Professional Documents
Culture Documents
1
Hoofdstuk 1: herhalingsbegrippen.
1.1.1 Voorbeelden.
1.1.2 Voorstelling.
Of
1.1.3 Faseverschuiving.
Wanneer we een ohmse weerstand aansluiten op een wisselspanningsbron dan zal die component een stroom trekken.
Sinusvoorstelling Vectorvoorstelling
3
1.2 De ideale spoel op AC
1.2.1 Voorbeelden.
Een ideale spoel is een spoel met veel windingen en een ijzeren kern maar met een weerstand = 0 ohm. Eigenlijk bestaat die
component niet want een spoel wikkelen met koperdraad zonder weerstand gaat niet. Een smoorspoel benadert die component.
1.2.2 Voorstelling:
of
1.2.3 Faseverschuiving.
Schakeling.
Δ𝐼
𝐸𝐿=− 𝐿 .
Δ𝑇
Om nu die EL op elk moment op te heffen moeten we een spanning UL op die spoel aansluiten die telkens in oppositie staat aan EL.
5
Geheugensteuntje.
Als we op een spoel spanning aansluiten moeten we eerst de zelfinductiespanning EL opheffen vooraleer we er stroom
kunnen doorkrijgen. Vandaar is de stroom IL na-ijlend op de spanning UL.
Een andere regel die vaak gebruikt wordt is “LEICIE” nl. bij een spoel is de U of E voor op de I of de I na op de E of U
De geboden weerstand op de stroom wordt voorgesteld door XL en wordt de inductieve reactantie genoemd.
Bij een ideale spoel is de impedantie Zspoel = Xlspoel. (bij een praktische spoel, zoals we later zullen zien is dit
niet meer het geval)
6
1.3 De ideale condensator op AC
1.3.1 Voorbeelden.
Elke condensator die in de handel bestaat, mag indien hij, op wisselspanning mag aangesloten
worden, beschouwd worden als een ideale condensator (zolang we bij lage frequenties werken).
1.3.2 Voorstelling:
1.3.3 Faseverschuiving:
Voorstelling: We weten reeds dat een condensator die onder DC spanning wordt geplaatst zich
C oplaadt. Wanneer we nu AC spanning UC op die condensator plaatsen zal diezelfde
condensator zich voortdurend op- en ontladen, dus zal er bij AC spanning een
voortdurende laad- en ontlaadstroom vloeien I C.
Die laad- en ontlaadstroom hangt af van de grootte van de condensator C en de grootte
van de spanningsverandering U
I 7
Vectorvoorstelling.
Geheugensteuntje.
Naar een condensator moet een tijdje stroom lopen, vooraleer hij opgeladen is, of op spanning is gekomen is, vandaar is de
stroom voorijlend op de spanning.
Een andere regel die vaak gebruikt wordt is “LEICIE” nl. bij een condensator is de I voor op de E of U of de U of E is na op de I.
8
1.3.4 Wet van Ohm voor een ideale condensator:
De geboden weerstand op de stroom door een condensator wordt voorgesteld door XC. Ze wordt de capacitantie genoemd.
Deze hangt dus af van de grootte van de condensator en de snelheid van de spanningsverandering of
de frequentie van de aangelegde spanning.
met
Bij een condensator is de impedantie Zc = Xc. (zolang we op lage frequentie < dan 1
kHz werken)
9
Oefening 1: Op een weerstand van een boiler wordt 230V/50Hz gestoken, de stroom dat die boiler trekt is 16A
(gemeten stromen of netspanningen zijn steeds effectieve waarden!!)
10
Oefening 2: Op een ideale spoel wordt 50V/50Hz geplaatst (gemeten met een voltmeter), de stroom gemeten met
een Ampèremeter bedraagt 300 mA.
Oplossing:
Oplossing:
11
1.4 Samenvatting:
12
Hopelijk is daarmee een korte herhaling van de
basiscomponenten, aangesloten op AC, daarmee nog
eens opgefrist.