- Mijn maag knort (het varken knort) - Een appel schillen, een mandarijn pellen - Iets vermijden - Braken = overgeven - Ik heb last van slapeloosheid - Geeuwen (als je moe bent) - De bestemming - Een vliegtuig stijgt op en landt - Een dutje doen - Een kaping/ een vliegtuig kapen/ de kaper - De held/ een heldhaftige persoon (= een dappere persoon) - Hij is onwel (ziek) - Een nieuwe collega aanwerven - De luchtvaartmaatschappij (bv. SN Brussels, Ryanair etc.) - Hij is veeleisend - Hij is de geschikte kandidaat - Modieus = hip - uitgaan