u 88

r1•r r ii pIJ
Steeds maar hopen dat het goed zal komen
Dat er ieman.d is die

t ÎTIÉF.f çI r J1
os je geeft Heer, wij roepen U: wees een God van mensen.;
doe aan

S’ IJ J j ii 1 -
one wat verlangend in OflB leeft.

i%’H;’.
Heer wij vragen U in goed vertrouwen
Heer wij smeken U in hoop op zegen
¶‘‘?wii ‘ 4$’
voor ons wat hoop en vrede
Wees voor ons wat licht in duister—
%
“

zijn
. 4wLi#.gi .4 J.% % 4
Soms gevoelen wij ons verloren lopen,zoekend naar een hand die
nis Socis gevoelen wij ons verwee•sd vereenzaamd,wachte.nd op
‘nvrien

Tr 1 2 1 11 t t t ,

LH
t
ons wordt angereikt.
ij een antwoord is,
u.,, . -

Li tII
OFFERANDELIED.
Brood en wijn zijn onze offergaven
Laten we ze delen met elkaar;
Wie hier eet en drinkt ondervindt Gods Liéfde
Want zijn kracht geeft ons de moed tot dit gebaar.
* **** *. **.* ** ** * ,*.** * *.,* *

Eet dit brood en drinkt uit deze beker

Rond die ene tafel zijn wij. één;
Samen met elkaar overwin je bergen
Want wie laat zijn vriend in tegenslag alleen.
* ** * ** *.*.*** ** w * * ** .* *