Professional Documents
Culture Documents
Bijlage: XIV. VAN SAJJID 'OETHMAN BIN ABDOELLAH BIN 'AQÏL BIN JAHJA
'ALAWÏ. BESCHREVEN DOOR Dr. C. SNOUCK HURGRONJE. 10. al-A hadith al-djami°ah
fi 'l-'oeloem an-nafiah (verzame ling van stichtelijke overleveringen)
door Sajjid Abdallah bin Hoesain bin Tahir, gedr. door Sajjid 'Oethman,
Batavia 1310 H. 20. Asm 'n-noeqodal min noecoey al-a'immah alh-
thiqat .... fï masa'ü vuaqi c al door Moehammad bin Abdallah al-Djoefrï al-
'Alawi (Hoofdonderwerp: de plicht der liefde tot Moehammad en tot diens
nakomelingen, de Sajjids en Sjariefen), gedrukt door S. O. te Batavia 1310 H. 30.
Antwoorden van Sajjid 'Oethman op vijf vragen be treffende de Moslimsche wet,
die door Arabieren uit Madoera (Sajjid Moehammad Djoefrï en Sajjid Abdoellah bin
Sjihab) hem toegezonden werden met het doel om den pangoeloe van Soemënëp in al
zijne onwetendheid en boosheid op de kaak te stellen. De antwoorden of fatwa's
moeten dienen om de vol gende leerstellingen of handelwijzen van dien pangoeloe als
in strijd met de godsdienstige wet te brandmerken: a. Zekere handelingen, die de
calat (sembahjang) nietig maken en dus wanneer zij door den voorganger (imam) ver-
EIJT.AQE XV. BESCÏÏRIJVING TIN BATAISCHE VOORWERPEN, GESCHONKEN DOOE DEN HeEE ar.
r*. stuurman, Controleur bij het Bin. Bestuur ter Sumatra's Westkust,
Onderafdeeling Si Pirok. {Besidentie Tapanoeü (Bataïclanden) (') 1. Omon,
(bruidsbaadje) wordt door vrouwen geweven, waartoe draden van verschillende kleuren
gebruikt worden (witte, zwarte, bruine). Bij het weven werkt men naar een bepaald
patroon; de voor het weefsel benoodigde draden spint men uit de katoen vruchten en
verft men daarna. Op het geweven stuk goed worden zoowel aan de achter als
voorzijde koralen (Mal. manilc-manik Bat. si mala) van verschillende kleur (witte,
roode, zwarte, bruine) in kringen genaaid, terwijl de onderzijde voorzien wordt van
koperen belletjes (giring-giring). De omon wordt bij het huwelijk door de bruid
gedragen. Ingeval zij reeds met goud, zilver of andere sieraden over dadig behangen
is, wordt de omon niet door haar gedragen, doch met de andere huwelij ksgoederen
naar de woning van haren echtgenoot medegevoerd. (') Cf. Not. 1 Oct. pag. 93.
BIJLAGE XVIII. LIJST van ingekomen boekwerken gedurende het 4 e kwartaal 1892.
Abendanon (Mr. ./. II), De Ncderlandsch-lud. rechtspraak van 1881—1891. Batavia
1892, 8". —Van den schrijver. Albcrs (C), Hikajat Garedja, dikarang koe—
Rotterdam. 12". Vervolg op Albrecht'a Klapper op de Staats en Bij bladen
van Nederlandsch-Indie. Jaargang 1891. Batavia 1892. 4°. De kapitulatien van
Amboina en Banda. 101. American Academy ol arts and sciencos. Memorial of Joseph
Lovering. Cambridge 1892. 8». Kweekschool voor Machinisten. Amsterdam. Verslag
dienst jaar 1885/86, 1889/90, 1890/91. Veeteelt onderneming „Argalinga". -
Jaarverslag over 1886/87. Batavia 1887. B°. Cultuurniaatschappij Ariana, Prospectus
en Begrooting. Bata via 1892. 4". I'ubblicazioni della societa Asialica
llaliana. Vol. 1 Roina — Firenze — Torino 1887. B°. Auslralian (Western) Yearbook
for 1889 bv Walter A. Galc. Perth 1890. B°. Hab al-mimn, «IAJ J<« yü k_A; AL) *j
u»óO /*' IjJ Lithogr. Batav. 1886. Jjü« til) jj* Statuten van deCrediet- en
llandelsverceniging „Banda". B°. Hoe de Banlih tot het Christendom overgingen.
Een dich-
Bijlage XVI. AANWINSTEN VAN DE NUMISMATISCHE VERZAMELING in 1892. MEDAILLES. tfed.
Indië. öOjarig huwelijk van W. v. Bronck horst en T. E. Papo, 1884. —g. Geschenk
van V. 11. Dalitz. Nederland Noodmunt van Deventer, 1578.] ~ k Ter eere van
Trewleben, 1660. / Geruild. W. H. Suringar, 1860.— br. .) Standvastigheid van
Willem I, 1830. — Br C. den Hamer. Opening v/h N. zee-kanaal, 1876. — Br Gilbekt.
Prijs penning van Teijler's god geleerd genootschap, z. j. — br. Gekocht.
Bezoek van de Koningin aan Am sterdam, 1891. — br. . ~ . 1 Grondwetsherziening in
1887.1 ..,. . '. ' ', , , >Ned. Reg. 25jang bestaan van de katho-
j lieke Illustratie, 1891. —br. \ Voor mensohlievend hulpbetoon,! z. j. —Br /
Bijlage XVlt. AANWINSTEN VAN HET ETHNOLOGISCH-MUSEUM IN 1892. Batak landen, Toba.
Goutien oorversierselen (5 stuks) : . . . Depositum v/h. Gouvernement.
Verschillende voorwerpen (zie Not, 1892. bijlage VII.) . . A. L. v. Has selt en W.
D. Helderman. Gips maskers van Tobaneezen (15 stuks) E. MoniGMANi, Verschillende
voorwerpen (zie Not. 1892, bijlage XV) . . J. R. Stuurman. Denltoelen, Tampajau |
Toedoeng (geschubd). . -. . |H> Craahdijk. Engano. Gips-niaskers van Engauec/.eu
(G stuks) E. Modiguani. Aljeh. Verschillende voorwerpea (zie Not. 1892, bijlage
I) . . . Dr. C. Snouck HI'RGRONJE. Houten kolommen . . ~. ~. . C. Deijkeu-
HOFF. Sikin toempaug beunteuing . ."j Reuntjong mentjanggó. . , . I Dr. C.
Snouck ürasmes (2 stuks) ( Hurgronje. Sikin pandjang )
INHOUD. Bestuursvergadering van Dinsdag, 5 Januari 1892. ... 1 Bestuursvergadering
van Dinsdag, 2 Februari 1892 ... 8 Bestuursvergadering van Dinsdag, 1 Maart
1892 .... 22 Bestuursvergadering van Dinsdag, 5 April 1892 .... 33
Bestuursvergadering van Dinsdag, 3 Mei 1892 41 Bestuursvergadering van Dinsdag, 7
Juni 1892 .... 47 Bestuursvergadering van Dinsdag, 5 Juli 1892 55
Bestuursvergadering van Dinsdag, 9 Augustus 1892. . . 63 Bestuursvergadering van
Dinsdag, 6 September 1892. . . 72 Bestuursvergadering van Dinsdag, 4 October
1892 ... 85 Bestuursvergadering van Dinsdag, 1 November 1892. . . 94
Bestuursvergadering van Dinsdag, 13 December 1892, . . 105 Apercu des acquisitions
et des publications pendant Pannée 1892 117 Bijlagen : I. Atjehsche voorwerpen en
modellen ... I 11. Atjehsche wapens enz VI 111. Lijst van ingekomen boekwerken
geduren de het 1« kwartaal 1892 VIII IV. Extract uit de resolutien van de
hooge .Indiasche Regeering van 3 Maart 1803. . XIX V. Extract uit de resolutien der
Indische Re geering van 30 Maart 1804 XXIII VI. Resolutie van de Indische Regeering
van 18 September 1804 •. XXV VII. Opgave en beschrijving der voorwerpen van den
heer A. L. van Hasselt, resident van ïapanoeli, ontvangen, waarvan n°. 1 tot 4
geschonken zijn door den heer W. D. Helderman, controleur te Batang Toroe. XXVI VUL
Verslag van de verrichtingen der „Arche- Rladz.
BIJULGE 111. LIJST van ingekomen boekwerken gedurende het l e kwartaal 1892.
Uitgave A. E. Albrecht, Weltevreden: Passar Baroe. Spoor en tramweggids van Java.
Batavia 1892. BÓ.—8 Ó . — Van de uitgevers. Allona {][.). Gescbichtlicbe
Untwieklung Niederlandisch-In diens. Wissenscbaitlicbe Beilage ztt dein
Jahresbericb te der stadtisclien Ober- llealschulc zn Braunscbweig, Ostern 1890.
Brannschweig. 4°. Andree (II.), Die Anthropopbagie. Eine ethnographisebe Stu die.
Lcipzig I>>K7. 8". Hikajat seriboe soewatoe Malen: ja ifoe tjeritera -
tjeritera Arab. Nomor ;5. Batawi 1887. 12'. Balen [G. Hendrik van), Ue roode
paradijsvogel. Eene lian delsreis naar Nederlandscb Xieuw-Guinea. [Avon tuurlijke
reizen door alle werelddeelen.] Rotterdam. B°. Berg (L. W. C. van den). Het
misdrijf van verkraebting in verband met bet Mohammedaansche bnwelijksiecbt.
[Overgedr. uit Tijdscbr. v. Strafr. V.] B°. — Van den schrijver. Gedrukten in zake
de medaille aangeboden aan Mr. iV. /'. van den Berg, op 31 Augustus 1889. —
Van den Heer W. P. Groeneveldt. Berkhout (A. //), Terrassenaanleg in verband met de
ontginningsordonnantie (art. 5 van Staatsblad 1874
Bijlage t. ATJEIISCIIE VOORWERPEN EN MODELLEN'. No. I. sampan-poekal met
poekat ca toebehooren. No. 2. tjoeajé, waarin men, met de houten gatöq in de len
denen, achteruitloopcnd de poekat uit zee naar land haalt. No. 3. d/aio (kano,
hoofdzakelijk voor riviervaart). No. 4. djeu'èë (gevlochten van riliëng,
andere exx. ook van bilt) wan voor bras; met den vorm dezer wan verge lijken de
Atjehers die der 3 sagi's van Atjeh. No. 5. geunoelcoe rasp voor klapaV, deze
worden in tweeën gekloofd en dan door iemand, die op de genoekoe zit, langs de
~mata"' fijngeraspt. No. G. Atjehsche ploeg, langaj. Bij liet ploegen is
de go (steel) ter rechterzijde van den buffel, links de lalöë linggang of dham. Het
zwarte touw dient om de lalóë Ixhië (rotan nekband) aan de jöq (het juk) vast te
maken. De band, waar mee de jöq aan de gó bevestigd wordt, heet lalóc peunganaq en
is van dada op, (bladnerf van klapa). No. 7. Ijeukèh (behoort met de grootere
hliöug tot de ouder wetsche, in Atjeh van den profeet Soelöjman = Salomo afgeleide,
timmermauswerktuigen. No. 8. toeköj om een padiveld te wieden. No. 9. sangüöq om
onkruid uit een pepertuin weg te hakken. No. 10. parang Ijandong om struiken weg te
kappen bij aanleg van een pepertuin. No. 11. lliain spade om pootgateu te graven.
NB. Nos. 8 —11 worden den peperplanters als uitzet gegeven door het hoofd, dat
gedurende de eerste 3
NOTULEN VAK OS ALGËMËENE EN BESTUURSVERGADERINGEN VAN HET BATAVIAASCH GENOOTSCHAP
VAK KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. Deel XXX. — 1892. BATAVIA, ALBBECHT & KUSCHE 18
93.
BIJLAGK XI VOORWERPEN. MEEKENDEELS ') AFKOMSTIG VAN DB TEBIDAH-DAJAKS,
AKI>EEUNG EN LANDSCHAP REBIDENTIE VVHSTERAFDEEIIING van BOKNEO. GESCHENK VAN DEN
RESIDENT DER WESTER AF DEELING VAN BORNEO, DEN HEER S. W. TKOM P. 1. Kroengkoenir
Soelaw. Baadje. gemaakt van boom schors [köpoeak, van buiten gevoerd met rood
katoen en af gezet met zeesehelpjes en van zeeschelp vervaardigde knoopen. door
vrouwen en mannen gedragen. ï' Ba.il.joc Beroeti. Manneubaadje van tëngang
[vezels van de wortels van de tëngang plant], door mannen gemaakt. 3. Bad.jot'
Soeugkil Mannenbaadje, door vrouwen ge maakt van këpoeak en nilau. 4. Badjoe
Soeugkil Maunenbaadje van de Lëbang-Da jaks, door vrouwen gemaakt van eigen gemaakt
garen. f). TaiuroHii. Hoofddeksel van bamboe, gemaakt door ') Zijn Je
voorwerpen vuu andere stammen afkomstig, dim is dit in de om schrijving vermeld.
Bijlage XII VOORWERPEN UIT DB BOCHT VAM TOMIHI, ASSISTENT USIDENHE GWHULDL
IIESIDENTIE HENiDO. OESCHENK VAX DEN HEEK E. J". JBLLESMA. KLEEDING. 1.
Oemajo, pohou leinba (foeja) jaug kasar. Wordt gevonden iu de landschappen Parigi,
Saoesoe, Posso en To(ljo, zoomede te Mapmir. 2. Ambo, pohon lemba (foeja) jaag
haloes. Idem als boven. Men heeft twee soorten van foejaplauteu (Broussonetia
papyritera): de Oemajo en de Ambo; de bast van de Ambo is lijner dan die van de
Oemaju en wordt daarom voor het maken van fijnere kleedingstukken gebezigd. Zooals
gekend, worden jonge stammen ot takken geuomeu en deze van de schors ontdaan. Van
den daarbinnen lig genden bast wordt de vezelstof bereid. Deze bast wordt daartoe
gedurende eenige dagen in water geweekt, totdat hij zeer lenig is geworden.
Vervolgeus worden de stukken op een plank van /.eer harde boomsoort gelegd en
zoolang met steenen hamertjes geklopt, tot de bast zoo dim als papier is geworden.
Deze hamertjes, ikeh genaamd, bestaan uit ecu vierkant
QOBONTALO EN ANDEKK DISTRICTEN ONDEB KECBTSTBEEKSCfI B'BSTIIÜK. 3ss Paloewala.
Model hoofdversiersel van zwarte zijde, voor adellijken bij groote plechtigheden
Wat hier van koper is, moet van goud zijn, en de glazen kralen, diamanten. 39.
Boötakoa. Model naadje van adellijken bij groote plechtigheden. De knoopen moeten
van goud zijn. Tegen woordig slechts, gedragen bij trouwplechtighedeu. Over hel
baadje wordt dan een buikband gebruikt met een breede gouden plaat. 40.
Boötoeuggoliot'. Model baadje van aanzienlijke vrou wen, meer bijzonder bij
trouwplechtigheden Wat hier van koper is, moet van goud zijn 41. Bilioe. Model
hoofdversiersel van eene bruid. Wat hier van koper is, moet van goud zijn; de
glazen kralen verbeelden diamanten. Vier koperen (gouden) nagels. 42. Talala daii.
Model broek van aanzienlijken, vooral vroeger in gebruik. 43. Boiïiuoiii?
opot'loi'. Model broek van geringeren vrouwen. 44. Talala niaiiclo. popo.
Model broek van geringeren 45. Talala Atjeh, Idem idem.
Bijlage XIII THE POLICAL RELATIONS OF JAPAN AND HOLLAND TJNDER THE TOKUGAWA REGIME.
I. It bas often been reuiarked by reflective Japanese tbat the nation is still
suffering fiuancially from effects of tlie mistaken policy of the early Tokügawa
Shoguns in respec t of foreign trade. With 110 knowledge whatever of the mar ket
prices of foreign commodities beyond what was supplied to them by the sellers of
the latter, the Tokügawa Shoguns paid away, first to the Portuguese and then to the
Dutcb, vast quantities of gold and silver. Tbis went on till the discovery was made
tbat the country was gradually being impoverished, wben a limit was put to the
quantity of coin to be annually exported. An accurate estimate of the loss Japan
sustained during the early period of her trade with the Dutch is perhaps
impossible. But the information which we possess leads to the conclusion that her
outlay was some thing gigantic. Tbe Dutch were fortunate enough to ob tain a
monopoly of trade just at a time wben the Tokügawa Shoguns had at tbeir command
great stores of the precious metals which had been collected by llideyoshi during a
long series of wars. Tbe vast sums of money at tbeir disposal enabled the early
Tokügawa Shoguns to lavish wealth with a profusion which has astonisbed succeeding
generations. Ne ver a money-loving nation, the Japanese just at tbis period reached
the ne plus ultra of tbeir wealth-despising proclivities.
Bijlage 11. A.TJEHSCHE WAL'ENS ENZ (vergl. ook Kruijl, Atjeb, plaat tegenover
blz. 56 en over de prijzen van sommige pg. 199.) A. mei scheede. 1. sikin panjang.
2. „ toempang beunteuëng nl. als Ven VI bij Kruijt, 1.1. (met eigenaardig gevest;
oostkust). 3. peudeuëng toempang beunteuëng (oostkust). 4. „ oelèë poentöng. 5.
„ 5n djöq (dun en lang). 6. „ lhéë koeröq (heelt op bet lemmet nabij den rug 3
strepen). 7. peudeuëng raja oedjöng —p. Troeki (zeer gebogen van onder, aan één
kant scherp, verder veel op 8 gelijkend). 8. peudeuëng kasöq (recht als een stok,
veerkrachtig twee snijdend). 9. sivvaïh (gelijkt op kris, doch slechts aan één kant
scherp, niet in Atjeb gelabriceerd, in Groot-Atjeh gebruikt door oelèëba 'angs
en bruidegoms). 10. siwaïh meukeurawaug, soort vau 9, met lraai goudwerk aan de
schede. 11. reuntjöng meutjanggé (de gewone) 12. reuntjöng poentöng oelèë, waarvan
een bijzonder soort de r. poetjöq pakoe, zoo genaamd naar een ornament aan t
gevest. 13. kréb (= kris) mandaq (met een gouden bandje tus schen helt en gevest).
14. kréb babri, zeer laug. J 5. badéh, met eeiUKSzius gebogen lemmet; verving vroe
ger de reuntjöug bij de manueu van den godsdienst.
Bijlage IV. KXTK A C T uit <le resolutien van de Hooge ludiasche Regeerine van 3
Maart 1803 Na een atzonderlijke rondleezing onder de Heereu Leden dezer vergadering
door den Heer Gouverneur Generaal ter tafel gebragt zijnde een extract uit de
resolutien van de rigeerende Leeden van het Bataviascli Genootschap van den 15
Februarij laatsleeden, annex een relaas van den Medicine Doctor Thomas Horsfield
van eeuige door hem in de boven landen alhier gedaane ontdekkingen in Botanie, als
meede een plan. waar naar hij vervolgens voorneemeus is te werkeu. volgende het
voorschreeven extract hier na geinsereerd. EXTRACT uit de resolutien van de
rigeerende ledeu van het Rataviiiscli (ienootschap. Dingsdag, den 15 Februarij
IHO3. Geleezen en wel overwoogen zijnde het volgende Raport van de Mede Leden
Doekers en Kloprogge: ..Geachte Medeleden ' „Bij de laatste vergadering door
UL: ons ter handgesteld ~zijnde een Relaas van den Medic: Dr. Thomas Horsfield.
„hebbende eenige door hem in de Bovenlanden alhier gedaane „ontdekkingen in de
Botanie als mede een plan, waar naar „hij vevolgens voorneemens was te werkens- om
hier op te „berichten, in hoe verre zulks tot nut van het algemeen „zoude kunnen
strekken- zo hebbeu wij de eer hierop te
Bijlage V. EXTRACT uit de resolutiëu der Indische Regeering van 30 Maart 1804.
Dirigeereude Leden vau het Batavia» Genootschap bij een extract uit derzelver
resolutien van den 27» te Februarij Jongst leeden voorgedragen hebbende bet verzoek
van den Botanicus Horsfield om ter opsporing en verzameling van planten een reisje
naar Cheribon en langs de geheele Noord Oostkust van Java te mogen doen gelijk daar
bij breeder voorkomt: EXTRACT uit de Resolutiëu vaii Diri geerende Leden van het
Bata viasch Genootschap der wee teuschappen, op den 27 Fe bruarij 1804. Wat betrett
de geuitte begeerte en voorslag vau Doctor Horsfield aan Dirigeerende Leden gedaan
omeene reis te doen na Tje-ribon, ter opspooring en verzameling van planten in dat
district, en vervolgends vau daar na de geheele Noord kust van Java, alsmede om in
dit geval door Dezelver be werking in staat gesteld te worden, zig eenige geschikte
slaaven aan te schaffen, zo, om op zijne toef-plaatsen buiten bezwaar te zijn van
's Comp: Dienaaren, eu lnlanderen, die zig daar bevinden, als ook bijzonder
ten einde in stille on af hanglijkheid zijne werkzaamheden door te zetten, en ein
delijk om tot het maakeu van de beuoodigde aftekeningen voorzien te worden van een
daartoe bekwaam persoon, die is het Marine-school te Samarang wel ligtelijk te
vinden zoude zijn; —zo is aan Dirigeereude Leden gemeld project niet vreemd of
onraadzaam voorgekomen, en derhalven goed gedagt, deze voorstellen vau vooru:
Botanicus bij Extract
Bijlage VIII VKRBLAG VAN DE VERRICHTINGEN DER „ARCHEOLOGISCHE VEREENfGIHG TE
JOGJAKAHTA qedwmde het jaar 1891. Werd in het jaarverslag van 1890 vermeld, dat
einde Sep tember van dat jaar de werkzaamheden, betreffende de ont graving van de
tempels te Prambanan geëindigd waren, in 1891 werd deze arbeid inzooverre
voortgezet, dat de kani ponghuizen, die tusschen de tempels in gelegen waren, ver
wijderd en alle klapper- en andere vruchtboomen, na behoorlijk onteigend te zijn,
omgekapt werden, terwijl het geheele ter rein overigens schoongemaakt werd. Door
een en ander heeft men thans een duidelijk en fraai overzicht over de geheele
tempelgroep, voor zoover die zich op Jogjaasch grondgebied bevindt. Aan het
gedeelte n.l, dat in de residentie Soerakarta gelegen is, kon niets gedaan wor den,
zonder de toestemming van den Soesoehoenan van Solo. Onze beschermheer, de Resident
Muilemeister, had wel willend op zich genomen, die toestemming, door tusschenkomst
van den Resident van Solo, zoo mogelijk te verkrijgen. Aan gezien echter sints
niets meer van deze zaak vernomen is, ligt het vermoeden voor de hand, dat zij in
het vergeetboek
Bijlage VII O I» (J A V E en beschrijving der voorwerpen van den Heer A. L. VAN
HASSELT, Resident van Tapanoeli, ontvangen, waarvan no. 1 tot 4 geschonken zijn
door den Heer W. D. HELDERMAN, Controleur te Batang Toroe. No. 1. Versierselen van
een Bataksch graf, bestemd voor een oud en voornaam hoofd, dat kinderen en kleinkin
deren na laat, alleen in den Dolok, dat is in het noordelijk woest bergland van
Padang Lawas in zwang (halve grootte).
Bijlage VI. Bij resolutie van de Indische Regering van 18 September 1804 is o. a.
„het Bataviasch genoodschap ter aanmoediging „van kunsten en weetenschappen
gedemandeerd terSecretary „deezer Regeering, onder behoorlijk register, te doen
over brengen alle zoodanige schriftuuren, als, over de redenen en „oorzaken der
ongezondheid van de stad Batavia en dies om „trek handelende, bjj hetzelve
berustende zijn en bij deze Re „geering niet mogten weezen overgebragt". Deze
aanschrjjving hield verband met de verwachte komst uit Nederland van den koopman,
Wilhelmus Nartinus Keuche nius, die, zoowel door het Staats-bewind der Bataafsche
Repu bliek, als door de Heeren Meesters, bij de Indische Regering was aanbevolen
voor het instellen van een onderzoek naar de bewuste ongezondheid, „zoveel mogelijk
buiten bezwaar van 's Lands kas. 1 ' De Indische Regering besloot dan
ook, „uit aanmerking, „dat hij , Keuchenius, zonder inkomsten alhier, waar alle
„behoeftens tot levensonderhoud zeer duur zijn, niet bestaan „kan, alsmede verpligt
zal zijn om tot het nemen van oculaire „inspectie van de stranden en de environs
van Batavia zig „van een rijtuig te voorzien, aan denzelven toeteleggen rijks
„daalders 100 's maands, ingaande met den dag van zijn „aankomst alhier, en
tot zo lang hij op geen andere wijze „in eenige post in 's Oompagnie's
dienst geëmployeert zal „worden".
BIJLAOK IX LIJST van ingekomen boekwerken gedurende het 2 e kwartaal 1892.
Aanhangsel tot Let voorschrift voor de schietoefeningen met het achterlaadgeweer
klein kaliber bij de infanterie. Uitgegeven op last van het departement van oorlog.
Batavia 1892. 12°. — VaD de uitgevers. The rautiny of the Bengal army An historica!
narrative. By one who has served under Sir Charles Napier. Heventh thousand. Londen
1858. B°. Branden (Dr. ./.;, Nog eenige Javaansche piagëm's uit het
Mohaminedaansche tijdvak afkomstig van Mataratn, Bantën en Palembang. Derde
vervolg. Overgedrukt uit het Tijdschrift voor Ind. T. L. en Vk , deel XXXV.] B°.
'sLands Plantentuin te Buitenzorg. 18 Mei 1817—18 Mei 1892. Batavia 1892. B°.
General regulations for foreign exhibitors at the world's Colum bian
exposition in Chicago prescribed by the director general by authority of the
world's Columbian com mission, in accordance with the act of congress ap
proved April 25, 1890. Batavia 1892. B°. Coolce (G. Wmgrove), China: being „The
Times" special cor respondance Irom China, in the years 1857—58. Re printed by
permission. With corrections and addi tions by the author. A new edition. Londen
1859 B°, Cornwallis (Kinahan), Two journeys to Japau, 1856 —7 In two volumes.
Londen 1859 B°.
Bijlage X. LIJST van ingekomen boekwerken gedurende het 3 e kwartaal 1892.
Sjaw'Abdoël-Moeloek radja Barbari. (Behasa Melajoe.) Hoeroef Olanda Tjitakan
baroe. Betawi 1892. B°. — Van de uitgevers. Agustin (Gaspar de S.), Compendio del
Arte de la lengua Tagala, por el padre Fr. —, religioso del mismo orden, comisario
del Santo oficio, visitador de esta prorincia de Filipiuas, y prior del convento de
Tambobong, 3 a Edicion. Manila 1879. B°. The A'm i Alcbari of Abdul Fazl i
'Allami, translated trom the original Persian, by Col. H. S. Jarrett. Vol.
ITI. Fase, I. [Bibliotbeca Indica.J Calcutta 1891. B°. Ali Effemdi Hilmi al-
Üagusliini *A*yM «wdfll \£**mu» iijÜC!l iu,<a+>\ fi.jj.»!l *jlsul£Sb yOM
*irtr juu,* B°. Andrcc, (/?.). Die Flntbsagen. Kthnographiscb betrachtet. Mit einer
Tafel. Braunschweig 1891 B°. The Anlananariro annual and Madagasear Magazine A re
cord of information on the topography and natural productions of' Madagasear,
and the customs. traditions,
NOTULEN TAM DK AlffllEEl M BESTIMS-VERGADERM ITAN HEI BATAVIAASCH GENOOT JCfIAP van
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. Deel XXX. — 18Sfc BATAVIA, AL.BBSCHT Sa BUSCHE3. 1893
Bijlage XX. LIJST DER LEDEN VAN HET BAT. GENOOTSCHAP VAN RUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.
Beschermheer: >lr. C PUNACKER HORDIJK Gouverneur-Generaal van Nederlandsen
Indië. Bestuur, W. P. Groeneveldt, President, tevens Conservator van het
archaeologisch museum. Mr. J. A. van tier Chijs, Viee-President, tevens Thesaurier,
Redacteur der verhandelingen en Di recteur van het cthnologisch en nu niismatiscli
museum. Dr. .1 L. A Rrandes. Conservator der handschriften. Mi .1 H. Abendanon,
Secretaris, tevens Redacteur van het Tijdschrift. r. J. F. Louw, Bibliothecaris,
tevens Redacteur van het Tijdschrift. Mr. W. A. J. van Davelaar. P. 11. vau der
Kemp. P. J. vau Santen. H. Helb .1. Habbema. Dr. C. Snonck Hurgronje.
Bijlage XIX. LIJST der voorwerpen, die in het jaar 1b92 voor de archaeo logische
verzameling zijn verkregen. (6 e vervolg van den Catalogus). A. Voorwerpen van
steen. 20". Wishnoe, staande op een lotuskussen met een achter stuk, waartegeu
bloemen, die uit het kussen oprijzen. Vier armen; de voorhanden vóór het lijf met
een geopende lotus bloem er in; in de achterbanden rechts de tjakra met vier
vlammen om den buitenrand en links de vliegenwaaier. Hoog 47. — Collectie Han Kok
Ping. 21". Wïiraha, 3* awatara van Wishnoe; menschelijke figuur in gewoon
ornaat met den kop van een wild varken. Het beeld staat op eene ronde steenplaat,
zonder achterstuk of glorie en is vermoedelijk modem, maar dan toch naar een
auihentiek voorbeeld gemaakt. Hoog 106. — Collectie Han Kok Ping. 28". Qiwa
als Mahadewa, zittende op een lotuskussen, dat op zij en aan den achterkant geheel
met bloemen bedekt is. Vier armen; de voorhanden vóór bet lijf met het bidsnoer; in
de achterbanden rechts de vliegenw ulier en links eene bloem. Hoog 32. — Collectie
Han Kok Ping.