Professional Documents
Culture Documents
Elektronica: theorie
Hoofdstuk 1: Inleiding
Wat is stroom? = een vorm van energie, veroorzaakt door de beweging van elektronen.
Wat is vermogen? = hoeveelheid elektrische energie dat er per seconde omgezet wordt.
Weerstanden
Kleurcode: Zij Bracht Rozen Op Gerrits Graf Bij Vies Grauw Weer,
(Gerrit Zei Niets)
➔ In praktijk niet alle combinaties mogelijk!
➔ E-reeks: 101/n
Serie: parallel:
1
Rtot= R1+ R2+ … Rtot= 1 1
+ +⋯
R1 R2
Condensatoren:
= 2 vlakke platen uit geleidend materiaal met ertussen een isolerend materiaal:
Stromen in halfgeleiders:
Hoofdstuk 2: Diodes
PN-junctie: KNAP => Kathode = negatief (N-junctie)
Anode = positief (P-junctie)
-> stroom kan enkel via anode doorgelaten worden
Stroomspanningskarakteristiek:
Diodemodellen:
Ideaal (Vbias = 0 & R =0) Praktisch (VF=0,7V & R=0) Compleet (extra r’s)
Forward
Bias
Reverse
Bias
karakteristiek
3
Troubleshooting:
Multimeter in weerstandsmeting: – Werkend
• Forward bias: lage weerstand
• Reverse bias: hoge weerstand
– Kapot
• Forward & reverse bias: hoge weerstand
• Forward & reverse bias: lage weerstand
➔ Fotovoltoïsch effect
= Foton maakt elektron los & gaat naar n-type (laat gat in p-type achter).
➔ Grootte 100cm² tot 225cm² (spanning tussen 0,5V & 0,6V)
➔ Meerdere zonnecellen
o Serie (=spanning optellen, stroom gelijk)
o Parallel (=spanning gelijk, stroom optellen)
! Vaak combinatie van de twee !
Enkelzijdige gelijkrichter:
• Positieve alternantie (=diode geleidt)
DC
• Negatieve alternantie (= diode spert)
𝑉𝑝
Gemiddelde uitgangsspanning => 𝜋
Diodedrop : Vp(out) = Vp(in) – 0,7V
Dubbelzijdige gelijkrichter:
• Positieve alternantie (=bovenste diode geleidt)
• Negatieve alternantie (=onderste diode spert)
Bruggelijkrichter:
• Positieve alternantie (D1 & D2 geleiden)
• Negatieve alternantie (D3 & D4 geleiden)
Afvlakfilter:
Als D geleidt:
-c laadt tot 0,7V onder V(IN)
Als D spert:
-c ontlaadt.
Rimpelspanning:
Vr(pp)
=> rimpelfactor => r =
V(DC)
1
met Vr(pp) ≅ (fR(LC))Vp(rect)
1
𝑉(𝐷𝐶) ≅ (1 − 2fR(LC))Vp(rect)
• Negatieve: =>
Zenerdiode modellen:
Ideaal = spanningsbron Praktisch: spanningsbron & AC-impedantie
• in mV/°C
Toepassingen:
• Met variabele ingang:
-uitgang = constant
-minimum: VOUT = VZ -∆VZ maximum: VOUT = VZ +∆VZ
VIN(min) = IZKR + VOUT VIN(max) = IZMR + VOUT
(Afronden naar boven)
• Met variabele belasting RL
-uitgang = constant
-Geen lastweerstand (RL = ∞): IT = IZ
-Met lastweerstand RL : IT = IZ + IL
-Minimum RL? → IL(MAX) → IZK
• IT = (VIN – VOUT(MIN))/R
• IL = IT - IZK
• RL = VOUT(MIN)/IL
• Zenerbegrenzer
Polarisatie omgekeerd gecombineerd
LED:
• Forward bias:
Recombinatie: elektronen & gaten
o Hogere energie elektronen vrij als fotonen (=licht)
o Band gap bepaalt lichtkleur
• Voorschakelweerstand RLIMIT
→ voorkomt dat stroom groter wordt dan maximum
• Opmerkingen
o Hoge-intensiteitsleds
Rooster: serie-parallel of parallel
Lens
o Pixel = groepering hoge-intensiteitsleds
Vorming meerdere kleuren
o 7-segmentendesplay
2 soorten: gemeenschappelijke anode & kathode
Fotodiode: (=LDR)
• Werkt in sper
• Licht ↑ → inverse lekstroom I λ ↑
Werking:
Door DC:
→ NPN Transistoreffect
DC-model:
• DC-stroomversterking
– Typisch: 20 < βDC < 300
– Soms ook hFE
• DC-alfa
– Altijd < 1 (IC < IE)
• DC-vervangmodel voor transistor
– In = diode
– Uit = stroomafhankelijke stroombron
– B-C (actief/lineair):
• BC inverse bias
– C (breakdown)
• VCE = VCE(max)
• Vermogensdissipatie PD = ICVCE
– PD > PD(max): kapot
• Curve PD = cte
– Hyperbool collector- karakteristiek
• Toepassing 1:
• Toepassing 2: Logica
- NOT
A NOT A
0 1
1 0
- NAND
A B A NAND B
0 0 1
0 1 1
1 0 1
1 1 0
- NOR
A B A NOR B
0 0 1
0 1 0
1 0 0
1 1 0
Fototransistor:
• Basisstroom door licht: IB = Iλ
• Meer versterking en gevoeligheid dan fotodiodes!
• 2 soorten
o Met 2 aansluitingen: Basis niet elektrisch geconnecteerd
o Met 3 aansluitingen: Basis wel elektrisch geconnecteerd
-> werkt ook als gewone BJT (zonder belichting)
• Lichtintensiteit
o Geen licht -> enkel lekstroom ICEO
• Golflengte
• Toepassing: optocoupler
10
• Multimeter in weerstandsmeting
– Transistor = 2 diodes
• Diode werkend
– Forward bias: lage weerstand
– Reverse bias: hoge weerstand
• Diode kapot
– Forward & reverse bias: hoge weerstand
– Forward & reverse bias: lage weerstand
• Spanningsdelerbias
o 1 bron (ipv 2):
▪ Weerstandsdeling
𝑅2
▪ Zodat IB << I2 : 𝑉𝐵 ≅ ( ) . 𝑉𝐶𝐶 = starre spanningsdeler.
𝑅1 +𝑅2
• VB onafhankelijk van transistor & temperatuur
o Spanningsdeler star?
▪ RIN(BASE) ≥ 10R2 → star (tot 10% fout)
▪ RIN(BASE) < 10R2 → niet star
o Op te lossen met Thévenin-equivalent
𝑉𝑇𝐻 −𝑉𝐵𝐸
▪ 𝐼𝐸 =
𝑅𝐸 + 𝑅𝑇𝐻 ⁄𝛽𝐷𝐶
▪ ls RTH/βDC << RE effect belasting verwaarloosbaar
o PNP ipv NPN
▪ Polariteit spanning omdraaien
▪ Negatieve VCC aan collector
▪ Positieve VEE aan emitter
11
• Andere biasmethodes
o AC-belastingslijn
▪ Snijpunten IC(Sat) & VCE(CUToff) in AC
▪ AC-belastingslijn ≠ DC-belastingslijn
• AC grotere helling: RC//RL < RC
• AC-model
o DC-vervangmodel ideale NPN
o AC-vervangmodel: interne transistorparameters
▪ r-parameters
25𝑚𝑉
- Schatting (20°C): 𝑟𝑒′ ≅ 𝐼𝐸
- βDC en βac verschillen beperkt
▪ h-parameters
- E,B,C naar gemeenschappelijke AC-grond
– Gemeenschappelijke emitter (common-emitter)
– Gemeenschappelijke basis (common-base)
– Gemeenschappelijke collector (common-collector)
• samenvatting:
GES GCS GBS
AC-versterking Av Hoog Laag (≈1) Hoog
Stroomversterking Ai Hoog (𝛽ac) Hoog (𝛽ac) Laag (≈1)
Vermogensversterking (Ap = Av.Ai) Zeer hoog Hoog Hoog
Ingangsweerstand Laag Hoog Zeer laag
Uitgangsweerstand Hoog Zeer laag Hoog
fase Tegenfase In fase In fase
o Werking
▪ VGS = 0 V & VDD ↑
• A-B: ohmse zone: R = cte & gn invloed uitputtingszone
• B: VDS = VP (pinch-off voltage of afknijpspanning)
• B-C: actieve zone: IDSS ≈ cte
o Stroom van drain naar source met gate shorted
o Grotere uitputtingszone door VGD ↑
• C: breakdown
o
• MOSFET (=Metal Oxid Semiconductor FET)
o Opbouw
▪ Zonder pn-junctie → met condensator
▪ 2 soorten:
• E-MOSFET (enhancement)
Normaal uit
Spanning aan G → geleidingskanaal (condensator)
14
• D-MOSFET (depletion)
o Werking
• Werkt in 2 methodes
▪ Depletion mode: VGS < 0
n-channel uitgeput met elektronen → geleidbaarheid ↓
o Biasing
▪ E-MOSFET (werkt ook voor D-MOSFET)
• Doel: VGS > VGS(th)
• Spanningsdeler
• Feedback drain:
VGS = VDS (stroom door RG = 0)
▪ D-MOSFET
• Zero bias
• Current source (nadeel: pos &neg spanningsbron nodig)