You are on page 1of 7

Case Diervoeding : obese FLUTD-kater

--------------------------------------------------
opdracht : signalement, anamnese, voedingsanamnese, nutriënten van belang, praktische
voeding.

Signalement : Vitamientje, FV, 2j, Mk


8,20kg

Anamnese :
In het verleden al 2x cystitis gehad en behandeld met AB. Vertoonde toen hematurie,
strangurie. Nu sinds 2dagen anurie en iets minder actief. Drinken oké, geen toe-/afname.
Ontworming en vaccinatie in orde.

Voedingsanamnese:
Kreeg vroeger commercieel voeder en tafelrestjes. Staat nu al 3d op s/d (Hill’s) en
Urinary Diet (Royal Canin), beiden droogvoer. Eigenaars geven geen extra stukjes vlees
meer. Hoeveelheid voeder per dag is niet gekend. (waarschijnlijk ad libitum)

Echo:
Pelvis nier iets vergroot, veel sediment in de blaas en craniale ventrale wand is verdikt.
Urineonderzoek:
Veel struvietkristallen, veel cellen, veel sediment, cultuur negatief
Bloedonderzoek:
- FIV,FeLV negatief
- Tpro 75 g/L (56-78)
- Alb 27 g/L (25-45)
- BUN 47,5 mmol/L (6,66-11,7)
- UA<1
- Cr 674 µmol/L (8,8-132,6)
- Na 149,3 mmol/L (145-158)
- K 6,18 mmol/L (3,0-5,0)
- Cl 118,5 mmol/L (110-113)
Therapie: 3 dagen antibiotica en r/d dieet.

FLUTD
- belangrijke opmerkingen :
 diagnose soort urolith is belangrijk voor behandeling
 onderliggende oorzaak eerst behandelen (obesitas, inf,...)
 struvieten  urine verzuren
- Nutriënten van belang :
 water : stimuleer wateropname door blikvoeding of andere methodes
 eiwitten : beperken tot 30-45% vd DS voor oplossen of preventie van
struvietstenen en voor de verlaging van BUN en Creatinine.
 P : beperken
: voor oplossing van struvietstenen: 0,5-0,8% DS
: voor preventie: 0,5-0,9% DS
 Mg : beperken
Oplossing : 0,04-0,06% DS
Preventie : 0,04-0,10% DS
 Voeding nodig die zuurtegraad van urine behoudt:
Oplossing : pH urine 5,9-6,1
Preventie : pH urine 6,2-6,4
- Praktische voeding:

 Energiedensiteit van s/d en Urinary diet berekenen:

 s/d : urineverzurend (door DL-methionine 2g/kg), laag Mg


Tabel:
Nutriënt In de voeding (%) In de droge stof (%)
RE 31,5 34,1
RV 24,5 26,5
KHD 30,6 33,1
RC 0,6 0,6
Vocht 7,5 -
Ca 0,7 0,76
P 0,68 0,74
Na 0,37 0,4
K 0,84 0,91
Mg 0,05 0,05
Cl 0,68 0,74
S 0,75 0,81

ME in het voeder:
- ME= (15x31,5)+(36x24,5)+(15x30,6)
= 1813,5 kJ/100g
ME op de droge stof:
- ME = (15x34,1)+(36x26,5)+(15x33,1)
= 1962 kJ/100g

 Urinary Diet (Royal Canin):

 urineverzurend door DL-methionine en calciumsulfaat


laag Mg
Nutriënt In de voeding (%) In de droge stof
(%)
RE 34,5 38,85
RV 15 16,89
RA 7,7 8,7
RC 3 3,8
Ca 0,9 1
P 0,7 0,8
Na 0,9 1
K 1 1,1
Mg 0,07 0,1
Cl 1,8 2,03

S 0,5 0,6
OK 28,6 32,21
Vocht 11,2 -

ME in het voeder:
- ME = (15x34,5)+(36x15)+(15x28,6)
= 1486,5 kJ/100g
ME in de droge stof:
- ME = (15x38,85)+(36x16,89)+(15x32,21)
= 1673 kJ/100g

Onderhoud volwassen Fe :
Inactieve Fe : 270 kJ ME/kg
 ideaal zou deze kat 4 kg ongeveer moeten wegen
 dus 1080 kJ ME
Dit wil zeggen:
Van s/d: (100g x 1080 kJ)/(1813,5 kJ) = 60g per dag (en kat kreeg waarschijnlijk meer!)
Van UD: (100g x 1080 kJ)/(1486,5 kJ) = 72,65g per dag

Vergelijking s/d en UD:


- s/d is lager in eiwit en hoger in vet
- s/d en UD zijn vergelijkbaar in OK
- s/d heeft dus de voorkeur, als je alleen kijkt naar het FLUTD-probleem bij deze
kat

Bij het U/D-dieet is er nog de keuze tussen kip- en rundsvlees (zelfde ME-waarden).
OBESITAS
Complicaties van obesitas:

1. Bij katten is er een verhoogde kans op verlammingen en artrose bij obese dieren.
2. Verminderde zuurstof saturatie van het arterieel bloed, door een verminderd
pulmonair reserve volume.
3. Snellere vermoeidheid.
4. Linker ventrikel hypertrofie, myocard dilatatie en congestieve hartfalen.
5. Bij afslanken hepatische lipidose.
6. Verminderde fertiliteit.
7. Meer kans op dystocie en dood geborene.
8. Te dikke katten hebben 4x meer kans op diabetes mellitus.
9. Overgevoeligheid voor warmte.
10. Katten lopen 40% meer kans op niet-allergische huidaandoeningen.
11. Hoger anaesthesie-risico, meer kans op wond-dehiscentie en wond-infecties.
12. Verminderde weerstand.
13. Meer kans op constipatie en flatulentie.
14. Verminderde levensverwachting.
15. Hogere kans op kanker.

Diagnose:
Berekenen van de Body Mass Index ( BMI=W/H², W=lichaamsgewicht, H=hoogte ).
BMI= 20-25 normaal
BMI= 25-30 klein risico
BMI= 30-40 stijgend risico
BMI= >40 hoog risico

Wegen, visuele evaluatie en Body Condition score kunnen ook gebruikt worden, om na te
gaan of het gaat om een obees dier.

Eerst moet worden nagegaan, of het dier geen andere oorzaak heeft voor de
gewichtstoename, bijvoorbeeld: spierhypertrofie, ascites/oedeem, vergroting van
organen. Eventueel kan er ook hypothyroϊdie aanwezig zijn ( dit is wel uitzonderlijk ),
maar ook hypercortisolisme, diabetes mellitus en pyometra, of dracht moeten worden
uitgesloten.

Behandeling:
Stopzetten van geneesmiddelen, die de eetlust stimuleren en het verlies in gewicht
verminderen.

3 kenmerken van een goed vermageringsdieet: Lage energiedensiteit, stimuleren van het
verzadigingsgevoel, en verzekeren van een evenwichtige voeding op lange termijn.
Een voeder moet minimum 5% vet bevatten om voldoende linolzuur te verzekeren.
Onoplosbare vezels geven een verzadigingsgevoel. Het geven van 3 kleine maaltijden, of
meer per dag verhoogt het thermogenese effect en voorkomt een sterke postprandiale
hyperglycemie. Het is aangeraden niet ad libitum te voeren, maar op vastgestelde tijden.
Bij katten moet er 70-75% van de dagelijkse energiebehoefte worden gegeven, om
gewichtsverlies te bekomen ( alle voedingsstoffen, die normaal opgenomen worden bij
100% energie opname moeten in deze 70-75% aanwezig zijn ). Bij de kat verminderd het
toevoegen van L-carnitine (250mg/dag per kat ) het risico op hepatische lipidose.
Indien de eigenaar snacks wil geven worden deze afgetrokken van de dagelijkse
hoeveelheid energie. Verhoog de activiteit, bv. door de voeding telkens op een andere
plaats te zetten en de kat er eventueel voor te laten klimmen.

Dagelijkse energie behoefte voor vermagering:


DER=RER-290 kJ/kg0,75, of =225 kJ/kg LiG
Op basis van geschat optimaal gewicht

Laat de eigenaar op regelmatige tijdstippen terugkomen voor controle.


Verder:
- 3 aspecten belangrijk : psychologische aspect, dieet en activiteit
- kat : onderhoudsbehoefte 375 kJ/kg0,75
- kat : preventie obesitas 315 kJ/kg0,75
- prevalentie bij kat = kattin
- na castratie snelle toename LG (omdat metabolisme daalt, activiteit daalt en kat
eet vaak alles ineens op dan ipv kleine beetjes meermaals)
- dieet :
 energiedensiteit verlagen (vet afnemen, vezel toenemen)
 verzadiging stimuleren (meermaals kleinere maaltijden, vezels)
 complete voeding blijven verzorgen! (bv nierdieet is laag in eiwit en is dus niet
goed als dieet voor dieren die moeten vermageren, nl niet goed uitgebalanceerd)

- Voedingsstoffen van belang:


 Energie: calorie-arme kattenvoeding is het beste; <3,6kcal (15,06 kJ)
ME/g DS voor gewichtsverlies
 Gewichtsverlies Fe : 0,8 à 1 x RER, voor optimaal gewicht
 Vet : best 7-14% vet op DS voor preventie obesitas en
gewichtsverlies
 Vezels: 12-30% ruwvezel op DS in aangeraden. Voor preventie
obesitas: 6-30% ruwvezel
 Eiwitten: best >35% RE op DS helpt tegen afbraak van weefsels

- praktisch:
1) nagaan of huidige voederopname oorzaak vh probleem is
2) energiedensiteit berekenen
3) géén tafelresten en snacks meer
4) verschillende maaltijden per dag geven
5) terugbezoeken
!!! Opletten bij Fe : Hepatische lipidose mogelijk dus geleidelijk aan
overschakelen van voeder en zien dat kat zeker blijft eten (kieskeurig!).
Verwittigen als voederopname te laag is. Streven naar max 2% gewichtsverlies
per week!
Uitwerking in dit geval:
1) Fe krijgt waarschijnlijk ad libitum eten en veel te vet eten, zeker door de
extra stukken vlees. Fe is ook gecastreerd!
Sinds 3d staat kat op nierdieet, wat zeker te weinig uitgebalanceerd is om als
vermageringsdieet te gebruiken
2) berekenen energiedensiteit van r/d in het voeder en op DS (7,0% vocht)

Voor r/d:
Nutriënten In het voeder (%) In de droge stof (%)
RE 35,1 37,7
RV 8,4 9,0
OK 30,1 32,4
RC 13,8 14,8
Vocht 7,0 -
Ca 0,91 0,98
P 0,72 0,71
Na 0,28 0,30
K 0,72 0,77
Mg 0,08 0,09

ME in het voeder:
- ME = (15x35,1)+(36x8,4)+(15x30,1)
= 1280,4 kJ/100g
ME in de droge stof:
- ME = (15x37,7)+(36x9)+(15x32,4)
= 1375,5 kJ/100g

Onderhoud volwassen obese kat : 290 kJ ME/kg0,75:


Metabool gewicht van deze kat: 40,75 = 2,828
En 2,828 x 290 = 820,24 kJ nodig
Dit wil zeggen: (820,24 kJx100g)/1280,4kJ = 64g per dag

Hoelang doet kat erover om op ideaal gewicht te komen?


- weegt 8,2 kg => 4,2 kg teveel
- 2% (maximaal, om hepatische lipidose te voorkomen!) van 8,2 kg = 0,164 kg
- 4,2 kg : 0,164 kg = Minstens 25,5 weken nodig om tot 4 kg LG te komen

Besluit: kat werd op AB en r/d gezet. Wij gaan ervanuit dat ze de kat eerst willen laten
vermageren en dan pas op urinair dieet zetten, omdat obesitas hogere kans geeft op
urolithiasis en anders de cirkel nooit doorbroken wordt. Waarschijnlijk is het FLUTD-
probleem van deze kat tijdelijk opgelost met de antibiotica en is er daarom gekozen voor
een r/d-dieet.
r/d en s/d kan je ook niet samen geven, want het ene is hoog in eiwit en het andere laag in
eiwit. Obese dieren op vermageringsdieet hebben meer eiwit nodig!

You might also like