You are on page 1of 4

10 jaar Griekse crisis: stand van zaken voor links

Jason Karagiannidis

Binnenkort vieren de Grieken de 10 de verjaardag van de eurocrisis. De saga begon met een
nieuwe sociaaldemocratische regering, die aankondigde dat de economische toestand
erger was dan gedacht. Wat volgde, waren besparingen zonder einde. Opnieuw een bewijs
dat Sisyphus een Griek was. De eurocrisis had niet alleen een impact op het dagdagelijks
leven van de modale Griek, ook de linkerzijde onderging een grondige transformatie. Hoe
ziet de Griekse linkerzijde er 10 jaar later uit? En wie kan het land terug hoop op
economische democratisering bieden?

Het begin van een crisis

Oktober 2009. Athene kleurt groen. Anders dan in de meeste landen is groen in Griekenland
het kleur van sociaaldemocraten. De Panhelleense Socialistische beweging (PASOK) viert één
van haar grootste electorale zeges. Met een programma van meer publieke investeringen en
meer herverdeling behaalt George Papandreou jr. 43% van de stemmen. Internationale
media merkten op dat PASOK één van de weinige sociaaldemocratische partijen was, die
verkiezingen wist te winnen. Ook toen verkeerde de Europese sociaaldemocratie in een
crisis.

De meeste Grieken waren licht optimistisch. “Erger kan de toestand toch niet? PASOK zal de
problemen wel oplossen.” Het waren de veel gehoorde meningen in de Atheense cafés.
Helaas, na enkele weken bleek dat de macro-economische toestand van Griekenland erger
was dan algemeen gekend en aangenomen. Het begrotingstekort bleek dubbel zo groot te
zijn. En de gevolgen van de financiële crisis uit 2008 bleven niet uit. Het keynesiaanse
investeringsbeleid dat Papandreou voorstelde, bleek politiek niet realistisch te zijn. Waar de
internationale markten al een automatisch wantrouwen hadden over (centrum)linkse
partijen, werd dit voor Griekse casus alleen maar versterkt. De verkozen PASOK-regering had
dus weinig meer alternatieven dan hulp te zoeken bij het IMF en de Europese instellingen.
De politiek-economische gevolgen zijn ondertussen meer dan gekend. Op 10 jaar tijd verloor
het land meer dan 30% van haar BBP en bereikte de werkloosheid recordhoogtes.

PASOKificatie

Papandreou ruilde zijn economische adviseurs, waaronder Yanis Varoufakis, reeds snel in
voor de bindende voorwaarden van de internationale institutionele geldschieters. Met
termen als “algemeen belang” en “nationale eenheid” begon PASOK aan een zware
besparingsoefening. Wanneer Papandreou een referendum wil houden over de
leenovereenkomst, creëert hij een kabinet van technocraten, waar ook extreemrechts mag
aanschuiven.

Reeds snel volgt de electorale rekening. Bij de daaropvolgende verkiezingen verliest PASOK
meer dan 70% van haar kiezers. Politicologen vonden al snel inspiratie voor een nieuwe
term: PASOKificatie. Op amper 5 jaar tijd zouden ook heel wat West-Europese socialistische
partijen in de Griekse voetsporen treden. De Franse PS en Nederlandse PvdA zijn bekende
imitatoren van PASOK.

Le noveau PASOK est arrivé?

Zowat de volledige linkervleugel van PASOK vond een nieuw leven bij Alexis Tsipras en zijn
partij SYRIZA. Historisch was dit een allegaartje van eurocommunisten, ecologisten en
Trotskisten. De mediagenieke Tsipras wist de partij op 3 jaar tijd om te vormen tot de
uitdager van de traditionele Griekse machtsblokken. De sterke propagandamachine van
SYRIZA beweerde dat er weldegelijk een goede deal met Europa onderhandeld kon worden.
Wanneer Alexis Tsipras in januari 2015 de verkiezingen met duidelijke cijferd wint, spraken
veel linkse analisten over een Griekse lente.

Opnieuw bleek de realiteit anders te zijn dan wat partijprogramma’s beloofden. Na een
korte periode van spierballengerol met de EU, maakte Tsipras in de zomer van 2015 een
opmerkelijke U-turn. Hij aanvaardde nog zwaardere besparingsrondes. De Griekse lente
bleek te ontaarden in een verloren decennium. De komende jaren zou de regering Tsipras
amper een eigen economisch beleid kunnen voeren. De weinige kansen op profilering voor
de linkse premier waren socio-culturele dossiers en buitenlandse betrekkingen.

SYRIZA als minste kwaad

Hoewel Tsipras voor velen gefaald heeft, was zijn beleid niet helemaal onverdienstelijk. Als
één van de weinige Griekse leiders was hij in staat om een niet-nationalistische houding aan
te nemen inzake het naamconflict met de noordelijke buur Macedonië. Recent erkende
Griekenland het land dan ook onder de naam Noord-Macedonië. Een prestatie die in het
buitenland misschien marginaal lijkt, maar niet onderschat mag worden in een land met
grote nationale trots.

Ook verbeterde de regering Tsipras de situatie van veel mensen uit de LGTBQ+
gemeenschap. In een land waar de orthodoxe kerk nog steeds een belangrijke macht is, kan
dit tellen. Met dit religieus instituut kwam Tsipras dan ook vaak in conflict. Een openlijke
atheïst als premier was voor velen binnen de Griekse clerus meerdere bruggen te ver. Leden
van de kerk zagen in natuurrampen zelfs een “straf van god”, omdat de Grieken een
atheïstische premier hadden verkozen.

Op economisch vlak waren enkel kleine accenten mogelijk. Zo wist Tsipras de koopkracht
van de allerlaagste inkomens licht te verhogen door middel van het voorzien van gratis
elektriciteit en een verhoging van het minimumloon. Voor de armste Grieken maakte dit
weldegelijk een verschil.

Tsipras begon zich stilaan een andere rol aan te meten. Hij moest besturen in de meest
moeilijke omstandigheden. En ondertussen ontstond een neo-fascistisch gevaar voor de
rechtstaat. Van uitdager transformeerde hij zichzelf naar de premier van het minste kwaad.
Hij poogde om SYRIZA als enig alternatief voor een centrum-links kiespubliek te presenteren.
Het gevolg was dat steeds meer sociaaldemocraten de overstap naar Tsipras maakten. Ook
vanuit de Europese sociaaldemocratie ontving Tsipras steeds meer lof. Het is dus niet
dermate verbazend dat Tsipras al meermaals heeft aangekondigd om SYRIZA om te turnen
tot een “open, progressieve partij”.

Het resterend deel van PASOK trachtte zich meermaals heruit te vinden onder een andere
benaming. Van “Olijfboom” tot “Beweging voor verandering”. Het waren weinig
inspirerende namen, die interne twisten binnen de romppartij moesten camoufleren. PASOK
lijkt dus definitief vervangen te zijn door SYRIZA.

Communistisch alternatief?

Ook de Communistische partij van Griekenland (KKE) leek niet te profiteren van de crisis. De
traditionele protestpartij bleef tijdens de crisis gemiddeld rond de 6% schommelen. De partij
kon dus niet slagen in de poging om zich te profileren als alternatief voor de economische
problemen, en dit tijdens de grootste financiële crisis sinds de tweede wereldoorlog.
Dogmatisch denken en sektarisme in de partijleiding van de KKE spelen een grote rol. De
voorbije 10 jaar viel de partij steeds terug op haar radicale maar zeer loyale basis. Ook het
falen van hun rivaal Alexis Tsipras kon de KKE geen nieuwe opportuniteiten aanbieden.

Niches op links

Een van de weinige winnaars op links was voormalig minister van Financiën Yanis Varoufakis.
Zijn verzet tegen een nieuwe overeenkomst met de Europese instellingen leidde tot
oprichten van zijn nieuwe beweging Diem25. Bij de parlementsverkiezingen van juli 2019
werd de econoom verkozen met 3,4% van de stemmen. Zijn partij, het Europees Realistisch
Ongehoorzaamheidsfront (Mera25), heeft één jaar na oprichting verkozenen in het
parlement. Iets wat voor andere splinterpartijen van SYRIZA niet weggelegd is.

Varoufakis’ achilleshiel is de afkeer voor zijn persoon bij de andere delen van links. Voor
extreemlinks is hij een sociaalliberaal met sterallures, voor veel sociaaldemocraten is hij dan
weer een politieke pyromaan. Toch kan Varoufakis een rol spelen op links. Het is niet
helemaal ondenkbaar deze figuur de Griekse linkerzijde helpt in het uitvinden van een nieuw
economisch narratief. Of dit zal lukken, moet echter nog blijken.

Epiloog

Bij de recente Griekse verkiezingen behaalde de rechts-conservatieve Nea Dimokratia een


absolute meerderheid in het Griekse parlement. Met Kyriakos Mitsotakis als premier komt
een oude dynastie terug aan de macht. Tijdens de campagne kreeg deze de volle steun van
zowat alle commerciële media. Gezien deze machtsontplooiing was het resultaat van SYRIZA
nog relatief sterk te noemen. Net zoals Papandreou maakte ook Tsipras een ideologische
bocht. Maar waar PASOK ineenstortte, lijkt SYRIZA (32%) te stabiliseren. Het is dus niet
ondenkbaar dat Alexis Tsipras de belangrijkste figuur voor Griekse linkerzijde zal blijven.

Na het verloren decennium is er in Griekenland maar weinig veranderd. Nog steeds bevindt
het land zich in de zwaarste crisis in de geschiedenis van het Griekse kapitalisme. In Portugal
leek de linkerzijde wel een concrete uitweg uit de crisis te vinden. Samenwerking tussen
sociaaldemocraten, communisten en ecologisten was er wel mogelijk. Helaas is dit scenario
in Griekenland nog steeds ondenkbaar. De twisten zijn te groot, de wonden te vers.

You might also like