Hygrothermische Gebouwschil Ingegraven constructies Vloeren glas

eisen
Luchtdichtheid - Doorstroming Bij kruipkelders 1. Massief Geen probleem
- Rotatiestroming - Nat = dampinstroom geen probleem dichtingen in raamkader MAAR niet voor
- Lucht spoeling (wind & binnen 2. Hout altijd
binnenlucht) - Geur -holtes
- Radon dichtstorten
Bi → Bu (!!) Opl: luchtstroom naar buiten - dubbele
- Inw condens & ↑ U doortrekken bovenlaag met
Bu → Bi kunsstoffolie
- ↑ U & Opp condens &
↓luchtgeluidiso
U-waarde Factoren voor ↑ = Gereduceerde/ equivalente U Voet comfort & energie Glas opp zo ↑mogelijk, !rand = luchtdicht!
- Koudebruggen Wand 2/3 & vloer 1/3 zuinigheid U= n/6
- Luchtstroming Hoe compacter hoe lagere U - Enkel + reflecterende folie
- Aanwezigheid vocht - ↑ ventilatie, dichter bij Bu - Dubbel
T - Dubbel + e-coating
(↓ straling tssn glasbladen)
- Dubbel + e-coating + gas in spouw
λ< λlucht → U↓
- Dubbel + spouw opgedeeld dmv
kunsstoffolie (= 3 dubbel)
( gewicht, breedte & moeilijk)
- Vacuum
0 geleiding, conventie + ↓straling
Koudebruggen + rand luchtdicht!
Thermische niet voor wisselend klimaat Bodem zorgt voor grote vertraging Belangerijke T capaciteiten! ↑Lichttoetreding (LTA)&↓zontoetreding
stationaire omstandigheden van niet stationaire invloeden (directe aanstraling) (ZTA)
respons
Hygrothermische - ↓ in dragende delen (=T Geen probleem, stabiele T & RV Meestal geen prob 1. Op afstandshouders
spanningen en sprongen) (falen altijd = condens)
vervormingen - Grensgedrag in Bu lagen a) Gas in spouw
vermijden T↑, V↑= overdruk/ T↓, V↓=
- +dilatatievoegen(beweging onderdruk
toelaten) b) Glasschijven ≠ T
Afschuiven op afstandshouders
1. Op glasbladen
Geen vloei, direct breuk
↑Na = makkelijker breken
2. Risico op T breuk
ΔT>30°,binnen plaat zelf
ð Gehard glas = ‘voorgespannen glas’
Buitenkant onder druk
Vochthuishouding Vormen vochtschade: Grote aandacht voor 1. Bouwvocht Inw condens → diffusiedichte sluiting
1. ↓iso kwaliteiten, sterkte 1. Grondwater !dampdichte/houte
&stijfheid Onder freatisch opp afw
2. Hygrische vervormingen (zet → hydrostatische druk 2. Opstijgend vocht
& krimp) → verzadigd !rechtstreeks
3. Bioaantasting watertransport contact vochtbron
(onderkoelingscondens) 2. Capillair water 3. Inw condens
4. Vorstschade (pellen) Boven freatisch opp Bi Bu met
5. Zoutaantasting → zuiging dampdichte Bu
6. Chemische verwering → onverzadigd afwerking
Oorzaken vochtschade: watertransport ð Vloer 15x
1. water 3. Zakwater dampdichter dan
a. Bouwvocht Zelfde als grond wand
b. Opstijgend vocht 4. Doorslagwater
c. Slagregen (=wind + = bij spouw aanzet
regen) ð Waterkering
d. Hygroscopisch vocht +openstootvoeg
2. waterdamp 5. Waterdamp
e. Opp condensatie Door kelder gekoppeld
(onmiddellijk, schimmel gelijkvloers
= maand gemiddelde) Door opp condensatie
f. Inw condensatie Door inw condensatie (opl
(tot dampdruk > saturatie) XPS & MW)
Koude bruggen Oorzaken: Beperkt: funderingsaanzet & THERMISCHE SNEDE Vermijden door
- Doorboring met andere λ metalen liggers/kolommen continue - Doortrekken geveliso tot onder
waarde maai
- Dikte verandering van lagen - XPS aan buitenkant fundering
- Bi afmetingen ≠ Bu - Vervolledigen van thermische
afmetingen (hoek) snede
Gevolgen:
- Warmtestroomdichtheid
lokaal ↑ (opp condens)
- Opp T Bi ↓( warmte verlies)
ð Schimmels

EPB BASISREGELS:
1. Minimale contactlengte iso
2. Tussengevoegde iso delen
3. Weg van minste weerstand
Marion Nicolaï – CVG 3 – 2021/2022
 Hygrothermische
eisen Massief + binnen isolatie
Luchtdichtheid 1. in- & exfiltratie
Bi iso = weg Bi afwerking=
luchtdichte laag, herstellen
moeilijk
2. Rotatie stroming
vol verkleven of nop om lucht
achter iso op te sluiten
Gevels
Buiten isolatie + pleister Spouwmuur HSB
Rotatiestromen vermijden Ok als Bi bepleistert = hellende daken
- Rand- of continue Wandopeningen - In- & exfiltratie
verlijming ð Folies & tapes - Rotatiestroming
(VW: luchtlek boven & onder of ð weefselwapening in pleister - Langsstroming
luchtlaagje tssn) Passief= extra wapening + folie Bu: winddichte laag (dampopen
OF voorgemaakte kaders multiplex folie of beplating)
Bi: luchtscherm (kunstfolie of OSB)

!wachtfolie! of metselwerk
U-waarde Dikte afh soort (streven naar U = Eff iso = 100% en 30 cm Passief oke maar ↑↑dikte ↑ Dikte = ↓ U (FEI ligger)
0,3) ð slordige uitvoering ð Leidingspouw vullen
= windspoeling +rotatiestroom
Verbeteren:
- Harde+ zachte achterkant
- Afdichting boven+ onder iso
Thermische niet ↑ ↑ wisselstroomweerstand Thermisch traag maar Goed behalve admittantie nogal↓ = lichtconstructie
stationaire respons T demping = ↓capaciteit ð Oververhitting!
Admittantie ↓↓ (=capaciteit) ð Combi zware Bi wanden
ð oververhitting
Hygrothermische Niet supergroot Pleisterlaag =dampdicht Geen probleem mits goede details = geen
spanningen en T belasting Bu gevel ↑ Bi-kant T = Bu-kant T ð opgenomen door baksteen probleem
vervormingen kan leiden tot afscheuring Bu blad RV Bi ≠ RV Bu (scheuren, altijd) en mortel
van Bi wanden ð Grofporeuze=hygrische
krimp beperken
ð Weefselwapening
(diagonaal) aan Bu
ð kwaliteitspleister
ð uitzetvoegen +details
Vochthuishouding Normaal dampopen Bi, hier Bu 1. Bouwvocht 1. Bouwvocht ! inwendige condensatie !
ð Inw condens ↓droging naar Bu = Bi droogt = geen prob Tssn OSB & MW
dompdoorlatende Bi afwerking! 2. Inw condens ð OSB = buffer
- Dampremmend iso 2. Inw condens Enkel BK4 (↑inw condens,
- Extra dampscherm Ok, (!Bu afw = dampdicht & niet zoutafzetting → pleisterlaag ! zomer condens !
- Vochtbufferend capillair capillair & geen drainage) tssn metsel & iso) Metselwerk afwerking = in spouw
actief iso 3. Slagregen 3. Slagregen (!!reden SM) ↓verluchting → ↑T → ↑RV
1trap (drainage Bu+↓↓opslag) Bufferen in gevelsteen & gevel= ð Inw condens
Systemen: ð Blaasvorming verzadigd →water via spouw Dampopen winter= prob zomer
1. Klassiek VW: NIET tegen iso ð buffersysteem
stijl- en regel werk of a) Initiele cel gas/vl
verkleven met iets (uitvoering/ slechte hechting) ð 2TRAP
dampdichtere mortel b) Interne druk
2. Nieuw water door gaatjes/ 1. drainage Bu (↑)
verkleven onvoldoende dekken pleister) ð ↓ absorptiecoeff
3. Cappilaire actieve c) ↓ buigstijfheid
inw condens toelaten en
verwerking kunstharspleister 2. buffer voorspouwblad (↑)
opdrogen naar Bi
Maatregelen: ð ↑absorptie & capillariteit
a) Goede hechting
Slagregen: verslechterd
1. Weersomstandigheden
kan niet verder naar Bi drogen,
2. Droog aanbrengen sier
vochtprofiel aan Bi draagmuur
3. Diepgronding
ð ↑ diffusie R & ↓ T
b) Uniform dekkend
vermogen
1. Sier dik genoeg/verf?
Koude bruggen Aansluitingen! Balkons! THERMISCHE SNEDE = continue! Beperkt: fundering aanzet &
1. Oplosbaar ð Iso met doorlopende metalen liggers/ kolommen
raam wapening
ð In vlak Bi iso of PUR ð Thermische snede Hout = bij U waarde
dagkanten raam continue maar↓
2. Onoplosbaar
gevel-Bi muur &
vloeroplegging

Marion Nicolaï – CVG 3 – 2021/2022

 Hygrothermische Daken
eisen Plat Hellend metaal
Luchtdichtheid 1. Dwarsstroming ! enkel gipskarton luchtdicht ! Zelfde hellend maar vocht erger (geen buffer)
Ok, veel luchtdichte lagen 1. In- & exfiltratie Afhankelijk constructie
2. Langsstroming Windstil + T trek (↑T wil weg) Voegen dichten
a) oppassen holtes (welfsels/HSB) - Hellend slechter dan plat
ð folies - Luchtscherm aan warme zijde iso
b) geventileerd dak - Meestal dampremmend
afvoeren inw condens → Bu - Voegdichtingen!
ð gefaald 2. Langsstroming
1. druk Δ = 0 → ↓↓luchtstroom Wind →lucht iso → afkoelen
2. onderkoelingscondens - Minder streng dan Bi
3. Bi lucht gezogen naar Bu - Windscherm= plaat of folie (aftappen
→ ↑↑inw condens bijna onmogelijk)
- Voegdichting, liefst plaat
3. Rotatie stroming
Δ T + lichte iso → Bi luchtdicht Bu minder
- Compact amper invloed T
Pannen T< Bu T (onderkoeling→nat)
- Geventileerd wel
Tssn onderdak en dampscherm iso
met ↑densiteit

U-waarde ↑dikte iso = ↓ U
Omkeerdaken: toeslagfactoren!
1. Afwatering onder iso
→ ↓ T afdichting
2. Verdamping regenwater
→ ↓ T iso
3. Voegen blootgesteld aan lucht
ð XPS (!voldoende afschot!)
dampdicht & kan tegen water
Thermische niet Beton werkt heel goed
stationaire respons
Hygrothermische Zwaar dak opbouw
spanningen en 1. Dak 1: Iso-draag-hellings-afdichting
vervormingen Beton ↑T (roofing) = zet en krimp
op wanden
2. Dak 2: Draag-iso-hellings-afdichting
3. Dak 3: Draag-hellings-iso-afdichting
ð T stabiel in draag
Vochthuishouding 2. Dak 2: Zomercondens
Bouwvocht hellings naar draag
→ ↑↑ T belasting
3. Dak 3: Wintercondens
Inw condens tssn iso & afdichting
→geen prob als beton droog (nooit)
Oplossing dak:
ð + dampscherm (condens
bouwvocht)
ð Iso chape +polystyreen
→geen prob als beton droog (nooit)
Niet echt prob, 4 manieren van isoleren Dak luchtdicht = ok met voldoende iso
1. Tussen kepers
2. Zelfdragende panelen
(prefab enkel zinvol grote opp)
Renovatie:
3. Op kepers (!aansluiting buren+dakgoot)
4. Onder kepers(!dakgoot)
Lichte constructie →capaciteit= 0 Goed bij zware draagvloer, slecht bij licht dak
↓↓ T amplitudedemping & admittantie
Isoleren zoldervloer →capaciteit= 0→↑T overdag
Isoleren dak→ T stabiel MAAR ↑↑
ð Vermijden ZTA:
T↓ door nachtventilatie & zon
buitensluiten overdag
↑ T schommelingen & regen + onderkoelings ↑↑↑ T uitzettingen
ð Opgedeeld in kleine delen dus geen ð Bevestiging die beweging toelaat
probleem
1. Regen (2 trap) 1. Regen (1 trap)
Dakbedekking & onderdak. 2. Inw condens (= erger!)
2. Bouwvocht (1 trap) - ↓luchtdichtheid = ↑ inw condens
Afh onderdak = beperkt - Onderkoelings condens
3. Inw condens Dampscherm geen invloed als niet luchtdicht
Door ↓ luchtdichtheid
Altijd aanwezig
ð Onderdak = zo dampopen mogelijk
!Platen= opzuigen condens & ↑T
verdampt (folie = gwn aflopen water)

Lichte dakopbouw
Geen bouwvocht maar niet dampdicht
→ inw condens
ð Extra dampscherm
Koude bruggen ! opgaand metselwerk & constructie buiten ! Geen probleem dak zelf
! aansluitingen andere gebouwdelen !

Marion Nicolaï – CVG 3 – 2021/2022