet te maken en deze de zekerste en

geregeldste opbrengst Ziekten in het komen hier


geven. rijstgewas weinig voor.

’t Kommissielid Mundt teekent


hierop aan:

»??!! Voorbeelden halen, dat


te over
zijn er aan te er integendeel zéér vele

ziekten in het voorkomen, waardoor het destemeer


rijstgewas toe te juichen is, dat het

nieuwm Departement van Landbouw de rijstcultuur onder tech-


zijne wetenschappelijke en

nische voorlichting heeft


getrokken.”

Droge gronden, uitgezonderd waar ze, zooals wel voorkomt in


Tjiljoeroeg en

thee of andere
Djampang tengah met
overjarige gewassen worden beplant, hebben in

handen van Inlanders weinig waarde, daar door hun de


ze, geaccidenteerdheid en
weinige
die besteed wordt, veel
zorg, er aan te afspoelen en daardoor
bijna altijd slechts een

armzalig beschot opleveren.

’t Kommissielid Mundt merkt


hierbij op:

»Helaas! Ja. Zouden daar de Inlandsche hoofden niet kunnen waken?”


tegen

Van onvoldoend grondbezit kan hier wél of minder


men
nergens spreken; van meer

overvloedig grondbezit, ’t Minst overvloedige grondbezit vindt men overal in de sawah-

streken; omdat de zich daar het dooi’den beteren


bevolking meeste opeengehoopt heeft en

economischen toestand, waarin verkeerde door de zekerder


zij grootere en opbrengst van de

sawah’s, zich sneller heeft kunnen vindt ’t


vermenigvuldigen. Daarentegen men overvloedigs!
in de streken, alleen
grondbezit waar de
droge cultures gedreven kunnen worden, omdat
de daar niet snel
bevolking zoo
toegenomen is.

’t Kommissielid van Braam merkt op:

»Men deze niet, zonder daar 1 baoe


raag vergelijking meer, doorvoeren; grond in de

niet
bevolkings-centra gelijk gesteld kan worden met 1 baoe in de bergstreken. Neemt men

een zeker cijfer de begrenzing tusschen klein- in de


voor en
groot-grondbezit bevolkings-
dan zal
centra, men een hooger grenscijfer in de bergstreken moeten aannemen.”

Daar in de sawahstreken de bevolking in alle districten nog niet te dicht genoemd


kan worden ’t in die streken niet is
en
grondbezit nog
onvoldoende
(vooral niet in de

zuidelijke districten Pelaboehan, de sawah-


Djampang tengah en Djampang koelon), terwijl
bouw ruimer zekerder bron inkomsten de is dan alle
een en van voor bevolking droge
cultures, heerscht in de dichtere dan ook
sawahstreken, niettegenstaande bevolking, altijd
meer welvaart dan in de de cultures
streken, waar
bevolking op droge aangewezen is,
’t dan dat in die laatste streken
zij ook, ’t
grondbezit altijd veel overvloediger is.

’t Kommissielid Mundt merkt hierbij op:

„Zeer juist, maar alles tengevolge van


het
gebrek aan goede communicatiemiddelen,

namelijk: wegen”.
10

Soemëdang

Deze aangelegenheid woedt, behalve door de ’t


uitgestrektheid van grondbezit,
beheerscht door de der
voornamelijk hoedanigheid gronden en den irrigatietoestand. Zoo

b. hier daar in deze


gaat v. en afdeeling overvloedig grondbezit gepaard met
weinig wel-

zooals in ’t onderdistrict Tomo


vaart, (TjonggeongJ en omgekeerd klein grondbezit met veel

welvaart, zooals in ’t onderdistrict Pasèh (Tjibeureem.j

Limbangan.

Nergens is hier overvloedig grondbezit. Hierin verkeeren alle districten


vrij wel

in dezelfde omstandigheden.

Soekapoera.

Waar overvloedig grondbezit is en gelegenheid tot uitbreiding der bouwgronden,


stelt de ’t eischen
bevolking over
algemeen geringere aan kleeding, voeding, huisvesting
vermaak dan in streken, niet uitsluitend in den
en waar zij meer landbouw haar

bestaan kan vinden andere in haar onderhoud


en
op wijzen moet voorzien. Dit laatste

is ’t
geval in Indihiang, Tasikmalaja, Singaparna en in
Noord-Bandjar, waai-

de ontbreekt; in
gelegenheid tot uitbreiding van
bouwgronden Noord-Bandjar, om-

dat daar 10 jaren geleden veel gronden den in


te woeste langs spoorbaan erfpacht afge-
Deze alle
staan
zijn. perceelen zijn geen van in ernstige exploitatie; een
groot deel van

den wordt door den


grond ontgonnen niet-grondbezitters voor
aanleg van hoema’s. De erf-

heft daarvoor 5 baoe, s—lo5 —10


pachter + pikoels padi per een belasting maal zoo groot
als de landrente heffen. deze deze perceelen
regeering aan zou Op wijze zijn op reeds

600—800 baoe’s boschgronden ontgonnen.


In volgens
Tasikmalaja, Indihiang en
Singaparna zijn, bijlage 2, vele personen, die

geen grooter grondbezit hebben dan + y 4 baoe.

8. Bestaat overbevolking; waaruit


er zoo ja, blijft die?

Bandoeng Tjiandjoer Soemedang Limbangan.

Neen,

Soekaboemi.

Neen; Pelaboehan, Djampang koelon en


Djampang teug ah zijn zelfs nog zeer schaars

bevolkt, ’t Laat zich echter aanzien, dat ’t


noordwestelijk gedeelte van Tjitjoeroeq, de

helft Goenoengparang ’t middelste deel


zuidelijke van en van
Tjimahi en Tjiheulang dooi-

voortdurende der in niet


de toeneming bevolking een ver
verwijderde toekomst tot de

overbevolkte streken zullen gaan belmoren. Neemt de regeering evenwel den


aanleg van

de voorgestelde wegen naar Pelaboehan, Segaranten en


Tjitjoeroeg jDjampang koelon] ernstig

hand, dan zal die zich de


ter
overbevolking altijd gemakkelijk naar zuidelijke districten

kunnen verplaatsen, waar voor tienduizenden plaats is en overvloed


nog waar van gele-
genheid is tot sawahaanleg vooral in Djampang koelon. Men behoeft niet
er aan te twijfelen,
dat de Soendanees in deze streken daartoe zal vooral als zich onder den invloed
overgaan,

der nieuwe ook in die


wegen landbouwondernemingen zuidelijke districten gevestigd hebben,

bestaat, door koeliarbeid


waar gelegenheid om in de eerste noodzakelijke uitgaven te

voorzien. Reeds nu begint er meer en meer trek naar die zuidelijke districten te komen,

hoofdzakelijk omdat er overvloed gelegenhedeid bestaat tot


van
sawahaanleg.

Soekapoera.

De 9—20, ’t hebbend op gronden in communaal bezit


vragen oog met periodieke
werden niet daar in de
verdeeling, beantwoord, Preangor zulk bezit en in ’t
algemeen
bezit, als niet bestaat. Alleen vermeldt
gemeentelijk zoo
goed Soekapoera ’t
volgende ;

Communaal bezit van


gronden met
periodieke verdeeling komt hier niet voor.

Evenwel bestaat in eenige desa’s van


Indihiang en Tjiawi communaal bezit in den vorm

van »tanah rahab” of


snoeggoel djambe desa.” (‘)
’t Betreft gronden, 60 of 70 onbeheerd
ongeveer jaren geleden achtergelaten, door

den dood den


van eigenaar met al
zijne familieleden. De gronden werden door de betrokken
desa’s in In
beslag genomen. Indihiang, waar tot dusver slechts kleine stukken grond
onbeheerd werden werden deze sawah’s
achtergelaten, gedeeltelijk ambtsvelden, en de rest

(1) Blijkens missive assistent-resident Soekapoera, dd. 7


September 1907 No. 4326/20, bestaan deze

gronden uit baoe sawah en baoe droge gronden.


11

verdeeld onder de desalieden, die grond bezaten, doch onder voorwaarde, dat de gemeente

te allen tijde die kon de bewerkers zich slecht


gronden terugnemen, wanneer
gedroegen,
of kwamen ontbreken door overlijden of door
te verbanning.

De 21—28 te beantwoorden ten aanzien individueel


vragen van

bezit en van communaal bezit met vaste aan-

deelen, eens voor altijd toegewezen.

21. Overzicht van de uitgestrektheid van het individueel grondbezit en

van het aantal werkbare mannen. (Zie staat model C).

Bandoeng.

Zie bijlage 2. de der daarin


Bij beoordeeling voorkomende
gegevens,
worde in

acht genomen, dat in enkele den toestand minder


zij opzichten feitelijken juist wedergeven.
Zij zijn voornamelijk het resultaat het •omgeveer 10
van
jaren geleden ingestelde land-

rente-onderzoek. Reeds toen weken den


zij van
werkelijken toestand
eenigszins af. ’t

Was bij do bezwaarde


bevolking gebruikelijk, om verpande en
gronden in de kohieren te

laten onder den die den


naam van
dengene, grond verpand of bezwaard had. Zelfs van

bezitsovergang (ook bij bezitsverdeeling onder


familieleden) werd niet
altijd nauwkeurig
aantcekening gehouden. En al verwacht worden, dat de der
mag bijhouding kohieren
sedert veel had, de
zorgvuldiger plaats ontzettende toeneming van ’t
groot-grondbezit
’t
en
verpanden of bezwaren van bouwgrond, zonder dat daarvan
altijd aangifte gedaan
en behoorlijk aantcekening gehouden werd, leidt er toe, de juistheid der staten, bijlagen
2 3, niet aanvaarden. Met
en
onvoorwaardelijk te welke moeilijkheden een onderzoek van

’t
grondbezit gepaard gaat, is afdoende gebleken uit ’t onder
leiding Wolff
van
wijlen de

van Westerrode in dit gewest ingestelde landbouwcrcdiet-onderzoek.

T
ji a h
dj o e r Soekaboemi L i m b a n g a n S o e k a p o e r a

Zie staat 2.
bijlage

Soemëdang.

Aannemende, dat 1 baoe voldoende is


grondbezit om te voorzien in ’t levensonder-
houd van een
huisgezin, blijkt uit
bijlage 2, dat de, verhouding van hen, die 1 baoe, minder
dan of meer dan een baoe bezitten, niet ongunstig genoemd kan worden, onderscheidenlijk
bedragende 18% 40% en 42% van ’t
geheele getal grondbezitters.

22. >V orrtt de uitgestrektheid bezeten grond over ’t


algemeen te klein,
voldoende of te groot geacht? Toelichten.

Bando e n
g.

Of de uitgestrektheid ’t
over
algemeen voldoende is, blijke uit de staten bijlage
2en 3. Neemt het bezit beoe
men van 11/ 2 sawah als maatstaf aan, ter
verkrijging van

opbrengsten, benoodigd voor ’t


bestaansminimum, dan uit deze
zijn staten
sprekende gevolg-
trekkingen te maken. Bij ’t maken daarvan den
ten
opzichte van economischen toestand
worde echter niet uit ’t verloren de vele
oog gelegenheden hier voor
proletariërs of klein-
grondbezitters, om geld te verdienen.

Tjiand j o e r.

Zij wordt ’t
over
algemeen voldoende geacht. Alleen in
Tjihea is zij te Jaar-
groot.
lijks blijven er eenige honderden baoe’s braak
liggen, omdat de bevolking niet in staat is, ze

te bewerken en te beplanten.

Soekaboemi.

In Goenoengparang, Tjimnhi, Tjiheulang en Tjitjoeroeg is het


zij over
algemeen
voldoende. Wel is uit
waar blijkt bijlage 2’t aantal bezitters van
stukjes grond, kleiner dan
één baoe, vooral in
zeer
groot, de dichtst bevolkte
gedeelten dier districten en inzonderheid
m Goenoengparang, doch zulks is een
gevolg van ’t
groote aantal
erfbezitters, die
geen
eigenlijke bouwgronden bezitten maar alleen erf in hun
een
stukje en bestaan voorzien
door koeliarbeid, door handel o( door
gronden te huren van
de
groot-grondbezitters of

van
gegoede personen, die den last niet hebben willen
van
eigen bewerking er gronden.
In de minder bevolkte gedeelten dier districten, n.l. de onderdistricten
Tjikëmbar (tjimahi),
12

Klapanoenggal (TjiljoeroegJ ,
’t oostelijk gedeelte van Goenoengparang en ’t
noordelijk
gedeelte van Tjiheuhmg is dit aantal
klein-grondbezitters veel geringer. Wegens’t minder
overvloedig voorkomen sawah’s in die
van
streken, zijn de inkomsten der bevolking daar ook
veel de
geringer, terwijl bevolking in die streken meer op
den landbouw harer
eigen gronden
aangewezen is, wat weinig bezwaar beeft, daar in die streken overal
nog vrij staatsdomein
beschikbaar is, dat ter ontginning aangevraagd kan worden. Dat de
uitgestrektheid bezeten
grond voldoende is, ook uit
blijkt bijlage 3.

In
Pelaboehan, Djampangtengah en Djampangkoelon is de uitgestrektheid bezeten
overal ruim voldoende,
grond zie bijlagen 2 en 3. In die districten laat tal
men van
droge
velden jaarlijks braak wordt overal
liggen en nog op groote schaal hoemabouw gedreven,
daar de
bevolking door ’t ruime grondbezit niet tot een intensieve cultuur gedwongen wordt.

’t Kommissielid Mundt
voegt er aan toe

* Hoemabouw roofbouw in den volsten zin des woords.


=
Waaronder nog
veel

clandestiene hoemabouw, bewezen kan worden”.


hetgeen
’t Kom i ssiel id vanßraam
m
plaatst achter ’t woord „roofbouw” een vraagteeken.

In die districten is vooral


. nog overvloed van
vrij staatsdomein
beschikbaar, dat

aan
aanvragers
ter
ontginning kan uitgegeven worden, waaronder duizenden baoe’s gronden,

gemakkelijk tot sawah’s te maken.

Soemëdang.

Uit de in antwoord 21
cijfers geleverd, blijkt, dat 40 % der
grondbezitters nog
voldoenden heeft.
geen bouwgrond

Limbangan.

2 doet zien, dat


Bijlage de meeste Inlandsche landbouwers onvoldoende bouwgrond
hebben. Een 3
uitgestrektheid van baoe’s sawah of 6 baoe’s tëgalan is
noodig om te voor-

zien in de behoeften doch slechts


van een
gezin, weinig gezinnen kunnen daarop bogen.

Soekapoera.

In Tasikmalaja, IndiH'iang en Singaparna heeft een


groot
deel der landbouwers
te
weinig, hebben vele lieden in ’t
en
geheel geen grond. In de overige districten, waar

voldoende gelegenheid den


tot
uitbreiding van
bouwgrond is, (met uitzondering van Ban-

djar) is de
uitgestrektheid bezeten grond voldoende.

23. Is te of in ’t
op geven, algemeen versnippering van de uitgestrektheid
van het individueel bezit heeft plaats gehad?
Wat hiervan de oorzaken
zijn en welke zijn daarvan de
gevolgen voor de

welvaart?

Bando e n
g.

De
uitbreiding van den bouwgrond hield
gelijken tred met den
geen bevolkings-
De grond wordt verdeeld
aanwas.
bij sterfgevallen of
boedelscheiding. Ouden van
dagen
plegen zelfs vaak tijdens hun leven, uit vrees voor geschillen tusschen de erfgenamen, den
onder de kinderen verdoelen. Neemt
grond te men hierbij in
aanmerking, dat
bijna alle

bevloeibare en tot
sawah-aanleg geschikte gronden reeds sedert lang tot sawah’s
aange-
dan is ’t dat althans in
legd zijn, duidelijk, ’tsawahbezit groote versnippering heeft
plaats
gehad, welke in de hand
versnippering gewerkt werd door grondvervreemding.
Vooral geschiedde dit in centra van bewoning en woeker, als bijv. te Bandoeng en
ïji-
tjalengka.
De gevolgen deze minder
van
versnippering zijn gunstig voor de welvaart van den

kleinen De bevolking hier bestaat uit landbouwers.


man.
hoofdzakelijk Handel en
nij-
verheid is
bij haar slecht ontwikkeld. Wie één baoe grond bezit, bewerkt dien even
goed
of slecht als die meer bezitten. Wordt dus het grondbezit (haar hoofdbron van
inkomsten)
versnipperd, dan geschiedt die versnippering ten koste de welvaart der
van
(overgroote
menigte) lieden, die tot
versnippering ’t
zijn overgegaan, Groot-grondbezit oefent hier niet

dien invloed uit, dien ’t zou kunnen uitoefenen of


ter
verbetering bevordering van den

landbouw, ’t frekt inkomsten uit den


zijn grond door deelbouw of verhuurcontrac-

dit wel
ten, en gemakshalve en om
geen landbouwrisico als misgewas te loopen. ’t Wendt
zijn
bedrijfskapitaal over ’t algemeen niet aan tot intensiever cultuur. De inkomsten worden voor een

belangrijk deel inproductieve besteed. In 1903 werd


aan
uitgaven in dit gewest zooals

gezegd bijna een


miljoen aan de bedevaart besteed.
13

Tjiandjoer.

Dit is niet te geven


op

Soekaboemi.

Neen, zulks kan niet in


belangrijke mate
geconstateerd worden, met
uitzondering
enkele der dichtst bevolkte
van
gedeelten dezer af'deeling, zooals in den omtrek der
hoofdplaats
Soekaboemi. Wel worden bij sterfgevallen van
grondbezitters de gronden verdeeld en ook
die grondbezitters bun leven
gaan dikwijls bij er toe over, om die gronden onder hun
kinderen te verdeden; maar deze nieuwe grondbezitters trachten dan hun
dikwijls weer

grondbezit uit te breiden, hetzij door


aankoop van andere bouwgronden, dan wel door
nieuwe
gronden ter
ontginning aan te
vragen. Waren de
cijfers over 1890 van den staat

bijlage 3 vertrouwbaar, dan zouden ze een goed punt ter


vergelijking met den toestand

van
tegenwoordig opleveren. Omtrent dezen staat wordt dat de
opgemerkt, over
jaren
1893 tin 1899 alle
bouwgronden in deze afdeeling opnieuw zijn opgemeten door’t kadaster
ten behoeve der nieuwe landrenteregeling en dat
daarbij overal
meer-bevindingen zijn
geconstateerd. Voor de geheele afdeeling 1. 6622
zijn er n. baoe’s sawah’s en 26409 baoe’s

tegal’s of totaal 33031 baoe’s grond meer bevonden.

Soemedang.

De
grootste versnippering van
gronden heeft plaats gehad in
Soemedang en Tjong-
De voornaamste oorzaak hiervan is
geang. wel boedelverdeeling. Deze
versnippering
is echter niet dien aard dat
van
geweest, zij van merkbaren invloed was de welvaart
op
der
bevolking.

Limbangan.

Versnippering is voornamelijk ’t
gevolg van erflating aan meerdere
erfgenamen,
waarbij komt ’t langzamerhand ontstaand andere
gebrek aan voor
ontginning geschikte
gronden, behalve in de zuid der afdeeling.
Daardoor ontstond een zich steeds uitende
meer
poging om
geld te verdienen met

koeliarbeid, met handel en


nijverheid.

Soekapoera

Versnippering van ’t individueel bezit heeft in ’t algemeen slechts


plaats bij over-

lijden den of door


van
eigenaar schenking tijdens ’t leven
(hibat) aan familieleden.
Wordt ’t stuk klein,
nagelaten te om van de opbrengst televen, zoo wordt’t vaak
verkocht:

10. voor altijd = djoewal moetlak ;


20. met het recht van
weder-inkoop djoewal akad;
30. djoewal toetoeng =de verkooper draagt alle
onkosten, die op zijn grond vallen,
bewerking, landrente enz., en staat de helft den af den
van
oogst aan
kooper, doch onder
voorwaarde, dat deze laatste bij eiken zeker
oogst een
gedeelte van de koopsom aftrekt

(gewoonlijk ]
/ 20 ) tot de schuld
gedelgd is.

Deze komt
vorm van
verkoop hoogst zelden voor; djoewal akad in
daarentegen
grootere mate. (Zie bijlage 2.)

24. Komt
opeenhoopiiig van
grondbezit in enkele handen door
in-pand-
neming, huur, koop dan wel met
koop recht van
weder-inkoop veel voor?
Zoo wie
ja, T
w aar en
zijn doorgaans de nieuwe bezitters:

uiet-ingezeteueu

ingezetenen | van de desa zelve l

ambtenaren ?

hoofden?

hadji’s?
kleine man?

Neemt dit toe

Zijn bij vervreemding van grond als boven bedoeld meerdere gevallen
-

be-
kend, waarbij niet-lnlanders geïnteresseerd zijn, bijv. door Inlandsche vrouwen of

bijzitten als strooman te gebruiken?

Heeft een ander


en een grooten omvang verkregen
(ook waar
mannen als tus-
schenpersoon optreden) ?
Zoo in
ja, welke gedeelten van bet district
(bijv. nabij kota’s; daar waar
nieuwe
irrigatiewerken in
aanleg of gereed gekomen zijn)?

Bandoen g.

Ja. Dit blijkt uit de in deze


afdeeling in Juni 1901
aangevangen onderzoekingen
14

door wijlen de Wolff van Westerrode, (zie diens rapport over landbouwcrediet, onderzoek

in de als maatstaf
Preanger 1904). (Aangezien wij voor
groot-grondbezit aannemen bet

bezit van 10 en meer baoe’s sawab’s, worde in dit verband onder


opeenhooping van

onder of bezit, dat


grondbezit verstaan, wat
wij begrijpen groot-grondbezit groot-grondbezit

nabij komt en ’t gemiddeld grondbezit overtreft).

Bovenbedoelde onderzoekingen worden ais het door


ware
bevestigd dergelijke,

tijdens ’t jongste landrente-onderzoek ’t bebouwen


ingesteide enquêtes naar van gronden
buiten de desa van inwoning, waarbij tevens de opeenhooping van
grondbezit in enkele

handen bleek. Zoo werd in wetan


Oedjoengbroeng (ook door bovengenoemden inspecteur
reeds in '1894 dat BOOD baoe’s
aangehaald) geconstateerd, + sawah, d. i. '/ 4
van de

totale door personen, buiten dit district wonend,


sawahuitgestrekheid, geoccupeerd werden_
hebbende is de
(’t Hierop betrekking aan
betrekkelijke z. g. landrente-monografieën (’)
ontleend). Personen ter
hoófdplaats Bandoeng hebben hierin een
groot aandeel en staan voor

totaal 1320 baoe’s in de kohieren van dat district. Vooral in de desa’s de


langs westzijde
van
dit district en verder in Artapani, Tjisaranten koelon, Tjirasaranten wetan, doch het

in hebben de handelaars hoofden


meest
Tjipamakolan rijke en te
Bandoeng hun rijstvelden
de
In Bodjongsoerang en Lengkong is
grootste grondbezitter Hadji Joesoep van

bezitten vele Arabieren Sech Al Batiri


Tjiandjoer. Op zijn naam
grond. te Bandoengo a.

heeft Tjiteureup de huurschat te in den duren


een
padischuur te om
ontvangen en
tijd

padi te verknopen.
’t Grondbezit van personen ter hoofdplaats neemt steeds toe en is een soliede

geldbelegging,
’t Grootste der velden, in bezit buiten ’t district
gedeelte van
personen woonachtig,
wordt in hnur-contract door in ’t district bebouwd. Voor ’t verhuren in ’t klein hebben
personen

de hoofden hun
groot-sawahbezitters, en
aanzienlijken gemachtigden in de desa’s wonen,

die alles regelen, de huur ontvangen, belasting betalen, enz. Ook zijn hier die
personen,

uitgestrektheid geld inhuren deze kleine


een
groote tegen contant en weer
bij gedeelten
onderverhuren. Zoo huurde hadji Saleh den
tegen padi van
gewezen wedana van Oedjoeng-
wetan Rangga Pèsèr) 80 baoe’s 2
hroeng (den z.
g. voor
jaren tegen f 12 per
baoe en

verhuurde deze sawah’s tjaeng padi ’sjaars baoe. de landrente-


weer
tegen een
per (In
het district, vindt
monografie van onderwerpelijk men
nog meer
gevallen van dien aard

verklaart dat de sawah’s in


vermeld). Algemeen men, meer en meer handen komen van

enkele gegoeden en dat de verpanding van


rijstvelden groote afmetingen aanneemt.

Hierdoor neemt ’t bezit buiten de desa voortdurend toe. De bebouwing echter

heeft hoofdzakelijk plaats door personen in dezelfde desa woonachtig.


Een onderzoek in de desa bracht
nauwgezet Bodjongsalam ( Tjitjalengka) aan ’t

licht, dat 57 de sawah’s in handen elders


°/ D
van was van
gevestigde personen, terwijl
119 der desa zelve stukje sawahgrond bezaten. hier
personen geen (De aangehaalde
werden ingesteld door de controleurs S. Graaff P. Hoo
onderzoekingen de en de de la

wier dit het


Faille, aan verhandelingen over onderwerp daarop betrekking hebbende

ontleend Een nader overzicht de ’t


is). van
verdeeling van
grondbezit in deze desa vindt

men weergegeven
in ondervolgend staatje. (Zie I.)

Alzoo Aantal in kolom


pro- personen 2—4, dat in
W A A R V A N :
centsgewijze. ’t geheel bezat:
Aantal

hoofden van

Saavahbezitters. Minder
gezinnen, tij- Perso- Perso- Vsr-t l-IVr, 1%-3 3—3 3-10 10 baoe
Sawah’s Niet-
nen, sa-
de,ns ’t onder- nen,
seen sa- dan
wah's sawah baoe baoe
wah's baoe baoe baoe sawah
zoek (1894) uitslui- bezit-
uitslui- tevens doch nocb ert
tend bezit- Vs baoe
in de desa een erf
tend in buiten bezit-
sawah. sawah. sawah. sawah.
buiten bezit- sawab. en meer.
ters. ters.
woonachtig. de desa. de desa. tende.
tende, sawah.
de desa.

1. 2. 3 4. 5. (i 7 B. n 10. 11. I*2. 13. 14 15.

I. Bodjongsalam ( Tjitjalengka).

249 100 14 4 6 119 50% 50% 14 36 23 27 18 4 2

11. Bodjong (voorm. Madjalaja, thans Tjipeudjeuh).

269 38 32 21 18 160 33.8 % 66.2 % 13 23 21 15 9 3 7

111. thans
Tjibodas (voorm. Madjalaja, Tjipeudjeuh).

373 148 18 5 18 184 45.8 % 54.2 % 20 33 27 44 32 11 4

IV. Tjiparaj ( Tjipeudjeuh ).

269 25 11 6 49 178 15.6 % 84.4


% 2
1 10 6 7 4 8 5

(1) Dit, zijn districtsgewijze 1. de draagkracht


beschrijvingen, v. n. om der bevolking te kunnen
beoordeelen

voor den aanslag in de zij zijn de Aant.


landrente; opgemaakt voor z.g n. Preanger-regeling. v. d. bew.
15

Voor nadere bijzonderheden dezer aangelegenheid wordt verwezen naar de be-

hadden ook
trekkelijke monografie. Dergelijke onderzoekingen plaats in de desa’s Bodjong
en Tjibodas van ’t voormalige Madjalaja, (sedert 1902 hij Tjlpendjeuh getrokken). Zie II

111 ’t blz. 14.


en van staatje op (Met opzet werden de desa’s Bodjongsalam, Bodjong en

Tjibodas veld onderzoek omdat buiten haar sawah’s


tot van
uitgekozen, de
bevolking
aldaar bezat dan hare
geen gronden meer eigen woonerven; zoodat de verkregen cijfers
omtrent het sawahbezit tevens
gerekend mochten worden den toestand van het land-

bouwbedrijf in die desa’s het best weder te In beide desa’s ’t sawah-


geven.) bedroeg
bezit van vreemden, niet minder dan ruim 41 % van de'geheele sawahuifgestrektheid, en

zulks 178 202


terwijl onderscheidenlijk en
gezinnen dier desa’s zelve
geen stukje sawah-

grond bezaten.

Uit de monografie het district Madjalaja worde alsnog het


van
volgende aangehaald :

«’t zelf, dat deze slechts


Spreekt van cijfers als bij benadering den werkelijken staat

zaken kunnen Niettemin vleië


van
wedergeven. men zich geenszins met ’t denkbeeld, dat
deze uitkomsten wellicht toestanden
exceptioneele wedergeven. Zeker toch is de desa

Bodjong, wat
aangaat het sawahbezit, niet de ongunstigste, zelfs van de vlaktedesa’s, terwijl
’t te
betwijfelen is, of ééne andere daarvan in dat opzicht Tjibodas evenaart, althans overtreft”

«Groot-grondbezit, als hoedanig men weder een


uitgestrektheid van minstens 10 baoe’s

sawah’s aanmerken, wordt de


meent te
mogen blijkens gehouden onderzoekingen onder

deze desa’ wederom niet veel


ingezetenen van
aangetroffen. Slechts 7 van de 91 sawah-

bezitters in 4 de 171 in verkeeren


Bodjong en van Tjibodas in dat
geval. Middelmatig
sawahbezit is beter vertegenwoordigd ; echter in beide desa’s in
verhouding tot het klein-

grondbezit nog zeer in de minderheid”.

«Doch hierboven legden wij reeds den nadruk daarop meer dan alle andere feiten,

treft ’t
overwegend getal huisgezinnen, van elk bezit van bouwgronden verstoken, een

verschijnsel alleszins de aandacht waard, ofschoon zoomin als in


Tjitjalenka onrustbarend,

zoolang allerwege de gelegenheid staat,


nog open om
tegen zoo
matige huurprijzen als tot

dusver in
gebruikelijk, bouwgronden te huren en bovendien alom
nog door handenarbeid,

geld te verdienen valt”.

Een dergelijk onderzoek werd ook ingesteld in de desa Tjiparaj ( Tjipeudjeuh ).


Hier bleek dat niet minder dan (il de
% van
uitgestrektheid sawah’s toebehoorde

aan elders wonenden, 227 hoofden ruim 84


terwijl van
gezinnen, % van het
geheele getal,
stukje sawah bezaten IV ’t blz.
geen (Zie van
staatje op 14).
In 1893 werd onderzoek de
een
ingesteld naar verdeeling van ’t sawahbezit ineen

complex van
vijf aaneensluitende desa’s, rJ.
Tjiparaj, Bodjongkalong, Goenoengleutik,
Eowa alle vlaktedesa’s
en
Magoeng, waar
betrekkelijk weinig droge gronden, anders dan

voorkomen, zoodat de ’t sawahbezit, de


woonerven, cijfers omtrent
eenige in de
destijds
gebruikte landrenteleggers, welke eenigszins te vertrouwen daar
zijn, tevens
vrij nauw-

keurig een beeld den staat den landbouw der


geven van van
bevolking.
Dit onderzoek betrof den toestand van ’t sawahbezit in 1889 en 1893, om tevens

eenigermate een overzicht te


verkrijgen van de
strooming, daarin ten
gunste of ten na-

deele ’t of merken.
van
groot- klein-grondbezit op te

Volgens bedoelde werden in 1893 in


leggers gemeld desa-complex 2053 beoe’s sa-

wah’s in handen 492


aangetroffen van
grondbezitters, woonachtig binnen den
kring van

onderzoek, van wie 242 of 49 daarin deelden minder


°/ voor dan H/ 2 baoe,
a een
uitge-
strektheid welker in
opbrengst doorslag eer
nog een
weinig beneden dan boven het

bestaansminimum is
van een huisgezin te achten.

Deze uitkomsten
vergelijkend met het jaar 1889, was daarentegen de slotsom, dat
destijds 655 dierzelfde desa aandeel
ingezetenen een hadden in ’t sawahbezit
aldaar, waar-

van 348 of 53 minder dan baoe.


% 1y2
Het aantal dier desa’s daalde dus
grondbezitters in vier jaren van 655 op
492 of
°
met 25 zulks, ’t
ongeveer 0
en
niettegenstaande bevolkingscijfer in het
tijdvak 1889

1894 van 7514 tot 8546 steeg.

Verhoudingsgewijze was voorts, zooals wij zagen,


’t
getal klein-grondbezitters slechts

een
weinig afgenomen ten van ’t bezit boven den
gunste grens van 11/ 2 baoe, numeriek

echter blijken van de minderbevinding van 163 landbouwende 106


gezinnen, juist tot die

klein-grondbezitters te hebben behoord, welke gezinnen zonder meerendeels


twijfel
vervallen den stand der
zijn tot
daglooners of in het gunstigste geval tot dien der sawali-

huurders.

«Niet onduidelijk wordt uit die


men
cijfers dus gewaar een strooming naar het groot-

grondbezit, zich in de eerste plaats openbarende in een


aanzienlijke daling van’t
getal sawah-

bezittende gezinnen dit, de toestand dien


en
terwijl te
opzichte thans reeds in de meeste

streken is”.
zoo
ongunstig
Een sterk voorbeeld leverde daarvan de desa
zeer
Tjiparaj, waar tijdens het
16

onderzoek in 1894 andermaal de


verdeeiing van het sawahbezit werd
opgenomen
met de

uitkomsten, in IV ’t bladz. 'l4


van
staatje op medegedeeld.
de zich zelf reeds
Bij op ver van
gunstige verhoudingen, hieromtrent bij de desa’s

Bodjongsaiam, Bodjong en Tjibodas (kolommen 7 en 8), steken die in de desa Tj ipara j


veel schriller doch in is die niet dat
nog af; zoover
vergelijking geheel zuiver, in laatst-

genoemde desa, de uit den aard der zaak andere


voornaamste marktplaats van
Tjipeudjeuh,

bedrijven een meer belangrijke rol spelen dan in de schier uitsluitend landbouwende streken.

Doch, afgescheiden hiervan, leverde alleen het feit, dat ’t aantal vol-
van
geheele
’t district slechts de kleinste helft n.l. 44.8
wassen mannen van
% grondbezitters waren,

reeds het dat ook in dit district de


bewijs, verdeeiing van ’t grondbezit niet is, zooals

men wenschen zou.

„Een andere quaestie is ’t, of de toestand daarom zorgelijk moet


genoemd worden.
Naar ’t voorkomt is dit niet ’t De
nog geval. betrekkelijk lage huurprijzen, van ten

I baoe
hoogste tjaeng padi per voor goede sawah’s, dus van
J
/5 of hoogstens l
/ van
i

den dat alhier in ruime


oogst, bewijzen, nog mate gelegenheid bestaat, zich
tegen billijke
voorwaarden middel
een tot
uitoefening van ’t landbouwbedrijf te verschaffen”.

„Toch ontveinze men zich daarom elk voor de toekomst niet. Uit den aard
gevaar
der is ’t individueel bezit, al ’t alleen door
zaak ware maar boedelscheidingen, onderhevig
doch oorzaken zouden zich zelf
aan versnippering, die'natuurlijke op eer tot een
gestadige
toename dan tot vermindering van ’t getal grondbezitters leiden, hierboven
( terwijl juist
’t laatste in sterke mate aan het licht kwam”.

„’t Groote euvel schuilt ten deze namelijk hierin, datT de Inlander, zoolang hij nog
blijft thans is zorgeloos de toekomst, verkwistend
wat
hij voor en gemakzuchtig feitelijk
niet is grondbezit, die hem in de
nog rijp voor een vorm van
gelegenheid stelt, bij elke

zich voordoende akker


tijdelijke moeilijkheid, zijn te gelde te maken”.

Is in ’t bovenstaande, den toestand in enkele


met desa’s, tevens in algemeene
trekken de toestand de streek zooals
van
geschetst, ze ruim tien jaren geleden was,
uit

’t dat zich toenmaals reeds in de


streven, openbaarde richting van ’t
groot-grondbezit,
besloten worden, dat dit sedert
mag groot-grondbezit geleidelijk grooter afmetingen heeft

Waren de in 2 in alle
aangenomen. gegevens bijlage opzichten betrouwbaar, zoo zouden

ze den huidigen toestand duidelijk weergeven.

Er is reeds op dat ’t wel eens voorkwam, dat verdeelde of bezwaarde


gewezen,

(soms zelfs die, welke onherroepelijk in andermans bezit


gronden zijn overgegaan) in de

onder den den verdeeler of den bezwaarden dier


registers naam van
gronden gelaten
werden. Hoevelen hebben hun grond verkocht recht doch door
met van
weder-inkoop,
hun als
goedgeloovigheid contracten geteekend, waarbij grond „djoewal moetlak”
(onher-

roepelijke verkoop) vervreemd is?

’t landbouwcrediet-onderzoek heeft afdoende


Meergenoemd aangetoond, aan welke

schier bezwaren onderzoek ’t aantal de


onoverkomelijke een naar en mate van
grondbe-
is. Ook de kwestie dus
zwaring onderworpen voor
onderwerpelijke zou een
grondig
onderzoek meer
tijd behoeven dan voor het welvaart-ondcrzoek gelaten is.

Na al ’t vorenstaande als inleiding, worden thans de andere onderdeden van


de

beantwoord. De bezitters
vraag categorisch zijn ;

hoofden andere leden der aristocratie


a. en (de gepensionneerde patih van
Tjitjalengka,
aldaar bezit 58 baoe’s sawah, 18 baoe’s 4
woonachtig, o. a.
tuingrond en
baoe’serf);
b. de geestelijkheid;
c.
welgestelde Inlanders, waaronder vele hadji’s;
d. in mindere mate Yreemde-Oosterlingen (Palembangers) en enkele Europeanen.
Onder al deze lieden die binnen die buiten het district de
zijn er, en (of desa) ge-

vestigd Chineezen Europeanen vindt uitsluitend de


zijn. en men meer
op hoofdplaatsen

Bandoeng en Tjitjalengka. Bij dezen


fungeeren Inlandsche vrouwen, bijzitten en betrouw-

bare Inlandsche bedienden als strooman.

De juiste kan niet worden vermoedt, dat ’t


omvang aangegeven; men
grondbezit
onder de sub a t/m c vermelden omvangrijk, en dat onder de sub d vermelden
nog

gering is.

’t komt ’t de
Groot-grondbezit meest voor
nabij hoofdplaatsen Bandoeng en Tjitja-

lengka en voorts nabij de districts-hoofdplaatsen.

Tj i a n dj o e r.

Maleber. door recht


Ja, voornamelijk koop met van weder-inkoop, gecombineerd
met
in-pandgeving. De gebruikelijke transactie houdt ’t midden tusschen in-pandgeving en ver-

koop met recht van weder-inkoop. Alles om ’t rente-verbod der Mohamedaansche wet te ont-

duiken. Die opeenhooping komt in ’t district ’t minste in ’t ’t


geheele voor, gedeelte van
17

onde.idistrict Kadëmangan, dat tot behoorde.


vroeger Tjibatagoeng De nieuwe bezitters

zijn meest badji’s en adellijken, ter


hoofdplaats woonachtig. Ook
geestelijken en godsdienst-
leeraars komen er onder Yan ouds hebben de de
voor.
regent en patih een nogal aan-

zienlijk grondbezit in dit district. Het komt hier weinig dat Niet-Inlanders
voor, geïnte-
resseerd zijn bij behalve
vervreemding van grond, wat de erven ter
hoofdplaats betreft.

T.j h Opeenhooping komt ook hier veel


i ea. voor en ontstond hier
op
dezelfde
wijze als
in Maleber. In de ook door
z.g. Tjihea-vlakte opkoop van
gronden, enkele jaren vóór de

uitvoering van de bevloeiingswerken. De nieuwe bezitters veelal


zijn rijke adellijken ter

al of niet
hoofdplaats en
hadji’s, ingezetenen van de desa’s of’t district, een
paar Inlandsche
ambtenaren de
te
Tjiandjoer, hoodpenghoeloe alhier en een
gepensionneerde Inlandsche

onderwijzer. Hier zijn meerdere gevallen bekend, waarbij Niet-Inlanders bij de


vervreemding
betrokken n.l. in ’t de
waren, gebied van Tjihea-bevloeiïng, zooals in de desa Tjipëtir met

ruim 90 baoe’s, Tjirandjanghilir met + 20 baoe’s, enz.

Tjipoetri, Pésèr, Tjikalong. Komt hier betrekkelijk veel ’t


voor.
Zijn
voornamelijk hadji’s andere lieden uit de
en
welgestelde eigen, doch meer
nog
uit andere

desa’s, die de gronden minder


van
welgestelde rasgenooten in handen trachten te krijgen,
wat zeer toeneemt. In Pèsèr zijn, wat
tëgalans betreft, gevallen bekend, waarin
Europeanen
en Ghineezen betrokken door Inlandsche of
zijn, vrouwen
bijzitten als strooman te
ge-
bruiken,'zoo ook in ’t onderdistrict Tjimatjan (Tjipoetri]. Een heeft dit
groote omvang
echter nog niet gekregen.

Dj a m
pang wetan, Ijikondang, fjidamar. Niet veel, hoewel er
eenige
groot-grondbezitters zijn, die veelal door koop het bezit verkregen. Zij wonen doorgaans
in de desa, hun sawah’s of in
waar
gelegen zijn een naburige desa; er
zijn enkele hadji’s
onder. Slechts één is dat Niet-Inlander
gevat bekend, een bij vervreemding van
grond
betrokken was en
daarbij bijzit als
een strooman
gebruikte.

Soek a boem i.

Het komt slechts in enkele Uit 2


gevallen voor.
bijlage blijkt duidelijk, welke

verhoudingen dit in de districten heelt aangenomen.


In de kolom van 35

baoe’s zijn ook de grondbezitters opgenomen, die bezaten. In


meer
Goenoengparang, Tji-
mahi, Tjiheulang, Tjiljoeroeg en Pelaboèhan bedraagt hun aantal 3,6,
onderscheidenlijk
4, 5 I. In de districten
en
overige zijn er geen.

Het ondervolgende staatje overzicht, in hoever sawahbezit


geeft een het zich in

enkele handen heeft waarin alleen die


opgehoopt, zij, meer
dan 10 baoe’s sawah bezitten,

zijn opgenomen.

UNTAL BE ZITTE R S VAN SA W A H ’ S.

DISTRICTEN.
van 10 t/m. van 15 t/m. van 20 t/m. van 25 t/m. van 30 t/m. 35 t/m. 40 t 45
van van m, van t/m

15 baoe's. 20 baoe’s. 25 baoe's. 30 baoe's. 35 baoe’s 40 baoe’s. 45 baoe’s. 55 baoe’s.

o)

Goenoengparang. 21 7 O
5

3 7 4
Tjimahi — — — —

9 2 1
Tjitjoeroeg — — —
— i

12 1 2 1
Tjiheulang — ■ — — —

O
Pelaboehan 4■ 1 1 1 — — —

Personen, die uitgestrektheden grond bezitten, hebben deze gewoonlijk door


groote
erfenis door Slechts enkelen, dan v.n.l. in
of aankoop gekregen. en
nog Tjiljoeroeg en

Goenoengparang breiden hun grondbezit uit door ze te koopen met recht van weder-
, z.g.

inkoop, ndjoewal akad” geheeten. B.v.A heeft geld noodig en verpandt nu zijn grond

B, onder voorwaarde, dat den zelf zal bewerken, dus


aan hij grond mogen blijven weer

inhuurt van B, tegen een zekere huurwaarde, die gewoonlijk f 25. of I tjaeng

padi voor elke


ontvangen f 100 bedraagt, A kan onder die voorwaarde nooit meer dan

den Na kan den


de helft van de waarde van grond krijgen. afloop van een
oogst hij

grond weer
tegen dezelfde som terugkoopen.
18

’t Kommissie lid MI! dezen zin


MD T
voegt oan toe: «hetgeen hem zoo goed
als wordt door de
onmogelijk gemaakt woekerrente en bezwaren, die hem daarbij in den

Worden waardoor
weg gelegd, hij feitelijk hoe
langer hoe meer in schuld komt.”

Nu komt het dat A de huursom


dikwijls voor, (feitelijk rente) niet betalen kan.

kan dan
Hij gemakkelijk een
jaar uitstel krijgen; doch gewoonlijk hoopt zijn schuld zich

dan verkoopt slotte


meer en meer op, en
hij ten
zijn grond maar voor
goed. waarbij B

hem dan zekere geldsom doch waardoor A toch


nog een toe
geeft, altijd nog
zéér bena-

deeld wordt. komen zulke


Gelukkig transacties
betrekkelijk weinig voor; ja het is zelfs

dat de als
gewoonte, geldleener, hij te diep in de schuld zit
bij den geldschieter,
den derde wien de
grond aan een
verkoopt, van hij volle waarde kan krijgen en met dat

geld dan al schulden afbetaalt.


zijn
De groot-grondbezitters desalieden,
zijn gewoonlijk gewone doch ook wel
gepen-
sionneerde Inlandsche ambtenaren, desahoofden of Enkelen hunner
geestelijken. gaan ter

bedevaart worden hadji. Dat in ’t de


en
bijzonder hadjis groote grondbezitters dan wel

kan enkel district


geldleeners zijn, van
geen verklaard worden. Er
zijn wel verschillende
onder; doch nog veel desalieden.
hadji’s meer gewone

Dat, bij vervreemding grond, Niet-Inlanders


van
geïnteresseerd zijn, bijv. door In-

landsche als komt slechts


vrouwen strooman te gebruiken, weinig voor, ’t meest
nog in

de noordelijke districten
Goenoengparang, Tjimahi , Tjihenlang en
Tjitjoeroeg. ’t Betreft

dan echter altijd kleine stukjes woonerf of


grond, voor als tuintje te
gebruiken voor

militairen of andere
gegageerde arme Europeanen.
heeft
Bijzonderen omvang ’t
nergens gekregen; ’t komt slechts
sporadisch voor.

Soemedang

,la, in
voornamelijk Tandjoengsari, Tjibeureum en
üarmaradja. De meest voorko-

mende overeenkomst is de of
hierbij djoewal-akad- djoewal gadé-o vereen komst. Sinds de

oprichting der Soemedangsche Hulp-, Spaar- en Landbouwcredietbank verminderde’t aantal

hiervan belangrijk. Door haar werd in totaal een


bedrag van
f 6822.50 voor
inlossing
verpande sawah’s 98 De nieuwe bezitters
van aan personen geleend. zijn welgestelde
landbouwers, handelaren hadji’s, zoowel als
en
ingezetenen niet-ingezetenen van
de dasa.

dat ambtenaren, hoofden of Niet-lnlanders


Gevallen, hierbij geïnteresseerd zijn, zijn niet bekend.

Li m ban ga n.

Ja, de nieuwe bezitters zijn doorgaans badji’s, ook andere


maar gegoede ingezetenen
van de desa zelf of andere desa’s. Dit euvel
van neemt
gestadig toe. Bijlage 2
geeft
hierin den werkelijken toestand niet half Verscheidene
terug. pandgevingen en
dergelijke
schikkingen worden het bestuur
voor
verborgen gehouden, zoodat de cijfers veel te laag
zijn. Bij vervreemding van
grond, als hier bedoeld, zijn meerdere gevallen bekend, zoowel
de kota’s als daarbuiten, Niet-Inlanders,
in waarbij door Inlandsche
bijzitten oflnlandsche

mandoers als strooman te gebruiken, geïnteresseerd zijn. Dit heeft


geen grooten omvang

gekregen bepaalt zich tot dan


en meer woonerven tot
bouwgronden; zooveel doenlijk
tracht de Landbouwcredietbank
Hulp-, Spaar- en Limbangan aan hen onder de pandgevers,
die hun wenschen het de
grond terug te
krijgen, voor
inlossing benoodigde geld in leen

te verschaffen.

Soe ka p o era

Ja, zelfs veel in


Singaparna. Tasihmalaja, Indihiang Panjeredan, Pasirpandjang
,

De bezitters al dan niet


en Bandjar. zijn ingezetenen der districten, waar deze gronden
voorkomen. Van ’t
toeneming van
groot-grondbezit wordt niet veel
gemerkt. Oorzaken

schulden ’t de sawah’s
zijn gewoonlijk en
verpanden van
volgens de akad-methode aan

ambtenaren, hoofden, hadji’s en den kleinen man. Gevallen van


vervreemding van grond,
waarbij Niet-Inlanders geïnteresseerd bekend in
zijn, zijn Tasihmalaja Pasirpandjang
,

Grooten heeft dit clandestien


en Bandjar. omvang bezit niet verkregen. Juiste
gegevens
de
omtrent in-pandgeving van gronden zijn moeilijk te
verkrijgen door de
groote geheim-
zinnigheid, die daarbij door de pandnemers steeds wordt aanbevolen. De remsters-akad

zijn zoo
goed mogelijk bijgewerkt; doch zij slechts minima
geven aan. (‘)

(1) Ter vergelijking- niet ’t bovenstaande, is te wat,


overwegen, een
kenner van
Preanger-toe-
standen, de controleur R, A. Kern, de groot-grondbezitters den t4den
over
Februari 1905 zeide in
zijn
rede over «Regeeringsinmenging in Indië” in ’t Indisch
genootschap, waarom hier een
paar aanha-

lingen daaruit
volgen:

„Er zijn toch ook rnenschen


nu die zich omhoog werken! In
Prijangan vindt men overal menschen

die met niets dank


zijn begonnen en zij ’t erfelijk, individueel bezit, zich een
groot-grondbezit hebben
weten te menschen die eiken in de sawah kan
verwerven, men
morgen zien
ploeteren met hun boe-
19

*25. Bestond in de gewoonte,


vroeger jaren om geen vervreemding van

bouwgrond aan
niet-opgezetenen toe te laten zonder
goedkeuring van de
gezamenlijke
gemeenteleden ?

Is deze gewoonte in onbruik geraakt en zoo ja, wordt de invoering nu

wederom wenschelijk geacht.' Waarom.

I! a n
d o e n <r.

Voor heeft sinds


zoo ver
bekend, zij de reorganisatie (1870) hier zoo goed als niet

bestaan. is niet
Wederinvoering wenschelijk, omdat de waarde der
gronden daardoor sterk zou

dalen en
knoeierijen de zijde der desahoofden uit sluiten.
van
moeilijk zijn te

Tjiandjoer Soekaboemi L i m b a n
ga n

Neen, nooit

Soemeda ng

Ja, vroeger wel, wellicht door pressie der Inlandsche hoofden.


Wederinvoering zou

niet mogelijk en bovendien weinig brengen de thans


overeen te
zijn met
vigeerende
agrarische wetgeving.

Soek a p o e r a.

Zij moet in alle districten bestaan hebben, doch is


vroeger langzamerhand in onbruik

geraakt, waarschijnlijk omdat in strijd het begrip individueel


zij was met van
erfelijk
bezeten gronden.

is afstuiten het der


Wederinvoering moeilijk en zou
op verzet eigenaren.

-<>. Worden de gedwongen diensten, door de opeenhooping van


grondbezit
of door grondbezit uitwonenden te welke
van zwaar ; en, zoo
ja, op wijze is hier-
in door bestuursmaatregelen te voorzien ?

Band o e n g.

De of ’t
opeenhooping van
grondbezit grondbezit van uitwonenden, heeft nog niet

zulk dat de diensten


een omvang, gedwongen ~te zwaar” er door geworden zijn. Zij zijn
wel door verzwaard, iu stroken zelfs veef.
er
sommige zeer

Voorziening is zeer gewenscht, maar even


moeilijk. Hierin toch moet niet alleen
op

gronden van billijkheid gehandeld, maar ook


rekening gehouden worden met art. 57 R. R.,

dat deze materie heheerseht.

Door bestuursmaatregelen zonder meer, zou hierin bezwaarlijk afdoende kunnen

voorzien worden, ’t Door velen de


geopperde denkbeeld, om mate van
heerendienstplich-
in de
tigheid Preanger-Regentschappen te
regëlen in verband met, d. w. z. naar
ge-

lang de uitgestrektheid ’t
van van
grondbezit, blijkt zeer billijk en
aannemelijk, doch

berust, naar het voorkomt, minder juiste den historischen


op begrippen van
grondslag van

heerendienstplichtigheid het wettelijk voorschrift 57 R. krachtens welke


en
(art. R.),
deze materie door den
gouverneur-generaal moet
geregeld worden „in overeenstemming
de bestaande behoeften”, terwijl de
met gebruiken, instellingen en vijfjaarlijksche herzieningen
het doel, daarin I. in de
moeten geschieden met om (n. heerendiensten) trapsgewijze de

verminderingen brengen, bestaanbaar ’t belang.


aan te met
algemeen

djangs, die geld goed hebben zaken. Moeten die menschen bard
en over voor geestelijke we vallen,
omdat andere aspiraties hebben dan wij ? Zijn dat menschen ? Hebben hun
ze
geen respectabele zij
doel niet bereikt door bun zuinigheid en door hun vlijt ? En we eenzijdige voorstelling
geven geen

Van de Inlandsche wereld, als de die maken


we elementen, zich omhoog werken, zwart en brandmerken

als woekeraars bloedzuigers de zwakkere die den ladder ook


en en
broeders, afgaan, zwart maken

omdat zich niet omhoog weten te werken ? Er zijn onder de Inlanders


ze goeden en kwaden, maar

zoo’n troosteloos éénsoortige als sommigen willen doen is ’t niet”


massa
gelooven,
„Ten slotte heeft de voorzitter het
nog inlichtingen gevraagd over groot-grondbezit in Prijangan.
Het is dat ik dit heb beschouwd als bewijs dit niet
waar een van ontwikkeling, maar neemt
weg,
dat het groot-grondbezit den staat afmetingen
voor bedenkelijke kan aannemen. Er zijn in Prijangan
juist onder die Ik heb
groot-grondbezitters personen van opmerkelijke énergie. er gekend, die begonnen

zijn met nagenoeg niets, maar die met veel ijver steeds werkende, langzamerhand hun bezit wisten

uit te breiden te geholpen door schoonzoons. Zoo ken ik die


en
vergrooten, zoons en er een 400
bouws sawah bezat, anderen menschen die
van minder, nauwelijks schrijven konden, maar heldere koppen.
Dan heeft de de Inlandsche de menschen die
men santana’s, landjonkers, buiten het bestuur

blijven, de kleine adel, die hun vader wat hebben stil niet veel
van grond geërfd, leven, uitgeven en

elk jaar hun bezit uitbreiden al hun tijd daaraan


en
wijden. Daaronder heb ik er een gekend, die

nieuwe manier planten invoerde zonder kweekbedden. Hoe dat idee


een van
hij op gekomen was,

weet ik niet, maar waarschijnlijk heeft hij die nieuwe manier


ergens gezien en daar hij er de voor-

deelen begreep, haar d. bewerker.


van
nagevolgd. Aanl. v.
20

Met totaal
dagdiensten mag dus niet verzwaard, doch moet om de 5 jaren ver-

minderd worden. binnen


Blijvend dit totaal, zou echter, met wijziging van de klassen-

indeeling, de individueele taakverdeeling billijker gerégeld kunnen worden.

dat ’t in dit
Daargelaten gewest geen „bestaand gebruik” is, en nog veel minder

geweest is aangezien de wordings-geschiedenis de


van
Preanger-heerendienst-ordonnantie
voldoende leert dat het de of vóórdien
vraag is, de
zeer
z. g, heerendienstplichtigheid op
den grond dan wel den rustte de mate
op persoon van
hierendienstplichtigheid te
regelen
de ’t nh dat bv. iemand die 2
naar mate van
grondbezit, maal meer
grond bezit ook 2

maal meer heërendiensten moet doen, zou een dergelijke regeling leiden tot een zware
dub-

belbelasting den grond. Zoo’n doen denken


van
regeling zou aan
verzwaring van de mili-

in Nederland iemands
tieplicht naar rato van inkomsten. (')
Naar der
een
herziening vigeerende klassen-indeeling worde zoo spoedig mogelijk
gestreefd, daar de bestaande
gebruiken, instellingen en behoeften zich principieel niet daar-

tegen verzetten. Hierbij zal echter


op groote tegenwerking der groot-grondbezitters te

rekenen
zijn.

T ia
j n
dj oer.

Maleber. Neen.

Tjihea. De diensten, ten behoeve ’t onderhoud der den


van
bevloeiingswerken en

tertiaire worden,
aanleg van leidingen, hoewel niet te
zwaar, vrij drukkend
geacht. Daar

hier veel nieuwe


er
vestigingen zijn, heeft de bevolking ook vele andere desadiensten te

verrichten. Uitwonenden, eigenaren van gronden, mede een ,taak het


op te
dragen bij
verrichten heerendiensten, dit euvel kunnen of
van zou
verhelpen; men zou van hen een

kunnen
afzonderlijke bijdrage vragen,
ter betaling van desa-werken, uit te voeren in vrijen
arbeid.

Pésèr, Tjikalong. De diensten worden hier


Tjipoetri, meer en meer ver-

zwaard door de opeenhooping van


grondbezit door grondbezit
en van uitwonenden; ook

de desahoofden in ’t laatste vaak


omdat ’t voor geval moeilijk, ja meestal geheel ondoenlijk

is, lieden uit andere desa’s voor die diensten te laten uitkomen. Wat ’t eerste betreft,

bestaan hier wel klassen heerendienstplichtigheid, doch dit wordt afdoende


van
[niet geacht,
klasse alle
wijl de hoogste heerendienstplichtigen met een grondbezit van één baoe of meer

omvat. Om den druk voor de klein-grondbezitters lichter te maken, zouden wellicht meer

kunnen worden.
klassen van heerendienstplichtigheid vastgesteld

Dj am pang wetten, Tjikondang, Tjidamar. Wegens de in de


vraag ge-

noemde oorzaken de diensten hier niet


zijn "nog te zwaar
geworden.

Soekaboemi

Daar de opeenhooping van grondbezit tot dusver


nergens groote verhoudingen aan-

heeft bovendien in de streken, ’t voorkomt


genomen en waar
zij meest
(zie bijlage 2), de

bevolking ’t dichtst is, zijn gedwongen diensten nu daardoor niet


bepaald te zwaar geworden.
Bovendien worden de heerendienstplichtigen ook nogin drie klassen verdeeld, verband houdende

I s,e
de uitgestrektheid ’t grondbezit. Tot de klasse worden de 1 baoe
met van
gerekend,
en meer sawah’s bezittenden; tot de 2e klasse, die van 1/2 1 baoe sawah en tot de 3 e
klasse

minder baoe sawah bezitten. worden


zij, die dan 1/2 Droge gronden voor de helft hunner

sawah’s. Deze
uitgestrektheid gelijkgesteld met regeling is echter nog geheel en al onvoldoende,

daar iemand met 1 baoe sawah’s geheel dezelfde verplichtingen rusten als iemand mét 10
op op

of 20 baoe’s moet ais beschouwd worden. Om daaraan tegemoet te komen,


en zeer
onbillijk
"t aantal klassen veel maken.
zou men nog grooter moeten (Zie antwoord 152). Grondbe-
zit van uitwonenden komt ook in elke desa voor; doch zulks is over en weer, zoodat de

diensten daardoor niet verzwaard worden.


gedwongen

Soem e d a n

Ja, groot-grondbezit en
opeenhooping van
grondbezit bij uitwonenden leiden zeker tot

der gedwongen diensten. In deze is deze echter slechts


verzwaring afdeeling verzwaring
merkbaar. Wenschelijk is ’t zeker, hiertegen maatregelen treffen, door bijv. den
weinig te

druk der diensten ’t in dier


te regelen naar gelang van grondbezit voege, door niet, zooals
thans reeds in de .desa’ heeft, de in 3 klassen
plaats heerendienstplichtigen te verdoelen en

als maatstaf de klasse slechts


voor
hoogste aan te nemen eene
uitgestrektheid van één

(1) Toch werd dit —in verband de grond de


met soort van —na
afkondiging van ’t z.
g.

organieke besluit van 1864 door den resident voorgeschreven, en sedert min of door middel
meer, o a.

van indeeling in klassen, in ’t


oog gehouden. Eindresumé, onderzoek grondrechten, deel 111, bldz. 83.

Over ’t opleggen dubbele taak beklaagde zich in


van een men
Soemedang bij een onderzoek in 1880

t. a. bldz. 82, zie ook bldz. 107. Aant. v. d. bewerker.


p.
21
baoe sawah, doch ook ’t
grootere grondbezit naar evenredigheid te treffen. Voor uitwo-

nenden in ’t
bijzonder zou ’t
wenschelijk zijn, een
regeling te treffen, waarbij ook

zij getroffen worden door diensten in elke desa, waar door ’t be-
zij gronden bezitten,
schikbaar stellen werkbaren die in hun de den rustende
van een man, plaats op grond
diensten behoort te verrichten. Ten slotte ook verdienen aanzien der
zou
overweging ten

heerendienstregelingen geen vrijstellingen te verleenen, daar toch in den regel die cate-

gorieën worden vrijgesteld, die het best in staat


zijn, de diensten, op den
grond rustende,
niet dan toch door
zoo
persoonlijk, een vervanger te doen nakomen.

Li m ba n ga n.

Klachten hierover werden niet Zooveel worden de


vernomen.
mogelijk gedwongen
diensten minimum
tot een beperkt, als; door voor ’t onderhoud der wegen, als
graswegen,
’t
over
algemeeen geen dienstplichtigen te doen uitkomen, tenzij dit
bepaald noodig is.

Soekapoera.

Dat is ’t niet. de de nieuwe heerendienst-ordonnantie


geval Blijkens toelichting op

voor de Preanger-Begentschappen (Staatsblad 1905 No. 375) is ’t zwaarder belasten van

den één boven den ander, allerlei


met-
toepassing van soms
plaatselijk zeer varieerende

factoren, zaak der desa, waarbij ’t bestuur toezicht kan uitoefenen,


een zoo noodig regelend
kan de boude
optreden; wetgever zich er echter buiten (').

27. Komt liet veel dat nieuw


voor, ontgonnen gronden spoedig weer ver-

laten worden 1

Wat is hiervan veelal de reden ? (Schrale grond, te zware


belasting, ziekte,
hout te gelde maken, roofbouw, onvoldoend kapitaal, enz.)

Bando e n g.

Neen, sedert de nieuwe 1896 No.


landrenteregeling (Staatsblad 126) geen vrijstel-
ling landrente toekent ’t
van voor
onbeplant blijven van droge gronden, komt roofbouw
niet of weinig worden nieuw niet verlaten.
voor, en
ontgonnen gronden spoedig weer

Tj i an dj oer.

Maleber. Nieuwe ontginningen komen hier niet voor.

Tjihea. Ja, veelal wegens gebrek aan bestaansmiddelen gedurende’t eerste jaar, dat
de grond niets oplevert. Ook worden vele nieuwe bewoners der
nog Tjihea-vlakte door

malaria aangetast en vluchten zij voor deze ziekte.

Tjipoetri, Pèsér, Tjikalong, Djampang wetan, Tjikondang. Neen.

’t Gebeurt hier bij uitzondering, de schraal of hellend


wanneer grond te te blijkt, om met

goed gevolg bebouwd te worden.

Tjidamar. Hier, waar


nog uitgestrekte terreinen woeste grond zijn, gebeurt
’t al. Dit worden den misluk-
nog moet
geweten aan lijdelijke uitputting van bodem, aan

king van
sawahaanleg door gebrek aan water, aan onvoldoende middelen van bestaan, enz.

Soeka b o e m
i

Sinds de nieuwe landrente-regeling (Staatsblad 1896 No. 126) is ingevoerd en de

velden daardoor recht bestaan hebben, komt het zelden


z.g. wisselvallige geen van meer meer

dat nieuw verlaten worden. Alleen het wel in de


voor, ontgonnen gronden weer
gebeurt eens

zuidelijke districten als de ontginnen overlijdt en


zijne erfgenamen geen prijs stellen op
den grond.
kwam ’t verlaten of twee
Vroeger van
pas ontgonnen gronden, na
verloop van een
jaar, vooral
in de zuidelijke districten Djampang koelon, Djampang tengah en Pelaboehan en in het zuidelijk

Tjimahi het onderdistrict Klapanoenggal Tjitjoerneg veel voor, daar de


gedeelte van en van

gronden werden om er roofbouw te drijven. Ook nu komt ’t in die streken veel


ontgonnen, nog

dat de slechts 2 of 8 achtereen


voor, droge gronden gedurende volgende jaren beplant worden en

dat dan 3 of 4 braak laat omdat door schraal


men ze jaren liggen, ze afspoeling te
zijn geworden ;

doch zij blijven in voortdurend bezit en elk jaar wmrdt er landrente voor betaald.

’t Kommissielid Braam doet, de laatste zinsnede, de


van naar aanleiding van
vraag:

»Yan de in vele desa’s tanah


waar gebruikelijke naam : indjeuman =t. pindjëman ?

Soemedang.

Dit komt slechts De reden hiervan is meestal ’t roofbouw.


weinig voor.
plegen van

1). Vergelijk hierbij Eindresumé, onderzoek naar de verplichte diensten der Inlandsche bevolking,
deel I,lste stuk. De heerendienstplichtigheid van uitwonenden, in 1805 door den resident ingevoerd, werd

bij residents-circulaire van 30Nov. 1871 afgeschaft (bldz.


39). Zie over dit laatste ook Eindresumé, onder-
zoek naar de rechten van den Inlander o. d. grond, deel 111, bldz. 83. Aant. v. d. hew.
22

L i m ba nga n.

.la; voornamelijk door de den Inlander aangeboren indolentie. Den ambtenaren is

opgedragen, dit zooveel Wie


mogelijk tegen te gaan. eens een
vergunningsbewijs voor

heeft doch
ontginning gekregen, ’t perceel spoedig daarna verlaat, komt niet meer voor

zulk in Deze
een bewijs aanmerking. maatregel schijnt goed te werken, daar ’t verla-

nieuw thans
ten van
ontgonnen gronden niet zooveel voorkomt als
vroeger.

Soekap o e r a.

Roofbouw en schraalheid den oorzaak, dat nieuw


van
grond zijn dikwijls ontgonnen
gronden weder verlaten worden Te zware belasting kan niet als reden
gelden, daar de

landrente hier overal in de afdeeling kan


laag genoemd worden.

De houtvester van West- Preanger J. S. Braam,


en
Krawang, van

zegt:

„Werkelijk nieuw vindt in de


ontgonnen gronden men afdeelingen Tjiandjoer en

Soekaboemi zeer weinig.”

„De meeste gronden, die men ziet ontginnen, worden opnieuw bebouwbaar gemaakt.

Hetzij dat die gronden door één denzelfden worden


en
persoon, herhaaldelijk overgelaten
aan de verwildering, om
bepaald of aantal weder worden
na een
onbepaald jaren te

bebouwd, dat stuk door


hetzij een
grond eenig persoon geabandomeerd, na te zijn
verwilderd, wederom door een ander wordt plantklaar gemaakt, bijna steeds zal men na een

weinig onderzoek constateeren, dat het betrekkelijk stuk grond vroeger al eens, of meermalen

is geweest”.
ontgonnen

„De oorzaak hiervan zal wel dat de hoema-


zijn, gevolgde wijze van bebouwing
bouw, in de hier
grondwisselingen geldende omstandigheden, de
eenvoudigste oplossing
is ’t oeconornisch de kleinste
van
spaar-probleem: „met middelen (arbeid zoowel als kapi-

taal) de grootste uitkomst verkrijgen”.


onderzoek zal
„Bij nauwkeurig te constateeren
zijn 1°: dat de uitgestrektheid grond
0
die wordt bebouwd tl dat het
blijvend (tëgal) zeer toeneemt, ; aantal jaren waarin

de grond verwildering wordt


aan
overgelaten, steeds kleiner wordt en 3°; dat de uitgestrekt-
heid grond, die telkens nieuw wordt (hoema) kleiner wordt”
op ontgonnen

„Waar gelegenheid is tot


werkelijk nieuwe ontginningen, als aan
boschgrenzen enz.,
daar

hebben deze regelmatig kleine schaal overal daar, deze


plaats op ,
waar
boschgrenzen enz.

niet af de sawah-vlakten
ver
liggen van Igroote en de daaromheen
liggende droge, blijvend,
bebouwde gronden”.

„Cijfers hierover zijn voor


ondergeteekende niet met
eenige zekerheid bijeen te

verzamelen”.

De houtvester Oost-Prea nger be


van en
Krawang, Salverda,

antwoordt de vraag aldus:

„In de Preanger komt ’t veelvuldig dat nieuw


zoo voor, ontgonnen gronden spoedig
weer verlaten worden (zij ’t dan ook tijdelijk), dat er zelfs een benaming voor die gronden,
welke slechts te hooi bewerkt worden, I. De
en te
gras ontgonnen en
bestaat, n. „hoemah’s”,

reden is, ik
voor zoover
dergelijke terreinen zag en terzake oordeelen mag,
roofbouw.

De controleur P. K. W. Kern, merkt ’t


van
TJitjalengka, volgende
o p
’s houtvesters antwoord op:

«Sedert de nieuwe
landrenteregeling, komt deze toestand in de
afdeeling Bandoeng
i. voor”.
m. weinig
«Hoema is die behouden bleef, ook
vroeger bestaan hebbende toestanden”
een naam voor

38. Neemt agrarisch eigendom belangrijk toe?

Hoe werkt het?

Heeft overschrijving plaats, het of laat


wanneer
noodig is, men haar

meestal na?

Om welke redenen vraagt men meestal dit soort eigendom aan?

Bandoeng.

Agrarisch eigendom komt weinig neemt nog minder toe. Omtrent de


voor en
werking
daarvan valt niets mede deelen. wordt meestal
bijzonders te
Overschrijving nagelaten.

Tj iand joe r.

Agrarisch eigendom bestaat hier niet.

Soekaboemi

Agrarisch eigendom komt hier In


weinig voor.
Tjimahi en Tjiheulang zijn twee
23

stukken grond, niet dan 8 baoe’s in in


grooter agrarisch eigendom en Goenoengparang
tien, die alle kleiner dan baoe.
zijn een

De dat
meeste zijn met recht
afgestaan tusschen de jaren 1890 1895. In de

laatste 4 jaren zijn De dier


er
geen aanvragen voor
agrarisch eigendom geweest. meeste

gronden werden met dat recht omdat


aangevraagd, er
quaestiën over
hangende waren,

de bezitter dat later die door anderen


en
bang was, gronden weer opgeëischt zouden worden.
De laat veel wenschen
overschrijving te over.

Soemedang L i b
m a n
go n
Soekapoera

Agrarisch eigendom bestaat hier niet.

29. Is in ’t district
er
gelegenheid tot
uitbreiding van den
bouwgrond;
zoo ja, voor ongeveer hoeveel jaar zon die reserve toereikend zijn in verhand met

den aanwas der bevolking?

Bnndo e n g.

Zoo goed als alle bevloeibare reeds in sawah’s Voor


gronden zijn omgezet. ont-

ginning droge gronden bestaat in ’t gebergte vele


van
nog voor
jaren ruime gelegenheid.

uitgezonderd, door de boschreserve, als


( Oedjoengbroengwetan waar, zoo
goed geen

gelegenheid bestaat bedoelde Voor nadere zie de


meer tot
ontginning.) bijzonderheden,
betrekkelijke landrente-monografieën, waar dit onderwerp in een afzonderlijke paragraaf

uitvoerig besproken wordt. Om bijzondere redenen heeft’t daar vermelde


nog actueele
zeer

waarde. Immers, sedert de kadastrale sinds


opmeting en
kaarteering der bouwgronden en

de nieuwe landrente-regeling is roekelooze ontginning bemoeilijkt; wat ontgonnen was,

werd intensiever bewerkt. Men verkoos dit boven ’t in nieuwe stuk-


ontginning brengen van

ken. Voor hoeveel de toereikend is, kan niet zekerheid aangegeven worden.
jaren reserve met

Tjia nd j oer.

Maleber. Neen.

Tjihea Ja. De der bevolking is dat ’t


aanwas zoo
gering, nog tientallen van

jaren zal duren vóór alle


grond, zelfs bevloeibare, ontgonnen is.

Tijpoetri, Tj ikalong. Voor uitbreiding van sawah’s bestaat,


geringe uitgestrekt-
heden is de
uitgezonderd, geen gelegenheid meer. Daarentegen reserve voor uitbreiding
van tëgalans, ook wanneer men
rekening houdt met den aanwas der bevolking, nog
wel

toereikend voor een 30 40 jaren.


Pésér. Hier is indien de schrale
nog maar
weinig grond voorhanden, men en

sterk hellende terreinen uitzondert, zoodat hier binnen enkele niets beschikbaar
jaren meer

zal zijn.

Dj tan. Voor
ongeveer 50
am
pang we
jaar.
Tjikondang Ja; uitgezonderd in’t
noordelijk gedeelte van dit district. De reserve

is toereikend 20
voor
ongeveer jaar.

Tjidamar. Voor ongeveer 100 jaar.

Soekaboe m
i.

In in ’t
Goenoengparang bestaat alleen oostelijk deel
nog een
weinig gelegenheid
daartoe. Daar die echter steil is, wordt niet Ook hier
grond zeer ze zeer begeerd. en

daar de
langs boschgrens van de
goenoeng Gëdé bestaat die gelegenheid; doch ook die

gronden zijn zeer steil. Men kan dan ook zeggen, dat in dit district alle
grond, geschikt
den Inlandschen landbouw, reeds
voor
uitgegeven is.

In bestaat
Tjimahi meer gelegenheid als
bedoeld, v. n. 1. in het o. d. Tjikëmbar
in het noorden de Het echter alle die niet bevloeid kunnen
en
langs boschgrens. zijn gronden,
worden. De is 15 voldoende.
reserve hoogstens voor jaren
In
Tjiheulang zijn zoo
goed als alle gronden, geschikt voor den Inlandschen landbouw,

reeds ter ontginning uitgegeven. Reserve bestaat niet meer, de weide-


ongeveer tenzij men

gronden daartoe willen rekenen. Door de in sawah’s


zou
droge gronden om te zetten

waar daartoe gelegenheid bestaat, daar reeds intensiever landbouw


begint men een te

drijven. Tot dit omzetten in sawah’s bestaat voor nog minstens 1000 baoe gelegenheid.
In
Goenoengparang en Tjimahi zijn alle irrigeerbare gronden reeds in sawah’s

omgezet.
In die
Tjitjoeroeg bestaat gelegenheid alleen in het o. d.
Klapanoenggal. Voor

hoogstens 15 is de voldoende. In dit


jaar reserve
nog o. d. en ook in de

desa Palasarihilir het d. kunnen echter minstens 1000 baoe’s


van o.
Tjibodas, nog
droge gronden in sawah’s veranderd worden, waarmede men in den laatsten (link
tijd
begonnen is.
24

In Pelaboehnn bestaat die overal in overvloed. In verband


gelegenheid nog
echter den der bevolking in de aangrenzende districten
met aanwas
Tjimahi , Tjiheulamj en

Karang leng ah van waar spoedig een


groote trek naar Pelaboehan kan verwacht worden

is de 50 voldoende. Die
reserve hoogstens voor jaar in
Djampang tengah en
Djam-
koelon die districten zelf, honderd voldoende
pang zou,
voor
nog voor een paar jaar zijn-
in verband evenwel den in de die zal
met aanwas noordelijke een uitweg moeten

zoeken ’t is de 75 of 100
naar zuiden, uitgestrektheid naar
schatting voor
jaren voldoende.

Soemë d a n g.

Ja, die gelegenheid bestaat in alle districten nog ruimschoots. Deze gronden zijn echter

het meerendeel andere doeleinden gereserveerde terreinen. Voor hoe de


voor voor
lang
voldoende is niet te Bovendien bestaat
gelegenheid tot
uitbreiding zou
zijn, na
gaan. nog

in
geenen deele
de noodzakelijkheid voor groote uitbreiding.

Li ra bangan.

In Soetji, Timbanganten, Wanokerla, Tjikemboelan en Baloeboerlimhangan bestaa

die gelegenheid niet.

In zullen + 200 baoe’s grond geïrrigeerd kunnen worden, de


Panèmbong wanneer

welke
leiding ïjiboeloeh gereed zal
zijn, reserve voor
hoogstens twee jaren toereikend wordt
de vele in de desa’s.
geacht, met het oog op rnënoempangs naburige
In liatoewangi kunnen + 1000 baoe’s geïrrigeerd worden door de
nog Tjikaengan,.
15 toereikend is.
welke reserve voor + jaren
In Kandangwesi kunnen door de Tjianda nog
+ 400 baoe’s, door de Tjikandang
8000 door de Tjipantjang + 200 baoe’s, door de
-4- baoe’s, Tjiboehoeng + 150, door de
150 door dé Tjilajoe ± 100 baoe’s bevloeid worden. Deze
Tjilaki + en reserve acht ’t

districtshoofd voor + 50 jaren voldoende

In kunnen wel 5000 baoe’s voldoende + 60


Negara nog voor
jaren, geïrrigeerd
worden door de ïjipaserengan, Tjipalëboeh, Tjikaso, Tjisanggiri, Tjibëbëloekan en
de
Tjibëra.
In de drie laatstgenoemde zeer dun bevolkte districten, ontbreken de middelen, om

de noodige bevloeiingswerken (dammen en leidingen) aan te


leggen. Bovenstaande schat-

slechts daar algemeen onbekend is de


tingen zijn zeer ruw, men
vrij met
geaardheid en de

der bedoelde liet deel bedekt wouden door-


ligging gronden, voor
overgroote nog
met en

sneden door moeilijk te


overbruggen wateren.

Ju Wanatierta zal de leiding Tjitameng den bouwgrond kunnen verbeteren door

in de
vermeerdering van bevloeirngswater, evenzoo Tjikemboelan leidingen Djolok en
in

Baloeboerlimhangan de leidingen Tjigagade en Soerabaja.

Werd hierboven in het het sawah’s,


meer
bijzonder oog gehouden op de gele-

genheid tot vermeerdering der bebouwde gronden bestaat nauwelijks in Soetji Panèmbong.
Timbanganten, Wanakerta, tjikemboelan, Baloeboerlimhangan. In de
zuidelijke districten

Negara duizenden baoe’s


Batoewangi, Kandangwesi en
zjn voor
uitgifte vatbaar, terwijl

nog

de handen ontbreken om, den grond te ontginnen.

Soekap o e r a.

Ja, in TJiawi, Zuid-Bandjar, Padgherang, Parigi, Tjidjoelang, Mandala, Panjere-


dan, Tradjoe Karang; voor
hoelang die reserve toereikend zal
Soekaradja, en
nog zijn,
in verband met den aanwas de bevolking, kan niet geschat worden.

30. Wordt die uitbreiding verhinderd door het reserveereu van gronden
het door de eischen der
voor de gouvernements koffiecultuur, voor bosclnvezen;

ontginningsordonnantie.

Bandoen
g.

Neen, met
uitzondering van
Oedjoengbroeng wetan, waar door de boschreserve zoo

als bestaat bedoelde ontginning. De


goed geen gelegenheid meer tot
gronden, afgezonderd
de koffiecultuur ’t boschwezen, den Inlandschen landbouw meeren-
voor en voor
zijn voor

deels te steil. Het voorschrift terrassenaanleg is kostbaar


te
hoog gelegen en van en

doch wordt vaak niet, of niet belmoren


bezwarend, naar opgevolgd.

Tj ia n dj oer.

Neen, Pèsèr alleen de bosch- koffiereserven de


uitgezonderd, waar en
uitbreiding
der verhinderen, omdat daar niet veel staatsdomein is.
bouwgronden

Soekaboem i.

wordt in de zuidelijke districten koelon, Djampang Pela-


Zij Djampang tengah en

boehan uitsluitend verhinderd door de nog dungezaaide bevolking. (Zie bijlage 1).
25

De hier door ’t boschwezen alle steil


gereserveerde gronden zijn te hoog en te

om er een loonenden Inlandsehen landbouw te


drijven. In Tjitjoeroeg en (ioenoeng parang
is de koffiecultuur In Tjimahi is die cultuur slechts
gouvernements opgeheven. voor

+ 700 baoe’s welke koffie


een
uitgestrektheid van
afgezonderd, bijna geheel met
beplant
is. In Tjiheulang de koffiecultuur + 1570 baoe’s afgezonderd,
zijn voor
gouvernements
waarin slechts + 70 baoe’s met koffie beplant. Daar blijkens bijlage 3 de gemiddelde

uitgestrektheid droge gronden per bezitter, zeer groot is, bestaat er voorloopig geen

behoefte, die den Inlandsehen landbouw bestemmen. Alleen het


gronden voor te zou wen-

één dier terreinen, Pasir 150 baoe’s, dat bevloeid


schelijk zijn, Somang, groot geheel
kan worden en waarvan slechts + 50 baoe’s met koffie beplant zijn, ter beschikking der
Inlandsche stellen. De eischen der verhinderen
bevolking te ontginnings-ordonnantie ner-

gens
den Inlandsehen landbouw'.

Soemedang.

Neen. Een wordt door deze niet in den gelegd.


bepaalde belemmering reserve
weg

Wat de ontginnings-ordonnantie betreft, ’t zelfs wenschelijk strengere bepalingen


zou zijn
in ’t leven te omdat hier daar steeds roofbouw voorkomt.
roepen, en nog

Limbangan.

’t Afzonderen bedoeld, is de
van
gronden, als in de vraag geen belemmering voor

uitbreiding van den Inlandsehen landbouw. De eischen der grondontginnings-ordonnantie


worden rechtmatig geacht. De gronden voor ’t boschwezen afgezonderd, liggen over ’t algemeen

de koffiereserve deel in de boschreserve. Dit geldt niet


te
hoog en
ligt voor een
groot
voor
Baloewangi, Kandangwesi en Negara.

Soekapoera

Alleen in terreinen de koffiecultuur in beslag geno-


Tradjoe zijn voor gouvernements

wel + der beste zonder dat daardoor de uitbreiding van


men en
330 U baoe’s gronden;
den Inlandsehen toch in ’t daarvan
landbouw bepaald belemmerd wordt, zou ’t belang

zijn, indien ook die door de kon beschikt worden.


over
gronden bevolking
In Tjiawi, alle
Panjèrèdan, Tradjoe Singaparna, Tasihmalaja, Indihiang en

gelegen aan de hellingen der


Tjikoraj en der Galoenggoeng, worden bosschen afgezonderd

behoeve ’t boschwezen wordt daardoor de den Inlandsehen


ten van en uitbreiding van

landbouw verhinderd. Dit nadeel niet de voordeelen de noodza-


weegt lang op tegen en

kelijkheid, der waken. De eischen der ontginnings-


om
tegen ontwouding bergtoppen te

ordonnantie de den Inlandsehen landbouw niet in den


staan
uitbreiding van weg.

Houtvester van Oost-Preanger en Bantën.

„De uitbreiding van bouwgrond wordt in ’t


regentschap Tjiandjoer niet belemmerd

door de kolliereserve, boschreserve of de betreft in het


ontginnings-ordonnantie, voor zoover

Wel streken enkele personen, wie deze omstan-


algemeen. zijn er
bijzondere en waar en voor

in den is dit niet het


digheden eens een enkele maal belemmerend werken; maar regel geval.
deel uitmaken
„De streken waar de koffiereserve of boschreserve een belangrijk

van de totale
uitgestrektheid grond, laten in den regel nog meer dan voldoende gelegenheid
kan
tot hoema-bouw. Groote complexen grond, die geschikt zijn tot
blijvende bebouwing,
in die niet
men reserven
aanwijzen.
„Zoo weinig juist als het is, de hoema-bouw steeds op één lijn te stellen met roofbouw,

die boschreserven in alleen het feit


zoo weinig wenschelijk zou het zijn te
krimpen, om

iemand verhinderd hebben stuk bebouwen, dat


dat zij wel eens een grond te hij gaarne

zou
willen hebben.

werkt hier niet belemmerend in dit omdat


„De ontginnings-ordonnantie opzicht; er

de hand wordt
weinig aan gehouden.

„Zelfs de landrente-regeling, waarbij de belasting van droge gronden niet volgt het

maar den grond, werkt niet zeer belemmerend, tengevolge van de uitredding die
gewas,

desa heeft wordt den


men in de daarop gevonden en bestempeld met veelzeggenden naatn

van tanah-pindjëman-systeem.”

Houtvester van Oost-Preanger en Krawang.


»De der wordt door de ordonnantie in staatsblad
uitbreiding bouwgronden beperkt
1905 No. de der wildhoutbosschen bosch in
45, regelende instandhouding (reserveeren van

verband evenwel buiten de boschreserve in de


met hydrologische belangen), ligt Preanger
een ontzaglijke hoeveelheid wmeste
grond, welke aan den landbouw dienstbaar gemaakt
nog

worden; niet uitsluitend, heb ik hier ’t de


kan voornamelijk, maar
op oog uitgestrekte
of bosch bedekte terreinen zuiden de
woeste met ten van
waterscheiding, wvaar geen
26

boschreserve bestaat. Voor zoover


mij bekend, wordt de ontginnings-ordonnantie zoo
weinig
bezwarend dat daarin der
toegepast, geen beperking uitbreiding de
van
bouwgronden kan
gezocht worden”.

31. Wordt bij de toepassing der ontginningsordonnantie voldoende onderzocht,


of de rechten
bevolking geen heeft op de als staatsdomein beschouwde gronden ?

Band o e n g

Alle Inlandsche hoofden verklaren dat dit voldoende


geschiedt. Aan de controleerende

ambtenaren ontbreekt vaak do


gelegenheid hierop voldoende toezicht te houden. Klachten
hot
over
in-ontginning uitgeven van
gronden niet tot ’t
vrij staatsdomein, doch aan anderen

toebehoorende, werden niet vernomen.

Tjiand j o e r.

Ja, een dergelijk onderzoek de


gaat altijd aan
vergunning vooraf.

Soekaboemi.

Ja. Ook volgens den


inlichting van assistent-resident bij missive van 9 Juli 1907 No.

47.)5,34. Dit wordt in elk voorkomend door ’t desahoofd onderzocht.


geval Tot dus
verre werd nooit onrechte
ten
geweigerd do
ontginning van
grond in ’t bezit der bevolking
(waarop de bevolking doet
aanspraak gelden ?), omdat betrokkenen weten, dat daarvoor

geen vergunning noodig is; zeer


waarschijnlijk gevolg de
een van
omstandigheid, dat overal
de
waar
Preanger-landrente-regeling ingevoerd is, landrente betaald moet worden ook
de niet der
over
beplante gronden bevolking.

Soemedang Soekapoera.

Ja

Limbangan.

In Tirnbanganlen is een geval bekend, dat de Inlander hadji Gam, verzet aanteckende

tegen de uitgifte van een


gewezen gouvernements-djatibosch, bewerende dat de grond
oorspronkelijk zijn bezitting was en van hem
geleend was, om er
djati op
te
planten.
Blijkens mededeeling van den assistent-resident (missive van 12 November 1906
No. 3968/34) is na onderzoek dat de
gebleken, bewering van
hadji Gani
ongegrond was.

Bedoelde
gronden zijn afgezonderd voor ambtsvelden van ’t desa-bestuur.
Alle aanvragen ontginning worden elk
om
afzonderlijk onderzocht,

■1». In welke streken valt desa’s door


uitbreiding van
stichting van nieuwe
nederzettingen te constateeren ?

Is dit in ’t algemeen een


gevolg van overbevolking of van andere oorzaken ?

Welke zijn die?

Bando e n g.

Dit geschiedde hier


weinig, voornamelijk omdat uitbreiding van sawahaanleg zoo

goed als niet meer


mogelijk was. Voorts ’t
was
droge grond-bezit in
bergstreken vóór de
nieuwe landrenteregeling zéér Sedert die
groot. gronden opgemeten elke
zijn en voor

uitgestrektheid beplante of onbeplante drogen grond, in individueel bezit bezeten, landrente


betaald moet worden, ontdeden vele grondbezitters zich van
overtollige gronden ten bate
van
grondbehoeftigen van hunne desa’s. Individueele
verhuizing van de vlakte naar be-
staande nederzettingen in ’t
gebergte, hadden dientengevolge wel in veel
plaats; mindere
mate echter ontstonden daardoor nieuwe in den
nederzettingen vorm van nieuwe gehuchten.

Betrekkelijk belangrijke uitbreiding van bestaande nederzettingen ontstond ’t


op plateau
1 engalèngan, de
\an
tengevolge van belangrijke uitbreiding der industrie
particuliere
aldaar.
Stichting van nieuwe nederzettingen kwam overigens ’t meest voor in ’t district

Radjamandala. Overbevolking trelt men in deze afdeeling nergens aan.

Tj i a n dj oer.

Malèbèr. Komt niet voor.

Ijihea. In ’t der
gebied Tjihea-vlakte. Deze nieuwe nederzettingen werden ge-
sticht door lieden, elders die
van
afkomstig, bevloeibare
gronden wilden
ontginnen. Van

overbevolking is geen sprake.

ïjipoetri, Pèsèr, Tjikalong, Dja mpa ng weta n. Komt niet voor.

Tjikondang, Tjidamar. Nieuwe


nederzettingen wel.
zijn er
Zij zijn hoofd-

zakelijk ’t gevolg den der


van aanwas bevolking.
27

Soekaboemi.

Goenoengparang. (lier is weinig uitbreiding van desa’s, omdat deze al dicht

bevolkt als staatsdomein beschikbaar is. Wel breiden


zijn en zoo goed nergens meer
vrij
de desa’s zelf zich uit.
en kampoengs meer en meer

Tjimahi. In ’t onderdistrict Tjikembar is uitbreiding wegens de dichte bevolking


in de helft dit district in ’t Goenoeng zoodat
noordelijke van en
aangrenzende parang,

vele zich daar heen


verplaatsen.

Tjitjoeroeg. Dit is in sterker mate’t in’t onderdistrict


nog geval Klapanoenggal,
waarheen zich in de laatste jaren vele Inlanders uit ’t Buitenzorgsche en uit’t overig deel
dit district zelf zich hebben, omdat in dat onderdistrict nog
van
verplaatst vrij staatsdomein
beschikbaar is, dat ter ontginning uitgegeven kan worden, terwijl er bovendien gelegenheid
bestaat tot sawahaanleg. Ook trokken velen heen theeaanplantingen
er om aan te
leggen,
omdat de thee er zeer goed groeit en ’t blad gemakkelijk verkocht kan worden aan de in de

nabijheid gelegen landelijke ondernemingen.


Pelaboehan. Hier daar worden nieuwe
en
nederzettingen gesticht, voornamelijk
de de
langs oevers van
Tjimandiri, waar woeste
gronden beschikbaar zijn voor
sawahaanleg.
Al die nieuwe nederzettingen ontstaan omdat op de oude plaats van
inwoning geen woeste

grond beschikbaar is die toch grondbezit verlangen, doch middelen bezitten


meer en
zij, geen

dat door aankoop krijgen, verhuizen streken, wél


om te naar waar woeste
grond ter ont-

Den hebben die streken,


ginning is. meesten toeloop waar tevens
gelegenheid bestaat

tot sawahaanleg.

Dj am tëngah, Dj am koel on. Hier is slechts weinig uitbreiding


pang pang

desa’s door nieuwe omdat deze districten


van
stichting van nederzettingen, zoo afgelegen
en
geheel verstoken zijn van
goede afvoerwegen. Alleen hier en daar in de noordelijke
desa’s van
Djampangtengah worden enkele nieuwe nederzettingen gesticht.

Goenoengparang, Tjimahi, Tjitjoeroeg, Tjiheulang, Pëlaboehan.

de desa zelf wordt overal als voortdurende


Uitbreiding van
bespeurd gevolg van een toe-

neming der bevolking.

Soemedang.

Overal, waar ontginning van


groote grondstukken plaats heeft, verrijst in den regel
nieuwe nederzetting, aanvankelijk slechts enkele huizen tellende, doch
een
langzamerhand
zich ontwikkelend tot een gehucht.

Limbangan

Alle desa’s breiden zich gestadig, doch langzaam, uit door nieuwe
stichting van

nederzettingen. Dit is Zonder oorzaak


geen gevolg van
overbevolking. een
bepaalde te

kunnen verklaart men het feit door den aard van den Inlander, die zich
opgeven, een

woonplaats kiest den grond, die hem bijzonder andere


op aanstaat en waar
hij spoedig

kampoenglieden zich heen verzamelt. Tot jaren werd vooral in


om voor
eenige er

de districten noch deze


zuidelijke paal perk gesteld aan
willekeurige nederzettingen,
totdat bestuursbemoeiënis den kampoenglieden verbood, nederzettingen te vormen van

minder dan 10 huizen.

Soekapoera

desa’s door nieuwe komen


Uitbreiding van nederzettingen voornamelijk voor in de

vlakkere streken ’t deel


van
Padaherang, zuidelijk van Bandjar, Parigi, Tjidjoelang,
Mandala, Panjèrèdan, Tradjne, Soekaradja en Karang.
In ’t is dit niet het
algemeen gevolg van overbevolking, maar veelal van nieuwe

grondontginningen, welke te ver van de moederdesa verwijderd zijn.

33. Komt het dat woeste


voor, men gronden ter ontginning aanvraagt
alleen of hoofdzakelijk niet het ’t
doel, om daarop staande houtgewas te
kappen en

te verknopen doende op manier den kost te komen?


en zoo een
gemakkelijke aan

Wordt hier voldoende tegen door heffing


gewaakt? (bijv. van een matige

houtretrihutie).

Bando e n g.

Sedert de nieuwe bepalingen daarop (Stbld. 1903 No. komt dit zelden
219) voor.

Tjian dj o e r—S oekaboemi.

Neen.
28

Soemedan g.

Met de thans bestaande bepalingen is dit niet


mogelijk.

Limbangan.

De houtretributie
heffing van een werd
mogelijk gemaakt door Stbld. 1901 No. 208.
Meestal werd evenwel het de voorkomende
op aangevraagde gronden hout, als minder-

waardig, aan de
aanvragers geschonken.
De stbld. i 897 No. 61
bepalingen van en in
bijblad No. 5164 zoowel als die in

stbld. 1896 No. evenwel het roekeloos


44, beperken omhakken van hout voldoende. Men

’t
vraagt over
algemeen geen gronden aan, alleen om ’t voordeel van ’t daarop voorko-

mende hout te kunnen inderdaad is het den


hebben; om
grond te doen.

Een euvel het worden, dat


mag genoemd meer en meer
gronden aangevraagd
worden die later te verhuren ondernemers
om aan
Europeesche voor de beplanting met

kina en thee. Deze verhuringen den


geschieden gewoonlijk voor
tijd van 12
jaren. In

deze afdeeling deze reeds


zijn op wijze + 300 baoe’s verhuurd.

Soekapoera.

Neen, daartegen wordt voldoende gewaakt.

Houtvester van
West-Preanger en Bantën.

Het alleen daarvan


aanvragen van
grond, om het houtgewas te gelde te maken,
komt hier, voor zoover bekend, niet voor.

Houtvester van Oost-Preanger en Krawang.


Vroeger kwam het ’t
over algemeen meermalen
voor,
dat gronden uitsluitend in

ontginning werden
aangevraagd, met ’t doel om ’t daarop staande houtgewas te
kappen
en te verkoopen ; in verband daarmede is artikel 23 in Staatsblad 1897 No. 61
bij Staatsblad
1903 No. 219
gewijzigd.

34. Is het dat


vóórgekomen, gronden werden ontgonnen, die om eenige
reden in het belang van de gemeenschap voorloopig of blijvend staatsdomein hadden

belmoren te blijven.
Zoo ja, wat is gedaan?
hiertegen

,Band o e n
g.
°
\

Sedert de vastlegging ’t terrein de


op van boschreserve-grens met
duidelijke teekens
komt dit zoo goed als niet meer voor.

Tj i a n dj o er.

Neen,

Soekaboemi.

Voor zooveer
bekend, is dit nooit
voorgekomen.

Soemeda ng.
o

Dit kwam meermalen De betrokkenen werden dan door den


voor.
politierechter
gestraft.

Limbangan

Ja; de door
gronden aanslibbing om de meren Bagëndit, Tjiboerial, Tjangkoewang,
Soekarame, Tjinoenoek, Tjigasti, Tjiboedoeg, Tjiboejoetan, Tjilikeuj, droog gekomen, werden
geleidelijk na
aanvraag uitgegeven, (') terwijl zij hadden gereserveerd moeten blijven, hetzij
met t
oog op a.s. bevloeimgsplannen (Bagëndit), die wellicht
onteigening noudig zullen maken,
’t de
hetzij met
oog op vorming van
ambtelijk grondbezit, waar in die streken de desa-

hoofden gewoonlijk niet genoeg


verdienen voor den door hen verrichten arbeid.

Verder het in
was
vroegere jaren niet te voorzien waar pasar’s zouden verrijzen,
zoodat de oprichting hiervan heden wel wordt door
eens
bemoeilijkt gebrek aan terrein.

Soekapoera.

Het beter indien in minder


ware
geweest Bandjar en Padaherang gronden in erfpacht

(\) Het is de of deze gronden


vraag tot ’t vrjj staatsdomein behooren; zie Eindrésume van het
Onderzoek de rechten den Inlander den
naar van op grond, deel 11, bladz. 46 en welv. onderz.: Overzicht

van de enz. Veeteelt en Visscherij, deel I, bladz. 7. Aant. v. d. bewerker.


29

afgestaan waren, omdat thans reeds in noordelijken streken ’t


gebrek zich doet gevoelen aan voor

den Inlandschen landbouw geschikte woeste gronden, terwijl vele van de uitgegeven gronden
belmoren de vruchtbaarste, die
tot
gedeeltelijk zelfs in sawah’s hadden kunnen herschapen
worden. Voor nieuwe thans
ontginningen moet men meer
zuidelijk gelegen gronden zoeken.
In enkele desa’s van Noord-Bandjar, Pasirpandjang, Karang en
Soekaradja zijn wel

eens voor de bevolking afgezonderde veeweiden in ontginning gebracht, omdat de


grenzen
niet voldoende Door
aangeduid waren.
gaandeweg verbeterde vastlegging der
grenzen
wordt hiertegen gewaakt.

Houtvester van West-Preanger en Ba n tën

„liet is nooit
mij mogelijk geweest, om, waar ik nieuwe
ontginningen heb ontmoet,
zóó veelzijdig alle nadeelen daarvan dat ik
voor- en te
overwegen, uitspraak zou durven

doen over de »of het niet beter de


vraag; voor
gemeenschap ware
geweest, zoo die ont-

ginningen niet waren


gemaakt”.

Houtvester van
Oost-Preanger en
Krawang.
~ln de residentie Preanger-Regentschappen heb ik twee malen
geconstateerd, dat gron-
den, de boschreserve door de betrokken districtshoofden in
tot
behoorende, ontginning waren

uitgegeven. De betrokken hoofden van plaatselijk bestuur werden hiermede in kennis


gesteld,
terwijl over ’t
algemeen ter
voorkoming van dergelijke fouten de boschreserve-grens op
duidelijke grensteekens wordt
vastgelegd”.

35.
Zijn er
streken, waar
nog groote uitgestrektheden woeste grond ge-
in
makkelijk ontginning te brengen zijn?
Zoo ja, warden tot dusver
waarom
zij niet ontgonnen?

Welke zijn die streken hoeveel baoe daar


en
zijn naar schatting beschikbaar?
Wat is de
voor
ontginning noodig? (aanleg irrigatiewerken, verkeerswegen,
faciliteiten hulp
en voor ontginners).

Bando e n g.

Ja, in overvloed in ’t Voor de


hoog gebergte. geschatte uitgestrektheden wordt

verwezen naar de betrekkelijke landrente Voor


monograliön. sawah-aanleg zijn bedoelde

velden echter te
hoog gelegen. Zij werden lot dusver niet
nog ontgonnen, omdat de in het
gebergte gevestigde bevolking overvloedig van
droge gronden voorzien is.
Zij, die in de
vlakte of verkiezen
weinig geen grond hebben, gewoonlijk, door ’r verrichten van koeli-

diensten, door deelbouw- of


huurovereenkomsten, in hun bestaan te voorzien, boven het

ontginnen van
hoog en veraf gelegen streken. Bovendien missen daartoe
zij bedrijfskapitaal.
Js bedrijfskapitaal noodig voor
ontginningen, verzekering van afzetgebied voor de te ver-

wachten voortbrengselen zou ze in de hand werken. Aan


erfpachtsperceelen en verkeers-

middelen is hier
geen gebrek. Had de
bevolking voldoende
ondernemingsgeest, dan zou

door den aanplant van thee haar te verdienen Neemt


nog genoeg voor
zijn. men in aan-

merking dat een deel de werkzoekers de


groot van
bij particuliere landbouwondernemingen
door
nabij gelegen afdeelingen geleverd wordt, en deze ondernemingen vaak
nog gebrek
aan werkvolk hebben, dan kan verondersteld dat
worden, de welvaart der
bevolking
dezer afdeeling, die vele andere
van
afdeelingen overtreft, zoowel binnen als buiten dit gewest

Tjiand j o e r.

Maleber. Neen.

Tjihea. In ’t gebied der bevloeiingswerken liggen thans ten noorden van

den
grooten postweg van
Tjiandjoer naar
Bandoeng, onder beheer der desa
Tjibodas,
+ 1000 baoe’s bevloeibare Bovendien
nog gronden onontgonnen. zijn daar nog wel

Hr 1000 baoe’s Ook onder de desa’s


tot
tëgalaus te
ontginnen. Tjipadani en Panjoe-
soehan ’t onderdistrict
van Tjisokan, liggen nog ettelijke honderden baoe’s grond onont-

gonnen,
waarvan een
gedeelte vroegere'sawah’s. Wegens gebrek aan
bevolking werden
deze niet Bieden
gronden ter
ontginning aangevraagd. van elders worden
terugge-
houden door ’t voorkomen malaria
veelvuldig van en door gebrek aan fondsen om

de ook is de
gedurende eerste tijden te
leven; veestapel in dit district zeer klein.

Voor de nieuwe ontginners is in de eerste


plaats noodig hulp èn in
geld én in

Ook de
vee. aanleg van een goeden weg van den
bovengenoemden recht
postweg
noord is wenschelijk, opdat de beter
meer
afgelegen gronden te bereiken
zijn. Voor

de desa’s Tjipadani en Panjoesoehan is ook noodig een goede brug over de Tjilahoe, nabij
halte Seladjambe, die deze desa’s uit haar
de afzondering zouden verlossen; voorts ver-

de bestaande leiding uit de ’t


betering van Ijilakoe bij gehucht Leuwipeusing.
Hier wel 2ÜUO baoe’s
Tjipoetri. zijn nog woeste grond beschikbaar. De minder

lieden de erfpachtsperceelen
gegoede gaan echter liever op werken, waar hun arbeid da-
30

delijk beloond wordt, kunnende zij wegens gebrek aan


kapitaal niet wachten
op de vruch
ten van nieuwe
een
ontginning.
Door het verleenen van
goedkoop landbouwcrediet kan in deze veel goed gedaan
worden.

Pèsér. Neen.

Tjikalong. Uier wel 5700 baoe’s woeste


zijn nog gronden beschikbaar. Nieuwe

ontginningen hebben telkenjare in beduidende mate Ook bier


plaats. zou goedkoop land-

bouwcrediet dankbaar worden aanvaard de


en aan
onginning, als bedoeld, ten goede komen.
Djampang wetan, Tjikondang. Groote
uitgestrektheden bier beschik-
zijn
baar. Hoeveel is niet bekend. De beeft
ontginning geleidelijk plaats en zou
door bet ver-

leenen van goedkoop landbouwcrediet zeer bevorderd worden.

Tjidamar. Neen.

Soek a boe mi.

In de noordelijke districten
Goenoeng parang, Tjimahi, Tjitjoeroeg en
Tjiheulang zijn
geen groote uitgestrektheden grond meer beschikbaar om te worden. Wel
ontgonnen
kunnen in elk der districten
tw'ee
laatgenoemde twee
nog + 2000 baoe
droge gronden
in sawah’s daarvoor
omgezet worden; maar
zijn lange waterleidingen noodig, welke alleen
gemaakt kunnen wordeli, als alle belanghebbenden ieder krachten samenwerken.
naar
zijne

Het kom missi-e lid Mundt licht dit toe als volgt-
.
o

„Om dit met een voorbeeld uit de laatste tien


jaren te staven, moge hier vermeld

worden, hoe steeds beweerd dat de vlakte


vroeger werd, van het onderdistrict
Tjikembar
het district
van
Tjiheulang niet te irrigeeren zou zijn.

«Nauwkeurige opmetingen van‘particuliere zijde toonden echter ’t


tegendeel aan, waarna

de de fabriek der
groote waterleiding naar theeonderneming Tjiboengoer tot stand werd
ge-
bracht, die haar vindt de
oorsprong in Ijitjatik nabij Tjibadak. Toen deze
leiding het terrein

dier fabriek bereikte, haar thans


van waar water een
uitweg vindt naar de Tjitjareuh, zonder
verder werd de
nuttig gebruikt te
worden, van zijde der onderneming Tjiboengoer aan

de Inlandsche hoofden bevolking


en
vergunning gegeven, om dat onbenutte water te
ge-
bruiken die leiding hunne middelen door
en met eigen te trekken voor het
aanleggen van

nieuwe sawah’s. Dit werd echter door hen afgeslagen, om reden zulks te veel geld zou

kosten, waarna het voor dat doel


opengehouden erfpachtsperceel werd thee
volgeplant met

en de kans verviel sawah’s leggen de


om aan te
op gronden door de Inlanders buiten die

onderneming bezeten. Dij flinke medewerking der inlandsche hoofden had zulks
ongetwijfeld
tot stand kunnen wordem gebracht, tot groot voordeel der bevolking, waardoor ook ginds
een meer
gevestigde bevolking zou zijn ontstaan.”

Op verschillende plaatsen is men in den laatsten daarmede in deze


tijd districten

begonnen onder leiding voorlichting het


en van
bestuur, en kan verwacht worden dat

binnen een tiental jaren deel dier in


een
groot gronden sawah’s omgezet zullen
zijn. In
de districten
zuidelijke Djampang tëngah, (maar vooral) Djampang koelon zijn zeer
groote
uitgestrektheden woeste
grond beschikbaar, welke gemakkelijk ontgonnen en voor een
groot
deel zelfs in sawah’s zouden kunnen
omgezet worden, wat tot dusver niet
geschiedde.
I°. omdat ze te dun bevolkt
zijn;
2°. omdat er
geen behoorlijke afvoerwegen zijn en
geen opkoopers van landbouw-
zoodat alles,
voortbrengselen; wat méér geteeld wordt dan
noodig is het
voor
gebruik,
tamelijk waardeloos is, en

o°. omdat de bevolking vroeger veel te veel


vrijgelaten werd in ’t uitoefenen van

haren hoema-bouw, zonder dat voldoende van


bestuurswege aangedrongen werd om daarvoor
sawa hbo uw de stellen. De
in
plaats te
uitgestrektheid der te
ontginnen terreinen in die streken
is tamelijk onbeperkt kan
nog en
moeilijk geschat worden. Het aantal dier
gronden, dat door
aanleg van desa-waterleidingen nog
bevloeid zou kunnen worden, kan voor
Djampang leng ah op
± 2500 en v oor
Djampang koelon minstens I U.UUO baoe’s
op geschut worden. h\
Djampang -

leng ah inrit die bevloeibare


v men
gronden hoofdzakelijk in desa’s
Panoembangan, Tjimerang
Poerabaja, Sagranten, Tjisitoe, Tjitjoekang, Tegalboeleud, Tjoeroegkembar en Tjidadup en in

Djampang koelon in de geheele zuidelijke helft. In laatstgenoemd district werd bijv. ongeveer
\ 1/2 jaar geleden door de bevolking zonder veel moeite een
leiding gegraven uit de
Tjigangsa,
onder den
voorlichting van
toenmaligen controleur ,1. van der
Makel, die’t tracé eerst door

een deskundige liet uitzetten ; wordt deze leiding later verbreed, dan zal 2000 baoe’s
zij +

vlakke, langzaam naar zee


alloopende vruchtbare
gronden kunnen bevloeien, waaronder

een honderd baoe’s reeds teelt


paar waarop droge gedreven wordt. De
bevolking is nu

al druk aldaar
bezig overal sawahs aan te
leggen, vooral de
wijl vroeger op groote
schaal
gedreven hoema- en roofbouw zooveel mogelijk tegengegaan wordt. Doch vóór al
die sawah
gronden tot
gemaakt zijn, zullen zeker vele jaren heengaan.
31

Voor de ontginning al die gronden is in de


van
laatstgenoemde twee districten noodig :
I°. ’t 1. den
Verbetering van
wegennet, n. aanleg van
voorgestelden weg naar

Sagaranten en den weg van Bodjonglopang over Pasawahan naar Tjitjoeroeg.


2°. De de
vestiging van
opkoopers van
landbouwvoortbrengselen op eindpunten
dier wegen.

3°. Oprichting rijstpelmolens of


van te
Sagaranten Poerabaja ( Djampanglengah)
te Tjiratjap, Tjitjoeroeg, Pasir Iris Balekambang
en
[Djampang koelon].
Voor het vermelde 2e zal het Chineezen
bij aan
vergund moeten worden zich tot

in de binnenlanden te hoofdstuk Handel


wederopzeggens vestigen. (Zie en Nijverheid).
Wat betreft de dat
oprichting van
rijstpelmolens, kan vermeld worden, een Europeaan

bezig is richten Balekambang de welke baai


een
groote op te te aan
Zandbaai, geregeld
door de booten der Koninklijke Paketvaart Maatschappij bezocht zal werden.

’t Kommissielid Mundt dezen zin;


voegt bij
reeds thans verbonden wordt tweede
„waaraan een
rijstpelmolen te Tjitjoeroeg (Djam-
koelonJ, einde de rondom die als de Zandbaai
pang
ten
padi plaats rijst naar te vervoeren

daardoor transportkosten Zandbaai land die als


en naar over te
besparen, bij vervoer
padi

natuurlijk veer hooger zijn.”

Heeft de bevolking gelegenheid haar padi te


verknopen aan
opkoopers en rijstpel-

molens, dan zal de zeker hooge vlucht in koelon,


paditeelt zeer een nemen
Djampang
waardoor ongetwijfeld emigratie uit de noordelijke districten zal
een
belangrijke ontstaan.

De aanleg goeden Tjitjoeroeg de Zandbaai zal dan


van een weg van naar zeer
noodig
die baai, de alle van’t district te maken.
zijn om afscheepplaats voor
voortbrengselen geheele
Ook landbouwcrediet is daar het velen voldoende middelen
ten zeerste noodzakelijk, aan

ontbreekt, om de kosten van


sawahaanleg te
dragen.
In Pelaboehan zijn nog groote uitgestrektheden grond beschikbaar, om
ontgonnen te

worden, vooral in het o.d. Tjisolok en verder ook in den omtrek van Pelaboehan zelf. De

bevloeibare uitgestrektheid wordt + 2500 baoe’s. Ook hier


er van
geschat op wordt

niets omdat de schaars is, haar te veel heeft


ontgonnen, bevolking nog zoo
terwijl men
vrijgelaten
haar hoema-bouw. Nu in den laatsten die hoema-bouw zooveel
met
tijd mogelijk tegengegaan
en de sawahaanleg aangemoedigd wordt, worden reeds vele terreinen in sawah’s
omgezet.
Door den den
aanleg van weg Oebroeg-Pëlaboean, waarvoor de noodige voorstellen

zal ook deze


ingediend zijn, ongetwijfeld ten een geheele ommekeer in die streken komen.

landbouwcrediet de in alle districten is


Goedkoop voor
ontginningen zeer
gewenscht.

’t Kommissielid Mundt aan den laatsten zin toe:


voegt

„terwijl daardoor dien nieuwen in waarde


langs weg de bouwgrond stijgt en waardoor

de bestaande belastingen jaarlijks hoogeren zullen


een
opbrengst vertonnen en rente en

aflossing het dien besteed kapitaal slotte


van aan
weg
ten
volledig geamortiseerd worden. (')

Soemedang.

Ja + 1500 baoe’s in ’t onderdistrict Tjisegel /TjibeureumJ, + 2000 baoe’s in de

onderdistricten Tomo en Boeadoea (Tjonggeang) en + 200 baoe’s in ’t onderdistrict

Wado (Darmaradja), welke gemakkelijk ontginnen Zij niet


te
zijn. zijn tot nog
toe

ontgonnen, voornamelijk gebrek aan werkkapitaal en aan handen. Intusschen


wegens
werd sedert 1902, dank de door de
zij te Soemedang gevestigde Hulp-, Spaar-en Landbouw-
credietbank verleende credieten, flink
een begin gemaakt met de ontginning der bovenbe-

doelde Voor dit doel


woeste
gronden. werd door haar reeds een
bedrag van
f 11975. —-

362 Behalve
aan
personen geleend. bedrijfskapitaal is voor de ontginningen noodig aanleg
van
bevloeiingswerken.

Limbangan.

Ja, de weidevelden in de zes noordelijke districten (uitgezonderd


Timbanganlen), zijn
meestal voor ontginning geschikte terreinen; zij worden echter gereserveerd voor de
instandhouding den Indien deze
van
veestapel. gronden der bevolking de of
om
vijf tien
in bruikleen
jaren ter
ontginning afgestaan werden, b.v. voor één of twee jaren, dan
zouden én
bevolking èn
veestapel er ten zeerste mede gebaat daar de
zijn, weidegronden,
zonder ontginning, houden
niet v
iij te
zijn van
jong bosch en vooral met van saliara, met

gevolg dat die weiden als waarde


zoodanig geen hebben (Tjiboeloeh a.). Voor
c.
uitgifte
in erfelijk individueel bezit komen
zij voorloopig niet in aanmerking. Voorts de
uitgestrekte
in
vlakten Negara en Kandangwesi die zonder bijzonder kosten bevloeid kunnen
groote

(1) Zie over de bovengenoemde wegverbeteringen : Overzicht van enz. ’t Vervoerwezen deel
11, bldz. 141.

Sedert is te Soekaboemi een afdeelingsbank opgericht. Aant. cl. bew.


v.
32

worden. Die bleven braak


gronden liggen wegens gebrek aan volk en aan
deskundige
kennis de kunstwerken te maken. Ken
om
schatting dier uitgestrektheden wordt achter-

gelaten, daar onbetrouwbare


wege zij een
raming zou
blijven. Berijdbare wegen
moeten

aangelegd worden, ware het alleen, omdat meer volk naar de onbekende streken zal

komen, handel drijven of zich Ze


om er te er te vestigen. ontbreken om de zuid geheel.
Ken uitsluitend
waterstaatsambtenaar, voor de verbetering der wegen en
’t traceeren der lei-

dingen, zou een zeer gewaardeerde hulp zijn. In


Kandangwesi zal
waarschijnlijk langzamerhand
een leiding tot stand komen, die de
ontginning van nieuwe sawah’s zal bevorderen.
zeer
(')

Soekapoera.

In
Padaherang, bandjar (zuid), Karang, Parigi, Mandala, Tjidjoelang en een deel
van
Panjèrèdan, zijn nog groote uitgestrektheden woeste grond te
ontginnen. Dit geschiedde
niet, omdat de
tot nu toe
bevolking daar nog te dun gezaaid is. De
uitgebreidheid dier

gronden is niet te schatten de In ’t


wegens verspreide ligging. zuidelijk deel van

bandjar en in
Padaherang zijn deze gronden aaneengesloten worden
op 8 10 duizend
en ze a

baoe’s geschat, ’t klimaat weerhoudt


Ongezonde lieden van elders om zich hier in
grooten
getale te
vestigen. De ’t
verkeerswegen zijn goed en water van grootere en kleinere

rivieren kan goed worden


zeer
aangewend voor bevloeiïng dier gronden. In’t onderdistrict

Tondjong ( Panjèrèdan ) zijn eenige desaleidiugen in


aanleg, waardoor honderden baoe’s
woeste bevloeid zullen worden. Zoo ook
grond in
Tradjoe. In het onderdistrict
Tjibeureum
(Tasikmalaja ) is dit ’t
eveneens
geval voor ± 500 baoe’s tëgalgrond, in
zuidelijk Bandjar
is leiding in die 000 baoe’s
een
aanleg + boschgrond zal kunnen bevloeiden. Met gou-

vernementshulp kunnen in
bandjar en Padaherang, Tjidjoelang en Parigi, Karang en

Soekaradja leidingen tot stand gebracht worden, waaruit zeer


uitgestrekte stukken woeste

bevloeid kunnen worden.


grond Wanneer dan tevens de
wegen naarde zuid over
Soekaradja
naar Karangnoenggal en over Soekaradja in
Tjikatomas naar Parigi beter voor
voertuigen
geschikt gemaakt zullen
zijn, dan zal
gaandeweg uit de dichtbevolkte districten
Smgaparna,
Tasikmalaja en Indihiang een massa volk zich in de zuidelijke districten kunnen
vestigen.

Houtvester van West-Preanger enz.

»Voor zoover
bekend, in het
mij zijn er
regentschap Tjiandjoer geen streken meer,

waar voor Inlandschen landbouw, met succes, nog groote uitgestrektheden woeste grond
in ontginning te
brengen zijn”.

Houtvester van Oo s t-P enz.


reanger
»Zooals achter 30 is
vitpag vermeld, zijn er
nog groote uitgestrektheden woeste
in de
grond Preanger, welke gemakkelijk in
ontginning brengen
te
zijn.
»Deze terreinen worden hier daar
en in erfpacht De kleine
aangevraagd. man

heeft
blijkbaar zóó
overvloedig veel grond, dat niet heel veel
hij in
ontginning aanvraagt.
Bovendien
ontgint hij dikwijls clandestien. (In een djatibosch vlak
bij de districtshoofd-

plaats I
jipeudjeuh werden door het
boschpersoneel acht-en-zeventig clandestiene ontginnin-
gen geconstateerd in 1904).
» t
Bewijs, diit de kleine man overvloed van
grond heeft op die plaatsen, waar
nog uitge-
strekte woeste terreinen wordt door
liggen, geleverd ’t feit dat van
geregelden landbouw
in die streken
geen sprake is, maar
zoogenaamd „gehoemad” wordt”.

30. Neemt ’t
huwelijk van Inlanders op jeugdigen leeftijd of vóór dat zij
zich een bestaan verzekerd hebben toe of af?

Onder welke maatschappelijke standen?

Waaraan wordt dit toegeschreven i

Bandoeng.
Noch ’t noch ’t ander.
een, Dergelijke huwelijken komen onder alle
maatschappelijke
standen ’t de Al
voor, meest
bij gegoeden. heeft de jonge man
nog voldoende
geen
middelen tóch wordt
van bestaan, een
huwelijk aangegaan, waarbij dan de ouders vele onkos-
ten
op zich nemen.
Dikwijls moedigen de ouders dit den
aan om
jongen man te dwingen,
spoedig een middel van bestaan te zoeken.

Tjiandjoer.

Over ’t algemeen komt t huwen van Inlanders op jeugdigen leeftijd meer voor

dan Vooral onder


vroeger.
ter
hoofdplaats de meer
gegoeden of de adellijken. Als reden
weidt opgegeven t trachten te voorkomen dat de jongens naar de publieke vrouwen
gaan.
(Jok in de desa’s komt het dan
meer voor
vroeger. Hier, doch ook ter hoofdplaats is

(1) In de Preanger is een ingenieur speciaal belast met het traceeren


wegen, terwijl
van even-

den GGist aanwGZGnd


ggds aan
waterstaatsambtenaar ggh ingenieur is toegevoegd
J

t
yoor ontwerpen
van
kleine bevloeiingswerken en ’t van adviezen. Aant.
geven v. d. bew.
33

in de familie, ten einde de familie-


veel gebruikelijk ’t laten huwen van jongeren eigen

één houden. Ook wel de schoonouders in ’t


bedrijf behulpzaam te
goederen bij te on)

Over andere kinderen kunnen de ouders niet


deze zelf hebben.
zijn, wanneer geen Zoon

zoo gemakkelijk beschikken.

Soekab o e m i.

Huwen Inlanders vóór zij zich een bestaan verzekerd


’t van op jeugdigen leeftijd,

hebben, in de streken veel in de


zuidelijke minder. Volgens
komt noordelijke voor;

die toenemen; eerstens omdat de


inlichtingen, zouden huwelijken meer en meer

maar vooral wegens


noodzakelijke levensbehoeften veel goedkooper geworden zijn,

vrees van de ouders, dat de kinderen reeds vóór hun


huwelijk geslachtsgemeen-
komt ’t onder de
schap zullen uitoefenen, ’t Huwen
op
jeugdigen leeftijd meest voor

vriendschap der
landbouwers. Hie huwelijken zijn soms een uiting van wederzijdsche
die ’t Een der ouders dan t onderhoud der jong-
ouders, huwelijk bewerken. zorgt voor

die bij vaders, met verschillende


gehuwden. Gewoonlijk echter komen huwelijken voor

kracht, dan w el
huwbare dochters en een grondbezit, te
groot voor bewerking met
eigen 7
zien niet hun dochter s
daartoe niet in staat is door ziekte. In zoo’n geval zij er
tegen op

doch die dan hen komen inwonnen ol


uit te huwen aan
menscheu zonder bestaan; bij
de sawahbe-
een afzonderlijk huisje krijgen, en den schoonvader behulpzaam zijn bij
ook al voor
Als
uiting van vriendschap komen die huwelijken nog eens
werking. een

6 7
in den stand der handelaars en ook in dien der prijaji’s, zelfs op leeftijden van

wordt tot beide


jaren, in welk geval de eigenlijke voltrekking van
't
huwelijk uitgesteld

kinderen den huwbaren leeftijd bereikt hebben. Deze laatste vorm begint echter hoe langer

hoe zeldzamer voor te komen.

Soemeda ng.

In
’t Aantal huwelijken op jeugdigen leeftijd is over
’t
tijdvak 1893 1903 algenomen.

het aantal in ’t geheel 236 '/■ 3843, waarvan onderscheidenlijk


die jaren bedroeg huwelijken en

1164 of 36 Hoewel meerendeels voorkomende


op jeugdigen leeftijd 861 en %en 3U’/ C
.

onder de mindere standen, komen deze huwelijken toch ook voor onder de meer gegoeden,

zelfs onder de ambtenaren.

L i m bang a n.

kooplieden), bleven
Die
huwelijken nemen toe
bij den minderen man (landbouwers,
dat kinderen dooi de
gelijk in de ambtenaarswereld. Het is
geen uitzondering jonge 1
verbonden worden ngadjodokeun njangtjang kawin,
ouders aan elkaar (ngarörëmokeun,
zekere
dit geschiedt dan in de
hoop dat de jonge man reeds spoedig eene
tjangtjang), en

kuischer leven
verantwoordelijkheid voelen zal, en vooral in ’t
geloof dat de jongelieden een

zullen leiden, dan wanneer


zij ongetrouwd blijven.

Soekapoera

komt in alle standen Het heeft echter meer


’t Huwen op jeugdigen leeftijd voor.

Eerst huwbaren de echtgenooten bij elkaar,


van een verloving. op leeftijd brengt men

in’t onderhoud
ook al heeft de
jongeling nog geen bestaan, in welk
geval de ouders voorzien
’t Van of afname dezer kan niet gesproken worden. Zij
van jonge paar.
toe-
gewoonte
hunner
moet worden toegeschreven aan ’t feit dat de wederzijdsche ouders ’t huwelijk

denkt die de toekomst dochter te verzekeren;


kinderen regelen. Men
op wijze van zijn
daardoor den slechte kunnen tegengaan.
terwijl men bij jongeling neigingen meent te

Ook de die vader of schoonvader inwoont, voor dezen


is vroeggetrouwde jongeling, bij zijn
Ook komt het veel
dikwijls een welkome hul)) bij de uitoefening van
zijn beroep of bedrijf.
ouders is.
voor dat ’t denkbeeld van een goede partij voor de te verleidelijk

dan één toe of aff


37. Nemen huwelijken met meer vrouw

Waaraan wordt dit toegeschreven ?

Ouder welke standen ?

’t aantal ’t leven kosten der om een


(Overmaat van vrouwen, op vrouwen,

grooter staat te voeren enz.)

Bandoen g.

Noch ’t een, noch ’t ander. Alleen onder de welgestelden is er


neiging om meer

’t
dan één vrouw te huwen. De middenstand bepaalt zich tot een tweetal en gaat tot

tweede als de oud begint worden. De Soendaneesche


huwelijk over, eerste vrouw te

uit de welvarende middenklasse is dus kostbaar


vrouw en gemak- en pronkzuchtig en een

huisgenoot.
34

Tjiandjoer.

Malèbér, Komt thans Ofschoon natuurlijk ’t de


Tjihea. meer voor. meest bij
wel onder de minder zoowel
rijkeren, komt het ook gegoeden voor, ter hoofdplaats als in
de desa’s. Ook de meeste hoofden zijn met meer dan één vrouw gehuwd. Als reden

wordt opgegeven ’t aantal vrouwen en meerdere welvaart dan


groote vroeger.

ïjipoetri, Pèsèr, Tjikalong. Blijft vrij wel op dezelfde hoogte. De oorzaak

dan in alle standen in meerdere of mindere


van huwelijken met meer een vrouw, wat

dan Het hier


mate ’t geval is, is dat er meer vrouwen mannen zijn. geschiedt niet om

te leven kosten dier vrouwen en om daardoor een staat te kunnen


op grooteren voeren;

doch het is meestal de neiging van den man en om aan


zijne begeerten in dit
opzicht te voldoen.

Tjikondang, Tjidamar. Huwelijken één


Dja m
pan gwe tan, yan man met

meerdere worden zelden ’t leven kosten der is


vrouwen aangetroffen en
op vrouwen even

weinig bekend.

Soeka b o e m i

In Goenoeng Tjimahi, Tjitjoeroeg en Tjiheulang neemt de veelwijverij toe,


parang,
in de welvarende Dit is n.l.’t
voornamelijk groote, bevolkingsmiddelpunten. v.
gevolg van

meerdere welvaart en ’t meer en meer


voorkomen van gegoede Inlanders. Want om meer

dan één houden, daar de Soenda-


vrouw er op na te moet men
eenigszins gegoed zijn,
neesche vrouw zeer veeleischend is. Onder de minder gegoede Inlanders komt zulks dan

ook nooit ’t Huwen dan één echter zelden ’t


voor. met meer vrouw, waarbij getal van

twee overschreden wordt, komt in alle standen voor, zoowel onder de gegoede landbouwers

handelaren, de desahoofden Inlandsche amb-


als onder de gegoede geestelijken, gegoede en

Men als de oud worden


tenaren. gaat er gewoonlijk pas
toe
over, eerste vrouw
begint te

en kiest zich dan nog een jonge vrouw, die in den


regel een
afzonderlijk huisje krijgt, ’t

Leven kosten der komt in deze streken omdat de Soendaneesche


op
vrouw
weinig voor;

’t arbeidzaam is, doch wel pronkziek verkwistend.


vrouw over
algemeen weinig en

tweede dan beteekent dat hem


Neemt een Inlander een vrouw, voor altijd een
groote

vermeerdering van uitgaven, waar


tegenover slechts zelden meerdere inkomsten staan.

Soemedang.

dan één niet toe-of


Huwelijken met meer vrouw (njandoeng) zijn bepaald afgenomen.
Ze komen onder alle standen voor, voornamelijk om een grooten staat te voeren, doch

ook, wat niet zeldzaam is,' om op kosten der vrouw te leven (njalindoeng kagëloeng).

Li mba ngan.

De is noch noch daar dit wordt door


veelwijverij toe-
afgenomen, toegelaten den

Als reden dat dan


godsdienst. voor
veelwijverij geeft men op, er meer vrouwen
mannen

zijn, zoodat de man


geneigd zou
zijn met meer dan eene vrouw
tegelijk te leven. De

komt onder alle standen ’t onder de Ook komt het


veelwijverij voor, meest
gegoeden.

voor,
dat men een vrouw huwt om op
hare kosten een beter leven te kunnen leiden

(njalindoeng kagëloeng). Geen uitzondering is het, dat men een tweede of derde vrouw

huwt, omdat ’t of tweede niet werd kinderen, of


eerste huwelijk gezegend met omdat

betracht wil Het komt slotte dat


men
zedelijkheid en
geen overspel plegen. ten voor,

meerdere heeft, omdat dat in acht stand


men vrouwen men
overeenstemming met zijn
de gegoedheid.
en mate van
zijn

Soekapoera.

Van of dan één kan


toe- afneming van huwelijken met meer vrouw moeilijk sprake
Zij komen veel onder alle standen; wie zich weelde kan
zijn. vrij voor maar
eenigszins de
veroorloven ’t onderhoud dan één
van van meer vrouw, gaat daar in den regel spoedig toe

Ook doet dit als de


dikwijls, bij geen kinderen
over. men men eerste vrouw kan ver-

wekken. ’t Leven kosten der komt mede


op vrouw
dikwijls voor.

38. Komst prostitutie veel voor ?

Neemt ze toe of af?

Waaraan wordt dit toegeschreven?

Bandoen g.

Ja, De Soendaneesche vrouw, verstandelijk weinig ontwikkeld,


en
zij neemt toe.

laat zich door ’t dan door ’t verstand leiden. Haar gemakzucht doet haar
meer
gevoel
35

leven verkiezen boven de


huiselijke beslommeringen van ’t huwelijks-
een gemakkelijk
leven. lieten getrouwde prostituees zich scheiden, om haar
vorige beroep te
Dikwijls
afkomst dien om
hervatten. Een groot
aantal is zelfs van goede en tot
stap overgegaan

Bovendien is de Soendaneesche vrouw in


de
zorgen van ’t huwelijksleven te
ontgaan.
mooie klceren sieraden. Als prostituee kan
zij deze nei-
hooge mate ijdel en verzot
op
en

beter firma’s Batavia hebben deze de beste afnemers


»insren bevredigen. De te aan vrouwen
O O o

zonneschermen, muiltjes Ten laatste, maar


van weeldevoorwerpen als zijden kleedjes, enz.

niet ’t minste, is de Soendaneesche vrouw van nature bijzonder hartstochtelijk.

Tjiandjoer.

Malèbèr, Tjihea. Dit neemt eer toe dan af. Hoewel betrekkelijk weinig vrouwen

als komt
prostitutie veel voor:’t meest ter hoofdplaats,
openbare vrouwen
ingeschreven zijn,
de desa. Men den toestand den aard van ’t volk.
-doch ook in schrijft aan lichtzinnigen
Armoede wordt gezegd nimmer de oorzaak te
zijn.

Tjipoetri, Pèsèr, Tjikalong. In Tjipoetri en Tjikalong is


zij eenigszins afge-
In
nomen, in eerstgenoemd district vooral sinds er geen
soldaten meer te Sindanglaja zijn.

Pèsèr de dan af, omdat daar veel meer vrouwen zijn


daarentegen neemt
prostitutie eer toe

de vaak andere in hun levens-


dan mannen en ongehuw'de vrouwen moeilijk op wijze
onderhoud kunnen voorzien.

komt weinig voor en neemt,


Djampangwetan, Tjikondang, Tjidamar. Zij
voor zoover bekend, noch toe, noch af.

Soeme d a n g.

Op de
hoofdplaats Soekaboemi neemt ’t aantal openbare vrouwen (ronggengs) ge-

de andere districten aantal hetzelfde. In Pelaboehan vindt


regeld toe, in blijft hun tamelijk
slechts
Ujampang hoelon
in ’t een
men zelfs geheel geen ingeschreven en in
ronggengs,
tweetal. ’t toenemend aantal Chineezen, neemt ook t
Tengevolge van Europeanen en

wordt als bijzit aan


aantal hunner bijzitten toe, te meer
daar er weinig schande in gezien
in den
den kost te komen. De geheime prostitutie neemt in de bevolkingsmiddelpunten en

omtrek omdat de Soendaneesche vrouw een zeer


van
ondernemingen meer en meer toe;
ver-
luchthardige levensopvatting en steeds groote
behoefte aan geld heeft, pronkziek en

kwistend als is.


zij

’t Kom missi el id Mundt merkt hier bij op:

»ook het dobbelen niet te vergeten!


’t zachtst uit te
Ad rem! Volmaakt juist en
is zulks uit dien hoofde, om op zijn

drukken, der redenen de vele der Inlandsche hoofden.”


een van tekortkomingen

als nooit behalve


Dat zij evenwel uitsluitend daarvan bestaan, komt zoo goed voor,

wat de ingeschreven ronggengs betreft. Gewoonlijk heeft die geheime prostitutie plaats

medeweten de ouders. Slechts enkele keer komt het dat de


buiten van een hoogst voor,

ouders medewerken om hun maagdelijke huwbare dochter voor grof geld voor een paar

nachten een Europeaan of een Chinees afstaan.

Soemedan g.

veel de ’t aantal mannen


Ja, zij komt
vrij voor, wegens ongunstige verhouding van

en en ook meerdere weelde in den zin van zich meerdere behoeften


vrouwen, wegens

te
scheppen.

Limba n g a n.

vooral in de bevolkingsmiddelpunten, omdat er meer vrouwen zijn


Zij neemt toe,

dan mannen, zoodat niet iedere vrouw een huwelijk kan doen. ’t Vreemdelingenverkeer
haar in de hand werken. Bovendien
in deze centra draagt er niet
weinig toe bij om te

tooi smuk is dus


is de Soendaneesche vrouw behaagziek van aard, houdt van en en

gemakkelijker te verleiden, dan wanneer


zij die eigenschappen niet had.

Soekapoera.

Openbare prostitutie komt betrekkelijk weinig voor. Waar meer vertier of

verkeer bestaat, neemt


zij toe.
36

39. Nemen bedelarij en vagebondage toe?

Waaraan wordt dit toegeschreven?

Bando e n g.

Neen. komt niet


Vagabondage voor.

Tjiandjoer.

Pèsèr Malèbèr ; wel als


Bedelarij neemt alleen toe in en en van ongelukkigen,

blinden, ouden die niet werken kunnen geen familieleden


gebrekkigen, van
dagen, meer en

bezitten om hen aan den kost te helpen, waardoor zij verplicht zijn tot bedelen bun toe-

Velen dier blinden Javanen uit Cheribon. In de


vlucht te nemen. en gebrekkigen zijn
andere districten is de onbeduidend. Yagebondage komt slechts bij uitzon-
bedelarij hooge

dering voor.

Soekaboemi

Bedelarij komt slechts weinig voor, daar gebrekkigen en armen bijna altijd door hun
familieleden worden. Het komt Soekaboemi.
geholpen meest
zij nog voor ter
hoofdplaats
komt als nooit daar door de
Yagebondage zoo goed voor, landloopers dadelijk politie
Soekaboemi de
per jaar (n.l. djakat
worden De door de moskee
opgepakt giften, eens te van

verstrekt gebrekkigen behoeftigen, zijn eenenmale onvoldoende,


en pitrahgelden) aan en ten

slechts I. f 3 jaar.
en
bedragen f per

Soemeda n g.

Neen

Lirn ba 11 ga n

wordt de
Bedelarij neemt af, omdat ze zooveel mogelijk tegengegaan
en armen een

zekere de moskeekassen, vooral van aan- en bloedverwanten


zorg genieten van wege maar

Komt, enkele maal wel dan het


Yagebondage komt niet voor. ze een voor, geldt

meestal menschen van buiten af of krankzinnigen.

Soekapoera

Komen hier zelden


,yoor.

40, Hoe vóórziet de fatsoenlijke, onbemiddelde desaman, zonder vast bedrijf,

den schralen in levensonderhoud?


in z.g. tijd gemeenlijk zijn

Bando e n g.

Door koelidiensten, bij landgenooten, hetzij de landbouwondernemingen.


hetzij op

Enkelen klein-, tusschen- of commissiehandel in allerlei, in


drijven tot
boschvoortbrengselen

toe. Kunnen deze middelen niet te baat genomen worden of is men te lui om, zoo noodig,

tot verre afstanden koeliwcrk te zoeken, dan worden goederen verpand of geld, meestal
op

vreemden of kennissen De of nietsbezittenden


echter padi, bij familieleden, geleend. weinig-
de ’t Werk is
gaan er in ieder geval toe over voeding te beperken tot
hoogst noodige.
hier echter zoo goed als altijd te vinden.

ïj ia iici joer.

de buurt of
Door als koeli te gaan
werken op de in liggende erfpachtsperceelen
bestaat. In ’t deel dezer kent
elders, waar daartoe gelegenheid overgrootste afdeeling

echter, ’t in alle schralen


men
wegens padisnijden jaargetijden, geen tijd.

Soekab o e m i.

I°. Door als koeli te


gaan
werken op
de talrijke landelijke ondernemingen en bij
of ook wel Inlanders.
Europeanen bij gegoede
maanden vóór den kleinen
2°. Yelen beginnen in dien
tijd (n.l. de padioogst) een

handel en trekken de desa’s rond met allerlei


goedkoope handelsartikelen en koopen

omgekeerd weer landbouwvoortbrengselen op.

3°. Zijn ze te lui om op een der bovenvermelde wijzen iets te gaan verdienen, dan

wel door daartoe of kunnen in den naasten omtrek


lichaamsgebreken ongeschikt, zij geen

dan hebben lust huis dan trachten door


werk vinden, wel zij geen ver van te
gaan, zij geld
of vrienden kennissen leenen, den kóst komen, of worden
padi van en te aan te voor-

werpen van waarde naar het pandhuis gebracht.


37

den schralen door


4°. Dikwijls tracht men door een goedkoope voeding tijd te

komen, bijv. door maar eenmaal per dag rijst te eten, of ook door eenmaal rijst en eenmaal

verschillende zooals bolèd, hoewi beureum, boei


knolgewassen, bijv. oebisoorten, mantang,

taleus enz. te eten, waar men anders tweemaal daags rijst eet.
areuj enz. en sampeu,

niet zien huis


Zij die werken willen en kunnen, en er tegen op eenige dagen van

te kunnen wel altijd voldoende werk vinden.


gaan,

Soemedang.

dan door zich als koeli verhuren de of


Niet anders te bij welgestelde desagenooten
door elders werk te zoeken.

Limbangan.

koeli verhuren of op de landbouwonderne-


Door zich als te bij zijn desagenooten
komt overal vooral de
mingen. Wederzijdsch hulpbetoon voor, bij sawahbewerking

den Men
krijgt bijv. f 0.10 daags en wat eten
bij de
sawahbewerking of
en bij oogst.
de (gatjang sapotjong dörëp.) Hij houdt zich in
'lO% van geoogste padi sasangga zijn
verder ’t vervaardigen verschillende artikelen huishoudelijk
vrijen tijd bezig met van voor

gebruik of voor de vischvangst (vlechtwerk, keukengereedschap, netten, fuiken, enz.)


w'elke artikelen op de pasar’s verhandeld worden.

Soek a poer a.

Door verkoop der voortbrengselen overjarige door leenen


zijner gewassen, van
padi
ruimer voorzien 1 leenen, 2 den
van hen, die er van zijn, pikoel pikoels terug bij eerst-

Door kleinhandel In de districten komt


volgende!! oogst. (ngèbèr). zuidelijke zulks

Hier teelt de desaman voldoende


echter weinig voor. altijd rijst voor
eigen gebruik, heeft

mindere behoeften in voorraad leveren verder


hij wegens zijne altijd wat
geld en
zijn
’t
klapperaanplantingen noodige.

Maken de bedevaart veel gebruik


41. kapitalisten van om zich meester te

maken van have en goed, van huizen of van den grond van de vertrekkenden, door

voorschotten niet in tot de onder verzwarende


verhouding waarde, omstandighe-
den 1 (verkoop met recht van weder-inkoop.)

Bando e n g.

de Inlandsche ambtenaren hoofden, komen zulke zaken


Volgens en zelden voor.

Meestal onderneemt men eerst de bedevaart, als men de middelen er toe heeft. Soms

’t ontbrekende
wordt daarvoor geleend om aan te vullen; doch meestal beweert men

onder voor Inlanders billijke voorwaarden.

Tjiand j o e r.

Is hier, voor zoover bekend, nooit voorgekomen.

Soekaboemi.

Hier niet bekend. Alleen de bedevaart wachten daarmede


gegoeden gaan ter en

’t benoodigde geld bij elkaar hebben.


tot
zij

’t Kommissielid Mondt dezen zin toe:


voegt aan

in den regel de geheele kampoeng


«waartoe bijdraagt.”

Dat zij daarvoor onder bezwarende voorwaarden geld opnemen of hun huizen of

hun komt niet kunnen anders niet


gronden tegen minimum-prijzen verkoopen, voor; zij
komen, dan stellen de bedevaart
aan geld zij liever een
jaartje uit.

Soemedang.

Gevallen hiervan ’t bestuur niet bekend


zijn bij

Limbangan.

Ja, dit komt niet in mate. komen


voor, maar
groote Gewoonlijk hiervoor in aan-

huizen De loerah Babakan-lawa


merking en erven. van
ontving van een z.g.
sech
ƒ 500
voorschot
op een vischvijver en is nu misschien voor immer verstoken van
zijn voor-

deelige bezitting.
38

Soekapoera.

Van die misbruiken is hier niets


gebleken.

42. welke kan gemiddeld ’t gesteld worden, dat de bede-


Op som
kapitaal

vaartganger medeneemt of dat betaald wordt voor ’t verrichten van de bedevaart

door een gemachtigde?


Wordt dit vaak overschreden
gemiddelde aanzienlijk bijv. door rijke lieden,
gepensionneerde ambtenaren enz.?

Bandoeng.

Gewoonlijk gemiddeld ƒ 500. Meer gegoeden nemen


grootere sommen, tot f 1000
en meer. Voor ’t laten verrichten den bedevaart door zich ter
van een
gemachtigde (die voor

bedevaart uittrekt dan de uitvoer wordt


en tevens
machtiging ten te brengt) gewoonlijk
van
f 25 tot
f5O en door meergegoeden f 100 weggelegd.

Volledigheidshalve wordt uit ’t 1903 ’t


gewestelijk jaarverslag over navolgende
omtrent den bedevaart
overgenomen.
’t Aantal Mekka
bedevaartgangers en van teruggekeerden bedroeg onderscheidenlijk in

1894 440 en 617 '1899 695 en 914

1895 1078 » 218 1900 759 » 527

1896 600 » 971 1901 1018 » 718

1897 986 » 418 '1902 966 » 805

1898 1112 » 767

In ’t verslagjaar bedroeg dat aantal als volgt:

AFDEELING. BEDEVAARTGANGERS. TEBUGGE KEERDEN.

Bandoen» 507

Tjiandjoer 554 195

Soekaboemi 113

Soemedang 21 2

Limbangan 473 175

Soekapoera 295 151

Totaal 1982 636


....

De ’t
groote toename van aantal bedevaartgangers in 1903, is toe te schrijven èn

den die dan


aan
buitengewoon rijken koffieoogst, meer
personen gewoonlijk in staat stelde

de kosten, den bedevaart verbonden, kannen èn ’t feit dat in


aan te
bestrijden, aan het

jaar '1341 der Arabische jaartelling de bedevaart


(’t jaar „waoe”) groote (hadj. akbar)
heeft wel omdat de 9 en
de maand
plaats en
groote bedevaartsdag (den van
Doelkidja) op

valt, in de
een Yrijdag wat eens acht jaren ’t
geval is.

Een in zulk
pelgrimstocht, een jaar ondernomen, levert, volgens ’t Mohamedaansch

meerdere voordeelen dan


geloof, godsdienstige op in een jaar, waarin de groote bede-

niet valt. Vele islamieten, die reeds de


vaartsdag op een
Vrijdag over noodige fondsen

kunnen beschikken Mekka stellen hun reis derwaarts


om naar te
gaan, opzettelijk uit,
totdat de akbar aanbreekt. In 1903 ondernamen dan
hadji ook eenige gepensionneerde
Inlandsche ambtenaren deze pelgrimstocht, hun ambt
terwijl eenige desahoofden nederlegden,
daaraan deel Groote werden Mekka
om te nemen. sommen in ’t verslagjaar naar
medege-
Stelt ieder
nomen. men ’t reisgeld van
op gemiddeld f 500, dan beliep ’t totaal /"991.000.

Tjiandjoer.

Gewoonlijk f 500 per persoon, terwijl voor ’t verrichten van de bedevaart door

een gemachtigde, wat zeer


weinig voorkomt, meestal
f 25, doch door zeer
gegoede lieden

tot zelfs f 100 betaald wordt. Rijke lieden, die zelf ter bedevaart nemen dan
gaan, meer

f 500 mee,
tot
bedragen van f 1000 wat vooral in Pèsèr voorkomt.
per persoon,

Soekaboemi.

Minstens wordt altijd f 500 medegenomen, iets Men kan ’t


gewoonlijk meer.
ge-
middelde bedrag /800 /’7OO stellen. Dat hierboven
bedragen medegenomen worden, komt
39

die 1000 medenemeu, b.v. in


evenwel ook veel voor; zelfs zijn er / en meer
Tjtheulang
6000 door iemand, die kinderen schoonzoon Het
f met
zijn vrouw, twee en
ging. schijnt
de Mekka grooter verschillende
dat in de laatste jaren kosten te zijn geworden, althans, van

zijden werd beweerd, dat men tegenwoordig moeite had met f 600 toe te komen, waar
vroeger

500 voldoende Vele Inlanders, die gedurende hun leven de bedevaart niet zelf hebben
f was.

in
gedaan, bepalen dat
bij hun dood een zeker
bedrag van
f 15 f 50, doorsnede
f 30,
bestemd moet worden aan iemand, die de bedevaart verricht, mede te geven, ten einde

doen schapen of laten offeren. Veelal doen


daarvoor gebeden te laten en eenige geiten te

zulks uit zich zelf. Dit heet amanat”


ook de eigenaren geheel geld „wang

’t Laten verrichten van de bedevaart door andere gemachtigden komt in deze afdeeling

nergens voor.

De
jaarlijksche bedevaart heeft tot dusver nog geen groote verhoudingen aangenomen,

zooals blijkt uit de ondervolgende opgave.

Aantal Inlanders, in ELK DER ONDERSTAANDE

JAREN NAAR MEKKA TER REDEVAART GEGAAN.

DISTRICTEN.
1901. 1902. 1903. 1904.

M. Y. M. V. M. Y. M. V.

49 19 53 20 58 27 43 24
Goenoeng Parang .

16 9 2 1 5 2 38 17
Tjimahi ,

1 6 2 17 3
Tjitjoeroeg ....
— — —

12 8 17 9 9 6 5 1
Tjiheulang ....

Pelahoehan 6 8 2 1 5 2 5 4
....

4 2 10 1 9
Djampang lengah .
— — —

koelon 7 7 2
Djampang .
— — — — —

95 41 90 32 95 37 110 49

Soemedang.

Vóór de laatste deze


wettelijke regeling van aangelegenheid, volgens welke’t kapitaal,
waarover een bedevaartganger moet beschikken kunnen, niet minder mag bedragen dan

wisselde dit af vanaf 375 500. onder de Inlanders


/ 500, f f Meergegoeden nemen

meestal bedragen (van 1000 Voor verrichten der bedevaart


grootere mee
/ f 3000). ’t

door wordt f 25
een gemachtigde (amanat), gewoonlijk van
f 50 betaald en door

meergegoeden gemiddeld f 100. ’t Afvaardigen van een gemachtigde kan echter alleen

plaats hebben na den dood, ter nakoming van de plicht, welke op iederen moslim rust

om ter bedevaart te
gaan. Het spreekt toch van zelf dat bovengenoemde bedragen van

/ 25 100 niet voldoende de kosten bedevaart te dekken. Deze be-


/ zijn om van een

worden dan ook anderen, die zich zelf bedevaart


dragen aan voor ter
gaan, medegegeven,
overledene diens verzuim maken.
om tevens voor een goed te

Li mba n.
nga

Gemiddeld verbruikt de bedevaartganger f 375 f 400 voor ’t verrichten van

zijn bedevaart; f 30 wordt betaald voor een bedevaart door een


gemachtigde (amanah),
d.w.z. den der amanah den te Mekka. Deze
fl5 voor brenger en fl5 voor gemachtigde
worden meermalen overschreden door rijke lieden, ambtenaren, gepen-
bedragen aanzienlijk

sionneerden, enz.

Soekap o e r a.

Gemiddeld
f 500, de reiskosten hierin begrepen.
Voor ’t verrichten bedevaart door ander wordt
van een een
gewoonlijk ƒ4O f5O
betaald. Deze gemiddelden worden alleen overschreden door gepensionneerde ambtenaren en

zeer bemiddelde lieden.

43. Welke bedrijven oefent bet meerendeel der hadji’s nit? (woeker).
Onderscheiden zich de Inlanders der streek door betere
zij van overige

geschiktheid den ’t bestaan ?


voor
strijd om
40

Bandoeng.

’tMeerendeel is veel handelaren onder. Te


landbouwer; overigens zijn er
Bandoeng
heeft onder de Inlandsche vele ’t dat vóór de hadji
men
grooten hadji’s. Bedrijf, zij

uitoefenden, wordt veelal Slechts de minderheid hen wordt


na
terugkeer voortgezet. van

woekeraar. Zij behooren grootendeels tot de gegoeden en onderscheiden zich van de

andere Inlanders door hun betere in den het bestaan. De


geschiktheid strijd om meesten

hunner reeds vóór de bedevaart uit ’t ondernemendste en


waren
gegoed en sproten voort

veelal ook uit ’t beschaafdste van’t volk. Door hun reis


gedeelte naar
Mekka,aanraking
andere andere toestanden, werd hun blik verruimd. Men
met
rassen, aanschouwing van

evenwel niet voorbijzien dat hun aanzien en invloed bij en op


de Inlandsche bevolking
mag
door de is daarvan misbruik kan worden,
hadj gestegen en gemakkelijk gemaakt voor

welke
verleiding somrpigen bezwijken.

Tjiand j o e r.

’t Zelfde deze echter onder dat vele


geld voor
afdeeling, bijvoeging hadji’s ter

hoofdplaats Tjiandjoer karrenverhuurderijën houden, en dat velen onder hen geld en


padi
uitzetten
tegen hooge rente.
1

Soekaboem i.

Ook deze ’t zelfde doch heeft hier, in


von
gezegd worden; men

tegenstelling met
Bandoeng en Soekaboemi, onder de
hadji’s minder vvoekenaars. In

koelon
Djampang tengal), Ujampang en Pelaboehan zijn de
hadji’s zoo
goed als uitsluitend
andbouwers; in de
overige districten meer handelaars, die dit reeds waren vóór de be-

devaart naar Mekka.

Socmedaug.

Limbangan, Soek Als de onder aanteekening


apo era. bij vorige afdeelingen;
dat in Soekapoera die
hadji’s, gelden uitzetten tegen woekerrente en
’t
in-pandnemen van

sawah’s, een
mondeling beding van
wederinkoop maken, terwijl in de onderhandsche acten

desniettemin wordt,
bijna altijd gestipuleerd dat de
verkoop voor
altijd en voor goed
had.
(móetlak) plaats

44. Welke is hun invloed hun


op omgeving?

Bandoeng.

Dat -hun invloed misbruik maken, is zaak, die


zij van soms een natuurlijke men

trouwens overal waarneemt als ’t ’t overwicht den sterkere den


gevolg van van op

zwakkere. Over dat misbruik wordt zelden Men dan ook aannemen, dat
geklaagd. mag
’t woeker Arabieren
bij bedrijven van en dergelijke praktijken door
Europeanen, Chineezen en

dusver werd dan in


tot
hardvochtiger opgetreden door hadji’s. Edoch deze
zijn grooter
aantal tusschen de dus ook beter in de
en meer
bevolking verspreid en meer en gelegenheid
hun overwicht misbruik maken. Wordt hiertoe —de
om van te
overgegaan strijd om

’t bestaan neemt steeds andere dan kunnen de hun


grootere en
afmetingen aan gevolgen van

invloed worden. Tot dusver


noodlottig was hun invloed
op
hun
omgeving in
menig opzicht
Door de die Inlandsche
een
goede. hoogere plaats, zij onder de onbeambte leden eener

gemeente innemen, oefenen dikwijls door hun voorbeeld meestal


zij (zij zijn ordelijk en

ijverig) en door aansporing tot het inachtnemen de die op de


van
verplichtingen, ingezetenen
rusten, een weldadiger) invloed uit.

Tjiandjoe r.

Malèbèr, Tjihea. Van een


bepaalden invloed is moeilijk te spreken. De bede-

wordt in deze streken zóó


vaart
veelvuldig gedaan, dat
bijna iedere gegoede hadji is.

Bij ’t gemeene volk de hadji steeds wordt


staat
hoog aangeschreven, en
hij aangesproken
of
met
«djoeragan hadji” «toewan
hadji”. Desahoofden hebben weinig invloed op
hen. Van

dat aanzien maken wel


zij gebruik om zich aan
verplichte diensten te onttrekken of

ook om voordeelige overeenkomsten -aan te


gaan met de dommere
desagenooten. Wordt

de invloed der hadji’s in Tjipoelri 'en


Tjikalong van
gunstigen aard geacht op hun omge-

in Pèsèr
ving, schijnën zij wel eens een verkeerd voorbeeld voor de bevolking te
zijn.
Djampang we tan, Tjikondang, Tjidamar. Hier is hun invoed niet

nadeelig.

Soekaboemi.

Van slechten invloed der de is


een
hadji’s op omgeving nergens iets merkbaar. Zij
41

woekeren niet dan anderen.


bijv. meer In ’t
algemeen neemt de hadji een
hoogere
in de Jnlandsche
plaats maatschappij in dan
zijn vroegere standgenooten, die niet ter bede-

vaart
zijn geweest.

’t Kommissielid Mdnbt is oordeel


van

»In streken slechts zooals de


waar
weinig Europeanen wonen, aan zuidkust, is de

invloed der hadji’s de buiten merkbaar, door het


op bevolking eenigen twijfel duidelijk
bestaande fanatisme dier dan toch i. tot «slechten invloed”
bevolking, hetgeen m.
gerekend
dient te worden.”

Soemëdang.

De invloed, die zij op


hun omgeving hebben, is gêen andere dan die, welke ieder

Inlander, die iets meer ontwikkeld is, op de bevolking uitoefent, en die in den
regel to

eigen voordeel wordt


aangewend.

Limbangan.

De invloed der hadji’s hun omgeving is niet vooral in


op onbelangrijk, streken als

der
Soetji en Timbanganten, waar velen bevolking hadji’s zijn. Het is toch een niet te

loochenen feit, dat de zeker aanzien


zij bij niet-hadji’s een genieten, dat aanzet tot navol-

zoowel als kwade. Ten kwade, als zich als


ging, ten goede ten zij woekeraar doen

kennen; het de den


ten goede; waar getrouwe beoefening van godsdienst geldt, die

beter leven het leven ’t dat


tot
aanspoort en waar een
matiger geldt; met
gevolg men

zich kapitaal den ouden


eenig vergaart voor
dag.

Soekapoera.

De de desa in
hadji’s genieten in ’t
algemeen eenig aanzien, waarom
zij bij de

behandeling desabelangen invloed Godsdienstigen invloed oefenen


van
personen van
zijn.
ook uit; doch veel minder dan de zoogenaamde die veelal minder ontwikkeld
zij goeroes,
ook bedevaart Vele in ’t
zijn, tenzij zij ter
zijn geweest. hadji’s zijn geheel niet
godsdienstig
noch fanatiek; er waren zelfs velen onder hen, die de anti-islamitische leer van Madrais

omhelsden.

45. Is de bevolking spaarzaam !

de of af ? Waaraan wordt
Neemt spaarzaamheid toe dit toegeschreven ?

In welke vormen wordt meestal gespaard?


Wat kan tot bevordering van het sparen gedaan worden ?

Bandoeng

Over ’t is
algemeen zij verre van
spaarzaam en neemt
spaarzaamheid, door ’t krijgen
voldoen meerdere af dan Onder de
van en aan behoeften, eer toe. meer
gegoeden is echter

neiging merkbaar tot


uitbreiding van hun grondbezit en
rijkdom. Verkwisting en
lichtzin-

die daardoor of
nigheid van anderen, tot verpanding vervreemding van hun
gronden
vervallen de hen noodlottige gevolgen, stellen de tot die
met
gewone voor meer
gegoeden
Zelden wordt deze door harden
uitbreiding in staat. verkregen arbeid, zuinigheid en
vlijt
De waarin in sawah’s in
gewone vormen gespaard wordt, is belegging van geld en vee.

wordt baar ’t
Bij uitzondering geld tot
groote bedragen gespaard, de verleiding tot
geven

sëdëkah’s feesten is daartoe voortdurend bloot


van en te
groot. Voorts staat men daarbij

aan verzoeken om geldelijken bijstand van familieleden en kennissen. Veiligheid van have

laten wenschen Toestanden als in Midden- Oost-Java,


en goed weinig te over. en waar

bezit van baar geld voortdurend zorgen baart voor diefstal enz., komen hier nog niet voor.

Door oprichting van


loemboeng-desa ontwikkelt men de kiem van spaarzaamheid

Bij dit al zie men niet over ’t hoofd, dat het


gros der landbouwers juist genoeg heeft om

leven dus moeilijk kan denken. De proletariërs kunnen dit


van te en aan
sparen talrijke
minder kan ’t
nog doen. Deugdelijk volksonderwijs eveneens tot opwekken van spaar-

dusverre echter veel vruchten af-


zaamheid bijdragen. Tot
wierp dit onderwijs wrange

Immers vele voorbeelden die zich genoten onderwijs verheven


er
zijn van
ex-leerlingen, na

achten boven handenarbeid als bestaansmiddel.

Tj i a n
dj oer.

Neen, hoewel in de omgeving der hoofdplaats en onder de gegoeden wel eenige

spaarzaamheid waar valt te nemen. Verbetering is hierin weinig te bespeuren, zij het ook
dat onder de landbouwers wel die hun padi bewaren deze in den duren
er
zijn, om eerst

tijd te
verkoopen.
42

Heeft Inlander dan wordt dit in den


een wat geld over, regel al heel spoedig aan

feesten of andere zaken Het


onnutte uitgegeven. eenige wat tot bevordering van
’t
sparen

gedaan kan worden, is hem dit te leeren, waartoe de oprichting van


desa-loemboengs en

en landbouwcredietbanken doeltreffend middel wordt.


spaar- een
geacht

Soekab o e m
i.

Over ’t
algemeen is de bevolking in zoover
spaarzaam, dat zij in den regel een deel

van den padioogst bewaart den den


voor
tijd tot aan volgenden oogst. Anders, spaar-
zaamheid is geen karaktertrek van den Soendanees in deze streken. Wel verschillende
zijn er

Inlanders die hun


grondbezit en rijkdommen door
spaarzaamheid weten uit te breiden,
doch ’t is dit slechts klein
over
geheel een percentage.

De houtvester S. .1. Braam


van
voegt hierbij: „Evenals andere menschen
van andere rassen n. b. m.”

De meest waarin
gewone vorm
gespaard wordt is, dat men telkens voor ’t
geld,
dat heeft,
men
gronden koopt (in de zuidelijk districten ook te zamen met buffels). In
de bevolkingsmiddelpunten der districten worden
noordelijke voor’t geld ook goederen van

waarde gekocht. Geld wordt slechts


bij hooge uitzondering tot belangrijke bedragen bespaard.
Maar heeft men
eenigen tijd gespaard, dan wordt dikwijls bij verschillende sëdëkahs en

andere feesten ’t
geld weer
op
verkwistende
wijze weggegooid. In het
algemeen wordt
in de districten,
noordelijk inzonderheid in de bevolkingsmiddelpunten, veel
geld uitgegeven
aan
onnoodigen opschik e. d., terwijl in die streken ook dikwijls een
gemaakte spaarpot
gebruikt wordt om
eenige maanden te kunnen luieren. Toe- of afname van
spaarzaamheid
is niet te bemerken.

Alle
pogingen tot
bevordering van ’t
sparen
zullen
voorloopig wel vruchteloos blijven.
Een volksaard verandert men niet.
zoo maar
Hinderpalen welke’t sparen in den
weg staan
zijn er in niet, daar ’t
zooAer
geld altijd op zekere manier in
gronden of vee belegd kan

worden. Wat t in den staat, is dat


sparen weg spaarders altijd lastig gevallen worden
door bedelende
hongerige, en luie familieleden of kennissen.

Het is niet dat de


onmogelijk loemboeng-desa ten deze later een
gunstigen invloed
zullen uitoefenen.

Soemedang.

üver t algemeen zeer


weinig. Van toe- of afneming kan hier weinig gesproken
worden. Wel wordt ’t zooveel in hand
sparen mogelijk de doch vóór hier-
gewerkt;
mede doel bereikt
t
gewenschte wordt, zullen
jaren en
jaren noodig Zij die in de
zijn.
gelegenheid zijn gelden te sparen, beleggen deze meest in sawah’s en vee.

De
gelegenheid tot
geldbelegging wordt door de
oprichting der Soemedangsche
Hulp-, Spaar- en Landbouwcredietbank zooveel mogelijk vergemakkelijkt. De gedurende
ItlOT door deze bank beheerde
spaargelden bedroegen in totaal / 8346,18, waarvan in
den
loop van t jaar teruggenomen werden / 3484,90, zoodat op
ultimo 1904
nog een

bedrag van f 4863,40 bij deze instelling berustte. Van deze som behoorde een bedrag
Aan / 4078,49' 446
aan
gewone Inlanders, terwijl aan
deposito’s een bedrag van
ƒ 9150
ten name van 40 hunner stond le, 2e 3e
(zie en jaarverslagen der bank).

L i m ba ngan.

Neen. Zeker, men merkt in de bevolkingsmiddelpunten meerdere welvaart


op, als
gevolg van meerdere bedrijvigheid; den
van
uitbreiding van landbouw; van betere af-en

vervoermiddelen, als t betere verkeer


spoor; van
marktgelegenheden; van ’t met Euro-

peanen en Chineezen; van


aanleg van
vischvijvers (Timbanganten 0.a.); van de oprichting
\an landbouwondernemingen; doch waar men winst in den landbouw, in of
zijn beroep
bedrijl behaalt, daar
belegt men dit meestal in
grond of wel men begint een handels-

zaakje. Spaarzaamheid in den zin, dat


geld of
men
spaart bij zekere bankinstelling belegt,
behoort tot de zeldzaamheden.
Zij neemt evenwel toe, als
gevolg van den drang om den

strijd om t bestaan beter te trotseeren, niet minder als


en
gevolg van den merkbaren

vooruitgang in geestelijke ontwikkeling.


Ter
bevordering van
spaarzaamheid diene een
goed voorbeeld der hoofden en
zijn
hun raadgevingen onmisbaar. Veel
verwachting wordt gekoesterd van de instelling der

loemboeng-desa.

Soekapoera.

De bevolking de zuid, wonende in


aan
afgelegen streken, die weinig behoeften heeft,
is ’t Men
over
algemeen spaarzaam. spaart hier voornamelijk in den vorm van padi en

buffels. In de noordelijke districten kan de bevolking niet hier te veel


sparen. Zij kreeg
43

behoeften slechte Slechts enkelen


en
neigingen. sparen. Spaarzaamheid nam eer af dan toe.

Oprichting der zal wellicht veel kunnen uitrichten.


loemboeng-desa ten
goede In dezen

vorm de gemeente, niet ’t individu >).


spaart

46. Geeft de
postspaarbank reeds bemoedigende resultaten en, zoo niet

welke belemmeringen staan den inlander in den


hierbij weg? Welke standen

maken 't meest gebruik van?


er (ambtenaren, beambten, landbouwers, vis
schers,enz)

Bandoen g

Van de postspaarbank wordt weinig gebruik De is


gemaakt. rente te laag; ’t geld
kan e.d. veel
met
gewone woekerpraktijken voordeeliger belegd worden; de forma-

liteiten de afstand de haar


zijn te
lastig; tot
postspaarbank en
personeel is te
groot.

Tjiand j o e r.

.Met uitzondering enkele ambtenaren, maken de Inlanders


van
geen gebrufk van de

1° omdat ’t hem eenmaal niet in ’t


postspaarbank, sparen nu bloed zit; 2°
wegens de te

geringe rente die uitgekeerd wordt; 3° omdat zij het lastig vinden hun daarheen te
geld
brengen en daarvan terug te nemen en 4° omdat
zij liever hun
geld in vee en gronden
beleggen.

Soekaboe m i.

Neen; in deze wordt door Inlanders als


afdeeling er zoo goed geen gebruik van

gemaakt. In de eerste
plaats kan de Inlander zijn geld veel
voordeeliger in
grond beleggen.
Voorts bestaat hem
er bij weinig spaarzin, maar
juist veel meer lust om schulden te maken.

Dan de formaliteiten is ook de afstand


zijn te lastig, en
groote die er bestaat tusschen den

of die de
Europeaan (postcommies hulppostcommies gelden in
ontvangst neemt of moet

uitbetalen) en den gewonen Inlander een beletsel.

Soemëdang.

omdat de die door dé


Neen; rente, plaatselijke bank uitgekeerd wordt, belangrijk

n.l. 6 Aantal
meer
bedraagt, %• r
inleggers ter postspaarbank bedroeg in totaal slechts

twee (beambten).
L i m b;inga n.

De is den kleinen
postspaarbank voor man van
weinig nut, omdat
zij slechts te

Garoet geadministreerd wordt, zoodat het den landbouwer, den binnenlander, te moeilijk
is, door den afstand, gebruik ervan te maken. Door ambtenaren en hoofden wordt

wel ofschoon niet


er
gebruik van gemaakt, nog lang allen
doordrongen zijn van het

nut van sparen.


Administratieve beslommeringen staan den inlander niet in den
weg.
Bovendien bestaat de dat door de
bij sommigen vrees eene of andere omstandigheid hun

geld kan het daarom zich houden of


wegraken, en zij maar
bij er sawah’s voor
koopen.
Dat niet alleen de elke
geldt postspaarbank, maar
gelegenheid tot sparen.

Soekapoera.

Alleen enkele hoofden maken gebruik de postspaarbank. De


gewone desaman
van

af. Dit levert hem


geen geldbelegging weinig
weet van te rente Die sparen wil,
op. neemt

sawah’s in woekerrente of in den die


pand tegen koopt padi op goedkoopen tijd om in

den duren tijd te


verkoopen of uit te leenen tegen 100 °/ rente.
0

47. Is er
belangrijke kapitaal-vomring bij Inlanders?

Zoo ja, waaraan is het te danken?

Bandoen g.

.Ia; doch slechts


beperkt 'tot eenige groothandelaars ter hoofdplaats Bandoeng en

verscheidene woekeraars
groot-grondbezitters en in of nabij de bevolkingsmiddelpunten.
De
groot-kapitalisten vormen een zeer klein
percentage
der bevolking. Bij verreweg de
meerderheid dier
kapitalisten is neiging tot kapitaalvorming opgewekt door de groote voor-

deelen door woeker te behalen. Bovendien onderscheiden deze lieden zich van ’t gros der

Soendaneezen door
vlijt en beleid in de vermeerdering van hun inkomsten.

Omgang met Ghineezen en Arabieren en de te Bandoeng gevestigde Palembangers


heeft wellicht de dezer
gunstig gewerkt op ontwikkeling eigenschappen. Spaarzaamheid

(‘) In de Preanger Regentschappen neemt ’t Inlandsch credietwezen een


hooge -vlucht; onder

ultimo December 1906 723 desa-loemboeng’s, ingericht als credietinstellingen,


waren er met een
bedrijfs-
kapitaal van 167795 pikoel padi, terwijl bij de 5 afdeelings-credietbanken (waarvan die te Bandoeng
en Soekaboenii eerst in die te Tjiandjoer eerst in 1907 opgericht) ’t zelfde tijdstip bedrag
1905, op een

f 334873. verder „Mededeelingen betreffende


van — aan
uitgeleende gelden geboekt stond. Men zie de het

Inlandsch credietwezen het 1906”. Batavia, H. M. Dorp & Go. 1907. Aant. d. h.
over jaar v. v.
44

is karaktertrek den Soendanees. Integendeel; onder de komt


geen van
klein-kapitalisten
het veel dat ’t door den vader door
voor, kapitaal, bijeengegaard, spilzucht van den

in korten verkwist wordt. De danken


zoon
tijd groothandelaren te
Bandoeng hun kapi-
taal de winsten handel in kains
aan
vlijt en
groote met en
padi verkregen. Verkoop op

crediet, doch tegen verhoogden prijs, zal hieraan niet vreemd zijn.
’t Verslag ’t landbouwcrediet-onderzoek in de Preanger
over
geve eenig denkbeeld
omtrent den omvang van dit crediet ').

Tjiandjoer.

Alleen ter hoofdplaats bij uitzondering, hier daar in de desa,


en, en
zijn eenigszins
beduidende Hoe deze is niet Geld
kapitalen. ontstaan
zijn, op
te
geven. uitleenen tegen
zal niet vreemd
hooge rente er aan
zijn.

So ek a boem i.

Die wordt uitzondering Daar ’t in


bij aangetroffen. vermogen zoo goed als geheel
vooral in sawah’s wordt de No. 2 overzicht
gronden en belegd, geeft staat bijlage een

van de vérhouding, welke de kapitaalvorming in de verschillende districten heeft


aange-

Zie daaromtrent ’t onder 24-. Deze


nomen. staatje vraag onbelangrijke kapitaalvorming is

den Wat de vader heeft


een gevolg van geringen spaarzin. met
spaarzaamheid en
ijver
wordt door de kinderen in enkele verkwist.
bijeengegaard, dikwijls weer
jaren verspild en

De in deze streken anders mooie


individueei-grondbezitsvorm zou een gelegenheid zijn
voor
kapitaalvorming.

De houtvester .1. S. Braam merkt


van
hierbij op:

»Die is hier dan ook in Midden-


kapitaalvorming nogal groot vergelijking met

Java. Men hier niet ’t aantal individuen


moet met rekenen, maar met geheele groepen of met

de geheele bevolking”.
°/ 0
van

Soemë d a n g.

Onder de Inlanders, de
voornamelijk ter
hoofdplaats Soemëdang en op hoofdplaatsen
der districten Tandjoengsari Tjibeureum, vindt tal Inlanders,
en men van
rijke waarvan

enkele zelfs Dit


groot-kapitalisten. is aan
eigen vlijt te danken.

L i m ba n ga n.

Bijna in elk district, vooral in


Soetji en
in
Timbanganten, zijn personen, die
ge-

voegelijk rijk genoemd kunnen worden. Zij vormden hun


kapitaal door geldbelegging in

sawah’s of door Met in den mits


padi-opkoop. padi-opkoop goedkoopen tijd, bij groote

hoeveelheden, kan ebn


men zeer
goede rente van zijn geld verkrijgen.

Soekapoera.

Ja; geringe kapitaalvorming in de


zuidelijke districten. In de overige districten

wordt door den desaman enkele die


aan
geen kapitaalvorming gedaan. Slechts personen,
hiertoe aanleg hebben, vormden zich door woeker handel
en een kapitaal.

48. Is er inlaudsche hoe is deze


armenverzorging en geregeld?

Bandoen
g.

Bepaald georganiseerde armenverzorging buiten de bedeeling uit de moskeekas,


bestaat hier niet. Particuliere liefdadigheid en steun van familieleden of kennissen trachten

in de onvoldoende uit de moskeekas


voorziening te voorzien. Voorts helpen de vele in

deze afdeeling opgerichte loemboeng-miskin ook eenigszins om in de behoefte aan padi te

voorzien. Voor ’t deel, dat in de moskeekas als aandeel in de behoeve de


djakat ten van

armen afgezonderd wordt, zie de betrekkelijke landrente-monografiën, waar ook de ver-

deeling en
regeling van de djakat is beschreven.

Tjiandjoer

Ingevolge de
gewestelijke regeling ter zake wordt van de djakat de
en
pitrah 4i/ 2 °/ 0

bestemd fakirs, d. Bovendien


voor z.
behoeftigen. wordt nog een gedeelte der inkomsten

van de moskeekas bestemd. De


voor
onvermogende!) uitkeeringen geschieden eens in ’t

jaar en ter
hoofdplaats van elk district onder het toezicht van ’t districtshoofd.

Soekaboemi.

Zie onder
vraag 39. Algemeen wordt er behoefte aan gevoeld, dat elk district zijn eigen
moskeekas heeft, zoodat alle in ’t district
binnengekomen gelden (retributies bij huwelijken
e. d.) en de opgebrachte djakat en pitrah, ook ten behoeve van ’t eigen district kunnen

aangewend worden.

‘) betreffende het Landbouwcredit-onderzoek


Rapport in de Preanger Regentschappen. Ratavia,
Landsdrukkerij, 1904.
45

Soemëdang.

buiten de der bestaat hier niet.


Bepaalde armenverzorging bedeeling moskeekas,

L b angan.
i m

de moskee is of
Armenverzorging gaat van uit, en van
weinig geen beteekenis.

Het onder de verdeeld, is onvoldoende de be-


weinige geld, jaarlijks armen
geheel voor

hoeftigen.
Soekapoera

Neen.

49. Hoeveel wordt in den


djakat regel betaald; wordt dit bezwarend geacht?

Bandoen g.

In deze streken werd in de voorschriften den islam alleen


afwijking van van van

’t nominaal V de twaalfde bos Sedert de


rijstgewas lO ,
in werkelijkheid gegeven. «reor-

werd ’t aandeel, dat als afstond, hoe hoe kleiner wissel-


ganisatie” men djakat langer en

Veelal thans af missen wil die


valliger. staat men wat men en loopen bedragen plaatselijk
zeer uiteen.

De djakat wordt nergens bezwarend geacht


De wordt voldaan in geld of in bedrag of waarde
pitrah rijst tot een tot een van

2'/ 25 gelang des


gevers gegoedheid.
tot cent naar van
2 per persoon,

Tjian dj o e i

Volgens de godsdienstige voorschriften moet alleen van een hoeveelheid van 339

of worden
gedengs padi meer djakat betaald en wel J
/io daarvan. In werkelijkheid is

het echter anders; de djakatplichtigen minder dan 1 de opbrengst,


geven t0
van
terwijl

niet-djakatplichtigen, d.z. planters die minder dan 339 gedengs geoogst hebben, toch offeren

wel als den dan doch pahadjat genoemd wordt.


!
en regel /io van oogst, wat geen djakat,
Ofschoon deze klachten inkwamen, komt het dat
over
heffingen geen ons voor,

bezwarend Geheel de of niet


zij zijn. vrijwillig schijnt djakat pahadjat opgebracht te

worden. Ware dit wel ’t geval, de amil behoefde niet den oogst
(dorpsgeestelijke) tijdens
’t veld die belastingen in Dit doet niet alleen
naar te
gaan om
ontvangst te nemen.
hij
in ook den boven hem districts-
zijn eigen belang, maar op aandrang van geplaatsten
die weder onder den invloed de der
geestelijke, staat van
geestelijkheid hoofdplaats.
De benoeming van den amil
(desa-geestelijke) geschiedt hier door- den hoofd-panghoeloe,
wat dezen gelegenheid de invloed uit oefenen, dan
geeft op djakat-heffing meer te voor

een vrijwillige bijdrage wenschelijk is. Slechts in de twee onderdistricten van Tjihea,
die de ’t
vroeger tot afdeeling Bandoeng behoord hebben, heeft Inlandsch bestuur invloed

de keuze De in die zonder districten minder


op van
desa-geestelijken. djakat-heffing is streng;

Soekaboemi.

In deze is sinds 8
afdeeling + jaar een
regeling getroffen, dat over elke baoe sawah,

met
padi beplant, 4 ( 4X5 I
sangga gedengs =2O gedengs pikoel) padi als djakat

verschuldigd is.

Van andere dan wordt Stelt


droge gronden en gewassen padi geen djakat betaald.
men de gemiddelde opbrengst der sawah’s 40 pikoels, dan zou dus ‘/40 der
op ongeveer

opbrengst betaald worden. is het dat deze deze


Merkwaardig djakatheffing geen rekening
houdt de doch
met
opbrengst, alleen met de uitgestrektheid. De meeste Inlanders betalen

evenwel veel dan


minder, de
verschuldigde 4
sangga per baoe en maken er zich dikwijls
1 of 2 af.
met
sangga’s Omgekeerd, zijn er ook tal van Inlanders die ’t
verschuldigde
ten volle betalen.

Ook de kleinste betaald


over
uitgestrektheden moet worden.

’t Kommissielid Mundt merkt


hierbij op:

«Daarvoor de
zorgen districts-kalipahs wel.”

Er bestaat dus beneden is wordt


geen grens, waar men
vrij van djakat. Zij ge-
woonlijk op de sawah zelf door den amil (dorpsgeestelijke) ingevorderd, daar er anders

kans bestaan, dat zich de


zou men aan verplichting onttrok. Ze wordt in
padi betaald,
welke echter door den amil weer verkocht wordt een te Soekaboemi door den pang-
tegen
hoeloe vastgestelden prijs.
De djakat wordt in enkel bezwarend
geen opzicht geacht

Soemëdang.

In den wordt
regel aan djakat slechts 5 °/ 0
betaald. De mindergegoeden betalen

hieraan niet mêe. Pitrah wordt


daarentegen algemeen opgebracht en bedraagt van
46

0.02 0.10. Dit is wel


f f bezwarend; doch men offert
graag, omdat het een gods-
dienstig werk is.

In 1903 werd aan


djakat ontvangen f 1397 en aan pitrah f 3832 van onder-

scheidenlijk 11.181 en 145.572 personen.

L ba
i rn n ga n.

Aan djakat wordt, niet 10 de


lang algemeen, + % van padiopbrengst ingeleverd
;
betaalt
aan pitrah men gewoonhjk +
f 0.04 per hoofd.

De wedana’s van Soetji en fjikëmboelan achten dezen wel be-


godsdienstplicht
zwarend de
voor
klein-grondbezitters en
wijzen er
op,
dat ook
gewoonlijk aan
djakat
minder wordt dan 10 wordende het
ingeleverd °/ 0
,
mindere gedeelte aan de armen
ge-
schonken. Men schaamt zich voor zijn desagenooten, wanneer men de djakat, en in

meerdere de niet omdat


mate
pitrah, voldoet; men dan minder godsdienstig heet, en

alleen daarom is het dat de djakat binnenkomt.


vrij geregeld Liever zou men echter de

beschikking hebben dat dat


vrije over
gedeelte van
zijn padi men
gewoonlijk aan
djakat
betaalt, dit
opdat men aan armen en
geestelijken zou kunnen schenken.

De andere districtshoofden vinden djakat noch


pitrah te zwaar.

De pitrah wordt algemeen opgebracht dan de


meer
djakat.

Soekapoera.

De djakat wordt
gerekend 10°/ te
bedragen, behoudens dat van
opbrengsten van
o

minder dan 300 wordt In de


gedeng geen djakat geheven. praktijk wordt echter altijd
minder gegeven of worden de bossen hiervoor afgezonderd.
leelijkste

Volgens den werden in


opgaven van
hoofd-panghoeloe, ontvangen

1894 20010 per i 899 22230


pikoels padi pikoels padi
1895 “2-2-280 > s> » 1900 22180 »

1896 '21680 » » > 1901 21700 > »

1897 17*270 » » > 190*2 18680 > »

1898 “22060 » » »
1908 134-00 » »

De totale 2.500.000 stellende, wordt


opbrengst per jaar op pikoels dus nog niet

1 °/ aan djakat opgebracht.


0

Bezwarend wordt de djakat niet de


geacht; trouwens bevolking wordt in de laat-

dat
ste jaren steeds er op gewezen
deze belasting een
geheel vrijwillige zijn moet, terwijl
wordt dat de
van
bestuurswege gewaakt desa-geestelijken niet als djakatbelastinggaar-
ders optreden.

50. Neemt de dobbelzucht toe of af? Waaraan wordt dit geweten ? Welke

praktische middelen kunnen worden dit tegen te


aangewend om
gaan ?

Bandoeng.

Of of afneemt is niet
zij toe- te bespeuren. Versterking van
politie-middelen zou

toezicht maken kunnen leiden de den Soendanees


strenger mogelijk en tot afneming van bij
als sterk ontwikkelde dobbelzucht. ’t Dobbelen komt ’t
(zoowel man
vrouw) meest voor

onder ’t werkvolk van particuliere ondernemingen.

Tjiandjoer.

Zij neemt toe


niettegenstaande de strenge 3, No. 1 het
toepassing van art. van

Inlandsch Politie-reglement.

Soekaboemi.

Aan dobbelen wordt betrekkelijk weinig gedaan, dank ’t voortdurend


zij politietoe-
zicht; vele tal lieden
uitgezonderd op landelijke ondernemingen, waar van uit Batavia en

werken het niet belet kan worden.


Buitenzorg en waar
altijd

’t Kommissielid Mundt merkt hier „Ook daar (op die landelijke onder-
op:

nemingen n.1.) wordtin den regel scherp toezicht gehouden, ten einde
een
rustverstoringen
te voorkomen”.

De of afname ’t dobbelen is ’t minder of


toe- van
geheel afhankelijk van meer

waakzaam zijn van de politie.

Soemëdang.

Van dobbelzucht merkt hier ’t


men over
algemeen weinig, hoofdzakelijk tengevolge
van plaatselijk getroffen regelingen. Zoo wordt bijv. aan elke vergunning tot ’t
geven

feesten de voorwaarde verbonden, dat niet worden.


van
hierbij gedobbeld mag
47

Limbangan.

De (iobbelziiclit neemt af. Niet dat men zoo


weinig speelt, maar er
zijn, minder
dan voorheen, groote kapitalen mee
gemoeid. Men speelt ’t liefst met Chineesche kaartjes
(tjeki), ook wel met
groote
kaarten
bij verschillende be-
gelegenheden (huwelijksfeesten,
snijdenis, enz.); maar het komt bijna in ’t
geheel niet dat
voor men met
grof geld speelt.
De dobbelzucht af,
neemt nu men
langzamerhand meer en betere gelegenheden heeft gekre-
om zich vermaken
gen te
(biljarten, muziekinstrumenten, enz.), maar ook omdat
vergunning
gevraagd moet worden indien het
voor
spelen, een
algemeen karakter aanneemt, waaraan

streng de hand gehouden wordt, ’t


Politie-reglement wordt voldoende geacht om dobbel-

zucht te ’t of in ’t
tegen gaan, gepaard met
matig geheel niet geven van
vergunningen
aan allerlei lieden verdacht die de
van allooi, rondreizen, met bedoeling de bevolking op
de eene of andere af
wijze te zetten met
ringspelen, draaiborden en russische biljarten.
Ook rondreizende
troepen (spellen) moesten meer aan den fiscus offeren.

Soekapoera

4an dobbelzucht wordt alleen iets


toeneming van
gemerkt in de
nabijheid der hoofdplaats
en van
groote Wellicht kan door der straffen
pasars. verzwaring hiertegen iets gedaan
worden. Het maximum is thans slechts 1“2 krakal.
dagen

51. Idem opiumverbruik.

Bandoen g,

\oor zoover bekend, wordt door de Inlandsche buiten


bevolking de afdeelings-
hoofdplaats zoo
goed als niet, en daarbinnen
weinig geschoven.
De
opium verkoopplaatsen verkoopen hoofdzakelijk aan Chineezen en Inlandsche

militairen.

ia
Tj ndj oer

Malèbèr. Opiumschuiven komt onder de ’t


bevolking hier in algemeen niet voor

voor. Van ouds echter worden hier enkelen die schuiven.


gevonden Men
beweert, dat
dit aantal de
na
invoering van de regie eer af- dan
toegenomen is; omdat het
vroeger
gemakkelijker was in t bezit van smokkel-opium te komen dan nu in ’t bezit van
regie-
opium. Thans zijn er + een
tiental schuivers, van wie de helft Batavianen.

Overige districten. Komt hier niet voor.

Soekaboemi.

Niet onder de
gebruikelijk Inlandsche bevolking,

Soemëdang.

Deze behoort
afdeeling tot de verboden kringen

Limbangan.

Opium wordt slechts in Garoet door Chineezen gebruikt. Voor zoover


bekend,
maken
Inlanders, bijzonderlijk Soendaneezen, geen gebruik ervan.

Soe kapoer a.

De Soendanees schuift, behoudens enkelen elders


van
afkomstig, geen opium,

53. Idem spilzucht in het


(bijv. geven van
onnoodige feesten, slametans;
afsteken het
van
mertjons; leven boven
zijn stand).

Bandoen g.

Spilzucht komt algemeen, ’t leven boven stand veel minder


zijn voor. Dit laatste
treft de Inlandsche ambtenaren
men meest aan
bij en beambten de
en
op hoofdplaatsen,
’t Geven feesten boven
vermogen komt
van
zijn nog
veel voor. Bestuursbemoeienis tracht
hieiin verbeteiing te brengen. de Inlandsche ambtenaren
Bij had deze bemoeiënis reeds

eenig gunstig gevolg. Bij ’t volk zal dit niet dan zeer
geleidelijk gaan. Onder ’t volk

nabij de afdeelings- en districtshoofd plaatsen of


groote wordt
pasars spilzucht aangewak-
kerd door ’t zien van steeds nieuwe uit
voorwerpen van
gemak en
weelde, Europa ingevoerd.

T j i a n
dj o er.

De
spilzucht neemt eer af dan toe, in zoover n.l. dat de Inlander hieraan alleen

toegeeft, wanneer
hij daartoe de noodige contanten heeft; doch hij steekt zich daarvoor niet
zooals
vroeger in schulden,
meer
wegens de vele treurige voorbeelden die hij hiervan reeds zag.
48

Soekab o e m
i.

Leven boven
zijn stand komt
betrekkelijk weinig voor. Wel daarentegen, vooral

in de noordelijke districten Goenoengparang Tjimah{, Tjiljocroeg ’t


en
Tjiheulang, geven van

onnoodige feesten, waarbij bovendien veel wordt,


noodige en
onnoodige omslag gemaakt
waardoor zij zeer kostbaar worden. Vooral den worden Dank
na
oogsttijd ze
gevierd.
/
zij de voortdurende bemoeienis de bestuursambtenaren valt in de laatste in
van er
jaren
alle districten wel eenige vermindering hierin te bespeuren. Vooral door de slechte gewoonte

’t hier als bekend, die voortdurende vele feesten


van z.g. soembang, samboeng zijn en voor

velen zeer verderfelijk. In Tjiljoeroeg wordt ten deze de


gewoonte van het Buitenzorgsche
I. dat b.
gevolgd, n. v. A een zelfde bedrag moet
bijdragen aan een
feest van B (gewoonlijk
in ais feest
geld) vroeger bij een van A, B heeft bijgedragen. Bijdragen van ƒ 25. —

zijn niet
zeldzaam. Heeft iemand eenige keeren feesten dan
zoo aan
bijgedragen, begint hij er om

denken, zelf ook feest


te eens een te geven, hetzij noodig of
onnoodig, daar hij anders zijn

vorige bijdragen volgens zijn voorstelling kwijt En dit zelfde


zou
zijn. bijdragen, voor een

is zóó’n moreele dat


som, verplichting geworden, men er niet tegen opziet zich daarvoor

in schuld te steken.

Soemedang.

Dit komt hier in deze streken


afgelegen weinig voor en wordt van
bestuurswege
zooveel mogelijk tegengegaan.

Li m
ba n.
nga

Spil- en
koopzucht nemen
algemeen toe, geeft slamfitans bij allerlei
men gelegen-
heden, waarbij men vaak boven zijn krachten
gaat.
Ijroote feesten met dansmuziek, wajang-voorstellingen, vuurwerk enz.
geeft men

minder; maar
gezellige bijeenkomsten zijn niet zeldzaam.

De spilzucht is vooral omdat allerlei zaken


toegenomen, meer en goedkooper te
koop
dan behoefte
zijn vroeger en men de is gaan
kennen door de zaken bij anderen te zien

In desa
gebruiken. een van ïimbanganten kwam het voor dat ’t desahoofd enkele
per-

bij elkaar riep, die verschillende feesten dachten


sonen
op dagen te
geven. 'lij stelde
hun feest die
voor
gezamenlijk te
geven,
allen dezelfde voldoening met minder kosten

zou schenken. Goede raad is vaak de


eenige weg om
onnoodige uitgaven en
spilzucht te voor-

komen, en ’t
beperkt toelaten van komedie-starnboel, paardenspellen, cinematografen en wat

dies meer
zij.

Soekapoera

Van toeneming spilzucht kan niet wordt. De


van
gesproken bevolking is overigens
zeer
spilziek feesten slametans worden, vooral sterf-
; en
bij besnijdenissen, huwelijken en

gevallen, veel gegeven; en als men het


eenigszins doen kan, maakt men die feesten zoo

luisterrijk mogelijk. Inlundsche hoofden en ambtenaren en ook de meer gegoeden onder de

bevolking, kunnen door hun voorbeeld deze zeker veel


ten zeer ten goede uitwerken. Zij

zijn echter spilzieker dan de bevolking zelf. Er wordt daarom


nog van bestuurswege dwang
door ’t
gebruikt herhaaldelijk geven van feesten te verbieden.

53. Is de der volksklasse


levenswijze meer of minder kostbaar geworden
dan voorheen? Waardoor? (Kleeding, sieraden, meerdere behoeften).

Bando e n g.

Zij is kostbaarder door meerdere behoefte


geworden aan kleeding, sieraden, opschik,
Door betere verkeersmiddelen, zich ziet steeds nieuwe
enz.
verplaatst men
gemakkelijker,

gemak weelde, zoowel de in de winkels als in de


voorwerpen van en
op pasars en
woningen
die zich deze reeds in
van meer gegoeden, voorwerpen meerdere of mindere mate aan-

hebben. Een ander leidde


geschaft en tot
koopzucht en ten slotte tot ingebeelde behoefte.
In huizenbouw
kleeding, sieraden, en meubileering is bevrediging van deze behoefte duidelijk
zichtbaar. Men zie hierin niet altijd vooruitgang van welvaart, doch dikwijls een gevolg
valsche schaamte, die leidt tot’t aanschaffen mooiere enz., omdat kennissen
van van
kleedjes en

vrienden het ook deden. Spilzucht leidde niet minder Deze behoeften'
er toe.
vermeerdering van

in de
wordt natuurlijk ’t minst verst
verwijderde desa’s, ’t meest in die gemeenten aan-

getroffen, welke in of nabij de bevolkingscentra gelegen zijn.

Tjian j o e r.

Over ’t algemeen is zij kostbaarder aan omdat er meer koopwaren uit


vroeger,

vreemde landen, zooals kleeren, meubels en sieraden tot den Inlander doordringen, waaraan

behoefte had welke duurder dan die waarmede zich


hij vroeger geen en
zijn hij vroeger

tevreden stelde.
49

Soekaboemi

Vooral in Goenoeng-parang, Tjimahi, Tjiljoeroeg en


Tjiheulang is
zij belangrijk
kostbaarder De sterkere kleêren
geworden. zelf-geweven en van
vroeger hebben plaats
gemaakt kleêren welke
voor van
goedkoope en
opzichtige katoentjes, spoedig stuk, ver-

sleten of bedorven De indien de


zijn. vrouw heeft, man een weinig gegoed is, meestal

een zonnescherm, niet bamboe zooals doch ’t


van
oudtijds, waarvan
geraamte van
ijzer
is. Voorts heeft verschillende mooie
zij kleurige saroengs noodig om mee naar
feestelijke
gelegenheden te
gaan; welke echter spoedig leelijk zijn en weer door andere
vervangen
moeten worden; verder mooie buikbanden, borstspelden, enz.

’t Kommissielid Mondt merkt hierbij op:

Dat is »lood oud


9 om
ijzer’ en zou men kunnen zeggen ; «ïout comme chez nous”;
want de behaag- der
en
pronkzucht »vrouw” is zoowat over de geheele wereld precies
hetzelfde”.

Eveneens is de der
kleeding mannen veel duurder geworden. Tengevolge van de

gemakkelijke verkeersmiddelen is er meer behoefte ontstaan om uit te vrienden


gaan en

kennissen bezoeken,
en te waarbij ook
dikwijls gebruik gemaakt wordt van een duren

dos-a-dos. Ook in den bouw der huizen is veel meerdere weelde gekomen en velen gaan

er toe over zich een stoelen tafel te schallen. Meer


paar en een aan en meer worden de

huizen vooral in de
met
pannen gedekt bevolkingscentra.

De houtvester Braam maakt de


van opmerking:
»Dit alles is volgens vele staathuishoudkundigen «toeneming van welvaart”, waar-

naar men heeft te streven, hetwelk verdient”.


en
geen afkeuring

En ook is het duurder daar


eten
geworden, bij de rijst meer en meer van ver-

schillende
toespijzen, vooral visch en vleesch, wordt gebruik gemaakt.

’t Kommissielid Muniit doet de


vraag:
«Belmoren «visch” «vleesch” dan niet de
en tot
noodzakelijke voedingsmiddelen, voor

het instandhouden van een


physiek krachtig geslacht?

Deze steeds kostbaarder wordende der


levenswijze bevolking is ’t
gevolg van
grooter
ruimer verdiensten
en en gebrek aan
spaarzin.

’t Kommissielid Mundt teek e n t h ier b


ij aan:

«Brengt het totaal dier in


men
levenswijze geld onder cijfers, dan zal men tot de

overtuiging komen, dat de doorslag-levensstandaard der Inlandsche bevolking steeds


nog
bedroevend is”.
laag

Bovendien heeft ’t drukker verkeer met de buitenwereld


en
gemakkelijker tengevolge
van den ook
spoorweg, daarop een
grooten invloed uitgeoefend; althans in de afgezon-
derde districten
Djampanglwelon, Djampangtengah en
Pelaboehan, is de levenswijze van

den gewonen man


nagenoeg onveranderd gebleven, behalve in de
nabijheid van landelijke
ondernemingen, waar de levenswijze kostbaarder is geworden.

t Kommissielid Mun maakt de


d t
volgende opmerking, waarmede
de heer van Braam het eens is:

«Dat wil dat «die daar


zeggen: gewone man, jaar in, jaar uit nog aan den
grens
staat van groote nooddruft”.

Soemedang.

Sedert de laatste tientallen jaren is deze levenswijze kostbaarder geworden, door-


dat de Inlander zich meer behoefte heeft Dit
geschapen. is natuurlijk ’t meest merkbaar

op plaatsen, waar
hij meer in
aanraking komt met Europeanen.

Limbangan

Zij is in ’t algemeen kostbaarder geworden, wat vooral merkbaar is in kampoeng’s


lieden in of
van meer
gegoede nabij grootere plaatsjes. Kleederen, sieraden, woningen en

zelfs drank
spijs en
zijn in
menig opzicht kostbaarder
geworden dan voorheen. In "menig
huisgezin wordt men stoelen
ontvangen op om een tafel, waarop thee, koffie of
stroop
met ’t noodige snoepgoed ledere
gereed staat. vrouw heeft een mooie
slendang, iedere

man een
gebatikten hoofddoek. Allerlei artikelen van
Europeesche of Japansche markten
in ’t bereik
zijn meer
gekomen van den Inlander, daar zij in
zeer
prijs gedaald zijn en

rondgevent woiden
op de meest
verwijderde s. Betere
pasar woningen, op steenen neuten,

met houten
stijlen en
pannen dak, zijn geen uitzondering.
50

Soekapoera.

in
Zij is den
loop der jaren kostbaarder geworden; vooral voor de van nature zeer

behaagzieke vrouwen
zijn mooie
kleeding en sieraden onontbeerlijk geworden, zelfs in de

meest
afgelegen desa’s. Waar vertier ontstaat, leert de
meer
bevolking meer behoeften

kennen, gaat zij zich beter kleeden besteedt vermaak


en
zij meer aan
huisvesting, en sieraden.

54. Is do
koopkracht der bevolking in het district of een
gedeelte ervan

’t
over
algemeen aanmerkelijk af- of toegenomeu?
Waaraan wordt dit
toegeschreven?

Bandoen g.

De koof) lust der bevolking is Of dit


ontegenzeggelijk toegenomen. ’t
gevolg is

van toeneming van


koopkracht is zeer moeilijk uit te maken. Stellige om hier-
gegevens
over te kunnen oordeelen, tot zelfs, zooals wmrdt
gevraagd van
«gedeelten” van districten,
ontbreken. Zoo mist men
bijv. gegevens voor in- en uitvoeren per spoor over grootere

tijdvakken dan dezerzijds hoofdstuk Handel


bij en Nijverheid is aangegeven.
De beantwoording dezer worde
vraag afgeleid uit ’t besluit te trekken uit de beant-

woording van alle betrekking hebbende op den economischer) toestand dezer streek.
vragen

Immers toeneming koopkracht is veetal


van
synoniem aan vermeerdering van wfelvaart.

En of de welvaart of
toe-
afgenomen is zou moeten blijken uit de beantwoording van

alle in den Leidraad gestelde vragen.

Tjiand j o e r.

Malèbèr, Tjihea, Tjipoetri, Pèsèr, Tjikalong. .la, wegens


de meerdere

waarde der voortbrengselen thans dan voorheen. Vóórdat de spoorlijn geopend was,

kon de ’t
rijst, voornaamste voortbrengsel van deze districten, niet of
bijna niet
uitgevoerd
worden de waarde al niet veel dan
en was
hooger nu
nog
in de zuidelijke districten. Nu

de hoogere behaalt, is hierdoor


rijst prijzen ook de waarde der sawah’s zeer
gestegen
daardoor de de
en
zijn bezittingen van
bevolking in ’t algemeen in waarde toegenonien.
In de lagere streken heeft bovendien de verbazende
klapperteelt een uitbreiding onder-

de
gaan, terwijl erven in ’t
algemeen beter beplant geworden zijn. Dit alles heeft bijge-
dragen meerdere welvaart daardoor
tot en tot
grootere koopkracht van de bevolking.
Djampangwetan, Tjikondang. Tjidamar. Eenigszins toegenomen,
deels

om dezelfde redenen als in de andere districten; deels omdat thans


er meer gelegenheid is

dan om geld te verdienen op erfpachtsperceelen.


vroeger

Soekaboemi.

Behalve in koelon, ’t zuiden


Djampang van Djampang tengah en
’t
westelijk
deel Pelaboehan is de der
van
koopkracht bevolking overal aanmerkelijk toegenomen door
de onder de
groote sommen
gelds die bevolking gebracht worden, door de
talrijke lande-

lijke ondernemingen, vooral de theeondernemingen. Die meerdere koopkracht uit zich in

boven omschreven kostbaarder


levenswijze.

Soemedang.

Over ’t meerdere welvaart. Een


algemeen nam
zij toe, wegens opvallende uit-

zondering maken hierop de onderdistricten Torna / Tjonggeang] ,


Darmawangi en
Tjadas-
(Darmaradja), de bevolking niet welvaart
ngampar waai- tot geraken kan door de minder

waarin hare
gunstige omstandigheden, bouwvelden verkeeren en waardoor meermalen

misoogsten plaats hebben.

Limba n n.
ga

Algemeen toegenomen, wat


moge blijken uit de vermeerdering van ’t aantal Chineesche

Bengaleesche toko’s
en en
uitbreiding en vermeerdering van ’t aantal pasar’s.
’t District Soetji (waarin de hoofdplaats ligt) spant hierbij den kroon. Dit moet

toegeschreven worden meerdere betere


aan
bedrijvigheid, handelsgelegenheid en
uitbreiding
van landbouw, (zie antwoord 45). doe zuidelijker men komt, hoe meer men met de

eenvoudigste desamenschen te maken die haast zonder behoeften


krijgt, zijn, (Batoewangi,
Kandangwesi en
NagaraJ.

Soekapoera.

Zij is langzamerhand in de
toegenomen nabijheid van
groote bevolkingsmiddelpunten
en van in ontginning zijnde landbouwondernemingen.
De prijzen der Europeesche artikelen door
zijn zeer
verlaagd de verbetering der

verbindingswegen met hoofd- en


havenplaatsen aan de noordkust.
51

55. Is de onderlinge der verschillende standen merkbaar


getalsverhouding?
veranderd (meer kooplieden, meer handwerkslieden, minder landbouwers dan vroeger)?

Bando e n g.

de hoofdplaats de is ’t aantal
Op en om
Bandoeng en
districts-hoofdplaatsen koop-
handwerkslieden merkbaar daarbuiten is in de
en
toegenomen; onderlinge verhouding

opvallende verandering dit is kunnen worden uit


geen gekomen, voorzoover
nagegaan

de statistische die
weinige gegevens, ter beschikking waren.

Tj i a
ndj oer

Ja, in dat
zooverre, er
tegenwoordig meer
kooplieden en meer handwerkslieden

zijn in verhouding tot ’t aantal landbouwers.

Soekaboem i

In
Djampangkoelon, Dj ampangleng ah en Peiaboehan is de getalsverhouding der

verschillende standen niet merkbaar veranderd. Bij toeneming van het aantal landbouwers is’t

aantal kooplieden en handwerkslieden in dezelfde mate vermeerderd. Dit is ook’t in de


geval
onderdistricten Klapanoenggal Tjiljoeroeg
van en
Tjikembar van Tjimahi. In ’t overige
gedeelte van Tjimahi en
Tjiljoeroeg en verder in
Goenoengparang en Tjiheulang
is die de 20
verhouding gedurende laatste jaren zeer beduidend veranderd en is ’t aantal

kooplieden handwerkslieden veel ’t totaal der


en een
grooter percentage van
bevolking
gaan innemen, als een gevolg van de talrijke particuliere landbouwondernemingen en van

’t schaarscher worden de Vooral is ’t


van
gelegenheid tot ontginning. aantal kleinhande-

laars ’t in de
zeer
toegenomen, meest bevolkingsmiddelpunten.

Soeme d a n g.

’t Aantal handwerkslieden is
koop- en op de
grootere plaatsen vermeerderd. Daar-

mede is echter niet ’t


samengegaan een vermindering van aantal landbouwers.

L ba
i m n g a n.

Er thans handwerkslieden onder de


zijn meer
koop- en bevolking dan
vroeger.
Vooreerst is de landbouw niet overal, in de
evenredigheid met
toeneming der bevolking
uitgebreid kunnen worden, echter met uitzondering van
Batoewangi, Kandangwesi en

Negara; zoodat men veel „menoempangs” in de desa kreeg. Ten tweede de


z.g. zijn
behoeften dat zich tevreden kan
zoodanig vermeerderd, men niet stellen met de
opbrengst
van dien landbouw.

Meerdere en betere bestaansmiddelen moest men zich verschaffen. Na den


gaan

oogst gaat er
menige landbouwer op uit, om handel te drijven, zich als koeli te verhuren

vooral den
enz.; bij aanleg van den spoorbaan Krawang-Padalarang.

Soekap o e r a.

In Parigi Tjidjoelang is ’t aantal ambachtslieden


en
koop- en
belangrijk vermeer-

derd, maar
ook dat der landbouwers.

In de zwaarbevolkte districten Tasikmalaja, Indihiang en Singaparna neemt ’t

aantal niet-landbouwers omdat hier nieuwe


aanmerkelijk toe; geen ontginningen plaats
hebben. In de nabijheid der hoofdplaatsen vooral, vermindert ’t aantal landbouwers en

neemt ’t aantal nietsdoeners toe.

56. Is het aantal bemiddelden merkbaar toe- of


afgenomen, onder welke

standen voornamelijk? Toelichten.

Bando e n g.

Voor de beantwoording dezer ontbreken de


vraag benoodigde gegevens. De neiging
lot vorming van
groot (grooter) grondbezit, welke zich vele jaren geleden reeds
open-
baarde en meer ontwikkelde, doet vermoeden dat ’t aantal bemiddelden onder de
groot-
grondbezitters of gegoede grondbezitters merkbaar toegenomen is; doch ten koste van de klein-

Aan nieuwe
grondbezitters. ontginningen is dit vermeerderd grondbezit niet te danken.

De zonder dat daarmede


geleidelijke vorming van
groot-grondbezit, gepaard gingen nieuwe
de dat
ontginningen, geeft aanleiding tot
veronderstelling geleidelijk gevormd zijn een

stand van:

l e
. gegoeden (de kleine minderheid);
2 e
.
tamelijk gegoeden (middelstand);
3e. klein-grondbezitters proletariërs. Duidt deze standen
en men
gemakshalve aan met

en 2 en 3en stand, dan kan gezegd, dat ontwikkeling den l sten


stand
len,1 ,
en van
vermoedelijk
52

plaats gehad heeft ten koste van den tweede en der klein-grondhezitters. Kon men over betrouw-

bare de
gegevens beschikken betreffende verdeeling en verpanding of bezwaring van
grondbezit
voorheen dan daaruit
en thans, zou
ongetwijfeld blijken dat de verdeeling voor’t grondbezit
thans ongelijker is dan Men wachte zich evenwel bedoelde
vroeger. gegoedheids-of stands-
verschillen te stellen als die in de Westersche worde onder
zoo groot voor
Staten; zoo

ook niet uitsluitend of


groot-grondbezitters voornamelijk verstaan lieden in ’t bezit van

tien- of honderdtallen baoes doch daaronder reeds


grond, begrijpe men zooals
gezegd—-
lieden in ’t bezit tien of baoes sawah’s.
van meer
Groepeering van klein-grondbezitters
wat tusschen klein- groot-grondbezit dan kunnen
en en
ligt, zou
geschieden naar den

maatstaf iy 2 baoè sawah’s minder


van en voor klein-grondbezitters en van 2—lo baoes

voor den middenstand.

T i
j a n dj o e r.

Malèbèr. ’t Aantal bemiddelden is onder de


grondbezitters merkbaar toegenomen
doordat dan
er meer
groot-grondbezitters zijn vroeger. Hiertegenover staat echter, dat ’t

aantal niet-grond-bezitters ook vermeerderd is.

Tjihea. Ook hier is ’t aantal bemiddelden onder de landbouwers


toegenomen,
in de de betere
waartoe Tjiheavlakte bevloeiïng door de aangelegde waterwerken bijgedra-
gen heeft.

Tjipoetri, Tjikalong. Hier is ’t aantal bemiddelden toegenomen, vooral onder

de landbouwers, de
tengevolge van
gelegenheid, die de bevolking hier
nog heeft, om hare

bouwgronden uit te breiden.

Pèsèr. ’r Aantal bemiddelden is hier onder de landbouwers


afgenomen, omdat de
bevolking sterk toegenomen is den
en
gelegenheid tot
uitbreiding van
bouwgrond ontbreekt.
Djampangweta n, Tjikondang, Tjidamar. ’t Aantal bemiddelden is niet

merkbaar toe- of afgenomen.

Soekaboemi.

De ’t aantal bemiddelden heeft in alle districten


toeneming van
gelijken tred gehouden,
zoowel onder de landbouwers als onder de handelaren, de
met
toeneming der bevolking.
de bemiddelden
Verreweg meeste vindt men echter onder de landbouwers. Wel is
waar,
kon in de districten
noordelijke de
aanleg van sawah’s en de ontginning van
gronden geen

gelijken tred houden met de


toeneming der bevolking, zooals in de streek; doch
zuidelijke
daar dat in de districten
staat
tegenover, noordelijke de particuliere thee-industrie, die een

groote vlucht heelt steeds onder de


genomen, meer en meer
geld bevolking brengt. In

Tjitjoeroeg is ’t aantal bemiddelde landbouwers merkbaar


zeer
toegenomen tengevolge van

de welke de de
groote onwikkeling, eigen thee-aanplant van bevolking daar gekregen heeft.

Soemedang

Onder de landbouwers, zoowel als onder de is ’t aantal bemiddelden iets


kooplieden,

toegenomen. Toelichting hiervan is niet mogelijk.

L i m b a n g a 11.

’t Grootste aantal bemiddelden dat is vindt onder de


toegenomen, men
landbouwers,
beter omdat de de bekende
sawahbezitters; rijstbouw met primitieve middelen, de voor-

deeligste is de mits door de beste uitkomsten


en
rijsthandel, rijstkenners gedreven, oplevert.

Soekapoera.

Voornamelijk onder de handelaren en de landbouwers is’t aantal bemiddelden


toegeno-
men. In enkele desa’s is dit merkbaar de
aan
uitbreiding der handelszaken en aan de betere wo-

ningen, die zich bouwen. de bevolkte


zij langzamerhand In weinig midden- en zuidelijke
districten, met een hoofdzakelijk landbouwende bevolking voldoende woeste
en waar
grond ter

uitbreiding daarvan aanwezig is, is met de


toeneming der bevolking, ook’t aantal bemiddelde

landbouwers In de bevolkte
toegenomen. zwaar noorderdistricten, waar
geen grond
is
meer voor uitbreiding van den landbouw en de bevolking sterk toenam, moet ’t
ge-
middeld
grondbezit per kleinen landbouwer ook kleiner geworden zijn, terwijl ook in verband

daarmede die kleine landbouwer in handen


meer en meer geraakte van geldschieters

57. Zijn er
bijzondere plaatselijke toestanden of omstandigheden, die den
Inlander verhinderen:

a. meerdere
persoonlijke zelfstandigheid,
b. meerdere geestkracht,

c. meerdere ondernemingsgeest
te
verkrijgen?

(Welke de algemeene redenen zijn hiervan is voldoende bekend; buitendien


kunnen er
nog bijzondere paatselijke zijn).
53

6andoen
g

\oor zoover bekend, bestaan die hier niet, deze


tenzij gezocht mogen worden in:

(i. den knellenden band, die vaak ’t slachtoffer den woekeraar


aan
bindt; en

h. de afwezigheid van gelegenheden waar men


billijk landbouwcrediet kan
krijgen. (')

Tjiand j o e r.

Voor zoover bekend, buiten de algemeen voldoende bekende redenen niet,

Soekaboemi.

Wat de districten betreft:


noordelijke voor zoover
bekend, buiten de algemeen be-
kende, Wel in de districten Djampangtenqah
geen. , Djampangkoelon en het westelijk deel
het district Pelaboehan, n.l. de
van
afgezonderde ligging dier streken en de
moeilijke verbin-
ding met de economisch ontwikkelde
meer
noordelijke districten, waaraan tegemoetgeko-
men kan worden door den der
aanleg voorgestelde, reeds meer besproken wegen.

Soeme d a n g

Neen.

Limba n g a n

•la. le.1 e Vrèes den invloed de


.
voor van hoogste Inlandsche ambtenaren ; 2 e
.
het verschil

in dezen
denkwijze van en de jongere ambtenaren, 8?. de berusting
en
gepredikt door den
mahomedaanschen godsdienst.

Soekapoera.

•la. Het verbeteren der verbindingswegen de zuid, verbeterde


naar
gemeenschap
over de [vinderzee naar
Tjelatjap het maken
en van
waterleidingen, over welke onderwerpen
gedurende 4 jaren werd gerapporteerd, doch vruchteloos.

SS. Hoeveel bedraagt het aantal


onderwijsinrichtingen in het district: 2
( )

der le.Ie klasse.


.

a. openbare scholen.

der 2e. klasse.

b. gesubsidieerde Inlandsche
bijzondere neutrale scholen;
c.

Inlandsche zendings-scholen:

(I. niet Inlandsche scholen


gesubsidieerde bijzondere

Bandoeng

Oedjoengbroengkoelon. sub a der l sle


. klasse een.

e
sub a der 2 .
klasse twee.

sub b twee.

sub c twee.

sub d drie.

Tj ilokotot sub a der 2 e .


klasse drie.

sub b. t/ni d
geene.

Ra dj d 1 a". . sub d
aman a .
. a.
t/m seene.

K o o sub
p p a
geene.
sub b
een.

sub c en d
geene.

Bandjoean sub a der 2e .


klasse een.

b twee.

sub d
cen
■ .
.
geene.

Tjisondari sub a, c en d
geene.
sub b een.

(1) Te Bandoeng is sedert een afdeelingsbank opgericht.


(2) In 1907 is met de
aangevangen oprichting, voorioopig in de
afdeeling Tjiandjoer, van SOlnland-
sche elementair de
gemeentescholen voor onderwijs aan bevolking. In 1908 zal daaraan uitbreiding
worden met 60 scholen in dezelfde afdeeling 30 in de
gegeven en afdeeling Soekapoera. Zie omtrent

door de desa’s
dergelijk bekostigd volksonderwijs mem. v. toel. Ind. begr. 1907, blz. 15 en 16.

Aant. v. d. h.
54

R o n a sub
gg a
geene.
sub a
twee.

sub c
geene.
sub d een.

Tjitjalengka. . .
sub a der 2e . klasse een.

sub b, c en
d
geene.

Tjipeudjeuh. . .
sub a der i2e . klasse twee.

sub b
vijf.
sub c
geene.
sub d
vier.

Oedjoengbroengwetan sub a der e


. klasse een.

snb b
twee.

sub c en d
geene.
.

T i
j a n dj o e r.

Maleber sub a der l ste klasse


.
een.

sub a der 2e klasse


.
een.

sub b en c
geene.
sub d
twee.

sub b
Tjihea a, en c
geene.
sub d een.

Tjipoetri. sub a
geene.
.
. .

sub b een.

sub c en d
geene.

Pèsèr sub
.
.
.
. :i
geene.
sub b
een.

sub c en d
geene.

Tjikalong. . . .
sub a t/m d
geene.

sub
Dj a
mpa ngwet a n .
a
geene.

st >b b drie.

sub c 6n
d
geene

Tjikondang .
. .
sub a
geene.

su b b
een.

sub c en d
geene.

Tjidamar ....
sub a
t/m d
geene.

Soekaboemi.

Tjimahi sub a 2e klasse


.
een.

ter hoofd plaats.

sub b
een.

te Soekaradja.

sub
Goenoengparang. . aen b
geene.

sub c
een.

te
Pengharepan.
sub d
geene.

Tjiheulang . .
.
sub a
geene.
sub b twee

te Klapanoenggal en te Tendjo-ajoe.
sub c en d
geene.

De wenschelijkheid tot
oprichting seliool der 2' le klasse
van een
openbare te Tji-
tjoeroeg werd reeds herhaaldelijk betoogd.
55

Pëlaboehan. . . .
sub a der 4e klasse een te Karangtengah.
sub b en c
geene.
sub d
een.

(onlangs, Maart 1905; opgericht te Tjibadak nog niet


en
gesub-
sidieerd).

Fjitjoeroeg. .
.
.
sub a der 2e klasse een, in 1904 opgericht.

Dj a m
pang
ten
ga
h . .
sub b, cen d
geene.

Djampangkoelon. .
sub a, ben c
geene.

SL, b d
een.

elk der districtshoofdplaatsen niet


op en
nog gesubsidieerd.

Soemedang.

Soemedang. .
. .
sub a der 1 e
klasse een.

sub a der 2e klasse twee.

Tandjongsari. .
. . sub a der 2 e klasse
een

Tjibeureum ....
sub d

Tjonggeang. sub b
...

twee.

Darmaradja. . . ,
sub a
t/m. d
geen _

Limbangan.

sub a der i e
klasse

Soetji sub a der 2e klasse


twee-
sub b
een.’
bub c
een.

Twee d
en
veertig pësantrens (sub ?)

Panèmbong. .
. .
sub b

Zestien
pësantrens.

Timbangantën. .

.
sub a der 2e klasse

sub b een.'
b
een.

Een en
veertig pësantrens.

Wanakerta. .
sub a der 2e klasse
. .

Acht en
twintig pësantrens

Tjikëmboelan .
. .
sub a der 2 0 klasse

sub d
een!
pësantrens twee en
twintig.

Bloeboerlimbangan . sub a der 2 e klasse

pësantrens acht en
veertig (19 zonder piagem).

Batoewangi. , . .
sub a der 2e klasse

pësantrens drje

Kandangwesi .
. .
sub d
(neutraal) een

pësantrens negen (7 zonder piagem).

Na ra sub
ga a der 2e klasse
een

pësan trens vijf.


Bovendien wordt thans reeds door 23 Inlandsche leerlingen gebruik gemaakt van
de Europeesche lagere school te Garoet.

Soekapoera.

Tasikmalaja .
. ,
sub a der l e
klasse

sub a der 2 e
»
een

sub c
een.'
sub d
56

Jndihiang . . . .
sub a der 2e klasse een.

sub b twee

Tjiawi .
.
.'
.
.
sub a der 2e klasse een..

Panjèrèdan ....
sub a der 2 e klasse een.

Singaparna. . . .
sub a der 2e klasse een.

sub b een.

Soekaradja. .
. .
sub a der 2 e klasse een.

f r a dj o e
geene.

Krawang geene.

Pasir ' sub der 2e


Pandjang. . .
a klasse een.

sub b een.

Band ja r sub a der 2e klasse een.

Padaherang geene.

Parigi sub a der 2e klasse een.

al
Tj ik ong en Mandala
geene.

59. Hoeveel bedraagt de laatste


volgens volkstelling het aantal Inlandsche
kinderen (jongens en meisjes)?
Hoeveel daarvan toen
waren naar
raming boven de 5 jaar, dus op een leeftijd
om in aanmerking te komen voor schoolbezoek?

Hoe is de verhouding van het aantal schoolgaande kinderen (jongens en

meisjes afzonderlijk) tot dat der


niet-schoolgaande?

Bandoeng.

Volgens de volkstelling in 1900


Hiervan bezochten de scholen
bedroeg het aantal

jongens. meisjes. jongens. meisjes.

Oedjoengbroeng-
koelon 19053 18385 1053 242

Tjilokotot. . mm 20458 224


.
.
76

Radja mandala . .
6165 5654

Koppo 5434 5257 77 25

Bandjaran. 13153 12827 263


.
.
.
6

Tjisondari . . .
6119 5937 62 2

Rongga ....
13813 17467 126 9

ïjitjalengka. . .
8612 8094 179 1

Tjipeudjeuh . . .
18576 16998 131

Oedjoengbroen w. 15889 15430 102 11

133983 126507 2217 372

Aangezien de Inlander begrip


geen van
leeftijd heeft, kon ook niet worden
opge-
hoeveel kinderen in 1900 den 5
geven leeftijd van jaar bereikt hadden.
57

Tj ian
dj oer.

Aantal in 1900
Aantal kinderen
Verhouding van
in 11100.
Aantal in 1900 der niet-school- het aantal wel- Aantal school-

aer scnooi- gaande kinde- tot dat der niet- kinde-


gaande
ren boven de schoolgaande
Boven gaande kinderen. ren in 1904.
Totaal. de ö ]aar.
5 jaar. kinderen. Toelichtingen.

jongens meisjes jongens meisjes Jongens meisjes jongens meisjes jongens meisjes jongens meisjes

a. a. h. b. b. b.

Maleber 7899 7460 4566 6009 176 30 4390 5979 1:25 1:199 227 19 Deze
.... a.
cijfers zijn
geput uit denjaarstaat
Tjihea Behoorde model N
in 1900 lot de afdeeling Bandoeng. Gegevens niet voorhanden. —
13 11 en komen met

die in staat A overeen.

Tjipoetri 9534 8932 4120 7 4113 b. Deze


. . .
3951 —
3951 1:588 —
38 8 opgaven zijn
niet te vertrouwen.
Pèsèr 6778 6080 4008 4161 4161
4608 35 2
Betere cijfers kunnen
5059 4214 3765
0 — —
4214 3765 — — —

echter niet verstrekt

Tjikalong 6813 6053 4073 3608 3 4070 3608 1:1354


.
.
. —
— — —
worden.
*

3967 3720 2212 2016 1 —


2211 2016 1:2211 (‘). District Bajabang
*

wetan 10335 11426 6034 7211 en district Tjiblajoeng


Dj ara
pang 6034 7211
108 ii
zijn met de reorgani-
Tjikondang 9741 7448 3840 3038 3840
3038 39 9
— — —
. . —

satie van het B.B. opge-


Tjidamar . . 9573 8738 4997 4528 4997
.
4528 heven.

Soekab o e m
i.

Opgave volgens Hiervan


zijn naar
de volkstelling Van het vermeld in kolom
raming boven
in 4900 van
3 bezoeken de scholen.
de 5 jaar.
het aantal.

jongens. meisjes. jongens. meisjes. jongens meisjes.

Tjimahi 49727 4 7330 42000 44000 239 2 24


=
% =
7s °/o
Goenoengparang .
.
9944 9022 6000 5500 30 =
Va % 24=1/2 °/ o

Tjiheulang ....
44487 40746 7500 7000 479 = 2
% 12 =
76 %
Pelaboehan 8360 7778 5300 5000 224 4 % 12 °/o
74
....
=
=

Tjitjoeroeg 8264 7469 5200 4800 59 4


% 9
= =
7s %
Djampangtengah 10183 9408 0500 5500 29 i/2 1
% 755%
.
.
= =

Djampangkoelon .
.
44343 40270 7500 6500 89 = 4 4 =
7.«7o

79278 74723 50000 45300 849 4 7


83 9
=
/ 10 % =
/ so
%

Soemedang.

kinder n. Aantal kinderen Aantal


Verhouding tot
school-
niet-schoolgaande
boven de 5jaar. gaande 1 kinderen.
kinderen.

Aantal jongens. meisjes. jongens. meisjes. jongens. meisjes.

Soemedang “21591 2098 2046 215 32


V. V.*

Tandjongsari “26831 3223 3842 92 7


v.< V549

Tjibeureum 19710 2030 1911 77 3


V* V«S7
. .
. .
.

Tjonggeang 14924 1802, 2039 57 —

Vsi —

Darmaradja , 14710 1733 1955 — —


— —

97766 10886 11793 441 42 V‘24 1/


/280
58

Limbangan

3 5'

> £- cc 3 3 P CO oo
Pk
p3

coO P-
3

Ct. 3 3
P*

cd’
r*COP |®£
a

c/2 1

— Cl
c
S

p3
5’

£L
crq

nÊr a»

m 3- O * cd O Cl cl cv -i rT p 3 P-cc
• CfQ •ap
p3
3-°« >-
ap ft> CD 3 w O 3" 2- P w 3 P Cl r 5 P- CV

°-OT
C

“•CTQ *
td

Cl 3 a- -

?r P- Cl 3 3 3 O-CC 3* p >-s o- 3 �— CO
Ho p

~P’
S a»o •ja 03

jongens. meisjes. jongens. meisjes. jongens. meisjes. jongens. meisjes. jongens. meisjes. jongens. meisjes.
1

aita •o cc P. ia ia071 CO0000 •ai 00 o ia ia CO rC'j 071•<1 ai 00o CO p. cc oo cocc ia o


.

C/7 O cv 00
4

__ OOHp« CO p. P- 00 co CC at oc CC 071at 00 00 Cc ia 071 cc ai co pi 071 £>■00


"C p o mbong .
.

• •

-p* taoo P. cco ia co p. 00


h 3 crp
aq po cv
p- 'oo 00oo 00 00 ta 00 00 -00 071O ia 0000 ai00 *0 o CO co

— CC *^TO- cc 'CO ia *^T cc 00 o oo00 cc 00


'_L. 071 00cc CO £>,ia 00 ooia at cc CO _L. P-
_,
VT 05 —i
I

p — P

o ia cocc CO ia071CC at o -, at p* 00 ai o cc cc CC' 00 071 00 4r>- at i

CD 3 c ocd p

B’ cr 00 oco ■ai00 cO00 ai 00 071 00' ia ia oo 00 co oo 00 at 00 — 1— “ ia —


cp 0 cv -3
1

aq p o

071 o — 00 ai oo 00o 00 oc h0 & 00 00 o o ia ia oo oai ~ ia


co 05
1 1

3
■ 05 O qq
1

t* 071 coat a» cc ta oo ta Ot at ta �—. o — 071 ai


s o-P
i I i

crq 3 CD
l 1

o ato £>- _ 2 00o _


00 1
1 ■^1 00 oc o wi> o 1 ccat ta
CIQP ■-5 P .

kinderen werd ’t aantal dat


Bij ’t opgegeven aantal schoolgaande niet
opgenomen

1900. Deze worden onbetrouwbaar Wel


de pësantrens bezocht in cijfers geacht.
’t aantal kinderen, dat scholen buiten de bezocht.
daarentegen
is
opgenomen afdeeling
de kinderen is daar ’t
De verhouding der schoolgaande tot
niet-schoolgaande gering;

aantal onderwijs-inrichtingen onvoldoende in nl. :

1 57,
voor jongens :

» meisjes \ u565.

Soekapoera.

40 de
Aantal jongens en meisjes, waarvan bij raming % beneden 5 jaar.

Aantal SCHOOLGAANDE ZIJN. Kinderen.

36.984 291
Tasikmalaja .
.

37.148 394
Indihiang . . .

15.345 133
Tjiawi . .
.

10.302 82
Panjèrèdan . .

30.309 129
Singaparna . .

6.830 94
Soekaradja . .

11.746
Tradjoe

. .
.

13.233
Karang ......

. .
.

11.480 201
Pasirpandjang .

7.150 136
Bandjar . . .

4.520 ?
Padaherang .
.

] 120
Parigi ....

( 42.321
Tjipelang

. .
.

'
Mandala . .
.

De is door de ’t aantal
verhouding te
bepalen opgaven te vergelijken met opge-

kinderen. De getallen van schoolgaande kinderen berusten


geven opgegeven op opgaven

over ’t jaar 1904.


59

60. Tot welke standen behooren de meeste der schoolgaande kinderen?

Bando e n g.

Tot alle standen, doch de meeste scholieren kinderen


zijn van ambtenaren, van

beambten, desahoofden landbouwers handelaars.


en
gegoede en

Tjiandjoer Malèbèr.

De meeste der schoolgaande kinderen behooren tot de standen der adellijken, be-
middelde grondbezitters ambtenaren beambten ultimo
en en (toestand op 1904).
Overige districten. De der kinderen behooren
meeste
schoolgaande tot den

stand der landbouwers (toestand ultimo


en
kooplieden op 1904).

Soekaboemi.

’t Grootste deel der schoolgaande kinderen behoort op


alle scholen tot den stand der

landbouwers, vooral van de gegoede landbouwers. Verder is ter Soekaboemi


hoofdplaats
ook een belangrijk deel der kinderen afkomstig van Inlandsche ambtenaren en handelaren,
op de andere scholen is ’t aantal kinderen Inlandsche ambtenaren
van zeer
gering. Op de
scholen te
Karangtëngah, Tendjoajoe en
Soekaradja zijn ook nog al veel kinderen van handela-

ren. Op alle scholen


zijn ook in meerdere of mindere mate kinderen van desahoofden.

Soemedang,

Tot verschillende standen

Li m ban ga n.

Dit is zeer alle standen


verschillend; zijn vertegenwoordigd; meerendeels echter
kinderen van ambtenaren en beambten, ook van de desabestuursleden.

Soekapoera.

De die de e
meeste
kinderen, l klasseschool bezoeken, zijn die van Inlandsche
ambtenaren; die der handelaren
overige scholen, van en landbouwers.

61. Welke beroepen kiezen liet


zij na verlaten der school.
Blijven zij over
’t
algemeen in hun stand; maakt het onderwijs hun wars van handenarbeid ?

Bandoen
g.

Verschillende beroepen als; lid ’t


magang, van
desabestuur, schrijver-mandoer op de
landelijke ondernemingen enz.
Terugkeeren tot den landbouw komt als de
voor, ouders
gegoede landbouwers
zijn. t Onderwijs maakte tot dusver de die de
meesten, school
dooi
loopen hadden, wars van handenarbeid, landbouw en*
nijverheid. Langzamerhand zal
hierin wel komen,
verandering bijv. wanneer ’t aantal verwaande
leegloopers (waaronder
veel alzetteis, van kwade zaken d.
procureurs e. schuilen) in die mate is
toegenomen, dat
hun leeglooperij of hun kwade praktijken tot meer
openlijke schande en schadestrekken.

Tjiandjoer.

De meesten, die de gouvernements-scholen afloopen, trachten als


magang op een

gou\ernements-bui dienst komen. die slechts


eau in te
Zij, eenige klassen doorliepen, zoeken
hun kennis benutten als
te
desaschrijver, ook worden enkelen onder hen handelaar. Die
der bijzondere Inlandsche scholen worden desaschrijver; mandoer
op eene
onderneming,
enz. ol keeren huns vaders
tot t
beroep terug, omdat de opgedane kennis veelal niet

voldoende is iets anders.


voor
Lenigen maakt’t
genoten onderwijs wars van
handenarbeid;
omdat zij zich boven de
groote menigte verheven achten.

Soekab o e m i.

De scholen in
Djampangtengah, Djampamjkoelon en Pelaboehan, alle sinds
kort hebben
geopend, nog geen leerlingen opgeleverd. Zij, die de
openbare scholen
te Soekaboemi hebben
en
Karangtëngah afgeloopen, worden
gewoonlijk magang bij
Europeesche of Inlandsche
ambtenaren, of trachten een plaatsing te krijgen bij de staats-

of de pandhuis-regie. Verscheidene hunner worden ook


spoorwegen desaschrijver, handelaar
of mandoer de landelijke ondernemingen, of
op schrijver in toko’s ter hoofdplaats Soeka-
boemi. Slechts enkelen worden landbouwer; 1. als hun ouders
n. voldoende
gegoed zijn,
daar lust hebben zelf de bewerken.
zij geen gronden te De
particuliere scholen
hebben tot dusverre slechts weinig
nog leerlingen afgeleverd, ’t
Langst bestaat die te
die 4 jaren werd
Tendjoajoe, geleden opgericht. Zij, die deze scholen kiezen
verlaten,
ook altijd een
beroep, waarbij lezen en schrijven vereischt wordt, zooals desaschrijver,
60

mandoer op ondernemingen enz. Zelden worden zij magang, daar zij als zoodanig geen

vooruitzichten hebben, ’t maakt dusver allen, die de school


Onderwijs tot doorloopen

hebben, handenarbeid. Zulks evenwel beletsel ’t Inlandsch


wars van
mag geen zijn om

daar in deze streken


onderwijs uit de breiden, er eerstens groote behoefte is aan Inlanders

die kunnen lezen en schrijven, waarin tot dusverre door de bestaande scholen niet

wordt voorzien, in de tweede het is, dat


voldoende terwijl plaats zeer
wenschelijk
de die toch reeds deel han-
de kinderen van gegoede Inlanders, nu voor een
groot geen

denarbeid verrichten, ook allen onderwijs krijgen.

Soemedang,

De keeren hunne woonplaatsen worden landbouwers, en blijven


meesten naar terug,
school hebben trachten ook als
dus in hun stand. Zij, die met vrucht de doorloopen,

der of als mandoer plaatsing te vinden. Van


magang op een gouvernements-bureaux een

de kinderen der Inlandsche ambtenaren zet ’t meerendeel de studie voort. Dat ’t onder-

maakt van handenarbeid is niet merkbaar.


wijs wars

Li m ban ga n.

Velen na ’t schoolbezoek naar de pfisantrens, anderen zoeken een schrijvers-


gaan

’t desabestuur of komen als mandoers landbouwondernemingen, enkelen


baantje bij op

worden anderen handelaar of landbouwer. Anderen, die de school


magang op een bureau,

worden verwaand meerendeels handenarbeid. Alleen


bezocht hebben, en
zijn wars van

hiertoe over.
noodgedwongen gaan zij

Soekapa ra.

Enkelen worden
magang bij ambtenaren, anderen desaschrijver of worden geplaatst
hun De scholen maken
bij de staatsspoorwegen
of
volgen hun ouders op
in bedrijf.

de leerlingen veelal wars van handenarbeid. Enkelen worden mandoer bij nijverheids-

ondernemingen.

scholen in hloeiënden of staat? In het laat-


62. Verkeeren de kwijnenden
wat is daarvan de oorzaak? bijv. ongeschikt of onvoldoend onderlegd
ste geval,

personeel, geen behoefte


aan
onderwijs bij de bevolking, enz.

Bandoeng

toenemend aantal ’t schoolbezoek ’t betreft, verkeeren de


Wat ’t steeds leerlingen en

scholen in hloeiënden toestand. De bevolking stelt over’t algemeen prijs op volksonderwijs,


in geschiktheid veel
’t Onderwijzend personeel der gesubsidieerde scholen laat dikwijs nog

te wenschen over. Hun inkomsten en


vooruitzichten
zijn ook te gering om iets goeds er

onvoldoende geïnspecteerd, aangezien de


voor te krijgen. Bovendien wordt ’t onderwijs
den missen de Inlandsche bestuurs-
contróleerende ambtenaren daartoe noodigen tijd en

Inlandsche zouden beter in de


ambtenaren daarvoor ongeschikt zijn. adjunct-inspecteurs

behoefte voorzien.

Tjiandjoer.

Malèbèr. In bloeiënden staat

omdat de behoefte onder


Tjihea. In minder bloeiënden staat, waarschijnlijk aan

de minder groot is.


wijs bij bevolking

Tjipoetri, Fèsèr. Den korten tijd, dat de scholen bestaan, in aanmerking

in bloeiënden staat.
genomen, nogal
Hier ultimo '1904 scholen.
Tjikalong, Tjidamar. waren op nog geen

wetan, Tjikondang. In bloeiënden staat


Djampang

Soekab o e m i.

steeds De
’t Aantal leerlingen van alle scholen neemt toe. onlangs geopende

school telde maanden reeds 108 leerlingen.


particuliere te Tjibadak na twee

Soemedang.

De gouvernements-scholen verkeeren allen in bloeiënden staat. De particuliere ook,


’t aantal in de bestaande behoefte
doch minder; zij voorzien blijkens ingeschreven leerlingen

aan eenvoudig lager onderwijs.


61

L i m ba n n.
ga

Ze verkeeren ’t in bloeiënden Behoefte


over
algemeen een staat. aan
onderwijs
bestaat zeker, vooral in bewoonde streken.
zeer
goed Op alle gouvernements-scholen worden

meer aanvragen gedaan tot schoolbezoek, dan er


plaatsen beschikbaar zoodat
zijn; afge-
wezenen niet tot de zeldzaamheden belmoren.

Soek a poer a.

verkeeren in bloeiënden staat. Telkenmale


Zij moet een
groot aantal kinderen afge-
worden gebrek
wezen wegens aan
plaats.

(53. Aan welke hebben de voldaan?


examens onderwijzers Tot welke

klassen belmoren zij?

Ba n d oeng.

De onderwijzers de
aan
gouvernements-scholen zijn ;
leerlingen, die de kweekschool Inlandsche
a. voor
onderwijzers te Bandoeng
doorloopen hebben.

b. die ’t
leerlingen examen van
kweekeling of hulponderwijzer afgelegd hebben.

De onderwijzers der particuliere scholen leerlingen, die de


zijn met
goed gevolg
studiën hebben. de
eener
gouvernements-school doorloopen Aan
particuliere Inlandsche

meisjesschool te
Bandoeng zijn drie Inlandsche onderwijzeressen verbonden, door den

inspecteur van het Inlandsch onderwijs, C. den Hamer, daarvoor opgeleid.

Tjia-ndjoer.

ste
Malèber. Aan ’t hoofd der Iste1 en 2 de klasse gouvernements-scholen staan onderwij-
zers, opgeleid aan een kweekschool, de hulponderwijzers zijn eveneens
geëxamineerde personen.
Aan ’t hoofd der bijzondere scholen die door-
staan
personen een
gouvernements-school

loopen hebben.

districten. Aan ’t hoofd der scholen staan


Overige personen die een
gouverne-

ments-school afgeloopen hebben.

Soekab o e m
i.

De de scholen hebben allen


onderwijzers aan particuliere de openbare Inlandsche

school met goed gevolg doorloopen, terwijl aan hen door ’t plaatselijk schooltoezicht een

is, dat voldoende bekwaamheden hebben


verklaring uitgereikt zij om onderwijs te geven

in de vakken, welke op school onderwezen worden. De


een
particuliere moeten hoofd-

onderwijzers de openbare Inlandsche school Soekaboemi, Karangtëngah


aan te en Pëlaboehan,
hebben de kweekschool Inlandsche onderwijzers Ook de
voor te Bandoeng afgeloopen.
die scholen de
hulponderwijzers zijn van afkomstig, terwijl kweekelingen een examen

hebben afgelegd, den inspecteur het Inlandsch lager


ten overstaan van van
onderwijs.
De onderwijzers zijn grootendeels uit den middenstand van de Inlandsche maatschappij.

Soemedang.

De onderwijzers der gouvernements-scholen zijn allen geëxamineerd. Die particuliere


scholen doch deze hebben door den
niet; een getuigschrift, afgegeven regent en den

controleur, dat voldoende bekwaam ’t


zij zijn tot geven van
eenvoudig lager onderwijs.

Zij belmoren tot verschillende standen der bevolking.

Limbangan.

De
onderwijzers der gouvernements-scholen hebben voldaan aan ’t eindexamen der

kweekschool. De hulponderwijzers waren niet van die school afkomstig, doch legden
af in handen den ’t Inlandsch
een examen van
inspecteur bij onderwijs. Op de particuliere
scholen de of andere
zijn onderwijzers afkomstig van een
gouvernements-Inlandsche-school,
die goed gevolg doorloopen hebben, ’t Onderwijzend komt uit
zij met personeel voort

de verschillende standen der Maatschappij.

Soekapoera.

Van de onderwijzers der en der gesubsidiëerde Inlandsche scholen


gouvernements-
20 afkomstig de kweekschool Bandoeng (eindexamen); I voldeed
zijn er van te
gedeel-

telijk daaraan; 21 hebben het eindexamen afgelegd van


gouvernements-Inlandsche-scholen
en 1 van een particuliere school.
62

Aan ’t hoofd der school kinderen


gesubsidiëerde Europeesche te Manondjaja, voor

van den Inlandschen adel (‘) staat een Europeesche onderwijzeres, in’t bezit van een hoofd-

lager onderwijs. Zij wordt bijgestaan door Europeesche


acte voor een
hulponderwijzeres.
De onderwijzers belmoren overigens tot den Inlandschen adel of tot den gegoeden

burgerstand.

64. Indien er geen of weinig Inlandsche meisjes school gaan, wat is

daarvan de reden.

Ba n
d
oeng.

’t Aantal Inlandsche meisjes die de school bezoeken neemt toe. Dit aantal is nog

omdat ’t schoolbezoek iets is den laatsten De ouders


zeer
gering, van
meisjes van
tijd.
de achten schoolbezoek hun dochters minder minder
(uit' lagere standen) voor noodig en

Dit laatste hare


gewenscht. wegens aanraking met jongens.

Tjiandjoer.

Er slechts-.zeer niet alleen omdat de Inlanders ’t


gaan w-einig meisjes school; nut

’t onderwijs meisjes niet inzien, doch ook omdat iets op tegen hebben
van voor
nog zij er

hun meisjes naar school te zenden.

Soek aboemi.

De scholen worden door bezocht, l e


zeer weinig meisjes omdat de ouders het voor

de meisjes niet zoo noodig vinden om onderwijs te ontvangen en 2e omdat de ouders

het niet vinden dat de wie vele haar I0eu of 12 en


goed meisjes, van
op jaar reeds huwbaar

zijn, te veel met jongens in


aanraking komen.

Soemedang.

Omdat meisjes betrekkingen vervullen alleen onderricht in zaken


geen en
krijgen
huishouden betreffende. Bepaald onderwijs wordt aan meisjes veelal te huis gegeven.

L i m ba n n.
ga

Inlandsche meisjes bezoeken de school daar de ouders


nog maar
weinig, vreezen

onkuischheid bovendien de meening toegedaan, dat de meisjes reeds voldoende


voor en
zijn
kennis hebben, zij wat lezen, schrijven rekenen kunnen, hebben immers
wanneer en
zij
ambt vervullen. Bovendien worden Inlandsche reeds leef-
geen te
meisjes op jeugdigen
Het is evenwel niet ontkennen, dat de scholen
tijd uitgehuwd. te meisjes meer en meer

bezoeken, vooral dochters van ambtenaren.

Soekapoera.

De Inlander acht altijd dochter ’t niet


nog voor
zijn ontvangen van
onderwijs bij-
zonder dan ook
noodig; waarom maai-
weinig meisjes naar school gaan.

65. Wordt de scholen in andere dan in de


er op gewone leervakken onder-

richt ja, waarin? in de takken


gegeven; zoo
(bijv. van huisvlijt, ambachten, enz.).

Band oen g.

Neen. de scholen wordt


Op particuliere te Pangalèngan en Pasirmalang veel

werk vlechtwerk takken Een ander is danken


gemaakt van en van huisvlijt. en te

aan den administrateur van het erfpachtsperceel Pasirmalang, den heer J. C. Schenck.

Door diens invloed, groote toewijding verkeeren


en
geldelijke ondersteuning genoemde scholen
in bloeiënden
bijzonder staat.

Tjiandjoer S o e k a b o e m i.

Neen, slechts in de gewone leervakken.

Bandoen g.

Hier daar ziet vlechtwerk fraaië zelden


en men
aardig en teekeningen, kunstige
Muziek leeren de kinderen in de
voorwerpen. uitspanningsuren.

Li m
ba n.
nga

Ja, op de gouvernemeats-scholen in
huisvlijt.

(1). Een gemengde school, waarbij ulto. 1906 ingeschreven 105 leerlingen, w. o. 34 meisjes.
Aant. v. d. b
63

Soekapoera.

Neen

66. Hoeveel procent der desahoofden kan de landstaal lezen en


schrijven?

Bandoen g.

Oedjoengbroengkoelon . 88 % Tjisondari 42 °/
Tj ilok o t o t 87 »
Rongga 100 »

Radjamëndala 93 »
Tjitjalèngka 85 »

Kop p o 51 »
Tjipeudjeuh 70 »

Bandjaran 100 »
Oedjoen gbroeng weta n .
75 »

Tjiandjoer.

Malèbèr 94°/ T i k alo


/ o
j n
g 80 %
Tjihea 86 »
Djampangwetan 91 »

Tj i
poet r i 80 »
Tjikondang 92 »
Pés è r 94 T
»
j ida m a r
91 »

Soekab o e m i.

Goenoeng p a r a n
g . .
. . 100 °/ Pelaboehan 86 °/
0
_ . /
O
I o

Tjimahi 67 »
Djampangtengah . . ,
.
96 »

Tjitjoeroeg 35 » Djampangkoelon 96 »
.
. . .

Tjiheulang 90 »

Soemedana:.
O

Van de 178 desahoofden kunnen er 170 lezen en


schrijven,

Limbangan.

S oe t j i 74 %
Baloeboertimbangan . .
75%
Panèmbong 100 »
Batoewangi go »
Timban g a n te n 84 » Kanda
ngwësi 78 »
Wanakerta 76 »
Naga ra
75 »

Tjikemboelan 100 »

Soekapoera.

Van de 361 desahoofden kunnen 22


er lezen en
schrijven met
latijnsche, soen-
dasche arabische 86
en
karakters, met soendasche en
arabische, 11 soendaasch alleen en

20 met arabische alleen.

67. Hoe dikwijls per dag, en waarmede in hoofdzaak, voedt zich de groote
meerderheid der volksklasse onder normale
omstandigheden?
Wordt het voldoende geacht?
Aalt hierin al dan niet verbetering waar te nemen?

Bandoen g.

Gewoonlijk twee maal


per dag; n.l. ’s
morgens en in den
namiddag. Rijst is
hoofdvoedsel; en
ontjom, (‘) lalab, lombok, gedroogde of
gezouten Siam-visch, een
gebakken
rivier- of
sawahvischje en wat sajoer zijn bijgerechten. Wat karbouwen-of
kippenvleesch
is al iets dat alleen
bijzonders, bij buitengewone gelegenheden genuttigd wordt, ’s Middags
12 wordt koffie
om uur
gebruikt met wat versnaperingen, als gekookte of
gepofte dja-
goeng, sampeu, (cassave), hoei, bolèd, (këtéla pataten) of (këtéla
=
mantang rambat).
In den schaarschen wordt ’t tekort
tijd aan
rijst aangevuld met knol- of bolgewassen.
De voeding wordt voldoende
geacht. Verbetering in de voeding der volksklasse is niet
te Alleen in of nabij groote volkscentra is het vleeschgebruik
waar nemen.
iets toegenomen.

Tjiand j o e r.

De groote meerderheid voedt zich twee malen


per dag en in hoofdzaak met rijst.
Tusschentijds worden versnaperingen gebruikt. De voeding wordt voldoende
geacht en er

valt verbetering waar te nemen, vooral wat de


toespijzen aangaat.

(1) Een uit katjang bereide te de


koek, vergelijken met uit këdëlé
témpé, bereid, op Midden-

en Oost-Java. Aant. v. d. b.
64

Soekab o e m i.

malen n.l. ’s morgens tusschen 6en 9 uur en’s middags


Gewoonlijk twee per dag,
hooldvoedsel is dat verschillende sooiten van
tusschen 4 en (i uur. Het rijst, met

sambal 1. lombok) wordt


of ongekookte lalabs (eetbare blaren) en (v. n.
gekookte
Siameesche visch of visch van
ook veelal met visch, (gedroogde of gezouten
genuttigd en

de of vleesch. ’s Middags om 12 uur wordt dikwijls nog een versnapering


sawahs) met

boei boled, mantang, enz.) Ook


b.v. gekookte of gebraden koolsoorten (sampeu,
gebruikt,
voedsel Heeft
(uitgeperste katjangkoeken) als gebruikt.
wordt meer en meer ontjom

niet wat wel eens voorkomt in de z.g.


moesim ngoejang (maanden vóór
men genoeg rijst,
in
dan wordt ’t onbrekende aangevuld door verschillende knolgewassen, doch
den rijstoogst,)
is op alle districten
is zulks uitzondering, ’t Boven medegedeelde van toepassing
gewone
tijden
Djampangkoelon minder
hi deze afdeeling. Alleen wordt in de districten Djampangtengah en

vleeschvoedsel dan in de noordelijke districten, daar de bevolking daai


visch- en gebruikt
voldoende Vooral in de noordelijke
heeft. De voeding wordt geacht.
minder koopkracht
toenemend vleesch waar te nemen.
districten valt een sterk gebruik van

Soeme d a n g.

der volksklasse in om-


In hoofdzaak voedt zich de groote meerderheid gewone

enkele de voornaamste
zijn: zout,
standigheden 2 maal met
rijst en toespijzen, waarvan

’t
Deze voeding wordt voldoende geacht, Vleeschgebruik onder
lombok, sajoer en ontjom.

de bevolking neemt langzamerhand toe.

L i m ba hga n.

maal in hoofdzaak
De meerderheid der volksklasse voedt zich twee per dag; met

of ei komt, zelden vleesch.


zout en wat bladgroenten, waarbij meestal een vischje een
rijst
niet Deze
voeding wordt voldoende geacht. Eenige verbetering
Meer heeft men noodig.
bereik
wordt wel waargenomen,
sedert meerdere voedingsartikelen in ’t
zijn gekomen van

de massa (vooral gezouten visch).


groote

Soekapoera.

meerderheid der volksklasse voedt zich twee maal per dag niet
rijst,
De groote
versche of gedroogde visch; soms slechts met
onder toevoeging van wat groenten-en
den aardvruchten, of
vleesch. Fusschentijds op
’t midden van dag met
cassave, katjang
Over ’t wordt de voeding voldoende geacht, verbetering valt niet waar
koeken. algemeen

te nemen.

scliaarsclite voor?
68. Komen er jaarlijks tijden van

Hoe is dan de voeding?

Bandoen g.

door de minder
Ja, n.l. tegen
den
oogst (moesim ngoejang) wanneer armen
rijst,

doch meer djagoeng, knol- en


bolgewassen gegeten worden. Gebrek lijdt men
sampeu,

schaarschte in de beteekenis van gebrek, wordt niet geleden.


echter geenszins;

Tjiand j o e r.

schaarschte komen hier niet


Neen; tijden van bepaalde voor

Soekab o e m i.

den de elk
In den tijd van ’t binnenvallen van padioogst stijgen padiprijzen jaar

moesim is in de districten Goenoemg parang, Tjitjoeroeg,


wat. Deze tijd, ngoejang genoemd,
de groote het minst
Tjimahi, Tjiheulang, Pelaboehan en Djampangtengah voor massa over-

reeds velde
vloedig; daar de oogst van het
vorige jaar grootendeels opgeteerd is, terwijl het te

niet kan worden. Van schaarschte kan evenwel in dien


staande gewas nog geoogst groote

verder In dien wordt ’t kort


tijd niet gesproken worden. (Zie bij 40). tijd te aan
rijst
door allerlei als voedsel gebruiken. Men eet dan,
gewoonlijk aangevuld knolgewassen te

heeft, alleen ’s middags ’s knolge-


als men niet genoeg rijst gewoonlijk rijst en
morgens

of gebraden Ook deze voeding is voldoende. In


wassen, welke gekookt zijn. nog

komt alleen schaarschte bij misoogst. Men heeft gewoonlijk rijst


Djampangkoelon voor

maanden den door komen.


genoeg
in .voorraad, om de voor
padioogst, gemakkelijk te

doet zich zelden en tot dusverre nooit schaal.


Misoogst hoogst voor op groote
65

Soemedang,

■la ; doch in
zij zijn t grootste gedeelte deze
afdeeling
van van
weinig invloed op
de voeding, slechts in de bovengenoemde onder minder gunstige omstandigheden verkeerende
onderdistricten Tomo, Darmawangi en Tjadasngampar is dit wel merkbaar en voedt zich
de
bevolking gedurende dien tijd van ’t
jaar ook met
.-djagoeng en cassave.

Li mba nga n

Bepaalde schaarschte heerschte hier nooit. Na den


nog rijstoogst wordt zij lang-
zamerhand doch
wat
duurder; dit
brengt verandering in de gewone
geen levenswijze
der volksklasse.

Soekapoera.

In Tasikmalaja, Indihiang, Singapama deel


en een van
Panjèrèdan, waar men 8
padioogsten in
de 2 jaren voldoende water is, 2
en, waar
padioogsten in ’t jaar heeft, is
sinds
menschenheugenis geen padi-schaarschte voorgekomen. Alleen in de zuidelijke
districten, waar men over
’t
algemeen niet dan
meer
padi plant, voor
eigen gebruik noodig
is, omdat de dure vervoerkosten den niet loonend maken
verkoop is
tegen den padioogst
rijst-schaarschte. Tweede vooral
gewassen, cassave, knol-vruchten en djagoeng nemen
dan of 2 maal
I per dag de plaats van
rijst in. Deze gewassen worden steeds last
op
van ’t bestuur in voldoende mate
aangeplant. Dikwijls mengt men de
rijst met djagoeng,
vooral in ’t Gebrek
gebergte. aan
voedingsmiddelen kwam uiterst zelden voor, niettegen-
staande plaatselijke mislukkingen van ’t
padi-gewas door
ongunstige weersgesteldheid,
onvoldoende bevloeiïng en ziekte in ’t gewas.

69. In welke jaren heerschte er gebrek aan


voedingsmiddelen en waaraan

dit te bijv.
was
wijten?
Aan misoogst:
door
ongunstige weersgesteldheid,

„ overstemming,
vulcanische
» uitbarsting,

»
onvoldoende irrigatie water,

„ gebrekkige irrigatie,

»
onvruchtbaarheid van den bodem,
---7

n
uitputting van den grond,
ziekte in het
„ gewas, .

„ schadelijk gedierte ?

Aan onvoldoende
uitgestrektheid van den grond ?

Aan het onbebouwd


blijven van
gronden, door ziekte of door gebrek aan vee ?
Aan gemis have
van en goed om tijdelijk te kunnen verpanden of om te
?
verkoopen
Aan een
ontijdig goedkoop van de hand zetten der voedingsmiddelen door

gebrek aan
geld, of ter
voldoening door
van achteruitgang gemaakte schulden?
Aan gemis aan tijdig genomen bestuursmaatregelen?

Bandoen g.

Ju de 1880-1881
jaren werd hier en daai* eenigszins geleden
gebrek aan voe-

dingsmiddelen, tengevolge van de toenmaals geheerscht hebbende


veepest en koortsepide-
mie, waardoor vele bouwvelden onbebouwd bleven.

T j i a n
dj o e r.

Bepaald gebrek aan


voedingsmiddelen heerschte hier nooit, voor zoover bekend.

Soekaboemi.

Alleen in 1878 schijnt door de geheele afdeeling gebrek aan


voedingsmiddelen geweest
te zijn, tengevolge van een zeer
langdurige droogte; later nooit in
meer belangrijke mate

uitgezonderd in 1900 eenigermate in Pelaboean door ’t 250


wegslaan van + baoes
padi-
door
aanplant, zware bandjirs (aardbeving van de Gëde en omdat men er toe
overging in
’t onderdistrict Tjisalak groote uitgestrektheden ’sawah’s 8 maal in 2
jaren te beplanten,
waardoor de oogst slecht iets
zeer
uitviel; waarvan men sedert dan ook
terug gekomen is).
(Op last van het bestuur, ’t kommissielid
naar aan -van Braam werd medegedeeld).

’t Kommisielid Mundt
voegt hieraan toe:

»Waaraan niet sterk


genoeg de hand kan worden
gehouden; daar de Inlandsche
bevolking en tal harer hoofden zulks telken male nieuw
weer op beproeven”.

Bepaalde hongersnood heerschte er evenwel niet.


66

Soemedang.

Gedurende de jaren 1881 t/m. 1882 heerschte in de geheele afdeeling gebrek


aan voedingsmiddelen tengevolge van toen heerschende epidemieën en waardoor
veepest,
veie bouw velden- onbebouwd In 1901 1902 kwam
moesten
blijven. en ook in ’t onder-

district Tomo door den


( Tjonggeang) gebrek voor
mislukking van padi-oogst tengevolge
van ongunstige weersgesteldheid.

Limba n g a n.

door verschillende oorzaken, ziekte in ’t gewas of


Misoogsten, gewoonlijk schadelijk
komen verschillende min of doch hadden
gedierte, jaarlijks en
op plaatsen meer
voor,

nijpend gebrek aan


voedingsmiddelen ten
gevolge. Dank regelmatig
geen zij wekelijks

terugkeerende jachten, onder muziek en


vrolijkheid, is de rattenplaag hier zeer verminderd.

Soekapoera

Voor mislukten in 1877 in Tasikmalaja, Indihiang


zoover na te
gaan, en Tjiawi
door van-7—9 maanden groote sawah. De
een
droogte uitgestrektheden padiprijzen stegen
toen tot ƒ 5 de pikoel; doch bepaald gebrek aan voedingsmiddelen was er toen niet. In

189-4 had er een uitbarsting plaats van den berg Galoenggoeng, waardoor vele sawah’s

door ’t vulcanische zand asch mislukten. Ook


uitgestooten en toen was er in deze drie

districten en in Singaparna geen gebrek aan


voedingsmiddelen. In 1878 én 1879 heerschte

in door abnormaal
Karang langdurige droogte, gebrek aan voedingsmiddelen, waardoor

vele andere districten uitweken. Ofschoon ieder in


personen naar
jaar Bandjar en Pada-

herang, soms zelfs vrij belangrijke schaal, misoogst voorkomt, heerschte


op toch, voor

bekend, daar nooit gebrek voedingsmiddelen. In


zoover aan
Parigi ,
Tjidjoelan en

Mandala was in 1890 gebrek aan voedingsmiddelen.

70. Hoe wordt iu nood het gebrek


tijden van aan aan voedsel tegemoet

gekomen l

Bandoen g.

de in de antwoorden onder 69
Uitgezonderd vraag genoemde jaren, kwamen
geen
nood
tijden van voor.

Tj ia ndj oer.

nood hier niet


Tijden van
zijn nog voorgekomen.

Soekaboemi.

Bepaalde tijden van nood kwamen hier nooit voor. In Pelaboehan werd in 1900

’t deel der
rijst ingevoerd, terwijl arme bevolking naar de landelijke ondernemingen toog
om geld te verdienen.

Soemedang.

Door ’t gebruik van verschillende boschproducten, waaronder


voornamelijk degadoeng.
In de in antwoorden van 69 vermelde jaren kwam de regeering de bevolking
vraag te hulp.

Limbangan.

In ’t noorden Wanakerta drie desa’s die wel schaarschte hebben


van
zijn eens aan

voldoende \ooral
voedingsmiddelen, bij gebrek aan
regen.
De desalieden
gaan dan, liefst

beurten, er uit om wat te verdienen. Hiervoor bestaat thans


om op meer
gelegenheid
door den aanleg van den Padalarang Krawang. Dit dan de
spoorweg zijn z. g.

sdjelëma manoek”.

Soekapoera.

de districten werden in 1890


In zuidelijke ondersteuningswerken (aanleg van nieuwe

verbetering bestaande aanleg leidingen) in 1878


en van wegen en van
uitgevoerd, en en

1879 werd in in
Karang van gouvernementswege hulp voedingsmiddelen verstrekt.

71. Overzicht het zoutdebiet in de laatste 20


van
jaren.

Tjiandjoer Soekaboemi
Bandoeng Limbangan.

Zie 4.
bijlage

Soekaboemi.

Yan enkele jaren konden de niet gevonden worden.


gegevens
67

Soekapoera.

In -20 jaren ’t zoutdebiet van 377 586 De


steeg op kojans. groote stijging van

’t debiet ’t
van
pakhuis te
Kalipoetjang in de jaren 1889 tot 1891 vindt haar oorzaak in :

de Javanen
a.
immigratie van uit de toenmalige residentie Bagëlen naar
Parigi,
over Tjëlatjap en
Kalipoetjang;
b. t feit dat tot 1898 ’t
en niet bij pakhuis Kalipoetjang de
verkoopprijs van 1

kojan / 177.60 bleef;


zout
op gehandhaafd terwijl die prijs bij de overige pakhuizen
f 201.60 bedroeg. In 1891
voorzagen, om de bij b genoemde redenen, behalve Padaherang
en Pat'igi, ook Madjenang en Sidaredja (residentie Banjoemas) zich in
vrij belangrijke
mate van zout te
Kalipoetjang. Daardoor daalde tot 1893 ook ’t zoutdebiet ’t
en niet
bij
pakhuis te Bandjar gestadig, tot in 1891 de zoutprijs Kalipoetjang gelijk werd
te
gemaakt
met die van andere waardoor
pakhuizen, ’t zoutdebiet te
Bandjar plotseling weder steeg
van 805 tot 1459 pikols.

72. Maakt do volksklasse vleeschvoedsel


gebruik van behalve bij feesten,
slametans enz.?

Dagelijks? Neemt het toe of af?

Waaraan wordt het toegeschreven !

Bando e n g.
o

Uitgezonderd ter
afdeeling- en
districtshoofdplaatsen de onder-
en
nabij particuliere
nemingen, weinig; wellicht wegens ’t meerdere
gebruik van visch, zoowel gezouten als versch.

nd
Tj ia j oer.

Ja, hoewel niet


dagelijl CS. Over ’t
algemeen is’t
gebruik toegenomen, waarschijnlijk
wegens meerdere welvaart.

Soekaboemi.

In
Goenoengparang, Tjimahi, Tjiheulang en Tjitjoeroeg en ook in ’t
noordelijk
gedeelte van
Djampangtengah ’t
en
oostelijk gedeelte van Pelaboehan, in welke deelen vele

landelijke ondernemingen zijn, vermeerdert ’i vleeschverbruik sterk, uit ’t


wat
blijkt
toenemend aantal
bulïels, dat geslacht wordt. Een ander is
en een gevolg van do
grootere
koopkracht der bevolking. Behalve
bij slametans en feesten, wordt door de in
bevolking
die streken ook in
gewone tijden veel vleesch
genuttigd, vooral in
Goenoengparang. Even-
wel niet dagelijks, met tusschenruimte van enkele
dagen. In de overige deelen dezer

afdeeling wordt betrekkelijk weinig vleesch Alleen feesten slamëtans


gegeten. bij en

worden buffels en
geiten geslacht, en buffels ook, als
zij een
ongeluk hebben gekregen,
bijv. een
poot gebroken.
Aantal buffels
geslachte in de jaren '1899 t/m. 1904.

1899. 1900. 1901. 1902. 1903. 1904.

Goenoengparang 733 1115 1530 1583 1570 '1903

Tjirnahi ....
436 571 613 562 518 609

Tjitjoeroeg 342 341 483 440 534 655

Tjiheulang 277 401 371 423 611 692

Pelaboehan lil 141 147 134 135 192

Djampang tengah ....


90 88 157 154 226 266

Djampang koelon 149 121 200


.... 216 146 247

2138 2778 3501 3512 3740 4564

Soemedang.

’t Vleesch-verbruik ’t
neemt onder de bevolking toe. Verbruik van visch, versch

zoowel als of
gezouten gedroogd, is
vrij algemeen.

Lim
bangan.

De volksklasse vleesch. Dit neemt steeds af, sedert den


nuttigt weinig grooten invoer
van de teelt zoetwatervisch. De
gezouten- en van
schapen- en
geitenfokkerij neemt lang-
zamerhand de in die der karbouwen.
plaats van Er worden steeds minder karbouwen
geslacht
68

’t zielental, doch geiten schapen, die


in verhouding tot de vermeerdering van meer en

voorshands evenwel meestal dienen moeten op


feesten en slamëtans.

Soekapoera.

of beesten geslacht worden-


Zeer zelden, bijv. als verongelukte afgewerkte moeten

de Tasikmalaja en omliggende desa’s, te Manondjaja, Indihiang en Singa-


Op hoofdplaats
wordt, maakt een deel der bevolking geregeld gebruik
parna, waar geregeld geslacht
Van of wordt weinig
van karbouwenvleesch, altijd op
de pasar’s te
koop. toe- afneming

bespeurd.

overwalsche belangrijk toe?


73. Neemt ’t verbruik van rijst

Waaraan is dat toe te schrijven?

overwalsche of
Voor zoover bekend, wordt zoo goed als geen rijst ingevoerd

verbruikt.

tot loonenden arbeid


74. Is er over het algemeen voldoende gelegenheid

voor:

mannen,

Trouwen,

kinderen !

Bandoen g.

schaal
de thee-, kina- en koffieondermingen dezer afdeeling op groote
Daar talrijke
werkvolk tekort komen,
en kinderarbeid behoeven en zij menigmaal
mannen-, vropwen-

onder de contract-koelis velen uit andere afdeelingen afkomstig zijn, mag afgeleid
terwijl
’t voldoende gelegenheid tot loonendén arbeid voor mannen,
worden, dat over algemeen
Vrouwen kinderen kunnen met ’t plukken en sorteeren
en
kinderen is. en
vrouwen

thee, koffie en kinabast, mits


ijverig en handig werkende, een goed dagloon verdienen.
van

Tjiandjoer

Ja - veel werkvolk elders hier werk zoeken.


zelfs komt van

Soekaboemi.

wel op
Uitgezonderd in Djampangkoelon en
’t zuiden van
l)
jam pang leng ah, ja, en

vinden werk 'de thee-


Vrouwen en kinderen volop op
talrijke landbouwondernemingen.
’t Zelfs is bijna alle theeondernemingen,
ondernemingen bij den
pluk en bij sorteeren. op

voortdurend niet-
de eene meer, de andere minder, een gebrek aan theepluksters,
op op

loon verdienen kunnen, n.I. f 0.01 per


tegenstaande deze met den
theepluk een goed
0.10 0.4-0 per verdienen al naar
blad. Een vrouw kan alzoo van f f dag
pond geplukt
hare handigheid in
plukken, en kinderen; van f 0.05 f 0.^5.
gelang van

’t loon dat de
’t Kommissielid van Braam teek ent aan bij vrouwen

kunnen verdienen:
1)1 ad de heesters zit
»Per halve of % dag en al naar gelang er plukhaar aan

westmoesson verschillend)”.
(oost- en

districten trekken,,
Willen de inwoners van Djampangkoelon naarde noordelijke

dan vinden daar ook overvloed van werk.


wat ze ook geregeld doen, zij

Soemedang.

Tandjoengsari en Darmaradja waar er fpachtsperceelen liggen


Ja, in Soemedang,
bestaat de
ruimschoots in
Tjonggeang en Darmaradja zij voor
bestaat die gelegenheid en

de nabij gelegen suikeronderneming


onderdistricten Tomo en Darmawangi eveneens op

Kadipaten;
echter meer bepaald voor mannen.

Lirabangan.

als de landbouw en handel vragen


Ja; zoowel de landbouwondernemingen eigen
sawah’s worden hier bewerkt met den patjoel,
veel handenarbeid. Verreweg de meeste

echter door Vrouwen kinderen werken veel op


dus handenarbeid, uitsluitend mannen. en

’t den de sawah s.
ook
tijdens uitplanten en oogst op
de theeondernemingen en

Soekapoera.

In twee theeondernemingen werken en in Tjiawi en Indihiang


Singaparna, waar ,

bestaat die gelegenheid wel; maar geheel


waar twee suikerrietbibit-ondernemingen zijn,
Pasirpandjang is voor mannen
voldoende is toch niet. In het noorden van Bandjar en
zij
69

koeliarbeid, de enkele Overi-


gelegenheid tot o.a.
bij staatsspoorwegen en
ondernemingen.
vindt de koeli werk Chineezen, veldarbeid enz., ook in de midden-
gens bij bij en zuidelijke
districten, echter de als koeli
waar
gelegenheid tot
geldverdienen betrekkelijk gering is.

75. Maken velen daarvan gebruik ?

Zoo neen, waarom niet i

Ba n d oeng

Ja. Er echter door velen


zou een
grooter gebruik van
gemaakt kunnen worden,

vooral den als ’t de


na oogst, wanneer voor ondernemingen dikwijls lastig is om aan

voldoend werkvolk komen. Het dan ook niet ’t bezit


te
zijn voornamelijk lieden, in van

of die de werk zoeken.


grond met te
klein-grondbezit op landelijke ondernemingen

T j i a n
dj o-e r.

Ja

S o e k a boe m i.

Vooral in de laatste maanden vóór den wordt zéér veel


padioogst gebruik gemaakt
deze werk Alleen ’t invallen den
van
goede gelegenheid om te krijgen. (‘) bij van
oogst
sawah’s of hoema’s is het de
'y op voor
landelijke ondernemingen zeer moeilijk om aan

koelis komen, daar dan allen zich de liet


te naar
rijstvelden begeven, zijn voornamelijk
de of die bezitten, niet voldoende hun.levens-
niet-grondbezitters zij, een
stukje grond voor

bestaan, die als koeli op


de landelijke ondernemingen gaan
werken. ■ •

Soemedan g.

Slechts omdat ’t meerendeel der hier voldoende middelen


betrekkelijk, bevolking
van bestaan heeft.

L i b
m a n
ga n
Soekapoera.

Zie antwoord -47.


op vraag

76. Hoeveel kunnen zij per dag verdienen, in geld omgezet (dagloon of

taakwerk).

a.
bij gouvernement» werken,

b. bij Europeanen,

c. bij Inlanders,
d.
bij Vreemde-Oosterlingen?
Kan worden in welke bij deze categorieën gewerkt
opgegeven verhouding
wordt ?

Bandoen g.

Als koeli kunnen verdienen


zij bij;
0.25 0.30
a.
f f dagloon en tot
f 0.60 bij taakwerk

b. landelijke 0.'15 f 0.30


op ondernemingen van
ƒ daags voor mannen,

0.10 f 0.20 f 0.07 5


ƒ 0.10 kinderen. Bij taakwerk kan door
/■ voor vrouwen en voor

mannen en vrouwen onderscheidenlijk verdiend worden tot f 0.40 en f 0.60 daags.


De de in dienst,
op ondernemingen gevestigde boedjangs z. g. vasten krijgen gewoonlijk
loon ’s in
een
huisje en
erfje en een van
ƒ5 ƒ 7.50 maands, waarvan een
gedeelte
betaald wmrdt. ’t Werk hun kinderen wordt
rijst van vrouwen en
afzonderlijk volgens
tarief betaald.

Zie hoofdstuk Landbouw, antwoorden 188, 189 194. De loonen veel


c. en
zijn
dan die h, omdat de laatsten onder toezicht aanhoudende
lager bij bij strenger en aan-

harder worden omdat ’t werk zwaarder


sporing gewerkt moet en is;
d. Gemiddeld 0.20 Loonen handwerkslieden, timmer-
f daags voor mannen. voor

lieden en metselaars, bedragen ongeveer ’t dubbele van die der koeli’s.

De verhouding in welke categorieën gewerkt wordt kan niet met de noodige


worden.
juistheid gegeven

f Aanteekening ’t k o mrn i ss i 1 id van Braam


1). van e

«Alleen dan?”
70

T
j i a n
dj oer.

Bij dagloon. Bij taakwerk.

a. mannen
......... f 0.25. f 0.30 f 0.50
/ mannen —■ » 0.25. » 0.25 d 0.4-0

b. vrouwen » 0.15. ï 0.15 —» 0.22»

(kinderen ƒ0.05 —» 0.10. » 0.05 —» 0.12»

/ mannen » 0.10 —* » 0.25.

c. .vrouwen » o.o7’ —n 0.12 5 .

kinderen » 0.05 -

» 0.07 5 .

0.20 0.80.
mannen » »
f 0.25 / 0.30

*1 vrouwen

kinderen
»

»
0 15

O.iO
»

» 0.12’.

Het is niet mogelijk te


geven
in welke verhouding bij deze categorieën
op ge-
’t wordt de
werkt wordt. Verreweg meest gewerkt bij Europeanen op ondernemingen.

Soekab o e m
i.

a. Als
dagloon f 0.25 / 0.30, bij taakwerk f 0.50- —

f 0.60 daags.
wordt 0.20 25 betaald
h.
(en op landelijke ondernemingen) f f dagloon ('). Bij
loon 2 0.50 0.60 daags bedragen. Op de onderne-
taakwerk kan ’t ( ) / f meeste
landelijke
die in dienst die
mingen zijn
tal van z.g. boedjang gevestigd, vasten zijn op ondernemingen. Zij
loon dat dik-
krijgen
in den
regel een huisje en een erfje en een van f 5 f 7.50 ’s maans,

in berekend den
wijls voor een deel
(+ f 2,) rijst uitbetaald wordt, (de rijst tegen kostprijs).
kinderen ook arbeid de
Verrichten hun vrouwen en o|) onderneming, waartoe
gewoonlijk
dezen 3
ruimschoots gelegenheid bestaat, dan worden op gewone wijze ( ) betaald.
slechts !
Koeli’s Inlanders verdienen gewoonlijk ƒO.lO ƒ 0.20 dag ( )
c. bij per
maal waarde
doch krijgen bovendien een eten
(ter van
+/ 0 05). Deze loonen
zijn
b, omdat de koeli's hier niet worden, den
aanmerkelijk lager dan bij zoo
aangezet om

door werken ook omdat ’t werk veel lichter is. taakwerk


geheelen dag flink te en
Bij
dezelfde als b.
zijn
de looiien bij
De loonen
d. zijn even
hoog ais bij b.

De hierboven medegedeelde loonen gelden alleen voor koeli’s en


zijn door de geheele
Voor handwerkslieden, n.l. metselaars timmerlieden
afdeeling ongeveer
even
hoog. en

de loonen dubbel hoog. De verhouding als in de bedoeld, kan


zijn gewoonlijk zoo vraag

moeilijk met
juistheid opgegeven worden. Vreemde-Oosterlingen wonen alleen ter hoofd-

hier daar in de
Soekaboemi en te Tjibadak en verder sporadisch en afdeeling v.n.l.
plaats

op landelijke ondernemingen.
in ’t
In Djampang koelon en zuidelijk gedeelte van
Djampang tengah zijn geen

5
in exploitatie ( ). Ook Vreemde-Oosterlingen ontbreken geheel,
landelijke ondernemingen
zoodat de Inlanders zijn op
koeliarbeid bij hun rasgenooten. Velen trekken
aangewezen

evenwel naar
de noordelijke ondernemingen.
Soekaboemi, veel Ghineezen kan
Behalve ter hoofdplaats waar zijn, men
zeggen,

Pelaboehan ’t noorden
dat in de noordelijke districten en in en in van Djampang tengah
verdeelt tusschen die onder-
de koeliarbeid zich uitsluitend bij Europeanen en
op landelijke
Inlanders. Naarmate in de der
nemingen en
die
bij men meer
onmiddellijke nabijheid

komt, slaat de verhouding meer en meer over ten


gunste van
landelijke ondernemingen
de landelijke ondernemingen.
Soemed a n g

Als koeli kunnen zij per dag verdienen bij a van


f 0.20 f 0.25 voor mannen

kinderen onderscheidenlijk /0.15


b. (Erfpachtsperceelen) voor mannen, vrouwen en

maand
f i. BO fS O
3

f 0.30; / 0.10 f 0.50 en /'O.O7 ƒo.'lo en


per van voor mannen.

c. Gemiddeld f 0.10 met voeding voor mannen en f 0.05 voor vrouwen.

Gemiddeld 0.20 voor mannen.


d. f

’t kommissielid Braam:
Aanteekeningen van van

s
f 0.20 halven dag f 0.25 /4 dag”.
(1) „d.w.z. gemiddeld per en
per

heelen tot
(2) „"Van een dag
minder dan omdat zij in denzelfden tijd worden geacht
(3) „d.w.z. zij ontvangen mannen,

minder te praesteeren”.
(4) „Per halvea dag?”

Noot van ’t commissielid Mdndt.

is in 4905 verandering gekomen door de opening der onderneming Marindjoeng


(5) „Hierin eene

des heeren Perron, der onderneming Bodjongtèrong, oostwaarts Lengkong,


of Zandbaai Ch. dü en van

dien Amsterdam, kapitaal f 225.000.—”,


der Cultuur Maatschappij van naam te
71

In welke deze
verhouding bij categorieën gewerkt wordt, kan moeilijk opgegeven
worden. de wordt in den
Op erfpachtsperceelen tijd van den theepluk zeer veel gebruik

gemaakt van vrouwen- en kinderarbeid. De betaling dan taakwerk;


geschiedt bij een

kan 0.40 verdienen.


vrouw tot
ƒ per dag

Limbangan.

Een of kind verdienen per


man, een vrouw een
dag onderscheidenlijk ƒ0.20 ƒ0.25;

/ 0.10 ƒ0.15 ƒO.O7 ƒ 0.10. Dit


0
en
zijn vaste koeliloonen. Bij enkele landbouw-

werkt taak kan


ondernemingen men
op en tot ƒ0.40 daags verdiend worden Bij Inlanders
wordt minder betaald
onderling gewoonlijk wat dan bij Europeanen of Chineezen. Mandoers

en toekangs worden betaald met


ƒ 040 ƒ 1
per dag.

Soe
kapoer a.

Per wordt
dag verdiend
bij
a. Voor koeliarbeid / 0.20; voor anderen arbeid naar gelang der bekwaamheid.

h. de door
Op erfpachtsperceelen mannen, vrouwen en kinderen onderscheidenlijk
/ 0.15, ƒ 0.08 en
f 0.06. Bij taakwerk kan meer verdiend
worden; zoo
kan een vrouw

het
voor theeplukken tot
ƒ 0.20 daags verdienen, ’t Inlandsch fabriekspersoneel ontvangt
loonen ƒ 5 ƒ 'l5 maand. de
van
per Bij suikerrietbibitondernemingen zijn de loonen

voor een man ƒ 0.20 / 0.50, voor een vrouw ƒ 0.10 ƒ 0.20 en voor een kind van

ƒ 0.07° ƒ 0.15 daags.

Het koeliloon is
c. van
f 0.10 f 0.25 daags.
d. Hier kan ƒ 0.20 ƒ0.30 daags verdiend worden. Omtrent de verhouding, in de

bedoeld, kan niets worden, daar meestal taak moet worden gewerkt.
vraag opgegeven op

77. Wordt huisvlijt veel beoefend en welke verdiensten levert die


op?

Bando e n g.

Zie onder 328 hoofdstuk Handel


vraag en Nijverheid.

T j i a n
dj o e r

Neen, slechts matig, met geringe verdiensten

Soekab o e m i.

Slechts in onbeteekenende mate, het dat


met
uitzondering van
weven, nog overal
voorkomt in de districten.
en
voornamelijk zuidelijke Zie hieromtrent en omtrent ’t loon

daarbij verdiend onder vraag 382, hoofdstuk Handel en Nijverheid; ook omtrent bam-

boevlechtwerk, hoeden-industrie, matten vlechten, nettenbreiën, die alle als huisvlijt


aangemerkt moeten worden.

’tKommissielid Mdndt hieraan toe:


voegt

«Huisvlijt wordt veel beoefend door de (nlandsche bevolking, vooral in de omstreken

der theeondernemingen, in hare behoefte


ter
voorziening aan bamboevlechtwerk bij de

theebereiding, waardoor vrouwen en kinderen, niet


een
onaanzienlijken bijslag verdienen
’t ’t hoofd des gezins”.
bij vaste
maandgeld van

Soemedang.

Daartoe behoort in de de Inlandsche


eerste
plaats algemeen beoefende weefkunst

levert echter
(ninoen), zij weinig verdiensten op en de beoefening er van dient veelal tot

eigen gebruik.
O O

Limba n g a
n.

komt
Zij overal min of meer
voor: men maakt weefsels, keukengereedschappen,
vlechtwerk en andere zaken den kleinen
voor
eigen gebruik en voor
pasarhandel.
De verdiensten zijn gering niet onder enkele mede
en
cijfers te
brengen, centen
zijn er

Een
gemoeid. geweven saroeng (tinoenan) kan men
krijgen voor ƒ1.50, dus niet evenredig
aan den daaraan besteden arbeid.

Soeka poera.

Veel beoefende
huisvlijt:
Vlechten
a. van
pandan-en bamboematten, hoeden en andere artikelen in de districten

Indihiang en Tjiawi;
b. Weven batikken
van
saroeng’s (en er van te
Tasikmalaja) in alle districten;
c. Vervaardiging van
werpnetten ;

d. Maken van rotanmatten te Paroengponteng (Soekaradja ) en Tradjoe en

e. Vervaardigen van weefsels van en bebakoan (widoeri) in


Parigien
garen Tjidjoelang.
72

De verdiensten worden
zijn gering en
op fO. lO tot hoogstens f0 .15 per dag geschat.

78. Kan met eenige zekerheid


opgegeven worden of de loonen in de laatste
20 .faren vermeerderd of verminderd zijn, zoowel die, welke hij de Inlanders

onderling worden betaald, als


die, welke te goed worden bij
gedaan gouvernements-
werken, bij Europeanen en
bij Treemde-Oosterlingen ?

Sedert wanneer werden of


zij verhoogd verlaagd ?

Waaraan is dit toe te schrijven?

Bando e n g.

De de kleine
koeliloonen, bij luijden onderling betaald, zijn
nagenoeg gelijk gebleven.
De meer gegoede Inlanders moeten reeds iets betalen de
meer
wegens stijging der werk-

loonen, door gouvernement, de


t
Chineezen, maar vooral door de
particuliere ondernemingen
betaald. De der
groote uitbreiding landbouw-nijverheid (erfpachts-ondernemingen) ging
gepaard met meerdere naar werkvolk der loonen door deze
vraag en
stijging ondernemingen te

goed te doen. De weerslag hiervan liet zich


gevoelen bij uitvoering van werken door’t gou-
vernement of door Chineezen. Mededinging dwong ook dezen tot uitbetalen van
hoogere loonen

Tjiandjoer.

loonen in de
pe zijn laatste 30 jareii wel wat als de meerdere-
gestegen gevolg van

vraag naar werkkrachten.

S o e
k a
boe m i.

De koeliloonen Inlanders
bij onderling zijn vrij wel
gelijk gebleven, doch de loonen

die worden
te
goed gedaan bij gouvernements-werken, bij Europeanen en Vreemde-Oos-

terlrngen landelijke ondernemingen in de laatste 20


jaren ongeveer 25
en op met
% gestegen,
de sterk vermeerderde werkvolk. Deze sterk
wegens vraag naar vermeerderde vraag is

door de
ontstaan groote toeneming van ’t aantal
geëxploiteerd wordende erfpachtsperceelen
de welke die
en groote uitbreiding, aan ondernemingen zelf wordt
gegeven.

Soeme d n n g

Noch vermeerderd, noch verminderd

Limba n g a n
o

Ze dien slechts
zijn gedurende tijd zeer
weinig toegenomen, niettegenstaande de

handenarbeid vermeerderd is door de nieuwe landbouwonder-


vraag-paar exploitatie van

de den
nemingen, uitbreiding van landbouw en de
beoefening van meerdere bedrijven.
Vooral du loonen Inlanders
bij onderling waren in
vroegere jaren bijzonder laag. De

teelt suikerrietbibit heeft de den


van ■ waarde van grond doen toenemen en tevens de

arbeidsloonen eenigszins verbeterd.

Sakap o e r a

.De in
nijverheids-ondernemingen Singaparna, Indihianq en Tjiawi zijn nog geen
10

jaren in exploitatie. Bij Inlanders onderling zijn over ’t algemeen de loonen in de laatste 20

jaren eenigszins gestegen, behoudens in


afgelegen streken, zooals de midden- en
de
zuidelijke
districten. Twintig jaren werden de
geleden koeliloonen, uitgezonderd die bij gouvernements
werken bij enkele Europeanen of Chineezen,
en veelal betaald in padi en voeding. Een

koeli ontving bos pa<l i daags,


een ter .waarde van
f 0.05 met twee keer eten. Sedert’t begin
den tusschen
van
spoorwegaanleg Tjiawi en
Tasikmalaja in
1890/1891, waardoor meer

levendigheid in den handel kwam en meer koelis de loonen


vraag naar ontstond, zijn
in
verhoogd en geld uitbetaald Of de loonen
bij gouvernementswerken in de laatste 20

jaren verhoogd zijn, is niet zekerheid


met
eenige te
zeggen.

O). Is het dat


waar
hij loonsverhooging de werklieden korter arbeiden,
in. a. w. dat zij met een
verdienste, voldoende om zich eenig voedsel of genot te

zich niet
verschaffen, verder inspannen om meer te verdienen? Komt dit veel voor?

Bandoen g.

Bij verdiensten, voldoende in ’t


om
noodige te voorzien, spant de
overgroote
meerderheid zich niet in om te verdienen. Men in
nog meer werkt om een te kort te

voorzien; geenszins tot kapitaalvorming. Hoe in dat tekort kan worden voorzien
spoediger
hoe beter; want dan kan des te
men
spoediger huiswaarts keeren om er te luiëren, tot

dat de nood wéér den komt. Bedoeld kort


aan man te betreft als
zoo
goed altijd een om

belastingen en schulden te betalen. Te kort voedingsmiddelen behoeften


aan en dergelijke
drijft eerst in de uiterste
noodzakelijkheid tot werkzoeken. Liever de
beperkt men eerst

dagelijksche porties of t aantal


keeren, dat dan elders
men eet, dadelijk naar

te trekken, om werk te zoeken.


73

Tjiand j o e r.

Over ’t algemeen niet.

So eka boem i.

Alle Inlandsche hoofden stemmen er mede in, dat bij loonsverhooging de werklieden

raden, als doel


minder zullen
gaan
werken. (’) Trouwens dit is wel eenigszins te men t

werken. Het is er de meesten om te doen, om een zekere som


nagaat, waarvoor
zij gaan
schulden of
elkaar waaraan
zij groote behoefte hebben, hetzij om belasting
hij te
krijgen,
Hebben dit
te betalen, hetzij ter verdere voorziening in hun levensonderhoud. zij bedrag

maand, dan houden


bij elkaar, hetzij na 4 of 5 dagen, hetzij na 14 dagen of een zij op

Hoe eerder zij die som


bij
te werken en net
zoolang tot ze weer om geld verlegen zijn.
daarvoor dan ook veel harder werken.
elkaar kunnen
krijgen, hoe liever, al moeten zij

dat ’t deel der koeli’s ’t liefst, taakwerk verricht. Werden de loonen


Van daar grootste

verhoogd, dan zouden daardoor er slechts meer en gedurende langer tijd leegloopers zijn,
als in de districten.
zoowel in de zuidelijke noordelijke

Soernedang

Hiervan voorbeelden bekend.


zijn geen

Limba n g a n

niet minder
Vrij algemeen komt dit voor,
wat
geweten wordt aan gemakzucht en

dat de Inlander slechts behoeften kent.


aan de omstandigheid, zeer
weinig

Soeka poe ra

Over ’t dat de werklieden, met een verdienste, voldoende om zich


algemeen geldt
verschaffen, zich niet verder verdienen.
eenig voedsel of genot te inspannen om meer te

werk zoeken afstanden huis veel ook daar,


SO. Komt op groote van voor,

waar in de huurt daartoe gelegenheid is? Sedert wanneer?

Band o e n g

Dit komt wel doch niet veel; ten minste als men onder groote afstanden
voor,

Ook treft
verstaat, afstanden tot naburige afdeelingen of
gewesten. hierbij men zonderlinge
als stal- of
gevallen aan, bijv. dat lieden tijdelijk naar Batavia gaan om er waterdrager,

dienen, toch veel dichter in de buurt bij landelijke ondernemingen


tuinjongen te
terwijl zij
het
werk konden krijgen. Bij voorkeur worden ondernemingen opgezocht, waar men

worden. Ook dit dat de


sënëng heeft, al moet daarvoor
palen ver
geloopen bewijst

Inlandsche werkzoeker afstanden lichter telt dan Dit werk zoeken op groote
westerlingen.
afstanden is
geleidelijk ontstaan en kan niet worden vastgeknoopt aan een ol andere bij-

zondere gebeurtenis.

Tjiand j o e r.

Neen, slechts uitzondering


bij

Soek a
boe m i.

als nooit. zich


In de
noordelijke districten zoo goed Hoogstens begeeft men voor

In
een of twee maanden naar landelijke ondernemingen in een aangrenzend district. Djnm-

koelon komt het veel ook in ’t zuiden tengah, omdat


pang voor en van
Ujampang ter

werk vinden is deze streken afstanden liggen


plaatse gewoonlijk geen te en op groote
de der districten. Zelden zich naburige
van
ondernemingen noordelijke begeeft men naar

alleen zekere
afdeelingen. laat staan naar andere gewesten, ’t Doel is een geldsom bij
elkaar te
krijgen.

’t, Kommissielied Mundt

»ln het district Pelaboehan wordt meermalen werk gevonden door


gezocht en

Inlanders den
van ïjiampea (afdeeling Buitenzorg,) en uit Zuid-Bantam van Tjibarèno; bij
thans onderhanden Pelaboehan-Batoe, wordt
genomen bouw van den openbaren weg naar

al het, uit de
nagenoeg grondverzet verricht door ploegen werkvolk, afkomstig afdeelingen

Bandoeng en Limbangan, die reeds in dat werk geoefend zijn.”

Soemed a n g
Neen.

(1) Aanteekening van ’t koinmiss i e 1 i d van Braam

*En de
vermeerdering van behoeften, bij vraag
53 beschreven, dan?”
74

Limbangan

Een enkele elders door


Dit komt wel voor.
gaat
te
werk, gedreven een
misplaatst
in de eigen kampoeng koeliwerk verrichten. Weer anderen
schaamtegevoel, om te

elders hun blik verruimen; de lieden Lèlés


trekken naar om te van Tjibatoe en om

verdienen den
geld te bij spooraanleg.

Soekapoera

Het komt alleen in Singaparna. Wel is de arbeid in dat


voor
gelegenheid tot

beter dan in de
district
betrekkelijk ruim en overige districten; doch het aantal werk-

zoekenden is hier ook De tot stand koming van den heeft werk zoeken
grooter. spoorweg

afstanden Overvloed werkzoekenden in district


op groote vergemakkelijkt. van ’t van in-

de dat elders verdiend kan


woning en meenihg meer en
gemakkelijker geld worden,

meestal de redenen het werkzoeken in streken. Dat als


zijn van
verwijderde redenen

’t drukkende diensten in de of achterstand in de beta-


hebben gegolden ontgaan van
desa,

ling van belasting is nergens bespeurd.

81. Wat zijn daarvan de redenen? (bijv. ontgaan van drukkende diensten

in de desa, achterstand in de betaling van


belastingen enz.)

Band o e n g

antwoord 80. De diensten


Zie bij vraag verplichte zijn hier niet zwaar of
drukkend;
achterstand de komt
in betaling van belasting weinig voor.

Tj ia nd j oer.

zooals in Pèsér,
Waar het voorkomt, bijv. geschiedt het wel om de desadiensten

omdat daardoor gelegenheid heeft in,


te
ontgaan,
en men
dag dag uit met koeliarbeid

geld te verdienen.

Soekaboemi Soek ap oer a.

Zie antwoord 80.


bij vraag

Soemedang.

Limbangan.

Gewoonlijk gebrek aan goede gronden of


misoogsten, doch slechts hier en daar.

82. Komen in het district of in


er gedeelten daarvan, waar
geen gebrek
is volk, Inlanders van elders in groeten getale werken? Sedert
aan
wanneer is

dit het geval; van waar zijn zij afkomstig, voor welken arbeid worden
zij ge-

bezigd, is dit toe te schrijven: gestel, meerdere geschiktheid


en aan
krachtiger

voor den arbeid, lager eischen enz. dan bij het volk uit den omtrek?

Bando e n g,

,1a; iu bijna alle districten, Dit


waar
erfpachtsperceelen zijn. is ’t geval sedert in

die districten de nood daartoe ontstond zich hier de


en
gelegenheid tot werk
krijgen
deed. Zij worden voor tuin- en fabriekswerk de kina-
voor
gebezigd bij en koffieonder-

Van meerdere
nemingen. krachtiger gestel, geschiktheid is geen sprake. Zij zijn alleen

minder minder
ongedurig en gaan er
gauw
toe over naar huis te
gaan.
Alleen bij de

werken veel Javanen uit Midden-Java en Inlanders uit


staatsspoorwegen Batavia, omdat
zij
bedreven in ’t werk dan ’t volk uit den omtrek dier
meer
zijn werkplaatsen. Bevraag
Soendaneezen uit andere dit gewest
naar afdeelingen van
voor werk op de
erfpachtsperceelen
dezer is ’t
afdeeling soms gevolg van
tijdelijk gebrek aan werkvolk uit deze streek,
bijv.
in den of Door enkele
tijd van
sawahbewerking van
oogsten. perceelen worden in dien

tijd mandoers naar andere afdeelingen gezonden om werkvolk te zoeken.

Tjiandjoer

Neen.

Soekaboemi

Behalve in ’t onderdistrict Klapanoenggal ( Tjiljoeroeg) komen


nergens in deze

Inlanders elders in omdat


afdeeling van
grooten getale werken; genoeg arbeidskrachten
ter
plaatse aanwezig zijn.

't Ko miss iel id Braam merkt


m van
hierbij op

»Ik dat dat de werklieden de


geloof niet, geheel juist is; zoo zijn van
onderneming

Goenoeng Malang (district Djampangtengah) bijna allen van Garoet en Lèlés


afkomstig.”
75

In ’t onderdistrict evenwel de arbeidskrachten tamelijk schaars.


Klapanoenggal zijn
Bovendien ’t ’t particuliere land Tjampea (Buitenzorg),
grenst noordelijke gedeelte er van aan

zich voordoen, zoodat de noodlijdende Inlan-


waar
geregeld tijden van
rijstschaarschte (')
trekken. In kleinen
ders dan veelal naar de
ondernemingen in ’t Klapanoenggalsche getale
vindt men de Buitenzorgers op
de verschillende ondernemingen, vooral in de zuidelijke streken.

Men
geeft soms aan hen de voorkeur, omdat ze veelal vaste arbeiders worden, zoogenaamde

»boedjangs”. Omgekeerd evenwel, maken


zij zich
dikwijls aan dobbelen schuldig en

trachten soms met voorschotten weg te loopen. (*)

Soemedang

Ja, de komen elders, voornamelijk Ma-


op hiergelegen erfpachtsperceelen van van

antwoord 75) ook in ’t


langbong (Limbangan), Inlanders werken, (zie bij vraag terwijl
Inlanders uit de werk komen zoeken, omdat de
onderdistrict Tomo afdeeling Madjalëngka

bevolking genoemd onderdistrict ’t lui is.


in over algemeen en onwillig

Limbangan

Menige bergbewoner komt in de vlakte werken.


Hij is over’t algemeen gewilliger
de vaak
in ’t werk en stelt niet zulke hooge eischen. Uitteraard is
hij bij werkgevers
komen
meer
gewild dan de Inlanders uit den omtrek. In Kandangwesi en Negara
de districten werk zoeken, daar in eerst-
jaarlijks bij den
padiaanplant lieden uit omliggende

genoemde districten te weinig werkvolk te krijgen is, voor de betrekkelijk uitgestrekte sawahs.

Soekapoera

districten
Dit
verschijnsel doet zich niet voor. Alleen komen in de noordelijke

den den al lieden de aangrenzende districten uit Cheribon.


tegen tijd van
padioogst nog van

83. Kwam het bij de reliefworks veel voor, dat de mannelijke bevolking

geen gebruik maakte van de door de


Regeering aangeboden gelegenheid tot arbeid,

zot»
ja, om welke redenen ?

Soekaboemi L i b
Bandoeng Tjiandjoer Soemedang m a n g a n.

Voor werden hier nooit ondersteuningswerken uit,gevoerd.


zoover bekend,

Soekapoera

Voor bekend, werd slechts in 1890 de den


zoover
gedeeltelijke omlegging van
weg

van Kalipoetjang naar Tjipoetra-pinggan als


ondersteuningswerk in Padaherang uitgevoerd,

meer in ’t
bijzonder ten behoeve van de bevolking van ’t aangrenzende Parigi, whar toen

tengevolge van
misoogt gebrek heerschte. De bevolking van Padaherang zelf, moet toen

echter slechts weinig gebruik gemaakt hebben van de aldus aangeboden gelegenheid tot

arbeid. Zelfs nu is het moeilijk in deze streken koeli’s te vinden.

84. Wat valt vermelden omtrent de humanitaire be-


er te toepassing van

scha-
ginselen op den arbeid der bevolking (geneeskundige hulp bij ongelukken,
Inlandsche
devergoeding bij verminking, pensioenen, verkorting van arbeidstijd bij

en Niet-Inlandsche industrie en
nijverheid.)

Bandoen g.

daar worden. De aard der


Weinig; dergelijke beginselen weinig toegepast instellingen
werkzaamheden Inlandsche als hier worden
en eener maatschappij, aangetroffen, waarbij

liefdadigheid, onderling hulpbetoon en familiebonden sterker ontwikkeld zijn dan in westersche

ook minder bedoelde humanitaire door de


landen, nopen tot
toepassing van beginselen
komen zelden voor; in zulke
wordt hulp verleend
werkgevers. Ongelukken hoogst gevallen
wordt wel
door opzending naar ’t Inlandsche hospitaal te Bandoeng. Bij verminking eens

doch werkman pensioen of onderstand


een
tegemoetkoming gegeven; nergens wordt den

de verstrekt die
uitgekeerd. Op de meeste
ondernemingen worden
gratis geneesmiddelen
bevat. Ook het dat
een
huisapotheek gewoonlijk komt voor oud-gedienden wegens ouder-

dom of lichter behoud vol of


ouderdomsgebreken werk krijgen met van zoo goed als vol
loon. Ook ziekte deze lieden
bij van eenigszins langen duur
pleegt men een
gedeelte van

hun loon niet te onthouden.

(1) Aanteekening van ’t kommissielid van Braam.

»Evenals in de meeste gouvernementslanden, ook in de Preanger”

(2) Aanteekening van ’t kommissielid Mondt.

»De bevolking der oudste Parakansalak bestaat groot deel


ondernemingen en Sinagar voor een

uit later
afstammelingen van
Buitenzorgers, destijds daarheen overgeplant door de eerste huurders,

erfpachters, toen de landstreken aldaar


nagenoeg even groote, schier onbewoonde wildernissen vormden,

als thans nog aan de zuidkust aangetrolfen worden”.


76

Tjian dj o e r

worden in toegepast,
dat bij errtstige ongelukken geneeskundige
Die beginselen zoover

ziekte wordt verstrekt.


verleend wordt en gedurende voeding
bnlp

Soeka b o e m i

deze Alleen
die wordt goed als niets
gedaan, in afdeeling.
Aan beginselen zoo

ondernemingen gratis eenvoudige geneesmiddelen gegeven


worden op
de meeste landelijke
veel wordt gemaakt.
de arbeiders, waarvan evenwel niet gebruik
aan

aan:
’t Kommissielid Mundt voert hiertegen

waarvan door de Inlandsche werklieden hoe langer hoe meer


gebruik
«Integendeel;
elke goed beheerde onderneming gerekend moet
wordt zoodat tegenwoordig bij
gemaakt,
worden”een bedrag aan jaarlijks verstrekte gratis-geneesmiddelen.”
vrij belangrijk

zenden de administrateurs wel af


(die evenwel zelden voorkomen)
Hij ongelukken
wordt hun echter later de
’t Inlandsche hospitaal te Soekaboemi;
en toe ’t slachtoffer naar

in misbaar, bewerende dat Inlanders


dan maken den regel groot
rekening gezonden, zij
worden.
kosteloos in de hospitalen verzorgd moeten

Kom missie lid Mondt merkt op


’t

misbaar maken”, 1. de administrateurs of de slacht-


»Hieruit niet wie „groot
n.
blijkt
Mijne ondervinding is, dat dergelijke verplegingskosten geregeld
o
fiers” van ongelukken.

als misbaar”
worden door de landbouwondernemingen. Uitdrukkingen „groot
gedragen
mis-
als ’t onderwerpeiijke,
dat zich objectief dient te houden,
komen mij in een verslag

voor.”
plaatst
sinds in dienst
worden arbeiders, die jaren vasten

Op verschillende ondernemingen
wel door hun lichter en
bij ouderdomsgebreken geholpen ge-
op de onderneming wonen,

waardoor in staat zijn toch hun tractement te blijven


werk te geven, zij
makkelijker
arbeiders bij ziekte, als deze niet te lang duurt,
verdienen. Ook wordt aan dergelijke vaste

toch hun halve loon uitbetaald.


dikwijls

Kommissielid Mundt.
’t,
verscheide oude
oude ondernemingen :ds Parakansalak en Sinagar e.a.
zijn
9 0p
vast
werklieden aan te wijzen, die
vanwege
die ondernemingen een

hulpbehoevende
hun dhod
pensioen genieten tut aan
.
Soemed a n g.

vallen bijzonderheden te vermelden


Hieromtrent geen

L i m b a n ga n.

Hiervan
hebben in hun
eigen belang allen een huisapotheek.
Landbouwondernemers
evenals dit
door de arbeiders weinig gebruik gemaakt,
wordt echter uit eigen beweging

’t is met het ziekenhuis te Garoet en


de
polykliniek van den civiel-geneesheei.
geval

Soekapoera.

Soekadjadi Djajawattie worden ingeval van


de landbouwondernemingen en
Hij
zoonoodig wordt
of ziekte de betrokken Inlanders zooveel mogelijk geholpen;
ongeluk
humanitaire
Overigens valt omtrent toepassing van

geneeskundige hulp ingeroepen.


niets vermelden.
beginselen op
den arbeid der bevolking te

?
de gebruikelijke arbeidstijden? Zijn zij billijk gesteld ofte lang
85. Wat zijn

Bandoen g.

'1 2 1 heeft men rust.


Y;m 6-7 uur tot 5 uur u. rn. Tusschen en uur
’s morgens

Tjiand j o e r.

Wordt
is 10 dag en wordt niet te lang geacht.
De gemiddelde werktijd uur per

in dagloon langer gewerkt,


dan wordt per
uur
f 0.02’ extra
er op ondernemingen

betaald.

Soekaboemi.

6-7 v. m. tot 5
arbeidstijd is door de
geheele afdeeling van uur
De gebruikelijke
tusschen I uur wordt.
uur n. m., waarbij dan en gerust
77

Rotnmissielid Mundt.

kan worden een 6 tot 7 uren het veld en 8a 10 uren


»De arbeidstijd geacht te
zijn op

in de fabriek; echter wordt er dan overwerk betaald zoodra de werktijd 10 uren bedraagt”.

’t Kommissielid van Braam

voor buitenwerk zelden langer


»De gebrmkelijke arbeidstijd op ondernemingen is,

Voor eindigt die tijd meest al om


uiterlijk
dan tot 2 a 8 uur
des namiddags. pluk-vrouwen
alleen taakwerk verricht. In de thee-
1 uur namiddags. In den regel wordt na 8 uur

totdat de den dag (vorigen) verwerkt is. In den


fabrieken duurt de arbeidstijd oogst van

De loonen dan natuurlijk


drukken kan dit wel eens 12 uur’s nachts en
later worden. zijn
tijd
al het alleen
veel honger en voor verwisseling wordt voldoende zorg gedragen, ware

de hel product niet te schaden”.


om
qualiteit van

Soeme d a n g,

De Soendanees werkt, gewoonlijk hier niet


langer dan 0 uur
daags,

L i m bang a n.

Van 12 van I—4 uur n.m.


of wel van 6—12 uur v.m., ten
H uur v.m. tot m. en

slotte van 6 uur v.m. tot 2 uur n.m. zonder rijst. De arbeidstijden worden billijk geacht-

Soek a
poer a.

Inlanders wordt niet


De arbeidstijden zijn niet te lang. Bij sawahbewerking bij
de ondernemingen bij veldarbeid
langer dan tot II of 12 uur v.m.
gewerkt. Op
wordt. De arbeid in de
van 6 uur v.m. tot 3 uur n.m.,
zoo niet op
taak gewerkt
werkt ook ’s nachts;
fabriek duurt van 6 uur v.m. tot 5 uur n.m. In drukke pluktijden men

doch dan wordt dubbel loon gegeven.

schuld den
86. Komt het veel voor dat Inlanders tot delging van
hij

zoodat het niet veel verschilt met


schuldenaar op onerense voorwaarden arbeiden,

pandelingschap?
Bandoen g.

dit landbouwcre-
Zie hieromtrent meergemeld verslag over ’t in gewest gehouden

diet-onderzoek. Voor een afdoend grondig onderzoek in elk district zou meer tijd noodig

dan ’t welvaart-onderzoek beschikbaar was. Voor zoover bekend,


voor
zijn geweest

komt arbeiden op onereuse voorwaarden niet voor.

T
j i a n dj o e r Soemedang Limbangan
Neen.

Soekaboern i

bekend. Arbeiden
Gevallen, als in de vraag bedoeld, zijn hier niet tot
delging van

schuld komt echter wel voor; doch dan worden gew'one


loonen betaald, n I. f 0.1 ü—-

schuldenaar zich lagere


f 0.12
r
’ per dag met en
f 0.20 zonder eten. Geen zou voor

overvloed werk is. Ook komt


loonen laten vinden, omdat elders altijd van te
krijgen
dat in
het nemen en
verstrekken van voorschotten veel
voor,
zonder daarbij rente re-

wordt. De arbeidsloonen worden daardoor niet gedrukt.


kening gebracht

So e k a p o era.

slechts in
Alleen in Singaparna', doch geringe mate.

in den huizenbouw, onderhond


87. Ls er verbetering of achteruitgang en

}
dat te
zorg
voor het erf; waaraan is toe schrijven .

Bandoeng.

Zie daaromtrent de betrekkelijke landrentemonogratiëen.


als de
Sedert is in dat alles, hoofdzakelijk in de groote bevolkingsmiddelpunten,

de verbetering gekomen.
Dit is vaak ’t gevolg
afdcelings- en districtshoofdplaatsen,
de die zich in die
meerdere welvaart onder bezittende klasse, meer en meer
van

heeft. Hun voorbeeld trachten de minder welgestelden na te volgen,


centra gevestigd
doch vaak krachten. Dit laatste meestal als
boven zijn
ieder naar zijn vermogen,
al het ten koste van
schuldvermeerdei ing
gevolg van zucht tot pronk en
praal, gaat
Doch ook buiten deze bevolkingsmiddelpunten is
of ander gebied.
bekrimping op

bemiddelden Soendanees, om de onder-


er een streven bij den welgestelden of eenigszms
Voorbeeld der heelt ten deze
verbeteringen aan te
brengen. ’t hooldplaatsen
werpelijke
hen Bovendien zijn materialen, als
spijkers, veil en pannen, goed-
op gunstig gewerkt.
te
krijgen dan vroeger.
t Aantal met
pannen gedekte, van
kooper en gemakkelijker
ramen of luiken voorzien en geverfde huizen is dan ook toegenomen. Up de hoofdplaatsen

is zelfs ’t gebruik van vensters niet zeldzaam. Bamboe is veel door hout verdrongen.
78

ziet meer stoelen; tegen de wanden meer


der bemiddelden men
In de voorgalerijen

schilderijen en spiegels.

Tjiandjoer.

huizen-
In alles daarvan is, voornamelijk ter hoofdplaats, verbetering gekomen; wat

die de Inlanders in dit opzicht aan de Europeanen


bouw door de voorbeelden,
aangaat,
steeds
’t onderhoud der betreft, omdat hierop van bestuurswege
hebben en, wat erven

gelet wordt.

Soekaboem i.

Vooral in de districten in ’t bijzonder in de bevolkmgsmiddel-


noordelijke en meer

is overal
Soekaboemi, Tjikoekoeloe, Tjibadak, Tjitjoeroeg en Karangtengah
punten als Tjisaat,
in huizenbouw en meer zorg voor
’t onderhoud der erven geko-
een belangrijke verbetering
ook omdat de
meerdere welvaart en
grootere koopkracht der bevolking; en
men, wegens
de
hecht, hij veel geld over heelt, terwijl
Soendanees veel aan uiterlijken schijn waarvoor

dan vroeger, ’t Aantal met


materialen (verf en pannen) veel gemakkelijker te
krijgen zijn
in die meer en meer toe,
pannen gedekte huizen neemt vooral bevolkingsmiddelpunten
voorzien goed onderhouden
tal huizen aldaar geverfd worden en zijn van
terwijl van

levende Meer en meer


tuintjes met bloemen en rozenperkjes en net geschoren pagers.

als bouwmateriaal, de
worden ook vensters in de huizen gemaakt en wordt hout gebruikt
dak slechts uit
vorm der huizen wordt sierlijker en
bijv. de bapang-vorm, waarbij t

door den lilimasan-


vakken bestaat, meer meer vervangen
twee schuine rechthoekige en

dak uit vierkant voor- en achterstuk bestaat en twee driehoekige


vorm, waarbij het een

komen.
welke in den die korter is dan de lengte van het huis, samen
zijstukken, nok,
in den omtrek van erfpachts-
Ook hier en
daar in de zuidelijke districten, voornamelijk
waar te nemen.
is meerdere weelde in den huizenbouw
perceelen en op
de hoofplaatsen, een

’t Kommissielid Mundt teek ent hierbij aan:

«meerdere beter hunne


In «weelde” waren de woorden
: gegoedheid” op
si plaats van

«weelde”, noch zal men ten opzichte der Inlandsche bevolking


plaats. Van «rijkdommen”
Daarvoor is in de
Java in de eerste kwart eeuw
niet kunnen spreken.
van geheel nog

XlXde eeuw te veel door haar geleden”.

So-em ed a ng.

in de plaatsen, belangrijke vooruitgang gekomen


Daarin is, voornamelijk grootere

Limbangan.

Daarin is De Europeesclie invloed heeft hier goede gevolgen


vooruitgang gekomen.

gehad.

Soekapoera.

in
Door toename van ’t aantal bemiddelden is in de
grootere desa’s verbetering
’t erf moet ’t bestuur
huizenbouw gekomen. Op goed onderhoud en goede zorg voor

heeft de veel zin net


afgewerkte
dikwijls aandringen. In ’t
algemeen bevolking voor
nog
versierde woningen. In den omtrek der hoofdplaats
en met kleuren en houtsnijwerk
desa’s vele goedbeplante erven.
Dit is ook ’t geval
vooral
zijn
in de goede woningen en

Manondjaja. In de zuidelijke districten heeft men weinig


in
Indihiang, Singaparna en

zin daarvoor.

in de
88. Neemt ’t aantal steenen huizen en huizen met pannen gedekt

desa belangrijk toe?

Dando e n g.

Steenen huizen bouwt men in de desa’s niet


wegens
’t
gevaar bij aardbevingen,

is sterk eveneens dat van huizen met


’t Aantal huizen op steenen neuten toegenomen,

pannen gedekt in de bewoningscentra.

ï j ia n
dj o er.

uit zooals
Steenen huizen worden hier
nergens gebouwd vrees voor aardbeving,

neemt overal in de desa’s


hier in 1879 voorkwam, ’t Aantal met
pannen daken belang-

rijk toe.

Noot van ’t kommissielid van Braam. „Zoolang deze toenemende weelde niet overgaat

is daarin, vooruitgang in welvaart b. m.”


in onmatige genietingen vooruitgang n.
79

Soekab o e m i.

deze uit
Steenen huizen komen zoo goed als
nergens voor in afdeeling vrees voor

in de dis-
Wel neemt ’t aantal huizen of steenen neuten (‘) noordelijke
aardbevingen.
in de
tricten toe. Ook ’t aantal met pannen gedekte huizen neemt zeer toe, voornamelijk noor-

het
delijke districten, ’t noordelijk gedeelte van üjampangtengah en
oostelijk gedeelte
de districts-
van
het district Pelaboehan en verder op
en
onderdistrictshoofdplaatsen

Djampangkoeion Pelaboehan.
van de drie zuidelijke districten Djampangtengah, en

die districten het aantal met


gedekte huizen
Meer binnenwaarts is in afgelegen pannen

weinig toegenomen.

Soemedang.

worden in deze als niet gebouwd. Het aantal


Steenen huizen bergstreken zoo
goed
huizen neemt zeer toe. In 1893 waren er 17463 houten en
houten met pannen gedekte
24715 bamboezen huizen; in 1903 onderscheidenlijk 27126 en 23139.

Limbangan.

wel veel houten


Steenen huizen
zijn er
weinig wegens vrees voor
aardbevingen;
houten dak. Dit aantal neemt meer
huizen op steenen neuten met stijlen en
pannen en

meer toe.

Soekapoera.

’t Aantal
Ja, in Tasikmalaja, Indihiang, Tjiawi, Singaparna en Manondjaja. met

als de vermeerderde welvaart.


gedekte huizen neemt belangrijk toe, een
gevolg van
pannen

89. Wat werkt belemmerend hier op? (bijv. ’t vragen van vergunning aan

kracht is.)
’t bestuur, ook waar geen rooireglement van

Bandoeng.

formaliteiten niet. Wél de hooge


Vergunningsaanvragen en andere daarentegen
binnenland door ’t dure
van materialen als steen en
pannen
in ’t (voornamelijk
prijzen
vervoer over groote afstanden).

Tjian dj o e r

Niets.

Soekaboemi.

vooral in de streken.
Het dure vervoer van de materialen afgelegen

Soemedang.

Niets.

Limbangan.

’t
Alleen de bepalingen van rooireglement.

Soekapoera.

elders laten daar de


Alleen de duurte der
dakpannen, die men van moet komen,

districten zich niet de


zandige bodem der aan
de
Galoenggoeng grenzende eigent voor

fabricatie van goede dakpannen.

de liilaudsche in het algemeen van bouw-


90. Hoe voorziet zich bevolking

stoffen (hout) voor hare woningen? Ondervindt zij hierbij onuoodige belemmeringen.

Bandoeng.

door
Bamboe en hout
verkrijgt men veelal van eigen aanplant of aankoop van

In veel mindere mate maakt men gebruik van de gelegenheid door


andere desagenooten.
’t Clandestien uit ’s lands bosschen wordt ook
’t boschreglement aangeboden, kappen
uit ’s lands bosschen worden de in acht te lorma-
aangewend. Bij hout-aankoop nemen

ondervindt de bevolking niet.


liteiten lastig gevonden. Onnoodige belemmeringen

i
ïj a n dj oer.

hier daar door


Van hout van haar milikgronden en en
aankoop van gouverne-

worden niet ondervonden.


mentshout. Onnoodige belemmeringen daarbij

kommissielid van Braam:


(1) Aanteekening van ’t

»en zelfs gecementeerde vloeren”.


soms
80

Soeka boemi.

of
den wordt ’t hout en de bamboe verkregen van eigen aanplantingen van
In regel
hout, de Inlandsche bevol-
kennissen gekocht. Zeer zelden maakt, ter
verkrijging van

In de districten
de bepalingen van
’t
boschreglement. noordelijke
king gebruik van

dit omdat de eenige bosschen, n.l. de Goenoeng Gëdé- en Goenoeng Salak-


geschiedt niet;
in de
bosschen te ver van de bevolkingscentra liggen, terwijl de bewoners nabijheid

hout hun hebben staan, en in de zuidelijke


dier bosschen zelf genoeg (‘) op erven

districten niet, omdat de meeste Inlanders aldaar meer


dan voldoende hout op eigen gronden

ze bovendien ’t hout zeer gemakkelijk en


goedkoop bij de buren kunnen koopen.
hebben, en

werd enkele maal door ’t districtshoofd aan sommige inwoners


In Pelaboehan een

hout verkocht
2
de vastgestelde retributie.
( ) tegen

Soemednng.

vindt in den
Geschikte wildhoutsoorten voor huizenbouw men regel op eigen erven.

Djatihout
wordt meermalen aangevraagd en
toegestaan.

Limba n g a n

of het ’t
Men het tuinen of erven men
koopt van gouvernement
verkrijgt van

Men vindt de wel wat te


zoo men geen
ander hout kan
krijgen. gouvernementsprijzen
Kleine hier daar de districts-
hoog en de formaliteiten een

bezwaar. hontveilingen en op

zullen in een bepaalde behoefte voorzien.


hoofd plaatsen, tegen zeer
matige prijzen,

Soekapoera

Het wordt gewoonlijk door de bevolking van haar eigen tuinen en erven
verkregen.

Houtvester West-Preanger en Bantam


van

»ln de groef,e, permanent bebouwde vlakten, vóórziet


bet minder met aardsche goederen

gezegende deel der bevolking,


zich
hoofdzakelijk van bouwstoflen voor hare
woningen door
onderhouden bamboe-stoelen, in die vlak-
het de stengels uit de goed
koopen van
rijpe
ten aanwezig.
vrucht-
»11et rijkere deel der
bevolking koopt minderwaardig hout, afkomstig van

bebouwde vlakten gelegen.


boomen, of van
de
wildliggende terreinen, rondom die permanent

dicht bebouwde voorziet in de


De Inlandsche bevolking in de bergstreken,
bamboe voorkomend hunne bouwvelden
houtbehoefte door het
kappen van en hout, op

zich daar-
en hunne woeste
gronden. Een enkele maal, hoewel niet regelmatig, eigent zij

hetwelk voorkomt op gouvernements-terrein; meestal dan nog uit niet in stand


bij hout toe,

zelden uit de in stand houden wildhoutbosschen. Het is


te houden wildhoutbosschen, te

voorschrift dat het hoo-


mogelijk dat het algemeen van bestuurswege, voor
omkappen van

het
noodig is, hier en daar wel eens belemmerend werkt. In algemeen
rnen
vergunning
zouden
in dit echter niet het
geval. Andere omstandigheden, die eenige belemmeringen

niet bekend.
kunnen geven, zijn mij

Houtvester van Oost-Preanger en Krawang

zich hout, door dit clandestien


«De Inlandsche bevolking voorziet zeer dikwijls van

in ’s lands bosschen. In enkele districten (vooral Soemedang en Tjibeureum) wordt


te kappen
artikel 'll, alinea 2, artikel 19, alinea 2en artikel 3 van Staatsblad
veel gebruik gemaakt van

1897 No. 61 hout. In streken, waar djatiboschperceelen zijn, wordt


ter
verkrijging van

veelal de
’t houdt, dat in ’t
perceel is achtergebleven bij ’t reboiseeren, aan
plantcontrac-
bouwhout hier daar veel
tanten afgestaan, die daarvan menig stuk voor bezigen, terwijl en

de Inlanders ondershands wordt verkocht.


uitdunningshout tegen zeer lage prijzen aan

N. b. de bouwhout voor Inlanders onnoodige


m. staan wettige verkrijging van geene

’t heffen der retributie als belemmering


belemmeringen in den weg, tenzij zeer
geringe eene

wordt aangemerkt.”

91. Wordt door de Inlandsche bevolking ter verkrijging van hout, gebruik

niet t
gemaakt van de
bepaling, opgenomen in het boschreglement t Zoo neen, waarom

Bandoeng —-Soekaboemi Soemedang

Zie antwoord bij vraag 90.

van’tkomrnissielid vajj Bk aam


Aanteekeningen

»Achter zoude ik ? willen Liever schreef ik hier hout hunne


(') »genoeg” een plaatsen. »nog op

erven”.

3
( ) «Veelal voor scheepsbouw”
81

Tj iandj oer.

’t bosch, waaruit hout


Ja, wanneer
in de desa geen goedkoop hout te
krijgen en

gebaald mag worden, niet veraf gelegen is.

Limba n g a n

’t hout is haar kostbaar.


Weinig, te

Soekapoera

In de de
Weinig, in verband met ’t in vraag 90 vermelde. zuidelijke, aan ïjitandoei en

wel hout de
aan de zee grenzende districten, vraagt men van tijd tot tijd aan voor ver-

omdat dat doel geschikte houtsoorten niet op de milikgronden


vaardiging van praoeën, voor

der bevolking voorkomen.

der do o r den bontveste r va n Wes t-


Beantwoording vra a g

en Bantam.
Preanger
de het
~Kr wordt slechts zelden door inlanders gebruik gemaakt van
bepalingen van

óf voldoende hout gronden


bosch reglement, omdat in den regel ; op eigen erven en

ile houtlooze streken het door


voorradig is, óf omdat —en
dit in knopen van,

is.
inlanders uit de
bergstreken, aangevoerd hout, goedkooper en gemakkelijker
heelt
enkele gelegenheden als
eenig inlandsch bedrijfsleider bijv. een bestelling
Bij
kalkbranders), wordt wei eens een
van den Waterstaat, van een erfpachter, enz. (bijv.
de daarna
vergunning tot het kappen op gouvernementsterrein gevraagd, maar van ver-

omdat de of te lang heeft


kregen vergunning niet
altijd gebruik gemaakt, aanvrager

anderen heelt
moeten wachten op
de vergunning, óf in den
tijd van afwachting een weg

dat in niet in stand houden


gevonden, die achteraf goedkooper blijkt. Van de bepaling, te

kan worden verleend door wedana’s, wordt in de boschstreken


wildhoutbosschen vergunning
dan wordt. Scherpere
nog al veel gebruik gemaakt, waarschijnlijk nog meer gerapporteerd
de inkomsten hiervan het wel iets doen stijgen, maar
controle zoude voor gouvernement

dat minder zullen worden verleend, meer


veroorzaakt onvermijdelijk er vergunningen

menschen door de districtshoofden c. s. zullen worden afgescheept.”

der door den houtvester van Oost-Pre-


Beantwoording vraag

a n ger en Kra wan g.

daar door de inlandsche bevolking ter


verkrijging
„Zooals boven gemeld, wordt hier en

In
bout gemaakt de
bepalingen,
in liet boschreglement.
van
gebruik van opgenomen

’t groote zielenaantal, is dat der houtaanvragers zeer gering te noemen.


verhouding tot

onbekendheid die grootendeels echter meen


Js dit eensdeels te
wijten aan met bepalingen,
verschil in de veelvuldig gebruikt
ik dit te moeten toeschrijven aan ’t prijs met zeer

bovendien clandestien balkje uit ’t bosch gekapt wordt,


wordende bamboe, terwijl menig
is.
wat ’t allergoedkoopst

valt te vermelden omtrent de werking van het gouvernements-


92. Wat

beheerders boschdistricten en
besluit van 21 December 1901 No. IS, waarbij van

verkregen vergunning van den hootdinspecteur,


houtvesterijen zijn gemachtigd om na

het uitdnnningsmateriaal en het in de afgeleverde boschperceelen achtergebleven

te Heeft de Inlandsche bevolking van die bepaling


bont ondershands verknopen.
veel voordeel
gehad?
Zoo niet, waarom niet?

Alle verklaren dat dit besluit nog geen toepassing vindt, behalve
afdeclingscommissies

Bandoeng, welke de vraag


beantwoordt met: «geen bijzonderheden”.

Houtvester van
W est-P rean g e r en Bantam

hef niet dus ook


Uitdunningen kwamen in regentschap Tjiandjoer nog voor, geen

het
onderhandsche verknopingen van uitdnnningsmateriaal.

Houtvester va n oost- Preanger en Kra wang

de
’t
Uitdunuingshout wordt in dir boschdistrict tegen zeer geringen prijs aan

Inlandsche verkocht; evenwel gebeurt ’t niet zelden dat zij dit dunningshout
bevolking
dik wijls niemand
opkoopt en ’t weer verkoopt aan Chineezen. In ’t liemhanysche was zeer

voorwaarde zonder bijbetaling,


te vinden, die ’t uitdunuingshout, onder van
gratis kappen

honderden hectaren de in ’t bosch bleven liggen.


wilde hebben, zoodat op uitgedunde stammen

in den den aard van het huisraad zichtbaar j


911. Is er verandering vorm en

vorken
is bijv. het gebruik van stoelen, tafels, bedden, borden en kopjes, messen,

ook den desaman ?


en lepels enz. toegenomen, bij gewonen

Band« c n
g.

vorken is den midden- den


t Gebruik van borden, kopjes, messen, en lepels bij en
82

gegoeden stand sterk


toegenomen; verbetering ander
van
huisraad, als stoelen, tafels en
bedden ook, maar dit de
meer
bij gegoeden. De vorken
messen, en
lepels gebruikt
men echter voornamelijk bij ’t bereiden der
gerechten, niet als voermiddel bij ’t maal.
De meerderheid
overgroote eet
nog met de hand. In de
groote bewoningscentra, waar

dan ook de midden- en de stand ’t


gegoede meest
vertegenwoordigd is, is ’t
gebruik van

bedoeld huisraad ’t meest algemeen. Hier is zelfs ’t


gebruik van Europeesch vaatwerk

en van
ijzeren ledikanten onder de
gegoeden niet zeldzaam. Men ziet er tafels met tafel-

kleedjes bedekt, de wanden met


schilderijtjes versierd en de vensters met
gordijnen
behangen. De meerderheid van den middenstand nadert in koopkracht meer
den 3 tlen dan
sten
den 'l stand. Dat men desniettemin
vrij groote toeneming ziet van teeltenen van welvaart
als in huizenbouw'
vei
betering en huisraad worde mede
geweten aan
spil-en pronkzucht
den Soendanees.
van
Nauwelijks bezit hij meer dan ’t bestaansminimum of daar-
hij geeft
van uiting op evenvermelde
wijze.

Tjiandjoer

•la, t
gebiuik van t hier bedoelde huisraad neemt overal ook
toe, bij den gewonen
desaman.

Soekaboemi.

’t Huisraad heeft ook den invloed der beschaving en der grootere welvaart en
koop-
kracht ondervonden, vooral in de
noordelijke districten en in ’t
bijzonder in de
bevolkings-
middelpunten aldaar, doch ook ,in de meer afgelegen streken; ’t minst evenwel in
de
afgelegen zuidelijke districten. Kopjes, borden worden
en
glazen bijna overal aan-

getroffen evenals lepels en vorken. Deze worden alleen


gebruikt om ’t eten om te roeren

ot van ’t het andere bord


eene naar over te
brengen. Ook onder de wordt
aanzienlijken
de hand
nog algemeen met
gegeten. Vooral
bij den Inlander
gegoeden is meer weelde
m huisraad merkbaar. In de districten
noordelijke vindt men in de huizen meer en

stoelen tafels,
meer en
ja, men ziet in de hoofdplaatsen dikwijls de tafels met een tafel-
kleed bedekt en de vensters van
gordijnen voorzien, j )
1
Ook wordt meer en meer ’t

Europeesch vaatwei k
gebruikt; zelfs
ijzeren bedden met klamboes in de
behangen zijn
bevolkingscentra geen uitzondering meer, terwijl houten bedden veel in
zeer
gebruik zijn.

Soemedan g.

.la, borden ziet


en
kopjes men bijna overal en bij de meer
gegoeden ook
lampen,
tafels, stoelen, bedden, vorken ’t Gebruik hiervan
messen, en
lepels, neemt steeds toe.

L ba
i m n ga n.

■la, ’t huisraad is
bij den gewonen desaman aanmerkelijk verbeterd, daar de ver-

schillende artikelen onder bereik


gemakkelijker zijn komen, en meer en meer Inlanders

zich ’t
toeleggen op maken van
eenvoudig huisraad.

Soekapoer a.

’t Gebruik borden stoelen,


van en
kopjes, glazen, tafels en hanglampen neemt ook

bij den desaman Messen,


gewonen gestadig toe. vorken en lepels ziet men
daarentegen
zelden alleen de
en bij gegoeden.

94. Hoe is de algemeene hygiënische toestand in de desa ? Hoe zoude


hierin,
in streken waar die te wenschen overlaat, door eenvoudige middelen
verbetering
kunnen worden aangebracht, bijv. demping van
poelen, afwatering van moerassen 2

Bandoen g.

Vergeleken bij vele streken .lava is Huizenbouw


van
hij zeer
gunstig. (op palen
den
en niet op grond), goede afwatering door ’t
bergachtig terrein, beschikking over

ruime meerdere
erven, zindelijkheid enz. werken een beteren
hygiënischen toestand in de

hand. Door demping van


poelen veel
en
vischvijvers zou nog verbeterd kunnen worden.

Door gestadige aanslibbing tengevolge van jaarlijksche worden de


overstroomingen be-

staande moerassige streken langs natuurlijken hoe hoe kleiner.


weg langer Zoo
zijn de

moerassige streken in ’t der


oostelijk gedeelte Bandoengvlakte sedert de
reorganisatie
(1890) reeds in
over een
aanzienlijke uitgestrektheid gewone sawah’s veranderd.

(1) Aanteekening van ’t kom missie lid van Bit aam

de wanden met !■”


„en soms
„portret-lijstjes
83

ïjiandjöer.

Malèbèr. Hij laat hier wenschen


weinig te over

Tjihea. Onderdistrict Tjisokan als boven. De Tjihea-vlakte staat bekend als zeer

De wordt in
ongezond. bevolking hooge mate
geteisterd door malaria. Dit wordt
toege-
schreven de vele nieuwe
aan
ontginningen en aan de
weinige helling der Tjihea-vlakte,
waardoor ’t de sawah’s stil
water op staat. Ook schijnt er + 2 M. beneden de
opper-
vlakte de vlakte die
over
geheele een
kleilaag te
zijn, geen water doorlaat, zoodat de

nooit wordt.
grond droog De middelen ter
verbetering zijn hier niet bekend.

Tjipoetri, Pèsêr, Tjikalong, Dj ampang-w è ta n, Tjikondang. Over


’t
algemeen vrij goed, indien slechts
gezorgd wordt, dat de overal
aanwezige vischvijvers
een
behoorlijken aanvoer en afvoer hebben, zoodat ’t water niet blijft stilstaan. In vele

kampoengs staan te veel boomen, waardoor licht en zonnewarmte niet kunnen


genoeg
doordringen en de grond en de huizen lang vochtig blijven.

Ijida m a r. De in de
nabijheid der kust wonende menschen hebben in de

kentering-maanden dikwijls last van koorts.

Soekaboemi

In de kan
geheele afdeeling hij gunstig genoemd worden met uitzondering van

Pelaboehan, waar de slechte gezondheidstoestand toe


schrijven is de
te aan
nabijheid
der grooterawa Tjikalong, maar vooral de welke zich
aan rawa
Tjirantja, ter hoofd plaats
Pelaboehan zeil bevindt, de
en voor
demping waarvan
f 1000 vermoedelijk voldoende zou

blijken te
zijn. De rawa
Tjikalong is te om gedempt te kunnen worden,
groot terwijl ze

bovendien door haar ligging, beneden ’t


peil der
zee,
ook niet van een
afwatering kan voorzien

worden.

’t Kommis s i e 1 i d Mdndt hieraan toe


voegt
»De zich
rawa
Kalong eigent uitmuntend tot het maken van
vijvers voor zeevisch,
zoogenaamde tambaks, analoog aan die der noordkust. De rawa
Tjirantjah wordt gedempt
bij den thans onderhanden
genomen bouw van den openbaren weg naar Pelaboehan Hatoe ;

ontstond het niet


tengevolge van meer van landswege onderhouden der
leiding uit de

voormalige, sinds opgeheven benting aldaar, derhalve


tengevolge van
gebrek aan voldoende
controle.”

Soemedang.

Over ’t
algemeen gunstig.

Lirnba n g a n

Over ’t
algemeen goed; alleen aan de
zeeplaatsen Pameumpeuk en Tjibaregbeg
(Negara) heeft men
nog al last van koortsen. Hieraan is niets te veranderen, de
tenzij
bevolking gebruik wil maken van de haar in overvloed aangeboden geneesmiddelen en niet

de voorkeur geeft aan


eigen geneeswijze.

Soekapoera

Niet behalve
ongunstig, in de
moerassige streek langs de
Tjitandoei en aan de zuid-

kust, waar veel malaria voorkomt. Zonder aanzienlijke kosten is hierin eeen verbetering
. ** o o

te brengen.

D5. Is het aantal bescheiden


doctors-djawa voldoende om te voorzien in

de behoefte aan
geneeskundige hulp der bevolking?
in normale
a.
jaren.
h. in abnormale jaren
Hoeveel worden
doctors-djawa als nog noodig geacht en waar !

Bandoen g.

In de
geheele afdeeling zijn slechts twee
doctors-djawa. Zij zijn te
Bandoeng en te

Jjitjalèngka gevestigd en staan den c.ivielen


geneesheer zijde. Het is dat dit,
ter
duidelijk,
zoowel in normale als in abnormale jaren, onvoldoende is. Er worde in iedere contróle-

afdeeling één
doctor-djawa geplaatst en bovendien voor elk district hem
aan
toegevoegd
een of meer assistenten, ’t doel
opgeleid met om in eenvoudige gevallen (deze komen ’t

meest voor) geneeskundige hulp te kunnen verleenen.


84

ïjiand j o e r.

Op ’t oogenblik zijn hier


geen
doctors-djawa. Een doctor-djawa ter hoofdplaats der
is in normale jaren overbodige
districten Malébèr, Tjihea, Tjipoetri, Pèsèr en Tjikalong geen.

tweede ook te doen hebben


weelde. In abnormale jaren zou een doctor-djawa genoeg

de in ’t district heerschende malaria. Verder is een


doctor-djawa dringend
met Tjihea
lot kort
noodig te Soekanëgara voor
Tjikondang, Djampangwetan en Tjidamar. voor

de heerschende
was
hier ook een doctor-djawa geplaatst, die echter, waarschijnlijk wegens

bezuiniging, werd weggehaald.

Soekab o e rn

i
is slechts één I.
In de geheele afdeeling doctor-djawa, n. ter
hoofdplaats

Soekaböemi, die den civielen geneesheer ter zijde staat. Pelaboehan, Dj ampang leng ah
zonder zulks
en Djnmpangkoelon zijn geheel geneeskundige hulp en niettegen-
staande do Pelaboehan zelf is, overal
gezondheidstoestand te ongunstig terwijl langs
de ’t Pelaboehan zelf, de veel
geheele Wijnkoopsbaai en meest te
bevolking zeer

beenwonden de
van booze zweren en te lijden heeft; gelijk trouwens in meeste

Bovendien breidt ’t aantal


kustplaatsen. landelijke ondernemingen zich in Dj ampang leng ah
Pelaboehan steeds uit daarmede ook ’t aantal Zelfs in normale
en en Europeanen. jaren
is dus de geneeskundige hulp voor de bevolking ten eenenmale onvoldoende. De openbare
districtshoofd plaats Tjitjoeroeg (Djampangkoelon I, worden nooit geïn-
prostituees, bijv. ter

7
specteerd, omdat met een reis heen en weer naar Soekaboemi, minstens dagen gemoeid

Een hield de doctor-djawa Soekaboemi eenmaal per maand polikliniek


zijn. jaar geleden van

had daar-
te Bantargadoeng, Tjitjarik, Pelaboehan, Tjikakak, Tjimadja en Tjisolok en

mede veel succes. Immers juist met de behandeling van zweren en beenwonden kan een

de omdat resul-
doctor gemakkelijk ’t vertrouwen van bevolking winnen, daarbij dadelijk
Daar Pelaboean evenwel de
taten merkbaar zijn. te
geen openbare prostituees zijn en

alzoo niet kon de reizen


polikliniek samengaan met
inspecties van prostituees, moesten

Pelaboehan bevel betreuren is. ’t


naar op hooger gestaakt worden, wat ten zeerste te

Pelaboehan is dus noodig voortdurend de lijders


Plaatsen van een
doctor-djawa te om aan

de geheele kust der Wijnkoopsbaai kunnen behandelen.


hooger genoemde kwalen langs te

slechts 22 Pelaboehan in
Daar bovendien Tjitjoeroeg ( Djampangkoelon) palen van ligt en

bereiken is, die de aldaar elke maand


een dag te zou doctor-djawa openbare prostituees
die dan kunnen houden Tji-
kunnen inspecteeren. Op inspectiereis zou
hij polikliniek te

Pesawahan, Waloeran zoodat in


hoetoen (aan de Wijnkoopsbaai), te te en te Tjitjoeroeg,
’t deel der bevolking de districten Pelaboehan en
geneeskundige hulp voor
grootste van

voorzien kunnen worden.


Djampangkoelon zou

’t Kom miss iel id Mundt voegt hieraan toe;

~De plaatsing van een doctor-djawa te of


nabij Pelaboehan Batoe is niet alleen hoogst
’t de
urgent, maar
zal
blijken een daad van
groote voorzichtigheid te
zijn, met oog op

huidziekten rondom de Wijnkoopsbaai, waarvan


beklagenswaardige lijders aan afzichtelijke
Daardoor zal de
er sommigen inderdaad aarden naar
lepra. verspreiding en
ophooping
dier in de kampoengs voorkomen kunnen worden.”
ongelukkigen

„Dit is een zaak van den hoogsten ernst voor de algemeene volksgezondheid, waarop
niet genoeg de bijzondere aandacht kan worden gevestigd.”
doch dusver
„Een voorstel daartoe werd reeds een
paar maal ingediend, tot vergeefs.

de doctor-djawa het district Djampangterigah,


Ook plaatsing van een te
Bodjonglopang, voor

zou zeer wenschelijk zijn.”

Soemedan g.

als deze is één wel wat weinig. In


Voor een uitgestrekte afdeeling doctor-djawa

abnormale jaren zijn er twee meer dan noodig.

L i m ba n n.
ga

bescheiden. Eén civiel moet alles doen. Het


Hier is geen doctor-djawa geneesheer

ware wenschelijk één doctor-djawa te


plaatsen te Lèlès en één te Pameumpeuk.

Soek ra
apoe

do dit
Tot ’t inroepen van geneeskundige hulp gaat bevolking moeilijk over; maar
85

de te Manon-
De civiel geneesheer te Tasikrnalaja en doctors-djawa
verbetert gaandeweg.
’t werk dan ook bestaf.
Mangoenredja Parigi kunnen in gewone tijden
djaja, Ban dj ar, en

de toekomst moeten leeren.


Hoe het in abnormale jaren zon gaan, zal

voldoende om in de be-
•M*. ïs het aantal geëxamineerde vroedvrouwen

der te voorzien ?
hoefte aan verloskundige hulp bevolking

Wordt van die hulp gebruik gemaakt?

Waar eu hoeveel geëxamineerde vroedvrouwen worden alsnog bepaald noodig

geacht ?

Bandoeng,

’t als dat der doctors-


Het is daarmede even
treurig gesteld (twee in geheel) met

Inlandsche
hoewel de behoefte aan vroedvrouwen geringer is, omdat bevallingen bij
djawa,
dan
hebben en minder geneeskundige hulp behoeven
vrouwen een natuurlijker verloop
in- of uitwendige ziekten. Bovendien wordt van geëxamineerde
de meeste ernstige

(vooral van
de
Europeesche), nog
betrekkelijk weinig gebruik gemaakt en
vroedvrouwen,
door haar bekende doekoens.
de desa-vrouw zich liever aan
de behandeling
onderwerpt
worden daarvan in elke
Konden Inlandsche meisjes tot vroedvrouwen opgeleid en

dan in de behoefte reeds eenigszins voorzien


één geplaatst worden, zou
contrèle-afdeeling
zouden doekoens kunnen
moeilijke of gecompliceerde gevallen zij vervangen.
zijn. Hij
Inlanders zouden zich hoe hoe
ontwikkelden onder de langer
De meer gegoeden en

Inlandsche vroedvrouwen wenden en door hun voorbeeld


meer tot deze geëxamineerde
Een in elk district ware beter; doch daar
vertrouwen bij de kleine
blijden opwekken.
verbonden zouden in
de districtshoofden telefonisch met de contróle-afdeelingen zijn, zoo

vroedvrouwen telefoon ontboden kunnen worden.


dringende gevallen de per

Tjian dj o e r

vroedvrouwen. Het is wenschelijk er voorloopig


Hier
zijn nergens geëxamineerde
die geniet,
werkzaam te stellen en naarmate der waardeering zij
een ter hoofdplaats
vroedvrouwen te
plaatsen.
ook op
de districts-hoofdplaatsen geëxamineerde

Soekaboe m i.

deze niet geplaatst. Het is


Geëxamineerde vroedvrouwen zijn in afdeeling nog

stellen.
noodig er op elk der districtshoofdplaatsen voorloopig een aan te

S d g.
o e rn e a n

Geen

Limba n g a n.

enkele of
’t is er in deze afdeeling geen geëxamineerde behoorlijk
Op oogenblik
een Amboineesch meisje, is
onderlegde vroedvrouw. Die hier destijds geplaatst was,

de zijde der bevolking overgeplaatst naar Bandoeng.


wegens gebrek aan belangstelling van

andere
Inlandsche vroedvrouwen bestaat er wel, van
Behoefte aan goed onderlegde
Soendaneesche dames niet toe te
landaarden echter is de bevolking niet gediend, De zijn er

zich met
den civiel-geneesheer onderricht te
ontvangen;
de bevolking behelpt
bewegen, bij
zouden voldoende n.l. te Garoet, Tjisoeroepan,
Pare paradjis. Acht vroedvrouwen zijn,

Lèlès, Bloeboer, Lirnbangan, Boengbelang en Pameungpeuk.


Tjibatoe, Malangbang,

S o e k a p
oer a.

die veel te doen heeft. In


Alleen te Tasikrnalaja is een geëxamineerde vroedvrouw,
in-
wordt door den Inlander herhaaldelijk zelfs de hulp
ernstige gevallen bij bevallingen
thans vroedvrouwen op.
van den civiel-geneesheer. Deze laatste leidt een vijftal
geroepen
weelde zijn.
In elk district een geëxamineerde vroedvrouw zou geen overbodige

97. Hoe is het aantal Inlandsche hospitalen J


groot
waar?
Wordt vermeerdering of uitbreiding gewenscht: zoo ja,

Bandoeng.

is slechts n.l. te Bandoeng. Op elke plaats waar een doctor-djawa is,


Er er een,

is daartoe bezigen de en
kome een Inlandsch hospitaal. Te Tjitjalengka te gewezen nog

staat verkeerende gevangenis. Bij vestiging te Soreang (contrèle-afdeeling


m goeden
een doctor-djawa zou ook daar een Inlandsch hospitaal gewenscht zijn.
Koppo) van
86
T i
j a n dj o e r.

De
ziekeninrichting ter
hoofdplaats is de
eenige in de afdeeling. Vermeerdering of

uitbreiding is niet gewenscht.

Soekaboemi.

Alleen is Inlandsch
ter
afdeelingshoofdplaats een
hospitaal. Vermeerdering van
hospitalen
is niet dringend noodig, omdat de Inlander in ’t algemeen afkeerig is om in een hospitaal opge-
nomen te worden. Ingeval ziekte wordt ’t liefst thuis
van
hij verpleegd en telkens bezocht door

zijn bloedverwanten kennissen, die


en en
juist scheiding van
zijn bloedverwanten weerhoudt
hem om naar een hospitaal te
gaan, waar
hij zich eenzaam en verlaten
gevoelt. Hij bedenkt
niet, dat in onder
daarbij hij een hospitaal deskundige verpleging veel meer kans heeft

op herstel.

Soemedan g.

Alleen ter
afdeelingshoofdplaats is Inlandse!)
een
hospitaal. Vermeerdering zou wen-

schelijk zijn, bijv. ter


districtshoofdplaats Tomo ( üarmaradja).

Li m ban ga n.

Er is ziekenhuis te Garoet.
een
Vermeerdering wordt niet gewenscht, omdat de
toch
bevolking er geen gebruik van maakt en bovendien ’t
noodige aantal geneeskundigen
ontbreekt.

Soekapoeru.

Er
zijn‘te 'lasikmalaja en te Manondjaja Inlandsche hospitalen. Te Parigi is er een

bepaald noodig. Jaren geleden is reeds daarvoor voorstel doch


een
ingediend een beslissing
is niet Ook
genomen. te
Mangoenredja zou een fnlandsch hospitaal voldoen.

98, Is de Inlander ’t
over algemeen er afkeerig van in een
hospitaal te

worden t Zoo
opgenomen ja, waarom.

Bando e n g.
o

.la, tot dusver wel; omdat hij zich verbeeldt dat de


met
opname operatief ingrijpen
gepaard gaat. Voorts vreest
hij opsluiting in een
gebouw zonder bewaking van bloed-
is
verwanten.
Hij eenmaal
gewend bij ziekte door dezen bezocht en
verpleegd te worden.

Eenzaam
afgezonderd te worden in een inrichting en niet te weten welke behandeling er

te is
moeten
ondergaan, voor hem afschrikwekkend. Deze afkeer is echter aan het

verminderen en
zijn er enkele schapen over den dam, dan de anderen.
volgen

ïjiand j o e r.

Ja, wegens:
'J e
’t
. weinig vertrouwen in de
Europeesclie geneeswijze;
ie den
. tegenzin om als gevangene behandeld te worden.

Soekab o e m i

Zie antwoord bij 97


vraag

Soeme d a n
g.

zonder
Ja; zachten dwang brengt den Inlander in ’t De
men
moeilijk hospitaal.
voornaamste reden hiervoor is wel dat is
hij bang voor gebeurlijke operatiën.

L i m b a n n.
g'a

Ja; omdat
hij er
geen vrijheid genoeg geniet en er zich
gevoelt als in een
ge-
\angenis, ver van familie en verwanten en en vrees uitstaat de zachtste dok-
angst voor

tersbehandeling. Hij heeft bovendien geen vertrouwen in onze enkele


geneeswijze; meer

verlichten uitgezonderd.

Soe-kapoera

Ja
, wegens vrees voor
operatie en amputatie. Zij, die in de
hospitalen behandeld

en
genezen zijn, keeren in voorkomende
gevallen gaarne daarin terug. Te Tasikmalaja
neemt t aantal van hen, die zich in het willen laten
hospitaal behandelen, gestadig toe.

99. Is de
bevolking voldoende in de gelegenheid gratis geneesmiddelen te

verkrijgen ?

Bandoen g

Ja, doch wordt niet


ei
altijd gebruik van
gemaakt. De kleine man in ’t binnen-
land is veelal te bedeesd om zich tot wedana, doctor-djawa of controleur te wenden
om obat.
87

Tjiandjoer.

Ja, de
wat meest noodige geneesmiddelen betreft

Soekaboemi.

alle districtshoofden de
Bij zijn eenvoudigste geneesmiddelen, als kinine, castorolie

choleradrank in voorraad de
en
oogdruppels en voor
bevolking gratis verkrijgbaar (').
Eveneens den
bij civiel-geneesheer te
Soekaboemij en
bij de controleurs van
Tjitjoeroeg
en Bodjonglopang, die de voorraden van de districtshoofden
geregeld aanvullen. Ook
bij
de polikliniek door den
civiel-geneesheer te
Soekaboemi, gehouden aan ’t Inlandsch hos-

pitaal te Soekaboemi Karangtengah


en te
( Tjiheulang ), te Paroengkoeda ( Tjitjoeroeg ) en

Tjidjangkar (.Ujampangtengah ) wordt ieder, die daar


verschijnt,’gratis behandeld en
gratis
aan
geneesmiddelen geholpen.

Soemedang,

Ja, den
bij controleur, de districtshoofden en den
doctor-djawa

Li
mbanga n.

Ja, de controleurs van


Pjibatoe en
Tjikadjang en de civiel-geneesheer voor
zorgen
gratis verstrekking van
geneesmiddelen ten behoeve der zieke Inlandsche bevolking. Ook
enkele wedana’s hebben in
geneesmiddelen voorraad
gekregen.

Soek ap oer a.

Ja, de civiel-geneesheer de
en
doctors-djawa stellen
dikwijls castorolie, schurftzalf en

opgeloste kinine bij de districts- en onderdistrictshoofden beschikbaar voor de bevolking.

100. Wordt de
bevolking bij voortduring geteisterd door ziekten, welke
belangrijken invloed uitoefenen haar
op arbeidsvermogen? (Malaria, syphilis,
oogziekten, beenzweren, lepra, beri-beri, enz.)

Band o e n g

Neen, zij lijdt vrij algemeen aan syphilis en ook wel aan
oogziekten, beenzweren
malaria, toch
en maar niet zóó, dat dit een belangrijken invloed uitoefent op'haar arbeids-
vermogen.

Tj iandjoer.

Malébèr. Alleen komen hier veel vrouwenziekten voor en deze hebben invloed
’t der
op arbeidsvermogen bevolking.

Tjihea. De bevolking der


Tjihea-vlakte lijdt voortdurend aan
malaria, welke een
/

invloed uitoefent ’t
belangrijken op arbeidsvermogen der bevolking. Velen moeten
wegens
malaria de vlakte verlaten.

districten. De
Overige ziekten, in de
vraag genoemd, kqmen in alle districten
m meerdere of mindere mate zonder dat
voor, gezegd kan worden, dat
zij beduidenden
invloed op ’t arbeidsvermogen der bevolking uitoefenen.

Soekaboemi.

Neen, behalve in Pelaboehan de


langs Wijnkoopsbaai, waar de
bevolking veel last
heeft van zware koortsen, booze zweren beenwonden.
en Die booze been-
zweren en

wonden staan ook


vermoedelijk dikwijls in verband met
syphilis. (-’)

Soemedan g.

Neen ; de hier ziekten,


van
genoemde komt syphilis veel
nog vrij voor.

Limba n g a n

Vergeleken bij andere streken is


van
Java, de bevolking hier gezond. Ziekten
komen ’t is niet
voor en onwaarschijnlijk dat verschillende
ziektevormen van venerischen
aard Maiarialijders komen veel
zijn. voor in
Negara. Schurft en andere huidziekten
al voorkomend, zijn ’t
gevolg
nog van
onreinheid, gebrek aan zorg in de behandeling
in Bedoelde
en wantrouwen onze
geneeswijze. ziekten
zijn van
nadeeligen invloed

(1) Noot, van ’t kommissielid Mondt

„Daaraan wordt bij niet


lange genoeg bekendheid
na
gegeven aan de Inlandsche bevolking
die dikwerf bij het
uren en uren
wedanakantoor moet wachten voor zij aan
de verlangde medi-
cijnen wordt geholpen”.
Noot ’t kommissielid
(2) van
Mondt:

„Volgens verklaring van


geneeskundigen, staan minstens 95
% dier booze zwezen en been-
wonden hij de bevolking de Zuidkust in
aan
rechtstreeksch verband met van jaren her verwaarloosde
verouderde ten
en syphilis, gevolge van gebrek aan
geneeskundige behandeling.”
88

niet m verontrustende
der zieken, maar komen, in ’t geheel genomen,
op
’t, arbeidsvermogen

mate voor.

Soekapoera

in ’t oosten zuiden der afdeeling wordt de bevolking


streken en
In de moerassige
veel voorkomt.
door malaria en beenzweren, terwijl overigens syphihs zeer
zeer geteisterd
is
voor. Voor schurft, beenzweren en syphi
beri-beri komen nagenoeg nergens
Lepra en

der zwavelhoudende bronnen te


’t warme
maken de zieken zeer veel gebruik van water

Van gou-
den
Galoenggoeng en te Tjikoepa nabij
Tamangbèntèng, Tjipatjing op
die ’t doel zeer
werden hier in 1903 bamboezen loodsen gebouwd aan
vernementswege

goed beantwoorden.

en welke {
101. Hebben belangrijke epidemieën geheerscht, wanneer

Bandoe n g.

In de laatste 20 jaren niet.

Tjiand j o e r.

Neen, nergens

Soekab o e m i.

Voor zoover bekend nooit.

S o eraedan g.

in 4902
In 1881 i 88i de gelieele afdeeling koorts-en cholera-epidemie en
t/m. over

’t onderdistrict Tomo. Over ’t algemeen laat echter de gezondheids-


malaria-epidemie in

toestand weinig te wênschen over.

Limba n g a n.

'189(1 cholera, in 1902


Soetji. In pokken
1902
Panembong. In pokken
In 1890 in 'l9Ol cholera.
ïimban g a n t e ii. pokken,

Wanakerta. In 1903 cholera.

In 'l9Ol cholera.
Tjikemboelan.
In 'l9OB pokken.
Kandangwesi.
niet in mate.
in 1879 'lBBO cholera en pokken, maar lievige
Negara, en

Soeka p o e r a

In de districten lieerschte in 1902 een belangrijke koortsepidemie en in


zuidelijke
Javaansche veel te
IK9o daar ook cholera en koortsen, waarvan vooral de volkplanters

hadden.
lijden

in de praktijk voldaan?
102. Hebben de poliklinieken

Band o e n g

in allen deele kunnen voldoen. Van voort-


worden schaars gehouden om te
Zij te

durende behandeling kan


bij dergelijke periodieke inspecties (net
groote tusschenpoozen

moeilijk sprake Nut stichten zij ontegenzeggelijk. Hoe meer de kloof gedempt wordt
zijn.
den
tusschen de den doctor-djawa, vooral tusschen eerstgenoemde en
bevolking en maar

civielen des zullen de poliklinieken voldoen.


geneesheer, te meer

Tjian dj o e r

zouden veel indien de


Over ’t
algemeen niet
bijzonder. Zij meer nut
opleveren,
laten Dan
bevolking er toe te
brengen was zich in de ziekeninrichtingen te
opnemen.

zouden gevallen, door de geneesheeren waargenomen,


aan een bepaalde behandeling kunnen

onderworpen worden.

Soekab o e m i.

werden hebben wel niet in alle deelen voldaan, toch


Waar ze opgericht., zij maar zeer

veel daar tal Inlanders zich geregeld aanmelden behandeld te worden, ’t


goeds gesticht, van om

dat nimmer voortdurende kan


Groote bezwaar
blijft evenwel, er een zorgvuldige behandeling
slechts of malen ’s maands worden.
plaats hebben, omdat de poliklinieken een twee gehouden
de den dokter, die in de
Bovendien hangt zeer veel af van persoonlijkheid van er

door kalm, bedaard ’t


eerste
plaats voor moet
zorgen, een en bezadigd optreden, vertrouwen

der bevolking winnen. In ’t algemeen is de bevolking gediend


te meel' met
behandeling
89

door doctor-djawa dan door Europeescli omdat de kloof tusschen


een een
geneesheer, een

Europeaan en een Inlander te groot is.

Soemedan g.

Ja; in de poliklinieken ter


districtshoofdplaatsen werden in ’t tijdvak 1900 t/m. 1903
behandeld 1309 malaria-, 52 morbili-, '142 556 3228 andere ziekte-
syphilis-, pokken- en

gevallen, die anders wellicht geneeskundige hulp zouden verstoken


van
zijn gebleven.

Limbangan.

Zij hebben slechts daar de bevolking maakt


matig nut, er maar
weinig gebruik van

Soekapoera.

De civiel geneesheer en de doctors-djawa houden bij hunne inspectiereizen voor ’t

onderzoek die de
van
prostituees tevens
polikliniek, bij bevolking zeer
opneemt; mits men

haar kosteloos behandelt kosteloos verstrekt, ’t Aantal der zich


en
geneesmiddelen aan-

meldende zieke Inlanders neemt geleidelijk toe.

LANDRENTE. ‘)

103. in de laatste
Zijn jaren bezwaren
tegen de landrente-regeling gevoeld,
zoo ja, welke? Staat model X 2
) invullen, zoo uoodig toelichten.

Bando e n g.

In de laatste jaren niet. De groote meerbevinding van


bouwgrond tengevolge van

kadastrale der velden, deed


meting de
bevolking bij de invoering der nieuwe regeling
verwachten, dat de nieuwe veel
aanslag zwaarder zou
zijn, dan hij ten slotte uitviel.

En de de maatstaf
aangezien aanslag voornaamste
is, waarnaar de bevolking een

landrente-regeling beoordeelt, viel de nieuwe haar


regeling hierin nog erg mee. De

aanslag der landrente-perceelen, vooral de totale wordt


maar
desa-aanslag, algemeen
billijk geacht. Of zulks ook den d. i. individueelen ’t
met
omslag, aanslag, geval was

kan nu
moeilijk meer worden
nagegaan. Sedert dezen aanslag zijn 8 jaren verloopen
vastheid zooveel doet
en van
aanslag gedurende jaren aan veel
gewennen.

Tjiandjoer.

Neen, ook niet tegen de oude regeling; hoofdzakelijk den lichten druk
wegens
der landrente.

Soekab o e m i.

Neen, omdat veel billijken


een en
rechtvaardiger verdeeling der landrente ver-

kregen is.

Soemedang.
Neen.

Limbangan.

Een bezwaar daartegen is de


daarbij voorgeschreven administratie, die te
hooge eischen
stelt de daarmede belast. is
aan
personen, Wenschelijk het een
eenvoudiger admini-
stratie aan te
leggen, meer in
overeenstemming met de bevattelijkheid der desa-hoofden

en
desa-schrijvers. Verder moet ’t door den resident tarief
vastgesteld voor ’t verleenen

van
kwijtschelding wegens misgewas, ongeschikt genoemd worden, daar het in de
praktijk
niet is dat tarief
mogelijk behoorlijk toe te
passen.

Soekapoera.

De nieuwe is
Preanger-landrente-regeling reeds ingevoerd in
Tasikmalaja, In-
I
dihiatuj, jiawi, Singaparna Panjèrèdan pasirpan djang zal het in 1906
,
, en
Bandjar en

worden in de districten.
overige Voor bezwaren die
zoover er
zijn, zijn hoofdzakelijk
van administratièven aard en wordt door de controleurs in de
overleg met plaatselijke
disti icts-ambtenaren reeds naar
verbetering ten deze gestreefd.

104 lias t niet verleenen daaraan te


van
kwijtschelding wijten dat ’t
Eui opeesche of t Inlandsch bestuur niet
behoorlijk op de hoogte van den toestand
was gebracht?

B a n doen g.

De bevolking is de
goed op hoogte van haar recht vrijstelling, de
op terwijl

(I) Als bekend, werd de


bij ordonnantie van Stbl. 1896 No.
126(uitvoei'ingsvoorschriften bijblad
5192) voor de
Preanger een nieuwe
landrenteregeling vastgesteld, die inmiddels ’f
over geheele gewest
ingevoerd is. Voor Java
overig wordt een
regeling volgens dezelfde beginselen ingevoerd (Stbl. d907
No. 277). Aant v. d. b.

(2) Met ’t de
oog op herziening der
landrente-regeling in de Preanger werd deze staat voor
dit. met
gewest gevraagd. Aant v.d.b.
90

inning der belasting niet zoo


gemakkelijk gaat dat ’t desahoofd verzuimen zou over te

’t als daartoe bestaat, ’t Inlandsch


gaan
tot
aanvragen om
vrijstelling, gelegenheid en

Europeesch bestuur wordt dan ook steeds de gebeurlijk misgewas


op hoogte gehouden van

of
braakliggen.

Limbangan.

Zulke gevallen hebben zich, bekend, niet Wel kwam


voor zoover
voorgedaan.
het een enkele maal dat een Inlander meende ten onrechte niet
voor, voor
kwijtschelding
in aanmerking onderzoek bleek dat ’t
te zijn gebracht. Bij misgewas niet dien omvang

had als ’t
voor verleenen van kwijtschelding is vastgesteld.

in hoofdzaak als Ban doen g.


Overige afdeelingen

105. Hoe heeft in de gemeenten geheele of


men
gedeeltelijke mislukking
geconstateerd het welke werd de
van
gewas en op wijze kwijtschelding over de

belastingschuldigen omgeslagen ?
Welke misbruiken hadden plaats?
hierbij

ï d
Bandoeng j ian joer Soekaboemi
Soemedang Limbangan.

Voor bekend, hadden misbruiken Voor de nieuwe land-


zoover
hierbij geen plaats.

rente-regeling wordt eiken belastingplichtige de


voor
kwijtschelding afzonderlijk berekend

overeenkomstig de voorschriften ’t tarief, vervat in de voorschriften ter


en
gewestelijke
uitvoering van de landrente: ordonnantie van Staatsblad 1896 No. 126. De districts-en

onderdistrictshoofden constateeren elk hun onderdistrict ’t desahoofd ’t


voor
eigen met

misgewas, stellen dan de !, B 6


en voor belasting met
/io> Ao> Vio> /io °f
Vi« te verminderen,
dan wel af
geheel te schrijven, waarvan
proces-verbaal wordt
opgemaakt. Zoo ook bij
onbeplant blijven van sawah’s. Misbruiken kwamen, voor zoover bekend, niet voor.

Soekapoe ra

Hieromtrent is bericht
uitvoerig bij dezerzijdsch schrijven van 13 April 1904

No. 2014/14.

106. Heeft ’t streven verduisterde of oninbare


om
landrentegelden afbe-

taald te ’t dat
krijgen gevolg, die belasting nog eens
geïnd wordt, (bijv. een

desahoofd heeft
landrentegelden- verduisterd, hiervan is geen zaak gemaakt en nu

wordt de
nogmaals belasting geïnd. Waarschijnlijk is dit daaraan te wijten, dat
vele Inlandsche ambtenaren nog denken aansprakelijk te
zijn voor de afbetaling
der
belastingen).
Feiten opnoemen.

Bando e n g,

\oor bekend,
zoover neen. Verduisteren van
belastinggelden kwam wel eens voor.
Dan werden de betrokken desahoofden ’t Verduisterde
vervolgd en gestraft, werd echter

veelal uit eigen middelen aangezuiverd.

Tjiand j o e r,

Aan dubbel heffen van landrente is nooit iets


vernomen. Het is wel eens
ge-
beurd, dat door ’t desahoofd meer
geïnd werd dan verschuldigd was, maar werd zulks
bekend en bewezen, dan bleef de straf niet uit.

Soekaboemi
Soemedang.

Dit kwam, voor zoover bekend, nooit voor.

Limbangan.

Aoor zoover
bekend, kwam het ééns voor, dat een desahoofd landrentegelden ten

eigen bate had aangewend en om ’t te kort te dekken eenige ingezetenen naar gelang
hun
van
gegoedheid een
grootere of kleinere som
gelds liet bijdragen. Volgens zijne
bewering, deden bet uit
zij vrijen wil. ’t Onderzoek leidde echter tot de gevolgtrekking,
dat t desahoofd als niet
zoodanig langer gehandhaafd kon worden, (desa Tjilampoejang,
onderdistrict Malangbong, Wanakerta).

Soekapoer a

Dat de landrente tweede maal


voor een wordt geïnd, is nooit aan ’t licht geko
men. Klachten zouden in dat zeker niet
geval uitblijven.
91
107. Komt het bij den omslag veel voor dat de landrente van erven en

gelegd wordt de sawah’s?


tegalan op

Bandoen g.

Dit werd niet Het in ieder


waargenomen. zou
geval moeten
geschieden in afwijking
den in de vermelden
van registers aanslag volgens de nieuwe landrente-regeling.

Tjiand j o e r.

Neen.

Soekab o e m i.

Zulks is niet mogelijk (‘) bij de nieuwe landrente-regeling.

Soemedang Li m banga n.

Neen.

Soekapoera.

De aanslag is hier individueel iedere daar,


voor soort grond vastgesteld, waar de

Preanger-regeling -is
ingevoerd.

108. welke is de
Op wijze inning geregeld?

Zijn er bezwaren tegen de bestaande wijze van inning?


Zoo ja, welke ?

Bandoene.
O

Inning en
overstorting zijn geregeld bij Staatsblad 1890 No. 126. De betaling der

landrente meestal in de balé-desa


geschiedt op vastgestelde tijden. Bezwaren
tegen
de

bestaande wijze van


inning werden niet
geuit.

Tjiandjoer.

Nadat ’t hoofdgeld ’t deel der betaald de


en
grootste bedrijfsbelasting zijn, beginnen
desa- ot hen de de landrente
namens
kamponghoofden te innen, wat eens in de week ge-

schiedt, bij gelegenheid van de ten huize ’t desa- of houden


van
kampoenghoofd te

koempoelan. Tegen deze wijze van


inning bestaan geen
bezwaren.

Soekaboemi.

De betaalde bedragen worden


aangeteekend op ’t aanslagbiljet van den belasting-
plichtige. Tweemaal of viermaal maand houdt ’t desahoofd in de balé-desa
per zitting
om de landrente in nemen. Ook kan de worden
ontvangst te
belasting afgedragen aan

de kampoenghoofden. die niet


Zij, vlug genoeg betalen, worden door ’t desahoofd of

de
kampoenghoofden gemaand. Bezwaren tegen
de bestaande
wijze van inning komen

niet voor.

Aanteekening van ’t komm issie lid Mondt

»In de 8 collecteloon
% zou de regeering reeds de voornaamste bijdrage kunnen

vinden, om voortaan de desahoofden ’s


van
landswege te bezoldigen en in vasten dienst
te met recht bevordering
op nemen, op en
pensioen, met andere woorden: om hunne

benoeming voortaan door de


regeering en niet van de desa doen
wege te geschieden.
De gunstige resultaten dien
van
maatregel zouden, zoowel voor de schatkist als voor de

Inlandsche bevolking, den kleinen man


phenomenaal blijken te
zijn.”

Soemedang.

De betaling der landrente in de balé-desa


geschiedt op; vastgestelde dagen. Bezwaren

tegen deze wijze van inning bestaan niet.

L
imbangan

Bezwaren tegen de bestaande werden


wijze van
inning niet
geuit.

Soekapöera.

De afbetaling der landrente kleine


geschiedt bij bedragen, meestal aan ’t desa-

hoofd, soms in
uitgestrekte desa’s aan de kampoenghoofden, die ’f den loerah
geïnde aan

afdragen. Kwiteering de der


aan
achterzijde belastingbiljetten en
noteering in’t af betalings-

(4) Noot ’t kommissie lid


van
Mundt

„In theorie niet mogelijk, doch in de practijk?’


92

register, laten wenschen waartegen door streng toezicht de


dikwijls te over, van
zijde
der Inlandsche ambtenaren wordt
Europeesche en gewaakt.

109. Wordt de belasting te zwaar


geacht; zoo
Ja, om welke reden en waar-

uit het?
blijkt
Bandoen
g.

Klachten daarover werden nooit De kwam steeds


vernomen.
belasting geregeld
binnen en werd, naar het heet, zonder moeite geïnd. Of de landrente als belasting van

’t hoofdmiddel bestaan dit middel: den landbouw, uit


van en ter ontwikkeling van een

economisch beschouwd beoordeeld, ’t dat de


standpunt en naar
percentage, van
opbrengst
van den bouwgrond wordt geheven, niet te drukkend is, is een
quaestie, welker bespre-

king valt buiten ’t kader van dit onderzoek.

Tjiand j o e r Soemedang- Soekapoera


Neen.

Soekaboemi.

daar
Neen; zij op een billijken grondslag berust en
op een
rechtvaardige wijze

omgeslagen is. Dat zij niet te zwaar is, blijkt daaruit, dat ze elk jaar zonder moeite wordt

afbetaald en er nooit klachten vernomen worden.

Limba n g a n

0
Men B—lo8—10 / de zuivere
hoort de bevolking niet
klagen; maar een belasting van
o
van

opbrengst gronden wordt


der
vrij hoog geacht.

IK*. Welke welke verpachte middelen


belastingen (landrente daargelaten) en

(die van de pandhuizen daargelaten) worden drukkend voor de bevolking geacht ?

Waaruit blijkt dit? (')

Bando e n g.

De de rijtuigverhuurders. Niet alleen is afkeurenswaar-


rijtuigbelasting voor
zij een

’t de veelal
dige dubbelbelasting, maar
zij drukt bovendien onevenredig zwaar,
met
oog op

inkomsten welke ’t Ook de slachtbelasting is


geringe bedrijf oplevert. zwaar.

Soemeda
Tjiandjoer n g.

liet blijkt niet dat eenige belasting drukkend is.


Verpachte middelen komen niet voor

Soeka boe mi.

die al in de
Alleen de
rijtuigbelasting voor de
rijtuigverhuurders, bedrijfsbelasting
kenteekenen dat die
aangeslagen zijn. Hoewel er geen uiterlijke voor zijn, belasting te

drukkend de stelt de inkomsten


is zal ieder begrijpen, die zich eenigszins op hoogte van

der rijtuigverhuurders en bedenkt dat een dergelijke dubbele belasting als onevenredig

zwaar aangemerkt moet worden.

Limba n a n.
g

In 1 hoofd, niet geacht. Toch


’t algemeen wordt ’t hoofdgeld: f per
te
hoog
der liever diensten, in welken
lijdt hel geen twijfel of de groote massa bevolking zou

dan ook, verrichten, dan zekere de dier diensten betalen.


vorm een som voor
vrijstelling
verdienste ’t slachten
De slachtbelasting wordt te
hoog geacht; daar men slechts w-efinig bij
Aantal dieren
heeft (/" I—f 2 per rund) en men vaak zelfs verlies
lijdt, ’t geslachte

neemt dan ook niet in die mate als verwachten in verband met de vermeer-
toe, men zou

’t zielental. De schapenslacht is daarentegen belangrijk toegenomen.


dering van
geiten- en

De rijtuigbelasting (/’ 12 voor een tw'ee- en f 36 voor een vierwuelig rijting), wordt

daar deze bovendien worden in


te hoog geacht voor rijtuigverhuurders, aangeslagen
de bed fbel astin g, de verdiensten Zie verder Handel Nijver-
rij terwijl gering zijn. bij en

heid onder 369 sub f.


vraag

Soek a poe ra.

De rijtuigbelasting (zie dezerzijdsch schrijven van 20 December 1902 No. 6181/43).


’t Aantal karren zou bij verlaging der belasting beduidend toenemen en tevens ’t vertier.

Ook de is drukkend de Een ’t


slachtbelasting voor
bevolking. belasting van
f 3 voor

slachten van een buffel, die gemiddeld (slachtbeesten) f 35 f 40 kost, is zeker te


hoog.

In ’t der Indische begroeting 1908 is gerekend afschaffing der in antwoorden


(1) ontwerp van
op

zooals de memorie welvaart-


op
deze vraag genoemde rijhiigbelasting, die, van toelichting vermeldt, bij’t
onderzoek gebleken is drukkend te zijn en slecht en onbillijk te werken.

Wat de door Soekapoera genoemde slachthclastiny betreft, zie Sj 13 der Voorstellen


Limbangan en

de in zake Veeteelt. Aanl. d. b.


van Welvaartcommissie v.
93

Te drukkender wordt de hen overwerkt of niet


belasting voor die, noodgedrongen, een tot

werken in dan wel dier moeten slachten, liet is dan ook


staat, verongelukt vermoedelijk
de oorzaak dat
gedeeltelijk gevallen van clandestiene slacht
nog
steeds voorkomen.

111. gedwongen diensten of


Zijn er
(wettige onwettige), die drukkend te

achten zijn, zoo ja welke?


Waaruit blijkt dit?

Wat is daarvan de reden ? malversatiën


(gebrekkige regeling, van het desa-

bestuur, enz.)

Wat kan tot verbetering hiervan gedaan worden?

B andoen g.

Vergeleken met andere of andere dit de


gewesten afdeelingen van
gewest, zijn
gedwongen diensten hier niet drukkend. De heerendienstwerken
zijn goed onderhouden;
’t vernielt de niet als in de
goederen-vervoer wegen zoo bijv. centra der suikerrietteelt

in Midden-en de afstand de der


Oost-Java; tot
plaats dienstverrichting is niet zoo ver

als elders; de bevolking is hier niet zoo schaarsch als bijv. in de zuidelijke districten der

andere afdeelingen dit Al verwekt de koffieteelt de daaruit


van
gewest. tegenzin, ver-

kregen inkomsten hier dan elders den arbeid. de


verzoeten meer
Zoolang bevolking haar

niet loonender wil kan aanwenden,


tijd en is
verlichting van den druk niet
bepaald uood-
zakefijk. Dit toch zou
gepaard moeten
gaan met verhooging van ’t hoofdgeld, wat voor

minder is. Ook de desadiensten ’t


alsnog wenschelijk zijn over algemeen niet zwaar te

Zie hierover ’t ’t onderzoek den druk der desadiensten.


noemen.
eindverslag over naar

Tjiand j o e r.

Malèbèr. Neen. De
nachtelijke desa-politiediensten zouden drukkend
zijn, indien
verricht werden als in de daarop betrekking hebbende vermeld
ze zoo
registers slaat;

echter in ’t ’t geval niet is.


wat
geheel
De heerendiensten hier omdat de
Tjihea. zijn eenigszins zwaar, bevloeiingswerken
veel arbeid onderhoud eischen, ’t aantal minder
voor
terwijl heerendienstplichtigen groot
is ’t 100 vermelde hier invloed
en bij vraag zijn doet gelden.

Overige districten. Neen

Soekaboemi.

In de districten in Pelaboehan
noordelijke en en Djampangkoelon komen geen

gedwongen diensten die drukkend Dit is wel


voor
zijn. eenigszins ’t
geval in
Djampang-
’t werk de
tengah voor aan
heerendienstwegen, vooral nu ’t
gedeelte Bodjonglopang,
worden. Voor ’t
Padabeungkar begrint moet halen van dat grint moet de bevolking palen
de de rivier in de
ver loopen naar Tjimandiri, eenige nabijheid, waarin behoorlijk verhar-

vinden is, of wel de


dingsmateriaal te
bevolking moet kalksteen gebruiken, welke langs
den is. Gebruikt de zachtste kalksteen,
weg zij soort dan is de
begrinting ten eenenmale

onvoldoende mist haar doel. Om den harden kalksteen de


en
zij van rotsen te slaan
zijn
echter hamers die niet heeft. De door den controleur
noodig, zij vorigen aangevraagde
hamers werden niet Ook ’t onderhoud enkele onverharde
toegestaan. van kleiwegen in

Djampang leng ah en üjam pangkoe ion is


eenigszins bezwarend door ’t karrenvervoer

die waaronder vooral ’t


over wegen, zout- en ’t koffievervoer, waardoor ze zóódanig
worden bedorven, dat ’t herstellen der schade slechts door veel arbeid kan.
geschieden
De bewoners van de verafgelegen desa’s moeten, de afstanden en de dun
wegens groote
gezaaide bevolking, soms
eenige dagen aan den weg overnachten, daar ’t heen en weer
loopen
veel tijd kost de kampoengwegen zelf ook
en
dikwijls zeer
moeilijk te begaan zijn.

Aanteekening van ’t kommissielid van Braam

„Dit overnachten zelf is zoo’n bezwaar niet den


nog voor
berg-Soendanees, die heel

dikwijls in de vrije natuur


ja zelfs in het
diepste bosch—overnacht als hem dit voor-

deel brengt.”

De hierin is, ’t
eenige verbetering, te
brengen om voor zoover weggedeelte Pada-

beungkar Bodjonglopang betreft, een bedrag in eens van Hr


f 600 beschikbaar te stellen voor

aanschaffing van grobags en paarden en oprichting van stallen om ’t aan de Tjimandiri


verzamelde boven te bedrag +
grint per as naar voeren, en een van
f5O per maand
’t onderhoud der ’t loon der karrevoerders.
voor paarden en

’t kommissielid Braam
Aanteekening van van

»Heeft in het houden


men ervaring van paarden voor
coöperatief gebruik, dus zonder
dat die iemand in belmoren, dan zoude dit het
paarden aan eigendom men
wegens gewmne

risico (sterfte der paarden) wel niet aandurven.”


94
Voor zoover ’t
weggedeelte van
Bodjong-Lopang naar
Djampangkoelon betreft, zon ’t

een zeer
groote verbetering zijn, als ’t koffievervoer nit
Djampangkoelon en ’t zoutver-

voer daar heen niet doch


meer per as
geschiedde, over de Zandbaai, die door de booten
der Paketvaart Maatschappij niet zooveel
aangedaan wordt, wat
duurder, ja vermoedelijk
zelfs goedkooper zou uitkomen. Ook de weg
Bodjonglopang Padabeungkar zou dan minder

stuk gereden worden. Met deze de


twee
maatregelen zou
bevolking van Djampangtengah
reeds zijn.
zeer
gebaat

Ka n t teek enin ’t kom missi el id


g van Mukdt:

»en daardoor worden


een
maatregel getroffen, die voor
goed een einde zou maken

aan de clandestiene
tegenwoordige spillage, vooral van alles al-
gouvernements-koflie;
weder ontstaande uit »gebrek aan controle.”

Aan teek
ening van den heer Mundt bij deze vraag:

«Wegens liet «gebrek aan controle” door het


geheel onvoldoend aantal
Europeesche
bestuurs-ambtenaren, wórden in alle zuiderdistricten
onwettige diensten door
gedwongen
de Inlandsche hoofden de
van
bevolking geëischt, die natuurlijk nimmer ter kennis van het

Europeesch bestuur gebracht worden. Zulks is in de districten


te
bewijzen Djampangtengah,
Djampangkoelon en
Pelaboehan; alleen het
laatsgenoemde district maakte daarin een

buitengewoon gunstige uitzondering tijdens het Inlandsch bestuur van


den wedana Kaden
Naïa Pradja, thans wedana van
Tjipeudjeuh, Bandoeng; gedurende welken tijd elke
\exatie dei Inlandsche
bevolking in dat district, met kracht werd
tegengegaan en gestraft.
»Dit is slechts een uitzondering, die belaas! den
regel bevestigt.
Vin dat euvel kan slechts
» voor
goed einde worden door elk
een
gemaakt, dier

uitgestrekte, dagelijks in
belangrijkheid toenemende districten, onder het bestuur te stellen

van een
afzonderlijken controleur”.

Soemedang.
Neen.

Ljmbangan.

Sedert den sterken


achteruitgang van de opbrengst der koffietuinen in deze
aldeeling
zijn de cultuurdiensten drukkend De tuinen
geworden. vereischen meer arbeid, omdat
ze zeer oud zijn daarentegen is de
;
opbrengst danig verminderd, zoodat ’t
oproepen van

de
cultuui-dienstplichtigen dikwijls met moeite
gepaard gaat en
zij met
tegenzin hun
werk doen.

Soeka poe ra.

Jn de
zuidelijke- en binnendistricten die uitgestrekt en dun bevolkt is ’t
zijn,
onderhoud der bezwarend de
wegen voor bevolking.

11*2. Worden door de Inlandsche


bevolking onbetaalde diensten ten behoeve
het boschwezen
van
gepraesteerd ?

Welke diensten?
(blnsschen van
boschbranden, enz.) Zijn zij drukkend;
hoewel
dergelijke dagdiensten ongeveer werden gemiddeld in de laatste drie jaren
gepraesteerd?

Neen.

Houtvester VV est-Pr
van e a ng e i
»ln het
regentschap Tjiandjoer worden geen
onbetaalde diensten ten behoeve van

het Boschwezen
gepraesteerd; d.w.z. althans niet met medeweten of medewerking van het
boschbeheers-personeei.”

Ho utvester van Oost-Prbanger *

Noch in door
* t
tegenwoordig mij beheerde boschdistrict, noch in
vroeger door mij
beheerde boschdistricten is beheer
tijdens mijn ooit door de Inlandsche
bevolking onbetaalde
dienst ton behoeve v;in het boschwezen ,,

g‘ep^<)estee^^i.

113, Welke zijn de resultaten den


van
afkoop, ouder bestnursleiding, van
heerendiensten?

Is de hiermede
bevolking ingenomen? (’)

Bandoeng.
Heeft hier niet
plaats gehad, uitgezonderd die, waarvoor
hoofdgeld betaald wordt.
De bevolking van
Oedjoengbroengkoelon is
genegen de desawachtdiensten af te
koopen.
Overigens de
was
bevolking ongenegen verder voort te den
gaan met
afkoop van

verplichte diensten.

(!) Bij de ordonnantie in


Stbl. 1905 No. 520
zijn regelen afgekondigd voor ’t van hestuurs-
in vrijen arbeid doen
wege verrichten van de bevolking Java
op van en Madoera rustende heeren-
diensten, met
behulp van door haar te leveren
vrijwillige geldelijke bijdragen. De in verband hier-
mede opgebrachte vrijwillige bijdragen hebben in 1900 voor 'teerst bate
een
opgeleverd, nam./'350500
geheel Java
over
Madoera (blz.
en 67 memorie
van, toelichting Indische begroeting J908;. Aant.v.d.h.
95

Tjiandjoer Soekaboemi Soemedang Limbangan.


Heeft hier niet
plaats.

Limbangan.

Idem. De bevolking verricht liever die diensten, dan af


ze te koopen.

114. Zijn er Inlanders:

in
a. kota’s,
h. in de
desa,
die een
bedrijf er maken door Inlanders schieten?
van aan
gelden voor te (ook
door voorschotten te geven op het gewas)?

Tot welke standen der belmoren ? Is het


bevolking zij bedrijf van eenigen

om vang? Kunnen hierover gegevens verstrekt worden?

Welke zijn de meest renten?


gebruikelijke

Ba ndoeng.
O

Zie ’t betreffende ’t landbouwcredietonderzoek. Uit de


verslag daarbij gegeven
voorbeelden ’t daar vermelde
en
blijkt:
dat vooral in ook in de desa vele Inlanders
a. kota’s, maar
zijn, die aan rasgenooten

gelden voorschieten of voorschotten ’t


geven op gewas;

b. dat die geldschieters of behooren tot alle standen, n.l. zoowel


voorschot-gevers
tot de in dienst of niet in dienst Inlandsche ambtenaren
nog meer
zijnde en
geestelijken
als tot de andere
desahoofden, hadji’s en welgestelde lieden;

dat ’t is.
c.
bedrijf van
groeten omvang

T
j i a n dj o e r.

Malèbèr. .la, leenen ook veel


ter
hoofdplaats woonachtig, zij geld uit aan personen

in de desa, velen hebben. alle standen, zoowel den


waar
agenten Zij behooren tot tot

lageren adel en die der


geestelijken als tot den gewonen
landbouwersstand. Daar
zij

natuurlijk bemiddeld de meestèn hadji’s. Er onder hen die ƒlO.OOO


zijn, zijn zijn en meer

aan geleend geld hebben uitstaan. Volgens in den loop van 1903 ingestelde onderzoekingen,
zouden in Malèbèr 23 die f 250.000
geldschieters wonen, met een geraamd kapitaal van +

werken. De die
grootste woekeraar, met een geraamd kapitaal van + ƒ 200.000 werkte,
de hoofdpenghoeloe Raden Hadji Soelaeman, is intusschen overleden; zijne erfgenamen
zetten ’t 24 %
bedrijf echter op meer bescheiden voet voort. De gekweekte rente zou van

tot 240 % bedragen; vooral ’t leenen kleine waarbij geen onderpand wordt
bij van sommen,

wordt Voorschot ’t wordt verleend.


gesteld, hooge rente gevraagd. op gewas weinig
Meer worden overeenkomsten recht
van verkoop met van weder-inkoop gesloten of gewoon

geleend, met
onderpand.

Tjihea. Als boven. Volgens diezelfde onderzoekingen werken hier 15 geld-


schieters met een
kapitaal van ƒ 20.000.

Pèsèr, Hier in de desa’s Inlanders, die


Tjipoetri, Tjikalong. en daar
zijn
uitleenen of wel voorschotten ’t dit meestal die óf
gelden geven op gewas en zijn hadji’s,
handelaren óf landbouwers Het komen, of dit
zijn. is zeer moeilijk te weten te en waar

bedrijf eenigen oravang heeft, daar de bevolking zich daarover niet


gaarne uitlaat. ’t

Hier voorkomende intusschen dat ’t uitleenen


groot-grondbezit wijst er op, van
geld veel

voorkomt, daar ’t daaraan is dat zich veel in enkele


hoofdzakelijk te wijten, zoo
grond
handen bevindt. Bij ’t uitleenen wordt gewoonlijk gulden maand
van
geld per en per

0.10 0.25 de ’t
ƒ ƒ rente berekend, al naar
gelang van grootte van geleende bedrag.
’t uitleenen recht
Bij van
geld onder onderpand of door koop met van weder-inkoop is

de verschuldigde rente, bij belangrijke bedragen althans, minder en dikwijls niet meer dan

40 % per jaar. Verkoopt een Inlander bijv. een huis voor


ƒ 100.—- met ’t recht dit

binnen 0 maanden dan heeft gewoonlijk / 120. betalen,


terug te
mogen koopen, hij —
te

zoodat dan de rente 20 %in een half jaar of 40 % per jaar bedraagt. Volgens onderzoek
wordt in Pèsèr door 18 Waar
geldschieters jaarlijks ƒ 8000 omgezet. padi wordt geleend,

bedraagt de als 50 half jaar, zoodat bijv. voor elke tegen den planttijd
rente regel % per

den 1 ’/ worden
geleende pikoel padi na
oogst 2 pikoel moet teruggegeven.

T
Djampangwetan, ïjikon d a n g, Tjida m a r. wee
personen hier (behoorende

tot de lagere standen) maken er een beroep van. In den regel moet
per geleende gulden
maand 10.— ƒ2.
per ƒ 0.25, rijksdaalder ƒ 0.50 en per ƒ rente worden betaald.

per

Soekaboemi.

Die uitsluitend hun maken gelukkig tot dusverre


bedrijf er van
zijn nog zeldzaam in
96

deze Alleen
afdeeling. ter hoofdplaats Soekaboemi en in de
bewoningscentra van
Tjimahi en

Tjiheulang zijn enkelen. De leenen is deze: A heeft


er meest
gewone vorm van geld geld noodig,
den B hem of
gaat naar
geldschieter en
verkoopt zijn huis zijn grond, met recht van weder-

inkoop, voor een


zoodanig bedrag als hij noodig heeft. Meer dan de helft der waarde

den of
van grond van ’t huis kan hij echter nooit
krijgen. Deze grond huurt hij daarop
in B de huursom is de Die huursom
weer van en
feitelijk rente. bedraagt gewoonlijk
elke 100, 25 30,
van
geleende / per jaar f tot
f of als een sawah is verkocht

1 De hunner
tjaeng (10 pikoel) padi per jaar. jaarlijksche omzet bedraagt van
geen

dan hen die


meer
f 4000 per jaar. Buiten vindt men
nog
tal van Inlanders, ook gelden
uitzetten onder de uitsluitend zonder hun
bevolking; maar
bijna tot kleine bedragen en er

beroep maken. Zij ’t in de dichtst bevolkte streken, v.n.l. in de


van te
zijn meest noor-

delijke districten. Geschiedt ’t uitleenen de bovenomschreven dan wordt zelden


op wijze,
hooger bedongen dan 25 —3O ’s Wordt echter
rente
°/ 0 jaars. er
geld uitgeieend zonder
voldoende onderpand, wat kleine dan is de
gewoonlijk tot
bedragen geschiedt, rente

aanmerkelijk hooger en
bedraagt van 2‘/2 —lO % P er maand. Voor f 10, die

worden, is maand.
geleend bijv. een zeer algemeen voorkomende rente f 1
per

Voorschotten ’t komt alleen het


geven op gewas tot kleine bedragen voor,

ook in de bevolkte streken.


meest weer meest
Gewoonlijk geschiedt het alleen

ten aanzien ’t ’t af
van padigewas. Bedrag der rente, hangt van de tijdruimte,
die
nog verloopen moet tot ’t
snijden der padi. Een veel voorkomend tarief is

’t Voor 1, vóór
volgend: f geleend of tijdens ’t
planten, wordt terugbetaald 20

(waarde f 2 f Twee maanden


gèdèng padi 2,50). na ’t
planten daalt dit tot 18

drie maanden ’t 15
gèdèng; na
planten gèdèng, en vier maanden na
’t
planten 12
gèdèng
{f 1.20 f 1.50). Men houdt daarbij rekening met de verschillende groeitijdperken van

de ’t Komt
padi. evenwel
hoogst zelden voor dat iemand
zijn geheelen oogst of zelfs

een
belangrijk deel daarvan De belmoren
verpandt. geldschieters tot alle standen der

Jnlandsche Men vindt zoowel onder


maatschappij. ze
hadji’s als onder
gepensionneerde
Inlandsche ambtenaren desalieden. ’t heeft dusver
en
gewone Woekerbedrijf tot
nog

nergens grooten omvang genomen.

Soemedang.

zoowel de
•la, op hoofdplaats als in de desa’s. Zij belmoren tot den landbouw-en

tot den handelstand zijn de onder de Inlandsche


en
meergegoeden bevolking. De omvang
van ’t euvel is niet onbelangrijk steeds hieromtrent
en neemt toe. Gegevens kunnen niet

geleverd worden, omdat men toch niet achter de waarheid kan komen. De
hierbij meest

gebruikelijke rente wisselt af


vaji 80 % 240
°/ ’s
jaars, al naar gelang het groote of
Q

kleine betreft.
bedragen
L ba
i m n ga n.

.la; Garoet in Panembong


te zijn er zes, vier, in
T’imbanganten één, in Tjikemboelan
enkelen in
en Baloewanyi twee, die gelden uitzetten
tegen + 60 % ’s jaars. De gelden
worden gewoonlijk verstrekt
legen onderpand van sawah’s (djoewal gadé) of
koop met

recht van
weder-inkoop (djoewal Voorschot ’t
akad). op gewas komt weinig voor ;
Het is

verboden en wordt met alle middelen


tegengegaan.

Soekapoera

Vele hebben hun bezwaard.


personen gronden (Zie bijlage 2, kolommen 19 en 20).
t Overzicht in dien staat is uit de
verkregen djoewal-akad-registers. Vooral in de laatste

maanden zijn deze


registers zoo
goed mogelijk bijgewerkt, waarbij tal van reeds
vroegere,
’t licht kwamen.
ingegane verpandingen aan Daar de data van
ingang in vele gevallen
niet meer bekend en dus de toestand op ultimo 1903 niet
waren, met juistheid was na te gaan,

geeft t overzicht den toestand in 1905. kunnen deze


weer
Volledig registers niet
zijn.
De overeenkomsten worden veelal geheim gehouden, zoodat het moeilijk is ten deze achter

de waarheid te komen. De overeenkomsten betreffen ’t meerendeel


voor
voorwaardelijken
recht
verkoop met van
weder-inkoop, zonder dat hiervoor een is gesteld (djoewal
termijn
akad). Verkoop met recht van weder-inkoop binnen zekeren
een
termijn (djoewal gadé)
komt slechts zelden In districten worden de bezwaarde
voor.
sommige gronden door of

namens den geldschieter bewerkt, die de landrente betaalt en ten wiens voordeele de

opbrengst der gronden is. Voor ander deel de bezwaarde


een van
gronden geldt de atoeran

of „maro”, bewerkt worden


„nëngah” waarbij zij door den eigenaar, die de helft der

opbrengst den geldschieter de


aan
afdraagt en meestal landrente betaalt
(soms wordt deze

door beide contractanten gedragen). Overigens komt ook de atoeran „toelóeng” voor. (Zie bij
Een andere
vraag 126). regeling is dat ’t ééne jaar de bezwaarde grond door den
geld-
in ’t
schieter, volgende door den eigenaar bewerkt wordt. Verscheidene
geldschieters hebben
op deze wijze aanzienlijke bedragen uitstaan, zooals:
97

Tahir 6518.50
Hadji (Soekamanah) f
Sidik 7575.
» (Tjipoetri) »

id. 3633.
Ardja ( ) »

Gani (Linggasari) 2310.


Hadji »

Ibrahim id. 2706.


( ) »

1250.
d Sapei (Rantjapakoe) »

600.
Aspian (Djajaratoe) » —

650.
Hadji Sarip (Tjintawana) »

Sadik 1100.—
» (Soembersari) »

Ratna 507.
Bapa (Leuwisari) »

handelaren, veel Ook enkele


De geldschieters zijn meest landbouwers en w.o. hadji’s.

hoofden ’t Deze is soliede buitengewoon


Inlandsche (in geheim). geldbelegging zeer en

veroorzaken is in
rentegevend. Zonder veel moeite te
zij geacht meer overeenstemming

de voorschriften van den Islam, die renteheffing als woeker beschouwt en


te zijn met

woekeren zonde acht. Behalve deze woekeren, zet men ook gelden
een zware wijze van

uit de als beschouwde rente 5 % ’s maands. ’t Geven van


tegen zeer schappelijk van

veel Voorschot
voorschot op
’t
gewas (ngidjon, atoeran timpah) komt vrij voor. voor

zie antwoord 364.


handelskapitaal, bij vraag

of zonder
115. Wordt door hun onderpand gevraagd onderpand geleend,

gewoonlijk op
welke voor waarden?

Bandoeng.

Zoowel ’t eene als ’t andere. Voor de voorwaarden zie hooger vermeld rapport.

T j ia n dj oer.

I. 10 wordt vaak de
Bij voor Inlanders belangrijke bedragen, n. van
/' en meer,

overeenkomst recht weder-inkoop, gepaard


grond verbonden door een van
koop met van

den
gaande met inhuur door verkooper.

Soekaboemi.

of onvoldoende onderpand is de
Bijna altijd wordt onderpand gevraagd. Bij geen

rente aanmerkelijk hooger.

Soemedang.

betreft, wordt meestal sawah of huis als onderpand


Alleen waar ’t groote bedragen
of
gevraagd, in den
regel in den vorm van een djoewal-akad- djoewal-gadé-overeenkomst.

Limbangan.

uitleenen Deze bestaat, zooals


Onderpand wordt steeds gevraagd bij ’t van geld.
onder vooraf voorwaarden. In alle dis-
gezegd, door den afstand van gronden bepaalde
Jammer dat
tricten worden van deze overeenkomten registers aangehouden. er
nog geen

bestaan, de betrokken te verplichten van alle overeenkomsten


dwangmiddelen personen

ten deze kennis te geven.

Soekapoera.

bedragen van boven f 5 f 10 wordt soms een


pand geëischt; bijv. klap
Bij
huizen enz.
perboomen,

116. Idem, indien de geldschieters Europeanen of Yreemde-Oosterlingen zijn.

Bandoen
g.

Als antwoord.
bij vorig

Tj i and j oer.

Pèsér. Deze vaak dezelfde wijze te


Malébèr, Tjihea, Tjipoetri, gaan op

werk als de Inlanders, daar zij gemeenlijk een Inlandsche vrouw als handlangster gebruiken.
of Oostersche hier niet,
Overige districten. Europeesche geldschieters zijn

Soekaboemi.

Soekaboemi enkele Europeanen Chineezen, die op be-


Alleen ter hoofdplaats zijn en

onder onderpand huizen of gronden. De


perkte schaal gelden uitzetten, gewoonlijk van

25 —3O Van enkele hunner


jaarlijksche rente bedraagt gewoonlijk % %. geen gaat,

voor zoover bekend, de omzet de


f 1500 te boven.

Soemedang.

als bij ’t bestuur niet bekend.


Europeanen of Vreemde-Oosterlingen geldschieters zijn
98
Limbangan.

Een Europeanen leenden eenigen tijd geleden nog geld aan Inlanders. Zij
paar
hun
moesten bedrijf staken wegens mededinging der Hulp-, Spaar- en Credietbank Limbangan

en door [verliezen ten gevolge van


rechterlijke uitspraken op grond van schuldbe-

die of Een dezer is intusschen


wijzen ongeldig onjuist opgemaakt waren.
Europeanen
overleden.

Soekapoera

Enkele Europeanen en Chineezen doen dit op kleine schaal. De Inlandsche slachters

hebben meestal Chineezen, onder voorwaarde, dat niemand


bedrijfskapitaal van
zij aan

huiden dan de elke huid


anders de verkoopen aan geldschieters, terwijl voor geleverde

deel der waarde in mindering wordt gebracht de


een
geschatte aan
geld van
opgenomen

som.

117. In hoeverre wordt de Inlandsche rentenier (meestal woekeraar) door de


Inlandsche geminacht in welke mate werkt zulks belemmerend op den
bevolking en

als gevolg daarvan, de vorming kapitaal onder de bevolking?


geldsomloop en, op van

Bando e n g.

Van die minachting merkt men niets, tenzij jegens hardvochtige Europeanen en

Arabieren. Voor velen zijn de Inlandsche woekeraars een noodzakelijk kwaad geworden.

Tj ian dj oer.

Van der jegens den Inlandschen rentenier is hier geen sprake;


minachting bevolking
eer het tegendeel.

Soekaboemi Soemedang —'Soekapoera.

Van der Inlandsche woekeraars is niets merken


minachting bevolking voor te

Limba n.
nga

De Inlandsche rentenier heeft zijn benijders; doch van minachting is geen sprake.
Van belemmering den geldspmloop daardoor is hier evenmin sprake, zoodat kapitaal-
op
kan indien dit in den aard het individu.
vorming ongehinderd geschieden, ligt van

118. Wie nemen veelal voorschotten?

ontginners,
landbouwers,
... „ .. ..
• y

yisschers,

handelaren,

werklieden,

karrevoerders,

bedienden,

koeli’s,

personen,
die een feest willen geven, enz.

Bando e n g.

de deze bedoelde Land-


Op visschers na, leenen alle bij vraag categoriën geld.
lieden die feest willen ’t verder boven bedoeld
bouwers en een geven meest. (Zie

rapport).

Tjian dj o e r

Malèbèr. Al die zelfs kleinhandelaren, die


categoriën nemen
gelden op;

lü minder, hebben die


werken met een bedrijfs-kapitaal van
/' en soms gansche som

Ook karrevoerders hun kar


geleend. knopen dikwijls en paarden van een
rijken
de in
hadji tegen contante betaling van een gedeelte en afbetaling van rest mindering van

de schuld.

Tjihea. Vooral de ontginners nemen hier veel geld op.

Hoofdzakelijk landbouwers, handelaren en


Tjipoetri, Pésèr, Tjikalong.
die een feest willen of een
huis willen bouwen nemen hier voor-
personen, geven

schotten.
9
Djampangwetan, Tjikondang, Tjidamar. Voorschotten nemen veelal:

landbouwers padi gegoeden); werklieden in dienst


(leenen van meer
bij Europeanen,
koeli’s (op enkele ondernemingen,) feestgevers.

Soekaboemi.

’t Meest landbouwers handelaren. omtrent ’t leenen handelaren


en
(Zie van
bij de

364 369, hoofdstuk Handel De landbouwers leenen veelal in den


vragen en en
Nijverheid).
de in de maand den
tijd'van sawahbewerking en voor padioogst en ook bij’t bouwen of ver-

nieuwen hun ’t Meest leenen evenwel


van woning, zij bij verplichte feesten, zooals bij
besnijdenissen, geboorten; huwelijken, sterfgevallene, d. Trouwens
bij alle klassen der maat-

wordt ’t die
schappij juist meest
geleend voor
verplichte feesten en
tegen den tijd van de lëbaren

het nieuwe kieeren. Ook v.n.l.


voor
koopen van
bij ontginningen, aanleg van sawah’s, wordt
veel Zoowel koeli’s als bedienden werklieden
geleend. en
zijn gewend altijd voorschot te

vragen aan hun werkgevers. Die voorschotten worden renteloos verleend, doch
langzamerhand
het verdiende loon.
ingehouden van Op alle ondernemingen worden ze
geregeld verstrekt.

Soemedang.

In de beteekenis leenen
van nemen hoofdzakelijk ontginners, landbouwers, handelaren

die feest willen


en
zij, een
geven, gelden op; terwijl in de
eigenlijke beteekenis van ’t

woord ook de in de voorschotten


aan
vraag genoemde personen verstrekt worden.

L i m ban ga n.

Alle Inlanders hebben wel voorschot


eens
noodig; maar meestal
zijn het ontginners,
landbouwers, karrevoerders, bedienden en die feest willen
personen, een
geven.

Soekapoera.

In den
regel ontginners, landbouwers, handelaren, karrevoerders en
personen die

een feest willen geven.

119. Wordt liet


bij geven van voorschotten vaak de hulp van het districts-
of" het desabestnnr
van
ingeroepen en zoo
ja, welke voordeelen worden daarvoor

toegekend l

Bando e n
g.

De Bandoeng
te
gevestigde Europeesche credietbanken identifi-
vragen gewoonlijk
catie-bewijzen, door de Inlandsche ambtenaren af te De
geven. Inlandsche hoofden fun-
veelal als Voorts
geeren getuigen bij onderpand-stelling. zorgen
dezen voor de
inschijving
der overeenkomsten recht
van
verkoop met van weder-inkoop, waarvoor zij een kleine

belooning krijgen.

i
Tj a n
dj oer.

Alleen bij groote bedragen wordt wel de der


eens
huif) desahoofden ingeroepen om

getuige te
zijn, hun kleine
waarvoor een
-vergoeding wordt toegekend. Verder moeten

de djoewal-akad-overeenkomsten betrokken is,


waarbij grond door de districts- en onder-
districtshoofden in een
voorgeschreven register opgenomen worden.

Soekaboemi.

Neen, hoogst zelden. Alleen worden de overeenkomsten van


verkoop met recht

van weder-inkoop door ’t desahoofd in een


register ingeschreven onder vermelding der

voorwaarden, hem kleine


waarvoor een
vergoeding van f 0.35 f \ wordt gegeven.

’t Kornmissielid Mondt merkt


hierbij op;

„Door het van ’s lands benoemen der


wege en
bezoldigen desahoofden, (zie bij vraag
108), zouden de archieven dezer laatsten ook
ongetwijfeld veel beter in orde en
gecontroleerd
kunnen worden dan thans ’t
geval is, nu
zij meestentijds ’r, beeld van een
jammerlijken
welk
janboel” vertoonen, woord te dezen opzichte volkomen is”.
op zijn plaats (‘)

Soemedang.

transacties, sawah of huis


Bij waarbij als onderpand wordt gegeven, wordt steeds
de hulp leden ’t desabestnnr
van van
ingeroepen, in dier
voege, dat zij hierbij als getuigen
optreden. Hiervoor wordt hun een kleinigheid te goed gedaan (het z.g. wang saksi).

Met
(1) hoevele archieven van ambtenaren, zelfs
Europeesche, is dat niet ook ’t geval! Als

hun gouvernements-woning voor bureau


geen ter beschikking gesteld is, hun bureau met archief dus

telkens verplaatst kan worden, kan het haast niet anders. Aant.v. d. bewerker.
100

L imbangan.

Neen; en mocht zulks een enkele maal gebeuren, dan wordt zulks als een minne-

beschouwd, verbonden.
lijke schikking waaraan geen geldelijke gevolgen zijn

Soekapoera

bestuur daarin kennen.


Neen;' men
vermijdt zorgvuldig ’t te

120. Wordt voor het innen dezer voorschotten dikwijls de hulp van politie

of bestuur ingeroepen?

Bando e n g.

Neen, niet de uitgeleende gelden worden


voor
inning bij niet-terugbetaling van

deze zaken vaak ’t districts- of of wel den landraad


voor
regentschapsgerecht voor

gebracht. Ook de landelijke ondernemingen vaak de desa- of districts-


roepen hulp van

bestuur in bij ’t wegloopen van koeli’s met voorschotten.

ïj iand j oer.

Malébèr, i ha, Neen.


ïj Tjikalong, Dj am pa ng-we tan, ïjikondang.
Dit hier wel in welk de
Tjipoetri. moet eens voorgekomen zijn, geval voor-

scbotgevers den rechter worden


naar
bevoegden verwezen.

Tjidamar. Slechts enkele koeli’s dan


van
ondernemingen moeten nu en
aange-

spoord worden hun voorschotten in te verdienen.

Soekaboemi.

alleen de malen de in ’t
Neen; roepen landelijke ondernemingen meer hulp van

desa-bestuur bij ’t wegloopen van koeli’s met voorschotten. (’) Worden uitgeleende gelden
niet dan wordt zulks wel malen ’t districts- of
terugbetaald, meer voor
regentschaps-
of den landraad gebracht.
gerecht voor

Soemedang Soekaboemi.

Dit komt niet voor.

Limbangan

Neen, meer voor het


regentschapsgerecht of voor den landraad.

121. Worden de vorderingen tot terugbetaling van (met of zonder pand)


of ter den tot wel
geleende gelden, erlanging van
pand gestelden grond, eens

iugesteld door of tegen anderen dan de eigenlijke partijen, die zich n.l. achter

die anderen verschuilen, zoo ja, om welke redenen?

Bandoen g.

Voor zoover bekend, niet. Het is echter niet onwaarschijnlijk dat Inlandsche amb-

zich hieraan maken.


tenaren (uilleeners van
geld) schuldig

Tjiandjoer.

Door Inlanders niet; door Niet-Inlanders wel. Deze dan hun


gebruiken strooman,

wanneer zelf verhaal zouden hebben op den den schuldenaar.


zij geen grond van

Soekaboemi
Soemedang Soekapoera.

Voor zoover bekend, niet.

Limbangan.

Zeer zelden; en als men een


vordering instelt tegen een ander dan de
eigenlijke partij,
dan geschiedt dit uit een soort schaamtegevoel, omdat men een familielid niet wil beleedigen
of wel kans hebben
vermeent meer van
slagen te met zijn vordering, wanneer men een

ander aanspreekt, bijv, een


rijken.

’t kommissielid Mondt
(1) Aanteekening van

„Een onderneming, wier beheerder de bepalingen kent, zal zulks nimmer


landelijke doen,

wetende dat het desa-bestuur daartoe volkomen onbevoegd
>s.
10
122. Neemt de pandbeieening toe ?

Is het aantal
ouuitgeloste pandgoederen belangrijk?
Hoeveel het aantal?
% van
geheele

Rando e n g.

Gedurende de jaren 1901 en 1902 werden onderscheidenlijk 162.455 en 186.480

beleend in de waarde
panden pandhuizen te Bandoeng en
Tjimahi, tot een van
ƒ364.988
in die 81 %en9l %.
en
f 416.884. Yan die panden werden jaren ingelost onderscheidenlijk

Tjiandjoer.

De in ’t dat in 1902
pandbeieening gouvernementspandhuis ter
hoofdplaats, geopend

is, nam toe.

Ingebrachte panden in
Onuitgelost gebleven.
o
1902 79018 10987 O
o

1903 93596 10011 11 °l van


het geheele aantal
11
” / o )

1904 107110 7977 7'


°l
>» / o
'

Soekaboemi.

Gedurende de 1902, 1903 1904 werden


jaren en in ’t gouvernementspandhuis te

Soekaboemi (’t eenige in deze afdeeling) onderscheidenlijk 68742, 62451 en 86878 panden

beleend, waarvan. 3.8 °/ "iet uitgelost werden. Meer nauwkeurige opgaven hieromtrent
0

zullen ’t best verstrekt kunnen worden door den inspecteur van den pandhuisdienst.

Soemedang.

De hiervoor beschikbare
gegevens, loopende over de jaren 1901 t/m '1904, wijzen
uit dat de pandbeieening vrij wel onveranderd bleef. De beleeningsommen bedroegen over

die jaren 20258, 18190, 18467 29357. ’t Percentage der


onderscheidenlijk ƒ ƒ ƒ en
ƒ
daartoe door den
onuitgeloste panden kan niet worden opgegeven, omdat de
gegevens

pachter niet konden verstrekt worden.

Limbangan

In 1904 werden 85574 stuks 5971 stuks (ver-


goed verpand voor
ƒ 140699.25;
waarde ƒ 10962.05) of 69 bleven De pandne-
tegenwoordigende een van
°/ 0 onuitgelost.

ming neemt toe. Van 1903 en voorgaande jaren zijn beschikbaar, nu de


geen gegevens
is door Garoet. Elders
pandhuispacht vervangen een gouvernementspandhuis te
zijn

geen pandhuizen.
Soekapoera.

Ja; doch alleen in de der Tasikmalaja. De in pand-


naaste
omgeving hoofdplaats

brenging van uit


verwijderde streken is
gering, ’t Aantal onuitgeloste panden bedraagt,
naar
schatting van den administrateur van ’t gouvernements-pakhuis, + 10 %•

P A N D B E L E E N I N G. 1 9 0 4. 1 9 05.

Januari
f 5936.50 f 9203.90

Februari » 6041.85 » 7533.55

Maart » 5664.45 > 9733.80

April » 5686.70 » 9811.50

Mei » 7826.60 » 5365.70

123. Kan de Inlandsche in den


grondbezitter met
zijn gezin regel voldoende
in zijn onderhond voorzien?

Bandoeng.

Deze zou beantwoord moeten worden niet alleen voor elk der
vraag groepen,

waarin men de Inlandsche grondbezitters kan verdeelen naar gelang van de soort grond,
die uitsluitend of bezitten of zonder of
zij hoofdzakelijk (sawahs met drogen grond drogen

grond alleen), doch ook naar


gelang van de uitgestrektheid van iemands grondbezit. Daar

123 in ’t algemeen is zal dezelfde worden beantwoord,


vraag zeer
gesteld, zij op wijze

waarbij wordt
verwezen naar meer
gemeld verslag betreffende ’t landbouwcrediet-onderzoek,
waarin ’t budget den Inlandschen landbouwer in dit wordt.
van
gewest opgemaakt
De algemeene indruk is, dat de Inlandsche grondbezitter in deze afdeeling (voor zich en

in den voldoende in ’t onderhoud kan dan dat


zijn gezin) regel voorzien, zij het ook

daarvoor andere dienen dan die uit den Zoo zal de


nog opbrengsten grond getrokken.
102

klein-grondbezitter door koelidiensten


nevenbedrijven, klein-handel, en
zijn gezin door

huisvlijt, pasarhandel enz. in ’t ontbrekende moeten voorzien.

T i
j a n dj oer.

Ja; indien het niet al klein is. die slechts


grondbezit te
Zij, een kleine uitgestrektheid
minder dan baoe savvah of ly 2 baoe bezitten,
grond van % tegalan zijn verplicht nog op

andere wijze .in hun onderhoud te voorzien.

Soekab o e m i.

Ja; het dan ook niet uitsluitend


zij altijd uit de opbrengst van den grond. De

koeli
klein-grondbezitters zijn gewoonlijk tevens of handelaar, timmerman of metselaar.

Ook de door handenarbeid streken


vrouwen weten
(in met
theeondernemingen vooral

door den door handel heel verdienen.


theepluk) en er
dikwijls nog wat bij te

Soemedang.

Ja. In deze is sawahbouw overal hoofdzaak,


afdeeling al dan niet
gepaard met

uitoefening van een ander bedrijf.

Limba n g a n.

In den niet. ’t Geen kort ziet


regel te komt, men er bij te verdienen door koeli-

arbeid, handel of Als dan


huisvlijt, een bedrijf. er
nog niet genoeg is, dan gaat men er

over
zijn roerend of onroerend goed af verhuren.
toe te
verpanden te

Soekapoera.

In den wel. In de overbevolkte districten


regel Singaparna, Tasikmalaja en Indihiang
is ’t grondbezit zóó klein
geworden (zie bijlage 2) en bovendien nog-bezwaard, dat voor deze

de landbouw alleen niet voldoende hun onderhoud oplevert


voor en
zij op andere, gebruikelijke
zoeken verdienen.
wijzen er wat bij moeten te

124. Zoo niet, hoe wordt in ’t ontbrekende voorzien?

Bandoen g.

Zie antwoord 123


bij vraag

F i
j a n dj o e r.

Door handel of door als koeli


en bedrijf te
gaan
werken

Soekaboemi

Zie antwoord 128


bij vraag

Soemeda ng.

Door een nevenbedrijf.

Li mba nga n

Zie antwoord bij vraag


123.

Soekapoera.

Door kleinhandel, verkoop van de voortbrengselen van ’t erf, door als koeli te

werken enz.
gaan

125. Bevordert de Inlandsche of Enropeesche


aanwezigheid van
nijverheid
in of bij de desa den welstand der ingezetenen?

in welke
Zoo Ja, mate?

Zoo waarom?
niet,

(Bovenstaande drie vragen afzonderlijk te behandelen voor streken waar

sawahbonw wel en geen hoofdzaak is).

Bando e n g.

De invloed der Inlandsehe die zelf


nijverheid, niet veel beteekent en hoofdzakelijk
wordt als is
gedreven huisvlijt, op den welstand der ingezetenen onbeduidend. Aan werkloon

of is weinig
grondstof-levering te verdienen. De Enropeesche nijverheid in deze afdeeling
bestaat uit
hoofdzakelijk landbouwnijverheid; thee-, kina- en koffieondernemingen, welke

zoowel streken sawah-bouw


voor waar
hoofdzaak, als voor streken waar
hij geen
hoofd-

zaak is, zeer bevorderlijk is voor den welstand der in alle streken dezer
ingezetenen
103
afdeeling. Zij biedt de
bevolking doorloopend gelegenheid aan om, door koeliloonen ’t

ontbrekende verdienen, zonder beroofd worden haar


te te van grondbezit. Dit groote
voordeel heeft boven de suikerindustrie, die, niet den
zij zij tijdelijk grond der bevol-

king en baar vaak ten slotte van dezen vervreemdt. Men raamt ’t
occupeert bedrag,
dat deze landbouwondernemingen jaarlijks onder de der
bevolking Preanger brengen, op

ongeveer f 10.000.000.

Tjiand j o e r.

Ja; door de aanwezigheid van


erfpachtsperceelen en rijstpelmolens, doch alleen in

dat de Inlander daar werk kan vinden dus in de is als koeli


zoover, en
gelegenheid geld
verdienen. De Inlandsche
te
nijverheid is van niet veel beteekenis.

Soekaboe m
i.

Inlandsche is in deze zóó onbeteekenend, dat zij buiten beschou-


nijverheid afdeeling

wing kan
blijven, (zie hoofdstuk Handel en
Nijverheid). Europeesche nijverheid bestaat

in deze afdeeling hoofdzakelijk uit theeondernemingen, (zie hoofdstuk Handel en Nijver-

heid). Omtrent de bevordering der welvaart door deze zie


ondernemingen, bij vraag

415 van dat hoofdstuk. Het wordt de welvaart bevorderd in de


meest streken, waar

dusver de haai* landbouw


tot
bevolking hoofdzakelijk op droge gronden dreef; omdat

daar de behoefte bestaat om de inkomsten vermeerderen door arbeid, in


grootste te

welken ook, de
vorm op theeondernemingen.

S oe med a n g.

Ja; daar de gelegenheid verdienen maakt


zij tot
geld gemakkelijk

Limba n g a n.

ziet in die desa’s zekere


Ja; men een welvaart, die zich uit in betere kleeding
betere in zoo’n streek dan toch Inlanders, die
en
bewoning. Zijn er armoedig zijn,
dan is dat veelal hun schuld in de
eigen (zie bij vraag 79); zoo bijv. Batoewangi, waar

der zonder sawah’s, toch zekere welvaart


bevolking hoogvlakte van
Tjikadjang, geniet
door de landbouwondernemingen die veel in In
zeven
jaarlijks geld omloop brengen.

Timbanganlen en Tjikemboelan, waar


pannenbakkerijen zijn en in
Panembang waar de

onderneming Waspada is, streken veel sawah’s, ziet hetzelfde. de sawah’s


met men
Zijn
bewerkt, dan verricht men koeliwerk in den naasten omtrek. Ook hier meer welvaart

dan in streken, waar uitsluitend Inlandsche landbouw gedreven wordt.

Soekapoera.

In de kota
Tasikmalaja zijn vele batikkerijen, een kalk- en cassavefabriek; in Tjiawi
fabriek aetherische oliën
een van en een suikerrietbibit-onderneming; in
Indikking een

in de
suikerrietbibit-onderneming; Singaparna theeondernemingen Soekadjadi en Djajawattie.
In is „Land de zuid”, in
Karang een
groote theeonderneming, om juist exploitatie gekomen.
De enkele in de districten is
ontginning van
erfpachtsperceelen Pasirpandjang en Bandjar

weinig beteekenis. Overigens is deze wel invloed den welstand


van
nijverheid van
op

der in welke niet


omliggende desa’s; mate is na te
gaan. In de omgeving dezer onder-

nemingen is sawahbouw hoofdzaak.

GRONDVERHUUR.

a. Inlanders onderling.

120. Welke de meest grond verhuur tusschen


zijn gewone beweegredenen voor

Inlanders onderling, welke zijn de meest voorkomende voorwaarden en welke zijn


de gewone huurprijzen en hnnrtijden !

Bando e n
g.

Eerstgenoemde zijn groot-grondbezit en


gebrek aan
gereed geld. Bij te groot grondbezit
de verhuur niet dezelfde oorzaak. De voornaamste is
geschiedt om
beweegreden gemakzucht
’t zich onttrekken landbouw-risico als: De verhuur betreft
en aan
misgewas. hoofdzakelijk
sawah’s wel sawah’s de beste deze sawah’s de
en van soorten. Liggen ver van plaats

van inwoning, dan is dit ook een aanleiding tot verhuur. Omtrent bijzonderheden bij de

voorkomende voorwaarden, zie de In de daarin


meest
betrekkelijke landrente-monografiën.
vermelde voorwaarden is sedert geen verandering gekomen.
104

Tjiand j o e r.

als bedoeld, komt hier veel echter


Malèbèr. Grondverhuur, zeer voor, bijna
sawah’s. De is, dat de één veel heeft dien zelf
uitsluitend van beweegreden te grond om

andere of heeft. De I. die sen


te bewerken, de geen
te
weinig groot-grondbezitters, n.

meer baoe bezitten, zooals er hier veel in de hoofdplaats, maar ook in de desa’s zijn, bebouwen

hun land niet voor eigen risico. Al hunne gronden, althans indien van goede hoedanigheid,
die minder dan 5 baoe bezitten, bewerken gewoonlijk gedeelte zelf.
verhuren zij.' Zij, een

voorwaarden de huurder betaalt de landrente; b. de huurder betaalt


De gewone zijn : a.

wordt steeds in niet in voldaan. Een


de
djakat; c.
de huur padi en geld vastgesteld en

voorkomend ofschoon vaste voorwaarde, is dat de huurder 4 maal


veel gebruik, geen

de maanden Moeloed Rajagoeng en Poewasa aan den verhuurder


’sjaar, in Roewah,

vruchten de heeren- desadiensten


een kipje, wat brandhout en ten
geschenke geeft, verder en

is in ’t onderhoud huis erf. Dit veel


voor hem verricht en hem behulpzaam van en gebruik komt

sawah’s, die in trek dus de beste hoedanigheid in de dichtst


voor ten opzichte van zeer
zijn, van

bevolkte streken. Waar groote uitgestrektheden sawah liggen te midden van een dun gezaaide

bevolking, komt dit


gebruik minder voor. De huurprijzen wisselen naar de hoedanigheid der
streken hebben helder de
sawah’s. De Inlanders dezer geen begrip van
uitgestrektheid van

baoe sawah. De grootte iemands bezit wordt


een
baoe.
Zij spreken zelden van een van
bijna
1000 kati’s. Men
altijd uigedrukt naar de verhuurwaarde in tjaëngs padi van
zegt „boga
dat bedoeld bezit verhuurd kan worden
sawah tiioe tjaëng”, wat zeggen wil, tegen een

„moesim d. de huur
huur van
3
tjaëngs.
De
huurtijd is een padi” w. z. vangt aan

den duurt den volgenden padi-snit. Gewoonlijk


onmmiddellijk na
’t snijden van oogst en tot

eerst een polowidjo-oogst verkregen en daarna een


padi-oogst. De
wordt in dien tijd
den huurder. In de der
polowidjo-oogst is geheel voor onmiddellijke omgeving hoofdplaats
niet veel is dan de huur,
de huurprijzen zóó hoog, dat de opbrengst van
padi meer
zijn
landrente en djakat te zamen.
De huurder moet dan zijn voordeel halen uit den polowidjo-

(meest goudvisch) -oogst.

Als boven, ’t Geven van geschenken komt hier echter niet voor, omdat
Tjihea.
die niet noodig volgend jaar den
de gronden weinig in trek, en geschenken zijn om een

huren. Ook is hier de


huurprijs lager, o. a. omdat geen polowidjo geplant kan
„rond te

de schraalheid van den bodem.


worden wegens

Een der meest beweegredenen tot


Tjjpoetri, Pèsèr, Tjikalong. gewone

bedoeld "rondverhuur is ’t bezit van een te groote uitgestrektheid grond, om dien zelf te

daartoe niet in
kunnen bewerken of wel omdat men geen landbouwer zijnde, staat is.

sawah’s verhuurd de helft of */3 van de opbrengt, dan wel tegen


Meestal worden de tegen
tusschen de 'lO 20
hoeveelheid padi, die en pikols per baoe en per jaar
betaling van een

de verhuur alleen in
De huurprijs van droge gronden, waarvan Tjipoetri
schommelt.
of wel de helft de
baoe gewoonlijk f 5, tegen van
opbrengst voor
voorkomt, bedraagt per
wordt zoowel
Voor de huurtijden bestaan geen
vaste regels; er voor een
één oogsttijd.
verbum d.
als voor een geheel jaar
oogsttijd,

Verhuur komt
Tjikondang, Tjidamar. weinig voor en
D jampang-wetan,
uitsluitend van sawah’s; in enkele bergdesa’s met thee-ondernemingen ook van theetuinen

verhuurd tegen afstand van


Vs der opbrengst
worden de sawah’s gewoonlijk
In Tjidamar
door den huurder; in Djampangwetan en
Tjikondang tegen be-
betaling der landrente
en

1000 kati’s, al naar de hoedanigheid van de sawah


ta|jn„ va n \, s/ 8 of i/ 2 tjaëng padi van

landrente door den huurder. De huurtijd is een padioogsttijd.


van de
en voldoening
De
theetuinen° worden verhuurd voor den tijd van een jaar tegen f 9 de baoe. De maro-

189) blijft
buiten bespreking.
overeenkomst (zie onder vraag

Soek a boe mi.

komt ’t meest voor in


Goenoengparang en Tjiljoeroeg, ook
Bedoelde grondverhuur
veel minder, in de districten. Zij betreft
Tjiheulang en ook, maar zuidelijke
in Tjimahi en

worden slechts zelden verhuurd. De meest


uitsluitend sawah’s, droge gronden
bijna
le. Te grondbezit alles zelf
„ewone beweegredenen voor grondverhuur zijn: groot om

lust heeft in handenarbeid, zooals veel voorkomt onder


bewerken. 2e. Dat men zelf geen
te
Velen
desahoofden, priesters, hadji’s en gepensionneerde ambtenaren.
de gegoede Inlanders,
bewerken. 3e. Grondbezit in
hunner laten hun gronden dan ook door koeli’s of boedjangs
De huurprijzen der
streken te dan dat men zelf voor de bewerking kan zorgen.
ver,

verband met hun uitgestrektheid, maar met de gemiddelde opbrengst


sawah’s houden zelden

Zoo heeft men stukken sawah, die verhuurd worden


in normale tijdsomstandigheden.
hebben
andere ly 2 tjaëng, enz. Die sawah-complexen
voor I tjaëng padi. per jaar, voor
105

antwoordt Inlander de vraag hoeveel sawah’s


een vaste verhuurwaarde. Niet zelden een
op

daarmede, dat sawah oppervlakte


heeft: »lk heb 8 tjaëng”. Hij bedoelt hij een
hij
=4O padi kan
huur van 8 tjaëng (1 tjaëng pikoels)
bezit, welke
hij elk jaar tegen een

districten gemiddeld 2 tjaëng


verhuren. In baoe’s omgezet
wordt in de vier noordelijke
de beste soort sawah, ter waarde van onge-
padi huur betaald per
baoe en
per jaar voor

de, der sawah zakt de huur tot 1


veer f4O /’ 50. Al naar gelang van hoedanigheid
wordt door den van den grond betaald. Voor
padi per baoe.
De landrente eigenaar
tjaëng
betaald. De
de huurder zelf De huur wordt in den regel in padi
padi-bibit moet zorgen.

oogsttijd verhuurd, wat evenwel in dan regel stilzwijgend


sawah’s worden gewoonlijk per
recht den visch te telen
wordt. De huurder heeft echter om na oogst
elk jaar verlengd
zelden dan
In de districten bedragen de huurprijzen hooger
op
de sawah. zuidelijke
baoe.
4 of 4y 2 tjaëng padi per

Soemedang,

De voornaamste beweegredenen hiertoe


Grondverhuur, als bedoeld, komt weinig voor.

2e. grondbezit 3e gebrek gereed geld.


zijn: 4 e
tijdelijke afwezigheid; te groot en
. aan

30 baoe. De huurprijzen zijn


De
huurprijzen loopen van f 7 tot
f per jaar en
per
1
in de onderdistricten Tomo(Tjonggea.ng), Darmawangi en jadasngampar
voornamelijk laag
’t niet slaagt
de van
regens afhankelijk-
( Darmaradja ), waar gewas dikwijls wegens
bovendien door te
heid der sawah’s en, wat eerstgenoemd onderdistrict betreft, groot

waardoor niet alle bouwvelden bewerkt kunnen worden. Soms wordt bij
grondbezit,
worden
verhuur de voorwaarde bedongen, dat de huurder de belasting betaalt. De sawah s

één nimmer verhuurd.


voor of meer jaren, tegalans

Li mba n ga
n.

Men verhuurt te grondbezit of


wegens gebrek aan geld.
zijn grond wegens groot
den aard den
Men daarvoor, al naar
gelang van van
staat dan
zijn grond af en krijgt
in Deze
bodem, aan huur f 2.50 tot f 4 2.50
per
baoe en per jaar in geld of padi. ver-

huur 2of 3 Men verhuurt (ngagade) ook wel zijn sawah


geschiedt gewoonlijk voor jaren.
uitbetaald die moet afgelost hebben,
terwijl men een
grootere
som in eens krijgt, men

Veel ziet
voor men
zijn sawah weer
terug krijgt,
dus voor een onbepaalden tijd. men

sawah bewerken den huurder. Dit is dus


dan dat de verhuurder zijn eigen blijft voor

hetzelfde als
djoewal-gadé.

Soekapoei a.

heeft dit niet


noodig
grondbezitter oogenblikkelijk gereed geld
de en
Gewoonlijk wanneer

andere de verhuur, dat


op andere wijze kan
krijgen. Meestal zijn de beweegredenen van

den dan
de van het overig grondbezit van eigenaar,
gronden te ver verwijderd liggen
bewerken. De
wel dat deze door ziekte als anderszins verhinderd is zeil zijn grond te

de bevloeiëng
wisselt af al destreek, den aard, de vruchtbaarheid,
huurprijs naar gelang van

verhuurt
der verhuren 7.50 tot ƒlO voor een oogst. In den regel
enz. te
grond van
f
onder voorwaarde, dat de landrente
men voor niet
langer dan een
oogst, en bijna altijd
districten worden wel eens
droge
door den verhuurder gedragen wordt. In sommige
het aantal
deze in uitgestrektheid in verhouding tot
gronden verhuurd, waar geringe
2 ook de
werkbare mannen voorkomen. De huur bedraagt gemiddeld f sjaars, terwijl

huurder moet worden betaald. Ingeval van teelt van tjangkoedoe


landrente door den
n.L 40 %
3 gebruikelijk en de regeling »ngareboe”
(verfstof) is een
termijn van jaar
tusschen Inlanders ondeiling
de den verhuurder. De huur van grond
van opbrengst voor

komt niet dikwijls voor.

?
197. Worden die voorwaarden in den regel goed nagekomen

Ban doen g.

uit
dan worden deze bij minnelijke schikking
j a; komen er moeilijkheden voor,

den weg geruimd.

Limbangan Soekapoera.
Tjiandjoer Soemedang

Ja.

Soekaboemi

huurovereenkomst telkens
den wel, daar de huurder gaarne zijn
lu regel
wil hebben.
verlengd
106
128. Neemt de verhuur toe of af; welke daarvan de
zijn redenen?

Bando e n
g.

Zij neemt toe


wegens gestadige opeenhooping in enkele lianden van
grondbezit
cenerzijds versnippering den de
en van
grond bij klein-grondbezitters (bevolkingsaanwas)
anderzijds. Uitbreiding van
sawah-aanleg is met de beschikbare middelen reeds sedert

lang zoo goed als ondoenlijk.

Tjiandjoer.

Met de toeneming ’f ook als


van
groot-grondbezit neemt
noodzakelijk gevolg hiervan
de verhuur toe.

Soekaboemi.

Volgens de Inlandsche hoofden, noch ’t een, noch ’t ander

Soemedang. o

iets de der
Zij neemt toe wegens toeneming bevolking,

Limba n g a n.

Zij neemt af, daar liever bezit los laat (moetlak). De


men
zijn geheel Spaar-, Hulp-
Landbouwcredietbank komt
en
Limbangan vaak tegemoet voor ’t koopen van zaad of

wel in de onkosten ’t bewerken den


voor van
grond, waardoor overgang van bezit zooveel

doenlijk voorkomen wordt.

Soekap o e r a.

129. Komt het veel dat


voor, tengevolge van verkoop met recht van we

der-inkoop de grondbezitter grond verliest?


zijn

Bando e n g.

In of nabij groote centra van bewoning of woeker betrekkelijk veel; daar buiten

minder.

Tjiandjoer.

Malèbér, Tjihea, Pésér, Tjikondang. Dit komt veel voor. De overeenkomst

welke hiertoe leidt heet: flet


djoewal-gadé. verschilt van het djoewal-akad hierin, dat bij
dit laatstgenoemde is
geen bepaalde termijn aangegeven, waar binnen de
weder-inkoop
plaats hebben ; ’t is wel
moet
bij djoewal-gadé een
bepaalde termijn gesteld. Ook komt

het voor, dat, wanneer rente berekend wordt, de schuld niet ’t


men
opvordert tot
oogen-
blik, dat hoofdsom de waarde de als
en rente van
onderpand gestelde goederen (gronden)
Ook dan'
nabij zijn gekomen. gaat de
grond over in handen van den
geldschieter.
Tjipoetri, Tjikalong, Djampangwetan, Tjidamar. Hier worden zel-
den
gronden verkocht met recht van weder-inkoop, en leidt zulk een tijdelijke verkoop
slechts bij uitzondering tot verlies van den grond.

Soekaboemi.

In de districten
noordelijke gebeurt zulks meermalen, echter niet in die mate, dat

het wekt. Dat de


bezorgdheid eigenaar ten slotte den grond ver beneden de waarde
den geldschieter
aan
verkoopt, komt evenwel slechts zelden voor, gelijk reeds werd

medegedeeld. In de districten
zuidelijke komt
verkoop met recht van
weder-inkoop veel
minder voor.

Soemedang.

Neen, niet dikwijls.

Limba n ga
n.

Ja, meermalen, behalve in de districten.


zuidelijke

Soe kap o er a.

Dikwijls, een
gevolg der zorgeloosheid van den Inlander.

130. Komt groudinhuur door leden het


van desabestuur, biuueu de desa
veel voor?

B a 11 d o e n g.
Weinig.

Tj i a n
dj oer

Malèbér, Tjihea. Ja; en wel omdat de leden ’t desabestuur


van vaak tot de
armsten der desa belmoren. De stelling van ’t desahoofd in deze streken is zeer laag, die
der desabestuurders echter hun
nog lager en overwicht
op
de bevolking vrij wel nihil.
107
Weinig in Tjipoetri en Tjikalong; meer in Pèsèr.

Dj ampa ng w eta n
Tjikondang, Tjidamar. Neen.
,

Soekaboemi.

Nooit; omdat de leden van


’t desabestuur bet reeds druk hebben en
genoeg geen

tijd om
ingehuurde gronden te gaan bewerken. Wel werd een enkele maal
waargenomen

dat een desahoofd zich afgaf met ’t


koopen van gronden met recht van weder-inkoop en

die gronden weder verhuurde.

Soeme d a n g.

Neen.

Limbangan.

Neen, enkele gegoeden uitgezonderd.

Soekapoera.

Zelden.

181. Neemt deelbouw toe? Wat redenen?


zijn hiervan de

Bandoen g.

.la; dezelfde oorzaken ais huur of verhuur


hoofdzakelijk wegens waarom toeneemt

T i
j a n dj o e r.

Neen; alleen de welgestelden, die te veel sawah’s hebben, laten deze wel eens in

deelbouw bewerken.

Soekaboemi.

Deelbouw komt alleen in Pelaboehan, Deelbouw


weinig voor, (zie bij vraag 189).
neemt daar noch toe, noch af.

Soemedan g.

de oorzaak hiervan is ’t
Ja; voornamelijk groot-grondbezit

Limbangan.

Deelbouw komt slechts de al


voor waar
grondbezitter zijn te uitgestrekte sawah’s
of tuinen niet alleen kan bewerken. dan
Hij staat zijn grond af en
ontvangt bij
den oogst een
gedeelte hiervan (10 pikoels padi, */s °f Va de zuivere
van
opbrengst.)
In het veel, dat sawah’s in deelbouw laat bewerken
Nagara gebeurt men
zijn voor 10

pikoel per baoe.

Soekapoera.

Omtrent den den deelbouw, zie antwoord 114


omvang van
bij vraag en bijlage 2.
wordt verricht lieden die
"ij voor te veel grond bezitten om dien zelf te kunnen bewer-

ken door niet-landbouwers, die in ’t bezit komen


en van bouwgrond.

132. Komt iuhuur door Inlaudsche ambtenaren of beambten veel voor?

Wat zijn daarvan de nadeelige gevolgen voor de bevolking?

Bandoeng Soemedang Soekapoera

Neen

Tjiand j o e r.

Neen. De Inlandsche ambtenaren hier ’t bemid-


zijn voor
grootste gedeelte vrij
deld. verhuren wel huren niet in.
Zij gronden, maar ze

Soekaboemi.

Zoo goed als nooit, behalve af klein dat


en toe een
stukje drogen grond, zij bijv
voor tuin of iets dergelijks willen gebruiken.

Limbangan.

Neen; wel gronden in met recht weder-inkoop,


koopen zij van

b. Aan niet-Inlanders.

133. Wordt veel grond aan ondernemingen verhuurd?

Tot welke prijzen; voor hoe lang?


108

Bando e n g.

942 baoe’s sawah 147 baoe’s drogen


In 1903 werden in de geheele afdeeling en

verhuurd suikkerrietbibit. De verhuur


grond aan 8 particulieren voor verbouwing van

de
gewoonlijk voor 12-15 maanden en gemiddeld tegen f 50 baoe sawah en
geschiedt

f 10 per
baoe drogen grond.

Tjiand j o e r.

alleen in Péter en dan maar weinig voor. De huurprijzen


Komt Tjipoetri en nog
baoe
sawah’s van
f 50 tot 60 en voor
tegalan’s van f 5 tot
f 20 per en per
voor loopen
is I 12 jaar.
jaar. De huurtijd van tot

Soekaboern i.

In Tjimahi en Tjiheulang worden elk jaar verschillende uitgestrekt-


Goenoeng parang,
verhuurd Chineezen
heden sawah’s en
droge gronden aan een
paar Europeanen en een
paar

worden voor de teelt van suikerrietbibit. Over '1904 zijn in Goenoeng-


om gebruikt te

verhuurd, in Tjimahi 48 baoe’s


aldus 16 baoe’s sawah en 95 baoe’s droge grond
parang
betaald
sawah en
in Tjiheulang 52 baoe’s sawah. Als huurprijzen werden f 50-f 80

sawah 3.50 baoe droge gronden. De verhuur geschiedt gewoonlijk


per
baoe en
f per
of 12 Verder worden af toe ook in de
voor 1 jaar en slechts zelden voor 6 jaren. en

andere districten hier en daar wel eens


kleine
stukjes grond aan ondernemingen verhuurd,
onbeteekenend. In
kweekbedden enz.; doch dit is zeer Tjiheulang
bijv. voor aanleg van

werden jaren geleden + 25 baoe’s droge grond voor 12 jaren verhuurd aan een
een paar
baoe
ter beplanting, met coca, tegen een
huurprijs van
f 5 per en
per jaar.
Europeaan

Soemedan g.

Niet-Inlanders komt hier niet voor


Verhuur van gronden aan

Limba n g a n.

115 baoe’s verhuurd aan de onderneming Waspada, 141 aan den


In Panembong zijn
105 baoe’s aan de Landbouw Maatschappij Tjisaroeni.
administrateur van Daradjat, en

De huur-
54 baoe’s verhuurd aan de Landbouw Maatschappij Tjisaroeni.
In Batoewangi zijn
de huurders betalen f 5 per baoe ’sjaars, plus de landrente {( 0.50).
is twaalf jaien en
termijn
de 305 baoe’s sawah 702 baoe’s tegalan geregistreerd;
in 1902 is verhuur van en van

in 1904 388 baoe’s sawah en 589 baoe’s


in 1903 637 baoe’s sawah en 942 baoe’s tegalan,

in baoe’s sawah 137 baoe’s tegalan ten behoeve voornamelijk van


temdan en 1905 48 en

Deze teelt neemt evenwel sterk af, daar men de voorkeur geeft
de suikerrietbibit-cultuur.
Bovencfien hebben enkele ’t vertrouwen verloren, zoowel
aan zaadvariëteiten. planters
De is hiervoor gewoonlijk 12 tot 16
de afnemers als bij de bevolking. huurtermijn
bij
50 baoe sawah 20 f 25 per baoe
maanden; de huurprijzen zijn van f 25 f per
en
f
12 de teelt kina en thee
Inhuur gronden voor
den tijd van jaren voor van
tegal. van

neemt toe, o. a. als toeslag voor bestaande erfpachtsperceelen.

Soe ka poe ra.

der
baoe’s sawah verhuurd de bibitonderneming Factorij
In Indihiang zijn 30 aan

15 in
de Nederlandsche Handelmaatschappij tegen fS S de baoe voor maanden; Tjtawi
van

baoe’s sawah aan de bibitonderneming


der cultuur maatschappij Bedjo-agoeng tegen
207Vz

de baoe 15 maanden; 7y 2 baoe’s sawah aan


den heer Laborie voor beplanting
35 en voor
/
67 baoe’s droge
ƒ 30 de baoe en voor 12 maanden; in Singaparna
van sereh-gras tegen
10 per baoe en jaar voor 12 jaren.
de theeonderneming Djajawattie tegen f per
gronden aan

verhuur ambtsvelden veel voor?


134. Komt van

S k b o e m i.
Bandoe ng Soemedang o e a

Neen

Tjiandjoer.

ambtsvelden worden hier


nergens aangetroffen.
Neen;

Limba n
g a n.

deze worden zelden verhuurd.


Hier zijn weinig ambtsvelden en

Soekapoera.

alleen in
Tjiawi voor suikerriet-cultuur tot een uitgestrektheid
Komt weinig voor;

van enkele baoe’s.


109

Heeft inhnur door ondernemingen in den regel pressie of tusschen-


135. bij
hoeveel
het desahoofd of van de leden van
het desa-bestnnr plaats, en
komst van

wordt voor deze hulp in den regel te


goed gedaan?

Bandoe ng Soekaboemi.

der huuracten assisteeren zij op de gewone wijze


Neen, bij het verlijden

d
Tjiandjoer— S o e m e a n g.

Dit heeft niet plaat


Limba n g a n.

echter die van mandoers of


Hun tusschenkomst heeft meermalen plaats; meer

als De desabestuurders krijgen daarvoor gewoonlijk


andere inlanders tusschenpersonen.
in als tegemoetkoming.
een geschenk geld

Soekapoern.
komt
daar hier alleen erfelijk individueel bezit van
den bouwgrond voor
Neen,

verhuur
13f>. Komt het voor
dat door niet rechthebbenden bij wege van

Inlanders zonder dat den recht-


als anderszins beschikt wordt over gronden van

tot recht open staat.


herstel van
hebbenden een practischen weg

Neen

het de desahoofdenof de ambtenaren


137. Hebben de leden van desabestnur,

invloed op den huurprijs en op den leveringstijd?

Neen

voorschotten den grondhuur en zoo ja, hoeveel


138. Worden er gegeven op

en hoelang vooruit?

ka b i.
Bandoeng—S o e o e m

maanden voor den ingang


betaald veelal een paar
De
grondhuur wordt jaarlijks en

van de huur.
Tjiand j o e r.

Neen

Soemedang Limbangan.

De wordt meestal maanden voor


hef begin van den huurtermijn betaald.
grondhuur
1900 No. 240 werd echter nimmer
De 15 maanden in Stbl. aangenomen,
termijn van

overschreden.
Soekapoer a.

de voorschotten
den ’t kalenderjaar voorafgaande aan dat, waarop
Ja, in loop van

den jaarlijkschen
hebben 7, Stbl. 1900 No. 240), gewoonlijk */« van
betrekking (al. % art.

huurprijs.

deze voorschotten tot afbetaling der landrente of der andere


13<>, Strekken

belastingen?
Bando e n g.

verhuurd niet sedert veel jaren. Bepaalde gebruiken


Br wordt weinig grond en nog

niet Veelal echter


der voorschotten hebben zich nog gevormd.
omtrent de besteding
de afbetaling der landrente.
strekt grondhuur tot

Tjiandjoer Soemedang

i.
Soekaboe m

de huursom wordt gewoonlijk wel er van


of van
De landrente, slechts ± ■/,„ >

betaald.
Limbangan.

als of
der belastingen, gedeeltelijk kapitaal voor een

.la; gedeeltelijk
voor afbetaling
meestal den landbouw
de uitoefening van een bedrijf; maar voor
ander handelszaakje, voor

of ’t van een feest.


voor geven

Soekapoera.
in andere behoeften.
Voor klein deel slechts, ’t Grootste deel strekt ter voorziening
een

Inlanders hun door den verbuur 'an


benutten de
140. Op welke wijze

beschikbaar gekomen vrijen tijd?


hun grond meer

grootendeels productief aangewend?


Wordt d<‘ grondlmur
110

B a n doe n g.

Op grond van ’t in antwoord 139 veraardde is er


geen sprake van een bepaalde,
d. vv. z. meerendeels of algemeen voorkomende de Inlanders hun door de
wijze, waarop
verhuur hun beschikbaar
van
grond meer
gekomen tijd benutten. De meesten verhuren

slechts een
gedeelte van hun grond benutten den daardoor
en
vrij gekomen tijd op allerlei
De grondhuur wordt zelden
wijze. productief aangewend. Dikwijls worden er schulden

mee betaald.

Tjiand j o e r.

Door als koeli de of elders


op erlpachtsperceelen te werken. De
grondhuur wordt

gewoonlijk verbruikt.

Soekaboem i.

Men verhuurt zelden al doch


zijn grond, gewoonlijk slechts een gedeelte. Voor

hen die hun verhuren,


gewend waren
grond te
blijft het ’t zelfde of
zij aan een
wel- of

Niet-lnlander verhuren. De anderen besteden den door de verhuur van hun grond vrij-
gekomen grond gewoonlijk aan luieren. Zelden wordt de grondhuur productief aangewend,
bijv. buffel ol
om een er voor te
koopen verpande gronden in te lossen of nieuwe sawah’s

te
koopen. Zulke komen echter wel
gevallen eens voor. Dikwijls worden met de huur-

som schulden afbetaald.

Soemeda ng.

L i m bangan.

Men verhuurt zich als koeli, wordt handelaar of begint een


bedrijf. De grondhuur
wordt meestal en
grootendeels productief aangewend.

Soekapoe r a.

Die wordt benut verrichten


tijd voor t van koehdiensten, ’t drijven van handel

enz. In Singaparna hebben de verhuurders


nog
andere
gronden, die zij geregeld bewerken.

141. Welke oogsten derft de verhuurder iu verhand met de tijstippen van

ingang en van
beëindiging van de huur?

B a n d o e n «■.

Gewoonlijk maar één


oogst. Polowidjo wordt weinig aangeplant. Su ikerrietbibit

staat veelal slechts B—lo8 —10 maanden op ’t veld.

T (I
j i ;i n j o e r

Van droge gronden gewoonlijk één of


padi- polowidjo-oogst, van sawah’s per jaar
één padi- en bovendien één
polowidjo-oogst, (als de sawah geschikt is voor
polowidjo-
beplanting.
Soekaboemi.

slechts één daar zelden


Gewoonlijk padi-oogst, zeer aan teelt van tweede gewassen

wordt gedaan, De suikerrietbibit B—lo


staat
gewoonlijk maar maanden te velde.

’t Kom miss ie lid van Braam merkt


op:

»ln 8 of 10 maanden derft de verhuurder toch méér dan één


waarschijnlijk padioogst.
den (in
Hetzij een
gedeelte van
volgenden tijd), hetzij een
vischoogst.”

Soeme d a n g.

L i m b -I n a n.
g

In de is de verhuurder
bergstreken zijn grond van 14 tot 18 maanden kwijt, met

der
inbegrip verlengingen voor den
grondhuurtermijn; in de lagere streken 10 tot 14

dus 1 '1 of 2
maanden, padi- en polowidjo-oogst padioogsten.

Soe
kapoer a.

Dit
hangt er van af of die gronden 3 maal in de 2
jaren of ééns
per jaar een

In ’t derft de
oogst afwerpen. eerste geval verhuurder 2
oogsten, in ’t laatste één
oogst.

142. Wordt voorbeplanting met spoedig rijpende padi in vele gevallen geëischt?

T i
Bandoeng j a n dj o e r
Soekapoera.

Neen.
111

Soekaboemi.

Neen. De overeenkomsten worden bijna altijd slechts I—3 maanden vóór den

den huur
ingang van
gesloten.

Soemedang.

Limba n g a n.

Neen, men raadt de bevolking wel aan op gronden, waarvoor zij reeds voorschot

kreeg, vroegrijpende polowidjo-soorten te planten.

143. Wordt braakligging gevraagd en hoeveel wordt daarvoor te goed gedaan 1

Bandoeng

Neen

144. Welke de den verhuur de daarop volgende


zijn gevolgen van voor

gewassen ?

Ba n
d
oeiig.

Dit hangt af ’t al of niet Werd ’t suikerriet veel mest


van
gebruik van mest. voor

gebruikt, dan volgde mooie ’t Omgekeerde gebeurde menigmaal bij weinig


een
padioogst.
of geen mestgebruik.

Tjiandjoer.

Hier van geen belang.

Soekaboem i.

Daar de suikerrietbibit velden flink bemest worden, is


voor
gebruikte gewoonlijk
do opbrengst den slechts zelden minder dan
van
daarop volgenden padioogst gewoonlijk.
Heeft de dan valt de
bemesting evenwel te wenschen overgelaten, padioogst meestal minder

goed uit, daar ’t suikerriet den al


grond nog uitput.

Soemedang.

L
i mbangan

Hieromtrent is niets zekers mede te deelen, de uitkomsten zijn verschillend. Wordt

’t reinoso-stelsel toegepast ; dan komt dit


gewoonlijk den daaropvolgenden padi-aanplant
ten goede.

Soekapoera.

In ’t de de verhuur in vruchtbaarheid
algemeen gaat grond na voor
rietbeplanting
achteruit.

145. Wat is gebleken de economische gevolgen de


van van
grond-verhuur,
in gunstigen en ongunstigen zin?

het
(Komt bijv, bij communale gronden met
periodieke verdeeling voor, dat
de door ondernemers teruggegeven gehuurde gronden toegewezen worden aan

desalieden die minder in de gunst staan van het desabestnur?)

Bandoeng Tjiandjoer Soekaboemi

Bedoeld grondverhuur kwam dat


nog zoo
weinig voor, bezwaarlijk sprake kan zijn
hare «economische in of zin”.
van gevolgen gunstigen ongunstigen

Soemedang.

Limbangan.

Zij is van
ongunstigen invloed geweest op
den economischen toestand der bevolking
in de onderdistricten Sadang, Tjipa ra j (Soelji)
zoo en
Bodjongsalam en
Semarang (Tim-

banganten), de meeste
gronden werden verhuurd. Kwam al onder de
waar er
kapitaal

bevolking, waardoor men betere huizen kon bouwen, met had al


pannen gedekt, en men

koeliarbeid, ’t voorschottenstelsel had invloed den


gelegenheid tot een ongunstigen op nog

onbedorven aard der desabewoners. rietdiefstallen, ’t


Waterquaesties, botsingen met vee

de bevolking komen herhaaldelijk brachten de overtreders den


van voor en voor
politie-
rechter. Vooral in streken, de
waar uitgestrektheid bouwgrond onevenredig gering is,
’t zielental, werkt, in zin, de
vergeleken bij algemeenen grondhuur ongunstig op den aard

der bevolking. Overigens hangt alles af van de wijze, de ondernemer de gronden


waarop

krijgt en
zijne verplichtingen tegenover de bevolking nakomt.
112

desalleden sinds 1890 sterk toe-


140. Is het aantal uiet-grondbezittende

geuomen 2

Wat is hiervan de reden ?

Bando e n g.

Het nam beduidend toe. De reden hiervan is, dat velen hun grond verpandden en

verloren recht van


door ’t achterstallig blijven van hun schuld den grond (verkoop met

Ook omdat in Oedjoengbroengkoelon en Tjilolwtot bijna geen grond meer


weder-inkoop).
den Inlandschen landbouw en verder in de nabijheid van steden
was voor uitbreiding van

al ’t
worden ’t bouwen van
huizen.
Bij dit heeft, over
de bouwgronden gebruikt voor

den Inlandschen landbouw (vooral sawahbouw) geen


gelijken
algemeen, de uitbreiding van

der
tred kunnen houden met
toeneming bevolking.

Tjiand j o e r.

Pèsèr. De oorzaken uit-


Wel vermeerderd; maar
niet sterk, behalve in zijn: «.

de
b. geringere toename van sawah’s in verhouding tot

breiding van groot-grondbezit;


der overvloed van gelegenheid om op
de ondernemingen geld te

toeneming bevolking; c.

verdienen d. verdiensten der hoema-beweiking.


en geringe

Soekaboe m
i.

worden omtrent
kunnen juiste cijfers geleverd
Wegens gebrek aan gegevens, geen

desalieden sinds 'lB9O. Met zekerheid


de toeneming van
’t aantal niet-grondbezittende
vermeld worden dat ’t aantal in sterker mate is
toegenomen
dan de bevolking;
kan echter

inzonderheid in De voornaamste
vooral in de noordelijke districten en Goenoengparang.
den
redenen hiervan
'dat gebrek aan gronden ter ontginning, de uitbreiding van
zijn, wegens
tred heeft kunnen houden de der bevolking
Inlandschen landbouw geen gelijken met toeneming

Inlanders zich de erfpachtsperceelen. In Djampanglcngah


en ook dat tal van vestigen op

in overvloed, doch ook daar hebben de erfpachts-


en Pelaboehan zijn wel is waar gronden
bezitten. Alleen in
getrokken, die allen geen grond
perceelen tal van vaste opgezetenen
’t aantal niet-grondbezittende desalieden gelijken
üjampangkoelon heeft de toeneming van

der bevolking, omdat daar vele woeste gronden


tred gehouden met de vermeerdering nog

zelf meer
beschikbaar de bevolking
door ’t ontbreken van erfpachtsperceelen van
zijn en

in haar levensonderhoud te voorzien.


den Inlandschen landbouw aangewezen bleef, om
op

Soemedang.

1890 1903 toe met 7515 (zie staat D). Dit moet voornamelijk
Dat aantal nam van

in dut tijdvak.
worden de vermeerdering der bevolking
toegeschreven aan

Limba n g a n.

Baloeboerlim-
in Soetji, Panèmbong Tmbanganlen, Wanakerta, Tjikemboelan en
.la; ,

die der
’t zielental niet in evenredigheid staat met
bangan, omdat de vermeerdering van

der is iedereen grondbezitter en is er overvloed van grond.


"ronden. In het zuiden aldeeling

’t Groot-grondbezit neemt toe.

Soeka poera.

of woeste gronden ter uitbreiding van


.la, in de districten waar
geen nagenoeg geen
hun aantal al, daar nieuwe
landbouw Waar gronden genoeg zijn, neemt
den meer
zijn.
sawah’s aangelegd werden door de bevol-
voor bevloeiïng van
nieuw aangelegde
leidingen
’t bestuur.
king zelve, na aanwijzing en aansporing van

streek voldoende middelen


doorgaans iu de omliggende
147. Kunnen zij
!
elders werk te zoeken, zoo Ja, waar
van Bestaan vinden of plegen zij

Bandoeng

streek als de talrijke landelijke ondernemingen.


.la ; zoowel in de omliggende op

Tjiandjoer.

Ja.

Soekaboe m i.

als koeli, tim-


streek is voldoende werk te vinden, hetzij
In de omliggende altijd
wel door sawah’s in te huren; behalve m
metselaar of als handelaar dan
enz.,
merman,
de
werk te vinden zich moet begeven naar

Djampangkoelon, waar de bevolking om

in de noordelijke districten en ’t noordelijk gedeelte van Djaivpangtengah.


ondernemingen
113

Soemedang.

ander deel de boe-


Zij behooren voor een deel tot de neringdoenden, voor een tot

vinden hierin een voldoend middel van bestaan, ’t Zoeken van werk
djung-sawah en

elders komt weinig voor.

L i m
b a nga n.

komt bet veel dat de lieden elders werk zoeken om meer


Ja; desniettemin voor

te verdienen, bijv. bij den spoorwegaanleg, Ook gaat men er gedurende eenige weken op

uit als koeli verschillende landbouwondernemingen te werken. Is er wat verdiend,


om op

dan komt men terug en zoo voort.

Soek a
poera.

streek vinden bestaansmiddelen


In de omliggende zij nog genoeg

voornamelijk hun middelen van bestaan ?


118. Welke zijn

Bandoeng.

of wel-
l e
.
’t In dienst treden (z. g. voor
vast) bij landbouwondernemingen bij
werken als 3e of
gestelde inlandsdie landbouwers; t! e .
daglooner; .
uitoefening van een

ander ambacht; 4 e
. kleinhandel.

Tj i a ndjo c r.

of in koeliarbeid
Gewoonlijk vinden zij in landbouw op gehuurden grond een

middel van bestaan.

Soekaboem i.

de districten bovendien inzameling bosch


Als Bandoeng. In zuidelijke nog door van

voortbrengselen en langs de Wijnkoopsbaai door ’t visschersbedrijt.

Mondt dezen zin;


’t Kommissielid voegt bij
door ’t
«hetwelk sinds eenige jaren in
hooge mate is beperkt en achteruitgegaan

verbod, onder resident wijlen Mr. Kist, om »tjoëe” te fabriceeren, waardoor


uitgevaardigd
verkocht is Zuid-Bantarn. Instede van de bevol-
’t
grootste deel der praoeën majang naar

onderrichten welke stjoëe” dient worden bereid, ten einde gevallen


king te
op wijze te

van buikloop en vergiftiging te voorkomen bij het verbruik, werd de


bereiding eenvoudig

al verboden. De vallende winsten worden thans genoten door Chineezen


geheel en daarop
de verzenden. Dit
te Batavia die
goedbereide »tjoëe” bij waggonladingen naar Preanger
zéér veel wrok gevestigd. Hoe die
verbod heeft bij de bevolking ontstemming en eer

des heilzamer zal


maatregel wordt ingetrokken, »bij betere bereiding van njoëe”, te

zulks werken.” (')

Soemedan g.

verhuren zich als


Zooals. gezegd, oefenen zij ’t een of ander bedrijf uit, boedjang

dan wel zoeken werk als koeli.


bij welgestelde grondbezitters

Limba n g a n.

den landbouw door anderen te huren of


Zij zijn
koelie’s of beoefenen gronden van

den antwoord bij 131).


te bewerken tegen een bepaald gedeelte van oogst, (zie vraag

Soekap oe r a.

hunner wijden zich


Zij helpen de grondbezitters in de bewerking bouwgronden,
streken verrichten koeli-
aan handel, nijverheid en visscherij in de daartoe geeigende en

werk
diensten. Alleen van uit
Singaparna wordt verder van huis gezocht.

voet
149. Is het onderhonden van het desabestuur op den tegenwoordige!!

te drukkend voor de gemeente? Toelichten, bijv. te groot aantal bestuursleden,

beschikking vrijstelling van diensten.


over dienstplichtigen,

Bandoeng.

Neen,

Tjiandjoer

’t niet, omdat de desa’s hier voldoende groot en de lasten


Neen; over algemeen
daardoor in
verhouding betrekkelijk gering zijn.

door de voorstellen der welvaartkommissie in


Reeds voorgesteld welvaartkommissie (zie
(1)
zake vischteelt en visscherij (4906), (bladz. 21.)
114

Soekaboemi

Neen, De pantjèndiensten, welke de


nergens. z.g. grondbezitters (heerendienstplich-

tigen bij ’t desahoofd verrichten moeten, worden algemeen afgekocht in ’t


padi, waarvan

bedrag afhangt der klasse van


heerendienstplichtigheid, waarin men
gerangschikt is. Bij
elke desahoofdverkiezing wordt de de vastgesteld. De
afkoopsom voor
pantjèndiensten
Ie klasse betalen 'l5 —25 gedeng
heerendienstplichtigen in de verschillende desa’s van

padi jaar; de tweede klasse 10—15 de 3e klasse s—lo.5 —10.


per van en
gewoonlijk van

De padi heeft een waarde f o.lo f Ol2'/ 2 Deze


van
per gedeng. afkoop van

pantjèndiensten is de die de desalieden


grootste uitgave, zich voor hun desahoofd

getroosten moeten, ’t Desabestuur, n.l. de


desaschrijver, de
kepala kampoeng (kokolot

genoemd), de kokolot—politie de oeloe2 -desa ieder één


en
krijgen of twee panoekangs,
al ’t meerdere of mindere
naar gelang van aantal heerendienstplichtigen in de desa.

Deze panoekangs elk der desa-bestuursleden


moeten aan een
per jaar 50—100 gedeng

padi en
zijn dus vrijgesteld alle gedwongen diensten heeren-
geven van
(cultuur-, en

desadiensten); echter niet van


’t
hoofdgeld. Op sommige plaatsen, vooral in de middel-

betaalt zoo’n zelfs 150-—200


punten van
bevolking panoekang gedeng per jaar. Ook’t

onderhouden deze desa-bestuursleden, wier aantal overal reeds klein


van
tamelijk is. is

niet ’t minst bezwarend voor de bevolking, daar de inkomsten dier lieden slechts zeer

gering zijn.

’t Kornmissielid Mundï merkt op;

deze
„Al regelingen en
betalingen werken slechts vexatiën in de hand; daar
zij
de Inlandsche bevolking allerlei afhankelijk maken het desabestuur.
op wijzen van

Daarin zal alleen een wijziging ten


goede komen, door voortaan het desabestuur van

’slandswege te stellen te bezoldigen, waardoor ook de der regeering


°
aan en hoogheid
' o o O

ten zeerste bevorderd zal worden.”

Soemedang.

Hier, waar
geen ambtelijk grondbezit voorkomt en ter vervanging waarvan
’t

panoekangstelsel bestaat, is de handhaving hiervan kliene desa’s druk-


z.g. voor
bepaald
kend, omdat toch alle heeren- desadiensten
panoekangs van en
vrijgesteld zijn, met dien

verstande, dat de de taak der zich


overige dienstplichtigen vrijgestelden op nemen.

Limbangan.

’t aantal bestuursleden in ’t zielental de


Neen; staat goede verhouding tot en

desa’s. De voordeelen desabestuursleden


uitgestrektheid der dier worden in
overleg met

elke of indien klachten inkomen.


de bevolking vastgesteld, bij verkiezing

Soek apoera.

Neen. Naar verlichting dien druk wordt niettemin door vereeni


van
gestreefd

ging van kleine desa’s.

150. Geniet het desabestuur voldoende wettige inkomsten?

Bandoe n g.

Over niet, daar het ambtsvelden heeft andere


’t algemeen geen en geen bijzondere
inkomsten dit In kleine desa’s of in desa’s vertier
om gemis te vergoeden. met weinig
is het den desahoofden toekennen 8 der totale buitendien
van
pCt. belastingen zeer

zie verder de der inkomsten der desabestuursleden ’t desbetreffend


gering; voor
regeling
residentsbesluit het ’t onderzoek den druk der
en eindverslag over naar desadiensten.

Die geringe inkomsten veroorzaken de geringe neiging desabestuurder (vooral


om
hoofd)
te worden, ’t Districtsbestuur moet meermalen een tot desahoofd verhorende overreden

de verkiezing te aanvaarden. Veelal zijn het dan ook de meer


gegoeden, die genegen

lid ’t desabestuur worden. lemand, die niets bezit, kan de


zijn van te
onmogelijk met

inkomsten, verbonden aan de betrekking van desa-bestuurder, bestaan.

Tj ia ndj oer.

Neen, omdat hier ambtsvelden


geen zijn

Soekab o e m i.

’t Desahoofd overal voldoende inkomsten, daar de desa’s bijna alle


geniet zeer

De grootste bron inkomsten de bij vraag 140 genoemde afkoopsommen


groot zijn. van
zijn
voor pantjèndiensten. Verder krijgen zij 8 pCt. collectiloon van de geïnde landrente en

in Tjiheulang
bedrijfsbelasting, koffieprocenten (deze zijn Goenoeng parang, Tjiljoeroeg,
Pelaboehan in onbelangrijk) hebben zij
en en een
groot gedeelte van
Tjimahi zeer en
115

nog eenige bij-inkomsten in den vorm van


hulp bij huizenbouw, hier en daar hulp

bij sawahbewerking, getuigengelden bij verkoop van


grond of van vee (f0 .05 f0 .50) en

bij hadjats (feesten) van desagenooten eenige kleinigheden, welke bij-inkomsten echter

alle zeer gering zijn.


De onderstaande overzicht de inkomsten jaar
staat
geeft een van
gemiddelde per

der verschillende desahoofden.

AANTAL DESAHOOFDEN MET EEN GEMIDDELD INKOMEN ’S JAARS VAN:

ƒ100— ƒ200 ƒ 200 —

ƒ 400 ƒ 400 -

ƒ 600 ƒ 600 —

ƒ 800 ƒ800 —ƒ 1000 ƒ1000 —ƒ1200 ƒ1200 —


ƒ1400
j

Goenoeng parang. .
2 2 15 3 2 ii

Tjimahi ....

2 3 6 4 — —

Tjiljoeroeg. . .
. —
2 'J 8 3 — —

Tjiheulang . .
.
— 5 (i 1 —
— —

Pelaboehan . .
2 3 0 4 —
— —

3
D'jam pang leng ah. .
— C 10 2 2 —


U 8 2 2
Djampangkoelon. .
O
— —

5 34 44 38 14 $ 5

De leden ’t desabestuur, oeloe 2-desa


van n.l. kokolotkampoeng, kokolot-politie, en

djoeroetoelis-desa hebben ieder één, twee, soms drie z. g. panoekangs, die


per jaar elk aan

’t lid van ’t desabestuur voor wien moeten een zekere hoeveelheid padi betalen
ze zorgen

af 50 200 de vier in de maanden Moeloed, Rewah,


van
gedengs. Bij groote feesten

Poewasa Rajagoeng de ingezetenen der desa een klein


en
krijgen ze
gewoonlijk van

in eiëren, brandhout,
bedrag geld (/'O.O5 —

f 0.20) dan wel een


paar
wat een
kip of

iets De heeft verder kleine inkomsten ’t


dergelijks. djoeroetoelis-desa nog eenige bij
of soerat’s Deze inkomsten dan ook onvoldoende-
geven van passen këtrangan. zijn geheel
De amil of
desa-geestelijke krijgt een deel van de door hem geïnde djakat en pitrah’
n.l. 30 °/ 0 verder deel der (10 voldoende bezoldiging
en een
huwelij lesgelden %), wat een

genoemd kan worden.

S o e rn e d a n g.

Voor ’t meerendeel niet.

Li mban
ga n.

De loerah doch de andere leden het desa-bestuur hebben


voldoende, van
nagenoeg

inkomsten. Meestal de loerah voor hen.


geen zorgt

Soekapoera.

behoorende ’t onderzoek
Over ’t
algemeen niet, (zie staat IV, bij ’t eindverslag over

Niet uit ’t verloren dat alleen


desa-diensten.) mag worden,
den druk der oog
naar opge-

de ambtshalve aan de betrekking van desa-hoofd verbonden voordeelen. (Zie


geven zijn
bladz. 94 van ’t gedrukt verslag). De inkomsten, voortvloeiende uit eigen bezittingen,
zoodat uit ’t feit dat desahoofd of onvoldoende
zijn buiten beschouwing gebleven, een
geen

heeft, niet besloten worden, dat hij noodlijdend of zich


ambtsinkomsten nog mag zou
zijn,
clandestiene vermeerderen. De
genoodzaakt zou zien zijne inkomsten op wijze te meeste

loerah’s hebben hier individueel niet onbelangrijke bezittingen als bouwgronden, huizen,

zoodat deze voldoende inkomsten De inkomsten der desa-bestuursleden


vee enz., genieten.
»als ’t hebben zij echter voldoende eigen bezittingen.
zoodanig” zijn gering, over
algemeen

151. Zoo neen, op welke wijze stellen zij zich hoofdzakelijk daarvoor schadeloos ?

Bandoen g.

Men tracht het te doen door panoekangs en de afkoopsommen van pantjèndiensten.


door inkomsten uit het kort be-
Overigens plegen zij voornamelijk eigen gronden te aan

staansmiddelen aan te vullen.

Tjiandjoer.

zich tevreden ’t zich zelf hebben. Hun


Gewoonlijk stellen zij met geen zij van
ijver

is dan ook niet


groot.
116

Soek a boe mi.

Door inkomsten uit trachten ’t kort vullen. Een


eigen gronden zij te aan te voor-

deel hen is ook dat heeren-, desa- cultuurdiensten


voor nog, zij van en
vrijgesteld zijn.
Van het alleen de
oneerlijke practijken blijkt zeer
weinig. Gewoonlijk zijn eenigszins
die lid ’t desabestuur worden, daar
gegoeden, van iemand, die niets bezit, onmogelijk met

de inkomsten, verbonden de
aan betrekking van desabestuurslid, rond zal kunnen komen.

Deze desabestuursleden stellen echter voor een deel weer wakils die
groot z. g. aan, voor

hen ’t werk doen door hen betaald worden. In de zuidelijke districten wordt
en
bij
ook de de ingezetenen door desabestuurders
grondbewerking gewoonlijk hulp van de in-

’t Kiezen desabestuurders
geroepen. van
gaat altijd met zeer veel bezwaren gepaard,
daar de zich de keuze niet laten
meesten welgevallen.

Soemedang.

Zooals reeds gezegd, door ’t


panoekangs, gedeeltelijk afkoopen van pantjéndiénsten
en andere kleine inkomsten.

Limba n g a n.

De ioerah helpt hen in hun levensonderhoud, door hun af


een gedeelte te staan

van de padi, die als afkoopsom dient van de pantjén.

Soeka p oe r a

Sommigen dooi' clandestiene practijken waartoe ruime gelegenheid bestaat

152. Is hierin zonder te


groote kosten verbetering te brengen?

Band o e n g

Voor dit zie in de de uitmuntende F. A.


onderwerp eerste
plaats bijdrage van

Liefrinck in de 1904 studie


Juni-aflevering van de Indische Gids, voorkomend in diens

de in
over
Landrente-regeling Nederlandsch-Indië, met welke bijdrage men zich volkomen

kan vereenigen. Verbetering zou voorts kunnen aangebracht worden door vereeniging of
kleine desa’s. Andere kunnen, zonder vervallen in
samenvoeging van
verbeteringen te

dan
groote kosten, van
staatswege moeilijk verkregen worden, met algemeene instemming

medewerking der Hiertoe rekene der


en
gemeenteleden. men herziening klasse-indeeling
de
van heerendienstplichtigen met ’t doel om de werktaken en
’t aandeel in ’t
hoofdgeld
de klein-grondbezitters verlichten koste der De groot-grond-
van te ten
meergegoeden.
bezitters zullen dan besteden Worden dan uit
meer aan afkoop van
gedwongen diensten.

de of de de de desabestuurders
meer
gegoeden groot-grondbezitters panoekangs gekozen en aan

zooveel dat hun inkomen


panoekangs toegekend, afkoopsommen een
redelijk, maandelijks
verzekeren, dan is reeds veel dezen door de baar
op weg van bezoldiging gemeente van

gemeentebestuurders bereikt.

Tjiand j o e r.

Daar de is ’t desabestuur te bezol-


bevolking weinig geneigd op hare kosten beter

digen, bijv. door ambtsvelden voor


hen beschikbaar te stellen, schiet er anders niets over

dan dit van


gouvernementswege te doen, hetzij door hen een vaste
maandelijksche bezol-

diging toe te kennen, dan wel door sawah’s de de


van bevolking, zoo mogelijk van
groot-
af
grondbezitters te koopen en deze als ambtsvelden vast te leggen. Hiermede zullen

natuurlijk belangrijke kosten het


voor
gouvernement gepaard gaan.

Soekaboemi.

Door elk desabestuurder


aan
(uitgezonderd ’t desahoofd zelf, die in den regel voldoende
inkomsten zooveel
heeft), panoekangs toe te staan dat deze aan hun desabestuurders een

inkomen + 7.50 ’s maands verschaffen kunnen.


van
/ Deze panoekangs moeten dan

officieel worden
vrijgesteld van alle heeren-, desa- en cultuurdiensten en ook van ’t
hoofdgeld.
dan echter de
Tegelijk moet
indeeling in drie klassen van heerendienstplichtigheid herzien

worden, daar ’t aantal aantal


panoekangs anders veel te
groot zou worden; terwijl ’t

desabestuurders ’t kleinst
tot
mogelijke getal moet
teruggebracht worden. Zooals reeds

gezegd, zijn de heerendienstplichtigen in B klassen verdeeld. Tot de Ie klasse belmoren

die 1 baoe
zij, en meer saw 7 ah of 2of meer drogen grond bezitten; tot de 2e klasse de

bezitters van '/2 —1 baoe sawah of I—2 baoe drogen grond en tot de Be klasse zij, die
minder bezitten dan baoe sawah of 1 baoe Hun heerendiensttaken
1/2 drogen grond.
verhouden zich in reden B 2: 1. Ook ’t wordt dezelfde
van :
hoofdgeld op wijze onder-
verdeeld.
17
Overzicht van de indee I i n der heerendienstplichtigen over 1904
g
in de verschillende klassen.

Aantal in 1904. 1 e
Klasse. Klasse. 3e Klasse.

Goenoevg parang . .
9340 3207 2126 4007

Tjimahi 4465 1727 1163 1575

Tjitjoerocg ....
5087 2366 1243 1478

Tjiheulang ....
3154 1632 719 803

Pelaboehan ....
MÜi 1820 821 561

Djampnnglengnh. .
4516 1733 1159 1624

Djampangkoelon. .
4445 1687 1022 1736

34209 14172 8253 11784

Onder de l e klasse vindt men zoowel bezitters van 1 als van 20 baoe’s sawah en

toch hunne diensten Indien ’t aantal klassen heeren-


zijn gedwongen even zwaar. van

dienstplichtigheid aanmerkelijk uitgebreid werd en als maatstaf daarbij de


uitgestrektheid
van
grondbezit aangenomen, zou men in de eerste plaats daardoor voldoende inkomsten

voor de desabestuursleden kunnen vinden, door v.l. de grondbezitters in de gele-


grootste
genheid te stellen hun
gedwongen diensten af te koopen en daarmede de desabestuursleden

te bezoldigen. Dus aan deze laatsten alleen de


groot-grondbezitters als panoekangs toe te

De
voegen. gedwongen diensten zouden dan bovendien voor den klein-grondbezitter

aanmerkelijk verlicht worden. Alleen de zouden


groot-grondbezitters zwaar
getroffen
worden, doch zulks is reeds eisch Aan de desa dan de
nu een van
billijkheid. zou men

kunnen laten of andere


bevoegdheid om bepaalde personen, bijv. wegens lichaamsgebreken

dringende redenen, bij onderlinge in klasse brengen, dan


overeenstemming een
lagere te

hij volgens de anderen, die


waartoe uitgebreidheid van
zijn grond zou belmoren; terwijl

bijv. slechts zeer weinig gronden hebben, maar inkomsten uit den handel trekken,
groote
in klasse
een
hoogere gerangschikt zouden kunnen worden. Deze verdeeling zou
echter

van
hooger hand moeten worden, daar de die thans
gelast van
groot-grondbezitters,

gewoonlijk een
overwegenden invloed in de desa hebben, te verwachten
groote tegenstand
is. De nadere der klassen de desa
verschikking zou
gerust aan
overgelaten kunnen worden.
In de noordelijke districten in ’t werk
zijn herhaaldelijk pogingen gestelt tot verkrijging van

doch
ambtelijk landbezit; alles is
afgestuit op onwil, zoowel van desabestuurders als van

de der desa’s zelf.


ingezeten De grootste tegenwerking ging uit van de desahoofden, die
het veel
aangenamer en gemakkelijker vinden, om jaarlijks de afkoopsommen voor
pan-

tjèndiensten in
ontvangst te nemen.
In de
zuidelijke districten bestaat ’t
groote bezwaar

hierin, dat de leden van ’t desabestuur eventueele ambts-sawah’s niet zouden kunnen ver-

huren, omdat inhuur aldaar zelden


van
gronden voorkomt; terwijl zij zelf geen tijd en geen

lust hebben hun ambts-sawah’s, die, de hebben,


om zou
maatregel eenig nut tamelijk uit-

zelf bewerken of
gestrekt moeten
zijn, te te doen bewerken, ’t Zelfde bezwaar deed

zich in
voor
Tjiljoeroeg en Tjlheulang, waar proeven genomen werden. Omdat aanleg
nieuwe sawah’s in de verhuur voorkomt,
van
bevolking-middelpunten, waar wel huur en

niet meer mogelijk was men dus daarvoor op de streken


was, afgelegen aangewezen.
Bovendien die sawah’s niet voldoende
waren
gemaakt op plaatsen, waar bevloeiïngs-water
zoodat de desabestuurders de braak lieten alle
was,
gronden eenvoudig liggen en pogingen

inspanden, om weer
terug te kunnen keeren tot de oude regeling.

Soemedang,

Verbetering hiervan zou noodzakelijk gepaard moeten gaan met groote kosten.

Li na ba n.
nga

Veel wordt de
hoop gevestigd op loemboengs-desa, om, o.m. ook daaruit de leden van

’t desabestuur te
bezoldigen, terwijl aangeraden wordt den leden van ’t desabestuur ambtsvel-

den te die echter in de desa’s door


geven, meeste
nog aangelegd moeten worden, bijv.
’t
openkomen van
gouvernementsterreinen (djatiboschjes) of door
aankoop van gronden.
118

Soekapoera

Door ambtsvelden. Omtrent


toekenning van
verbetering der inkomsten van desa-

hoofden zie bladz. 94, laatste alinea ’t gedrukt ’t onderzoek naarden


van
verslag (') van

druk der desadiensten. dezelfde


Op wijze zou voor de overige desabestuurders gezorgd
kunnen worden. Wellicht kan dit in de toekomst uit de
geschieden gemeentekassen,
gevormd door de loemboengsdesa.

153. Hoe is ’t het


over
algemeen gehalte van het desabestuur ?

Door feiten aan te toonen.

Bando e n g.

vele andere laat dit ’t


Vergeleken met gewesten op Java, over
algemeen minder te wen-

schee dan Aan slechte


over
ginds. practijken maken zij zich betrekkelijk weinig schuldig ( ). 2

Desa-klachten worden zeiden ’t aantal oneervol


ontvangen; ontslagen desa-hoofden is gering.
1.1 ver in de
en geschiktheid vervulling van hunne betrekking worden echter even
weinig
Dit sterker andere desa-bestuurders
aangetroffen. is
nog
’t
geval bij de en wellicht omdat

dezen nog minder dan ’t desahoofd, waarde hechten aan hun bet
rekking. De lusten wegen

niet de lasten. Gemakzucht luiheid kenmerken


in ’t geheel op tegen en deze bestuurders.

Zooals gezegd, moeten de tot desahoofd verkozen candidaten overreed worden


menigmaal
die aanvaarden, in
betrekking te
integriteit en
dergelijke deugden overtreffen
zij hun ambt-

Midden- Oost-Java. Edoch ook


genooten van en
zij worden door’t individueel grondbezit, den
individueelen de ’t ontbreken ambtsvelden
landrente-aanslag en
heerendienstregeling, van en

dan die
’t niet schuiven van
opium meer ambtgenooten van kwade practijken afgehouden. ( 3 )
minder de
Overigens is hun
positie machtig en bevolking minder van hun willekeur

afhankelijk.

Tjian dj o e r

Over ’t slecht. De desahoofden alle desabestuursleden


algemeen meeste en
bijna
ontwikkeld, hun werk belmoren kunnen
zijn te weinig om naar te verrichten, liet kost

den districts- onderdistrictshoofden steeds veel moeite ’t werk ’t desabestuur


en van
goed
door herhaalde voorbeelden
gedaan te krijgen en eerst en
terechtwijzingen komen de

desahoofden in ’t
langzamerhand goede spoor.

Soeme d ;i n
g

Vrij goed.
Eimba n g a n.

Over ’t zéér Dit kan ook niet anders,


algemegn middelmatig. want
tegenover zeer

geringe verdiensten staan verantwoordelijkheid en


dikwijls en velerlei werk. De

desabestuurders zijn over ’t algemeen zeer


eenvoudige menschen met
nagenoeg geen
ont-

Zij kunnen lezen, schrijven Arabisch schrift iets


wikkeling. wat met en van ’t rekenen,

waarmede alles gezegd is. Dat zij eenig aanzien hebben is te danken den
nog aan
goeden
aard der die onderworpen is. Ook minder leden treft
bevolking, nog zeer
geschikte men

daar die evenwel omdat


hier en aan, gehandhaafd blijven, er
geen betere
personen zijn
of te vinden. Met wat toezicht wordt ’t werk
aan te
wijzen strenger noodige dan toch

tot stand gebracht.

Soekapoe ra.

Over ’t algemeen weinig gunstig. Als loerah wordt iemand


gewoonlijk gekozen
van wien niet verwacht wordt-dat hij flink en doortastend zul treden. Ruimschoots
op

de knoeien midden die zich


in gelegenheid om te te van een
bevolking, hierbij neerlegt
het doet, maakt hij deze veelal
wanneer
hij met mate van
omstandigheden gebruik. Van

daarvan ’t licht
tijd tot
tijd komen staatjes aan waarvoor
zij altijd ontslagen worden.

is het niet in zake hunner


Dikwijls mogelijk knoeiërijen volledig ingelicht te worden.

de volkskeuze de desahoofden
Zoolang aanstelling van
beheerscht, zal ’t
gehalte dier hoofden

Ook ’t gehalte der andere desabestuursleden


er niet op vooruitgaan. laat veel te wenschen

Meer der Inlandsche bestuursambtenaren in zake


over. belangstelling de
aanstelling en ’t

ontslag der desabestuursleden zou tot


verbering van ’t
gehalte dezer laatsten veel kunnen

Thans ’t desa-hoofd ander


bijdragen. regelt oen en dikwijls geheel alleen.

N. 1. door de bevolking zelf over te halen de


(t) vermeerdering van inkomsten harer hoofden,
tot ambtsveld te maken, hetzij door
hetzij
door domeingrond geld bij een te
brengen om daarvoor
door bijdragen af te slaan in of
ambtsvelden te koopen, hetzij geld natura. Aant. v. d. h.

Dit Soekaboemi, door ’t lid Braam


(2) -Wordt, voor van
betwijfeld.
’t lid van Braam juist”
(3) Hierbij teekent aan:
119

154. Welke bereikbare middelen te wenden tot


zijn aan
verbetering van

bet desaseb
het gehalte van desabestuur (speciaal van de rij vers) ?

Bandoen g.

Betere bezoldiging (zie antwoord bij 152) meerdere bestnursbemoeiënis


vraag en
bij
de desascb
aanstelling van
rij vers.

T
j i a n dj o e r.

Goed voldoende inkomsten. Wellicht kunnen de winsten der


onderwijs en opgerichte

Spaar- en Credietbank te
Tjiandjoer en der desaloernboengs aan de verbetering der financieele
worden.
positie van
’t desabestuur dienstbaar gemaakt

Soekaboern i.

’t middel is betere bezoldiging. (Zie antwoord bij vraag 152). Verder beter
Eenige
elk district minstens één Inlandsche school
onderwijs, door bijv. in openbare lagere te
openen.

Soeme d a n g

’t gehalte ’t desabestuur ’t wenschen


Uier laat van over
algemeen weinig te over.

Limba n a n
g

Deze keuze loerah’s uit die


van schrijvers en zoo
mogelijk van
personen, een

Maar dan zal worden zoowel


Inlandsche school hebben doorloopen. gezorgd moeten voor

meerdere verdiensten als voor meer onderwijsinrichtingen.

Soeka p o e r a

in ’t den desascb rij Voor ’t


Vermeerdering van inkomsten, bijzonder van ver.

dat veel lasten lusten is niemand


ambt van desaschrijver, en
weinig medebrengt, soms

te vinden.

nadeelen het gevolg de


155. Welke voor- eu waren van
gebruikelijke wijze

van aanstelling van desahoofden (bekrachtiging der volkskeuze).

Ba n
d o e n g.

Een voordeel is ’t meerdere vertrouwen dat een volks-candidaat onder de bevol-

heeft. Al door volkskeuze dikwijls (dun wel meestal) indolente,


king verkreeg men

het de of in als in de Preanger


weinig zelfstandige personen, blijft vraag gemeenten, en

bestaande orde zaken, menschen als desabestuurders niet


bij de hier van geslepen meer

zouden stichten. Voeren eerstbedoelde indolente lieden niet veel


kwaad dan goed goeds

uit, veel kwaad deden zij nog


minder. Desabestuurders bij volkskeuze in de Preanger
hun laksheid niet voldoende zorg dragen voor de naleving van bestuurs-
mogen wegens

voorschriften als ’t verrichten heeren-, desa- cultuurdiensten, zullen door


bijv. van en
zij
hun mindere sluwheid macht minder aanleiding ontevredenheid,
en
geringere geven
tot

Voordat in de bestaande al
tweedracht, corruptie en bedriegelijke pructijken. te
geringe
inkomsten der desabestuurders afdoende in voorzien, zullen bestuurscandidaten tegenover

betere zorg voor naleving van bestuursvoorschriften meerdere geschiktheid betoonen om

koste den kleinen hun kort inkomsten vullen. Vooral


ten van man te aan
wettige aan te

’t Inlandsch
in een
streek als de
Preanger, waar ambtenaars-personeel over ’t
algemeen
alles behalve uitmunt in plichtsbesef, voorzichtig de aanstelling
ijver en
zij men met van

minder domme maar desniettemin even slecht bezoldigde desabestuurders.

Tj ia n d joer.

Een voordeel keuze is ’t hebben hoofd, dat bekend met de desa


van eigen van een

hare inwoners ’t districts- of onderdistrictshoofd is. ’t Nadeel


en en geen gunsteling van

is, dat vaak wordt gekozen, zonder durf treden


een te
meegaand persoon om op te en

zonder de goede uitvoering bevelen


geschiktheid om voor van
gegeven
te
zorgen.

Soekaboemi.

’t Groote nadeel is, dat men dikwijls weinig zelfstandige personen als desahoofd

die den leiband der


krijgt, aan loopen van
eenige invloedrijke en
gegoede ingezetenen
desa. Het echter ook wel dat die desahoofden zich langza-
gebeurt na
verloop van
tijd,
zich doch dat
merhand ook tegen die rijken durven verzetten en laten gelden; zijn
als
uitzonderingen. Overigens Bandoeng.
120

S o e m e d a ii g.

Dat, niet altijd de desahoofd


meest
geschikte persoon tot wordt gekozen.

Li mban ga n.

der volkskeuze
Bij bekrachtiging heeft men de meeste kans dat iemand gekozen
wordt die 1" is; 2° door het
gegoed meerendeel der
desagenooten gezien en bemind is en

de kan
gemakkelijker verantwoordelijkheid dragen met
geringe middelen. Een enkele

maal kiest wel doch dit behoort


men een
zwakkeling; tot de zeldzaamheden. Eerbiedigt
men niet de volkskeuze, en deze gepaard met een tactvol beleid van de commissie, dan

heeft kans, dat de den


men
verantwoordelijkheid van
goeden gang van zaken te veel

drukt op de schouders van


’t districts- of ’t onderdistrictshoofd.

Soekapoe r a.

Gewoonlijk wordt iemand tot loerah wien verwacht wordt dat


gekozen, van
hij
voortvarend zal optreden, (zie antwoord bij Hoe luier is hoe
vraag hij en meer
hij
de bevelen verwaarloost, hoe liever dit de
gegeven bevolking is; en bij de keuze wordt

hiermede rekening gehouden.

15G. Is liet tot breideling machtsmisbruik


wenschelijk om van der desa-

hoofden de benoeming desabestunrsleden door de leden der ge-


van
bij verkiezing
meente te doen plaats hebben en de gemeente meer invloed te geven op den gang

zaken? welke zulks kunnen


van Op wijze zon
geschieden? (')

Bando e n g.

den worde dat zonder inkomsten der desa-


Op voorgrond gesteld, verbetering van

bestuurders, candidaten beter Wordt ’t ambt door


geen van
gehalte te
krijgen zijn.
betere bezoldiging gesteld, dan verdient het
meer op prijs ontegenzeggelijk aanbeveling,
de invloed te den zaken. De kan
gemeente meer
geven op gang van
wijze waarop zulks
wordt als die
geschieden aangegeven aan voorwaarde voldaan is. Men wachte af hoe

’t zich verder zal ontwikkelen, ook in verband de


gemeentewezen met
oprichting en

de der In worde dat alle


werking desaloemboengs. beginsel aangenomen,
te treffen

’t ’t desaverband
maatregelen moeten gegrond zijn op beginsel om zooveel mogelijk
sterken de hoe hoe invloed den der
te en gemeente langer meer te
geven op gang

zaken. Dit laatste geschiede natuurlijk zeer


geleidelijk. Voorloopig zal zelfs moeilijk
iets in die kunnen worden. Alles stuit af
van belang richting gedaan op gebrek aan

dat de
fondsen. Overigens zij aangestipt leden van het desabestuur onder ’t tegenwoordig
stelsel worden door ’t desahoofd in de der desa. Kende
gekozen overleg met
ingezetenen
reeds den ’t recht hun dan dit
men nu
ingezetenen toe
gemeentebestuurders te kiezen, zou

slechts leiden tot vermeerdering van formaliteiten zonder in den eigenlijken van
gang
zaken beteekenis Inderdaad het
verandering van eenige aan te brengen. zou blijven
het is I. enkele individuen door ’t desahoofd in
wat n.
overreding van
overleg met een

kleine invloedrijken als bestuurder treden. Daar de


groep van om op te verkiezing van

desahoofden reeds moeilijkheden is het den bestaanden


met
gepaard gaat, wenschelijker
toestand (waarbij de aanstelling der desabestunrsleden door ’t desahoofd
geschiedt met

’t betrokken
goedvinden van districtshoofd) voorloopig te bestendigen.

ï j i a n dj o e r.

Hier is het reeds dat de


gebruikelijk, kampoenghoofden, op aanwijzing der kampoeng-
door ’t desahoofd worden voorgedragen poendoeh den wedana die
genooten, voor
bij
aanstelt. De oeloe-desa worden door
hem desaschrijver, politie-desa en het desahoofd

de keuze door den Machts-


gekozen, van desa-geestelijke geschiedt districts-pengoeloe.
misbruik van desahoofden komt niet veel voor.

Soeka b o e m i

Reeds nu worden in den regel de desabestunrsleden gekozen door ’t desahoofd in

de d. wie zich desabestuurder


overleg met
ingezetenen; w. z. men
vraagt op neemt om

te worden, omdat het de geringe inkomsten een weinig begeerd ambt is.
wegens

(1) Volgens 2 der Inlandsche 1906 No, 83) bepaalt’t hoofd


art. gerneente-ordonnantie (stbl. van

gewestelijk bestuur de verdere samenstelling ’t desabestuur blijft de aanstellingen ontslag


van en
wijze van

der leden van dat bestuur, buiten ’t desahoofd, aan ’t plaatselijk gebruik overgelaten. Reeds sedert

onderzoek de verplichte diensten Java Madoera (1888 werden bij residents besluit
’t naar
op en
1892)
gewestelijke regelingen gemaakt tot vaststelling van ’t aantal leden van ’t desabestuur en hun aan-

de invloed werd. Aant. v.d.h.


stelling, waarbij aan gemeenteleden eenigen daarop gegeven
12
Indien aan de desabestuursieden betere inkomsten gewaarborgd waren, waardoor

de worden, verdient het


betrekking meer
gewensebt en op prijs gesteld zou aanbeveling
om de desabestuurders uitsluitend door de leden der te doen kiezen. De
gemeente

desa is hier overal in afwisselend aantal onderdeden kokolotans


een verdeeld,

geheeten, kokolot-kampoeng Verschillende


waarover een z. g. staat.
kampoengs vor-

men een kokolotan. Zoo’n kokolot-kampoeng zou dan natuurlijk uitsluitend door de

de kokolotan worden, evenals de


ingezetenen van
gekozen moeten
kokolot-politie. De

gemeente meer invloed te den zaken wordt als niet


geven op gang van voor nog noodig

geacht. Krijgen de
kokolot-kampoeng en
kokolot-politie een goede betaling en worden

uitsluitend door de der kokolotan dan kan de


zij ingezetenen gekozen, bevolking daarmede
reeds van zelf meerderen invloed op den gang van zaken uitoefenen, vooral indien de desa.

loemboeng-instellingen zich langzamerhand gaan ontwikkelen en het alzoo van steeds grooter

zal worden de vertrouwbare


belang voor ingezetenen om desabestuurders te kiezen. On-

zal de
getwijfeld desa-loemboeng-instelling een machtige steun
zijn om de bevolking te doen

leeren inzien hoe het haar is vertrouwbare


van
groot belang voor om goede en desa-

bestuurders te krijgen.

Soe med an g,

Dit betrekkelijk baten. Wanneer desahoofd invloed


zou weinig een heeft op de

dan worden ook door haar desabestuursieden


bevolking, tot
gekozen die
personen, welke

daarvoor ’t heeft.
hij op oog

Limba n
g
a n.

In algemeenen zin is dat niet wenschelijk, omdat de macht van


’t desahoofd

daardoor verminderd wordt. De bevestiging der kampoeng-hoofden door het districts- of

onderdistrictshoofd wordt een voldoende waarborg geacht tegen nepotisme, of onachtzaamheid

de keuze
bij van
personen.

Soeka p o e r a

Ingevolge art. 2 van ’s residents besluit van 23 Mei 1891 No. 3707,16 worden de leden

’t desabestuur in de door ’t desahoofd


van
overleg met
kiesgerechtigden gekozen en

ontslagen, onder nadere bekrachtiging van ’t betrokken districtshoofd, dat van de namen

der desabestuurders de redenen hun in


en van van
ontslag aanteekening houdt een register.
Ju de is de loerah de
practijk dikwijls eenige die met een en ander bemoeiënis heeft.

Meer toezicht is hiernaar wordt Meer invloed


gewenscht en
gestreefd. op
den gang van

zaken kan worden de der


verwacht, wanneer
instelling desa-loemboengs naar wensch

slaagt en er een gemeentekas is gevormd, waarover ton bate van de desa kan worden beschikt.

157. Komt het veel voor dat desahoofden’t verhuizen hunner


onderhoorigen
Zoo waarom?
tegengaan? Ja,

B d
a n o e n
g Tjiandjoer Soemedang Li m bang a n

Voor zoover bekend, komt dit niet voor.

Soek a
boe m i.

Zoo goed als nooit

Soek a era.
po

Alleen dan, de verhuizende


wanneer
personen belastingschuldigen zijn, die het door

hen niet
verschuldigde nog aangezuiverd hebben.

158. Worden de ambtsvelden voor eigen rekening of risico bewerkt, zoo

ja, hoe wordt in de werkkrachten voorzien?

Bando e n g.

Ambtsvelden bestaan hier niet. De ’t desahoofd in


aan
eigendom behoorende gronden
worden vaak door bewerkt, de
zijn desagenooten waartoe bevolking zich
genegen
heeft

verklaard, wat door de kommissie bij ’t der


proces-verbaal desaverkiezing bevestigd is.

Deze diensten, ten behoeve ’t desahoofd, de sambatan- koedoeran-


van
zijn z. g. en

diensten. het onderzoek den


(Zie eindverslag over
naar druk der desadiensten).

Tjiandjoer Soekaboe m i.

Ambtsvelden zijn hier niet


122

Soeme d a n g,

De enkele nmbtsvelden, die hier worden door de bevolking bewerkt nis hulp
zijn,
wordt door ’t desahoofd verstrekt.
betoon (hirasan of rempoegan). Hierbij voeding

Limba n g a n.

echter de door de
Als boven; meer geschiedt bewerking pantjéns.

Soek a p o era.

De tanah ruhab of in kosten ’t


noenggal djambe Tjiawi en
Indihiang, worden op van

desabestuur bewerkt. Alleen wanneer’t desahoofd of’t desabestuurslid, aan wien’t arnbtsveld

verzoekt, wordt de tanah rahab door deze kosteloos


toegewezen is,
de bevolking om hulp
<
In bestaan slechts in i desa’s ambtsvelden. Deze worden door de desa-
bewerkt. Bandjar
bewerkt In in desa’s ambtsvelden
dienstplichtigen (rempoegan desa). Tradjoe zijn eenige
uit Deze worden door de bewerkt. Worden
gevormd woeste gronden. desadienstplichtigen
deze gronden voortbrengend (ze zijn met thee beplant), dan
ligt het in de bedoeling om

de in verminderen.
bijdragen voor pantjèns verhouding te

159. Komt liet veel voor dat Inlaiulsclie bestuursambtenaren, door ge-

bun ressort in het bezit komen ?


bruikmaken van een strooman, binnen van gronden

Bando e n g.

Werd niet geconstateerd, maar zal hier en daar wel voorkomen

T —Soekaboemi
j i a n
dj o e r
Soemedang

Tot dusverre werd dit niet waargenomen

Limba n g a n

dat Inlandsche ambtenaren binnen hun ressort


Het komt wel voor gronden koopen

bloedverwanten; niet in die dat het


door bemiddeling hunner maar mate, een
algemeen

voorkomend kwaad kan genoemd worden.

Soek a p o e ra.

Zulks komt enkele maal wedana’s Bandjar, een


een voor, bijv. van
vorige van

vorige tjamat van Paroengponteng.

dat in streken of
160.
Zijn er
gevallen bekend, zij waar
irrigatiewerken
hunne misbruik maken goedkoop
spoorwegen in voorbereiding zijn van positie om

in ’t bezit van gronden te komen !

B a n
d o
Li m bang a n.
eng

Neen

Tjiand j o e r.

Inlandsche ambtenaren de de Thihea-


Neen. Hoewel verscheidene na
voltooiing van

werken van de gelegenheid gebruik maakten om


sawah’s in het Ijihea-gebied te verkrijgen.

Soeka boe rn i.

in De
Bevloeiingswerken of spoorwegen zijn hier niet voorbereiding. aanleg van

is daarom-
den
spoorweg van Buitenzorg naar Tjiandjoer en Bandoeng te lang geleden om

trent te kunnen leveren.


nog gegevens

Soeme d n n g.

baoe’s 4 baoe’s 33 baoe’s tuinen 10


Neen. Hier belmoren 158 sawah, tegalan, en

baoe’s erven aan verschillende nog


in dienst zijnde ambtenaren toe. Dit bezit dagteekent

verbod bestond bij ambtenaren.


nog van den tijd toen er nog geen
van
grondbezit

Soekapoera.

de den
Een der
vorige wedana’s van
Bandjar had bij opening van spoorweg naar

de halte wist het daarheen


Maos ’t oog
laten vallen
op gronden nabij Langen. Hij te

werden
leiden, dat die gronden van een destijds gedane erfpachts-aanvrage uitgesloten

pensionneering zelf in erfelijk individueel bezit. Wegens clandestiene


en vroeg ze na
zijn
staatsdomein is een ander der gepensionneerde wedana’s van Bandjar
ontginning van

met krakal gestraft.


123

161. Komt het veel voor, dat zij communale gronden door hun invloed aan

of te doen
de verdeeling onttrekken om daarvan bedekt het
gebruik te genieten

door familieleden?
genieten

In dit communale gronden.


gewest zijn geen

gekend in de
162. Werden de regenten gehoord en voor bevolking belang-

als: invoering de opiumregie in vroeger verboden kringen,


rijke vraagstukken van

in de landrente en
aanleg van irrigatiewerken, voorbereiding van een
aanslag

bedrijfsbelasting, aanvragen om erfpacht, concessies voor landelijke ondernemingen,

trams-ontginning ten algemeenen


nutte op groote schaal en dergelijke?

Baodo e n g.

erfpacht, aanslag in de bedrijfsbelasting, concessie voor landelijke


Bij aanvragen van

werd de niet
ondernemingen of trams en
onteigening van gronden, regent gehoord Bij

zaken wel. De kohieren ’t hoofdgeld en de verzamelstaten der


andere gewoonlijk van

landrente worden door den regent mede onderteekend.

fjiandjoer

Niet Waar ’t hooren den regent niet bepaald voorgeschreven is, wordt
altijd. van

dat het noodig geoordeeld wordt dat te vernemen.


zijn advies alleen gevraagd in gevallen,

Soekaboemi

Soekaboemi wordt zelden in


De regent van Tjiandjoer (waaronder ook ressorteert),
Wel de zelfstan-
belangrijke bestuursaangelegenheden of gewichtige vraagstukken gekend.

patih Soekaboemi, die nooit daarin wordt voorbij gezien. Aanvragen van erfpacht
dige van

evenwel buiten hem daar de betrokken wedana reeds deel uitmaakt van de
gaan om,

hoofdzakelijk door de commissie ter plaatse


commissie van onderzoek en deze aangelegenheid
de lid uit de commissie
uitgemaakt moet worden. Tot in 1904 maakte patih van tot

1905 werd benoemd waarnemend lid.


aanslag in de bedrijfsbelasting. Alleen voor hij tot

S o em e
d a n g.

in de de
,1a; met uitzondering van den aanslag bedrijfsbelasting en
erfpachts-aan vragen.

Limba n g a n.

in zaken door den assistent-resident of door de controleurs namens


Ja; belangrijke
dezen.

Soekap o e r a.

ook in in de administratieve
Ja; behalve de in de
vraag genoemde, wijziging
in desa-dienst-, koffie-cultuur,
indeeling der districten, aanleg van bevloeimgs-werken

oprichting hulp-credietbanken en desa-loemboengs, enz., enz.

het Inlandsch bestuur ten behoeve der belasting-


163. Komt pressie van

inning veel voor? Worden hierdoor de loonen en


de grondhuurprijzen gedrukt?

B andoen g.

invloed loonen
Dit kwam wel eens voor,
docli had geen op en grondhuurprijzen.

T j i a n dj oer.

wordt dat de bevolking haar belasting betaalt


Neen. Wel er voor gezorgd wanneer

daartoe ’t best in staat is.


zij

S o e k a b o e m i —-Soemedang.

Neen, daarvan is niets bekend

Limba n g a n.

gevolgen heeft dit nooit gehad. De


Ja, waar slecht betaald wordt. Schadelijke

loonen en grondhuurprijzen werden er niet door gedrukt.

o e r
Soekap a.

ambtenaren uitgeoefend de land


Neen; alleen wordt door de Inlandsche pressie om

Inlandsche ambtenaren geïnd te


krijgen.
rente voor gronden van gewezen
124

I(>4. Kwam ’t Europeesch bestuur steeds in voldoende mate voor de


op
rechten der Inlandsche bevolking en beschermde zij die tegen machtige invloeden ?
Feiten vermelden.

Ba ndoe
n g.
o

Ja; bedoelde machtige invloeden komen echter hier niet voor.

Tjiandjoer Soe m e d;i n g.

Voor zoover bekend, wel. Feiten kunnen niet genoemd worden

S o ek a
b o e m
i.

Ja. Feiten kunnen


(‘) ecliter niet
genoemd worden. Machtige invloeden, gericht
tegen de rechten der
bevolking, zijn er niet in deze afdeeling.

Limba n g a n.

Ja Dit
; waar
noodig. kwam meermalen te bij de bibitteelt
pas (inzonderheid bij
leveringscontracten), water-gebruik en loonquaesties

Soek a p o e ra

Indien t bekend raakte dat de Inlandsche werd


bevolking te korf gedaan door
b.ue hoofden, werd
daartegen dadelijk streng opgetreden. De wedana van Sircjapnrnci
en de assistent-wedana s van
Ijisaat en van
Paroengponteng werden onlangs deswege
ontslagen of
gepensionneerd. Meerdere desahoofden werden ook terzake ontslagen.

105. Komt het veel voor dat de bemiddelde Inlander bloot staat aau vexaties

yau de desahoofden, Inlandsche


lagere of Europeesche beambten, z. a.
’t leenen

\an geld zonder ’t


terugbetaling, koopen op crediet zonder betaling enz.?

Bando e n g.

Klachten daaromtrent werden betrekkelijk weinig vernomen

I
j ia n dj o e r Soemedang Li m b a n g a n

.Neen

Soekaboemi

Dei
gelijke gevallen komen zelden voor en worden bijna altijd kennis
zeer
spoedig ter

gebracht van ’t
Europeesch bestuur middels anonieme klachten. Een enkele maal kwam
het dat desahoofden leenden
voor, geld van
gegoede ingezetenen der desa niet
en terugbe-
taalden, dan wel onder
geld opnamen verband van hun huis of hun grond dien
en
grond
of dat huis later aan een ander verkochten.

S o e k a p o e ra.

Vexaties door loer,ah s en komen


oppassers herhaaldelijk voor.
Dikwijls wordt

echter ter zake voldoend


geen bewijs ontvangen.

1M). lalt iu
er
streken, waar de zending vasten voet gekregen heeft,
meerdere welvaart te constateeren? Zoo ja, waaruit
blijkt het, waaraan is dat
te danken?

11 elke
nadeelige invloeden de welvaart hebben de weten
op zendelingen
weg te nemen ?

Bandoeng—T j i a n dj o e r

De zending heeft hier nog geen vasten voet


gekregen, ’t Aantal
proselieten is nog
gering.

S o e k a boem i.

Als Te
voren.
Pëngharëpan (onderdistrict Tjikembar, Tjimahi) bestaat een kleine
zendmgsgemeente, gevestigd op een
erfpachtsperceel, dat toebehoort aan de Nederlandsche

zending-vereer.iging te Botterdam en 157 baoe’s is. Een der


groot groot gedeelte opge-
zetenen, die allen stukjes grond in bruikleen hebben, is christen. In 1888 werd deze
kolonie doch daar
gevestigd, ze zeer klein is
nog en
tamelijk afgezonderd op een erfpachts-
land
gevestigd is, oefent
zij niet den minsten invloed uit de
op omgeving, laat staan op
de algemeene welvaart.

(1) Aanteekoning van ’t kommissielid Mundt


«Zulks is in de
zuidelijke districten door het gebrek aan controle in den
regel een wassen neus

£*££££ - 2
125

Soemed ;i ng,

Alleen de desa is hier


in
Tjisalak een
bij-gemeente, tellende 3ö lidmaten en behoorendc
tot f den
ressoi't van
zendeling-leeraar te
Tjidffrës (Madjalëngka).

L i m ba n n.

Ken zendingsschool is Garoet Deze


er Ie
gevestigd. beeft invloed
nog geen gehad
op de omgeving en wordt uitsluitend benut Chineezeu
om te bekeeren.

Soekupoera

Kr is hier één zendingsschool en een gering aantal


christenen, die niet tot de beste
der Jnlandsche of Chineesche
maatschappij behooren. De worden
meesten
christen, niet
mt
overtuiging, daar abstracte
begrippen niet In hun
gemoed kunnen
doordringen, maar

nut bij-oogrneiken. Zij worden door hun mohamedaansche niet


rasgenooien geëerd, daar
zich meestal niet door
zij een
voorbeeldig gedrag onderscheiden. De hier bescheiden
zendeling deed tot dusver niets dan de school voortzetten ’t bestuur
en tegen intrigeeren;
wellicht uit nog onvoldoende bekendheid de
met toestanden de
en
begrippen der bevolking.
Voor de
zending zijn noodig: hoog ontwikkelden van geest met ruimen blik en milde
beginselen van verdraagzaamheid.

K)7.
Zijn er mingegoede Europeanen in de desa Hebben
gevestigd? zij
wettig of grondbezit?
onwettig Hoe voorzien
zij in hun onderhoud? Hebben
zij een gunstigen ot
ongunstigeu invloed hun Inlandsclie
op omgeving? Toe-
lichten en aantonnen.

B a ii d o e n
g.

Mingegoede Europeanen, meestal


gegageerde militairen, worden In de desa wei
aangetroffen. Gewoonlijk hebben
zij in zoover
onwettig grondbezit, dat zij daartoe hun
huishoudsters als naamleenster gebruiken. Over ’t
algemeen merkt men
weinig van

hun invloed. Kr die vaak


zijn er echter, weigeren hun ’t
belasting op grondbezit rusten-

de, te betalen, wel


wat eens
moeilijkheden geeft. Enkelen bestaan van kleinen landbouw en

opkoop van
voortbrengselen. Sommigen drijven woekerhandel; doch zelden
op groote schaal,
daar zelf
zij gewoonlijk te weinig bezitten. De
overtuiging bestaat dat van voor-
geven
schotten te veld staande
op gewassen enkelen hunner niet vreemd is. Zij zijn te
weinig
ui
getal om een bepaald gunstigen of
ongunstigen invloed op hun Inlandsche
omgeving
uit te oefenen

T i
j a n dj o e r.

Ijihea. Hier zijn vijf Europeanen gevestigd, die


gronden bezitten op naam van hun
Inlandsche huishoudsters.
Zij voorzien In hun onderhoud door landbouw die
op
gi
ouden. Ken enkele dóór hem zelf te bewerken; de
overige door dien grond te

verhuren of te laten bewerken door koeli’s. Eén zet ook uit


geld tegen rente.

Aan invloed hun


eenigen op omgeving is weinig te merken.

Tjipoetri. Hier wonen twee mingegoede Europeanen, beide


gegageerde militairen.
Zij leven met huishoudsters, die in ’t bezit
zijn van een kleine uitgestrektheid drogen
welker
grond met
opbrengst, vermeerderd met hun in hun levensonderhoud
gagement, zij
voorzien. Van eenigen invloed hun
op omgeving is
weinig te merken.

Soekab o e m i.

In
Goenoeng zijn er enkelen
parang gevestigd, voornamelijk gegageerde militairen
die Inlandsche
met huishoudsters levende, van hun bestaan.
gagement Zij hebben niets
meer dan stukje
een
grond, waarop een
huisje, dat ten
name van hun huishoudster staat
Ook Tjiljoeroeg,
in Tjiheulang en Tjimnhi zijn er enkelen. oefenen
Zij niet den minsten
invloed uit hun
op omgeving leven
en
rustig en kalm. In
Tjiheulang zijn er een paai-
en te Tjidjangkar ( Üjampangtengah ) is er die
een, wettig grondbezit hebben (erfpacht of
bruikleen) ter
uitoefening van den kleinen landbouw. Van eenigen invloed
op hun omge-

ving is niets te merken.

Soemedan
g.

Ja; doch slechts enkelen, die door kleinen landbouw in hun onderhoud voorzien-
\an invloed hun
eenigen op omgeving is niets te
bespeuren, daar
zij daarin geheel opgaan.

L i m ba n ga n.

Te Garoet
zijn er
eenigen gevestigd, te Tjiseroepan (. Panèmbong ) 1; te Pasirkiamis
{Timbanganten) 3; te Lélès {Tjikemboelan) I; te
Bloeboertimbangan (district van dien
naam)
126

1 en te Tjikadjang en Tjikondang ( Batoewangi ) 3. Deze lieden zijn met hun Inlandsche

maken gronden, de
familieleden in
genoemde plaatsen gevestigd en gebruik van waarvan

huishoudsters of bedienden. houden zich land-


landrente betaald wordt door Zij bezig met

bouw, jacht, paardenverhuur, theehandel enz. De meesten hebben een ongunstiger) invloed

hun omdat maatschappelijk sterker zijn, maar gewoonlijk ontevreden, en


op omgeving, zij
eerbare houden in hun levensonderhoud te voorzien.
niet steeds practijken er
op na om

teekenen dan
Met Inlanders spelen, hen kwitantiën doen van grootero bedragen wat

hebben, eigendunkelijk en hooghartig optreden, zijn eenige feiten, waarop


ze ontvangen

gewezen- kan worden.

Soek a poera.

hebben zich in enkele desa’s Pasir-


Sedert korten
tijd er een paar gevestigd van

hebben Inlanders. Zij genieten een


pandjanij, waar zij onwettig grondbezit op
naam van

klein gagement in hoofdzaak leven. Van eenigen invloed door hen de bevolking
waarvan
zij op

werd Een gepensionneerde klerk bezit sawah’s naam


uitgeoefend, weinig bespeurd. op

echtgenoote, een Inlandsche, die sawah’s bezat of


verkreeg vóór haar huwelijk.
zijner
kan niet hem worden.
Daar de wet hierin niet voorziet, tegen opgetreden

De der w e.s tel ij k e kommissie, controleur P. K. W. Ken n,


secretaris ge

te e k en t
h ierb ij aan:

verschillend zie 8.8., dl. 2-4, bldz. '126.”


«Hierover ') wordt gedacht, tijdschrift

1(58, Welke waren de voor- en uadeeleu voor de bevolking van het verblijf
in bet binnenland?
van Treemde-Oosterlingen

Ba n
d o e n g.

Vreernde-Oosterlingen in ’t binnenland, uitgezonderd:


In deze afdeeling wonen
geen

afdeelingshoofdplaats Tjitjalèngka, die zich daar bezig houden


a. de Chineezen ter voormalige
der de Inlandsche
met handel, winkelnering en opkoop voortbrengselen van bevolking.
wel veel voordeel, doch bekend, nadeel aan de be-
Hun verblijf biedt voor zoover geen

de cassave-molens. Indien al
volking. b. Eenige weinige Chineezen op rijstpel- en zij eenig

door ’t voorschotten te veld staand dan


nadeel berokkenen geven van op gewas, weegt
de voordeelen, veroorzaakt door van
dit in de verste verte niet op tegen groote opkoop
werklieden
’t te verwerken product, c. Enkele Chineezen op een erfpachtsperceel waar
zij

noch noch nadeel veroorzaken voor de bevolking, d. Eenige Chineesche


zijn en voor-,

werkzaam bij den


aanleg van
de
spoorlijn, Krawang Padalarang. Hun verblijf
werklieden,
Een Chineesche hoefsmid met
zijn hulppersoneel ter hoofd-
is echter tijdelijk, e. ijzer- en

Soreang. Hij biedt der bevolking


meer voordeel dan nadeel aan De
talrijke Chineezen,
plaats
de in
te Bandoeng en Tjitjalèngka gevestigd, kunnen slechts, voorzien van
passen, pasar’s

handelaars leveren vele voordeelen


’t binnenland bezoeken. Als en
opkoopers zij op.

ïj ian dj oer

Chineezen in ’t binnenland, ’t district


Er eenige tientallen met
uitzondering van
zijn
als administrateur of opziener een onderneming, hetzij als
Tjidamar ,
woonachtig, hetzij op

de is. Nimmer
of ambachtsman, wier verblijf voor bevolking voordeelig
rijstpelmolenaar
nadeel de berokkende. Onderzoeken wezen uit, dat
bleek dat dat verblijf aan
bevolking er

die voorschotten veld staand Wel


onder de Chineezen geen zijn op een te gewas geven.

later leveren doch


betalen sommen geld uit aan rijke grondbezitters voor te
padi;
zij
eerst bij den oogst
de marktwaaide te bepalen.
tegen prijzen

Soeka bo emi

Soekaboemi, alleen
Behalve ter hoofdplaats zijn nog Vreernde-Oosterlingen gevestigd

Paroengkoeda, Tjitjoeroeg en op
verschillende erfpachtsperceelen en op enkele
te Tjibadak,
Soekaradja Tjimahi. Ook
rijstpelmolens, n.l. te Tjisande ( Tjiheulanq ), en
zijn er een paar

Chineesche Tjidjambe, cacaoland


die erfpachter zijn, bijv. de erfpachter van een peper en

ook
die van de perceeltjes Lahardja
en
Logendria ( Pelaboehan), welke met peper en
en

De Chineezen de overige erfpachtsperceelen drijven geen handel,


kapok beplant zijn. op

werkzaam als kassier, metselaar, timmerman, machinist, fabrieks-opzichter enz.


maar zijn
Verscheidene hunner zijn reeds tientallen jaren op de ondernemingen en er geboren.

handel. Van de dezer Chineezen


Ook de Chineesche erfpachters drijven geen vestiging
behalve dat
ondervindt de bevolking geen belangrijke nadeelen, zij als mededingers optreden
Voordeelen heeft de de Chineesche
va n de Inlandsche ambachtslieden. bevolking van

wier landen loonende arbeid is te vinden. Ook van de Chineesche


erfpachters, op

heeft de bevolking voordeelen, waar tegenover geen


nadeelen staan. Op
rijstpelmolens

’t grondbezit Inlandsche haar huwelijk met een


i) N.l. over voortduring van eener na

Aant. v. d. hew.
Europeaan.
127

die molens kan de landbouwer gemakkelijk en


tegen hooge prijzen zijn te veel

de hand doen. Dat de afzetten


aan padi van zij bevolking of bedriegen of voorschot (')
’t komt niet daar wel dat hun dan
op gewas geven, voor,
zij weten vergunning inge-
trokken zou kunnen worden. Ken enkele maal werd wel eens
’t met valsche
wegen

vermoed, doch de bemerkt iets


gewichten bevolking zoo zeer spoedig en verkoopt dan de

padi anderen rijstpelmolenaar Ook de Chineezen-vestiging


aan een van te Tjibadak,
bestaande uit toko- heeft de
en waroenghouders, bevolking voordeel, daar
zij
allerlei

handelswaren en
huishoudelijke benoodigdheden aldaar zéér kan
tegen lagen prijs koopen.
woonde Chinees Tan Ek
Eenige jaren geleden er een met name te Maniok
nabij Pelaboe-
han, die de de daar
overvaart over
Tjimandiri gepacht en tevens een toko geopend had.

Sinds vergunning aldaar werd ’t den


zijn om te wonen ingetrokken bij afloopen van

de nieuwe reeds hem toko


pachttermijn (terwijl pacht aan was
toegewezen) en hij zijn
allo
dus moest opheffen, zijn benoodigdheden, vroeger
in die toko te krijgen, merkbaar

duurder daar de Inlandsche tokohouders Pelaboehan


geworden, te dadelijk hunne prijzen
Al die enkele daarmede voordeel hebben
opsloegen. mogen waroenghouders gehad, ’t

der evenwel is ’t slachtoffer daar het die


gros bevolking er ongetwijfeld van, zij zijn,
betalen.
hoogero prijzen moeten

De Chineesche Paroengkoeda, bestaande uit paar Chineesche


vestiging te een gezinnen,

lijdt een armoedig bestaan, zij zijn transportaannemers van de


ondernemingen Parakansalak
en Moendjoel en hebben een kleine waroeng geopend. Van voor- of nadeelen voor de

is Te is Chineesche Die molen is


bevolking geen sprake. Tjitjoeroeg een rijstpelmolenaar.
slechts hoofdverdienste heeft den uit
bijzaak. Zijn hij met verkoop van rijst (welke hij
de in den schralen Daar
Tjiandjoer betrekt) aan bevolking tijd. zijn rijstprijzen zeer laag

zijn, is zijn vestiging daar eer een voor- dan een nadeel voor de bevolking. Omdat hij

zijn voorraden tegelijk betrekt, kan mededingen de


rijst bij groote hij gemakkelijk met

Inlandsche uit ’t Buitenzorgsche. alleen Van slechte


rijstverkoopers 11ij verkoopt a contant.

is het bestuur nimmer iets gebleken.


practijken
Omtrent de voordeelen eventueele Chineesche opkoopers
groote van
vestigingen van

in de binnenlanden, zie hoofdstuk Handel


bij en Nijverheid.

Aanteekëning van
’t, kommissielid Mundt

»Het dier Inlandsche tokohouders allen zetbazen Ghineezen


gros zijn nagenoeg van

te Soekaboemi.”

Soemedan g.

worden hier slechts in kleinen


Vreemde-Oosterlingen ter
hoofdplaats en getale
aangetroffen.
Limba n g a n

In ’t binnenland dezer afdeeling wonen geen Vreemde-Oosterlingen.

So e k apoera

slechts in de hen bestemde


Vreemde-Oosterlingen wonen voor
wijken en
(lijdelijk)
In de binnenlanden niet
op eenige erfpachtsperceelen. zijn ze
gevestigd.

IBM. Welke zijn de gevolgen van den onvoldoenden invloed van liet In-

landsche vooral het desabestuur op buiten het desa-


bestuur, Inlanders, eigenlijk
verband in in
staande, bijv. op erfpachtsperceelen, fabriekskampoengs, kota’s, op

erven van Europeanen, Vreemde-Oosterlingen enz., o. a. ten aanzien van vaccini,

belasting heffing, rechtzaken enz.? Welke maatregelen zouden ten deze te nemen zijn ?

Bandoe n g.

Van onvoldoenden invloed is deze


ten
nog geen sprake

Tjia n dj oer.

’t Inlandsch bestuur heeft ten aanzien van verscheiden zaken bij de Inlanders

buiten het desaverband last dan de andere Inlanders. Bijzondere


eigenlijke meer met

’t Inlandsch
maatregelen worden echter voorloopig niet noodig geacht. Krachtige steun van

bestuur door de ambtenaren reeds veel.


Europeesche helpt

Soekaboemi.

Die gevolgen laten zich weinig voelen. De beheerders der ondernemingen stellen er

allen zelf veel dat de gevaccineerd worden. De bedrijfsbe-


bijna prijs op, opgezetenen

(1) ’t Kommissielid Mondt plaatst bij (1) «drie vraagteekens” en merkt

verder op:
verkochten in wel is geijkte,
«Het is voorgekomen dat Chineesche handelaars hen rijst waar

doch waardoor zich den bodem korst dedek vast


nimmer schoongemaakte gantangmaten, op een

daardoor geregeld één batok gantang minder den kooper werd verstrekt.
zette, en
per aan
128
lasting van de vaste werklieden wordt gewoonlijk door de onderneming betaald. Daarbij

komt, dat de beheerders der in den


erfpachtsperceelen er regel prijs op
stellen op goeden
voet te
blijven met ’t Inlandse!) bestuur. (Zie omtrent de redenen daarvan onder vraag

401, hoofdstuk Handel en Nijverheid).

0 pmer ki ng va n
den voorzitter der af d eoI i ngsk o
mmissie.

’t wenschelijk dat in de
„Wel zou
zijn, tegenwoordige ordonnantie van de bedrijfsbe-
werd dat de beheerders
lasting een bepaling opgenomen, van
particuliere ondernemingen,

gedreven erfpachtsperceelen, verplicht zouden de den


op zijn op wijze en
tijd, door het hoofd
het bestuur onder aanbod eede,
van plaatselijk te
bepalen, van
opgaven
in te dienen van

de (ie inkomsten de
namen, beroepen en
bedrijven en van van bedrijfsbelastingplichtigen,

op
hunne eripachlsgronden gevestigd.”

So emedan
g
O

Ken mindere invloed van ’t Inlandsch bestuur Inlanders, als in de


op vraag bedoeld,
is niet merkbaar, omdat de hier in alle
bevolking opzichten zeer volgzaam is.

Li m
ba
nga n.

’t Inlandsch bestuur ondervond enkele malen in door


moeilijkheden politiezaken,
dien dit steeds krachtig treden
nog
vreest
op te
tegen Europeanen, indien dezen ten onrechte

bedienden of in
opgezetenen bescherming nemen. Altijd moet ’t
Europeesch bestuur ’t

luiandsche het récht of de doen


bijstaan om
verordeningen behoorlijk ’t betrachten. De

voldoende, indien de ambtenaar voldoende


te nemen
maatregelen zijn Kuropeesche wordt

daarop rekenen kan.


gesteund en

Soekap o e r a.

Dank medewerking der erfpachters, doet zich terzake de onvoldoende invloed


zij
’t Inlandsch bestuur Inlanders, buiten het desa-verband staande de
van op eigenlijk op

erfpachtsperceelen, niet 'gevoelen.

170. Hoe geschiedt de aanstelling van hoofden ’t politie-


en
particulier
fahrieks-en
personeel van z. g. perceelkampoengs? Wordt aanstelling van bestuurs-

wege noodig geacht, om welke redenen ?

Ba ndoeng.

Particulier komt hier niet vele


politiepersoneel voor.
Op ondernemingen is de door

den administrateur aangestelde mandoer tevens hoofd de


van koelikampoeng. Aanstelling
wordt niet daar de
van bestuurswege noodig geacht, kans bestaat, dat de administrateurs

der ondernemingen van de bevoegdheid aan die hoofden verleend, misbruik kunnen maken.

ia
Tj ndj oer.

Malèbér, Tjihea. Fabrieks- komen hier niet-voor


en
perceelkampoengs
districten. De
Overige perceel-kampoengs zijn ingedeeld bij een
of onder

’t hoofd ’t
karnpoenggebied, waarvan
nabij perceel woont.
Op enkele
ondernemingen doen
door den wedana dienst.
aangestelde tjentengs

Soekaboemi

alle dienst,
Op ondernemingen zijn z.g. tjentengs in die door den administrateur

worden ’t
aangesteld en die voor
politioneel gedeelte op de onderneming aansprakelijk
voeling houden de desa politie. Aanstelling bestuurswege wordt niet
zijn en met van
noodig
l e
omdat de toestand
geacht, tegenwoordige geen aanleiding geeft tot klachten en 2® omdat

het aanbeveling verdienen die oföcieele


geen zou aan
tjentengs politie-bevoegdheden te

(') De administrateurs zouden zich daardoor maar des


geven. te meer
onafhankelijk van

’t bestuur achten, indien konden beschikken,


zij over
eigen politiepersoneel wat zeer zeker

af en toe aanleiding zou tot minder goede verhoudingen ; terwijl de politiebevoegdheid


geven
die die zich zouden verbeelden alleen
van tjentengs, ondergeschikt te
zijn aan de admini-

zeker misbruiken de dier


strateurs, zeer tot van
zijde tjentengs aanleiding zou geven.

S o e m e d ;i n g.

Zooals de toestand thans is, is een


aanstelling van
bestuurswege van hoofden en

omdat de hier
politiepersoneel geheel overbodig, op voorkomende erfpachtsperceelen slechts
kleine perceelkampoengs zijn. Bij uitbreiding dier is het echter
kampoengs gewenscht
hier hoofden doen aanstellen
voor afzonderlijke van gouvernementswege te en hen
geregeld
de onderdistrictskoempoelans doen einde
te bijwonen, ten
op de
hoogte te blijven van

de bevelen van
’t bestuur.

Noot. van ’t. kommissielid Mündt

«Zulks is ook volmaakt overbodig.”


129

Limba n g a n.

Komt hier niet wordt evenmin


voor en
noodig geacht. De mandoers
opzichters en

handhaven de de
op perceelen dagelijksche orde en
worden, zoo
noodig, door
gesteund
bestuurspersoneel.

Soekupoera.

Particulier
politie-personeel van z.
g.
fabrieks- en
perceelkampoengs is liier de
op

ondernemingen niet wordt ook niet


en
noodig geacht.

!'!• Hoe is de toestand der Inlanders op erfpaclitsperceeleu gevestigd; zijn


er velen onder die
hen, er voor goed gevestigd zijn ouder tot onder
en van
blijven?

Bandoeng Tjiandjoer Soemedang L i m ba ng a n.

ü\ei t
algemeen bevredigend. Zij krijgen een voldoende
maandelijksche bezoldiging.
Deze inkomsten kunnen aangevuld worden door bijverdiensten van vrouw en kinderen,
waartoe de meestal
op perceelen gelegenheid is. Velen hunner zijn er voor
goed gevestigd.
Op de reeds lang beslaande perceelen veel die
zijn er van ouder tot ouder
gebleven zijn.

Soekab o e m
i.

Over algemeen
t
bevredigend. De
opgezetenen in vasten dienst hebben een vol-
doende
maandelijksche bezoldiging, terwijl vrouw kinderen
en er altijd wat
bij kunnen
verdienen. Die niet in vasten dienst den
zijn, verdienen kost met af en toe als koeli te

werken of als
timmerman, metselaar enz.,
dan wel door een te houden.
waroeng (Ver-
gelijk t overzicht van ’t aantal al dan
Inlanders, niet in vasten dienst die
op perceelen
gevestigd enz., bij vraag 415, Hoofdstuk Handel en
Nijverheid). Zij blijven er
dikwijls van ouder
tot ouder, zoodat hun aantal steeds toeneemt, ’t Grootste aantal vindt men op de oude onderne-
mingen Sinagar en Parakansalak. Op Sinagar bedraagt hun aantal 3083, waaronder 759
volwassen de
mannen, terwijl overigen kinderen en vrouwen Van die 759
zijn. mannen

genieten er 591 vaste


een
bezoldiging. Op Parakansalak bedraagt ’t aantal
1588; waar-

onder 083 volwassen wie 571 in


mannen, van vasten dienst De
zijn. bezoldiging be-
draagt van
/ 5 I 7.50 per maand voor de
gewone arbeiders, terwijl de mandoers
natuurlijk een
hoogere bezoldiging hebben (tot f3o f 40 ’s maands). Een schaduw-
zijde is deze, dat als
zij door ziekte of om andere redenen worden
weggejaagd, zij ge-
woonlijk geheel broodeloos
zijn, daar
zij gedurende hun verblijf op de onderneming niet
de minste moeite doen zich
om
grondbezit te
verwerven.


Aantee k i
e n n
g van t kommis s i e I i d Wun d t ;

»Nog nimmer is het


voorgekomen dat dergelijke Inlanders door sziekte” van de

ondernemingen zouden
zijn «weggejaagd”; althans niet in de
afdeeling Soekaboemi.”

Aantee k e n i ’t
n
g van kommissielid van Braam:
«De oudere ondernemingen, vroegere huurlanden geconverteerd in
erfpachtsperceelen,
mogen de inwoners van de
kampoengs op hunne ondernemingen evenmin wegjagen als op
particuliere landerijen (oude erfpachtsregeling)”

Soekapoera.

Van alle
erfpachtsperceelen werden er slechts 2 tiental
een
jaren geleden en
onlangs
in
ernstige exploitatie gebracht; omtrent
vestiging van ouder tot ouder kan niets vermeld
worden.
Op de
onderneming Soekadjadi 78 volwassen
wonen Inlanders en 74 kinderen.
De meesten wonen er sedert
eerst
eenige jaren. Allen
krijgen den
van
erfpachter vrije
en een stuk erf. de
woning Op overige ondernemingen zijn slechts enkele Inlanders
gevestigd. De toestand dezer is ’t
opgezetenen over
algemeen goed.

172. Zijn zulke


er
vestigingen op verlaten
erfpachtsperceelen in stand
gebleven ?

\ et zwaar t hun bevoorrechte positie de lasten der omwonende bevolking?

Bandoeng Soeme tl a n g

Komen hier niet voor.

Tjiandjoer.
Neen.

Soekaboemi

ler z
Ü n
§een vei’laten
erfpachtsperceelen. Wel een
paar teruggegevene, bijv.
Tj'koepa, toebehoorende aan
de cultuur maatschappij Parakansalak. Verschillende opge-
zetenen bleven daar hen ’t
wonen en aan werden door districtshoofd
ontginningsbewijzen
verstrekt, waardoor in ’t
zij erfelijk individueel bezit den
van
grond kwamen. Zij kwamen
daardoor in
geheel denzelfden toestand
tegenover het bestuur als de andere desalieden.
130

L i m ba n n.
ga

Neen. De Brana
perceelen Wangoen Ardja, Eran Oentueng en
Goenoeng Karang
zijn geheel verlaten, ook door de
opgezetenen.

Soekapoera.

De verlaten erfpachtsperceelen onbewoond.


zijn (Wangoenardja). Een 30-tal is

niet in
nog exploitatie. Behalve de bewakers, zijn bier
nog geen
Inlanders gevestigd.

173. Geven door het


gouvernement teruggenomen erfpachtsperceelen een
gun-
stige gelegenheid tot het vestigen Inlandsche
van
nederzettingen, het stichten van

nieuwe dus
desa’s, tot Mnnenlandsche emigratie?

Is dit reeds voorgekomen?

Bandoe ng Soekaboemi

Dergelijke perceelen liggen in den regel te


afgelegen hebben te slechte
en
gronden
om geschikt te
zijn voor binnenlandsche immigratie.

Tj ia nd j oer.

De
teruggegeven perceelen zijn op twee na
bij de boschreserve getrokken. Op
de niet de boschreserve
twee
bij getrokken perceelen zijn eerst onlangs eenige ontginningen
tot stand gebracht.

Soemedang.

L i m ba nga n.

Neen

Soekapoera.

Hier is een in erfpacht I. Pasirsoenda


afgestaan perceel, n.
(district Singaparna),
waarvan t
erfpachtsrecht vervallen is verklaard, ’t
Erfpachtsperceel Wangoenardjo in

’t zelfde district, kon volgens machtiging van den directeur van binnenlandsch bestuur

in 1896 worden Dit is heden nog niet


teruggenomen. tot
geschied. Gunstige gelegenheid
tot
vestiging van Inlandsche nederzettingen bieden deze niet aan.’t
perceelen Erfprachts-
pereeel Pengadaran, in 1898 de
uitgegeven, staat
uitbreiding der desa’s in den omtrek,
in den weg. Herhaaldelijk zijn pogingen aangewend om dat perceel terug te
koopen
doch steeds
tevergeefs. (')

171. Is het de inkomsten


mogelijk der bevolking te verhoogen door aan-

moediging van productieve boomcultuur op terreinen buiten de boschreserveu, die

gewoonlijk braak liggen fcaoutchouc, damar, menjan enz., benevens van die boom-
soorten wier producten voor de Inlandsche markt van waarde zijn)? In hoeverre

kan het boschwezen


en
mag daarbij behulpzaam zijn?

Ba udoeng.
o

De mogelijkheid bestaat; doch de de kans


gelegenheid en van
slagen zijn hier niet
’t Best
groot, ware dergelijke complexen bij ’t boschareaal te trekken en onder toezicht
van ’t boschwezen de doen herbosschen
gronden te met
gewassen als caoutchouc. Dit
herbosschen der
zou bevolking f 30 —f 40 per
H. A.
opbrengen; voorts haar’t recht van

tusschenbeplanting geven en de
gelegenheid aanbieden om met onderhoud van
plantsoenen
ander werk, als ’t
en
aftoppen, veel
geld te verdienen.

Tjiandjoer.

Van zulke
maatregelen wordt niet veel heil verwacht. Zij eindigen met een ge
dwongen cultuur te
scheppen, die
bij de
bevolking gehaat is.

Soekaboemi

Hierin wordt weinig heil


gezien; daar bij de meeste dier cultures te veel
zorg,
zoowel bij inzameling als onderhoud,
bij t vereischt wordt, wil de cultuur
werkelijk voor-

deelig zijn voor de planters. In de dichtbevolkte dezer


gedeelten afdeeling, n. I in Goenoeng-
parang, Tjimahi, 1
jitjoeroeg en Tjiheulang is ’t aantal braakliggende velden bovendien
In de
zeer
gering. zuidelijke districten liggen, wel is
telkenjare
waar groote uitgestrekt-
heden braak,
grond doch dit is een
gevolg van te
overvloedig grondbezit. In deze streken
kan de bevolking bovendien overal
gemakkelijk haar inkomsten vermeerderen door sa wah-

aanleg, terwijl de bevolking in die districten bovendien door de


afgezonderde ligging slechts

bezwaarlijk een voldoend afzetgebied zou vinden voor die boomvoortbrengselen.

(1) Zie Voorstellen der Welvaartkommissie in zake Vervoerwezen, bldz. 29.


Aant v. d.hew.
131

S o e m e d a ii g.

Tot een
dergelijken maatregel behoeft hier, de
men waar
bevolking voldoende
bestaansmiddelen beeft, niet over te
gaan.

Limbangan.

De inkomsten der bevolking zonden


verhoogd kunnen worden, wanneer de ge-
reserveerde weidevelden om de 5 of 10
jaren m bruikleen afgestaan konden worden voor

een of twee jaren, opdat de bevolking er


polowidjo koude Dan zouden
op planten.
die weidevelden ook onderhouden
worden, thans in ’t niet ’t
wat
geheel geval is en daardoor
gewoonlijk voor ’t
beoogde doel onbruikbaar
zijn.

Soekap o e r a.

Daarvan kan alleen heil verwacht worden in de vlakke streken langs de Tjitandoei,
waar caoutchouc zeker uitstekend Het is
zou
slagen. echter beter die streken te reser-

veeren voor de uitbreiding van den sawahbouw. Uit zich zelf zal de
bevolking tot zooda-

nige cultures buiten hare


(uitgestrekte) milikgronden niet licht overgaan. Alleen is
zij er
toe te
krijgen om
langs de
desawegen nuttige hoornen te
planten. Aanplant van
pinang,
soerèn en aren
langs desawegen, heelt hier dan ook
belangrijke
op wijze plaats gehad
en zal zeker strekken tot
verhooging der inkomsten van de bevolking.

Houtvester van West-Preangerr


»Het schijnt ondergeteekende niet
mogelijk de inkomsten der bevolking te ver-

hoogen door
productieve boorncultures anders dan de
wijze, door
op gewone aanplan-
tingen zijdens het boschwezen ander
(of eenig deskundig dienstvak), die overeenkomstig
de voorschriften der
wetenschap worden geëxploiteerd. In het algemeen is de Inlander
hiei niet
nog rijp voor het leiden van een
eenigszins wil
groot bedrijf (en de inkomsten-
verhooging in deze materie van eenige beteekenis zijn, dan moet dit in
groot-bedrijf
geschieden). De enkelen die daar wel
rijp voor zoeken andere die
zijn, wegen naar een

snellere opkomst leiden.”

Houtvester van
Oost-Preanger
Is
t zeer
goed mogelijk de inkomsten der
bevolking door
verhoogen
~
te aanmoe-

diging van
productieve boomcultuur, terreinen buiten de
op boschreserven, die
gewoon-
l'-jk braak ]|
ggen. Dergelijke terreinen belmoren dan echter hij ’t boschareaal te worden
ingelijfd.”

175. Hoeveel hectare het


van
djati- en wildhouthosch komen jaarlijks in

verjonging onder
toepassing der Waldfeldhan-methode?

Ba
ndoeng Limbangan S o e k a p o e r a.

Voor zoover
bekend, komt Waldfeldbau hier niet voor.

Tjiandjoer.

Deze kunnen beter door den


vragen houtvester worden beantwoord. Slechts zij
het
volgende aangeteekend ;

In I is
e.s( i een
uitgestrektheid van + \O baoe’s welke
grond, tot de boschreserve
is getrokken en die aan de bevolking ter
beplanting met
polowidjo is
afgestaan, onder
voorwaarde, dat de
aanplant van wildhout hier door de bevolking geschiedt.
In is
Tjikalong een
uitgestrektheid van 15 H. A. met caoutchouc tusschenbe-
en

plantmg van
polowidjo aangeplant, ’t Voordeel de dat
voor
bevolking is, zij 2—S
jaren
polowidjo kan
planten zonder daarvan belasting te moeten
betalen, welk voordeel echter
moeilijk onder cijfers is te
brengen.

Soekaboemi.

De Waldfeldbau vindt hier


geen (') toepassing.

Soemedang.

In 1902, 1903 en 1904


onderscheidenlijk 15, 40 en 9 H.A

Houtvester van
West-Preanger:
»Er hier eerst sedert
is kort een het
aanvang gemaakt met
beplanten van woest

liggende terreinen in het district


Tjikalong met caoutchouc-leverende gewassen. In 1902

Noot van ’t kommissielid Braam:


van

„Er wordt
Tjipetir
op „Gouvernements Getah-përtjah onderneming” rnet deze methode ge-
tah-perfjah geteeld”.
132

1903/1904 te zomen 10 11. A., in 1904/1905 50 11. A., dit met tusschenbouw van
veld-

wordt hier niet


gewassen. Overigens gecultiveerd.”

Houtvester van Oo s t-P reanger;

»ln ’t boschdistriet
Oost-Preanger en
Krawang komen jaarlijks, onder toepassing der
Waldfeldbau-meihode (een methode herbossching
van met tusschenplanting gedurende een

of twee jaren van polowidjo-gewassen), slechts + 100 H. A. djati- en wildhoutbosschen

in verjonging, omdat de hier niet is deze


voornamelijk bevolking genegen volgens
methode te
planten trouwens ook wil.”
en
tegen geen andere billijke voorwaarden planten

176. Heeft de daarvan voordeelen?


bevolking
Kunnen die onder gebracht worden 1
cijfers

Bandoeng Tjiandjoer Soekaboemi Lirnbangan Soekapoera

Zie vorig antwoord.

Soemedang

Slechts
weinig, omdat ’t hier verbouwde veldgewas minder goed slaagt

Houtvester van Wes t-P reanger :


»Dat de voordeel
bevolking heeft bij het
aanplanten van caoutchouc leverende ge-

wassen in Tjikalong tusschenbouw


met van veldgewassen spreekt wel van zelve. Immers

dezelfde gronden die thans door hen bebouwd worden met een toeslag van f25 per 11. A.,

(verdeeld 21/2 jaar,) bebouwden zonder dien Door dien


over
zij vroeger toeslag. toeslag
worden echter individuen
sommige in staat gesteld meer
grond te bebouwen dan
zij
anders

zouden kunnen reden


doen, om die
toeslag hun voorziet van middelen om arbeiders, tot

’t
ontginning van den grond, te huren.

»Al dit is dan ook het directe voordeel.


aar
eenige Vrijstelling van landrente geeft
hun niet veel, door het in hier
vraag 30 genoemde, veelvuldig toegepaste, tanah-pindjeman-
stelsel.

»De voordeelen die de bevolking indirect later ook direct heeft het in
en bij gere-

gelde cultuur
brengen van voorheen geheel of grooter deel woeste streken,
voor een
zijn
hier niet
natuurlijk besproken.”

Houtvester van
Oost-Preanger:
»De voordeelen de Waldfeldbau de
van voor
bevolking zijn:
betaling in H. A.;
a.
geld gemiddeld f3O per

b.
eenige polowidjo-oogsten tot een gemiddelde waarde van
ƒ75 per
11. A.;
het recht, ilen liet resteerend
c. om na
leegkap hout te verzamelen.”

177. Wordt de Waldfeldhau-metliode steeds vol-


algemeen toegepast; zijn
doende contractanten te vinden of worden daarmede vaak
moeilijkheden ondervonden?
In het laatste geval, wat is de reden?

Bandoeng Tjiandjoer Soekaboemi


Lirnbangan Soekapoera.

Zie vorig antwoord.

Soemedang.

wordt alleen
Zij toegepast in Tjonggeang, doch ondervond moeilijkheden. Contrac-

tanten konden haast niet worden, omdat de minder hoeda-


gevonden gronden van
goede

nigheid waren.

Houtvester van West-Prea nger.

»Voor het werd


eerst in Tjikalong geplant door het boschwezen in 1902. Dadelijk
werd de boschveldbouw-methode
daarbij toegepast, onder
uitdrukkelijk verbod aan de

Inlandsche hoofden, menschen door einde het winnen.


dwang te
verkrijgen, ten vertrouwen te

In het werden 5 H. A. door 8


eerste
jaar c. a. menschen ontgonnen. De droge zomer

1903 maakte, dat ook in dat H. A.


van
jaar 5 konden ontgonnen worden. Er meldden

zich echter al menschen dan in het in 1904


meer aan, vorige jaar, terwijl (westmoesson)
het
voor eerst een behoorlijke uitgestrektheid van n. 1. 50 H. A. werd geopend. Hoewel

niet zonder moeite, werden die 50 H. A. voldoende De


voor
planters gevonden. uitbetalings-
staat houdt 62 Evenwel hebben meerdere menschen de den
namen. na
sluiting van aan-

meld aandeel En wetende dat het


ings-termijn nog een
gevraagd. voor
volgende jaar 100
H. A. is in het heeft verzocht al
opgebracht cultuurplan, men nu vast te
mogen beginnen
met het den zonder daarvoor eerder dan
openmaken van
grond voor 1905, 1905, toeslag

te
erlangen. Een ander reden dat de boschveldbouw hier is
en
geeft mij te
gelooven,

ingeslagen in de toekomst moeilijkleden zal


en
geen groote opleveren.”
133

Houtvester van oos t-Pr eange r;

»De Waldfeldbau-methode wordt uitsluitend Zeer dikwijls kost


nagenoeg toegepast.
’t moeite contractanten vinden. De reden hiervan is
groote te
dikwijls overvloed van
gronden,
welke de bezit,
bevolking maar ook wel
indolentie; de
bevolking van ’t djatiboschgebied
in is lui
Soemedang te om te
werken; zelfs koeli’s die daar gebruikt worden, moeten uit

Cheribou worden.”
gehaald

178. Welke andere voordeelen de verbonden


zijn voor
bevolking aan de na-

bijheid van bosschen laten de bestaande toe daaruit het meeste nut
en
bepalingen
te trekken met de
inachtneming van eischen van een goed boschbeheer?

Bandoen g.

’t
ff. Gemakkelijk verkrijgen, van brandhout; b. ’t verzamelen van boschvoort-

’t
brengselen; c. verkrijgen van
palmwijn voor arènsuiker. Als de bestaande
bepalingen
’t verzamelen
op van boschvoortbrengselen naar behooren worden
toegepast, worden

de in den
aan
bevolking geen moeilijkheden weg gelegd om de voordeelen te genieten, die
de nabijheid der bosschen aanbieden. Onder die voordeelen behoort ook de gelegenheid
geld verdienen hout,
om te voor
aankap en
uitsleep van voor
aanleg van
wegen en

dergelijke werkzaamheden in de bosschen.

Tjiand j o e r.

Malébèr. Hier bosschen


zijn geen

Overige districten, ’t
Verkrijgen daaruit zonder
vergunning en zonder ver-

goeding van brandhout, hout voor


landbouwgereedschappen en omheiningen; ’t verzamelen

van
boschvoortbrengselen en ’t weiden van vee. Deze laatste voordeelen
zijn vooral van

belang in Djarnpanqwelan, Tjikondang en Tjidamar.

Soekaboemi.

In de
Goenoengparang, Tjimahi , Tjiljoeroeg en Tjiheulang heeft
bevolking weinig
voordeelen van de bosschen, daar de in stand te houden wildhoutbosschen op de
goenoeng
Gëde, Kantjana, goenoeng Solok, goenoeng Perbakli
goenoeng en
goenoeng Këndëng on-

de bosschen De
geveer eenige zijn eenige voordeelen zijn, dat zij koeli kunnen worden

bij de exploitatie en
vergunning den boschbeheerder
op van
boschvoortbrengselen, v. n. I.

bamboe kan verzamelen, welke


en rotan, vergunningen evenwel zelden
gevraagd worden.
’t halen
Op van bamboe uit die bosschen, komen te veel
vervoerkosten, terwijl rotan

slechts in kleine hoeveelheden in die bosschen voorkomt. In


Pelaboehan, Djampangtengah
trekt de
en
Djampangkoelon bevolking belangrijk meer voordeelen uit de bosschen door
’t verzamelen van rotan, sasahbast, gebangblaren en
sampora en door ’t aftappen der

talrijke arènboömen in die bosschen. Door ’t niet der bestaande


streng toepassen bepalingen
’t verzamelen
op van boschvoortbrengselen, worden aan de bevolking geen moeilijkheden
in den gelegd de voordeelen welke in de bedoeld
weg om te
genieten, vraag zijn:

Aanteekening van ’t kom miss iel id van Braam.

»Er wordt
jaarlijks c. a. 1000 M f
.
hout
gekapt in Tjiheulang en
Tjiljoeroeg, bene-

+ 4000 strekkende brandhout. Daarvoor wordt


vens meters c. a. f 3500 -)- (/’ 1200)
kaploon, f 3500 -f- (f 2000) vervoerloon en
f 2000 aan de werklieden uitbetaald. Bovendien

werd in de laatste al
jaren nog wat aan
weg-aanleg uitgegeven (c. a. f 17000).”

Soemedang.

’t Groot aantal hebbende deze


strafbepalingen betrekking op zaak, maakt het de

zóó dat slechts


bevolking lastig, zij weinig voordeelen trekt uit de nabijheid der bosschen.

L i m ba n ga n.

’t Verzamelen is
van
boschvoortbrengselen een
nijverheid op zich zelf, vooral in

de zuidelijke districten: rotan, sirih, bamboe, boombast ’t


arènsuiker, enz.
Vragen van

’t
vergunning en bij zich hebben dier
vergunning, vinden de menschen bezwarend
; trouwens

alle formaliteiten vinden Inlanders bezwarend en zonder deze is boschbeheer


geen goed
mogelijk.

Soekapoera.

Dat
zij op gemakkelijke wijze aan brandhout en bamboe kan komen, dat
zij in de

gelegenheid is om
boschvoortbrengselen als rotan, basten, sirih, cubebe, lombok rawit

enz. te verzamelen, arèn af te houtskool


tappen, te branden, enz. enz.
134

De bestaande bepalingen verzetten zich daar wel niet maken het der
tegen, maar

bevolking lastig door allerlei formaliteiten. In hoever de bepalingen van


’t bosclwezen

bevorderlijk zijn aan deze belangen en nijverheid, is


uiteengezet in
dezerzijdsch schrijven
van 9 December 1903 No. 5223 8.

Houtvester van West-Prea nger:

«De bestaande zouden hier wel


bepalingen toelaten, dat de bevolking en de staat uit de

nabijheid der bosschen het trekt;


meest
mogelijke nut maar
aangezien de bosschen in dit bosch-

district alle schermbosschen


meest
zijn, moet een uitgewerkt bedrijfsplan en een zeer
uitgebreid
boschbeheerspersoneel het trekken van
het meest
mogelijke uit deze bosschen,
nut met
vermij-
ding devastatie of
van
ongeregelde exploitatie vereenigen. Dit te
verkrijgen met de bestaan-

de beheersformatie is niet het


mogelijk, en
gevolg daarvan is, dat het boschwezen niet de
wegen
kan aan
wijzen, waarlangs hier het uit deze boschen
meest
mogelijke nut
getrokken kan worden.”'

Houtvester van Oos t-P re a n


ge r:
o

«Andere voordeelen, w'elke de verbonden


voor
bevolking zijn aan de nabijheid der
bosschen, zijn: a. Voor den
aankap en den
uitsleep ’t hout, alsmede
van voor
aanleg van

wegen en andere werkzaamheden in de bosschen vele werkkrachten


zijn noodig, zoodat de
bevolking in de nabijheid der bosschen wonende, daar vol
op geld kan verdienen, b. Het

sprokkelen brandhout wordt kosteloos


van
toegelaten, c. Het weiden van vee
in de

bosschen wordt binnen de der


op verzoek, grenzen bestaande
bepalingen, kosteloos toege-
d. In den
staan.
tijd waarin de
rijst duur is, worden in de bosschen
groote hoeveelheden

eetbare knollen verzameld, zooals Vooral


oewe, gadoeng, enz. in Bodjonegoro leeft een

deel der bevolking, welke in ot de bosschen


nabij w'oont, gedurende eenige maanden van

t jaar, nagenoeg uitsluitend van dit voedsel, zooals ik beheer dat


tijdens mijn van

boschdistrict constateerde, Het verzamelen


e. van hout voor huishouw, gereedschappen
en
pagers en van
boschproducten is, binnen de grenzen der bestaande bepalingen, toegestaan
tegen betaling van hout voor ’t eerste doeleinde en van
boschproducten van een zeer

geringe retributie wat betreft


en
landbouwgereedschappen en
pagers kosteloos”.

179. >1 elke nadeelen de


voor
bevolking staan hiertegenover en hoe kunnen
deze tot een minimum worden?
beperkt

Rando e n g.

Door de
strenge naleving van ’t aantal strafbepalingen op
’t niet
volgens de
voorschriften verzamelen van
boschvoortbrengselen en hout
hetzij voor huizen dan wel

voor gereedschappen, en brandhout, acht de zich veel


pagers bevolking te beperkt in

het verkrijgen van de voordeelen die de bosschen haar als


vroeger zoo goed onbeperkt
aanboden, ’t Inachtnemen der
voorgeschreven formaliteiten vindt de bevolking lastig,
hen nadeel
werkelijk van de
nabijheid van boschen is wild
gedierte, dat wel eens ver-

woestingen aanricht onder de beplanting of


van
aangrenzende nabij gelegen velden.

Tjiandjoer.

Malè b è r

Overige districten, ’t
Eenige nadeel is de aanwezigheid van wilde varkens en

andere dieren
schadelijke in de bosschen. Alleen door veel
jacht op die dieren te maken
kan ’t nadeel tot minimum worden.
een
beperkt

Soekaboemi

Geene. De
gronden, gereserveerd voor de instand te houden wildhoutbosschen

zijn alle onbruikbaar voor den Inlandschen landbouw- .

Soemedang.

Dat de voordeelen, welke door de


bevolking vroeger
uit de bosschen werden

getrokken, thans zoo


goed als
geheel vervallen
zijn.

Li mba n gan.

Soekapoera.

Dat de bosschen een


schuilplaats aanbieden voor schadelijk gedierte, inzonderheid
wilde varkens, die daardoor uit
moeilijk te roeiën zijn.

Houtvester van
West-Preanger:
«Ondergeteekende gelooft niet, dat het
aan
vestigen van een
goed boschbeheer—-

zóó, dat ook de locale


aan
belangen is gedacht nadeelen voor de bevolking verbonden

zijn. Er zullen w'el


natuurlijk individuen
zijn, gedwongen tot wijziging van hun
135

exploitatie-systeem (dat bestaat uit een eenvoudige occupatie van, liefst


nabij voorhandene,
boschproducten) in een zich schikken naar een meer
ingewikkeld benuttigingsysteem
daartegen niet dus óf
opgewassen zijn en
geruïneerd worden of mindere verdiensten
hebben en meer werk moeten dit
praesteeren; maar
mag m. i. geen
nadeel voor een

»bevolking” heeten. Te is dit,


beperken door de menschen, die
vroeger een
zelfstandig
bestaan vonden in het
occupeeren van boschproducten (d. z. er niet zoo heel veel), den

weg open te stellen, om in vasten betaalden dienst treden de


te
bij nieuwere exploita-
tiën. In den die
regel zijn menschen echter daarvoor niet te vinden”.

Houtvester van Oost-Preanger:


*’t bekende
kenige mij werkelijke nadeel dat hier tegenover staat, is’t beschadigen
te veld staand
van
gewas door wild. Daar de
jacht echter overal is, is dit bezwaar
vrij
niet
bijster groot te noemen;
daar de te veld staande toch ook diefstal
gewassen tegen
schermd moeten worden dus meestal
en toch worden bewaakt”.

180 de door het


Zijn boschwezen in de hosschen aangelegde en
wegen brug-
voor de veel nut; ondervindt het verkeer
gen bevolking van
op
die
wegen vaak belem-
in
mering verband met de op het boschwezen betrekking hebbende bepalingen?

Bando e n
g.

Ze de
zijn voor
bevolking van
weinig nut, daar slechts enkele strekt tot
een
alge-
meen verkeer. De meeste
wegen zijn geen verbindingswegen tusschen desa’s of centra
van verkeer, doch
wegen naar
kapplaatsen. ’t
Eenige voorschrift, dat’t verkeer zou kunnqp
belemmeren, is ’t verbod, bedoeld
bij art. 35 van Stbl. 1897 No. 61. Dit verbod is hier

echter niet
nog toegepast.

Tjiahdjoer.

Bedoeld voordeel is van


weinig belang. Alleen in
Tjipoetri is door ’t boschwezen
een
weg aangelegd voor ’t vervoer van hout naar de onderneming Tjiseureuh.

Soekaboemi.

In de districten
zuidelijke zijn dergelijke en
dijken niet Wel
wegen aangelegd.
in de bosschen der
noordelijke districten; doch daar die bosschen
afgezonderd en
tegen
de bergen (') aan
liggen, zijn ze voor de bevolking van niet het minste nut.

Soemedang.
Neen.

Lim ba
nga n.

Slechts de boschweg de
om
Tjikoeraj heeft eenig nut, omdat deze tevens een

koffie-tourneé-weg is ook
een
gebruikt wordt door
eenige Inlanders, die naar
hoog
gelegen kampoengs trekken. Belemmeringen bij ’t dien
gebruik van
weg werden niet onder-
vonden.

Soekapoera.

Wegen en bruggen als bedoeld zijn hier niet

Houtvester van West-Prea nger:

»De in de boschen
aangelegde wegen en
bruggen zijn in de schermbossclien hier
voor de bevolking, in den niet veel
regel van nut. Wel echter de afvoerwegen, die de
dier bosschen verbinden de
grenzen met bestaande
groote wegen.
»Het verkeer vindt diiarop, hier, geen meerdere belemmeringen, dan op andere

groote wegen. De afsluitbepalingen hier nooit


zijn nog toegepast behoeven te worden.”

Houtvester van
Oost-Preanger.
»De wegen,
door ’t boschwezen in de bosschen
aangelegd, zijn meestal
geen ver-

bindingswegen tusschen
grootere desa’s dan wel centra van verkeer; maar
zijn doorgaans
getraceerd, om een
kapplaats in ’t bosch te verbinden met een
naastbijzijnden weg. Uit
den aard der zaak de
zijn boschwegen dus gewoonlijk niet veel
van zeer
belang voor ’t
algemeen verkeer, maar bestaan daarop niettemin vele
uitzonderingen, waarbij zij niet alleen
voor ook
voetgangers, maar voor
voertuigen De
van
gewicht zijn. eenige bepaling, welke
t verkeer kunnen
zou
belemmeren, is ’t verbod, bedoeld in Staatsblad 1897
artikel_3s van

No. 61, de
om
langs boschwegen goederen te vervoeren met
lastwagens of door middel
van
slepen.”

(1) Aanteekening van ’t kommissielid van Braam

„Dit is met
geheel juist. Sommige deelen worden wel voor producten~afvoer gebezigd zij het
® ’ J
ok met heel
o druk.”
136

181. Moet het als de te drukkende


houtpassenstelsel een voor
bevolking
last worden aangemerkt? Zoo ja, waarom?

Hoe hierin
zou verbetering te
brengen zijn?

Bandoen g.

’t In achtnemen de formaliteiten ’t
van
voorgeschreven en
afleggen van
groote afstanden

voor
aanvraag om en verkrijging van
passen is voor de
bevolking tijdroovend en eenigs-
zins bezwarend, doch kan niet als een voor haar te drukkende last beschouwd worden.

Tjiand j o e r.

Neen.

Soekaboemi.

komt slechts schaars


Djatihout zeer voor in deze afdeeling

Soemedang.

.la; tal formaliteiten ’t


wegens van en afleggen van soms groote afstanden, ’t Zou

alleszins verdienen bewerkte houtwerken, als


aanbeveling om voor vervoer van voor

huizenbouw, meubels enz., te eischen, doch te volstaan met een door ’t Inlandsch
geen pas

bestuur afgegeven bewijs.

Li mba n gan.

Neen. Integendeel het ’t wildhout


ware
wenschelijk vervoer van eveneens met een
pas
te dekken ter
voorkoming van diefstal.

Soe kapoer a.

Daar is niet veel bemerken. ’s hands


van te
Aanvragen om djatihout uit bosscheu

woningbouw komen weinig voor, omdat de het daarvoor


voor enz.; bevolking benoodigde
hout in voldoenden voorraad hare vindt.
op erven en
milik-gronden

Houtvester van West-Preanger:

»Houtpassen zijn alleen djati-hout


voor
voorgeschreven en aangezien geen djati-
hout hier voorkomt, anders dan in kleine waaruit door de
zeer
aanplantingen, bevolking
hout wordt verbruikt, kan het
geen houtpassenstelsel hier niet drukken”.

Houtvester van
Oost-Preanger:

sliet kan niet


houtpassenstelsel als een door de bevolking te drukkende last

worden beschouwd. De passen worden kosteloos verstrekt en de \an


aanvrage passen
sleept geenerlei formaliteit met zich.

«Bovendien is de controle ’t houtvervoer door de


op algemeene politie nul, zooals

ik met
talrijke bewijzen, betrekking hebbende
op
in
mijn gebeden diensttijd geconstateerde
feiten, kan staven. Ook van die zijde dus overlast, Geheele
dreigt geen ’t
passenstelsel
wordt dan ook door uitsluitend
mij beschouwd als een middel voor de ambtenaren en

beambten het hout


van boschwezen, om te kunnen aanhalen waarvan de herkomst twijfel-
is behoort,
achtig en waar de herkomst bekend en
geenerlei fraude ondersteld kan wor-

den, der betreffende


op overtreding bepalingen, niet te nauw te worden
gelet. Door artikel

99 van Staatsblad 1897 No. zooals dat is


61, aangevuld bij Staatsblad 1901 No. 908,
de bezwaren,
zijn geringe aan ’t
passcnstelsel verbonden, bovendien
nog aanzienlijk verlicht.

182.
Zijn er andere algemeene of gewestelijke politioneele bepalingen met het

boschwezen verband
houdende, die voor de bevolking bepaald bezwarend te noemen

dan wel demoraliseerenden invloed


zijn, een
op haar uitoefenen? Welke zijn die?
(eenigszins uitvoerig de
gevolgen daarvan vermelden met opnoeming van
feiten).
Hoe daarin
zou
verbetering te
brengen zijn?

Bandoeng Tjiandjoer Limbangan

Voor zoover bekend, geen.

Soekaboemi.

Aan de Inlandsche bevolking kan voor de verzameling van basten, vruchten en

andere
boschvoortbrengeselen vergunning verleend worden, voor zoover betreft, de niet-

ingerichte wildhoutbosschen door ’t hoofd


gewestelijk bestuur betreft de
van en voor wat
inge-
richte wildhoutbosschen door den betrokken boschbeheerder.
(Zie Staatsbladen 1897 No. 61

1901 No.
en
908). Door ’t hoofd van dit
gewest werden regelen vastgesteld, die in acht

zouden worden de
genomen moeten
bij behandeling van
aanvragen van Inlanders om

vergunning tot het inzamelen Voor


van
boschproducten. wat betreft de in stand te houden
137
wildboutbosschen, komt deze regeling zeer
noodig volkomen
en
redelijk voor ter
voorkoming
van
beschadiging dier bosschen.

Ten aanzien evenwel de eindelooze bosschen in


van de zuidelijke districten, ware

het indien
wenschelijk, deze regeling niet werd
toegepast, doch liet districtshoofd bevoegd
was om
mondelinge vergunning te verleenen aan Inlanders om boschproducten te verzamelen,
zonder dat ooit
daarbij sprake zou
zijn van
eenige retributie. 2
( ). Die bosschen
(>) toch
zijn zóó dat het de
uitgestrekt krachten der politie ver te boven zou te zorgen dat
gaan om

de bepalingen omtrent die werden


vergunningen nageleefd. ( 3 ) Bovendien komt beschadiging
van die bosschen in ’t niet
er
geheel op aan ; daar die, in
vergelijking de
met
uitgestrektheid
dier wouden, toch kleine
altijd verhoudingen aannemen, terwijl bovendien niemand in

zijn belangen geschaad wordt, ook niet het gouvernement. (')


Voor de
bevolking zijn die bossclien een voortdurende bron van inkomsten en van

gemak. Men kan dat dun de helft der


zeggen meer
bevolking voordeel op welke
er van
trekt,
dan ook.
wijze Door de ambtenaren van ’t boschwezen worden die wouden nooit bezocht
ot
geïnspecteerd, (■’) behoudens een enkele maal bij erfpachtsaanvragen, om te beoordeelen
welke houtretributie betaald worden
moet
(altijd nihil) («) en hoever de
grenzen der
erfpachtsperceelen van de rivieren moeten
verwijderd blijven. ( )
7

Om ieder die iets uit die bosschen wilde balen, te dwingen eerst een
vergunnin"
te
vragen, zou een onbegonnen werk
zijn, en de bevolking zou daardoor ten
zeerste in
hare belangen benadeeld zonder dat
worden, daartegenover voordeel
eenig voor ’t
gou-
vernement staat, of dat zulks is
noodig voor het behoud der bosschen. h
( )

Soemedang.

•la, deze bestaan wel, zooals


bijv. verbod om zich met een kapmes buiten de Ge-

bruikelijke paden in ’t bosch te


begeven. Door de niet al te
strenge toepassing hiervan

zijn zij niet bepaald bezwarend de


voor bevolking te noemen.

Soekapoera.

Bepaald bezwarend zijn te noemen de bij ’s residents


schrijven van 23 Februari
1903 No. 2338/5 bedoelde die
regelen, belmoren te worden de
toegepast bij behandeling
van
aanvragen om
vergunning tot ’t inzamelen van boschproducten, de
op naleving van

welke w'el
icgelen nog met nadruk werd aangedrongen ’s residents
bij schrijven van

24 Maart '1905 No. leder


5238/15. die bamboe of het ook
rotan, zij voor
eigen gebruik,
uit de bosschen wil halen ol daar vruchten of
boschproducten wil
inzamelen, moet
volgens
die individueel hem
iegeli ng,
een voor
geldend vergunningsbesluit hebben. De
vergunning
w'ordt slechts één
voor
hoogstens jaar verleend, er moet retributie worden
betaald, te voldoen
vóór het uitreiken het
van
vergunningsbewijs, een reeks van
punten is aangegeven, waarop
de wedana moet letten. Te minutieus alles voorschrijvende, deze
zijn regelen in de

practijk belemmerend de
voor
bevolking, terwijl de
naleving niet wel
er van
mogelijk is

(1) Aanteekening van ’t kommissielid Mundt


«Zeer juist! Uitmuntend!)'

(2) Aanteekening van ’t kommissielid van Braam


»Ik ben het hiermede evenmin eens als de samensteller van artikel 34 boschreglement.”

(3) Aantéekening van ’t kommissielid Mdndt:


«Juist in die bosschen treft clandestienen
men
hoema-bouw waarvoor
aan, geen belasting
betaald wordt de
en
opbrengst voor de helft naar de Inlandsche hoofden verhuist.”

(4) Aanteekeningen van ’t koramissielid van Braam:


»Behoudens in het finanlieel
belang wellicht. Van
sommige boschproducten ware zeer goed
een retributie te beffen; zooals de
van
sasah-bast (een verfbast om
vermengd met
mangkoedoe een
roode verfstof te leveren) dan ook reeds
gebeurt, voor zoover contróle
mogelijk is: fi. per pikoel
Deze bast wordt uitgevoerd naar
Batavia.”

(5) »Dit is niet juist. Waarschijnlijk heeft de samensteller van die


inspectiën nooit iets gemerkt
Heel druk inspecteeren is de
met uitgestrektheid van het boschdistrict West-Preaneer vooralsnog
niet
mogelijk, al is er vooruitgang.”

(6) niet nihil”.


«Neen, «altijd De
erfpachters klagen juist te
over zware houtretributies.”

«Dit wordt door


(7) het kadaster bepaald.”

«De
(8) gewestelijke regeling, zonder advies van den beheerder van WesUPreanger
is zeer zeker met zooals
nog ze wezen moet. Zij geeft echter
«eenig” houvast, bijv. voorde on'eveere
contróle de hoeveelheid
op sasah-bast, die geconsumeerd wordt. De samensteller van het verslas
erkent dat de
immers, regeling «niet” wordt
streng toegepast? Het is echter veel
van belang in
sommige gevallen «iets” te hebben, waaraan de Inlander zich te houden heeft,”
138
Niet alleen ontbreekt voldoend toezicht, maar men kan
moeilijk dat
vergen, een
Inlander,
nabij t boseb wonende, die bamboe heeft
enz.
noodig voor
eigen gebruik, daarvoor een

vergunningsbewijs zal gaan vragen, dat hem opzijn vroegst na 3 of 4 maanden kan bereiken

en waarvoor hij dan vooruit betalen, het


nog moet
terwijl men toch niet verhinderen kan!

Voor zoover dienen


ze voor
eigen gebruik, moest voor ’t inzamelen van bosch-

voortbrengsslen retributie worden


geen geheven (zie dezerzijdsch schrijven van 24 Septem-
ber 1904 No. Voorts
4243/15). ware het beter de vergunning niet individueel en voor

één
jaar te
verleenen, maar desa’s
gewijze tot Er kan dan
en
wederopzeggens. ten allen

tijd worden als de


opgetreden belangen van het boschwezen zulks eischen.
Zulke
gemeenschappelijke aanvragen werden aangeboden bij dezerzijdsche brieven
van 21 December 1901 No. 3988/15, 7 Januari 1902 No. 103 15, 16 Januari 1902 No. 260 15,
20 Januari 1902 No. 326/15, 5 Maart 1902 No. 6 Maart 1902 No.
1129/15, 1165/15, 15
Maart 1902 No. 1345 7
15; April 1902 No. 1740/15 18 April 1902 No.
en
1902/15; welke
allen werden
teruggezonden bij ’s resident schrijven van 23 Februari 1903 No. 2335/15

Houtvester van VVes t-P


reanger;
»\ oor zoover
mij bekend, zijn er
algemeene of
geen gewestelijke bepalingen,
met bet boscbwezen verband houdende, die de
voor
bevolking bepaald bezwarend
zijn.
»Weid de hand
werkelijk gehouden aan het
gewestelijk voorschrift: »dat tot het,
verkrijgen van een
vergunning tot
inzameling de
van
boschproducten, bevolking zich te

wenden heelt de
tot
districtshoofden, die van de
aanvrage kennis moeten aan den hout-
geven
vester, die de met advies doorzendt den
aanvrage zijn aan resident, die
daarop de ver-

vergunning al of niet verleent dan zou dit voorschrift


; voor
sommige zuidelijke streken,
veel aren-suiker wordt
waai rotan, enz.
ingezameld, bezwarend
werkelijk zijn wegens
den omslag. Echter het niet
schijnt moge!ijk met het geringe administratieve- en bosch-

beheerspersoneel, vooral juist in die de hand houden


streken, te en te doen houden aan

dit voorschrift”.

Houtvester van Oost-Preanger;


»Mij zijn geen algemeene of het boschwe-
gevvestelijke politioneele bepalingen, met

zen verband bekend,


houdende, welke voor de bevolking bepaald bezwarend te noemen

zijn dan wel een demoraliseerenden invloed haar


op uitoefenen”.
BIJLAGE i.

A. VERGELIJKENDE
BEVOLKINGSTATISTIEK.
A. Vergelijkende bevel kingsstatistiek *)

Oppervlakte
*

w in Hektaren.
AANTAL HUISGEZINNEN IN: AANTAL VOLWASSEN MANNEN IN: AANTAL SEN VROUWEN IN
VOLWAS- AANTAL ZIELEN IN; ZILT,F,N HFFTAUF-
o AANTAL PER
z

Na de
3 DISTRICTEN Vóór de
2).
w reorgani-
w reorgani- TOELICH TIN GEN.
satie, vol-
Q satie vol-
fc gens de
gens oude 1880. 1885. 1890. 1895. 1900. 1880. 1885. 1895. 1900. 1905.
nieuwste
1905. 1890. 1880. 1885. 1890. 1895. 1900. 1905. 1880. 1885. 1890. 1895. 1900.
<! 1905. 1880. 1885. 1890. 1900. 1905.
1895.

I
metingen.

|
metingen.
1.
K
2. 3. 4. 6. 7. 8. 9 10 li. 12. 13 14. 15 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23 24. 25. 26. 27. 28. 2!) 30. 31. 3-2. 33. 34. 35.

Oedjoengbroeng
Koelon V. B. 19520 19520 10802 14341 14953 18654 22102 24807 14247 17369 22788 25830 30815 16310 20919 27085 29607 32887 45823 58274 72403 88644 92875 108659 2.3 3.7
2.9 4.5 4.7 5.5
a) Deze 7 desa’s zijn sedert

Tjilokotot B. V. 33767 33770 10011 8950 15500 de jongste


8300 18390 32678 12000 12250 20598 25801 28952 31482 14000 14600 24745 30286 33681 32345 52129 53318 bestuursreorgani-
78102 95880 105260 113092 1.5 2.3
1.5 28 3.1 33
salie (van de afdee-
190!) van

Radjamandala
ling Soemedang bij de afdee-
B. 34093 34090 2712 1521 1942 4813
2169 5907 3536 4307 4382 6159 6815 7613 4216 5152 5152 6996 784£ 7708 13664 17703 17703 23307 26483 28812 03 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 ling Bandoeng gevoegd.
Koppo B 6690 7000 2863 3921 4932
3052 3150 11616 2564 3390 3592 4657 6233 10716 3512 4427 3987 6204 7853 12848 12645 14939 17186
19978 24777 41246 1,8 2.2 2.5 2.9 3.7 5.8

Bandjaran V. B. 43381 43070 9284 9365 10541 10779 13446 15388 13200 15609
Ó 13000 13200 13124 15473 12900 13000 13993 15727 18528 16222 52189 52193 46144 52468 59981 57238 1.2 1.2 1. 1.3
1.2 1.3

z
Tjisondari V. B. 40145 40140 3838 4537 5933 11960 4191
— —

5648 7393 8312 5082 7007 8837 9750 18134


— —

23586 28286 31696 0.4 0.5 0.7


H

0.7

O Rongga B. . . 59011 59010 4625 4185 7468 13039 16168 25044


. 7242 7475 10119 16647 19626 20691 7484 7888 11824 20170 21507 23635 19024 23982 42513 70037 77413 88364 0.3 0.4 0.7 1.1 1.3 1 5

7 desa’s van ’tA

district Tan-/
<
djoeng Saris 3255 1795 2362 2346 3072

3405 3426 2450 2364 3560 3811 3761 3015 4140 4306 4531 12245 9478 10889 13045 14076

3.7 2.9 3.3 4. 4.3


C3
(Soemedang))

«) ' ’

Tjitjalengka B.

V. 14120 18520 5103 5334 6237 14236


3064 8591 9140 6384 6964 8097 10180 14760 9866 8624 8604 10234 12507 17630 28879 27080 30045
32790 39399 58401 2 1.9 2.1
2.3 •2.7 3.1 h) Is de
na
reorganisatie

Madjalaja ft) B. 28199 3028 7367 7172 5483 7468 8277 9180 bij ’t district Tjipeudjeuh
6909 9905 24753 29939 ge-
33291 —

0.8 1. 1.1
voegd.
Tjipeudjeuh B.

V. 20065 6036 jL
48270 6532 8371 25094 8144 10117 12458 22420 12083 14794
9677 26563 32646
39491 47417 91167 1.6 1.9 23 1.8

Oedjoengbroeng
Wetan B. V. 22036 22040 5890 15791

14609 22595 — —
11576 15513 18459 18536 13498 19250 21503 21036
45323
— — —

65168 71281 75697 2-


— —

2.9 3.2 3.3

O
Totaal 324282 325430 ? 73055106189 129024 189325 ? ? 107982 139579163513 180954 ? O
128536 168534 191102200624 ? ? 435841 554333 620539 694372 ? ? 1.3 1.7
1.9 2.1

Malèbèr B. V. 7710 9820 8975 9410 7522


.
8732 15320 8478 11153 11298 11627 16031 8282 10129 13655 13396 14104 17094 26250 30342 38903 38994 41090 55426 3.40 3 94 5.05 5.06 5.33 5.64 o) Het distrikt bo-
Tjihéa
B. V. 16910 22700 1285 2997 7670 hoorde vóór de
Tjiliéa n) 3084 2619 2712 3453 4119 4504 8596 2719 2677 4078 4707 5061 8962 14106 14781 12980 15021 reorganisatie
15480 29015 0.83 0.87 0.77 089 0.91 1.27
van 1901 tot de
afdeeling
B. 19407 24500 4207 6606 11391
Tjipoetri . . 4271 4695 6984 10312 10490 11418 12662 4917 7989 12398 12558 13628 12579 20577 28848 38035 38566 43512 45918 1.06 1.49 1.96 1.99 2.24 1.87 Bandoeng.
h) De distrikten Bajabang
Pésèr B 16835 14500 0966 6924 12825 4072 4153 7126 6906 7540 13583 3978 4790 8652 8353 8685 15795 13740 17000 26026 26382 29083 52160 0.82 1.01 1.55 1.57 1.73 3.59 en
Tjiblagoeng zijn na de

Tjikalong B. 27099 29200 6067 6392


. . 6983 8867 4503 4270 7340 8185 7922 9146

TJIANDOER.
9768 4704 4694 8536 9370 10583 17543 15394 30158 reorganisatie 1901
26256 27628 36694 0.65 0.57 0.97 1.02 1.11
van
opge-
1.26
heven:
eerstgenoemd distrikt
Djampang We-
is in
B 89758
83500 4049 8795 zijn geheel gevoegd bij
tan 3625 7459 6458 4708 8431 9797 10928 8988 7392 7967 9616 11251 12253 9582 2G276 29781

39639 40378 44942 32597 0.29 0,33 0.44 0.45 0.50 0.39 het distrikt Pésér, terwijl
B. 33134 37100
Tjikondang .
6007 7701 9755 8095 6029 11272 9554 9277 14842 9332 7025 13261 12893 12595 13394 20578 25415
39067 39186 39061 49877 laatstgenoemd distrikt gedeel-
0 02 0.76 1.18 1.18
1.18 1.34

telijk bij Malèbèr en gedeelte-


Bajabang b) B. 0454 6391 6084 6390 4791 7256
4891 4828 5740 5213 5160 6358 7525 7768 15059 19126 22986 22904 24830
2.33 2.96 3.56 3.55 3 85 lijk bij Tjikalong getrokken is.
Zonder
Ttjiblagoeng h) c) ’t onderdistrikt
B 9255 3243 3545 3713 4715 5270 5592 de


3127 —
4500 4278 3506 —
4932 11734 11584 15689 15972 17994 1.27 Tjiséwoe, sinds jongste be-
1 24 1.70 1.73 1.94
stuursreorganisatie (1901) bij
Tjidamar c) R.

K. 142456 148300 5564 2103 4841 6433 7659 8746 21619 21053 23901 23713 29263 30890 0.14 0.14 015 0.15
j 0.19 0.20
’t distrikt
Kaudang-wësi van

de
afdeeling Limbangan ge-

voegd.

Totaal 369018 369600 9 ? 9 ? 62528 79720 ? v 9 9 ? 92129 ? ? O


? ? 96735 187482213324 283482 288744 315413 332577 0 50 0.57 0.71 0.71 0.85 0.91

!) Ia 1907 heeft nieuwe administratieve indeeling in *t der


eene geheele gewest plaats gehad met wijziging distrikten en af'deeljngetl.
Doordat vóór dat jaar gevraagd werden, is de staat
volgens de oude administra doch
(d. 1.
er van en van na
gegevens z. v. m.
opgemaakt lieve
indeeling, niet het gebied, thans de reorganisatie de
na van
1907) tot afdeeling hehoorende.
Waar vertrouwbare gegevens ontbreken, zijn de kolommen blanco gelaten.
De 4
cijfers in kolom vormen de nieuwste
opgaven van den chef van het kadastraal bureau te Bandoeng, De oppervlakte in hek taren moest volgens de oude (kolom de nieuwe (kolom
3) en
4) metingen ongegeven worden, omdat de kolommen 20-33 volgens de oude
5
°
berekend moesten worden kolom 34
metingen en
volgens de nieuwe metingen.

Alleen de Soekaboemi Soekapoera maken de redenen, bij in


afdeelingen en om die afdeelingen de noten bij kolom 3 vermeld, daar
op eene uitzondering,
distrikten V.
■) Achter de namen der beteekent: B. bergland, vlakland en K. kuststreek.

i
1
-
Oppervlakte —

z,

K in Hektaren.
1 AANTAL HUISGEZINNEN IN: AANTAL
VOLWASSEN MANNEN IN: SEN VROUWEN
O AANTAL VOLWAS- IN .
AANTA1 ZTRT.PN TM

z 1 AL
HKH HEK 1 AH E ;
Na de
DISTRICTEN 2) Vóór de
w reorgani-
Cd
reorgani-
vol
satie vol- satie,
| TOELICHTINGEN.
1
Q
fa gens de
gens oude 1880. 1885. 1890. 1895. 1900. 1905. 1880. 1885. 1890. 1895. 1895 1900
nieuwste 1900. 1905. 1885 1890. 1905 1885
<1 1880. 1880 1890. 1895.
1900. 1905.

1
metingen 1880 1885 1890 1895 1900 1905
metingen
1 .
2. 3. 4. 5. o
7. 8. o 10. li. 12. 13 14. 15. 16. 17. 18. 19. •29 21. 1 21 23 24. 25. 20. 27. •28. 2ft. 30. 31
35.
(
a.

Goenoeng Pa-

B. V. . 22340 22500 995! 12161


rang 17991 1767C 20211 24731 1206" 13969 1915; >
r
2472 7
19801 21585 32731 !465 17591 24180 2659 i 3160 4949 0 0180 0 76237 79781 8523e 9694C 2.19 2.74
3.38 3.54 3.78 4.30
I. a) (ad kol. 3.) Aangezien

1
Tjimahi B. . . .
■18658 18780 825C 823^ 9701 899 —
7154 9091
1018; i 13341 —
7981 11266 | 1208 9 1293 I 1459 2919 8 35241 39867 42819 50166 —
1.55 1,87 2.12 2 28 2.59
de
afdeeling Soekaboemi in

BOEM
1901
Tjitjoeroek B. . 30384 30690
877! 9101 10091 12961!
geen verandering in de
6809 942; 11121 11731 1316 ) 1379 > 1705 3
15111 —
780( ) 11111 2285 3 2746 1 37361 44441 47767 59727 0.74 0.89 1.21 1.45 1.56 administratieve
1.89 indeeling on-

Tjiheulang B. . 20068 20140 6541 703*1 8831 857£ —

607C 7599 846; 944( 10701 731E 990 5 1104. > 1224 derging, kon de bere-
8982 2193 2 2367 8 2972C voor
33372 30629 42775 1.08 1.17 1.47 1.65 1.81
2.09
A kening der
kolommen 29—34
Pelaboehan B.K. 79868 81140
361C 610' 578 729! 303! 2721 986 i
0791 8979 8381 1036' 426' 3841 7697 930 1127 1314 i 1385 3 24464 32464 33486 39657 016 0.17 0,30 v.an de nieuwste metingen in
0.40 041
0.48

SOEK Djampangte- kolom 4


(ongetwijfeld zuiver-

ngah B. 108134 109900 7508 8174 11429 der


640C 5865 601C 8021 1017/ 10378 1527; 1157 5 115K • 1245 dan de oude
metingen)
. . .

6728 9027 2526' l 2685 3 32386 40137 41179 50697 0.23 0.24 0.29 0.37 0.38 0.46
gebruik gemaaktworden. Ko-
Djarapangkoe-
lom 3 daarom alleen volle-
lon B. K. 137182 138560 4256 435S 4985 4831 8091 890E 6296 6223 779C 7902 840t 992 I 1088
.

14261 740/ 7491 9849 14361 2651; 27681 )[ 36354 35083 40903 45799 0.19 0.20 0.26 0 25 0 L,
9 n \n digheidshalve ingevuld.

Totaal . 416634 ? ?
421710 56549 00485 70899 82894 ? 48942 67881 70624 91251 96131

j
. .

8088C 111801 ? 58754 82112 11357!115920;221052,I 271765 305155 328019 385761 0.37 0.49 0.64 0.72 0.77 0.91

j
Soemedang B. V. 29495 29500
.6056 9033 9273 10620 11739 9213 10670 11888 11928 1400/i 1435-
15338 —
11451 12971 1250;1 —
3538(3 39512 41039 48481 52711 1.2 1.3 1.4 1.6 1.7 h) Bij de
reorganisatie in
Tandjoengsari 1901 7 desa’s afgenomen
en
b) B. V. 22906 21760 6233 5816 7937 10110 11904 0085 8785 13818 11471! 1603C
9666 11799 7532 10708 14404
i
2523! 33326 33981

1
47360 gevoegd bij

52428 —

1.1 1.3 1.4 2.1 afdeeling Ban-


2.4

TjibeureumB.Y. 30591 30590 3801 7528 10718 4654


10696 5955
9501 10426 5143 1204; 608e
doeng.
13499 6687 11164 15427 21777 35521 38651 19077 48872
07 1.2
1.3 0.6 1.5 c) Bij de
reorganisatie in

SOEMDANG.
24215 37650
TjonggéangB.V.
,
2321 4113 4683 5482 8346 3250 4624 5054 5658 10945 3748 593; 6715 12038 1901
4895 —
1149; 18118 19192 22442 35234 0.4
toegevoegd aan ’t distrikt
0.7 0.8 0. 0.9

B. 20008 38450 Darmaradja. De


oppervlakte
Darmaradja 2998 3168 4324 9225 7926 4296 4839 5196 11270 9664 4848 5982 13235 10731
5858 1515£ 18737 19569 44215 30310
0.7 dit
0.9 0.9 2.3 0.9 van o. d. is 8726 H. A.
Darniawangi . . 20883 2619 4167 4470 4730 3518 4989 5355 5714 6178
3695 5827 6680 11454 17410 18399 21146 0.5 0.8 0.9 1.
0. d.
Tjilèng-j
krang (Distr.f
Malangbong,/ 8726 1399 1101 1613 1336 1575 1677 1811 1943 2112 2303
1863 1931 6027 7376
6651 7726
afd. Limba-l 0.6 0.7 0.8 0.8

ngan) c). . .] a) Na de reorganisatie van

1901 gevoegd bij ’t distrikt

Soetji.
Totaal . . 156824 157950 ? 25427 34926 43018 46157 50611 ? 33892 45085 49396 53456 57731 63834
.

63264 ? 39824 66790 ? Vóór


53354 126530 169275 178207 210447 225561 ? 0.7 1.
b) de
reorganisatie
1.1 1.3 1.4
beboerende ’t distrikt Tji-
bij

daraar, afdeeling Tjiandjoer,


thans gevoegd ’t distrikt
bij
Soetji V. B. 11711 15330
d) 7915 10411 7224 19208 9803 9794 10913 20691 12553 13561 25280
11770 34936 38148 41996 82691 2 98 Kandang-wësi.
3.25 3.59 5.3

Panembong e) B. 9883 27400 5304 5155 5904 5274 0416 15892 6395 6370 7233 7146 7630 17226 8097 8808 8780 20799 26574 26655
c) Vóór de
reorganisatie
7786 8943 28482
27425 28438 66561 2.68 2.69 2.88 2.77 2.87 2.4 beboerende tot ’t thans opge-
Timbangan f) B.
heven distrikt
V. 33874 21400 10520 11807 11827
jVIalangbong van
17967 19667 19448 15849 16449 23619
19319 24264 21107 23640 18964 19812 29144 24940 81729 72643 73622 80859 95378 85112 2.41 deze
2.14 2.17 2.38 2.81 3.9 afdeeling, thans gevoegd

Wanakerta B. t
g) bij distrikt
Wanakerta, dat
V. 10734 23000 5390 7361 5813 16754 7701 7310 7750 17130 9237 10031 21136 ook de
desa
9451 29629 30904 32699 72861 Pasanggrahan van
2.76 2.88 3.04 3.1
’t distrikt
Tjikemboelan h) Soetji kreeg,
B. V. 15122 13800 d) Zie a en c en e.
7481 8114 9193 10978 13292
10237 10777 12707 11436
12378 15539 13673 39673
42355 50943

LIMBANG.
47909 2 62 1 2.80 3.37 3.4 e) Ontving bij de reorga-
Balaboer-lira- nisatie de desa’s Pasanggra-
bangan B. V 14898 14900 5269 5996
3612 5006 6987 8579 6760 5271 7112 8083 9768 10235
8536 9071 8495 6350 8882 10565| 27466
23658 27174 31391 32881 han, Tjihideung
38402 1.17 1.58 1.82 2.10 2.20 2.4
en
Tjitjaang
van ’t distrikt
Batoewangi B. 39615 39610 3177 3536 4606 4976 3804 4161 5287 5177 6242 6883' Soetji, doch
5858 6447 4352 5247 7525 14486
4672 16078 18850 22150 23682 26691 0.37 0.40 stond
0.47 0.55 0.59 i 0.6 aan dit distrikt
zijn

t
Kandangwesi i) desa
Sanding af. Kreeg bo-
B. 69289 90000 2255 3573 3856 4453 4281 5765 4549 5064 5855 5217 5737 7920 5082 5600 6333 6091 6736 8842 16557 16716 20904 24097 25043 302851 0.23 0.24 0.30 0.34 0.36 0.3
vendien ’t o. d.
Tjiseroepan
van ’t distrikt
Negara j) B. K. 42765 61000 2726 3795 2032 Timbanganten.
1886 3756 4773 2054 3689 3767 4336 3955 5242 3400 3910 4364
4727
4849; 6513 13779 11868 13561 | 14114 15764
22074 0.32 0.27 0.31
0.33 0.36 Zie
0.3 f) e en h.
Wanaradja a) 9177
7950 7106 8615
8857 8748 9601 10998 11996 ff) Zie
.

11169 35651 36917 c.


37612 3.88 4.02 4.09
b) Stond bij de
0. d. Tjisèrwoe reorgani-
satie de
b). 38980 desa’s
2470 1715 1505 1260 1225 2852 3242 3121 3060 3737 2911 3258 3149 2945 2382 5763 6500
Tjikonanga,
6270 6005 8036 0.14 0.16 0.16 0.15 0 20 Ijikawao en
Tjipitjoeng aan
0. d. Malang-i t distrikt
Timbanganten af.
bongKoelonc).! 13641
4698 5625 6518
6809 7017 7534 8815 9052
Idem. Lewo
8686 28747 29995 32683
2.10 2.19
t) Kreeg ’t o.
d. Tjiséwoe
c).) 2.39
(zie 2,) doch stond ’t o. d.

Tjikelet aan ’t distrikt Na-

Totaal . . . 309689 306440 ? 67321 gara af.


? 72849 826011 06592 ? 7
92231 959841 08222116276 7 117145129188139273 ? ?
? 1101 8 357499 384360 425155 472586 ? ?
1.15 1.24 1.37 ? j) Zie i.

(
Oppervlakte
z VKUU WEM IN: AANTAL
Hektaren. ZIELEN IN: AANTAL ZIELEN PER
H in AANTAL HUISGEZINNEN IN: AANTAL VOLWASSEN MANNEN IN: VOLWAS- HEKTARE:
AANTAL
O

Na de
DISTRICTEN Vóór de
2). toelichtingen.

u reorgani-
w
reorgani-
satie, vol-
satie vol-
1895. 1900. 1905

1 gens oude
gens de
1880. 1885. 1890. 1895. 1900. 1905. 1880. 1885. 1890. 1895. 1900. 1905. 1880. 1885. 1890.
1880. 1885. 1890. 1895. 1900. 1905. 1880 1885 1890 1895 1900 j 1905
nieuwste
metingen.
metingen.
1. *20. 21. •2-2. 23. 2K. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33 v 34. 3o.

1
'2. 3 4. s. () 7. 8. 9. 10 11. 1*2. 13 14. lo 16. 17. 18. 19.
[

Tasikmalaja B.
2005( 21681 26001 4722' 63571 69398 85600
66123 2.65 3.59 3.71 3 33 4.82
V. 16691 17800 9764 —
11315 10656 16963 21210 —
15339 15970 17338 21642
15861 0) (ad kol. 3.) Bij deze

/
! 22291 24381 2177: 4951 ( 08283 70119
afdeeling zijn alle
gegevens
77189 72642 3.40 4.69 4.81
Indihiang B. Y. 15111 1453Ó 10981 —
12020 15465 16458 17919 — -
17073 17617 19624 17968 —

21935
5.32 4.99
in de kolommen 5—28 reeds

15426 16955 10918 41808 47630 49527



54164 56836 2.36 2.68 2.80 3 08 3.24 tot, die van de nieuwe indee-
Tjiawi B. V. . . 17552 17550 6775 —
10186 10229 12022 14446 12131 12661 13611 14595 _ _
14894

ling herleid; voor de bereke-


6018 7847 22735 20231 *22271
23594 -
24564 75395 1.49 1.32 1.46 1.61 4 95
Panjèrédan B.Y. 152U9 15210 4310 —

4396 4396 5439 19943 4666 5252 6415 19989 5874 der
ning
— — —

kolommen 29—34

18987 23075 moest dus de


7801 5521)f 63625 64404 71167 26485 2.04 2.35 2.39 van
metingen
2.63 0.97
_

B.V. 27044 27040 10183


Singaparna

14633 12509 17196 6211 15444 14168 17789 6525 20125


in kolom 4 gebruik gemaakt

Soekaradja h) B. worden. Kolom 3 is daarom


4462 4461 7774 13196 14941
— —
14800 27216 —

0.59 0.66 0.66 1.13


V. 11774 22320 2585 3346 3332 6127 3273 3650 6441

— — —

3668 — —

3986 alleen volledigheidshalve in-


-

-- — — —
— gevuld.
c) 24817
Paroeng . .
— — —

h) Heeft, bij de reorgani-


5724 6473 6042 12077 18211 19025 23252 22482 0.40 0.56 0.72 0 70 salie
sd Tradjoe B. 32080 32080 2108 2359 3772 4661 4369 4459 4593 5033 5478 5701

0.01 1901
. . .

— —
van
een ged. van

K t
opgebeven distrikt Paroeng
Karang h) B. V.
O
6682 6674 5872 18897 25235 ontvangen,
16417 22348 19926 0.30 0.34 0.41 0.46 0.36
K. 41133 54400 2625 2404 3366 4046 4158 4763 4963


5289 5328 —
5915
»
c) Is bij de reorganisatie

Pasir Pandjang gevoegd bij Soekaradja en


9845 10528 12050 34151 36172 38960


42056 1.19 1.24 1.34 1.48
B. V. 17611 29000 7163 9193 7374 7427 8336 10021 9798
— —

— —

Karan<r.
w
6480 8443 9394 d) Heelt in 1901
— —
25118 25514 28083 31478 0.44 0,45 0.49
0.55
een ged.
Bandjar d) B. V. 44681 56500 5626 6692 5451 7159 7813
— —

van t thans dis-


opgehevene
03
Kawasèn
— — — —

trikt
e). . 33093 Kawasèn
— — — — —

.
— — — — — — — — — — — — — —
— —
ontvangen.
e) Is in
1991 gevoegd bij
Padaherang /')
4096 5115 0661 —
15169 15405 17457 23011 0.45 0.40 0 52 0 69
Bandjar en
Padaherang.
B. V. K. . . 33300 3246 4841 3782 3461 4367 6342

f) Is in 1901 ontstaan uit



— — — —

de
Kalipoetjang g). 17007 samenvoeging van het
— — — — — —

dis-

trikt Kalipoetjang en een


ge-
Paiigi h) B. V.
16225 17964 10284 deelte van Kawasèn.

26695 29702 32255 36102 37006 0.48 0.54 0.59 0.33 0.09
K. ' 20962 54400 5415 5812 7548

4936 6066 13126 14724 16030 18138 9272 13569 14978


g) Zie f■

16552 h) Heeft vóór ’t


Tjikemboelan i). 1900

op-

geheven distrikt Tjikeraboe-


Tjidjoelang B.
lan
10752 12144 0634 14888 15629 18888 21012 24140 24618 0.42 0.44 0.53 ontvangen.
0.61 0.08 0.70
V. K. 46148 35200 —
2188 2376 3067 3388 5526 7354 7647 9347 10860 11996 5883 7531 7982 9541
Zie h.
i)
0159 11529 7248 14788 10617 18041 22208 25394 0.28

0.31 0.34 0.42 0.48
Mandala B. . 64255 52400 2488 2570 2419 3623 5543 7044 8025 8882 10559 6311 7744
.
— - —

8592

150796 177277 168705 ? 9 453289 478216 526760 571105 ? ? 0.98 1.03 1.14 1 21 1
Totaal . . . 461720 461730 9 ? ? ? 109229 133726 ? ? ? 131329 149343 143243 ? ? ?

T ]R ]E K K I N G-.
S .A M E N

Afdeelingen;

168534 191102 200024 9


? 435841 554333 620539 694372 ? ? 1.3 1.7 19 2.14
324282 325430 9 9
73055 106189 129024 189325 9 107982139579103513180954 7 7 128536
Bandoeng . .
. . —

■ ? ? 96735187482 213324 283482 288744 0.50 0.57 0.71


9 9 9 9 9
315413 332577 0.71 0.35 091
369018 369600 62528 79720 7 ? 7
ïjiandjoer. . . . ? 92129 7 7 ?

91258 96138 1 13579' 159202 210523 271705 305155 328019 385761 0.37 0.49 0.04 0.72 0.77 0.91
416634 421710 56549 60485 70899 82894 9 48942 67883 76624
Soekalioemi. .
.
? ? 80880 111801 7 58754 82112

9
57731 63834 66790 126530 210447 225501 ? 1.
9 169275 178207 0.7 1.1 1.3 1.4
156824 157950 ? 25427 34926 43018 46157 50611 33892 45085 49396 63264 ?
Soemedang . . .
53456 39824 53354

117145 129188 139273 ? ? 357399 425155 472586 ? ?


9 384360 1.15 1.24 1.37 1.53
309689 306440 ? 9 67321 72849 82601 106592 ? 92231 108222 7 ? 110184
Limbangan . . . 95984 116276
1

156796 77277,1687051 9
? 453289 478216 526760 571105 ? ? 0.98 1.03 1.14 1.21
461720 461730 ? ? ? ? 109229 133726 9 9 7 131329
Soekapoera . . .
149343,143243 7 7 ?
I

7 ? 785706 ? ? 1971054 2189015 2426333 9 ? 0.96 1.07 1.13


o
9 2681962 1.20 ;
Totaal. 2038167 2042860 ? ? 500438642868 7 ? 7 ? 7 707667 ?
. . . 7 7

pr
2.
BIJLAGE

C. Overzicht van de uitgestrektheid van het individueel grondbezit en van het communaal

bezit met vaste aandeelen (eens voor altijd toegewezen).



i

Aantal personen die EEN UITGESTREKTHEID GRONDS BEZITTEN DAN WEL EEN VAST
1

AANDEEL IN DEN COMMUNALEN GROND BEZITTEN, TOT :


Hoeveel van hen Gronden, in t bezit

ö
Totaal hebben hun grond- van Inlandsche
z
f
ai ai ai
o
3 D I S T R 1 G T E N.
p p den bezwaard. Ambtenaren.
grondbe- TUEL I CU TIN GEN.
a
□ □ □
O O O -B o
o O
Aantal
_i5 -O | zitters. Uitgestrekt-
ïO voor een
Tl iO Ti iO 0 ° be- heid in
i O iO
Tl r: —
Tl —
G-I Tl ao TD
geheel. deel. zitters. baoe’s.
i •2 3. \ . 5. (J. 7. 8. 9 10. 11. 12. i:r 14. 1T KJ. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.

Oedjoengbroengkoelon V.B. 3993 1531 1113 1057 991 591 255 124 66 50 61 17 13 25 9887 199 86 20
. —

127 375

B.V 2275 1 161 1055 1415 1086 857 394 78 70


Tjilokotot 579 251 160 37 34 —
9452 329 245 4 17 —

B 356 440 348 619 490 303 14 10


Radjamandala 190 134 78 54 — — —
3036 — —
5 3 375

Koppo B 1121 849 873 619 611 300 28 7 3 1 2 1 4415 307


— —

921 10 2I 125

0
te
Bandjaran V.B 742 654 570 672 701 482 281 120 89 37 13 3 5 4372 193 396 125
O —
13 17

o;
V.B 539 479 344 397 468 334 190 114 51 17 16 3
o
Tjisondari 1 i — 2954 32 46 1 — 125

B 237 101 120 1300 1148 839 713 375 221 122 49 24 15
c
Rongga •
7 — 5271 —
4 5 9 125
C3

B.V 032 706 535 642 863 458 197 91 43 20 11 9


CQ Tjitjalèngka O 6 — 4216 143 380 25 258 —

B.V 1512 863 718 1950 1809 856 463 200 108 78 30 17 5
Tjipeujeuh 25 — 8634 202 423 14 71 375

Oedjoengbroengwètan B.V. 1310 812 573 902 992 705 363 197 92 43 39 11 7 8 1 6055 131 320 8 4
.
375

Afd. Bandoeng. 12717 7596 6249 9573 9159 5725 3259 1756 1002 582 313 165 84 1 1 1 1 58292 105
1536 282 i 531 —

Malèbér B.V 2201 1229 815 963 621 446 165 96 45 22 22 9 7 14 6655 48 78 110
ö

Tjihea B.V 1087 534 495 732 568 302 130 71 30 20 9 3 i 2 3990 31 169 4

80 —

ïjipoetri B 1309 767 710 81 1 730 444 167 08 35 16 8 4 2 2 5073 Tl 129 4



— 487

Pèsèr B 1424 1000 795 822 831 437 165 72


00
12 6 2 2 0
5604 1 134
O
OO O 6 14 —

0
Tjikalong B 1053 954 708 1332 940 459 163 44 15 6 9 O 5 2 — 5963 25 48 4 17 174

a
B. 521 467 384 586 511 181 82 34 16 10 4
Djampangwetan —
— — — 2796 1 26 4 3 —

B 203 301 447 1567 666 495 195 142 91 33 18


Tjikondang 9 7 —- — 4174 —
— 5 1 —

Tjidamar B.K 282 780 571 624 938 449 80 29 8 3 3 3773 10 i 9



— — — —

Afd. Tjiandjoer 8086 6032 4925 7443 5805 3213 1 147 556 273 122 76 33 24 23 37758
.
1,7 594 34 235 161

Goenoeng B.V. 2693 1790 1453 1253 ! 557 1095 308 134 62 25 20 4 9
0
2 10408 187
parang .

O 60 19 91 252

Tjimahi 1071 612 524 845 837 457 188 97 25 18 23 l 8 3 4 5 4717 1 392 15 80 112

Tjitjoeroeg B 472 573 513 575 1245 1091 417 231 86 33 22 7 4 2 5 5276 63 63 10 24 362

B 302 290 504 748 616 279 130 48 8


Tjiheulang 28 25 7 5 ■4 3350 22 95 9 40 494
O

-O
Pelaboean B.K 181 240 277 534 863 784 340 168 53 22 15 8 4 2 1 3492 8 11
15 8 055

Djampangtengab B. 658 785 675 1549 704 395 142 47 15 5 1 2 4978 2 23 12


o
.
— —

72 031
o

Djampangkoelon B.K. 710 601 489 1140 1295 634 267 109 25 22 9 * 1 1 1 5304
— — —
7 29 056

Afd. Soekaboemi .
6141 4903 4221 6400 7249 5072 1941 916 314 153 115 ->s
OO
28 17 17
(^37525) 156 775 80 743 362

(")
Soeniedang B.V 1196 628 528 1026 956 549 257 106 37 23 Tl 1 2 1 5321 6 Waaronder
233 10 173 ( a) één
persoon van 136

baoe’s.
t)D
Tandjong Sari B.V, 1148 858 759 985 1225 1025 505 359 169 71 46 11 4 3 1 7173 197
. 41 i 10 —

_
ïjibeureum B.V 800 823 575 1017 1057 769 301 154 65 33 10 8 3 1 — 5612 157 81 2 5 —

Tjonggeang V.B 743 611 501 803 790 530 220 107 45 12 3 1 — —
2 4368 7 10 2 4
£

B 729 394 395 969 968 419 241 66 28 15


o
Darmaradja 3 3 1 3 — 4231 65 33 0
O
13 —

cn

Afd. Soemedang 4616 3314 2758 4800 4996 3292 1524 792 344 154 73 23 9 9 4 26705 432 398
.
: 21 2051 —
Aantal personen die EEN UITGESTREKTHEID GRONDS
BEZITTER

AN 1
WEL EEN VAST 1
AANDEEL IN DEN COMMUNALEN
GRO|, iZITTEN. TOT Hoeveel van
hen Gronden, in ’t bezit
o

Totaal hebben hun Inlandsche


03
grond- van

O C O
s D IS T R I G T E N.
den bezwaard. Ambtenaren.
j be-
w
Qj 05 QJ grond TOE LI C H TIN GEN.
Q £ o3 d oi ai
□ □ □ O) O O O

05 05
O O O O TT Cw o o Q
fc i
ci 1 £
J

Aantal
iO o lO -O -Q _o
! _o zitters.
Ivoor LTtgestrekt-
een
G'l G'l o be- heid in
TQ geheel.
deel. zitters
1. 2. 4. 5. «. 7. s. 9. 10. 11. 1*2. 13. baoe’s.
i 1i . ir, 10. 17. 18

Soetji B.V 2247 141 1 1042 845 1493 1034 411 201 112 34 26 vlT ~W>
2( 6 1 11 8894 104 119 16 167 094 Deze
(l>) cijfers worden door de Afdee-

B. 744
I’enembong . .
■ .
710 588 646 1201 1074 457 304 132 64 56 lings-commissie onbetrouwbaar geacht,
14 10 1
6008 2 68 J 1 uu
omdat niet alle overeenkomsten ter kennisse
Timbanganten B.V. 1088 997 784 776 1196 864 337 207 70 35 29
8 15 2 6413 420 de hoofden al wordt
42 8 7 22(1
van
komen, er naar

c
Wanakerta B.V. .
708 738 785 101 1 1902 1559 686 390 189 61 39 gestreefd, alle overeenkomsten van akad
18 3 6 2 8097 18 186
o
7 ->r.
*j.) 055 en gade te registreeren.
SC
Tjikemboelan B.V. 515 529 548 446 1003 896 336 216 95 33 28
21 3 8 4679 2 22 3 5 047
C3
BI. Limbangan B.V. 443 .i.Vi 250 381 7777 863 445 309 138 67 34
-O 12 4 6 4063 173


7 21 300
£ B. 701 446 383 599 498 105 39
Batoewangi 9 2
2787
■ 1

5 1 223
— —
— —
— —

| — J

Kandangwesi B. 200 199 162 253 651 678 407 292 139 59 45
13 8 8 5 3128 11 9
19 21 393
B. 581 457 318 266 489
Nagara K. 320 67 31 6 2 1
1 1 2540 12 II
50 26 110

Afd. Limbangan . 7236 5841 4865 5223 9190 7393 3185 1959 883 355 258
106 40 46 29 46609 229 1019 67 286 042

Tasikmalaja B.V. 3240 1692 1491 1796 1562 826 405 186 78 52 54
14 14 9 —
11419 82 477 18 30
B.V. 2007 1258 1056 799 1458 865 308 219 84 54 24
Indihiang
14 3 2 —
8151 398 567 14 81
B. V 393 314 445 671 1365 1327 556 272 112 52 25
Tjiawi
8 2 2 5544 64 237 18

51
B.V. 242 ' 282 293 383 363 298 194 117 66 26 28
Panjeredan .

18 5 7 2322 74 316 22

90
Singaparna B.V. .
Tl 48 1141 983 819 1613 1187 491 295 123 50 34
11 10 11 7916 73 1598

3 6
B.V. 182 281 289 280 607 380 84 24 5
,

Soekaradja . 3 3
C3 — — —
— 2138 32 5 44
B 165 338 423 359 703 382 81 13 7
03
Tradjoe — —

____ 2471 9 174 7 11


B.V.K. 331 375 281 642 285 50 22 6
Karang —

a

— —
1992 1 2
B.V. 529 448 362 41 1 996 1120 516 373 137 59 42
Pasirpandjang
03
12 4 4 5 5019 7 45 22 129
O
B.V 150 163 153 181 601 1136 623 385 143 68 57
Bandjar
C/} 29 12 8 15 3718 5 14 12 82
B.V. 133 96 97 313 594 596 388 157 51 15 1
Padaherang .
1 1 2443 5 2
— —

13 4
B.V.K 452 475 368 849 808 1065 295 93 30 7
Panji


— — — 4442 19 192 13 11
B.V.K. 293 369 381 480 1062 673 135 33 8 1 1
Tjidjoelang
.
3436 5 72 8 9
Mandala B 770 550 451 569 688 170 51 19 — — —

3268 104 10 14 —

Afd. Soekapoera 10035 7783 7073 8552 12705 10075 4149 2I92 844 387 263
.

107 51 43 20 64279 741 3771 155 564

s ME N
TEE K K I E Gr.

Afdeelingen ;
{ 1

12717 7596 6249 9573 9159 5725 3259 1756 1002 582 3 Li
Bandoeng
165 84 ui 1 58292 1536 2821 105 531
8086 6032 4923 7443 5805 3213 1147 556 273 122
Tjiandjoer
7(j 33 24 23 —
3/ 7 117 594 34 235 161
Soekaboemi 6141 4903 4221 6400 7249 5072 1941 916 314 153 11c
38 28 17 17 37525 156 775 80 349 362
4616 3314 2758 4800 4996 3292 1524 792 344 154
Soemedang
23 9 9 4 26705 432 398 21 205
7236 5841 4865 5223 9190 7393 3185 1959 883 355 258
Limbangan
106 40 46 29 46609 229 1019 67- 286 042
10035 7783 7073 8552 12705 10075 4149 2192 844 387 26c
Soekapoera 1 /,Q
107 20 64279 741 3771 155 564 —

30091 41991 49104 34770 15205 8171 3660 1753 1098


Totaal ....
48831 35469 ,„J
472 236 249 70 271168 3211 9378 452 2171 565
i '
BIJLAGE 3

1
D. Statistiek van het grondbezit. )

in Baoe’s volgens bestuursmetingen


Uitgestrektheid Gemiddeld
AANTAL BEZITTERS VAN: getal baoe’s per bezitter. Aantal
kadastrale metingen (in 1903) werkbare
Aantal (in 1890) en vol- gcns ")

mannen niet in
Sawah’s of heerendienst-
met
Droge gronden bezit
het van
53 Totaal. Sawah’s.
zonder droge met of zonder Totaal. s
) Sawah's. Droge gronden. Droge g ronden.
fe/D
plichtigen. TOELICH Tl NOEN.
DISTRICTE N. bouwgrond.
gronden. sawah’s.

•<
1890. 1908. 1890. 1908. 1890. 1908. 1890. 1908. 1890. 1908. 1890. 1908. 1890. 1908. 1890. 1908. 1890. 1908. 1890. 1908.
i

13. 14. 13. 16. 17. 18 10. 20. 21. 22 23.


K 9
, •2. 3. k. (i. 7. 8. 10 n. 12.

3582 9941 19077 1.89 2.09 0.68 1.15 10809 10020 a). Bij de reorganisatie 1901
V: B. 4288 4356 5600 8618 9838 12974 6878 7217 8092 9186 11624 van
bij
Oedjoeng broengkoelon.
’t d. Tjipeudjeuh gevoegd.
B. V. 8647 5705 8828 4580 6975 10235 6054 8219 9524 11968 9498 20236 19022 82204 2.68 2.09 2.85 4.46 9890 21145
Tjilokotot
h). Bij de reorganisatie van 1901 bij
394 1994 3512 1506 2490 3894 1874 8607 4181 12001 1.44 1.28 4.75 11.28 2803 8886
Radjamandala B. 1600 2749 768 2307
. . .

de afd. Tjiandjoer getrokken.


B. 1875 4604 180 3480 2005 8084 2205 3518 8161 6647 1081 7230 4192 18877 1.68 1.44 7.98 2.10 8125 4540
Koppo
V. B. 3610 8912 7522 6864 4152 7093 6989 2082 8709 9125 15648 1.92 2.23 — 4448
r>*)
Bandjaran
— —
— — —

V. B. 2688 1554 4187 1772 2158 2474 4275 948 5998 8122 10273 1.62 8.24 4278
ïjisondari

— —

* —

ryi
B. 8248 4664 4824 5188 7567 9882 3801 4510 6646 11588 2557 20222 9208 81810 2.04 2.48 0.59 3.91 5624 17290
Rongga
o B. 8289 4028 492 1196 4281 5224 4341 4851 8916 9618 1184 9489 5100 19057 1.19 2.11 2.40 7.89 4898 9752
Tjitjalengka . . . .

Q B. 2789 414 8208 3513 4814 1046 5860 1.54 2.52


Madjalaja a)
■ — — — — — —
— — — — —

... .

z
R. V. 4096 5928 1801 3686 5897 9614 4009 6788 6616 15185 1528 15189 8189 30824 1.12 2.55 0.84 2.57 11277
Tjipeudjeuh

. . . .

B. V. 4057 4970 9027 5897 5293 11164 13285 8088 11474 14247 24759 8.27 2.80 10805
Oedjoengbroengwetan .
— — —
— — —

1307 8699 501 4200 —

Tjihea 6)
— — — — — — —
— — — — — — — —

• •

28809 117045 97815 209030 ? 2.17 8.09 7 96886


Totaal .
7 42334 7 37847 ? 80261 46642 49186 69006 91985

Maleber B. V. 4741 5961 10702 4509 5759 5682 9340 459 5567 6141 14907 1.97 0.93 8580 de 1901
a ). Bij reorganisatie van

B. V. 3786 2368 6099 1307 3520 3699 9050 501 8188 4200 12238 2.41 1.81 2844 gevoegd bij Peser.
Tjihea
— — —
— — —

h). Idem. gevoegd bij Maleber en


B. 8986 3968 7904 3299 4748 4182 6666 1239 5917 5421 12583 1.69 1.49 5569
Tjipoetri — —
— — —

Tjikalong.

B. 4162 5275 9487 2487 4914 2795 7293 623 4995 8418 12288 1.75 0.95 7849
Peser — — —
— — —

B. 4055 8646 2758 4706 2436 5087 443 6102 2879 11139 1.24 1.88 2436
Tjikalong — —
4591 —
— — —

O
B. 4058 4121 3246 8851 7804 7972 4078 3740 2992 7688 1429 8820 4421 16003 0.74 1.86 0.44 2.16 3652 5954
Djampangwetan . .

B. 3058 1440 3552 2241 6610 3681 4321 2436 5913 5180 1769 8566 7682 8696 1.93 8.56 0.50 1.59 3898 4074
Q Tjikondang . .
. .

B. K. 1764 2278 2585 2864 4849 5137 3447 3235 1984 2861 1984 2100 8968 4961 1.12 1.26 0.77 0.78 1858 2459
Tjidamar
B. 2523 3122 708 8880
<ij
Bajubang a)
— — — — — —
— — — — — — — — — —

.
. . .

B. 1864 2595 667 8262


Tjiblagoeng b) . . .
““”

-s

9822 89755 45222 92815 7 1.86 7 1.27 ? 38715


Totaal ? 28464 ? 81115 7 59578 80543 33058 85400 53060
. ■ •

B. V. 7690 8989 10408 7069 9121 10814 11201 2214 7048 18028 18249 1.45 .. 0.78 10215
Goenoengparang. . .
B. 3041 4479 4717 8239 4384 3998 4378 2405 6078 6403 10456 1.48 1.35 5702
Tjimahi — — — — — —

B. 8111 5017 5276 8689 4968 4020 5154 2482 9852 6502 15006 1.65 1.96 6656
Tjitjoeroeg

— — — — —

B. 2805 3138 8850 2070 3016 3082 3691 1685 6197 4717 9888 1.60 1.97 6689
Ü2
Tjiheulang — — —
— — —

Pelaboehan . . . .
B. K. — 1903 — 3361 —
8492 2810 2762 1786 2677 2398 7547 4134 10224 — 1.40 — 2.24 — 3241

Djampangtengah. B. — 3435 — 8677 — 4978 8471 4522 2664 4675 2512 6273 5176 10948 —
1.86 1.70 3151
-<
— —
. .

B. K. 2788 4566 5304 8950 4410 3029 6252 5426 5639


-<*

Djampangkoelon. — — —
2610 11678 —
2.28 — 1.18 — 2865
.
. .

Totaal 9 24228 7 88225 9 37525 25798 83183 29293 88028 16806 48421 45599 86449 ? 1.56 ? 1.45 7 38519
. •

B. V. 8895 4579 3435 5285 6880 9864 8706 5028 4075 6345 1463 10475 5538 16820 1.19 1.38 0.42 1.98 4589
Soemedang .
.
.
.
4960 o). Kreeg bij de reorganisatie van

B. V. 8354 4553 4572 5886 7926 10439 5175 4846 6924 5461 3078 13370 9997 18881 2.06 1.19 0.67 2.26 4675 1901
, Tandjoengsari . . . 4294 een ged. van ’t d. Darmawangi
’t d.
B. V. 2887 4915 2446 5572 5338 10487 3360 5199 3593 6379 1464 10960 5057 17389 1.23 1.29 0.59 1.94 5864 7172
en o.
Tjiléngkrang, d. Malang-
Tjibeureum .
. .
.

bong, afd. Lirabangan.


B. V. 2259 4433 2499 3342 4758 7775 2018 4368 2195 7881 1149 5866 8844 13747 0.97 1.89 0.46 1.75 1451
Tjonggeang . . . .
4088
b ). Bij de reorganisatie van 1890
Q
Darmaradja B. 2001 3686 1490 3612 3491 7298 1930 3824 2216 6469 897 7297 8113 18766 1.10 1.75 0.46 2.02 2886 8999
a) .

de d. Dar-
t*3 gevoegd bij Tjonggeang en

Darmawangi b) 2096 767 2863 2056 81 74 548 8722 1.51 0.71 1626
maradja.
.
.

C/2

Totaal .
15992 22166 15209 28697 81201 45868 18245 23265 22177 32535 8594 47968 30771 80503 1.38 1.46 0.56 2-02 20592 24508

L
Waar betrouwbare ontbraken, zijn de kolommen blanco
'). gegevens gelaten.
2
). Volgens de Preanger-Regeling zijn de gronden slechts onderscheiden in natte gronden (sawah’s) 1
(nieuwe) en droge gronden (tegal’s, niet
jaarlijks beplante tegals’s, tuinen en erven te zamen).
:1
Uit de omschrijving in het hoofd der kolommen 3—6 zal begrijpen, dat in deze totalen dezelfde .
). men
personen dikwijls 2 maal begrepen Ziin. vandaar dan ook. dat die totalen ’t aantal heprpndipnst-nliphHcrpn iVnlnmmpn Qp» lfl\ «vscal <l,l
Uitgestrektheid in Baoe’s volgens bestuursmetingen
AANTAL B E ZIT T E BS VAN: Gemiddeld
kadastrale 2 getal baoe’s per bezitter.
Aantal (in 1890) en vol- gens metingen (in 1903). ) Aantal werkbare

of
mannen niet in
Sawah’s met
Droge heerendienst-
gronden
zonder het bezit van
droge met of zonder Tot a AL.
•) Sa wah 's. Droge gronden. Ten A A L. Sawah’s. Droge gronden.

Afde linge .
1) 1 S T R I G T E N. plichtigen.
sawah’s. bouwgrond. TOELICH T IN GEN.
gronden.

1890. 1903. 1890. 1903. 1890. 1908. 1890. 1903. 1890. 1903. 1890.
1 1890. 1903. 1903. 1890. 1903. 1890. 1908. 1890. 1903.

i
•2. 3. G. 7. 8. i» 10 ii 13. 15. 15. 1G.
1*2. 17. is 19. 20. *21. •2*2
23.

Soetj ia) B. v. 5632 7945 13577 2300 6720 3077 5945 939 9456 4016 15401 1.05 1.19 10265 Over de
veranderingen in deze af-
_

Panembong . B. 880 4415 1 747 4515 2627 8930 1735 5413 2118 7467 1638 11893 3756 19360 2.40 1.71 0.93 2.63 2707 7616 deeling bij reorganisatie, zie de
. .
.
men

Timbanganten . . .
B. V. 1614 5798 1590 5801 3204 1! 599 1884 5528 2484 7822 347 10878 2831 18700 1.53 1.34 0.21 1.87 1824 10282 toelichtingen bijlage 1.

Wanakerta B. V. 7203 7745 14948 2842 1957 14164


. .
.
.
— —

5595 2198 7547 4155 21711 —
1.04 1.86 7806
Pd Hierin de
a). zijn cijfers
Tjikemboelan. . . .
B. V. 7060 3810 4388 4225 11448 8035 6872 4169 8745 4996 2889 8062 11634 13058 1.23 1.31 0.65 1.90 6396 014
van ’t in

•<3 rJUl district


opgeheven Wanaredja
Baloeboerlimbangan. li. V. 3123 — 3642 —
6765 4226 2728 4392 4671 2628 8459 7020 13130 — 1.49 2.32 4429
begrepen.
Batoewangi B. —
2263 2165 4428 2328 2021 3200 2097 1608 1692 4808 3789 0.88 0.78 3123
. . . — —

h). Behoorde
. —
— —

vóór 1901 tot ’t district

Kandangwesi. . . .
B. 1630 2.492 1296 2694 2926 5186 1735 2253 1884 3407 915 1481 2799 4888 1.15 1.36 0.70 0.54 3087 2305 Tjidamar, afdeeling Tjiandjoer; na 1901

Negara B. K. d l 49 1841 1102 2121 3251 3962 1553 2188 2718 2087 311 709 3029 2796 1.26 1.13 0.27 0.33 2623 2337
tot district
Kandangwesi.
Onderdistr. b) “288 c). Gevoegd bij district
Wanakerta.
___
Tjisèwoe .

2359 — 5243 — 2608 — 3440 1964 —
5404 1.19 0.83 3803
idem. Malanebonkoelon. )

3297
idem. Lewo )
c) . ■ •
r

Totaal.
36577 7 40858 7 77430 31380 36615 34256 15296 66794 49452 112833 ? 1.25
46039 ? 1.63 48777

Tasikmalaja . .
. .
B. V. 7477 10787 534 632 8011 11419 6122 9847 0343 9182 1977 11175 8320 20357 0.86 0.85 3.70 17.68 4861 7231

Indihiang B. V. 4938 5876 1538 2275 6476 8151 2661 6309 8969 14630 1.27
5970 6399 6308 8 2! 1.41 1.66 2.77 8493 9552

Tjiawi B. V. 4271 4853 577 696 4848 5549 4312 4774 4145 10218 9397 17149 1.25 1.43
5252 6931 7.35 14.68 5703 7551

Pangèrédan B. V. 1005 1494 2499 1681 2082 2805 8013 5235 10936 2.80
2430 2923 5.36 2716 3078

— —
. . — —

Singa pa rna B. V. 6860 1175 8035 8982 7341 2994 8398 10936 18263 1.43
7942 9865 7.14 9569

. . . — — —
.
<

Soekaradja. B. V. 1122 1145 2267 1478 3458


. . . .

— — —
1924 —
1980

— —
1.76 — 1.29 — 3953

M
Tradjoe B. 1395 1558 774 978 2169 2536 1911 2286 2209 2400
563 1389 2772 3789 1.58 1.54 0.70 1.42 2434 2937

Ka ra ng B. V. K. 1097 946 2043 608 936 1991 2748 1.65


o — —
— —
1694 1383 1812 —
— 0.98 —
2040

0-1 Pasir Pandjang B. V. 1091 3695 4786 3998 10564 14267 3.38 2.80
. .
— —
— —

3703
— —
— —
2521

Bandjar B. V. — 1012 — 2576 —


3588 — 3156 2994 12398 —
15392 —
2.95 —
4.81 3243

Padaherang ....
B. V. —
687 — 1737 —
2424 1942 2248 1911 5225 — 7136 — 2.78 — 3.— 865
H
Parigi B. V. K. 1341 2218 852 3181 2193 5399 2247 .4157 1647 7436 3248 11678 1.19 1.91 1.93 2.33
1601 4242 1351 1668
o
Tjidjoelan B. V. K. 1552 1538 1666 2349 3218 3887 2631 3234 3380 4916 5496 7359 1.36 1.58 2.02 2.09 1610
. . .
2116 2443 1282
C/3
Mandala B. 1374 2293 1746 1946 3120 4239 2578 3115 2971 i 4198 4599 7037 1.18 1.23 1.70 2.15 427
1028 2839 845

7 92653 154190 9
1.46 9
Totaal. 7 41997 7 24825 ? 66822 ? 56255 ? 3.73 56945
7 61546 *

S A. TEE KEI N G
MEN

A F D E E LIN G E N

Bandoeng 42334 37847 80261 46642 49136 69006 28809 117045 97815 209030 2.17 3.09 96386
91985
— —
— —

Tjiandjoer 28464 31114 59578 30543 33058 35400 9822 39755 45222 92815 1.86 1.27 38715
53060
— —
— — — —

Soekaboemi 24223 33225 37525 25798 16306 48421 45599 86449 1.56 1.45
....

— —
33183 29293 38028 —
— —
38519

Soemedang 15992 22166 15209 23697 31201 45863 18245 8594 47968 30771 80503 1.38 1.46 0.56 2.02 20592
....
23265 22177 32535 24508

Limbangan 36577 40853. 77430 31380 36615 15296 66794 49452 112833 1.25 1.63
....
— — —

34256 46039 — —

48777

Soekapoera 41997 24825 66822 56255



92653 154199 1.46 3.73 56945
61546

— — — — —
— —
.... —

Totaal. ? 95761 ? 91561 ?


i 167479 ? “
231512 ? :123193
7 412636 9 735829 1.70 ? 2.15 ? 303850
|
BIJLAGE 4.

E. Overzicht de uit de huizen verkochte hoeveelheden


van
verkooppak zout.

Welke districten of gedeelten


V E R h (3 C 11 T E II 0 F V E E L 11 E D N I 0
daarvan voorzien zich uit 1 (IN P K E L’
S).
o Zoutverkooppak-
z;
deze zout?
pakhuizen van

huizen
a (Voor ieder der pak- TOELICHTINGEN.
Q (waar gelegen'. huizen afzonderlijk 1880. 1881. 1882. 1883. 1884. 1885. 1886. 1887. 1888. 1889. 1890. 1891. 1892. 1893. 1894. 1895. 1896. I897. 1898. 1899. 1900. 1901. 1902. 1903.
te
op geven).
1. 3. 4. 0 6. 7. 8. 9. 10 11 12 13. 14. 16. 17. 18. 10. •20. *21. ■2*2. *23 •24 *2S 26.
_ •27. •28.

Bandoen» . Bandjaran, Oe-


8 Koppo, (0) Dit cijfer heeft betrekking op

djoengbroengkoelon, Oe- slechts 9 maanden, daar de


opgaven

over Maart, April en Mei niet


djoengbroengwetan, Tji- ge-

vonden konden worden.


lokotot, Radjamandala, Tji-
(a)

pendjeuh 8867 6651 9569 9280 9689 9835 9955 10287 9984 10644 10766 10186 11168 10570 10596 10888 11022 11330 11540 11556 12443 12599 14862
13038

O
Tjitjalengka . Tjitjalengka, Tjipeudjeuh
z en
gedeelten van
Oedjoeng-

o
broengwetan, Tandjoeng-

sari, Bloeboerlimbangan,
z
Tjikemboelan, Tinbangan-

ten, Wanakerta, 6505 6113 5821 4785 4779 4672 4920 5006 4861 4871 4858 4845 5399 5350 4914
=Q Indihiang. 5233 5549 5683 5818 5689 6033 6177 6233 6916

Koppo. Koppo, Bandjaran, Tji-

sondari, 4950 4920 4650 4440 4757 4736 5009 5345 5031 4984 4808 4872 5683 5518 4947
Rongga . 5236 5794 5807 8224 6162 6630 6720 6600 6810

Totaal. 20322 17684 20040 18505 19225 19243 19884 20638 19876 20499 20432 19903 22250 21438 20457 21357 22365 22820 25582 23407 25106
25496 25871 28588

Tjiandjoer. Malèbèr, Tjiliea, Tjika-

long, Tjipoetri, Pèsèr, o.d.

Tjikondang van het ge-


rvi

lijknamige district. 12180 10770 10650 10080 10079 9835 9653 9489 9142 9592 10003 9593 10549 10218 9673 9483 9933 9277
o 9392 8902 9360 10020 9360 9810
*

Q Tahsrgering Djampangwetan en
Tji-
O O O

ÏS
damar, o. d. Tjampaka van

het

d. Tjikondang. — — — — — —
— — — 1136 1178 1094 1240 1208 1690 1872 1793 1907 1756 1657 1741 Opgericht in 1892.

f-H

Totaal. 12180 10770 10650 10080 10079 9835 9653 9489 9142 9592 10003 9593 11685 11396 10767 10723 II141 10967 11264 10695 11267 11776 11017 11551

Soekaboemi . Goenoengparang, Tji-


mahi, Tjiheulang, noorde-

deel het district


lijk van

Dja m
pangtengah, oostelijk
deel van het district

Palaboehan en de grootste

helft het district


van
Tji- *

tjoeroeg 6600 6390 6750 6780 7542 7533 8163 7869 7740 8120 8318 7961 9307 9406 9871 9887 9189 10395 10938 10240 10560 10020 9420 9780

Palaboehan deel het


Oostelijk van

district Palaboehan, noor-

o delijke desa’s van het onder-

33
district Djampangkoelon en

K>
onderdistrict Bajah der

residentie Bantam. 481 510 481 360 515 638 572 663 728 831 859 1104 1346 1282 849 974 1044 1041 872 869 720 1051 1021 931 In 1902 gesloten, zijnde van de

Paboewaran . jaren 1880 —


1883
geen cijfer kunnen
C/3
Djampangtengah en
worden
opgegeven, bij gemis aan

Djampangkoelon — — — —
323 395 441 450 416 804 683 504 469 360 368 340 369 354 389 326 691 361
.

ook niet uit de koloniale
gegevens,

Sagaranten verslagen, omdat het debiet toen niet


Djampangtengah en

pakhuisgewijze werd
opgegeven.
oostelijk deel van Djam-

pangkoelon . . . 360
— - — — — —

390
— — — — — — — — —

1
— — — — —
.

> In 1902 geopend.


Tjitjoeroeg Djampangkoelon
— — — — —
— — — —
— —


— — — — — —
— —
571 361

Totaal. 7081 6900 7231 7140 8380 8566 9176 8982 8884 9755 9860 9569 1 1 122 1 1048 11088 11201 10602 11790 12199 11435 11971 11462
Welke districten of gedeelten
z
V E R h 0 C UT E
II 0 1] V E E L 11 E D 5 N N I K 0
w
daarvan voorzien zich uit ( 1 E L’
S).
o Zoutverkooppak-
z
deze pakhuizen van zout?

huizen
w (Voor ieder der pak- T 0 E L I C H T I N GEN

(waar gelegen huizen afzonderlijk


.

4880. 1881 1882. 1883. 1884. 1885. 1886. 1887. 1888. 1889. 1890.
I
. 1891. 1892. 1893. 1894. 1895. 1896. 1897. 1898. 1899. 1900. 1901. 1902. 1903.
te geven).
op
14.
1. 2. 3. 4. o. 6. 7. s. 9. 10. it 1 i 13.
15. 16. 17. 18. 10. 20. 21. 1 22. 23. 24. 25. 20. 27 . 28.

o / 1
I r 1
z
Soemedang Soemedang, Tandjoeng-
Q
) sari, Tjibeureum, Tjongé-

ang, Batoesirap (afd. 1


i /
i( K ra
wang)
3570 3306 3206 2894 2788 2806 3044 3343 3400 36513 3875 i 3511 4009 3857 4135 4482 4097 4167 4341 4509 4741 451: 4374 4529
! 1
1

Tjiwalen (G;i- Soetji, Panembang, Tim-

roet) . banganten, Wanakerta,Tji-

kamboelan, Bloeboerlim-

bangan en Batoewangi 9242 8046 8844 8683 9177 8853 9116 9014 9181 9916 9942 992: 10408 9824 8891 9876 9845
.
10381 10486 9312 10382 10031 1039! 1 1328

«
Malambong Wanakerta, Bloeboerlim-

bangan, Tjiawi, Indihiang,

Darmaradja en
Lemapoetili
3150 3020 3344 3252 3433 3203 3246 3244 3668 3955 4312 4300 4251
(Talaga) 3864 377: 3987 4055 4207 4371 4274 4420 4354 4261 3807

Pa-
Singadjaja. Batoewangi, Soetji,
ba ng, Ti m ba n
ne m
ga n te n,
'O
Nagara, Taradjoe, Panjere-

dan, Singaparna en Ta-

108 186 211 242 195 388


l

sikmalaja — — — —
361 469 639 579 551 593 614 791 778 803 810 811 908 920 In 1884 geopend.

s Boengboelan . Kandangwesi, Soetji, Ba-

toewangi, Panembang en

261 387 485 423 453 530 467


Tjidamar 532 61 1 556 484 569 500 626 638 6! 7 670 664 715 755 Idem.

Pameungpeuk. Nagara, Soetji, Panem-

bang, Timbanganten, Ba-

toewangi, Kandangwesi,

Taradjoe, Singaparna In-

592 637 767 565 525 423 489 465 409 505 516
diliiiuig en Tasikmalaja .
482 496 558 512 572 523 513 519 519 556 557 539 575

Totaal. 12990 12303 12955 12500 13504 13052 13547 13388 13906 15294 15598 15706 16405 15381 14216 15597 15603 16523 16792 15525 16841 16416 16822 17385

Tjiawi, Ta-
Tasikmalaja Indihiang,
sikma laja, Pa noem ba nga n

(afd. Galoeh) 4620 4830 4830 4950 5155 5520 5961 5679 5819 6225 6268
. . . .
6245 6551 6352 6536 6310 5825 6155 6373 6377 6240 6240 6390 6750

Singaparna Si ngapa rna, Pa njereda n,

Tiadjoe, eenige desa’s van


l

Soekoradja en
Indihiang
en 50 desa’s van Tasik-

ma laja 3420 3570 3750 3450 3503 3520 3636 3436 3451 3641 3550
3698 3762 3574 3533 3545 3389 3507 3667 3650 3960 3870 3960 3930
•<

Parakanhondji Karang, Soekaradja en

Tradjoe So-
(onderdistrict
w

390 390 450 450 624 599 629 508 573 657 088
o donghilir 732 852 722 737 743 683 677 673 710 810 810 840 1140

Bandjnr .
■—

Bandjar, Padaherang.

Rantjah (Galoeh) Tjiamis

(Galoeh) en Dajeuhloehoer
1530 1620 1590 1200 1459 1606 1564 1440 1281 1150 1159
(Banjoemas) . . 1091 988 805 1230 1196 1377 1549 1488 1569 1590 1620 1650 1680
. .

cn
Kalipoetjang . Padaherang en een deel

1350 1410 1290 1470 1597 1586 1672 1356 1593 1710 2189
van Parigi 2790 2362 1832 1293 1147 1534 1451 974 979 960 960 930 1050

Parigi. Parigi, Tjidjoelang en

deel Mandala
— —
600 1296 1173 1213 1286 942 1 172 1117
een van 1106 1513

1409 1542 1556 1635 1958 2029 1950 2070 2160 2250 2220 In Juni 1883 geopend.

300 672 686 689 768 712 863 835


Tjikatomas Mandala — — —

761 902 871 931 873 878 1030 1052 960 900 930 960
Idem.

Totaal 11310 11820 11910 12420 14306 14690 15364 14533 14371 15424 15806
16423 16930 15565 15802 15400 15321 16327 16256 10188 16590 16560 16950 17730
of
Welke districten gedeelten
z VERKOCHTE H 0 E VEELHEDEN PIKOEL’
daarvan voorzien zich uit (IN S).
o Zoutverkooppak-
z deze zout?
pakhuizen van

2 huizen
(Voor ieder der
TOELIGHTINGE N.
a pak-
a

Q
(waar gelegen'. huizen afzonderlijk 1880. 1881. 1882. 1883. 1884. 1885. 1886. 1887. 1888. 1889. 1890.
a
1891. 1892. 1893. 1894. 1895. 1896. 1897. 1898. 1899. 1900. 1901. 1902. 1903.
op te geven).
4. jj 6. 7. 8. 9 10 it 12 iD. 14.
t. i. 3. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 2r 24. 25. 26. 27. 28.

(_
T I E] K Tv I 1sr g
B A I Vl I: n

Afdeelikgen ;

19903 22250 21438 20457 21357 22365 22820 25582 23407 25106 25496 25871 28588
De
debiet-cijfers der jaren 1886—
20322 17684 20040 18508 19225 19243 19884 20638 19876 20499 20432
Bandoeng. 1899 zijn overgenomen uit de ko-
9593 11685 1 1396 10767 10723 11141 10967 11264 10695 1 1 267 11776 11017 11551
loniale verslagen, welke de juiste
12180 10770 10650 10080 10079 9835 9653 9489 9142 9592 10003
Tjiandjoer. opgaven bevatten.
9569 11122 1 1048 11088 11201 10602 11790 12190 1 1435 1 1971 11432 11370 11462
Van de jaren 1880—1883 en 1900
8380 8566 9176 8902 8884 9755

Soekaboemi . 7081 6900 7231 7140 986Q


3510 4009 3857 4135 4482 1903 komen
4097 4167 4341 4509 4746 4513 4374 4529 debiet-cijfers in die

3570 3306 3206 2894 2788 2806 3044 3343 3400 3659 3875 verslagen niet pakhuisgewijs voor,
Soemedang
15706 16405 15381 14216 15597 15603 16523 16792 15525 16841 16416 16822 17385 het
maar van
geheele gewest.
12990 12303 12955 12500 13504 13052 13547 13388 13906 15294 15598 Deze verschillen alle met de to-
Limbangan
16423 16930 15565 15802 15400 15321 16327 16256 16188 16590 16560 16950 17730 talen (voor ’t de door
gewest) van

11310 11820 11910 12420 14306 14690 15364 14533 14371 15424 15806 de
Soekapoera .
afdeelings-coramissiën opgege-

ven cijfers, ze
zijn daarom cur-

sief gedrukt, geplaatst onder de

747 04 82401 78685 76465 78760 79129 82594 86435 81759 86521 86193 86404 91245 optellingsgetallen.

Totaal .
07453 62783 65992 63542 68282 68192 70668 70373 69579 74223 75574 De vrij belangrijke verschillen van

868S5 85647 86189 91270 de jaren 1880—1883, 1884 en 1885


Tim 67600 67751 65405 7 om 69679 beide
(over laatstgenoemde jaren
werd ’t debiet in’t koloniaal verslag

wel
pakhuisbewijs vermeld) moet

daaraan worden dat


toegeschreven,
de
betrokken afdeelingscommissie
’t
pakhuis Karang Sambong, dat

in den 1896 werd


loop van
opge-

heven, niet in hare


opgave heeft

opgenomen.
ONDERZOEK NAAR DE MINDERE WELVAART

DER

INLANDSCHE BEVOLKING OP EN MADOERA.


JAVA

SAMENTREKKING

VAN DE

AFDEELINGS-VERSLAGEN OVER DE UITKOMSTEN DER ONDERZOEKINGEN

NAAR

DE ECONOMIE VAN DE DESA

IN DE

RESIDENTIE REMBANG

Te verkrijgen bij ’t leermiddelen te Weltevreden J


depót van
voor ƒ 0.75
).

Batavia

ALBRECHT & Co.

1908.

‘) ’* Kostende dient in contanten voldaan of bij ’t


bestelling gelijktijdig bedrag ervan overgemaakt te worden
per post-
wissel betaalbaar te Weltevreden den
en geadresseerd aan Administrateur van ’s Lands Depót van leermiddelen aldaar,

waarna portvrij toezending volgt.


Bijla g e n :

1. Vergelijkende bevolkingsstatistiek.
2. Overzicht van de uitgestrektheid van

’t communaal bezit met


periodieke ver-

deeling.
3. Overzicht van de uitgestrektheid van

’t
’t individueel grondbezit en van

communaal bezit met vaste aandeelen

(eens voor altijd toegewezen).


4. Statistiek ’t
van
grondbezit.
5. Overzicht van de uit de verkooppak-

huizen verkochte hoeveelheden zout.

6. Overzicht van den druk der landrente.

7. Lijst van vraagpunten betreffende ’t

landbouwcrediet, beantwoord door R.

T. ARIO KOESOEMODIKTO, regent van

Toeban.

8. Nota van R. A. REKSOKOESOEMO,

regent van
Bodjonëgoro.

RESIDENTIE REMBANG

ECONOMIE VAN DE DESA.

VAN ONDERZOEK EN NAMEN DER ONDERZOEKERS.


WIJZE

Voorzitter der kommissie: L. Ch. H. FRAENKEL, resi-


Afdeeling Rëmbang.
M. A. R. A.
dent; leden: J. MASTHOFF, assistent-resident-secretaris; DJOJO ADININGRAT,
A. H. BLAESER, controleur Lasëm P. J. HOMMES, beheerder
regent van Rembang; van en

der houtvesterij Toedèr.

De der is vastgesteld vergaderingen met den regent


beantwoording vragen op

districtshoofden. Voor de ’t boschwezen hebbend, is


en de vragen, op betrekking
nota’s door den beheerder der houtvesterij
gebruik gemaakt van
Benige samengesteld

Toedèr, hierboven die, betreffende de nota de


genoemd; voor
hygiëne, van een van

L. T. BOERMA. 't is
hand van den
civielgeneeshecr te Rëmbang, Verslag gedagteekend
20 1905.
Juni
Toeban. Voorzitter dar kommissie: F. HOEZOO, assistent-resi-
Afdeeling
F. ARIO KOESOEMODIKTO, HELSDIGEN, controleur
dent; leden: R. regent en
J. J. VAN

Toeban; A. H. EYKEN, controleur Mr. W. SONNEVELD, voorzitter


van J. van
Djatirogo;
den landraad te Toeban; W. HlenbaaS, ingenieur bij de inde
van
bevloeiingswerken
boschdistrict
Solo-vallei te Lamongan en J. H. BOERRIGTER, houtvester van ’t Toeban.

’t zonder dagteekening, werd opgemaakt door den regent en de con-


Verslag,
Toeban De te danken de Inlandsche
troleurs van en
Djatirogo. gegevens zijn aan

hoofden en bevolking.

Doordat de de 114
afdeelingskommissie bij beantwoording van vraag er naar

betreffende ’t landbouw-
verwees, is de beantwoording van een lijst van vraagpunten

Toeban hierachter als 7


crediet door den regent van bijlage gevoegd.
nota’s betreffende ’t boschwezen de door den
Benige en
hygiëne, opgemaakt
houtvester van ’t boschdistrict Toeban vd. en door den wd. civiel geneesheer te Toeban,

werden in de
samentrekking opgenomen.
Voorzitter der kommissie; CH. P. Blok,
Afdeeling Bodjonëgoro. J.

assistent-resident; leden: R. A. RÉKSO KOESOEMO, regent van


Bodjonëgoro ; J. N. SMITH,
L. C. W. Mr. K. VAN
controteur van Padangan ; BERRETTY, controleur van
Bodjonëgoro ;

HINLOOPEN LABBERTON, voorzitter van den landraad te Bodjonëgoro; W. HLENBAAS,


2

de in de Solo-vallei
ingenieur bij bevloeiingswerken te Lamongan; H.
j. KERBERT,
houtvester ’t boschdistrict T. E. P. SCHELTEMA
van Bodjonëgoro; BEDUIN, houtvester

F. C. STRÜBEN, particulier te Malo.


van Padangan en
J.
’t 31 Mei 1905, is door den controleur
Verslag, gedagteekend van Padangan
vd. opgemaakt naar de van den voorzitter, den regent, de controleurs en
gegevens
houtvesters vd..

Afdeeling Blora. Voorzitter der kommissie; R. W. H. DOEVE, assistent-

resident; leden: R. M. R. NEGORO, E. ÖRAYXON


TjOKRO regent van Blora; j. LEE,
houtvester C. ENGELEN,
van
Noord-Randoeblatoeng en VAN
zendelingleeraar te Blora.

’t gedagteekend 31 Mei 1905, is


Verslag, opgemaakt naar gegevens verzameld

door de ambtenaren ’t binnenlandsch bestuur in


Europeesche van
samenwerking met

den houtvester vd. en de districts- en onderdistrictshoofden.


ECONOMIE VAN DE DESA.

1. I of
oe- afneming der
bevolking, te constateeren
volgens bijgaanden
staat, model A. 1). Toelichten
(bijlage en zoo
mogelijk de voornaamste redenen

die daarop invloed 1


opgeven waarschijnlijk uitgeoefend hebben
).

Rembang

Districten: Waroe 3
(Rëmbang) ) V. K. Soelang V. B.
Binangoen (Lasëm)
B. V. K. K. V. Pamotan B. V. Sédan
Kragan V. B.

De normale verschillen in de bevolkingscijfers kunnen niet anders dan door

geboorten, sterfgevallen en
verhuizingen van en naar andere verklaard
afdeelingen
worden. Afwijkingen kunnen slechts door tellingen
onjuiste veroorzaakt zijn.
In de jaren 1891 1892 heeft in Waroe de cholera sterk
en en
Soelang gewoed
en vele slachtoffers gemaakt.

De groote ’t aantal
vermindering van
huisgezinnen in Soelang van 1895 op

1900 en Pamotan 1890 1895, ’t aantal zielen


van op terwijl toenam, moet waar-

schijnlijk daaraan toegeschreven worden, dat de in 1895 1900 alle


men
bij telling en

bewoners vati een huis als één beschouwd heeft.


huisgezin

T o e b a n.

Districten: Rémbés (Toeban) K. V. Djénoe K. V. V. B.


Réngèl Djatirogo

(Wotsogo) V. B. Bantjar (Bantjarlëdok) V. K. Singgahan (Djodjogan) V. B.

Zie 1. Uit
bijlage ondervolgendc procentsgcwijze opgave van de toe- of

afneming der
bevolking in elk district
gedurende de
tijdvakken 1890/95 en 1895/1900,
dat
blijkt, in
eerstgenoemd tijdvak ’t zielental in alle districten, Rèngèl uitgezonderd,
slechts met klein is in
een
percentage toegenomen en Bantjar zelfs afnam.

1890—1895 1895—1900

Rémbés onbekend -f- 23.4 °/o

Djénoe | 0.4
% -j- 12.2

Rèngèl + 21.2 „ + 12.4


Djatirogo + 5.8 + 19.


„ „

3 4-13.8
Bantjar „ „

Singgahan -f- 2.
„ -(- 20.4

Deze de ’t de
geringe vermeerdering en
vermindering waren
gevolg van groote
sterfte onder de door de in 1890 1891 gebeerscht hebbende cholera-
bevolking en

epidemiccn, welke door kwaadaardige koortsen gevolgd werden.

Bodjonëgoro.

Districten: Bodjonégoro B. V. Baoeréno V. B. Pélém (Soembërrëdjo) V. B.

B. V.
Padangan Tambakrédja B. Ngoempak (Kalitidoe) B. V.

Zie bijlage 1. ’t Zielental de 1880 1885


voor jaren en kon niet opgegeven

worden door De in ’t
gebrek aan gegevens. bevolking nam
geleidelijk toe; tijdperk

1890/1995 bedroeg de toename ruim 36,000, in 1895/1900 ruim 33,000 zielen.

B 1 o r a.

Districten: Karangdjati (Blora) V. B. Ngawèn B. V. Panolan (Tjépoe) V. B.

V. B. B. V.
Randoeblatoeng Djépon
kan deze niet beantwoord worden.
Wegens gebrek aan gegevens vraag

') In bijlage 1 zijn de uitkomsten der 1905 de onderzoekers


volkstelling van
opgenomen;
konden daarmee houden, daar de daartoe te werden.
geen rekening verslagen vroegtijdig afgesloten

(Aant. v. d. bew.).
2
) De namen tusschen haakjes zijn die der districts-hoofdplaats wanneer deze verschilt

van den districts-naam. Achter de namen der districten betcekent B. bergland, V. vlakland,K kuststreek.
4

2. In welke hadden de mutatiën


jaren grootste plaats?

R 8 m b a n g.

Grootc mutatiën hadden niet plaats

T o e b a n.

Zie antwoord 1

Bodjonëgoro.

Groote mutatiën hadden niet De heeft in deze streken ’t


plaats. bevolking over

zoodat haar niet verlaat.


algemeen geen gebrek aan
grond, zij woonplaats

B 1 o r a.

’t ontbreken kan deze niet beantwoord worden


Wegens van gegevens, vraag

3. Waaraan worden die toegeschreven?

Rembang,

Vercischt antwoord
geen

T o e b a n.

Zie antwoord 1.

Bodjonëgoro.

Vereischt geen antwoord

B 1 o r a.

kan deze beantwoord worden


Wegens ’t ontbreken van
gegevens, vraag niet

4. In welke jaren had abnormale plaats; uit welke gedeelten


emigratie
kort vlakte,
van 't district (zoo mogelijk omschrijven bergland, enz.)

Wat waren daarvan de redenen?

Waren die of den aard?


verhuizingen van
tijdelijken van
blijvend

Abnormale kwam voor.


emigratie nergens

Mandoers in de residentiën
van
particuliere nijverheidsondernemingen Soerabaja,
Këdiri Madioen komen elk in de dichter bevolkte de
en
jaar gedeelten van
afdeeling
Baoerèno koeli’s die,
Bodjonëgoro (Bodjonëgoro, en Pélem), om te werven,

voorschot zich bedoelde ondernemingen begeven.


onder genot van en
reisgeld, naar

den keeren die koeli’s echter weêr terug. Slechts


Tegen padiplanttijd zeer
weinigen
zich de werk
vestigen blijvend op ondernemingen, waar
zij gevonden hebben; meestal zijn
bezitten. Dit werkzoeken buiten de
het lieden, die hier geen gronden afdeeling was ’t

sterkst 1902, de in de
in toen padioogst geheele afdeeling Bodjjonëgoro voor

mislukte.
een groot gedeelte

5. Idem ten aanzien van immigratie

Toeban
Rëmbang, en
Bodjonëgoro

Abnormale had niet plaats.


immigratie

B 1 o r a.

Slechts van de districtshoofdplaats Tjëpoe (Panolan) nam ’t zielental beduidend

1894 de Dordtsche hare pctroleumfabriek


toe, nadat in Petroleum-raaatschappij er

Vele Inlanders uit kwamen zich


oprichtte. aangrenzende afdeelingen langzamerhand
daar vestigen.

Ook de de Blora Goendih—


aanleg van
tramlijnen Grobogan —Blora, —Tjëpoe en

andere streken de Panolan


Soerabaja bracht lieden uit in afdeeling, vooral in en

Randoeblatoeng, van welke lieden verscheidene zich hier


voorgoed gevestigd hebben;

kunnen niet verstrekt worden.


cijfers

niet de
personen al of deelgerechtigden
6. Behoorden de verhuizende tot

communale of bezitters individueele gronden onder;


in gronden waren er van

of ? Waren zij in ’t bezit


gehuwden ongehuwden van
eenig kapitaal; zooniet,

hoe zij in hun vóór de nieuw ontgonnen gronden produceer-


voorzagen voeding
beantwoorden in de laatste
den?
(Deze alinea alleen te voor immigratie jaren).
5

Rembang.

’t Aantal verhuizende is in deze


personen afd'eeling betrekkelijk gering; in den

het die als boeroehtani in


regel zijn niet-grondbezitters, hun onderhoud voorzien.

Toeban en
Bodjonëgoro,

Zie antwoorden 4 en 5,

B 1 o r a.

De meeste
immigranten waren
geen grondbezitters.

Er gehuwden kapitaal bezaten niet. Door handen-


waren en
ongehuwden bij, zij
arbeid moest en kon in ’t onderhoud voorzien worden

Te (Panolan) behooren
Tjëpoe velen hunner thans
nog tot de klasse van

werklieden. In de
Randoeblatoeng zijn meeste
immigranten landbouwers geworden.
Zij die konden bewerken de velden
geen eigen grond krijgen, van anderen. Zoo

komt het in dat district dat die door de bezitters den


voor, sawah’s, in oostmoesson

niet bewerkt worden, door


dergelijke niet-grondbezitters in dien
tijd met
polowidjo
beplant worden zonder betaling van huur.

7. Waar is in ’t district met betrekking tot de welvaart over ’t


geheel
de toestand beter, in gedeelten met of met onvoldoend
overvloedig grondbezit?
Met redenen te
omschrijven.

R ë m b a n g.

Dg welvaart is ’t
over
algemeen gering en overal
vrij wel
gelijk; men heeft

om te bestaan.
genoeg

Toeban.

’t deel Rèmbes met onvoldoend is door


Noordelijk van
grondbezit, aanwezigheid
van tëgal’s en belangrijke industrieën (klappersuiker-industrie en
visscherij) wel-

varender dan ’t deel


zuidelijk (onderdistrict Widang), met voldoend grondbezit, doch

uitsluitend uit sawah’s bestaande, die veel


bijna van muizenplaag, waterbezwaar en

ziekten in ’t te hebben. In komt


gewas lijden Djénoe overvloedig grondbezit niet

Daar deel der zoowel in den oost- als in den westmoesson


voor. een groot sawah’s,
kan worden de
beplant en op erven een
belangrijke klapperteelt gedreven wordt, is

dit district welvarend. Van


vrij Rèngèl is ’t noordelijk deel welvarender dan ’t zui-

deel; echter niet grooter omdat de sawah’s daar


delijk wegens grondbezit, maar min-

der te hebben betere


van
overstroomingen lijden en van hoedanigheid zijn.
In
Djatirogo, Bantjar en Singgahan komen streken met
overvloedig grondbezit
evenmin ’t daar
voor; groot-grondbezit is vrij wel gelijkmatig over de verschillende

onderdistricten verdeeld en de meerdere of mindere welvaart van de verschillende streken

is andere dan de ’t nl.


van
omstandigheden van grootte van
grondbezit afhankelijk,
van de meerdere of mindere vruchtbaarheid en bevloeibaarheid der sawah’s.

Bodjonëgoro.

De toestand is beter in gedeelten met


overvloedig grondbezit. Dit komt, om-

dat in deze de Inlander landbouwer is. Handel


afdeeling en nijverheid zijn. nog van

weinig beteekenis, omdat de De tram Goendih-


afdeeling vroeger zeer
afgezonderd lag.

Soerabaja werd eerst in 1903 ’t verkeer in in


geopend en
noordelijke en zuidelijke
laat veel
richting nog te wenschen over.

B 1 o r a.

In der districten komt Over ’t is


geen overvloedig grondbezit voor.
algemeen
de Inlander er beter aan toe in streken met voldoend dan in die met onvoldoend

grondbezit. In laatstbedoelde streken in ’t onderhoud


moet gedeeltelijk voorzien wor-

den door koeliarbeid of kleinhandel. Doch wat daarmede verdiend wordt, is: „zoo

zoo
geronnen.” Wanneer de Inlander wil, zal dit eerder doen
gewonnen, sparen hij
in dan in
landbouwvoortbrengselen geld.
In desa’s met voldoend is de ’t beter
grondbezit bevolking over
algemeen ge-

wapend tegen slechte tijden.


6

8. Bestaat waaruit die ?


er
overbevolking zoo ja, blijkt

Blora.
Rembang en

bestaat niet,
Overbevolking

T o e b a n.

Rèmbês is wel bevolkt,


De kuststreek van en Bantjar zwaar maar
nog niet

overbevolkt.

Bodjonëgoro.

Neen; Bodjonïgoro en Pélém zijn wel zwaar bevolkt maar niet overbevolkt

’t der afdeeling is zelfs schraal bevolkt.


zuidelijk gedeelte

De 9 —20 te beantwoorden ten aanzien van communaal bezit met perio-


vragen

dieke verdeeling.

Overzicht de der aandeelen in de communale


9. van uitgestrektheid

(zie model B.)


gronden met periodieke verdeeling staat

Zie bijlage 2.

10. Wordt die ’t of


uitgestrektheid over
algemeen te gering, voldoende
Toelichten.
te groot geacht?

Rembang.

dusverre ’t voldoende
Zij wordt tot over algemeen geacht,

T o e b a n.

’t onvoldoende, zooals uit onderstaande


Zij is over
algemeen blijkt percents-
’t aantal bezitters der verschillende aandeelen, vooral omdat ’t
gewijze opgave vdn

de communale in ’t bezit is indivi-


mcercndeel der deelhebbers in gronden niet van

duecle
gronden.

3 2 4 b. b.
Districten: 'U b. V* b. /4 b. 1 b. b. 6

0/ 19.6 5.4
Rémbcs 26.1 % 28.4 % 20.2
10 % «/o — —

57.9 22.- 12- 6.2 1.6


Djènoe
— —

ii „ „
„ „

64.8 25.5 8.5 1.1


Rèngèl „ „ n „
— — —

11.6 81.5 2.8 3.8 0.15


Djatirogo
— —

....
„ „ n „ „

2.8 0.69 0.13 0.02


Bantjar 52.8

36.2

7.2 ii . % %
56.5 28.3 11.2 3.9
Singgahan
— — —

....
„ ii „

vele
flangezien ’t communaal aandeel reeds zoo klein is, bestaat in desa’s de

bezit individueele alleen dan aandeel in den


regel, dat
gogols, in ’t van gronden, een

communalcn bekomen, indien hun individueel bezit kleiner is, dan


grond een commu-

naal aandeel.

Bodjonëgoro.

voldoende Slechts in ’t oosten


Zij wordt over ’t algemeen geacht. van
Bodjo-
’t noorden Priem bedragen de sawahaandeelen ’t
negoro en van over
algemeen
minder dan */* baoe.
In de overige streken
zijn de aandeelen Vs baoe en
grooter

Blora

wordt ’t te In heeft 93% de


Zij over algemeen gering geacht. Karangdjati van

grondbezitters
minder dan 1 baoe, in
Ngawèn 91 °/ c ,
in Panolan 81 %, Randoeblatoeng

85 ’t overgroote der grondbezitters heeft te kleine


85 % en in Djepon %; gedeelte
aandeelen.

11. Heeft er in de laatste


jaren in ’t
algemeen aanzienlijke verandering
in de der aandeelen ?
uitgestrektheid plaats gehad
welke oorzaken, welke ?
Door met gevolgen

Rëmbang.

Neen.
7

T o e b a n.

Door voortdurende toename 't aantal de


van
deelgerechtigden, zijn aandeelen

hoe langen hoe kleiner geworden, waardoor


zij in verscheidene desa’s niet voldoende

opleveren kunnen ’t onderhoud den landbouwer


voor van en
zijn gezin. Vele land-

bouwers waren hierdoor andere


genoodzaakt hulpmiddelen van bestaan te zoeken.

Aan hebben
gebrek aan
bouwgronden ongetwijfeld de
klappercultuur langs de
geheele noordkust de
en
klappersuikerindustrie in ’t sterk bevolkte onderdistrict
Palang
hunne
[Rimbés] belangrijke uitbreiding te danken, terwijl de bloei van ’t visschers-

bedrijf daaraan eveneens voor een groot deel toe te schrijven is.

Dat de meerdere inspanning om in de


noodzakelijke levensbehoeften te kunnen

voorzien de aard der hun invloed


en
bedrijven op
’t karakter van de betrokkenen
hebben doen
gelden, mag
als zeker
aangenomen
worden. Over ’t
algemeen onderscheidt
’t karakter van den kustbewoner zich door meerdere
geestkracht en arbeidzaamheid

gunstig van dat van den uitsluitend van landbouw levenden desaman.

Bodjonëgoro.

Neen; de aandeelen bleven meestal omdat in desa’s


vrijwel gelijk, met kleine

sawahaandeelen de periodieke verdeeling nagelaten wordt en de gronden verder in


communaal bezit met vaste aandeelen bezeten worden, terwijl in andere desa’s,
vooral in ’t zuiden, die aan
grenzen boschrijke streken, waar veel nieuwe
ontginningen
plaats hebben, de gewoonte bestaat, om beden, die groote stukken in individueel
grond
bezit hebben, niet in te
aanmerking brengen voor een aandeel in de communale
gronden.

B 1 o r a.

In de laatste
jaren niet.

12. Wat zijn c.q de oorzaken toenemende


van
verbrokkeling der aandeelen?

Rembang,

Groote verbrokkeling van aandeelen had tot dusver niet De


nog plaats. aan-

deelen in den communaal bezeten zullen echter, door den


grond aanwas der
bevolking,
langzamerhand te klein worden.

T o e b a n.

Alleen de voortdurende der


vermeerdering bevolking, bij gebrek aan
gronden
voor uitbreiding van den landbouw.

Bodjonëgoro.

komt slechts heel weinig


Verbrokkeling voor.

B I o r a.

De voornaamste oorzaak is ’t toenemen der Wanneer


bevolking. hierdoor

’t aantal
langzamerhand niet-grondbezitters in een desa
aanzienlijk genoeg was geworden
invloed uit te oefenen de
om op desa-aangelegenheden moest, door een nieuwe ver-

den grond, hun ook


deeling van aan
verlangen, om een aandeel in den communalen

grond te bekomen, wel toegegeven worden.

13. Is daardoor in de
verandering regeling der periodieke verdeeling
?
gekomen

R ë m b a n
g.

Vereischt aanwoord.
geen

T o e b a n.

Dit is in dat in vele desa’s


zooverre gebeurd, bezitters van individueele
gronden
in ’t geheel of slechts zulk een aandeel in den communalen dat
geen grond bekomen,
hun totaal is communaal aandeel.
grondbezit gelijk aan een

Slechts in enkele desa’s van Bantjar is de


jaarlijksche verdeeling veranderd

in eene
vijfjaarlijksche.

Bodjonëgoro,

Vereischt geen antwoord.

B 1 o r a.

Neen.
8

14. Zijn er desa’s, waar de deelgerechtigden slechts bij beurten aandeel

in den wordt dit


bouwgrond krijgen en zoo
ja, hoe en op welke wijze geregeld
de hoeveel
en om jaren krijgen zij een aandeel ?

R ë m b a n g.

in Waroe, in de desa met 100


Ja, Magersari gogols (deelgerechtigden) twee

baoe communaal Elk 5 daarvan beurten aandeel.


tegalveld. jaar krijgen gogols om een

Deze desa is visschersdesa zonder individueel bezeten


een gronden.
In in de desa Rahitan 32 slechts
Binangoen, met gogols en '/* baoe com-

munale sawah. Elk jaar 2 daarvan beurten aandeel. Buiten


krijgen personen om een

de 3V 4
baoe ambtsveld van 't desabestuur is deze desa, geen visschersdesa, nog
in

l
’t bezit 11 baoe individueel bezeten sawah 29 baoe
van
Va erfelijk en
/a erfelijk
individueel bezeten tëgalveld.
In Pamotan, in de desa Goenëm met 184 slechts 3 baoe
gogols en com-

munale sawah’s. Elk jaar krijgen 11 daarvan beurten aandeel. Bo-


gogols om een

vendien is deze desa, de bevolking uit landbouwers bestaat, nog in ’t


waarvan
geheel
bezit van 69 3/* baoe erfelijk individueel bezeten sawah’s en 24 baoe erfelijk individueel
bezeten
tëgalveld.

T o c b a n.

Pëkoewon
Ja, de desa’s Sëmanding [Ritnbi-s), (Rèngèl), Wotsogo en Djam-
deze desa’s, communaal bezit bestaat met vaste aandeelen,
bean (Djatirogo). In waar

doch niet eens voor altijd toegewezen, kan


jaarlijks slechts
ongeveer Vs der
deelge-
aandeel in den bekomen.
rechtigden een grond

Bodjonëgoro.

dat ’t aantal zeker aantal


Is in een desa overeengekomen, grondbezitters een

meestal daar, de aandeelen klein zijn), dan


niet
overschrijden mag (dit geschiedt waar

het wel dat een zeker aantal grondbezitters jaarlijks uitvalt, om


plaats te
gebeurt eens,

anderen, ’t Aantal uitvallers is meestal en men kiest


maken voor gering voor vervangers

hen, die hoofden zijn van huisgezinnen en bovendien geen individueele gronden bezitten.

wordt elke nieuwe verdeeling den grond vastgesteld.


De
beurtregeling bij van

deelhebbers wie uitvallen wie hen in de plaats treden


De
gezamenlijke bepalen, en voor

is de
zullen. De maatstaf, welke aan deze
regeling ten grondslag ligt, mate van
ge-

de sedert zij 't laatst aandeel


goedheid der nieuwe deelhebbers, voorts tijd wanneer een

hebben. is zulk stelsel bevoor-


in de communale gronden gekregen Natuurlijk bij een

Klachten hieromtrent komen echter niet zich


rechting niet uitgesloten. voor, men
legt
de meerderheid der bezitters. Periodieke vervanging van alle
neer bij ’t gevoelen van

omdat ’t hier nog al te is.


grondbezitters komt hier niet voor, grondbezit gunstig noemen

B 1 o r a.

baoe communale
In Karangdjati heeft de desa Kalisari slechts een
bouwgrond,
verdeeld worden. wordt die 10
die onder 13 deelgerechtigden moet Jaarlijks grond aan

zoodat 3 niets die dan ’t recht hebben


deelgerechtigden toebedeeld, krijgen, volgend jaar

op een aandeel.
3
2 /4
In Ngawèn hebben de desa’s
Srigading en Ngiono onderscheidenlijk
met 20 40 In elk dezer desa's
en 3 baoe communalen grond en deelgerechtigden.

krijgen telkenjare slechts 10 deelgerechtigden om beurten een aandeel in den grond,


desa iedere ’t andere in laatst-
zoodat in eerstgenoemde deelgerechtigde om
jaar en

aandeel
genoemde desa ieder deelgerechtigde om de 4 jaren een krijgt.
iedere slechts de 6
In een desa van
Djfpon krijgt deelgerechtigde om
jaren

een aandeel in den communalen bouwgrond.


dat
In Panolan en Randoeblatoeng komt het niet voor, deelgerechtigden

slechts bij beurten een aandeel krijgen.

de bevolking bezwaren tegen eene


15. Bestaan er bij deelgerechtigde

indeeling zoo ja, welke?


dergelijke en,

Rèmbang

Neen

T o e b a n.

denkbaar de rechten deel der


Daar
geen andere regeling is, zonder van een

door den der omstan-


rechthebbenden te kort te doen, moet men wel in deze, drang
berusten.
digheden oplegde regeling
9

Bodjonëgoro.

Tot toe niet


neg

B 1 o r a.

Neen.

16. Is het
noodig maatregelen te nemen om te groote verbrokkeling

tegen te
gaan; zoo ja, welke ?

R 6 m b a n
g.

Dit is
nog
niet noodig geweest, en voor de toekomst is het
nog niet bekend

:
welke maatregelen genomen zouden kunnen worden.

T o e b a n.

De der aandeelen heeft


verbrokkeling nu reeds de perken overschreden; zoodat
het is,
dringend noodig maatregelen daartegen te nemen.

verdient conversie communaal bezit, zonder


Aanbeveling bevordering van van

vaste aandeelen in dat, met vaste aandeelen tot geen kleiner dan 1
/ i baoe
uitgestrektheid
en, zoo
mogelijk, eens voor
altijd toegewezen, daar deze bezitsvorm de voordeelen

van ’t communaal en individueel bezit in zich Deze zal


vereenigt. maatregel ongetwijfeld
betere den
grondbewerking en tevens overgang van den landbouwstaat in
dennijver-
heidstaat bevorderen. Ter den dient de
vergemakkelijking van
overgang, nijverheid
echter van regeeringswege krachtig gesteund te worden.

Bodjonëgoro.

Voorshands kunnen zulke laatste alinea


maatregelen achterwege blijven. (Zie
van antwoord 14).

B 1 o ra,

Ja. Wellicht kan de antwoord 14 bedoelde


bij regeling ook in andere desa’s

met sterk verbrokkeld worden.


grondbezit ingevoerd

17. Komt het in vele desa’s dat de sawah-aandeelen


voor, grooter zijn
dan is ’t onderhoud in die zelfde
noodig voor van een gezin, terwijl desa’s

vele alle verstoken


gezinshoofden van
grondbezit zijn?
Zoo ja, is daarvan de oorzaak is het trachten
wat en
wenschelijk te om

dien toestand einde maken; welke


aan een te op wijze?

Rëmbang en Toeban.

Deze toestand komt hier niet voor.

Bodjonëgoro.

Dit komt ’t niet ’t aantal hoofden


over
algemeen voor.
Bij vermeerdering van

neemt ook ’t aantal toe.


van
huisgezinnen grondbezitters

B 1 o r a.

Dit komt als niet In desa’s hebben enkele


zoo
goed voor.
sommige personen

aandeel in den doch dit is omdat die lieden


een grooter bouwgrond; bijzondere desa-
diensten zich de anderen
op genomen hebben, waarvan
vrijgesteld zijn.

Welke of misbruiken komen


18. gebruiken voornamelijk voor
bij de

sawah-aandeelen
toewijzing van
opengevallen (toewijzing aan soms
onmondige
familieleden van ’t desabestuur, de meestbiedende
aan personen uit andere desa’s?)

Rëmbang.

Komt sawah-aandeel door vertrek den dan


een
open van
deelgerechtigde,
het iemand, die
wordt gegeven aan
gogol (deelgerechtigde) wil worden. Hetzelfde

met aandeelen, die door den dood die


geschiedt openkomen van
deelgerechtigden,

geen zoon nalaten. Laat de overledene een werkbaren zoon na, die nog geen deel-

is, dan deze ’t aandeel. Misbruiken de


gerechtigde krijgt bij toewijzing van
opengevallen
aandeelen niet bekend.
zijn
10

T o e b a n.

Gebruikelijk is, dat de opengevallen aandeelen toegewezen worden aan


gogol’s,
die niet in ’t bezit zijn sawah-aandeelen of, zulke
van
bij gebreke van
personen, aan

hen die de nieuwe


bij eerstvolgende verdeeling recht
op een aandeel hebben. Een enkele

maal bleek onderzoek desaklachten, dat


bij van
opengevallen sawahaandeelcn door leden
’t desabestuur in genomen of personen uit andere desa’s verhuurd
van
gebruik aan waren-

Bodjonëgoro.

Opengevallen sawah-aandeelen komen aan den oudsten zoon, indien deze

reeds tot grondbewerking in staat is, of anders aan den oudsten heerendienstplichtige,
die geen individueele gronden bezit. Verkeeren meerdere personen in deze
omstandig-
heden, dan wordt den minst ’t
gegoede aandeel toegewezen. Een misbruik is, dat

aandeelen door ’t desabestuur


opengevallen in bezit genomen of afgestaan worden aan

familieleden, dan wel


gegeven
worden aan hen die ervoor betalen. Klachten hierover

kwamen nu en
dan voor.

B 1 o r a.

’t Gebruik wil in alle districten, dat ’t opengevallen sawah-aandcel toegewezen


wordt aan de weduwe van den laatsten bezitter. Kan deze de lasten, ’t
aan grondbezit
verbonden, niet dan wordt
dragen, een nieuwe
deelgerechtigde aangewezen, ’t Meest

voorkomende misbruik is, dat 't desahoofd aandeel bate


een
opengevallen ten eigen
aanwendt, hetzij onmiddellijk, hetzij middels een strooman.

19. Is streven individueelen bezitsvorm


er naar een meer
(langduriger

perioden van
verdeeling, definitieve verdeeling, conversie in individueel bezit);
waaruit blijkt dit, waaraan wordt het toegeschreven?

Rembang.

Bedoeld streven is alleen in ’t onderdistrict


waargenomen Magërsari ( Waroe ),
desa’s hebben,
waar
eenige vroeger bepaald dat
geen nieuwe verdeeling der bouw-

hebben. Voor
gronden meer zou
plaats personen die
gogol willen worden, worden

hier eenige elkaar grenzende aandeelen


stukjes grond van aan
afgenomen om daaruit

nieuw aandeel te Vele desa’s, die in dezen


een vormen. omliggende meer vasten vorm

van verdeeling voordeel zagen, zijn er ook toe Van vaste aandeelen,
overgegaan. eens

is echter In deze desa’s is


voor altijd aangewezen, nog geen sprake. ongeveer evenveel
individueel bezeten als communaal bezeten
grond.

T oeban,

Bedoeld streven is niet merkbaar.

Bodjonëgoro.

Over ’t
algemeen bestaat dergelijk streven niet. Daarvan is alleen wat te bespeuren
in streken omdat de
met bevloeiïng, bij verdeeling van bevloeibare
gronden de aandeelen

kunnen worden dan


meer
gelijkwaardig gemaakt bij de
verdeeling van
gronden die

den
van regen afhangen.

B 1 o r a.

Wordt niet
waargenomen.

20. Zijn gevallen bekend


er van
onwettige vervreemding van commu

nale gronden in ’t ?
algemeen

(Bijv. doordat bouwgronden onwettig in individueel bezit gekomen zijn


of tot tuinen door
en erven
gemaakt zijn, gedeeltelijke onwettige conversie,
al of niet notarieele
bij acte geconstateerd, door
agrarisch eigendom of
wegens

gerechtelijke executie van communale aandeelen) ?

Rëmbang en Toeban,

Neen.

Bodjonëgoro.

Dit
gebeurt wel eens. Komt een sawah-aandeel open,
dan valt dit soms in

handen ’t desahoofd, met of zonder de


van
toestemming van
bevolking. Blijft hij
in ’t bezit hiervan, dan
ettelijke jaren eigent hij zich dat stuk toe en verklaart het tot
erfelijk
individueel bezit, zoodat tot civiele actie
ontruiming een
tegen hem ingesteld moet worden.
11

Bij besluiten van den resident van


Rëmbang ddo. 29 Juni 1891 no. 4082/24 en 18

September 1899 de
no.
654/24, is rechtstoestand der ambtsvelden Daarin
geregeld.
werd den desahoofden verboden, andere stukken als hun ambtsveld in bezit te
nemen,
dan hun
volgens van
bestuurswege aangehouden registers en kaarten, toegewezen zijn.
En èn desahoofd
bevolking zijn dus er van bewust wederrechtelijk te handelen,
wanneer
desniettegenstaande communale
grond in bezit genomen wordt door ’t desahoofd,
met der deelhebbers.
toestemming Daar nu van twee kanten de
overtreding gepleegd
wordt, is het
moeilijk voor .’t bestuur om achter de toedracht te komen. Conversie
of
onwettige conversie komt niet
voor, evenmin
gerechtelijk executie van communale

gronden. Daar de toestand 't


van grondbezit in deze
afdeeling nog zeer
gunstig is, gebeurt
het wel eens in desa’s met overvloed van communale
bouwgronden, dat een
gedeelte
hiervan braak
liggen blijft bij gebrek aan personen, die die stukken
genegen zijn in

ontvangst te nemen, wegens mindere vruchtbaarheid Zulke gronden worden genoemd


„bëro lamoeran”. Er zijn echter desalieden die gaarne die gronden bewerken willen
nog
onder voorwaarde dat zich die
zij toeëigenen kunnen in
erfelijk individueel bezit. In

de meeste
gevallen bestaan
bij de bevolking hiertegen geen bewaren.

B 1 o r a.

Gevallen van vervreemding van communale


bouwgronden doordat
zij onwettig
in individueel bezit of
gekomen zijn tot erven gemaakt, werden in
geconstateerd
Karangdjati, Nga Panolan
wen, en
Djépon. Bijna altijd was zulks gedaan door desa-

hoofden, hun familieleden of vrienden.


goede

De 21—28 te beantwoorden ten aanzien


vragen van individueel bezit en voor

communaal bezit met vaste aandeelen, eens voor aUijd toegewezen.

21. Overzicht de
van
uitgestrektheid van ’t individueel grondbezit en

van ’t aantal werkbare mannen. (Zie staat model C.)

Zie bijlage 3.

22. Wordt de
uitgestrektheid bezeten grond over ’t
klein,
algemeen te

voldoende of te geacht? Toelichten.


groot

R 8 m b a n g.

is tot dusverre
Zij over ’t
algemeen voldoende; communaal bezit met vaste

aandeelen komt hier nergens voor.

T o e b a n.

Zg wordt voldoende geacht,


nauwelijks zooals
blijkt uit onderstaande procents-

gewijze opgave van t aantal bezitters van de hier bedoelde in


gronden, waarbij
aanmerking genomen moet worden, dat
zij meestal
geen aandeel bekomen in de communale
gronden met
periodieke verdeeling, hun bezit kleiner
tenzij is dan een aandeel in laatst-

bedoelde gronden.

meer

dan
Districten: l
U b. V, b. % b. 1 b. 2 b. 4 b. b.
6 9 b. 12 b. 15 b. 20 b. 25 b. 30 b. 35 b. 35 b.
R'inbês. . . . 8.5 % 15.7 % 11.7 25.2 "/o 2’.7
% “/o 12 2% 2.5 «/„ 0.92 °/n 0.25 % 0.09 % 0.01 % 0.01 %
Djcnoe 18.8 17.2 14.4 30.7 9.5 7-6 1.1 0.34
....

„ „ „
„ „ „ 0.04 0.02
„ „
„ „

Rèngèl ....
31.2 15.—„ 12.6 21.2 H.8 5.7 1.4 0.71 0.1


„ „ „ 0.08 0.04 0.01
„ „ „ „

Djatirogo . 13.1 19.1 8.1 26.1


. .

„ „
„ „
19.6

10.7

1.8

0.4
„ jo.48 „
0.13

0.08

0.02

Bantjar. . . .
6.7 24.9 5.2 39.2 17. 5.4 1.1 0.13
„ „ „
„ „ 0.05 0.019,,
„ .. „ „

Singgahan. 13.1 16-, 11.4 !o.94


23.3 17.5 10.-,, 5.2 1.8 0.31
»/j
. .

„ „ „
„ „ 0.05 — —
0.01 % 0.01
„ „
„ „

Bodjonëgoro.

Over ’t
algemeen voldoende, zie o.a. in
bijlage 3 ’t aantal bezitters van 1 baoe
en meer. Bovendien is veel
er nog gelegenheid voor nieuwe ontginningen, welke
vooral in ’t
boschrijke Ngoempak veel plaats hebben.

B 1 o r a.

Over ’t voldoende. De
algemeen meesten hebben meer dan één baoe.
12

de
23. Is
op te geven of in ’t algemeen versnippering van uitgestrekt=
bezit heeft plaats ?
heid van ’t individueel gehad
hiervan de oorzaken welke zijn daarvan de
Wat zijn en gevolgen

voor de welvaart ?

R 6 m b a n g.

Gewoonlijk wordt ’t individueel bezit van een overledene onder de erfgenamen

aandeel ieder worden, wordt meestal met


verdeeld. Indien echter ’t van te gering zou

den in
elkaar
overeengekomen om grond zijn geheel beurtelings een
jaar achtereen
door eiken deelhebber te laten bebouwen. Hieraan is ’t nadeel verbonden, dat ieder

zich zooveel uit den tracht te halen,


voor
mogclijk grond terwijl aan
bemesting en

wordt.
andere maatregelen ter duurzame verbetering ervan
weinig gedaan

T o e b a n.

heeft door verdeeling erfenissen. Waar de aandeelen


Versnippering plaats van

den klein zouden worden, verhuren de den


door verdeeling van grond te erfgenamen
wel één hunner. Voortdurende kan niet anders dan
grond soms aan
versnippering
de welvaart.
nadeclig zijn voor

Bodjon ë
g
o r o.

Versnippering heeft weinig plaats

B 1 o r a.

heeft De
Of in ’t
algemeen versnippering plaats gehad is niet op te
geven.

verdeelen onder
meest voorkomende oorzaak tot
versnippering is ’t van den grond
’t den bezitter. Ook worden wel stukken
meerdere erfgenamen na overlijden van grond
verkocht of In ’t laatste geval de in handen van den
verpand. blijft gewoonlijk grond

schuldeischer, omdat de schuld zelden afbetaald wordt. De deze


maar
gevolgen van

versnippering zijn voor de welvaart niet merkbaar.

24. Komt grondbezit in enkele handen door in


opeenhooping van pand»

neming, huur, koop dan wel met recht wederinkoop veel voor?
koop van

Zoo wie zijn doorgaans de nieuwe


ja, waar en
bezitters:

ingezetenen

niet=ingezetenen
| van de desa zelve?

ambtenaren ?

hoofden ?

hadji’s?
kleine man
?

Neemt dit toe ?

bij grond als bovenbedoeld meerdere


Zijn vervreemding van
gevallen

bekend, Niet-Inlanders zijn, bijv. door Inlandsche


waarbij geïnteresseerd vrou-

of als
wen bijzitten strooman te gebruiken?
Heeft ander
een en een grooten omvang verkregen (ook waar mannen

als
tusschenpersoon optreden)?
Zoo in welke ’t district
ja, gedeelten van
(bijv. nabij kota’s: daar waar

nieuwe irrigatiewerken in aanleg of gereed gekomen zijn).

Rembang.

Opeenhooping van grondbezit komt hier niet voor

T o e b a n.

Dit komt
betrekkelijk weinig voor en de nieuwe bezitters
zijn doorgaans gegoede
ingezetenen der desa zelve, desahoofden, desabestuursleden en hadji’s, doch geen amb-

tenaren. Vervreemding van


grond als bovenbedoeld, komt thans
lang zooveel niet voor

als 15 Chineezen
een
jaren geleden, toen door ’t voorschottenstelsel en
gesteund door

de desahoofden, die als hun zich vele wisten


agenten optraden, van gronden meester

te maken. Door
krachtige maatregelen van
bestuurswege is aan deze misbruiken een

einde zoodat Niet-Inlanders thans uiterst


gekomen, moeilijk op onwettige wijze in ’t

bezit van
gronden kunnen komen. Slechts enkele
gevallen van
vervreemding van
gronden
aan Niet-Inlandsche door tusschenkomst van Inlandsche vrouwen of bijzitten komen voor.
13

BodjonPgoro.

In deze afdeeling niet veel, uitgezonderd in Priem, waar veel gronden in handen

gekomen zijn van


hadji’s (ingezetenen de desa
van
zelve). De gegoede Inlanders en

Vreemde
Oosterlingen leggen zich meer toe koop en
landbouwvoort-
op verkoop van

brengselen, wat
grooter voordeelen oplevcrt minder
bij omslag. Ter afdeelingshoofd-
plaats zijn het vooral Arabieren, die door
koop op naam van hunne Inlandsche
vrouwen
of dan
bijzitten wel van andere
personen
als
strooman, in ’t bezit van verscheidene
erven gekomen zijn. Een hunner heeft niet minder dan 16 erven in zijn bezit, waarvoor

een kleine ƒ 6000. als koopprijs betaald moet


zijn. Dit
grondbezit
onwettig komt
slechts voor
plaatsen, waar Vreemde
op wijken zijn voor
Oosterlingen. In de desa is

het niet
nog doorgedrongen.

B 1 o r a.

Komt in geen der districten veel voor.

25. Bestond in de
vroeger jaren gewoonte, om
geen vervreemding van

bouwgrond aan
niet-ingezetenen toe te laten zonder
goedkeuring van de
ge-
zamenlijke gemeenteleden?
Is deze in onbruik
gewoonte geraakt, zoo
ja wordt de
en, invoering nu

wederom gewenscht geacht? Waarom?

Deze heeft
gewoonte hier, voor zoover bekend, nooit bestaan.

25. W orden de
gedwongen diensten, door de
opeenhooping van grondbezit
of door grondbezit van uitwonenden te zwaar welke
en, zoo ja, op wijze is

hierin door
bestuursmaatregelen te voorzien ?

De
gedwongen diensten worden door
genoemde oorzaken niet te zwaar, aan-

gezien die oorzaken niet of slechts in


geringe mate bestaan.

27. Komt het veel dat


voor nieuw ontgonnen gronden spoedig weêr
verlaten worden ?

7
W at is hiervan veelal de reden ? (schrale grond, te zware belasting,
ziekte, hout te gelde maken, roofbouw, onvoldoend kapitaal, enz.)

Rembang.

Komt niet voor.

T o e b a n.

Alle goede gronden zijn thans reeds ontgonnen, zoodat nog slechts de schrale

overgebleven zijn. Deze meestal zeer


steenachtige bergterreinen, gelegen in Rémbcs en

Rèngèl, die slechts voor een klein deel


beploegbaar laat
zijn, men 2
jaren na de ont-

ginning gedurende 3 jaren braakliggen, om ze vruchtbaarder te maken. De schraalheid

van den grond is de reden


Benige voor ’t verlaten daarvan.

Bodjonëgoro.

Komt weinig voor.


Benige gevallen zijn bekend in
Ngoempak. De
ontginning
was geschied met de de
bedoeling gronden dadelijk te
verkoopen. Toen echter
wegens
schraalheid van den bodem liefhebbers zich
geen voordeden, werden de gronden
door de weêr verlaten.
ontginners

B 1 o r a.

Dit komt niet veel voor.

28. Neemt agrarisch


eigendom belangrijk toe?
Hoe werkt het ?

Heeft overschrijving plaats, het is


wanneer
noodig of laat men haar
meestal na ?

Om welke redenen meestal dit


vraagt men soort van eigendom aan ?

Agrarisch eigendom beslaat slechts van een stuk grond in de


afdeeling B 1 o r a

Overschrijving werd nagelaten.


14

29. Is in ’t district den


er
gelegenheid tot
uitbreiding van
bouwgrond

en zoo ja, voor ongeveer hoeveel jaar zou die reserve toereikend zijn in verband

]
met den aanwas der bevolking? )

In Waroe, Kragan is dit


Binangoen en geen uitbreiding meer
mogelijk, terwijl
in Soelang, Pamotan Sédan bijna alleen mogelijk zijn, door de
en zou
voorloopig
te waardoor de in verband met den
ingerichte djatibosschen ontginnen, reserve, aanwas

in
der
bevolking, in Soelang en Pamotan, naar
schatting, voor
ongeveer 50 jaren en

Sédan 100 jaren voldoende


voor ongeven zou
zijn.

Lid der kommissie Hommes


gewestel.
Hoewel in de Rëmb zoowel als overal elders
afdeeling a n
g, op Java soms

enkele in met de doeltreffende


stukjes bouwgrond overleg bevolking voor eenc

bosch-areaal kan ’t
grensregeling bij ’t gevoegd zijn, over algemeen aangenomen

de niet voortdurende met


worden, dat boschgronden geschikt zijn voor een
beplanting

veldgewassen. Wanneer een deel van ’t boschterrein, gelegen in Pamotan en Sédan,

door de ontgonnen werd, dat ’t grootste te


bevolking zou
blijken, gedeelte, wegens

van enkele wederom door haar zou verlaten worden.


geringe opbrengst, na verloop jaren
bosch- in korten tijd zien
In plaats van en
tëgalgronden, zou men
alang-alangvelden
Ik dan ook zeerste, dat in de districten, door
ontstaan. betwijfel ten twee genoemde
de in verband met den der
ontginning van
boschgrond, reserve aanwas
bevolking,
voldoende
voor ongeveer 50 en 100 jaren zou
zijn.

T o e b a n.

den bestaat in
Gelegenheid tot uitbreiding van bouwgrond voornamelijk Rèngèl

(+ 100 baoe schrale grond), een


weinig in Rcmbbs, Djénoe, Djatirogo en Bantjar, en

zoo
goed als niet in Singgahan. In verband met den aanwas der
bevolking, zal die

nauwelijks 10 toereikend zijn.


reserve voor jaren

Bodjonëgoro.

Houtvester SCHELTEMfI BEDUIN:


van
Padangan
Of er in ’t
algemeen in Padangan en
Tambakrcdjo gelegenheid is tot
uitbreiding
van den bouwgrond, moet in zekeren zin ontkennend beantwoord worden. De gesteldheid
is dat de beschikbare indien ten behoeve
der djatibosschen zoodanig, grond van

landbouw ’t bosch
gerooid zou moeten worden voor de beide districten teleurstelling

zal moeten baren.

den landbouw,
Alle djatiboschgrond (dalen en vlakke gedeelten), geschikt voor

’t bosch areaal de als zóó


is ontgonnen; kaarten, aangevende, geven boschgrenzen
dat de teckening ’t beste te vergelijken is met
onregelmatig aan, eene
reproductie van een

sterk, blad.
zeer zeer
diep gelobd
De inhammen in ’t bosch, meestal aan beide van of
diepe oevers grootere
door ’t in cultuur landbouw geschikte
kleinere rivieren, zijn ontstaan brengen van voor

die zich uitstrekken tot den voet der Dat deze de


gronden, aan
heuvelruggen. grens

ontgonnen terrein is niet toe te schrijven den


vormen van aan
gebrek aan
energie van

die
ontginner of aan streng politietoezicht; neen, onontgonnen heuvelruggen bewijzen
ten volle, dat het niet loonend is de ontginning voort te zetten tot op die ruggen.

Wat de is, is daarom niet te converteeren in


van djatiboschgronden overgebleven
den landbouw, te minder, omdat die gronden sterk erosie onderhevig
grond voor aan

derhalve, bebouwd wordende, hun bouwkruin door


zijn en spoedig wegspoeling
verliezen zouden.

Wat ’t wildhoutterein betreft in veel


overgebleven (uitsluitend Tambakrcdjo),
beter is het hiermede niet Ook deze komen
gesteld. voor
op heuvelruggen, uitloopers
den Pandan, doch de is wel bebouwbaar 't tusschen die
van
grond en ruggen aanwezige

reeds in ontginning Het is echter niet den


terrein is gebracht. wenschelijk overgebleven

boschgrond blijvend te ontwouden; de hydrologische belangen zouden daardoor geschaad

worden. De Pandan vormt ’t minstens drie grootc


bronnengebied van
zijrivieren van

de Solorivier.

Wordt de behoefte landbouwterrein al ook nadat de extensieve


aan te groot,

gemaakt heeft de intensieve, met betere


cultuurwijze plaats voor
grondbewerking en

met toepassing vruchtwisseling wat dies zij, eerst dan kan,


bemesting, van en meer

behoefte voorzien, besloten worden 't ontwouden bedoeld


om in die te tot tijdelijk van

wildhoutterrein.

’) Vergelijke hierbij de antwoorden 245 in de Samentrekking van enz., den Landbouw


op vraag

in de residentie Rembang. Aant. v. d. bew.


15

Daartoe worde bepaald, dat ’t tot bepaald behoorend


bijv. van een
desagebied
wildhoutbosch worden,
een uitgestrektheid leeggekapt mag niet grooter dan een vijfen-
de hoeveelheid, als als
twintigste gedeelte van
aanwezige men omloopstijd aanneemt

een termijn van 75 jaar.


Men dan als te werk: Zoodra ’t
ga volgt aangewezen terrein schoongekapt
is, wordt ’t
en gebrand overgegaan tot uitzetten van plantrijcn, waarop in den west-

kweekbedden
moesson
wildhoutzaailingen (van te krijgen) geplant worden op onderlinge
afstanden van één meter; vier met er worde genomen als afstand der
rijen, ’t Ontwouden

herwouden den die


en geschiedt voor
rekening van ontginner, gehouden is de
jonge
te daarvoor
plantjes goed verzorgen en tot
vergoeding krijgt de vrije beschikking over

’t ontgonnen stuk drie


gedurende achtereenvolgende jaren. Hij kan en moet
op dat

terrein, tusschen de rijen wildhoutzaailingen, veldgewassen (polowidjo, gogo, enz.) telen,


hiermede totdat ’t bosch verder
en voortgaan jonge landbouwbedrijf onmogelijk maakt.
Men kan dat dit drie ’t Is dit ontwoude terrein
aannemen, na
jaren geval zal zijn.

herboscht, dan kan niet eerder


weer —en
overgegaan worden tot ’t in cultuur brengen
’t tweede V9 voortgaande zal
van 6; en zoo men eerst na
verloop van 75 jaren terug-
komen op
de terreinen, die ’t eerst ontgonnen werden. Dit kan steeds herhaald worden

Komt de desa de
verplichtingen niet na, zoodat na
afloop van een
driejarigen termijn,
niet al ’t terrein herboscht is, dan dient de
achterlijk zijnde uitgestrektheid nog langer
in cultuur in te komen de
gehouden, maar
mindering van voor den
volgenden 3
jarigen
in cultuur te brengen uitgestrektheid. Wordt dit
termijn streng doorgevoerd, dan zal
het niet noodig zijn, in dier
een
termijnen een
uitgestrektheid in cultuur te
brengen die
kleiner is dan ’t V2 ’t bovenstaande
5. Tegen zou men o.m. kunnen
inbrengen:
de methode is slechts de
a. goed, zoolang bevolkingsaanwas ’t in cultuur
brengen
van grootere uitgestrektheden dan Va niet
noodig maakt; b. de druk op de bevolking
wordt te
groot en c. de productiekosten worden te
hoog.
Tot diene ’t
toelichting volgende:
ad De methode
a.
voorgestelde is streng door te voeren, zelfs al zou de

der dat
aanwas
bevolking medebrengen, grootere uitgestrektheden in cultuur
gebracht
zouden moeten de die
worden; eenige wijziging, men er in
aanbrengen kan, zou

den kleiner maken;


zijn omloopstijd te men neme evenwel als uiterste
grens aan

25
een
tijdperk van
jaren, herbossche dan met wildhoutsoorten, die niet om ’t hout,
de zaden,
maar meer om
bastsappen, enz.
aangeplant worden ; als daar zijn; Caoutchouc-
leverende plahten de (stercuiia spec.)
voor
sappen; Kepoh voor de oliehoudende
zaden;
Waroe-soorten (Hibicus) voor de vezels; Soga-soorten (Peltophorum) voor de kleurstof;

de
Pilang-soortcn (Acacia spec.) voor looistof.

De dier wildhoutbosschen,
opbrengsten desnoods als
gemeen-goed (voor de

desa, waaronder
zij ressortccren), kunnen dan dienen als ruilmiddel voor in te voeren

voedingsmiddelen.

Men houde toch niet vast de dat de Inlander zonder


aan
meening, uitzondering
landbouwer moet
zijn; landbouwvoortbrengselen zijn te
koop en ’t geld om te
koopen
kan wijze, ook zonder landbouw,
men op eerlijke verkrijgen. In Europa en andere

landen is ook niet iedereen landbouwer.

ad b. Dat de druk de door de nieuwe


op bevolking verplichtingen grooter zal

worden, is niet te loochenen. Daar staat evenwel dat


tegenover, men in
geen ander
land gemakkelijk
zoo en
goedkoop aan
grond komen kan als in Nederlandsch-Indië,
de indien de derden
waar
bevolking, belangen van er niet door geschaad worden,
grond ontginnen kan, aan welk vergunning slechts ’t
beding gemaakt wordt, dat ’t

terrein binnen zekeren


tijd in
ontginning gebracht moet zijn. Komt de aanvrager die

dan is hij
verplichting na, erfelijk individueel bezitter van den grond. Goedkooper
kan het heusch niet. Vooral niet als men daarmede toestanden in
o.a.
Europa vergelijkt,
waarbij een
pachter ƒ 60. en meer hectare huur te betalen
per aan heeft, terwijl

hem niet
nog eens, niettegenstaande de zware
bepalingen van 't huurcontract, de ze-

kerheid is, 't


gegeven na
verstrijken van den
huurtermijn, weder als pachter van het-

zelfde terrein en tegen dezelfde pacht te mogen optreden.


Waar het den Inlander vrijstaat van zijn erfelijk individueel bezit zich de

bezitsrechten af te laten
koopen voor
bedragen van / 80. —
en meer
(grond voor

werken nut), daar moest


van
algemeen hem
opgelegd zijn, aan zulke bezitsrechten te

komen, niet uitsluitend door ’t


bij de werk. Wanneer
ontginning geleverde men toch

maar wilde inzien, dat helpen door iederen


onbaatzuchtig Inlander verkeerd
begrepen
wordt, dat daaraan
hij onmiddellijk verbindt ’t denkbeeld, laat de boel maar waaien,
als de nood is, dan
hoog gestegen biedt de regeering ons wel de behulpzame hand.
’t
Begrip belangeloos helpen bestaat in geen enkele desa; wel bestaat en
wordt

overal
goed begrepen ’t systeem van exploiteeren. Wordt dit streng in’t
oog gehouden,
16

dan zal de Inlander de waarde leeren


van zijn grond kennen, en inzien, dat
hij niets

niets kan. ledere


voor
krijgen hulp is
energie-doodcnd, tenzij zij bestaat uitsluitend in

’t van den weg, dien moet tot doel


aangeven men op om een
gewenscht te
geraken.
Bescherming moge bij voorstanders daarvan in Europeesche landen reden van
bestaan

hebben, bij den inboorling leidt zij tot luiheid.


op Java
ad De methode, iedere drie
c.
jaren een terrein schoon te
kappen en geschikt
te maken den landbouw maakt dat den de kosten
voor
natuurlijk, op oogst voor

ontginning den drukt. De


van
grond grootte van dien druk zal te geringer zijn,
naarmate meer oogsten van ’t land gehaald worden.
Bij eeuwigdurend gebruik van

den landbouw,
grond voor zal men
voortgaandc, mits
amortiseerende, dien druk opheffen;
maar
....
een voortgezet landbouwbedrijf op de Inlandsche
wijze is roofbouw, leidt

eerst tot vermagering den


van
grond en ten slotte tot ’t bezit van naakte
steenmassa’s,
die weder verweeren moeten, zal ’t terrein dienstbaar gemaakt kunnen worden voor

Om roofbouw
bebouwing. tegen te
gaan, moet men óf den grond periodiek bemesten —

moet in den
hij jaarlijks een of anderen vorm (kunstmest, natuurlijke mest of mest door

’t
bevloeiïngswater aangebracht) terug krijgen, wat
hij in den
opgebrachten oogst
verloren heeft —óf de grond moet een periode van rust hebben (’t voorgesteldc

ontwouden). Grondbemesting is van een Inlander, hoezeer hij er de voordeelen

van inziet (men denke hoe verlaten desakralen bebouwd


er eens aan
gretig worden)
niet dan
gedaan te krijgen met pressie, en daarom is de voorgestelde regeling, waarbij
de 25 —75 hetzelfde
om jaren op gebied weer landbouw gedreven wordt, de
eenige
wijze roofbouw te ’t
om
tegen gaan. Daarbij komt nog volgend: Zijn de
ontginnings-
kosten geamortiseerd, dan worden de voortbrengings-kosten weder
verhoogd door

de werkloonen voor
bemesting, welke kosten
gelijk gesteld kunnen worden aan die

voor nieuwe ontginning.

Het is dus gewenscht de desa te stellen in ’t periodiek voortbrengingsrecht van

den
grond; men voorkomt daarmede tevens ’t toepassen van ’t recht van den sterkste

(uitzuigen van minvermogenden door


rijkeren, hadji’s en andere
desa-parasieten).
Dat Inlander te lui is mest te
een om
opgestapelde op zijn grond brengen, kan
uit ’t In de
o.m.
volgende blijken. afdceling Nga w i, Duro, zijn grotten, waarin vleer-

muizen-mest in groote hoeveelheden opgestapeld Deze


ligt. mest wordt door Inlanders

van
Tjaroeban opgekocht (een bepaalde retributie wordt
betaald; / 0.25
per paarde-
verkocht suikerfabrieken.
vracht) en aan

Ik vind het den


noodig op voorgrond te stellen, dat die mest dus
weggchaald
worden, zulks te toonen, dat
mag en om aan
bijgeloof niet de reden kan zijn, waarom

die mest niet in de buurt dier zelf benut wordt


grotten tot bemesting.
Een zelfden toestand vindt men bij Ngronan, Tambakredjo, afdceling Bod
j o-

n ë Ook daar zijn dergelijke


g o r o.
mest-ophoopingen, welke mest niet daar
op
de velden

komt, door opkoopers


maar
periodiek van
Tjaroeban aan de suiKcrfabrieken verkocht

wordt De
’). verzameling en
verkoop van mest uit de grotten bij Ngronan is zoo looncnd,
dat de heer FbORIS der verzocht heeft die
regeering goudmijntjes te
mogen exploitceren.
Voor bekend, hebben de
zoover
mij onderhandclingen geen gunstig gevolg gehad.
De den Pandan wildhoutbosschen behooren tot de
op gelegen z.g.
boschreserve.

Een
tijdclijke onthouding zou dus alleen geschieden kunnen
bij staatsblad.

Ik acht het echter


wenschelijk op den
voorgrond te stellen, dat het in de eerste

tientallen niet noodig zal zijn, in ’t


jaren belang van den landbouw, de wildhoutbosschen

te spreken; de bevolking
aan van
Zuid-Tarnbakrcdjo heeft voorlooplg meer dan
genoeg
grond, zelfs te veel die braak
ligt. Zoogenaamde tweede gewassen worden daar zoo

goed als niet Men


geteeld. plant tabak, in de
hoop, dat de
regens een
beetje helpen;
tabak wordt sporadisch
begieten gedaan. Mislukt de tabak, wel, de bosschen leveren
dan wel Toch kan
knolgewassen op. men op deze knolgewassen niet al te zeer

rekenen, daar ieder Inlander wel weghaalt, maar niets bijplant.


In
Zuid-Tambakredjo weet thans iedere Inlander reeds, dat
hij met moeite de knol-

vinden kan. Evenwel leidt deze niet tot ’t


gewassen overtuiging bijplanten dier gewassen.

’t „flprès nous le déluge” is de


grondgedachte van de
bevolking; zonder druk
wordt de in luiheid
tijd gedood. Gezegend land dat zulke zonen
voorbrengt.
Tot zoover de heer Scheltemr houtvester
BEDUIN, van
Padangan.

Op grond van ’t bovenstaande en omdat aan de der bosschen nog


grenzen

genoeg stukken grond liggen, die niet behooren tot ’t areaal van ’s lands bosschen,

kan ’t besluit
men
gevoegelijk trekken, dat de grondvoorraad nog voldoende is voor

een tijdperk van minstens 100 jaren.

0 Uit de antwoorden 192 en 193 (samentrekking van enz.,


den Landbouw in de res. Rëmbang)
blijkt, dat ook Inlanders die mest Aant. d. bew.
aanwenden. v.
17

B I o r a.

Uitbreiding van bouwgrond kan hier alleen plaats hebben door ’t afstaan aan

de af
bevolking van te snijden strooken van
gouvernements djatibosschen. Naar

zullen in de
schatting eerstvolgende 10 jaren van die strooken
vrijkomen in
Karangdjati,
Ngawèn, Panolan ,
Randoeblatoeng en Djépon, onderscheidenlijk 500, 800, 700, 1000 en

500 ha. of elk


per jaar gemiddeld voor 50, 80, 70, 100 en 50 ha., alzoo zonder

betcekenis in verband
eenige met den aanwas der
bevolking. Bovendien zal van den

grond slechts Vio sawah’s


3
ongeveer voor en
/io voor
tëgal’s geschikt zijn.

30. Wordt die verhinderd


uitbreiding door ’t reserveeren van gronden
voor de
gouvernements-koffiecultuur, voor ’t boschwezen; door de eischen van

de
ontginningsordonnantie ?

In der
geen afdeelingen worden de eischen der
ontginningsordonnantie be

lemmerend geacht.

R ë m b a n
g.

Die wordt in Pamotan


uitbreiding Soelang, en Sedan verhinderd door ’t voor-

loopig inrichten der djatibosschen door ’t boschwezen. Zie hieromtrent de


aanteekening
antwoord 29
bij van ’t lid der
gewestel. kommissie Hommes.

T o e b a n.

Die uitbreiding wordt in verhinderd door


Rèngèl ’t boschwezen, dat zonder
de
overleg met bevolking of ’t bestuur
gronden reserveerde voor
djatiteelt. Hiertegen
is t bestuur, toen de zaak ’t licht kwam de
aan
bij behandeling van
ontginnings-
in verzet de
aanvragen gekomen, omdat reserveering nadeeling was voor
bevolking en

veestapel. De ter zake den directeur


beslissing van van binnenlandsch bestuur wordt nog
]
afgewacht. )

Bodjonëgoro.

Door ’t reserveeren ’t boschwezen


van
gronden voor wordt de uitbreiding der

bouwveldcn eenigszins verhinderd. De ter


ontginning aangevraagde gronden blijken
binnen
namelijk soms
gelegen te zijn de grenzen van ’t bosch-arcaal of wel aan den

rand van 's lands bosschen, de niet


waarvan
grenzen nog vastgesteld zijn. Ook zijn
ontginningen geweigerd, omdat de aangevraagde gronden toebehooren aan de gestaakte
werken der Solorivier.

B 1 o r a.

Bedoelde verhinderingen doen zich hier niet ’t boschwezen staat


voor; meer

af dan dat
boschgronden het andere gronden bij ’t bosch-areaal trekt, wat alleen

geschiedt om
behoorlijke grenzen te krijgen.
De bosschen, die gereserveerd moeten
blijven, zijn thans zoo ver
teruggedrongen,
dat slechts absolute
er z.g. boschgronden overgebleven zijn, dus
gronden, die zich

niet eigenen loonend


voor
landbouwbedrijf doch alleen voor boschbouw.

31. Wordt de
bij toepassing der
ontginningsordonnantie voldoende onder»

zocht, of de rechten
bevolking geen heeft op de als staatsdomein beschouwde

gronden ?

dit wordt steeds


Ja, behoorlijk onderzocht.

9 Blijkens nadere inlichtingen den resident 30


van
van Rembang ddo. Juli 1908 no.
91/W.0.,
werd een afdoende beslissing nog niet genomen, omdat, ’t den
naar inzien van directeur van binnen-
landsch bestuur, de taak der kommissie niet anders was dan na te gaan, of bij de ontworpen grensregeling
de bestaande voorschriften in acht in
genomen waren en om gevallen van grondruil te waken, dat aan

de belangen der niet te werd.


bevolking kort gedaan De vraag of gedeelten van ’t bosch-areaal

afgestaan moeten worden weideveld of behoort


voor bouwgrond ’t onderwerp te zijn van een

afzonderlijk onderzoek, dat eerst dan vruchtbaar zal zijn, indien de grenzen van alle djatibosschen
in de afdeeling geregeld afgebakend zullen zijn, ook betrouwbare
en maar overigens gegevens ter

beschikking staan.

Mocht de resident zulk onderzoek dan


voor een
aanleiding vinden werden de noodige voor-

stellen ingewacht; met de afdoening der onderwerpelijke aangelegenheid kon


daarop echter niet

gewacht worden. Aant. v. d. bew.


18

32. In welke streken valt der desa's door


uitbreiding stichting van

nieuwe constateeren ?
nederzettingen te

Is dit in ’t
algemeen een gevolg van overbevolking of van andere oorzaken?

Welke zijn die?

Rëtnbang en Toeban.

Dit heeft hier niet meer


plaats.

Bodjonëgoro.

Dit komt in ’t zuiden dezer


afdeeling voor, en geschiedt voornamelijk met de

bedoeling om dichter te wonen bij nieuwe


ontginningen. Van
overbevolking is hier

sprake. moesten worden,


nog geen Eenige gehuchten verplaatst omdat hun terreinen

onteigend werden voor de werken in de Solovallei.

B 1 o r a.

Uitbreiding desa’s heeft in alle districten Gebrek


van geleidelijk plaats. aan

erven voor de toenemende is daarvan oorzaak. Nieuwe


bevolking afgezonderde
kwamen weinig
nederzettingen voor.

33. Komt het dat woeste


voor, men
gronden ter ontginning aanvraagt
alleen of met ’t
noodzakelijk doel ’t daarop staande houtgewas te kappen en te

verkoopen en zoodoende, op een

You might also like