You are on page 1of 7

FYSICA THEMA 3

1 Geladen toestand

1.1 statisch geladen toestand

Een voorwerp wordt negatief elektrisch geladen als het elektronen opneemt en positief
geladen als het elektronen afstaat.

Voorwerpen met een gelijksoortige lading stoten elkaar af.

Voorwerpen met een ongelijksoortige lading trekken elkaar aan.

Elektirsche lading: Q

Eenheid: Coulomb ( C )

Deze tabel helpt bij het bepalen of bijvoorbeeld een ballon of trui na wrijving positief of
negatief geladen is.

Bij wrijving tussen twee stoffen geeft de stof aan de linkerzijde elektronen af aan de stof aan
de rechterzijde, waardoor deze meer negatief geladen wordt.

Deze tabel noemt een Tribo-elektrische reeks

1.2 Geleider en isolator

Een geleider is een materiaal dat elektrische stroom goed doorlaat. Als een geleider extra
elektronen ontvangt, verspreiden deze zich gemakkelijk door her materiaal.

Een niet-geleider of isolator is een stof waardoor de lading zich niet kan verspreiden.
2 Elektrische spanning en stroomsterkte

2.1 Elektrische spanning

2.1.1 Elektrische veldkracht en elektische potentiële energie

Elektrische veldkracht is de kracht die een geladen deeltje voelt in een elektrisch veld. Het
bepaalt hoe sterk en in welke richting de lading wordt beïnvloed.

Elektrische poteniële energie is de energie die een geladen deeltje heeft door zijn plek in
een elektrische veld.

2.1.2 Elektrische spanning en spanningsbron

Een spanningsbron werkt als een ‘pomp’ die de lading van lage potentiële energie
terugbrengt naar een toestand van hoge potentiële energie.

(Een spanningsbron is een apparaat dat elektrische energie levert om stroom op te wekken in een
elektrisch circuit.)

Gelijkspanning is elektrische stroom die altijd in dezelfde richting vloeit, zoals de stroom uit
batterijen.

Wisselspanning is elektrische stroom die regelmatig van richting verandert, zoals de stroom
in huishoudelijke stopcontacten.

Elektrische spanning: U

Eenheid: Volt ( V )

De korte dunne lijn is de negatieve zijde met een overmaat aan elektronen, de langere dikke
lijn is de positieve zijde.
2.2 Elektrische stroomsterkte

Conventionele stroomzin is van de pluspool naar de minpool van de spanningsbron.

Werkelijke stroomzin elektronen bewegen van de minpool naar de pluspool van de


spanningsbron.

Stroomzin richting waarin de elektrische stroom in een circuit beweegt.

Elektrische stroomsterkte: I

Eenheid: Ampère ( A )

Formule: I = ΔQ/Δt

ΔQ → c
Δt →s

3 Enkelvoudige stroomkring

3.1 Elektrische weerstand als fysieke component

Elektrische weerstand is een maat voor de hinder die een elektrische stroom ondervindt in
een geleider.

Een stroom- of ampèremeter is een toestel dat de stroom opmeet die door een verbruiker
gaat. Daarom moet je de meter in serie, voor of achter de verbruiker plaatsen.

Een spannings- of voltmeter is een toestel dat het potentiaalverschil opmeet over de
verbruiker. Daarom moet je de voltmeter parallel plaatsen met de verbuiker.

De functies van een ampèremeter en een voltmeter worden gecombineerd in een


multimeter.
3.2 De wet van Ohm en geleidbaarheid

Volgens de wet van Ohm zijn U en I recht evenredig. Bij een kleinere weerstandswaarde zal
voor een bepaale spanning de stroomsterkte groter zijn. Hoe kleiner de weerstand, hoe
steiler de grafiek.

Elektrische weerstand: R

Eenheid: Ohm ( Ω )

Formule: R = U/I

3.3 Risico’s en veiligheidsystemen in een elektrische installatie

De distributiebeheerder, zoals Electrabel. zorgt voor een aftakking van de hoofdkabel in je


straat.

De elektrische kring start bij een kWh-meter die in de zekeringskast belandt met heel wat
schakelaars.
Als alles volgens de regels van de kunst is gebracht. voldoet het elektriciteit aan het AREI
(Algemeen regelement op de Elektrische Installaties)

Elektrocutie komt voor wanneer je een onderdeel aanraakt dat onder spannng staat: een
loshangend stopcontact, een snoer waarvzn de isolatie is doorgeknabbeld, om het te
verkomen zijn er een antal maatregelen.

Ten eerste worden alle stopcontacten aangesloten op een aardingsgeleider, met zijn geel-
groene isolatie. Elke stopcontact wordt rechstreeks verbindt aan een metalen pin die in de
grond wordt gestoken, de aardelektrode.

Onze lichaam heeft een weerstand van 1 miljoen ohm en de aarde maar tientallen ohm. De
elektronen gaan de weg kiezen met het weinigste weerstand, dus via de aarde.

Daarnaast zijn er ook verliesstroomschakelaars als bescherming tegen elektrocutie. De


hoofdverliesstroomschakelaar zal waarnemen of er stroomverlies is in een elektrische kring,
als er meer dan 300mA verloren gaat. Schakelt hij vliegenvlug alle elektriciteit uit.

Een tweede gevaar is brand, het joule-effect zorgt dat alle geleiders waar stroom doorheen
warm kunnen worden.Zoals door een kortsluiting,een erg plotse overbelasting. bv. te veel
toestellen aansluiten op één stroomkring.

Een overbelasting is veroorzaakt door een te grote stroomsterkte doorheen een geleider.

Voor dit worden alle verbruikers parallel geschakeld om overal een werkspanning van 230V
te hebben. En maximaal acht stopcontacten aansluiten op één toevoerleiding.
Je kan ook een automatische zekering inschakelen, die verbreekt de elektrische stroom als
het te groot wordt. Om alles ovrizchtelijk te houden zijn er stroomvoerende kabels voorzien
met een gekleurd isolatie.

Hoe meer kringen, hoe meer de stromen verdeeld worden om overbelasting te vermijden.
zekeringen en verliesstrommschakelaars kunnen geen kleine vonkjes waarnemen. Je mag
ook nooit aan de snoer van een toestel trekken om het uit de stopcontact te trekken.

4.Elektrische schakelingen en elektrische energie

serieschakeling parallelschakeling

I (stroomsterkte) I br= I 1= I 2= I 3 I br= I 1+ I 2+ I 3

stroomsterkte is gelijk stroomsterkte is verdeeld

❑ U (spanning) U br = U 1+ U 2 + U 3 U br = U 1= U 2 = U 3

spanning is verdeeld spanning is gelijk

R (weerstand) Rtot = R1+ R2+ R3 1 1 1 1


= + +
R tot R 1 R 2 R 3
weerstand is verdeeld

Verschillen

Parallel schakeling wordt toegepast in huisinstallatie

Een gemengde schakeling is een combinatie van serie & parallel schakeling

Joule-effect
Een stroomvoerende geleider warmt op doordat de elektronen doorheen de geleiders
bewegen, botsen. Zo zetten ze een deel van hun kinetisch energie naar thermisch energie

Verband vermogen en energieverbruik

RE: hoe groter het vermogen, hoe meer energie het verbruikt

ΔE
formule: P =
Δt

You might also like