You are on page 1of 8

Het vergiftigde brood

Het was avond. Buiten scheen de maan vol, en de hemel was bezaaid met sterren. Rabbi Jechskel Landau, opperrabbijn van de stad Praag, liep heel langzaam naar huis terug, verdiept in overpeinzingen over de Tora, die hij voor de tefilla vanavond geleerd had. Nu kwam hij terug uit sjoel, waar hij ma'ariv gedawend had. Plotseling bleef hij staan bij het horen van het klagende geluid van een huilend kind dat naderbij kwam.

Wie huilde daar zo laat nog op de avond? Vroeg de Rabbijn zich verwonderd af. Langzaam liep de rabbijn in de richting waar het geluid vandaan kwam. Daar zag hij een niet-joods

jongetje, gekleed in gescheurde en vuile kleren, dat op de hoek van de straat stond. Het had twee lege rieten mandjes in zijn handen en huilde erbarmelijk.

De rabbijn kreeg medelijden met het zielige jongetje en kwam naar hem toe en vroeg met een vriendelijke stem: Wat is er met jou gebeurd? Waarom huil je zo? Vertel me maar eens wat er aan de hand is. Misschien kan ik je wel helpen. Onder luid gesnik begon het jongetje aan zijn verhaal: Ik ben een weeskind, snikte hij. Mijn moeder is een aantal jaren geleden overleden aan een ernstige ziekte. Mijn vader, een broodbakker, is opnieuw getrouwd met een andere vrouw een slechte vrouw, die mij vreselijk haat. Zij laat mij hard werken en slaat mij heel gemeen. Iedere ochtend vult zij deze twee manden met brood en kadetjes en geeft mij opdracht die allemaal te verkopen op de straten van de stad. En als ik er niet in slaag om al de broden te verkopen dan krijg ik s avonds slaag van mijn stiefmoeder en dan stuurt zij mij zonder eten naar bed en dan heb ik honger en pijn van de slaag. Het kind begon nog harder te huilen en vervolgde: Vandaag is het mij gelukt al het brood te verkopen, maar tot mijn ongeluk hebben ze mijn geld gestolen. Ik ben alles kwijt, dertig goudstukken, die ik in mijn zak had, de hele verkoop opbrengst van het brood. Hoe kan ik nu naar huis gaan zonder het geld? Nu krijg ik nog erger slaag van mijn stiefmoeder!

De rabbijn had medelijden met het jongetje en nam hem mee naar huis. Daar gaf hij hem te eten en te drinken en daarna gaf hij hem het geld dat gestolen was, dertig goudstukken. Het jongetje ging blij en opgelucht terug naar zijn eigen huis. Vele jaren gingen voorbij Het was de zevende avond van Psach. De rabbijn zat aan tafel, verdiept in de studie van Tora. Plotseling werd er zachtjes op de voordeur geklopt. De rabbijn ging open doen en wie stond daar voor hem? Een niet-Joodse man, zijn gezicht met een doek bedekt. Ik zou graag met de rabbijn willen spreken, zei de vreemdeling. Wie bent u en wat wilt u mij vragen? vroeg de Rav verbaasd. Herkent de Rav mij dan niet meer? vroeg de man, terwijl hij de doek van zijn gezicht afdeed. Ik ben dat kind dat de Rav eens, vele jaren geleden, s avonds huilend op straat tegenkwam, en waarover u zich ontfermde en u gaf mij te eten en geld. Ik heb nooit vergeten wat de Rav voor mij gedaan heeft. Daarom ben ik vandaag gekomen om iets goeds terug te doen, zei de man.

De rabbijn nodigde de man binnen in zijn huis en samen gingen zij aan tafel zitten. De man begon zijn verhaal met trillende stem: Rabbi! Er staat een ramp voor de Joden te gebeuren, morgenavond. Enige dagen geleden zijn de slechtste bakkers van de stad bij elkaar gekomen in het huis van mijn vader en moeder en daar hebben zij besloten om op n dag alle Joden te vermoorden. Geschrokken stond de rabbijn op van zijn stoel. Wat?! Hoe?! Wat moeten wij doen?! De man vervolgde: Morgenavond is het Psach-feest afgelopen en dan kopen de Joden brood dat de niet-Joodse bakkers gebakken hebben. Mijn stiefmoeder heeft nu voorgesteld om in alle broden vergif te doen, om zo alle Joden te vermoorden. De rabbijn bedankte hem hartelijk, want de man zichzelf in gevaar had gebracht door dit te komen vertellen en de rabbijn beloofde het aan niemand te zullen vertellen. Aanvankelijk was de Rav vreselijk geschrokken van wat hij gehoord had, maar onmiddellijk werd zijn vertrouwen in Hasjem weer gesterkt. Hij was er zeker van dat Hasjem de slechte plannen van de Goem zou verijdelen. Vele uren lang dacht de Rav na en zocht naar een oplossing om de Joden van de stad te redden. Verschillende malen zei hij met heel veel aandacht tehilliem, en de tranen stroomden over zijn wangen toen hij aan Hasjem smeekte:

Heer der wereld! Ik smeek U, help mij en geef mij goede raad! Geef mij wijsheid in mijn hart, om Uw kinderen te redden van deze ontzettende ramp! En Hasjem verhoorde zijn gebed. De volgende ochtend vertelden de Joden in de stad aan elkaar: Hebben jullie het al gehoord? De Opperrabbijn van de stad zal vandaag, na tefillat-sjacharit een derasjaa geven in de Grote Sjoel. Al de andere sjoels in Praag werden die ochtend gesloten op bevel van de Rav. Alle Joden kwamen in de Grote Sjoel bij elkaar om er te luisteren naar de derasjaa van de Rav. Na de tefilla beklom de rabbijn de bima en begon te spreken. Al de ogen van heel de gemeente waren op hem gericht met eerbied en ontzag om naar zijn woorden te luisteren. Mijne Heren! begon de Rav, en vervolgde: Het spijt mij erg dat ik u allen moet meedelen dat ik mij bij het rekenen heb vergist en u bijna had laten struikelen door u chameets te laten eten op Psach. Bij vergissing heb ik het Psach-feest dit jaar een dag te vroeg laten beginnen. Volgens mijn nieuwe, verbeterde berekening is het daarom vanavond nog niet de laatste dag van Psach, maar pas morgenavond. Daarom is het ons ng een dag verboden om chameets te eten, tot morgenavond.

De mensen waren natuurlijk erg verbaasd toen zij de woorden van de Rav hoorden. Hij stond immers bekend om zijn grote wijsheid en Thorageleerdheid. Daarom konden zij niet begrijpen hoe hij zich had kunnen vergissen. Maar na zijn woorden gehoord te hebben dachten zij daar niet lang over na. Zo vierde de gemeente Praag dat jaar negen dagen Psach.

Vers brood! Vers brood! klonk het uit de mond van de niet-Joodse bakkers na afloop van de achtste dag Psach. Zij reden met hun karretjes vol brood rond in de Joodse wijk van de stad, maar tot hun grote verbazing wilde niemand wat kopen. Wat is er gebeurd? Waarom koopt niemand brood zoals elk ander jaar? vroegen de bakkers aan de Joden.

Dit jaar vieren wij negen dagen Psach, antwoordden de Joden, tot grote verbazing van de bakkers. Maar reeds stortte zich een groot aantal politieagenten op de broodverkopers, arresteerden hen en brachten hen, samen met hun karren met brood naar de binnenplaats van het politiebureau. Een andere groep politieagenten overviel de broodbakkerijen en de agenten namen al de broden in beslag en brachten die naar het hoofdbureau van politie van de stad.

Onmiddellijk arriveerde de politiedokter, vergezeld van een hond. De dokter voerde de hond van n van de broden. Na enkele minuten begon de hond vreselijk te janken en rolde op de grond. Vergif! schreeuwde de dokter en al de omstanders uit. Nu waren de boze plannen van de bakkers aan het licht gekomen. Zij hadden alle Joden van Praag in n dag willen uitroeien. De bakkers werden natuurlijk in de gevangenis gegooid, maar in de straten waar de Joden woonden was het feest. Allen bedankten Hasjem voor deze wonderbaarlijke redding van een afschuwelijke dood. Onze rabbijn is een groot geleerde en een heilig mens, zeiden de Joden

van Praag. God heeft hem veel wijsheid gegeven, daardoor was hij in staat ons te redden van de samenzwering van de bakkers. Vele jaren bewaarde de rabbijn het geheim. Hij vertelde aan niemand wie hem van de boze plannen van de bakkers verteld had, behalve aan de politie. Pas vlak voor zijn overlijden vertelde de Rav het aan zijn zoon: Het is niet dankzij mijn wijsheid dat het mij gelukt is de gemeente van een ramp te redden. Maar dankzij een niet-joods kind dat ik eens, vele jaren geleden, uit medelijden geholpen heb. Hij heeft mij later, toen hij groot was, verteld van de samenzwering van de bakkers. Woordenlijst: Tefilla: Sjoel: Maariv dawen: Psach: Rav: Hasjem: Tehilliem: Tefillat sjacharit: Derasjaa: Bima: Chameets: Een gebed, communicatie tussen mens en zijn God Synagoge Avondgebed Feest waarbij de Joden de slavernij in Egypte, de uittocht uit Egypte en de bevrijding van de slavernij herdenken Rabbi, Rabbijn God Psalm 23, voor de Joden een heel belangrijke tekst Ochtendgebed Soort preek bij de Joden Plaats midden in de synagoge, waar de Tora voor wordt gelezen Zuurdeeg: elk voedsel dat gemaakt is van graan en water dat doet gisten en rijzen. (Brood, graan, cake, koek, pizza, pasta en bier.)

You might also like