Professional Documents
Culture Documents
Bij een elektrostatisch veld zou dit nul zijn, een elektrostatisch veld kan dus geen
blijvende stroom onderhouden. er is dus een drijvende kracht nodig die men zou
kunnen interpreteren als afkomstig van een niet-elektrostatisch veld E ~ n . Het totale
elektrische veld wordt dan gegeven door:
~ =E
E ~ es + E
~ n.
We krijgen dan: I I
~ · d~` =
E ~ n · d~` =: VE .
E
Met I wordt de totale vrije of macroscopische stroom bedoeld. Indien we de Wet van
Ampère dan uitbreiden door ook de gebonden stromen in rekening te brengen vinden
we: I I
~ · d~` = µ0 µr I =⇒
B ~ · d~` = I.
H
11.3. Zelfinductie.
• Een kring waarin een stroom I loopt, wekt zoals bekend uit de Wet van Biot en Savart
een magneetveld op dat evenredig is met I. De flux door de kring ten gevolge van dit
“eigen magneetveld”zal dus ook evenredig zijn met I: ΦI = LI. De evenredigheids-
factor L wordt de zelfinductiecoëffciënt genoemd en wordt uitgedrukt in H(enry). L
hangt enkel af van de geometrie van de geleider.
• Wanneer de stroom in de keten veranderlijk is, wordt volgens de Wet van Faraday
volgende ems opgewekt (als we veronderstellen dat de geleider niet van vorm verandert):
dΦI dI
VE = − = −L .
dt dt
11.3.1. verloop van stroom in een RL-keten.
• We beschouwen een keten met een ems E0 , een weerstand R en een zelfinductie L.
Dan krijgen we:
dI E0 t L
E0 − L = RI, I = (1 − e τ ) (τ = ).
dt R R
• Wordt de batterij verwijderd op een nieuw tijdstip t = 0, dan krijgen we:
dI E0 − R t
−L = RI, I = e L .
dt R
11.4. Energie van het magnetisch veld.
• Er is energie nodig om een stroom I in stand te houden en per tijdseenheid bedraagt
deze V I. Deze energie komt van de ems E0 en wanneer we de eerste vergelijking
hierboven herschrijven:
dI dI
E0 = L + RI =⇒ IE0 = LI + RI 2 .
dt dt
De laatste term herkennen we als het gedeelte van de energie (per tijdseenheid) dat
gedissipeerd wordt onder de vorm van Joule-warmte en de andere term in het rechterlid
zouden we dan kunnen interpreteren als de energie van de een spoel/zelfinductie waarin
een stroom I loopt en bijbehorend magneetveld aanwezig is.
• De energie vereist om de stroom te laten oplopen tot I wordt gegeven door:
Z I Z I
dI 1
LI dt = LI dI = LI 2 .
0 dt 0 2
• Dan kan men de energie(dichtheid) van het magneetveld afleiden:
1 B2
w= .
2 µ0 (µr )
De totale energie van het elektromagnetisch veld per volume-eenheid is dus:
1 1 B2
w= ε0 (εr )E 2 + .
2 2 µ0 (µr )
11.5. Behoud van lading.
• We beschouwen een gesloten oppervlak A waarbinnen zich een totale hoeveelheid lading
q bevindt die in de loop van de tijd kan veranderen. Dan hebben we:
I
dq ~j · ~en dA (dit is de stroom die door het gesloten oppervlak loopt).
− =
dt A
• Via de Wet van Gauss vinden we dan (de tweede term noemt men de verplaatsings-
stroom): I I
~j · ~en dA + d D~ · ~en dA = 0.
A dt A
• Door gebruik te maken van div D ~ = ε0 εr div E
~ = ρ vinden we:
∂ρ
div ~j = − .
∂t
26 ALGEMENE NATUURKUNDE — FORMULARIUM
12. Golven
Grootheid Frequentie
Eenheid Hertz, Hz (= 1s )
Symbool ν