Professional Documents
Culture Documents
2
big (adj) groot (adj) museum (n) museum (n)
home (n) thuis (n) near (prep) dichtbij (prep)
meeting (n) vergadering (n) next to (prep) naast (prep)
office (n) kantoor (n) opposite (prep) tegenover (prep)
poor (adj) arm (adj) park (n) park (n)
rich (adj) rijk (adj) train station (n) treinstation (n)
small (adj) klein (adj)
young (adj) jong (adj) PAGES 48–49
bell (n) klok (n)
PAGES 40–41 Friday (n) vrijdag (n)
baby (n) baby (n) guidebook (n) gids (n)
congratulations gefeliciteerd (n) map (n) plattegrond (n)
(n) Monday (n) maandag (n)
engaged (adj) verloofd (adj) open (adj) open (adj)
engagement (n) verloving (n) Saturday (n) zaterdag (n)
follow (v) volgen (v) Sunday (n) zondag (n)
great (adj) fantastisch (adj) Thursday (n) donderdag (n)
kind (adj) vriendelijk (adj) timetable (n) tijdschema (n)
lovely (adj) leuk (adj) tourist (n) toerist (n)
party (n) feestje (n) Tuesday (n) dinsdag (n)
you're welcome graag gedaan vertical (adj) verticaal (adj)
(adj) (adj) Wednesday (n) woensdag (n)
4
rugby (n) rugby (n) bread (n) brood (n)
team (n) team (n) Brie (n) Brie (n)
Camembert (n) Camembert (n)
PAGES 70–71 peach (n) perzik (n)
cheese (n) kaas (n) stall (n) kraam (n)
chocolate (n) chocolade (n) tomato (n) tomaat (n)
competition (n) wedstrijd (n) vegetarian (n) vegetarisch (n)
dish (n) gerecht (n)
egg (n) ei (n) UNIT 7
fish (n) vis (n) DIFFERENT
fruit (n) fruit (n) LIVES
giant (adj) gigantisch (adj) PAGE 81
meat (n) vlees (n) autumn (n) herfst (n)
pasta (n) pasta (n) celebration (n) viering (n)
pumpkin pie (n) pompoentaart (n) month (n) maand (n)
rice (n) rijst (n) spring (n) lente (n)
tennis (n) tennis (n) summer (n) zomer (n)
traditional (adj) traditioneel (adj) winter (n) winter (n)
vegetable (n) groente (n)
PAGES 82–83
PAGES 72–73 reindeer (n) rendier (n)
action (n) actie (n) study (v) studeren (v)
bird (n) vogel (n) tractor (n) tractor (n)
comedy (n) komedie (n) understand (v) begrijpen (v)
detective (n) detective (n)
jazz (n) jazz (n) PAGES 84–85
novel (n) boek (n) board (n) bord (n)
reality (n) reality (n) book (n) boek (n)
wildlife (n) natuur (n) classmate (n) klasgenoot (n)
classroom (n) klaslokaal (n)
PAGES 74–75 college (n) college (n)
festival (n) festival (n) Maasai (n) Maasai (n)
pigeon (n) duif (n) pen (n) pen (n)
race (n) race (n) pencil (n) potlood (n)
tourist attraction toeristische school (n) school (n)
(n) attractie (n) student (n) student (n)
university (n) universiteit (n)
PAGES 76–77 unusual (adj) ongewoon (adj)
boring (adj) saai (adj) village (n) dorp (n)
horrible (adj) verschrikkelijk
(adj) PAGES 86–87
table tennis (n) tafeltennis (n) climbing (n) klimmen (n)
cloudy (adj) bewolkt (adj)
PAGE 79 cycling (n) fietsen (n)
bone (n) graat (n) golf (n) golf (n)
5
photo (n) foto (n) lecture (n) lezing (n)
rainy (adj) regenachtig (adj) noisy (adj) luidruchtig (adj)
running (n) lopen (n) object (n) voorwerp (n)
season (n) seizoen (n) report (n) rapport (n)
skiing (n) skiën (n) teach (v) onderwijzen (v)
snowy (adj) met sneeuw (adj)
sunny (adj) zonnig (adj) PAGES 98–99
wet (adj) nat (adj) automatic (adj) automatisch (adj)
windy (adj) winderig (adj) conservation (n) bescherming (n)
crisis (n) crisis (n)
PAGES 88–89 domestic (adj) gedomesticeerd
bored (adj) verveeld (adj) (adj)
hungry (adj) honger (adj) hunt (v) jagen (v)
thirsty (adj) dorst (adj) jaguar (n) jaguar (n)
tired (adj) moe (adj) leopard (n) luipaard (n)
radio collar (n) radiohalsband (n)
PAGE 91 tiger (n) tijger (n)
couple (n) koppel (n) wild (adj) wild (adj)
fire (n) kampvuur (n)
hard (adj) hard (adj) PAGE 103
journey (n) reis (n) call (v) roepen (v)
sleep (v) slapen (v) drink (v) drinken (v)
snow (n) sneeuw (n) eat (v) eten (v)
soft (adj) zacht (adj) gentle (adj) zachtaardig (adj)
travel (v) reizen (v) greet (v) groeten (v)
hand (n) hand (n)
UNIT 8 have a bath (v) een bad nemen
ROUTINES (v)
PAGE 93 identify (v) identificeren (v)
computer (n) computer (n) individual (n) individu (n)
helicopter (n) helikopter (n) jeep (n) jeep (n)
modern (adj) modern (adj) lie down (phr v) gaan liggen (phr
v)
PAGES 94–95 trunk (n) slurf (n)
breakfast (n) ontbijt (n)
dinner (n) avondmaal (n) UNIT 9 TRAVEL
exercise (n) fitness (n) PAGE 105
lunch (n) lunch (n) flying (n) vliegen (n)
interesting (adj) interessant (adj)
PAGES 96–97 plane (n) vliegtuig (n)
archaeologist (n) archaeoloog (n) train (n) trein (n)
article (n) artikel (n)
colleague (n) collega (n) PAGES 106–107
geologist (n) geoloog (n) bag (n) tas (n)
laboratory (n) laboratorium (n) boot (n) laars (n)
6
coat (n) jas (n) sightseeing (n) sightseeing (n)
dress (n) kleed (n) view (n) vergezicht (n)
hat (n) hoed (n)
jacket (n) jasje (n) PAGES 112–113
jeans (n) jeans (n) alarm (n) wekker (n)
jumper (n) trui (n) desk (n) bureau (n)
pocket (n) tasje (n) meal (n) maaltijd (n)
sandals (n) sandalen (n) menu (n) menu (n)
scarf (n) sjaal (n)
shirt (n) hemd (n) PAGE 115
shoe (n) schoen (n) ancient (adj) oude (adj)
shorts (n) short (n) bang (n) knal (n)
skirt (n) rok (n) canoe (n) kano (n)
suitcase (n) koffer (n) crash (v) botsen (v)
top (n) topje (n) donkey (n) ezel(n)
trousers (n) broek (n) gold (n) goud (n)
T-shirt (n) T-shirt (n) goldmine (n) goudmijn (n)
landmine (n) landmijn (n)
PAGES 108–109 llama (n) lama (n)
armchair (n) fauteuil (n) loud (adj) luid (adj)
bed (n) bed (n) plate (n) bord (n)
chair (n) stoel (n) sand dune (n) zandduin (n)
cheap (adj) goedkoop (adj) sheep (n) schaap (n)
comfortable (adj) comfortabel (adj) track (n) pad (n)
desk (n) bureau (n)
fridge (n) koelkast (n) UNIT 10
hostel (n) herberg (n) HISTORY
lamp (n) lamp (n) PAGE 117
shower (n) douche (n) digital (adj) digitaal (adj)
sofa (n) sofa (n) disc (n) schijf (n)
table (n) tafel (n) history (n) geschiedenis (n)
TV (n) tv (n) invention (n) uitvinding (n)
wardrobe (n) kledingkast (n) recorder (n) recorder (n)
television (n) televisie (n)
PAGES 110–111 test (n) test (n)
adventurous (adj) avontuurlijk (adj) video (n) video (n)
diving (n) duiken (n)
hiking (n) wandelen (n) PAGES 118–119
hitch-hike (v) liften (v) captain (n) kapitein (n)
horse riding (n) paardrijden (n) expedition (n) expeditie (n)
in advance (exp) op voorhand (exp) North Pole (n) Noordpool (n)
lifetime (n) leven (n) Portuguese (adj) Portugees (adj)
opera (n) opera (n) space (n) ruimte (n)
option (n) optie (n) successful (adj) succesvol (adj)
rail (n) spoor (n)
7
PAGES 120–121 discover (v) ontdekken (v)
basketball (n) basketbal (n) leave (v) vertrekken (v)
champion (n) kampioen (n)
friendly (adj) vriendelijk (adj) PAGES 130–131
funny (adj) grappig (adj) arrow (n) pijl (n)
hero (n) held (n) body (n) lichaam (n)
nature (n) natuur (n) discovery (n) ontdekking (n)
sportsman (n) sportman (n) investigation (n) onderzoek (n)
kill (v) doden (v)
PAGES 122–123 knife (n) mes (n)
ago (adv) geleden (adv) mountaineer (n) bergbeklimmer (n)
celebrity (n) beroemdheid (n) mystery (n) mysterie (n)
empire (n) rijk (n) scientific (adj) wetenschappelijk
land (n) land (n) (adj)
leader (n) leider (n)
now (adv) nu (adv) PAGES 132–133
president (n) president (n) adventure (n) avontuur (n)
prisoner (n) gevangene (n) dangerous (adj) gevaarlijk (adj)
today (adv) vandaag (adv) film (v) film (v)
war (n) oorlog (n) pool (n) zwembad (n)
watch (v) bekijken (v)
PAGES 124–125
late (adj) laat (adj) PAGES 134–135
seat (n) plaats (n) crazy (adj) gek (adj)
sorry (adj) sorry (adj) cut (v) snijden (v)
worry (v) zorgen maken (v) deep (adj) diep (adj)
species (n) soort (n)
PAGE 127 traffic (n) verkeer (n)
astronaut (n) astronaut (n)
die (v) sterven (v) PAGES 136–137
goal (n) doel (n) delicious (adj) heerlijk (adj)
Mercury (n) Mercurius (n) last (adj) vorige (adj)
orbit (v) omlopen (v) pay (v) betalen (v)
programme (n) programma (n) shark (n) haai (n)
satellite (n) satelliet (n)
shuttle (n) shuttle (n) PAGE 139
speech (n) toespraak (n) acidic (adj) zuur (adj)
Sputnik (n) Spoetnik (n) balloon (n) ballon (n)
success (n) succes (n) chemist (n) chemicus (n)
tragedy (n) tragedie (n) close (adj) gelijkaardig (adj)
earthy (adj) aardachtig (adj)
UNIT 11 experience (v) beleven (v)
DISCOVERY flower (n) bloem (n)
PAGE 129 juicy (adj) sappig (adj)
arrive (v) aankomen (v) man-made (adj) kunstmatig (adj)
8
perfume (n) parfum (n) professional (adj) professioneel (adj)
scent (n) geur (n) project (n) project (n)
stephanotis (n) stefanotis (n) roof (n) dak (n)
taste (v) smaken (v) tornado (n) tornado (n)
watery (adj) waterig (adj) tornado-resistant tornadobestendig
(adj) (adj)
UNIT 12 THE voluntary (adj) vrijwillig (adj)
WEEKEND volunteer (n) vrijwilliger (n)
PAGE 141
factory (n) fabriek (n) PAGES 148–149
weekend (n) weekend (n) adult (n) volwassene (n)
brochure (n) brochure (n)
PAGES 142–143 castle (n) kasteel (n)
bath (n) bad (n) court (n) baan (n)
bathe (v) baden (v) exhibition (n) tentoonstelling (n)
bathroom (n) badkamer (n) finish (v) eindigen (v)
bedroom (n) slaapkamer (n) return ticket (n) heen-en-terug
cooking (n) koken (n) ticket (n)
dining room (n) eetkamer (n) special (adj) speciaal (adj)
ironing (n) strijken (n)
living room (n) woonkamer (n) PAGE 151
mat (n) mat (n) concert (n) concert (n)
motorbike (n) motorfiets (n) flying fish (n) vliegende vis (n)
read (v) lezen (v) group (n) groep (n)
sit (v) zitten (v) guitar (n) gitaar (n)
smile (v) glimlachen (v) main (adj) belangrijkste (adj)
talk (v) praten (v) musician (n) muzikant (n)
toilet (n) toilet (n) painter (n) schilder (n)
wash (v) wassen (v) prepare (v) voorbereiden (v)
wear (v) dragen (v) rest (v) rusten (v)
song (n) lied (n)
PAGES 144–145
folk (n) folk (n)
free (adj) gratis (adj)
sale (n) uitverkoop (n)
shopping (n) winkelen (n)
stuff (n) zaken (n)
trip (n) reis (n)
PAGES 146–147
builder (n) bouwvakker (n)
community (n) gemeenschap (n)
dream house (n) droomhuis (n)
fun (adj) leuk (adj)
organisation (n) organisatie (n)
9