You are on page 1of 101

Rijksdienst voor Ondernemend

Nederland

Correspondentieadres
n/a > Retouradres Postbus 10073, 8000 GB Zwolle
Hanzelaan 310
8017 JK Zwolle
Postbus 10073
Essent Power B.V. 8000 GB Zwolle
www.rvo.nl

Amerweg 1
Contactgegevens
4931 NC GEERTRUIDENBERG KlantContact Centrum
T (088) 042 42 42
4931NC1 F (088) 602 90 22

Contactpersoon
Datum 7 juni 2016

Projectnummer
Ten name van Essent Power B.V. te GEERTRUIDENBERG SDE1640163
Project Amerweg 1 te GEERTRUIDENBERG
Betreft Beschikking tot subsidieverlening Kenmerk

Bijlage(n)
Geachte
1

Op 30 maart 2016 heb ik uw SDE-subsidieaanvraag ontvangen. Ik heb besloten


voor uw project subsidie te verlenen.

De subsidie wordt uitgekeerd in de vorm van een vergoeding per geproduceerde


MWh-hernieuwbare elektriciteit. In deze beschikking wordt puntsgewijs ingegaan
op de voor deze subsidiebeschikking relevante onderwerpen. Ik verwijs u voor de
verplichtingen behorende bij deze beschikking naar de bijlage.

1. Projectgegevens
De productie-installatie waarvoor subsidie wordt verleend, heeft de volgende
kenmerken:
Locatie:
Naam : Amer centrale
Adres : Amerweg 1
Plaats : GEERTRUIDENBERG

Productie-installatie
Elektrisch (duurzaam)vermogen : 289,936000 MWe
Type productie-installatie : bij- en meestook van biomassa in
een bestaande kolencentrale

2. Subsidieperiode
De subsidie wordt verleend over de periode:
De subsidieperiode start op : 1 juli 2017
De subsidieperiode eindigt op : 30 juni 2025
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Het maximaal aan u te verlenen subsidiebedrag komt tot stand door het maximale
subsidietarief per MWh te vermenigvuldigen met de maximale subsidiabele
productie over de gehele looptijd.
Dit bedraagt: € 812.609.426,00.

De daadwerkelijk uit te betalen subsidie kan jaarlijks verschillen. Dit komt doordat
er wordt uitbetaald op basis van daadwerkelijke productie en het daadwerkelijke
subsidietarief dat jaarlijks varieert.

De daadwerkelijke vergoeding per MWh wordt jaarlijks opnieuw bepaald en is


onder meer afhankelijk van de ontwikkeling van de jaarlijkse
elektriciteitsopbrengsten. Deze opbrengsten worden genoemd in artikel 47 van
het Besluit stimulering duurzame energieproductie en vormen opgeteld het
jaarlijks te bepalen correctiebedrag. De daadwerkelijke subsidievergoeding is het
verschil tussen het fasebedrag en het correctiebedrag. Meer informatie over de
bevoorschotting vindt u in de bijlage.

5. Banking
Voor bij- en meestook van biomassa in kolencentrales is banking voor
overproductie niet mogelijk.
Wel wordt zodra de Europese Commissie dit heeft goedgekeurd, een beperkte
vorm van banking voor onderproductie toegestaan. Dit betekent dat banking voor
uw subsidieverlening pas in werking treedt, na verkrijging van deze goedkeuring
door de Europese Commissie. Dit is op dit moment nog niet het geval. Ik zal u
hierover met een aparte brief informeren. Na goedkeuring is het dan mogelijk om
maximaal 25% van het productietekort in een betreffend jaar, in het
daaropvolgende jaar in te halen en daarvoor subsidie te ontvangen. Het verschil in
kWh dat bij het aantal kWh dat het volgende jaar voor subsidie in aanmerking
komt kan worden opgeteld, kan alleen in dit volgende jaar worden benut en kan
pas worden benut als het aantal kWh dat het desbetreffende jaar voor subsidie in
aanmerking komt volledig is benut.

Indien uw project start en eindigt in de loop van een kalenderjaar, dan wordt de
hoeveelheid niet benutte subsidiabele productie in het eerste gebroken
kalenderjaar bepaald door het verschil tussen de maximaal subsidiabele productie
gerekend naar rato van het aantal maanden ten opzichte van een volledig
kalenderjaar en de werkelijke productie in het eerste gebroken kalenderjaar.

6. Negatieve elektriciteitsprijs
De Europese Commissie stelt in de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van
milieubescherming en energie 2014-2020 (hierna MESR) als voorwaarde voor
goedkeuring van staatssteun dat lidstaten maatregelen uitwerken die garanderen
dat een producent van hernieuwbare elektriciteit geen prikkel krijgt om
elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te produceren ten tijde van negatieve
elektricietsprijzen. Hiermee wordt voorkomen dat producenten van hernieuwbare
energie enkel vanwege subsidies een prikkel hebben om te produceren als de
elektriciteitsprijs negatief is.
Deze maatregel is reeds uitgewerkt voor producenten van enkel elektriciteit
(artikel 15.2 van het Besluit). Wanneer deze doelgroep wordt uitgebreid voor
producenten van installaties waarmee elektriciteitsopwekking wordt gecombineerd
met warmteopwekking, wordt voor uw installatie het volgende van kracht:
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Als gedurende een periode van 6 uur of meer de elektriciteitsprijs op de markt


negatief is, zal de productie voor netlevering van elektriciteit in deze periode in
mindering worden gebracht op de productie waarvoor u Garanties van Oorsprong
(GVO) hebt gekregen. U dient zelf zorg te dragen voor de registratie van de
meetwaarden voor netlevering van elektriciteit. Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland zal u na afloop van het kalenderjaar vragen de meetwaarden
gedurende de periode waarin de elektriciteitsprijs op de markt negatief waren te
verstrekken.

7. Duurzaamheid
Voor de categorie “Bestaande capaciteit voor bij- en meestook” waarbij vaste
biomassa wordt ingezet geldt de voorwaarde dat deze aan duurzaamheidscriteria
moeten voldoen. De duurzaamheidscritera zijn vastgelegd in Bijlage 4 van de
Uitvoeringsregeling. De duurzaamheidscriteria zijn van toepassing op
verschillende soorten biomassa, zoals houtige biomassa en residuen uit de
agrarische sector.

U rapporteert Rijksdienst voor Ondernemend Nederland jaarlijks over de


duurzaamheid van de ingezette biomassa en zendt de rapportage binnen vier
maanden na afloop van het kalenderjaar toe (artikel 7b van de
Uitvoeringsregeling).

Om het aantonen van de duurzaamheid van de biomassa door certificatie en


verificatie mogelijk te maken en op basis daarvan SDE te kunnen ontvangen,
wordt momenteel een sluitend systeem van toetsing, accreditatie en toezicht
gebouwd. De wettelijke verankering hiervan is in gang gezet. Op het moment dat
deze regels in werking treden, dient u hier aan te voldoen.

Totdat het wettelijke systeem in werking treedt geldt een overgangsregime zoals
opgenomen in de Kamerbrief over implementatie duurzaamheidscriteria vaste
biomassa voor energietoepassingen van 18 maart 2016.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

8. Bezwaarprocedure
Heeft u vragen en/of opmerkingen over dit besluit, dan kunt u telefonisch contact
met ons opnemen via telefoonnummer 088 042 42 42. Bent u het, eventueel na
een telefonische toelichting, niet eens met dit besluit, dan kunt u binnen zes
weken na de bovenvermelde verzenddatum bezwaar aantekenen bij: Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE
Zwolle, onder vermelding van “bezwaar” op de enveloppe en op het
bezwaarschrift.

Uw aanvraag is bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bekend onder


projectnummer SDE1640163. U kunt dit nummer vermelden bij verdere
correspondentie.

de Minister van Economische Zaken


namens deze:

Directeur Kernprocessen NL en Juridische Zaken

N.B. Dit besluit is digitaal geaccordeerd conform de door Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland gepubliceerde mandaatregeling en derhalve niet ondertekend.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Bijlage:
In deze bijlage vindt u een selectie van de verplichtingen en overige belangrijke
informatie horende bij de beschikking. De voorwaarden van het Besluit stimulering
duurzame energieproductie, Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame
energieproductie en de Regeling aanwijzing categorieën duurzame
energieproductie 2016 zijn integraal van toepassing. Hieraan dient u tevens te
voldoen.

Verplichtingen
Er zijn verplichtingen waaraan u moet voldoen om subsidie te krijgen.
 U verstrekt binnen een jaar na verzending van deze brief, opdrachten voor
de levering van onderdelen voor de productie-installatie en opdrachten
voor de bouw van de productie-installatie en zendt Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland hiervan een afschrift (artikel 2.1.a van de
Uitvoeringsregeling).
 U neemt de productie-installatie binnen 3 jaar na de datum van
inwerkingtreding van de beschikking tot subsidieverlening in gebruik.
 Voor wijzigingen in bijvoorbeeld locatie, tenaamstelling, vermogen, datum
ingebruikname en andere wijzigingen, moet u vooraf toestemming
vragen aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland zal uw verzoek dan toetsen aan de voorwaarden
van de regeling. U kunt uw verzoek indienen via SDE@rvo.nl onder
vermelding van uw projectnummer. Dit projectnummer kunt u vinden
bovenaan deze beschikking.
 Wanneer Rijksdienst voor Ondernemend Nederland u vraagt naar de
daadwerkelijke investeringskosten, de reeds ontvangen subsidies, of nog
te ontvangen subsidies en overige steun, stelt u Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland hiervan op de hoogte.
 U rapporteert Rijksdienst voor Ondernemend Nederland jaarlijks over de
duurzaamheid van de ingezette biomassa en zendt de rapportage binnen
vier maanden na afloop van het kalenderjaar toe (artikel 7.b van de
Uitvoeringsregeling).
 Het aantonen van de duurzaamheid zal op termijn in de Wet Milieubeer
worden geregeld. Op het moment dat deze regels in werking treden, dient
u hier aan te voldoen.
 U toont aan dat eventuele gebruikte vloeibare biomassa voldoet aan de
duurzaamheidscriteria, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de richtlijn
hernieuwbare energie.
 U rapporteert Rijksdienst voor Ondernemend Nederland jaarlijks over de
voortgang van de realisatie van de productie-installatie tot het moment
van ingebruikname van de productie-installatie. Te beginnen een jaar na
de datum van de beschikking. U wordt hierover per brief door Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland geïnformeerd (artikel 3, lid 2 van de
Uitvoeringsregeling).
 U dient zorg te dragen voor de registratie van meetwaarden voor
netlevering van elektriciteit als de marktprijs voor elektriciteit gedurende
6 uur of meer negatief is. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zal u
na afloop van het kalenderjaar vragen deze meetwaarden te verstrekken.
Deze verplichting gaat gelden vanaf het moment dat dit daadwerkelijk in
de regelgeving is opgenomen.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Startdatum subsidie
U hoeft niet aan te geven dat u de startdatum van de subsidie wilt wijzigen. Deze
gaat in op de datum van ingebruikname die Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland ontvangt van CertiQ, mits de startdatum valt binnen de wettelijke
termijn voor ingebruikname. Indien u zelf de startdatum wenst aan te passen dan
kunt u dit voorafgaand aan de ingebruikname van de productie-installatie doen.

De daadwerkelijke energieproductie
Alleen over de gerealiseerde en op een elektriciteitsnet of installatie (conform
Elektriciteitswet 1998 artikel 1.1.i) ingevoede elektriciteitsproductie wordt subsidie
betaald. Daarnaast wordt over 15% van de geproduceerde warmte, die nuttig
wordt gebruikt (conform GVO-regeling artikel 1: nuttig aangewende warmte)
subsidie betaald.

Voor de categorie bij- en meestook in kolencentrales (artikel 32.1.a


Aanwijzingsregeling) geldt dat alleen subsidie wordt verstrekt voor biomassa die is
toegestaan in de regeling.
Toegestane biomassa is:
1) biomassa als bedoeld in de nummers 110 tot en met 132 van de NTA
8003: 2008 indien wordt meegestookt of biomassa als bedoeld in de
nummers 110 tot en met 132 en 170 tot en met 179 van de NTA 8003:
2008 indien wordt vergast, en
2) biomassa als bedoeld in NTA 8003: 2008, met uitzondering van de
nummers 100, 101, 150, 170 tot en met 179, indien biomassa wordt
meegestookt of vergast voor ten hoogste vijftien vijfentachtigste deel van
het aantal kWh dat in een kalenderjaar voor subsidie in aanmerking komt,
geproduceerd met biomassa als bedoeld onder 1).

Voorwaarde voor subsidiering van elektriciteit en/of warmte is dat u over deze
productie Garanties van Oorsprong (GVO) hebt gekregen. Deze GVO’s worden
afgegeven door CertiQ. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zal om inzicht te
krijgen in de warmte- en elektriciteitsproductie van uw productie-installatie,
gegevens uitwisselen met CertiQ. CertiQ verstrekt informatie aan Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland over de hoeveelheid duurzame elektriciteit en warmte
die uw productie-installatie heeft geproduceerd en waarvoor GVO’s zijn
afgegeven. Deze informatie baseert CertiQ op de meetwaarden die zij krijgt
aangeleverd van uw regionale netbeheerder en/of erkend meetverantwoordelijke.

Bevoorschotting
Elektra: Voordat uw productie-installatie in gebruik is genomen, meldt u zich aan
bij CertiQ. Via CertiQ wordt uw regionale netbeheerder op de hoogte gebracht van
uw aanmelding. Uw regionale netbeheerder stelt vast dat u producent van
duurzame elektriciteit bent. Op basis van deze vaststelling zal CertiQ starten met
het afgeven van Garanties van Oorsprong (GVO’s) voor de door uw productie-
installatie geproduceerde elektriciteit als voldaan wordt aan de daarvoor gestelde
criteria.
Warmte: Voordat uw productie-installatie in gebruik is genomen, meldt u zich aan
bij CertiQ. De aanmelding gebeurt door het verzoek tot vaststelling (en het
meetprotocol) via het toegelaten meetbedrijf naar CertiQ te sturen. Daarna wordt
u vastgesteld als producent van duurzame warmte. Op basis van deze vaststelling
zal CertiQ starten met het afgeven van Garanties van Oorsprong (GVO’s) voor de
door uw productie-installatie geproduceerde warmte als voldaan wordt aan de
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

daarvoor gestelde criteria.

Een maand voorafgaand aan de startdatum subsidie zal ik u een verzoek tot
voorschotaanvraag toezenden. Ik zal op basis van de vaststelling als producent
van duurzame elektriciteit en/of warmte starten met het uitbetalen van uw
maandelijkse voorschotten. U wordt hierover schriftelijk geïnformeerd, u hoeft
hier zelf niets voor te doen.

Op basis van deze beschikking en van de vaststelling als producent van duurzame
elektriciteit en/of warmte, ontvangt u jaarlijks een voorschot dat in maandelijkse
termijnen wordt uitbetaald. Het voorschotbedrag bedraagt maximaal 80 procent
van de energieproductie uit de productieraming, vermenigvuldigd met het voor
het betreffende jaar geldende voorlopige subsidietarief. Indien uw project start en
eindigt in de loop van een kalenderjaar, dan is de maximaal subsidiabele productie
per kalenderjaar berekend naar rato van het aantal maanden ten opzichte van een
volledig jaar. Ieder jaar wordt het voorlopige subsidietarief voor het volgende jaar
vóór 1 november berekend en gepubliceerd op www.rvo.nl/sde.

De verrekening vindt plaats op basis van de daadwerkelijke energieproductie die


in het betreffende kalenderjaar voor subsidie in aanmerking komt. Daarnaast
worden jaarlijks voor 1 april de daadwerkelijk geldende subsidietarieven over het
voorgaande jaar berekend.
Als de verrekening voor u positief is, ontvangt u een aanvullende betaling in één
keer. Als de verrekening voor u negatief is, wordt het teveel ontvangen bedrag
verrekend met het eerstvolgende voorschot en met zoveel voorschotten als
daarna nodig zijn. Zowel over de bevoorschotting als over de verrekening wordt u
schriftelijk geïnformeerd. U hoeft hier zelf niets voor te doen. Informatie over de
voorlopige en definitieve subsidietarieven kunt u vinden op www.rvo.nl/sde.

Vaststelling
Na afloop van de subsidieperiode wordt uw subsidie definitief vastgesteld en waar
nodig gevolgd door een nabetaling of een terugvordering.

Milieusteunkader (MSK)
Wanneer verschillende subsidies worden gecombineerd, kan er sprake zijn van
overstimulering. In verband met deze mogelijke overstimulering is het verplicht
om uw project aan het Europese Milieusteunkader (MSK) te toetsen. In het MSK is
bepaald hoeveel financiële steun aan projecten op het gebied van
milieubescherming is toegestaan. Indien u voor uw project naast SDE+ nog
andere vormen van overheidssteun ontvangt of gaat ontvangen, kan het zijn dat u
meer steun ontvangt dan het MSK toestaat. Met behulp van de cumulatietoets
MSK kan de steunsituatie van uw project worden bepaald.

Een jaar na ingebruikname van uw productie-installatie ontvangt u van de


Rijksdienst voor Ondernemend Nederland een brief waarin u wordt verzocht de
gegevens voor de MSK-toets aan te leveren. De gegevens die onder andere
worden gevraagd zijn een specificatie van de totale investeringskosten, een
overzicht van de ontvangen subsidies en overige steun en (voor een aantal
categorieën) een overzicht van de exploitatielasten en -baten. Als het SDE-
verleningsbedrag van uw project hoger is dan € 125.000, moet uw specificatie van
de investeringskosten en de steunsituatie vergezeld worden van een
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

assuranceverklaring. Het model assuranceverklaring met bijbehorend protocol


kunt u vinden op www.rvo.nl/sde.

Ik wijs u er nadrukkelijk op dat indien uit de cumulatietoets MSK mocht blijken


dat u te veel steun ontvangt of zal ontvangen, het aantal MWh dat over de totale
subsidieperiode in aanmerking komt voor subsidie, zal worden beperkt. Indien de
steunsituatie voor uw project nadien nog wijzigt, bent u verplicht deze wijzigingen
aan mij door te geven. Non-profit organisaties zijn niet vrijgesteld van het MSK
als zij duurzame energie produceren.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Correspondentieadres
n/a > Retouradres Postbus 10073, 8000 GB Zwolle
Hanzelaan 310
8017 JK Zwolle
Postbus 10073
Essent Power B.V. 8000 GB Zwolle
www.rvo.nl

Amerweg 1
Contactgegevens
4931 NC GEERTRUIDENBERG KlantContact Centrum
T (088) 042 42 42
4931NC1 F (088) 602 90 22

Contactpersoon
Datum 9 juni 2016

Projectnummer
Ten name van Essent Power B.V. te GEERTRUIDENBERG SDE1626567
Project Amerweg 1 te GEERTRUIDENBERG
Betreft Beschikking tot subsidieverlening Kenmerk

Bijlage(n)
Geachte
1

Op 30 maart 2016 heb ik uw SDE-subsidieaanvraag ontvangen.

De door u ingediende aanvraag met bijbehorende productieraming is gebaseerd


op een voorwaardelijke Milieuvergunningverlening uit 2011, waarbij
biomassa per jaar mag worden verwerkt. Ik heb u laten weten dat niet alle
vereiste vergunningen zijn meegestuurd omdat nog niet aan de voorwaarden uit
de Milieuvergunning uit 2011 is voldaan. Dit blijkt ook uit de mail, d.d. 28 april
2016 van van de omgevingsdienst.

U hebt mij vervolgens verzocht om de capaciteit van de aanvraag te verlagen naar


de eerder vergunde capaciteit van in de Milieuvergunning uit
2002. Omdat deze vergunning eveneens is meegezonden heb ik uw aanvraag
beoordeeld op basis van een lagere productie, die binnen de in deze
Milieuvergunning verleende biomassadoorzet past.

Ik heb hiermee besloten voor uw project subsidie te verlenen.

De subsidie wordt uitgekeerd in de vorm van een vergoeding per geproduceerde


MWh-hernieuwbare elektriciteit. In deze beschikking wordt puntsgewijs ingegaan
op de voor deze subsidiebeschikking relevante onderwerpen. Ik verwijs u voor de
verplichtingen behorende bij deze beschikking naar de bijlage.

1. Projectgegevens
De productie-installatie waarvoor subsidie wordt verleend, heeft de volgende
kenmerken:
Locatie:
Naam : Amer centrale
Adres : Amerweg 1
Plaats : GEERTRUIDENBERG

Productie-installatie
Elektrisch (duurzaam)vermogen : 128,6 MWe
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Type productie-installatie : nieuwe meestookcapaciteit van biomassa


in·een bestaande kolencentrale

2. Subsidieperiode
De subsidie wordt verleend over de periode:
De subsidieperiode start op : 1 juli 2017
De subsidieperiode eindigt op : 30 juni 2025

3. Maximale subsidietarief
Maximale vergoeding per MWh
U hebt een aanvraag ingediend voor de categorie nieuwe meestook van biomassa
in een bestaande kolencentrale in fase 2 van de subsidieregeling SDE. De
onderstaande bedragen zijn voor u van toepassing:

Het fasebedrag bedraagt: € 110,00 per MWh


De basisenergieprijs bedraagt: € 39,00 per MWh
Het maximale subsidietarief bedraagt: € 71,00 per MWh

Over de gehele subsidieperiode van 8 jaar ontvangt u een vergoeding per MWh
elektriciteit die uw productie-installatie produceert en waarvoor Garanties van
Oorsprong zijn afgegeven (zie bijlage). Hierboven is de maximale vergoeding
vermeld. De werkelijke vergoeding wordt jaarlijks bepaald aan de hand van het
correctiebedrag. Het correctiebedrag is afhankelijk van de marktprijs van dat jaar
en kan niet lager zijn dan de basisenergieprijs.

Indien sprake is van productie van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare


warmte verstrekt de minister subsidie voor de geproduceerde hernieuwbare
elektriciteit en 15% van de geproduceerde en nuttig aangewende hernieuwbare
warmte

4. Subsidiabele productie
Er is een maximum te subsidiëren energieproductie per jaar. De maximale
subsidiabele jaarproductie is gebaseerd op de door u opgegeven capaciteit van de
omgebouwde kolenmolen en de maximale ruimte in de Milieuvergunning uit 2002.

De omgebouwde kolenmolen heeft een maximale capaciteit Bij de


volgens de Aanwijzingsregeling SDE2016 (voorjaar) maximale vollasturen van

aan duurzame energie worden


geproduceerd.

U heeft voor de bij en meestook van biomassa op de Amer 9 al een SDE


beschikking ontvangen (SDE1640163). De benodigde hoeveelheid biomassa voor
deze beschikking bedraagt: ton biomassa per
jaar.
Omdat de van kracht zijnde vergunning van 2002 een maximale biomassa
hoeveelheid van per jaar toestaat wordt de hierbij beoordeelde
aanvraag gemaximeerd op: de vergunde hoeveelheid minus de hoeveelheid
biomassa, die reeds door de eerder ontvangen SDE beschikking wordt ingenomen.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Voor de uitbreiding van de installatie met een derde molen uit deze aanvraag blijft
derhalve: ton biomassa per jaar over.

De subsidiabele jaarproductie bedraagt:

De som van de maximale subsidiabele jaarproducties bedraagt voor de gehele


looptijd van uw beschikking:

Het maximaal aan u te verlenen subsidiebedrag komt tot stand door het maximale
subsidietarief per MWh te vermenigvuldigen met de maximale subsidiabele
productie over de gehele looptijd.
Dit bedraagt: € 392.104.487,00.

De daadwerkelijk uit te betalen subsidie kan jaarlijks verschillen. Dit komt doordat
er wordt uitbetaald op basis van daadwerkelijke productie en het daadwerkelijke
subsidietarief dat jaarlijks varieert.

De daadwerkelijke vergoeding per MWh wordt jaarlijks opnieuw bepaald en is


onder meer afhankelijk van de ontwikkeling van de jaarlijkse
elektriciteitsopbrengsten. Deze opbrengsten worden genoemd in artikel 47 van
het Besluit stimulering duurzame energieproductie en vormen opgeteld het
jaarlijks te bepalen correctiebedrag. De daadwerkelijke subsidievergoeding is het
verschil tussen het fasebedrag en het correctiebedrag. Meer informatie over de
bevoorschotting vindt u in de bijlage.

5. Banking
Voor bij- en meestook van biomassa in kolencentrales is banking voor
overproductie niet mogelijk.
Wel wordt zodra de Europese Commissie dit heeft goedgekeurd, een beperkte
vorm van banking voor onderproductie toegestaan. Dit betekent dat banking voor
uw subsidieverlening pas in werking treedt, na verkrijging van deze goedkeuring
door de Europese Commissie. Dit is op dit moment nog niet het geval. Ik zal u
hierover met een aparte brief informeren. Na goedkeuring is het dan mogelijk om
maximaal 25% van het productietekort in een betreffend jaar, in het
daaropvolgende jaar in te halen en daarvoor subsidie te ontvangen. Het verschil in
kWh dat bij het aantal kWh dat het volgende jaar voor subsidie in aanmerking
komt kan worden opgeteld, kan alleen in dit volgende jaar worden benut en kan
pas worden benut als het aantal kWh dat het desbetreffende jaar voor subsidie in
aanmerking komt volledig is benut.

Indien uw project start en eindigt in de loop van een kalenderjaar, dan wordt de
hoeveelheid niet benutte subsidiabele productie in het eerste gebroken
kalenderjaar bepaald door het verschil tussen de maximaal subsidiabele productie
gerekend naar rato van het aantal maanden ten opzichte van een volledig
kalenderjaar en de werkelijke productie in het eerste gebroken kalenderjaar.

6. Negatieve elektriciteitsprijs
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

De Europese Commissie stelt in de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van


milieubescherming en energie 2014-2020 (hierna MESR) als voorwaarde voor
goedkeuring van staatssteun dat lidstaten maatregelen uitwerken die garanderen
dat een producent van hernieuwbare elektriciteit geen prikkel krijgt om
elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te produceren ten tijde van negatieve
prijzen. Hiermee wordt voorkomen dat producenten van hernieuwbare energie
enkel vanwege subsidies een prikkel hebben om te produceren als de
elektriciteitsprijs negatief is.
Deze maatregel is reeds uitgewerkt voor producenten van enkel elektriciteit
(artikel 15.2 van het Besluit). Wanneer deze doelgroep wordt uitgebreid voor
producenten van installaties waarmee elektriciteitsopwekking wordt gecombineerd
met warmteopwekking, wordt voor uw installatie het volgende van kracht:
als gedurende een periode van 6 uur of meer de elektriciteitsprijs op de markt
negatief is, zal de productie voor netlevering van elektriciteit in deze periode in
mindering worden gebracht op de productie waarvoor u Garanties van Oorsprong
(GVO) hebt gekregen. U dient zelf zorg te dragen voor de registratie van de
meetwaarden voor netlevering van elektriciteit. Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland zal u na afloop van het kalenderjaar vragen de meetwaarden
gedurende de periode waarin de elektriciteitsprijs op de markt negatief waren te
verstrekken.

7. Duurzaamheid
Voor de categorie “Bestaande capaciteit voor bij- en meestook” waarbij vaste
biomassa wordt ingezet geldt de voorwaarde dat deze aan duurzaamheidscriteria
moeten voldoen. De duurzaamheidscritera zijn vastgelegd in Bijlage 4 van de
Uitvoeringsregeling. De duurzaamheidscriteria zijn van toepassing op
verschillende soorten biomassa, zoals houtige biomassa en residuen uit de
agrarische sector.

U rapporteert Rijksdienst voor Ondernemend Nederland jaarlijks over de


duurzaamheid van de ingezette biomassa en zendt de rapportage binnen vier
maanden na afloop van het kalenderjaar toe (artikel 7b van de
Uitvoeringsregeling).

Om het aantonen van de duurzaamheid van de biomassa door certificatie en


verificatie mogelijk te maken en op basis daarvan SDE te kunnen ontvangen,
wordt momenteel een sluitend systeem van toetsing, accreditatie en toezicht
gebouwd. De wettelijke verankering hiervan is in gang gezet. Op het moment dat
deze regels in werking treden, dient u hier aan te voldoen.

Totdat het wettelijke systeem in werking treedt geldt een overgangsregime zoals
opgenomen in de Kamerbrief over implementatie duurzaamheidscriteria vaste
biomassa voor energietoepassingen van 18 maart 2016.

8. Bezwaarprocedure
Heeft u vragen en/of opmerkingen over dit besluit, dan kunt u telefonisch contact
met ons opnemen via telefoonnummer 088 042 42 42. Bent u het, eventueel na
een telefonische toelichting, niet eens met dit besluit, dan kunt u binnen zes
weken na de bovenvermelde verzenddatum bezwaar aantekenen bij: Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE
Zwolle, onder vermelding van “bezwaar” op de enveloppe en op het
bezwaarschrift.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Uw aanvraag is bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bekend onder


projectnummer SDE1626567. U kunt dit nummer vermelden bij verdere
correspondentie.

de Minister van Economische Zaken


namens deze:

Directeur Kernprocessen NL en Juridische Zaken

N.B. Dit besluit is digitaal geaccordeerd conform de door Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland gepubliceerde mandaatregeling en derhalve niet ondertekend.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Bijlage:
In deze bijlage vindt u een selectie van de verplichtingen en overige belangrijke
informatie horende bij de beschikking. De voorwaarden van het Besluit stimulering
duurzame energieproductie, Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame
energieproductie en de Regeling aanwijzing categorieën duurzame
energieproductie 2016 zijn integraal van toepassing. Hieraan dient u tevens te
voldoen.

Verplichtingen
Er zijn verplichtingen waaraan u moet voldoen om subsidie te krijgen.
 U verstrekt binnen een jaar na verzending van deze brief, opdrachten voor
de levering van onderdelen voor de productie-installatie en opdrachten
voor de bouw van de productie-installatie en zendt Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland hiervan een afschrift (artikel 2, lid 1 onderdeel a
van de Uitvoeringsregeling).
 U neemt de productie-installatie binnen 3 jaar na de datum van
inwerkingtreding van de beschikking tot subsidieverlening in gebruik.
 Voor wijzigingen in bijvoorbeeld locatie, tenaamstelling, vermogen, datum
ingebruikname en andere wijzigingen, moet u vooraf toestemming
vragen aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland zal uw verzoek dan toetsen aan de voorwaarden
van de regeling. U kunt uw verzoek indienen via SDE@rvo.nl onder
vermelding van uw projectnummer. Dit projectnummer kunt u vinden
bovenaan deze beschikking.
 Wanneer Rijksdienst voor Ondernemend Nederland u vraagt naar de
daadwerkelijke investeringskosten, de reeds ontvangen subsidies, of nog
te ontvangen subsidies en overige steun, stelt u Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland hiervan op de hoogte.
 U rapporteert Rijksdienst voor Ondernemend Nederland jaarlijks over de
duurzaamheid van de ingezette biomassa en zendt de rapportage binnen
vier maanden na afloop van het kalenderjaar toe (artikel 7b van de
Uitvoeringsregeling).
 Het aantonen van de duurzaamheid zal op termijn in de Wet Milieubeer
worden geregeld. Op het moment dat deze regels in werking treden, dient
u hier aan te voldoen.
 U toont aan dat eventuele gebruikte vloeibare biomassa voldoet aan de
duurzaamheidscriteria, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de richtlijn
hernieuwbare energie.
 U rapporteert Rijksdienst voor Ondernemend Nederland jaarlijks over de
voortgang van de realisatie van de productie-installatie tot het moment
van ingebruikname van de productie-installatie. Te beginnen een jaar na
de datum van de beschikking. U wordt hierover per brief door Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland geïnformeerd (artikel 3, lid 2 van de
Uitvoeringsregeling).
 U dient zorg te dragen voor de registratie van meetwaarden voor
netlevering van elektriciteit als de marktprijs voor elektriciteit gedurende
6 uur of meer negatief is. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zal u
na afloop van het kalenderjaar vragen deze meetwaarden te verstrekken.
Deze verplichting gaat gelden vanaf het moment dat dit daadwerkelijk in
de regelgeving is opgenomen.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Startdatum subsidie
U hoeft niet aan te geven dat u de startdatum van de subsidie wilt wijzigen. Deze
gaat in op de datum van ingebruikname die Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland ontvangt van CertiQ, mits de startdatum valt binnen de wettelijke
termijn voor ingebruikname. Indien u zelf de startdatum wenst aan te passen dan
kunt u dit voorafgaand aan de ingebruikname van de productie-installatie doen.

De daadwerkelijke energieproductie
Alleen over de gerealiseerde en op een elektriciteitsnet of installatie (conform
Elektriciteitswet 1998 artikel 1.1.i) ingevoede elektriciteitsproductie wordt subsidie
betaald. Daarnaast wordt over 15% van de geproduceerde warmte, die nuttig
wordt gebruikt (conform GVO-regeling artikel 1: nuttig aangewende warmte)
subsidie betaald.

Voor de categorie bij- en meestook in kolencentrales (artikel 32 lid 1 onder b)


geldt een beperking ten aanzien van de in te zetten biomassa. Er wordt alleen
subsidie verstrekt voor biomassa die is toegestaan in de regeling. Toegestane
biomassa is:
1) biomassa als bedoeld in de nummers 110 tot en met 132 van de NTA
8003: 2008 indien wordt meegestookt, en
2) biomassa als bedoeld in NTA 8003: 2008, met uitzondering van de
nummers 100, 101, 150, 170 tot en met 179, indien wordt meegestookt
voor ten hoogste vijftien vijfentachtigste deel van het aantal kWh dat in
een kalenderjaar voor subsidie in aanmerking komt, geproduceerd met
biomassa als bedoeld onder 1).

Voorwaarde voor subsidiering van elektriciteit en/of warmte is dat u over deze
productie Garanties van Oorsprong (GVO) hebt gekregen. Deze GVO’s worden
afgegeven door CertiQ. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zal om inzicht te
krijgen in de warmte- en elektriciteitsproductie van uw productie-installatie,
gegevens uitwisselen met CertiQ. CertiQ verstrekt informatie aan Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland over de hoeveelheid duurzame elektriciteit en warmte
die uw productie-installatie heeft geproduceerd en waarvoor GVO’s zijn
afgegeven. Deze informatie baseert CertiQ op de meetwaarden die zij krijgt
aangeleverd van uw regionale netbeheerder en/of erkend meetverantwoordelijke.

Bevoorschotting
Elektra: Voordat uw productie-installatie in gebruik is genomen, meldt u zich aan
bij CertiQ. Via CertiQ wordt uw regionale netbeheerder op de hoogte gebracht van
uw aanmelding. Uw regionale netbeheerder stelt vast dat u producent van
duurzame elektriciteit bent. Op basis van deze vaststelling zal CertiQ starten met
het afgeven van Garanties van Oorsprong (GVO’s) voor de door uw productie-
installatie geproduceerde elektriciteit als voldaan wordt aan de daarvoor gestelde
criteria.
Warmte: Voordat uw productie-installatie in gebruik is genomen, meldt u zich aan
bij CertiQ. De aanmelding gebeurt door het verzoek tot vaststelling (en het
meetprotocol) via het toegelaten meetbedrijf naar CertiQ te sturen. Daarna wordt
u vastgesteld als producent van duurzame warmte. Op basis van deze vaststelling
zal CertiQ starten met het afgeven van Garanties van Oorsprong (GVO’s) voor de
door uw productie-installatie geproduceerde warmte als voldaan wordt aan de
daarvoor gestelde criteria.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Een maand voorafgaand aan de startdatum subsidie zal ik u een verzoek tot
voorschotaanvraag toezenden. Ik zal op basis van de vaststelling als producent
van duurzame elektriciteit en/of warmte starten met het uitbetalen van uw
maandelijkse voorschotten. U wordt hierover schriftelijk geïnformeerd, u hoeft
hier zelf niets voor te doen.

Op basis van deze beschikking en van de vaststelling als producent van duurzame
elektriciteit en/of warmte, ontvangt u jaarlijks een voorschot dat in maandelijkse
termijnen wordt uitbetaald. Het voorschotbedrag bedraagt maximaal 80 procent
van de energieproductie uit de productieraming, vermenigvuldigd met het voor
het betreffende jaar geldende voorlopige subsidietarief. Indien uw project start en
eindigt in de loop van een kalenderjaar, dan is de maximaal subsidiabele productie
per kalenderjaar berekend naar rato van het aantal maanden ten opzichte van een
volledig jaar. Ieder jaar wordt het voorlopige subsidietarief voor het volgende jaar
vóór 1 november berekend en gepubliceerd op www.rvo.nl/sde.

De verrekening vindt plaats op basis van de daadwerkelijke energieproductie die


in het betreffende kalenderjaar voor subsidie in aanmerking komt. Daarnaast
worden jaarlijks voor 1 april de daadwerkelijk geldende subsidietarieven over het
voorgaande jaar berekend.
Als de verrekening voor u positief is, ontvangt u een aanvullende betaling in één
keer. Als de verrekening voor u negatief is, wordt het teveel ontvangen bedrag
verrekend met het eerstvolgende voorschot en met zoveel voorschotten als
daarna nodig zijn. Zowel over de bevoorschotting als over de verrekening wordt u
schriftelijk geïnformeerd. U hoeft hier zelf niets voor te doen. Informatie over de
voorlopige en definitieve subsidietarieven kunt u vinden op www.rvo.nl/sde.

Vaststelling
Na afloop van de subsidieperiode wordt uw subsidie definitief vastgesteld en waar
nodig gevolgd door een nabetaling of een terugvordering.

Milieusteunkader (MSK)
Wanneer verschillende subsidies worden gecombineerd, kan er sprake zijn van
overstimulering. In verband met deze mogelijke overstimulering is het verplicht
om uw project aan het Europese Milieusteunkader (MSK) te toetsen. In het MSK is
bepaald hoeveel financiële steun aan projecten op het gebied van
milieubescherming is toegestaan. Indien u voor uw project naast SDE+ nog
andere vormen van overheidssteun ontvangt of gaat ontvangen, kan het zijn dat u
meer steun ontvangt dan het MSK toestaat. Met behulp van de cumulatietoets
MSK kan de steunsituatie van uw project worden bepaald.

Een jaar na ingebruikname van uw productie-installatie ontvangt u van de


Rijksdienst voor Ondernemend Nederland een brief waarin u wordt verzocht de
gegevens voor de MSK-toets aan te leveren. De gegevens die onder andere
worden gevraagd zijn een specificatie van de totale investeringskosten, een
overzicht van de ontvangen subsidies en overige steun en (voor een aantal
categorieën) een overzicht van de exploitatielasten en -baten. Als het SDE-
verleningsbedrag van uw project hoger is dan € 125.000, moet uw specificatie van
de investeringskosten en de steunsituatie vergezeld worden van een
assuranceverklaring. Het model assuranceverklaring met bijbehorend protocol
kunt u vinden op www.rvo.nl/sde.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Ik wijs u er nadrukkelijk op dat indien uit de cumulatietoets MSK mocht blijken


dat u te veel steun ontvangt of zal ontvangen, het aantal MWh dat over de totale
subsidieperiode in aanmerking komt voor subsidie, zal worden beperkt. Indien de
steunsituatie voor uw project nadien nog wijzigt, bent u verplicht deze wijzigingen
aan mij door te geven. Non-profit organisaties zijn niet vrijgesteld van het MSK
als zij duurzame energie produceren.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

Correspondentieadres
n/a > Retouradres Postbus 10073, 8000 GB Zwolle
Hanzelaan 310
8017 JK Zwolle
Postbus 10073
Essent Power B.V. 8000 GB Zwolle
www.rvo.nl

Amerweg 1
Contactgegevens
4931 NC GEERTRUIDENBERG KlantContact Centrum
T (088) 042 42 42
4931NC1 F (088) 602 90 22

Contactpersoon
Datum 30 november 2016 KlantContact Centrum

Projectnummer
Ten name van RWE Generation NL B.V. te GEERTRUIDENBERG SDE1623123
Project Amerweg 1 te GEERTRUIDENBERG
Betreft Beschikking tot subsidieverlening Kenmerk

Bijlage(n)
Geachte
1

Op 4 oktober 2016 heb ik uw SDE-subsidieaanvraag ontvangen. Ik heb besloten


voor uw project subsidie te verlenen.

De subsidie wordt uitgekeerd in de vorm van een vergoeding per geproduceerde


MWh-hernieuwbare elektriciteit. In deze beschikking wordt puntsgewijs ingegaan
op de voor deze subsidiebeschikking relevante onderwerpen. Ik verwijs u voor de
verplichtingen behorende bij deze beschikking naar de bijlage.

1. Projectgegevens
De productie-installatie waarvoor subsidie wordt verleend, heeft de volgende
kenmerken:
Locatie:
Naam : Amer Centrale
Adres : Amerweg 1
Kadastrale aanduiding : N.v.t.
Plaats : GEERTRUIDENBERG

Productie-installatie
Nominaal opgesteld vermogen : 257,200000 MW
Type productie-installatie : nieuwe meestookcapaciteit van biomassa
in·een bestaande kolencentrale

2. Subsidieperiode
De subsidie wordt verleend over de periode:
De subsidieperiode start op : 1 januari 2018
De subsidieperiode eindigt op : 31 december 2025
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

3. Maximale subsidietarief
Maximale vergoeding per MWh
U hebt een aanvraag ingediend voor de categorie Biomassa groot in fase 2 van de
subsidieregeling SDE. De onderstaande bedragen zijn voor u van toepassing:

Het fasebedrag bedraagt: € 105,00 per MWh


De basisenergieprijs bedraagt: € 39,00 per MWh
Het maximale subsidietarief bedraagt: € 66,00 per MWh

Over de gehele subsidieperiode van 8 jaar ontvangt u een vergoeding per MWh
elektriciteit die uw productie-installatie produceert en waarvoor Garanties van
Oorsprong zijn afgegeven (zie bijlage). Hierboven is de maximale vergoeding
vermeld. De werkelijke vergoeding wordt jaarlijks bepaald aan de hand van het
correctiebedrag. Het correctiebedrag is afhankelijk van de marktprijs van dat jaar
en kan niet lager zijn dan de basisenergieprijs.

Indien sprake is van productie van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare


warmte verstrekt de minister subsidie voor de geproduceerde hernieuwbare
elektriciteit en 15% van de geproduceerde en nuttig aangewende hernieuwbare
warmte

4. Subsidiabele productie
Er is een maximum te subsidiëren energieproductie per jaar. De maximale
subsidiabele jaarproductie is gebaseerd op de door u opgegeven productieraming.

De subsidiabele jaarproductie bedraagt:

De som van de maximale subsidiabele jaarproducties bedraagt voor de gehele


looptijd van uw beschikking:

Het maximaal aan u te verlenen subsidiebedrag komt tot stand door het maximale
subsidietarief per MWh te vermenigvuldigen met de maximale subsidiabele
productie over de gehele looptijd.
Dit bedraagt: = € 539.000.000,00.

De daadwerkelijk uit te betalen subsidie kan jaarlijks verschillen. Dit komt doordat
er wordt uitbetaald op basis van daadwerkelijke productie en het daadwerkelijke
subsidietarief dat jaarlijks varieert.

De daadwerkelijke vergoeding per MWh wordt jaarlijks opnieuw bepaald en is


onder meer afhankelijk van de ontwikkeling van de jaarlijkse
elektriciteitsopbrengsten. Deze opbrengsten worden genoemd in artikel 14 en 47
van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en vormen opgeteld het
jaarlijks te bepalen correctiebedrag. De daadwerkelijke subsidievergoeding is het
verschil tussen het fasebedrag en het correctiebedrag. Meer informatie over de
bevoorschotting vindt u in de bijlage.

U hebt voor dezelfde productie-installatie en daardoor voor dezelfde periode, of


gedeeltelijk voor dezelfde periode reeds eerder beschikkingen tot
subsidieverlening ontvangen. Dit betreft SDE1640163 en SDE1626567. De
hernieuwbare elektriciteit of de hernieuwbare warmte die onder deze beschikking,
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

SDE1623123, extra wordt geproduceerd, wordt pas subsidiabel indien de


subsidiabele productie van de eerdere afgegeven beschikkingen SDE1640163 en
SDE1626567 volledig is benut.

5. Banking
Voor bij- en meestook van biomassa in kolencentrales is banking voor
overproductie niet mogelijk.

Wel wordt zodra de Europese Commissie dit heeft goedgekeurd, een beperkte
vorm van banking voor onderproductie toegestaan. Dit betekent dat banking voor
uw subsidieverlening pas in werking treedt, na verkrijging van deze goedkeuring
door de Europese Commissie. Dit is op dit moment nog niet het geval. Ik zal u
hierover met een aparte brief informeren. Na goedkeuring is het dan mogelijk om
maximaal 25% van het productietekort in een betreffend jaar, in het
daaropvolgende jaar in te halen en daarvoor subsidie te ontvangen. Het verschil in
MWh dat bij het aantal MWh dat het volgende jaar voor subsidie in aanmerking
komt kan worden opgeteld, kan alleen in dit volgende jaar worden benut en kan
pas worden benut als het aantal MWh dat het desbetreffende jaar voor subsidie in
aanmerking komt volledig is benut.

Indien uw project start en eindigt in de loop van een kalenderjaar, dan wordt de
hoeveelheid niet benutte subsidiabele productie in het eerste gebroken
kalenderjaar bepaald door het verschil tussen de maximaal subsidiabele productie
gerekend naar rato van het aantal maanden ten opzichte van een volledig
kalenderjaar en de werkelijke productie in het eerste gebroken kalenderjaar.

6. Negatieve elektriciteitsprijs
De Europese Commissie stelt in de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van
milieubescherming en energie 2014-2020 (hierna MESR) als voorwaarde voor
goedkeuring van staatssteun dat lidstaten maatregelen uitwerken die garanderen
dat een producent van hernieuwbare elektriciteit geen prikkel krijgt om
elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te produceren ten tijde van negatieve
prijzen. Hiermee wordt voorkomen dat producenten van hernieuwbare energie
enkel vanwege subsidies een prikkel hebben om te produceren als de
elektriciteitsprijs negatief is.
Deze maatregel is reeds uitgewerkt voor producenten van enkel elektriciteit.
Wanneer deze doelgroep wordt uitgebreid voor producenten van installaties
waarmee elektriciteitsopwekking wordt gecombineerd met warmteopwekking,
geldt voor uw installatie het volgende:
Indien uw productie-installatie een elektrisch vermogen heeft groter dan of gelijk
aan 0,5 MW of het totaal aangesloten elektrisch vermogen van meerdere
productie-installaties op de netaansluiting is groter dan of gelijk aan 0,5 MW dient
u rekening te houden met het volgende: als gedurende een periode van 6 uur of
meer de elektriciteitsprijs op de markt negatief is, zal de productie voor
netlevering van elektriciteit in deze periode in mindering worden gebracht op de
productie waarvoor u Garanties van Oorsprong (GVO) hebt gekregen. U dient zelf
zorg te dragen voor de meetwaarden voor netlevering van elektriciteit. Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland zal u na afloop van het kalenderjaar vragen deze
meetwaarden te verstrekken.
Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland

7. Duurzaamheid
Voor de categorie “Nieuwe capaciteit voor bij- en meestook” waarbij vaste
biomassa wordt ingezet geldt de voorwaarde dat deze aan duurzaamheidscriteria
moeten voldoen. De duurzaamheidscritera zijn vastgelegd in Bijlage 4 van de
Uitvoeringsregeling. De duurzaamheidscriteria zijn van toepassing op
verschillende soorten biomassa, zoals houtige biomassa en residuen uit de
agrarische sector.

U rapporteert Rijksdienst voor Ondernemend Nederland jaarlijks over de


duurzaamheid van de ingezette biomassa en zendt de rapportage binnen vier
maanden na afloop van het kalenderjaar toe (artikel 7b van de
Uitvoeringsregeling).

Om het aantonen van de duurzaamheid van de biomassa door certificatie en


verificatie mogelijk te maken en op basis daarvan SDE te kunnen ontvangen,
wordt momenteel een sluitend systeem van toetsing, accreditatie en toezicht
gebouwd. De wettelijke verankering hiervan is in gang gezet. Op het moment dat
deze regels in werking treden, dient u hier aan te voldoen.

Totdat het wettelijke systeem in werking treedt geldt een overgangsregime zoals
opgenomen in de Kamerbrief over implementatie duurzaamheidscriteria vaste
biomassa voor energietoepassingen van 18 maart 2016

8. Bezwaarprocedure
Heeft u vragen en/of opmerkingen over dit besluit, dan kunt u telefonisch contact
met ons opnemen via telefoonnummer 088 042 42 42. Bent u het, eventueel na
een telefonische toelichting, niet eens met dit besluit, dan kunt u binnen zes
weken na de bovenvermelde verzenddatum bezwaar aantekenen bij: Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE
Zwolle, onder vermelding van “bezwaar” op de enveloppe en op het
bezwaarschrift.

Uw aanvraag is bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bekend onder


projectnummer SDE1623123. U kunt dit nummer vermelden bij verdere
correspondentie.

de Minister van Economische Zaken


namens deze:

Directeur Kernprocessen NL en Juridische Zaken

N.B. Deze brief is digitaal aangemaakt en geaccordeerd en daarom niet ondertekend

You might also like