Professional Documents
Culture Documents
Een eerste onderdeel dat in de elektronica zeer veel wordt gebruikt is de weerstand. Dit is
tevens het eenvoudigste en ook goedkoopste onderdeel. We bekijken hier de rol en het
effect van een weerstand.
Maateenheid
Dit is de Ohm,
Het symbool van voorstellen van de weerstand Ω
is R
3. ring 1 = getal
3. ring 2 = getal
De weerstanden links boven kunnen een iets groter vermogen dissiperen. Ze kunnen 3 tot 5 W
dissiperen. De fysische afmetingen van deze weerstanden zijn dan ook iets groter dan de
fysische afmetingen van de 0,25 W weerstanden van daarnet. Dit is trouwens een algemeen
verschijnsel, indien een weerstand een groter vermogen moet kunnen dissiperen, dan zijn de
fysische afmetingen meestal groter.
Regelbare weerstanden
Tot nu toe hebben we vooral aandacht besteed aan weerstanden met een vaste
weerstandswaarde. Er zijn echter ook weerstanden verkrijgbaar wiens weerstandswaarde
bijgeregeld kan worden. Deze regelbare weerstanden noemt men vaak potentiometers. Een
regelbare weerstand zijn waarde kan bijgeregeld worden met behulp van een lineaire
verplaatsing of met behulp van een rotatie van een as. Van beide uitvoeringsvormen ziet u hier
onder een voorbeeld.
De regelweerstand.
Verwarmingsweerstanden
Zoals u ondertussen weet, ontwikkeld een weerstand warmte indien er een stroom doorheen
vloeit. Vaak is die warmteontwikkeling ongewenst zodat men bijvoorbeeld de warmte zo snel
mogelijk afvoert met behulp van koelvinnen. In heel wat andere toepassingen is die
warmteontwikkeling precies gewenst. Het is namelijk het basisprincipe van de meeste
elektrische verwarmingstoestellen. Zo steunt bijvoorbeeld een elektrische boiler, die water
opwarmt, op dit principe. Ook andere elektrische verwarmingstoestellen zoals elektrische
Gloeilampen
Indien we terug een elektrische kring voor ogen houden met een spanningsbron en een
belastingsweerstand, dan hoeft die weerstand niet noodzakelijk tot één van de hierboven
beschreven types te behoren. Zo gedraagt ook een gloeilamp zich als weerstand. De
wolfraamdraad binnenin de lamp is een elektrische weerstand.
Het is normaal dat men in de handel niet zomaar gelijk welke waarde van weerstanden kan
kopen, het aantal soorten zou onoverzichtelijk groot worden. Daarom werden de waarden over
een standaardreeks van 12 verdeelt of de E12 reeks.
10 - 12 - 15 - 18 - 22 - 27 - 33 - 39 - 47 - 56 - 68 - 82 - 100
Je leest als voorbeeld op een weerstand de waarde 2400 af. Indien je deze waarde met een
uiterst precies meettoestel gaat controleren zal het niet verbazen dat de afgelezen waarde
NIET correct is. De tolerantie 5% (goud) of 10% (zilver) geeft de grenzen aan van de waarden
waartussen de werkelijke zal liggen. Tolerantie 1% bestaat ook, maar zo'n nauwkeurige
waarden zijn erg duur.
Wanneer er rook aan te pas komt, mag je er van uitgaan dat er wat mis is. Wellicht kan die
weerstand, de warmte opgewekt door de beweging van de electronen niet voldoende afvoeren.
De temperatuur van de weerstand stijgt soms zover dat de verf of de hele weerstand
verbranden. Je moet dan een zwaarder type kiezen ( voor een groter vermogen). De gebruikte
waarden zijn vooral: 1/8 W, 1/4 W, 1/2 W... maar ook groter.
Weerstand en temperatuurscoëfficient.
De thermistor
De NTC-thermistor De PTC-thermistor
spanningsverandering: VDR
bij een VDR-weerstand: als de spanning stijgt dan daalt de weerstand;
spanning U
weerstand = R=
stroomsterkte I
Geheugensteuntje:
Formulevorm: I=I1=I2=I3=...
Telkens je een weerstand in serie bijschakeld, vergroot de weerstand en daalt de stroom bij
dezelfde bronspanning
Formulevorm: Rvs=R1+R2+R3+...
I=U/Rvs
Formulevorm: U=U1+U2+U3+...
Weerstanden in parallel
In een parallelschakeling van weerstanden is de spanning over alle weerstanden dezelfde.
Formulevorm: U=U1=U2=U3=...
Parallel geschakelde verbruikers kunnen onafhankelijk van elkaar in- of uitgeschakeld worden
Formulevorm: I=I1=I2=I3=...
Formulevorm: 1/Rvs=1/R1+1/R2+1/R3+...
Oefeningen
1. Kleurcode weerstanden
Vul onderstaande tabel verder in, bepaal m.a.w de weerstandswaarde
2. Kleurcode weerstanden
Vul onderstaande tabel verder in, bepaal m.a.w de kleuren die op de weerstanden
moeten staan.
5. Twee weerstanden zijn parallel geschakeld. R1 heeft een totale waarde van 12W. De
stroom door R2 is 2A en de totale stroom is 6 A. Bereken de spanning van de bron,
de waarde van R2 en de deelstroom door R1.
Gevraagd: U, R2, I1