K41
1. Heiland, dierbre Heiland, luister
naar ons lied, waar ons dankbaar
harte
U zijn hulde biedt! Neem al onze
gaven, neem ons zelf o, Heer! Zie,
wij leggen ’t alles aan Uw voeten
neer.
Zie ons neergebogen, in
aanbidding, Heer! Trek ons, lieve
Jezus, tot U meer en meer! Ach wij
dwaalden dikwijls van het rechte
pad. Maar nu hebt Gij, Heiland,
onze hand gevat.
Voorwaarts, altijd voorwaarts
reizen
w’ op het pad, dat zo menig
Christen reeds vóór ons betrad.
Alles achterlatend, haasten wij ons
voort, tot het doel bereikt is, ons de
kroon behoort.
K72
2. Heerlijke Heiland, koning van heel
d’ aarde, Godes Zoon en ’s mensen
zoon!
U wil ik minnen, U wil ik eren,
U, mijner ziele vreugd en kroon!
Schoon is het zonlicht, schoon het
licht der sterren, helder schitterend
zonder tal: Jezus glanst schoner,
Jezus blinkt reiner, dan d’
englenschaar in
’s hemelszaal!
Al ’s hemels schoonheid, alle glans
der aarde zie ik in Hem saamgevat.
Niets hier op aarde, heeft zoveel
waarde, dat ik het boven Jezus
schat.
Met ziel en zinnen wil ‘k U
Heiland minnen,loven U met hart
en mond.
Met al mijn krachten, hier naar
slechts trachten: U te behagen t’
aller stond.
K167b
3. ’k Heb geloofd en daarom zing ik,
daarom zing ik van genâ,
van ontferming en verlossing
door het bloed van Golgotha.
Daarom zing ik U, die stervend,
alles, alles hebt volbracht,
Lam Gods. dat de zonden
wegneemt.
Lam van God, voor ons geslacht!
Ja, ‘k geloof en daarom zing ik,
Daarom zing ik U ter eer,
’s werelds Heiland, Hogepriester,
aller heren Opperheer!
Zoon van God en zoon des
mensen,
o, kom spoedig in Uw kracht,
op des hemels wolken neder!
Kom, Heer Jezus, kom ik wacht.
DH443
4. Wij prijzen U, God, voor de komst
van Uw Zoon die de heerlijkheid
opgaf voor smaadheid en hoon.
Koor:
Halleluja. U zij d’ ere
Halleluja Amen.
Halleluja, U zij d’ ere,
O trek ons tot hem.
Wij prijzen U, God, voor het licht
van Uw Geest, dat ons leidt tot de
Heiland,
Die zondaars geneest.
Verlevendig ons, ja vervul ’t harte
weer,
Met de gloed van de liefde
Van Jezus, de heer.
Geef nieuw leven weer, wek de
doden op, Heer, dat zij komen tot
U
en U leven ter eer.
1
 K151e
5. Wij geven het niet over voor
geld of eer of goed, dat licht op
onze paden,
die lamp voor onze voet.
Wij laten ons niet nemen, dat
heerlijk
woord van God. Die kostelijke
Bijbel
rooft ons geen tijd of lot.
O, schrijf ’t in onze harten Uw
heilig
Woord, o Heer! Dan vrezen wij
geen
Satan, geen dood of oordeel meer!
Want bergen zullen wijken, de
wereld
zal vergaan. Maar ’t Woord, het
woord
des Heren zal eeuwiglijk bestaan.
JDH 511
6. ‘k Heb een boodschap van de
heer,
Halleluja!
Uw Heiland stierf voor u aan ’t
kruis,
want Hij minde u zo teer,
Halleluja!
Ja, Hij kocht u plaats in ’t
Vaderhuis.
Koor:
Zie op Hem, mijn broeder, leef!
Zie op Jezus nu en leef;
’t is de boodschap van de Heer,
Halleluja! ’t Is eenvoudig:
zie op Hem en leef!
’t Is een boodschap van Gods
troon, Halleluja!
Zijt gij voor d’ eeuwigheid bereid?
Gaaft g’ uw hart reeds aan zijn
Zoon? Halleluja!
Door zijn bloed kocht hij uw
Zaligheid.
’t Is nog niet te laat voor u,
Halleluja!
Kom, kies de Heiland kamerraad.
Geef uw hart aan Jezus nu,
Halleluja!
Stel niet uit, wellicht is ‘straks te
laat.
7. Zachtkens en teder roept Jezus
de Zijnen. Dringend weerklinkt
Zijne stem:
“Zondaars, o komt toch en wordt
nu de Mijnen.” Ga nu gelovig tot
Hem!
Koor:
Keert weer {2x}
Zondaars keert weer tot uw Heer!
Zachtkens en teder roept Jezus de
zijnen.
Zondaars, o hoort Hem. Keert
weer!
Jaren reeds staat Hij en klopt aan
uw harte, Laat toch niet langer
Hem staan;
Weet dat Uw weig’ring de Heiland
zal smarten, Laat toch de Heer
binnengaan.
Snel vliegt de tijd, ook der
zaligheid henen, Alles op aarde
vergaat;
Blijft niet de satan uw oor langer
lenen,
Straks is ’t voor eeuwig te laat
Opw. 40
8. Zoekt eerst het Koninkrijk van
God
en Zijn gerechtigheid.
En dit alles ontvangt u bovendien.
Halleluja,……Halleluja.
Men kan niet leven van brood
alleen, maar van ieder woord, Dat
door de Heer
gesproken wordt. Halleluja,……
Halleluja.
2
 Bidt en u zal gegeven zijn, Zoekt
en gij zult vinden, Klopt en de
deur zal voor u opengaan.
Halleluja,…..Halleluja.
GLK 261
9. Hoort, Jezus noodt u: Komt tot
het feest!
Komt, alle dingen zijn gereed.
Voor arm en rijk is er plaats bereid,
Trekt aan thans het bruiloftskleed.
Koor:
Elk die wil mag komen, gaat, in de
koningszaal. O zwakken en
vermoeiden.
daar is plaats aan ’t bruiloftsmaal.
Hoort, Jezus noodt u, Komt tot het
feest!
Kom, o mijn vriend nog is het tijd.
Ga binnen, blijf toch niet buiten
staan,
Voor u is ook plaats bereid.
Hoort, Jezus noodt u, Komt tot het
feest!
’t Licht straalt van ver u tegemoet.
Een ereplaats is voor elk bereid,
die rein is door Jezus bloed.
Hoort, Jezus noodt u, Komt tot het
feest!
Kom arme zondaar stel niet uit.
De vader roept u een welkom toe,
Kom neem nu een vast besluit.
K8
10. Roept uit aan alle stranden,
verbreidt van oord tot oord,
verkondigt alle landen
het evangeliewoord!
Roept uit de Heer der Heren als
aller volken vriend! De volken
moeten leren,
Wat tot hun vrede dient!
Verbreekt de vreemd’ altaren en
bouwt des Heren huis! De wereld
moet zich scharen, zich scharen om
zijn kruis!
De doven moeten horen,
d’onwetenden verstaan, de blinden
’t heillicht groren,
De kreuplen leren gaan;
De treurendenvergeten hun leed en
droefenis, en al wat arm is,
weten,dat daar een Heiland is!
K 167f
11. Hebt gij Jezus’vraag vernomen:
“Wie wil naar Mijn akker gaan? d’
Oogsttijd is al reeds gekomen. Ziet,
hoe rijp de halmen staan! Allen
geldt des Heren roepstem. Wie
wijdt Hem zijn kracht en tijd? Wie
wil Hem het antwoord geven:
“Zend mij, Heer, ik ben bereid”?
Moog’ u Paulus’ kracht ontbreken,
geef een stil getuigenis! Ook in
eenvoud kunt gij zeggen wie uw
Jezus voor u is.
Kunt gij wijzen niet bewegen ’t
heil te zoeken waar men ’t vindt:
kinderharten
Kunt gij leiden tot de grote
zielevriend.
K 18
12. Ik heb door de wereld
gezworven:
O, schoon is de wereld en groot!
Toch gaat mijn verlangen hoger,
dan al wat de wereld mij bood.
Ik zag op mijn weg vele mensen,
ik zag er hun komen en gaan,
hun jagen van d’ ochtend tot d’
avond,
moe, rustloos en onvoldaan.
3

Ik zag het geluk hen gaan zoeken,
in rijkdom, vermaak, roem en eer.
Ik zag hoe met zonden beladen,
Onbevredigd zij keerden weer.
Toch is er een zalige ruste, voor ’t
arm, naar geluk dorstend hart. Laat
het klinken door alle landen, voor
wie zuchten onder smart.
Ja vrede en rust is te vinden, voor
elk zoekend hart, ver en na, in de
wonden van Jezus het Godeslam,
aan het kruishout op Golgotha.
K 151i
13. Er staat in onze bijbel een
woordje,
o zo klein, maar van onschatbre
waarde
voor wie gered wil zijn. Wanneer
gij gaat aan ’t tellen, dan krijgt g’
een grote som. Want door de ganse
Bijbel staat ’t kleine woordje:
“Kom!”
Waarom dan niet geluisterd naar ’t
noden van die stem, die u in ’t
harte fluistert: Kom, zondaar, kom
tot Hem? Zeg niet: Het is voor
andren; ik ben dat woord niet
waard! Want ook voor u kwam
Jezus, ja ook voor u op d’ aard.
Komt allen, die vermoeid zijt! Is
nog uw last zo zwaar, Hij zal u
ruste geven, zijn woord blijft
eeuwig waar. Nooit zal Hij u
verwerpen. Zijn liefde zoekt juist u.
Hoort daarom naar zijn woorden!
Komt, komt dan tot Hem nu!
K 213
14. Ga niet alleen door ’t leven, die
last is u te zwaar. Laat Eén u
sterkte geven!
Ga tot uw Middelaar! Daar is
zoveel te klagen, daar is zoveel
geween en zoveel leed te dragen:
Ga niet alleen!
Ga niet alleen! Uw Koning wil
komen in uw hart. Ach, geef het
Hem ter woning. Hoe stilt Hij dan
uw smart! Wie kan er tranen
drogen als Jezus? Immers geen!
Richt dan de treurend’ ogen naar
Jezus heen.
JDH 180
15. Jezus, Die mijn ziel bemint, ’s
Levens stormen loeien, Heer! O,
beveilig mij, uw kind, leg mij aan
Uw boezem neer. Als de golven
woedend slaan, tegen rotsen op en
neer, Laat mij aan Uw zij dan
staan, tot de storm voorbij is, Heer!
And’re toevlucht ken ik geen;
hulp’loos kom ik tot U vliên. Laat,
o laat mij niet alleen, wil mij steeds
Uw hulpe biên! Als de zondelast
mij drukt, zend mij Uw verlossing
neer; ben ik zwak en neergebukt,
schenk mij dan Uw kracht,
o Heer!
Gij, o Heiland, zijt mijn kracht. Gij
mijn hoog vertrek, o Heer; gij
sterkt zwakken door Uw macht gij
geeft blinden d’ ogen weer. Heilig
driemaal heilig, Gij! Zie
ontfermend op mij neer; niets dan
zwakheid vindt G’ in mij, schenk
mij Uw genaad’ o Heer!
Volheid van genade, Heer! Woont
steeds in Uw priesterhart. Stort de
stroom des levens neer, in mijn ziel
neem weg mijn smart. Gij zijt ’s
levens heilfontein, Gij geeft
zondaars zaligheid, was mij Heer!
en houd mij rein, nu en tot
eeuwigheid.
K 130
16. Heer ik hoor van rijke zegen,
die Gij uitstort, keer op keer. Laat
ook van die milde regen, Dropp’len
4
 vallen op mij neer. Ook op mij, ook
op mij dropp’len vallen ook op mij.
Liefde Gods, zo rein en krachtig.
Bloed van Jezus, rijk en vrij, Gods
genade, sterk en machtig. O,
verheerlijk U in mij! Ook in mij,
{2x} O verheerlijk U in mij!
Heil’ge Geest, wil niet
voorbijgaan! Gij geeft blinden d’
ogen weer. Wil, o wil nu bij mij
stilstaan! Werk in mij met kracht, o
Heer! Ook in mij, ook in mij! Werk
ook door uw kracht in mij!
Ga mij niet voorbij, o Herder!
Maak mij gans van zonden vrij!
Vloeit de stroom van zegen verder;
zegen and’ren, maar ook mij! Ja,
ook mij, ja ook mij! Zegen and’ren,
maar ook mij!
LB 172
17. Heer, die in de hemel woont,
hoor ons smeken, bidden; Gij, die
boven wolken troont, kom thans in
ons midden. Op ons daal Uw zegen
neer, wijl wij zonder U o Heer,
niets op aard’ vermogen {2x}
Doe ons allen hier te zaam U
gehoorzaam wezen, Here Jezus, dat
Uw naam, immer zij geprezen.
Weer van ons verdriet en smart En
geef ons dat nieuwe hart, Dat U
kan behagen {2x}
En als wij van hier weer gaan, Laat
het zijn met roemen Mochten w’
Uwe wonderdaan Altoos dankend
roemen; Lieve Jezus ja altijd, Zij
ons hart U toegewijd, Hier en in de
hemel {2x}.
JDH 569
18. Heer, wees mijn Gids, op heel
mijn levenspad, wees Gij mij Gids.
Wijs mij de weg naar Sions gouden
stad, wees Gij mij Gids. Blijf dicht
bij mij. Ga stap voor stap mij voor,
dan ben ‘k gerust en veilig volg ‘k
Uw spoor.
‘k Was vroeger blind en dwaalde
van het pad, want ‘k had geen
Gids. Ver dwaald’ ik af, totdat ik
ernstig bad: “Wees Gij mijn Gids.”
Hij heeft ’t verhoord; ‘k ben nu
verheugd en blij, want Jezus kwam
en nu is ’t licht voor mij.
Nu aan zijn hand dwaal ‘k nimmer
van het pad, Hij is mijn gids. ’t Zij
door moeras of wel langs struik en
heg, leidt mij mijn Gids. Licht
vriend’lijk licht stroomt van Zijn
aangezicht. ‘k Houd daarom steeds
mijn oog op Hem gericht.
JDH 541
19. Doorgrond mijn hart en ken
mijn weg, o Heer. Beproef me en
zie wat niet is tot Uw eer. Is soms
de weg die ‘k ga, niet goed voor
mij; Leid me op de eeuw’ge weg,
Heer maak mij vrij!
O Heer heb dank, ‘k mag toch de
Uwe zijn. Uw dierbaar Bloed wast
mij van zonden rein. Doop mij met
vuur, opdat ‘k mij niet meer
schaam. ‘k Wil leven Heer, tot eer
van Uwe naam.
Zie Heer, hier beb ‘k; maak m’ ook
een vat voor U. Woon in mijn hart,
vernieuw het, doe het nu! Verbreek
mijn wil, maak me ook van
hoogmoed’ vrij; ‘k Wil in U
blijven Heer, blijf Gij in mij.
O, Heil’ge Geest, kom tot Uw
heerschappij. Schenk een herleving
en begin bij mij. Zegen Uw volk,
maak ’t als een bruid bereid;
wachtend op Jezus komst in
heerlijkheid.
JDH 542
5
20. Wilt gij van zonden en schuld
zijn verlost? Daar is kracht in het
bloed. {2x}
Weet dat uw redding zoveel heeft
gekost. Daar is kracht in het bloed
van het Lam.
Koor:
Daar is kracht, kracht, wonderbare
kracht, in het bloed van het Lam!
{2x}
Satan gaat rond als een briezende
leeuw. Daar is kracht in het bloed!
Kracht in het bloed. Wilt gij verlost
zijn en witter dan sneeuw? Daar is
kracht in het bloed van het Lam.
Komt dan tot Jezus. Hij stierf ook
voor u. Daar is kracht in het bloed.
Kracht in het bloed. Hoort naar
Zijn Woord en gelooft in Hem nu.
Daar is kracht in het bloed van het
Lam.
JDH 330
21. Leer mij Uw weg, O Heer, leer
mij Uw weg! Schenk van Uw
kracht, mij meer leer mij Uw weg.
Houdt mij in evenwicht, dat ‘k
voor Uw aangezicht wandel in ’t
volle licht, leer mij Uw weg!
Hoe ook mijn toestand wordt, leer
mij Uw weg. ’t Leven zij lang of
kort, leer mij Uw weg. Is dan mijn
loop volbracht, vrees ik geen dood
of macht daar mijn ziel U
verwacht, leer mij Uw weg.
Wat ook dit leven brengt, Hij is
nabij. ’t Zij ’t vreugd of droefheid
schenkt, Hij is nabij. Hoe sterk ook
satans macht, Jezus geeft licht en
kracht. Ieder die Hem verwacht:
Hij is nabij.
JDH 704
22. Mij wil de Heiland gebruiken,
een zonnestraal te zijn, die elke dag
licht en warmte, verspreidt voor
groot en klein.
Koor:
Hoe heerlijk voor Jezus, mag ik
een zonnestraal wezen, hoe heerlijk
voor Jezus, mag ik een zonnestraal
zijn.
Jezus ziet gaarne ons vrolijk, bij al
wat wordt gedaan. Heilige
blijdschap verlicht steeds, de
kruisweg, die wij gaan.
In mij is zon’schijn noch vreugde,
maar ‘k leef mijzelf niet meer.
Jezus woont nu in mijn harte, wat
‘k ben, ben ‘k door de Heer.
Help m’ als een zonnestraal, o
Jezus, te schijnen dag aan dag, tot
‘k in d’ eeuwige zonschijn, U zelf
aanschouwen mag.
K 640
23. Mi sa feti reti reti, Vo tron
winniman. Mi sa feti dei en neti
Tee na Kanaän. Te dem wani tapoe
mi, Dan, mi Jezus, joe moe gi
Tranga bribi. Ke, no libi Mi, da
zwakawan.
Joe ben kari, joe ben hari Mi, vo
kom na joe. We, mi Masra mi sa
haswa; Gi mi tranga toe, Vo mi no
moe lasi ten, En vo mi no kisi sjen.
Drai na pasi, de da fasi, vo go lasi
troe.
We grantangi, mi de hangri Doro
jandasei, Pee den winni, pee dem
dieni Gado alapee, Pee da gran
Halleluja Nooiti moro sa kaba.
Switi presi! Gado fesi, Mi sa si
dapee.
K 151i
24. Wij zullen overwinnen door
Jezus’ dierbaar bloed, wat vijand
ook van binnen of buiten om ons
6
 woed’ Hij heeft de strijd volstreden
naar Gods beloft’ en raad en zal de
kop vertreden van ’t listig
slangenzaad.
Groot is de macht der zonde, die
woont in onze leen. Dies worden ’t
allen stonde
Door satan wij bestreen. Hij tracht
ons te misleiden en door zijn helse
macht ons van de Heer te scheiden,
de bron van onze kracht.
Wij zullen overwinnen ’t Is naar
Gods eeuwge raad, die, wat Hij
deed beginnen, ons ook voleinden
laat. Zijn eer zij ons begeren, zij
onze dankensstof! Hij is de Heer
der Heren, zijn naam zij eeuwig
lof!
25. Give me oil in my lamp, keep
me burning. Give me oil in my
lamp, I pray. Give me oil in my
lamp, keep me burning, keep me
burning till the brake of day.
Koor:
Sing Hosanna, {2x} Sing Hosanna
to the King of Kings, Sing
Hosanna, {2x} Sing Hosanna to the
King.
Give me peace in my heart, keep
me resting Give me peace in my
heart I pray Give me peace in my
heart, keep me resting keep me
resting till the brake of day.
Give me love in my heart keep me
serving, Give me love in my heart I
pray. Give me love in my heart
keep me serving, keep me serving
till the break of day.
K 14f
26. Er is een wonderschone naam,
een naam die ’t hart verblijdt. Die
naam klinkt m’ als muziek in ’t
oor, schenkt louter zaligheid.
Hij spreekt mij van des Heilands
min van diepten van gena. Hij
spreekt mij van Zijn dierbaar
bloed, dat vloeid’ op Golgotha.
Hij spreekt van één, wiens liefdrijk
hart mijn innigst leed verstaat, die
deelneemt in mijn diepste smart,
die nimmer mij verlaat.
Jezus, o wonderschone naam, die ’t
zondaarshart verblijdt! Geen naam
op aard brengt meerder heil, brengt
groter zaligheid.
Glk 25
27. O, sluit uw oog niet voor het
licht, dat straalt van ’s Heilands
aangezicht. O luister naar Zijn
liefdestem, kom heden tot Hem.
Koor:
O, waarom niet vandaag? Waarom
niet vandaag? O, hoor naar zijn
stem. Kom heden tot Hem!
Geef uw hart, mijn vriend, aan
Jezus nu, ’t Is straks wellicht te laat
voor u. Bekeer u heden tot uw
Heer, Hij mint u zo teer.
O belijdt voor Jezus uwe schuld,
Hij hoort u aan met teer geduld. O
smeek Hem: “Here, was mij rein,
‘k wil de Uwe thans zijn.
K5
28. Zolang mijn Jezus leeft, en mij
zijn kracht omgeeft, voel ‘k mij
van vrees en zorgen vrij, kan ‘k
rustig zijn en blij.
7
 Mijn herder is de Heer; Hij leidt
mij keer op keer naar graaz’ge
weiden, groen en fris, waar levend
water is.
Als zich de zon verschuilt, de
storm rondom mij huilt, dan weet
ik ook in donkre nacht: mijn
Heiland houdt de wacht.
En wankelt soms mijn voet, komt
ramp en tegenspoed, dan vlucht ik
heen naar Jezus’ hart, waar hulp is
in mijn smart.
Daarom gaat steeds mijn oog
vertrouwend naar omhoog, waar
Jezus leeft, die aan mij denkt en
mij Zijn liefde schenkt.
K 223
29. Als g’ in nood gezeten, geen
uitkomst ziet, wil dan nooit
vergeten: God verlaat u niet! Vrees
toch geen nood! ’s Heren trouw is
groot, en op ’t nachtlijk duister
volgt het morgenrood. Schoon
stormen woeden, ducht toch geen
kwaad! God zal u behoeden, uw
toeverlaat.
God blijft voor u zorgen. Goed is
de Heer, en met elke morgen keert
Zijn goedheid weer. Schoon g’ in ’t
verdriet gene uitkomst ziet, groter
dan de helper, is de nood toch niet.
Wat ons ontviele, Redder in nood,
red slechts onze ziele uit zond’ en
dood!
K 22a
30. ’t Geloof is: dat men God
vertrouwt en vast op Zijn beloften
bouwt. ’t Geloof is: dat men ’t
aangezicht alleen op Christus houdt
gericht!
’t Geloof ziet op het offerlam, dat
voor ons stierf aan ‘s kruises stam,
en neemt met schaamt’ en ootmoed
aan, wat Jezus heeft voor ons
gedaan.
’t Geloof neemt alles uit zijn
schoot en maakt mij tot zijn
bondgenoot; ’t brengt in ’t geweten
rust en vree en geeft mij troost in
angst en wee.
’t Geloof in Jezus vindt gewis al
wat tot heil van node is. Hij
schenkt ons zijn verdienst geheel
en ’t eeuwig leven tot ons deel.
JDH 213
31. ’t Scheepken onder Jezus’
hoede met de kruisvlag hoog in
top.Neemt als arke der verlossing,
allen, die in nood zijn, op.
Koor:
Al staat de zee ook hol en hoog, en
zweept de storm ons voort, wij
hebben ’s Vaders Zoon aan boord,
en ’t veilig strand voor oog.
Zie toch zondaar, zie de kruisvlag,
Wapp’rend langs de oceaan; Weet,
de Heer is in het scheepje, Kom!
Neem uw verlossing aan.
Koor:
Dies rijst een lied tot God omhoog,
Ruist vol een dank-akkoord: Wij
hebben ’s Vaders Zoon aan boord,
en ’t veilig strand voor oog.
K 14
32. Als ik maar weet, dat hier mijn
weg door U, Heer wordt bereid, en
dat die weg, hoe moeilijk ook, mij
nader tot U leidt!
Als ik maar weet, dat ook voor mij
de Heer aan ’t kruishout stierf. En
dat de Heiland ook voor mij een
levenskroon verwierf!
Als ik maar weet, Uw liefd’ o
Heer, vertroost mij dag aan dag:
8
 dan juich ik voort, wat ook mijn tot
op aarde wezen mag.
Als ik maar weet, ook als op aard
mij droefheid wacht of kruis, dat
ieder kruis mij nader brengt bij ’t
eeuwig Vaderhuis!
K 73
33. Als de Heer mijn Herder, ik
zijn schaap mag zijn, treed ik kalm
en rustig verder door des levens
zand woestijn; kwellen mij geen
zorgen, in Zijn hoede, veilig
welgeborgen.
35.
Als de Heer ’t geleide van Zijn
Geest mij biedt; als ik nooit
vergeefs Hem beide, ’t zoekend
oog Hem telkens ziet, vrees ik voor
geen donker. Zelfs de nacht is licht
van stargeflonker.
Als de Heer mijn leven en
verzoening is, kan mij dood noch
graf doen beven, ja, geen macht der
duisternis. Trouw zal Hij
beschermen over wie Hij eens zich
wou ontfermen.
Als de Heer, mijn Koning, in Zijn
dienst mij neemt, opent eenmaal
zich de woning, waar mij niets van
Hem ontvreemdt, waar ik altoos
juichen, eeuwig lof en dank Hem
mag betuigen.
JDH 881
34. Is hier een hart door vrees
benard, vermoeid door ’s levens
strijd? Twijfel drukt U neer, gij
struikelt telkens weer. O vat weer
moed, want God is goed En steeds
tot hulp bereid. Zo gij slechts kunt
geloven, Ziet gij Zijn heerlijkheid.
Koor:
Daar zijn geen grenzen, aan Jezus
macht, Voor elk die wond’ren van
Hem verwacht! Ja, wie Hem
aanraakt ervaart Zijn kracht, Daar
zijn geen grenzen, aan Jezus macht.
Gaat gij gebukt door zorg gedrukt
Leg dan uw lasten neer! Tob niet
langer voort, vertrouw op ’s Heren
woord. Hij hoort uw beê en
schenkt u vreê. In liefde eind’loos
teer: Zo gij slechts kunt geloven.
Niets is onmoog’lijk meer.
JDH 584
Daar is een helper, groot van
kracht. Steeds bereid, Hij hoort als
Vriend naar elke klacht. Steeds
bereid. Is ook uw weg soms steil en
ruw, Roep Hem te hulp, Hij zoekt
naar U, Hij was voorheen, ook is
Hij nu: Steeds bereid.
Koor:
Steeds bereid.{2x} Hij was
voorheen ook is Hij nu: Steeds
bereid.
Hij kent de noden van uw hart,
Jezus leeft! Hij weet uw wensen
deelt uw smart, Jezus leeft! Werp
al uw zorgen op Hem vrij, Hoor
naar de stem, die nodigt blij;
“Komt, gij vermoeiden, komt tot
mij?” Jezus leeft.
Koor:
Jezus leeft {2x}. Komt, gij
vermoeiden komt tot Mij! Jezus
leeft!
In alles zult Gij Jezus mijn, Met
mij zijn. Gij zult in d’ allergrootste
pijn, Met mij zijn. Ik wil U volgen
waar Gij leidt, Daar Gij de liefde
zelve zijt, Gij zult tot in der
eeuwigheid, Met mij zijn.
Koor:
9
 Met mij zijn. {2x} Gij zult tot in
der eeuwigheid met Mij zijn.
Glk 44
36. Is uw leven vol van moeit’ en
zorgen? Zeg het aan Jezus! {2x}
Als daar vrees is voor de dag van
morgen, zeg het aan Jezus alleen!
Koor:
Zeg het aan Jezus {2x} Jezus
verhoort uw gebeen. Daar is geen
Vriend zo liefdevol en teder, zeg
het aan Jezus alleen!
Wil verzoeking ’t harte
binnendringen, zeg het aan Jezus.
{2x} Dra zult gij van overwinning
zingen! Zeg het aan Jezus alleen!
Is Uw ziel bekommerd over
zonden? Zeg het aan Jezus! {2x}
Jezus redt en heelt de diepste
wonden. Zeg het aan Jezus alleen!
JinA 124
37. This world is not my home, I’m
just a passing thru’. My treasures
are laid up, somewhere beyond the
blue. The angels beck on me from
heaven’s open door. And I can’t
feel at home, in this world
anymore.
Koor:
O, Lord, You know, I have no
friend like you, if heaven’s not my
home, then Lord what will I do.
The angels beck on me, from
heaven’s open door, and I can’t
feel at home, in this world
anymore.
Wij zijn niet lang op aard’, Het
leven gaat voorbij. Maar in ’t
beloofde land, daar wacht de Heer
op mij. Eens zal ik Hem daar zien,
aan d’ open hemelpoort, Eenmaal
kom ik daar aan, in dat heerlijke
oord.
Koor:
O, Heer, een vriend als Gij bestaat
er geen, als Gij mij niet verwacht
Heer, waar moest ik dan heen. De
Heiland wacht op mij aan d’ open
hemelpoort, eenmaal kom ik daar
aan, in dat heerlijke oord.
They’re all expecting me, And
that’s one thing I know. My
saviour pardoned me and now I
onward, go, Iknow He’ll take me
thru’ tho’ I am weak and poor, And
I can’t feel at home in this world
anymore.
Daar in ‘t beloofde land, daar
wordt op mij gewacht, en ben ik
soms ook zwak, de Heiland geeft
mij kracht, Weet ik de weg niet
meer, dan helpt de Heer mij voort
en dan zie ik omhoog, naar dat
heerlijke oord.
JDH 880
38. Wat de toekomst brengen
moge, mij geleidt des Heren hand;
moedig sla ik dus de ogen naar het
onbekende land. Leer mij volgen
zonder vragen Vader, wat Gij doet
is goed! Leer mij slechts het heden
dragen met een rustig, kalme
moed!
Heer, ik wil Uw liefde loven, al
begrijpt mijn ziel U niet. Zalig hij,
die durft geloven, ook wanneer het
oog niet ziet. Schijnen mij Uw
wegen duister, zie, ik vraag U niet:
waarom? Eenmaal zie ik al Uw
luister, als ik in Uw hemel kom.
Laat niet mij mijn lot beslissen! Zo
ik mocht, ik durfde niet. Ach, hoe
zou ik mij vergissen, als Gij mij de
keuze liet! Wil mij als een kind
behand”len. Dat alleen de weg niet
10
 vindt: neem mijn hand in Uwe
handen en geleid mij als een kind.
JDH 499
39. U behoort geheel mijn leven, U
te dienen is mijn eer! U te volgen is
mijn roeping, ja mijn hoogste
vreugd, o Heer. Hebt G’ Uzelf aan
mij gegeven, Heer neem ook mijn
offer aan. Dat mijn krachten tijd en
gaven immer U ten dienste staan.
Wijd mijn handen, dat ze werken
wat, mijn Heiland, U behaagt!
Wijd mijn voeten, dat ze wand’len
waar Uw liefdemacht mij schraagt
Wijd mijn stem opdat ik andren
van Uw goedheid spreken mag;
wijd mijn have, wijd mijn gave,
laat m’ U dienen al de dag!
Wat de wereld ook belove, Heer,
Gij zijt mijn grootste schat Laat ‘m
in Uw nabijheid blijven, houd Gij
steeds mijn hand gevat! Help mij,
dat mijn licht moog schijnen, ook
op andere donkere paân. Laat m’ in
woord en daad belijden wat Gij
hebt voor mij gedaan.
K 151i
40. Heer Jezus, ‘k wil U dienen, U
volgen tot de dood. Wees Gij mijn
Heer en meester bij mij alle nood!
Ik wil de strijd niet vrezen. Blijf
Gij mij steeds nabij! ‘k Zal van het
pad niet dwalen, mijn trouwe gids
zijt Gij.
O laat m’ Uw stemme horen, Uw
vriendlijk woord verstaan, aan
eigen wil mij sterven, mijn driften
tegengaan! Spreek, om mij te
vertroosten, te leiden door uw raad!
O spreek, en doe mij luistren, mijn
Heer, mijn toeverlaat!
O, schenk mij uw nabijheid! De
wereld lokt mij aan. Zij zoekt mij
te verblinden, te trekken op haar
paan. De vijand is rondom mij,
rondom en in mijn hart. Wees Gij
mijn schild, o Here, als mij de
zonde tart!
K 11
41. Neem mijn leven, laat het,
Heer, toegewijd zijn aan Uw eer!
Neem bezit van al mijn tijd, ieder
uur zij U gewijd!
Neem mijn handen, maak ze sterk,
altijd vaardig tot Uw werk! Maak
mijn voet bereid, gewend, vlug, te
gaan waar Gij mij zendt.
Neem mijn stem en leer mij, Heer,
spreken, zingen tot Uw eer! Op
mijn lippen leg Uw woord, dat ze ’t
verder dragen voort.
JDH 133
42. Hij die rustig en stil, Zich
steeds voegt naar Gods wil, Hem in
alles vertrouwt en gelooft, Die
slechts hoort naar Zijn stem, Zich
geheel geeft aan Hem, Smaakt een
vreugde die nimmer verdooft.
Koor:
Zie slechts op Hem, volgt
gehoorzaam zijn stem, blijf maar
rustig vertrouwen, altijd ziende op
Hem.
Loeit de levensorkaan, komt er
zorg op ons aan; ’t is Zijn glimlach
die alles verdrijft. Klagen, zuchten,
geween, Vrees en twijfel gaan heen
als wij rustig vertrouwen in Hem.
Wordt u moeite en strijd, door de
mensen bereid: zie op Hem slechts
Zijn blik schenkt ons moed! Hij
draagt u; ook uw kruis, brengt
straks veilig u thuis, zorgt dat alles
hier meewerkt ten goed”.
JinA 116
11
43. Precious Lord take my hand,
lead me on, help me strand. I am
tired, I am weak, I am worn.
Through the storm, through the
night. Lead me on to the ligt, Take
my hand, precious Lord, lead me
home.
Neem mijn hand, dierb’re Heer,
want ik kan zelf niet meer. ‘k Ben
zo moe, ‘k ben zo zwak, zo alleen.
Door de storm, door de nacht, geef
mij licht, geef mij kracht. Neem
mijn hand, doe het Heiland, breng
me thuis.
When my way grows drear,
precious Lord linger near, when
my life is almost gone. Hear my
cry, hear my call, hold my hand,
lest I fall. Take my hand, precious
Lord, lead me hone.
Wordt mijn weg soms ook zwaar,
Heer wees Gij dan ook daar. Als
mijn taak hier op aard’ is volbracht.
Hoor mijn stem, hoor mijn klacht.
‘k kan niet zonder Uw kracht,
neem mijn hand, doe het Heiland
breng me thuis.
K 22h
44. Heer, buig Gij mij, zoals het
graan, dat neerbuigt in de
morgenwind! Zo voor de adem van
Uw Geest, buig Gij in ootmoed ook
uw kind!
Verheft het trotse hart zich soms en
wil ’t uw Geest niet volgen, Heer. o
Geest des Heren, kom met vuur.
Verbrand wat zich niet buigt ter
neer!
Heer, zoals Gij der waatren loop
hebt in uw hand en zelf ze leidt in
bedding, door U zelf gewild, o, leid
mij zo in eeuwigheid!
Heer, buig Gij mij! Maak uit het
leem, dat anders toch geen waarde
heeft, een vat, voor uwe dienst
geschikt, verbroken, maar waar Gij
in leeft!
JdH 522
45. Zoals ik ben, kom ‘k onbereid
Uw bloed alleen is ’t waar ‘k op
pleit. Gij biedt mij Uw
gerechtigheid, o Lam van God, ik
kom, ik kom.
Zoals ik ben, kom ik onrein, met
zonden rood als karmozijn, mijn
lichaam mat, mijn ziel vol pijn. O,
Lam van God, ik kom, ik kom.
Zoals gij zijt, Halleluja. Hij
schenkt die tot Hem komt, gena.
Kom, weiger niet, want ’t is uw
scha; zeg: Lam van God, ik kom,
ik kom.
So lek’ mi de m’ e kon na joe, Mi
Masra mi doe sondoe troe. Mi de
begi voe Joe helpi mi. O, Santa
Lam, m’e kon, m’e kon.
Didibri tap’ mi ai en ziel, Joe
broedoe hem de was mi krin. Mi de
begi foe Joe helpi mi, O, santa
Lam, m’e kon, m’e kon.
Zoals ik ben niet meer gewacht, ik
durf niet staan in eigen kracht. Uw
bloed alleen heeft reddingskracht.
O, Lam van God, ik kom, ik kom.
JdH 30
46. Daarboven is een heerlijk oord,
o, zo schoon, o, zo schoon. Daar
wordt het eng’lenlied gehoord, o,
zo schoon, o zo schoon. Geen
zonde kent men daar omhoog, de
blijdschap fonkelt in het oog, des
zondaars die voor Jezus boog o, zo
schoon, O, zo schoon.
12
 Geen donk’re wolk bedekt de
lucht. Heerlijk land! Heerlijk land!
Geen boezem slaakt daar ooit een
zucht. Heerlijk land! Heerlijk land!
Daar groeit de liefd’ in elk gemoed,
de Heer is daar hoogste goed. Hij,
Die vergroot Zijn dierbaar bloed,
Heerlijk land! Heerlijk land!
Wij zullen om Gods troon daar
staan. Wilt gij gaan? Wilt gij gaan?
Hem bieden w’ onze lofzang aan.
Wilt gij gaan? Wilt gij gaan? Daar
zinkt de zon ook nimmer meer, de
maan verbergt haar glans niet
meer. De rouwtijd keert daar
nimmer weer. Wilt gij gaan? Wilt
gij gaan?
Des Heren weg is recht en goed.
Wilt gij gaan? Wilt gij gaan? God
eist verand’ring van gemoed. Wilt
gij gaan? Wilt gij gaan? Des
Heilands roepstem klinkt to u:
“neem op uw kruis en volg Mij nu,
Verlossing, vrede, schenk ik U!
Wilt gij gaan? Wilt gij gaan?”
O, zondaar zeg, met hart en mond:
“Ik wil gaan! Ik wil gaan!” Nog
heden en in deze stond: “Ik wil
gaan! Ik wil gaan!” Mijn oude
makkers, ‘k ga niet mee, naar ’t
oord van eeuw’ge smart en wee! Ik
kies nu Jezus en Zijn vreê. Ik wil
gaan! Ik wil gaan!”
47. Koor:
Zusters zingt in vreugde, want de
Heer is hier, Hij is hier {2x}
Broeders zingt in vreugde, want de
Heer is hier, ja, Hij is hier onder
ons.
De Heer is in ons midden. Hij roept
ons steeds bijeen, vertrouw op God
Hij werkt aan ons, vergeten wordt
niet één.
Leef steeds als mensen samen, in
vreugde en verdriet. Zijn bijzijn
geeft ons nieuwe moed, daarom
ziijn wij hier bijeen.
Gods liefde draagt ons alleen, geeft
blijdschap in ons hart. Zijn vrede
maakt ons frank en vrij. Hij houdt
ons bij elkaar.
JinA 149
48. Alles is gereed, in het
Vaderhuis {3x} Alles is gereed, in
het Vaderhuis,
Daar is vreugd, vreugd, vreugd.
Jezus is de weg, naar het Vaderuis
{3x}
Kom en ga met mij, naar het
Vaderhuis {3x}
Ja, ik zal daar zijn, in het
Vaderhuis {3x}
K 14
49. Ziet, kindren, hoe de
hemelpoort voor u ook open staat!
Treedt binnen op uws Heilands
woord! ’t Is morgen licht te laat.
De Heer klopt aan uw hart met
kracht, vol teed’re zondaarsmin.
Hij roept: “Ik heb reeds lang
gewacht. Laat gij mij eind’lijk in!”
Die weigert zal ook eens zo staan
en kloppen keer op keer, maar ’t
paradijs niet binnengaan: Want
heilig is de Heer!
JinA 91
50. Jezus is een machtige Heiland
Hij helpt overal door (3x} Tot aan
het eind der baan als het strijden is
gedaan helpt Jezus overal door.
Jongens en meisjes, je kunt jezelf
niet redden! Ga dan naar Jezus met
al je zorgen! Hij wil je helpen, is
13
 ook voor hou gestorven, Ga dan
naar Jezus Hij wacht op jou.
Aria 172
51. Mi kondre, troe, mi lobbi joe,
Joe mooi toe na mi hai! Da boen vo
joe mi soekoe troe, Da ogri moese
wai!
Da pisi doti, pee mi de, Troe, mi
moe lobbi hem, Di Gado potti mi
dapee, Vo tan wan piesie tem.
Pee mi tata en mi mama En mi
famiri de, Krin lobbi nooiti moe
kaba, Vo tai mi na den sei.
Mi begi Gado, vo Hem han <oe
hori kibri wi, En vo wi kondre moe
kan njan Da boen, di Hem ben gi.
Vo rust en vrede moese tan Na
kondre alapee, Na mindri vo mi
kondreman En soema na mi sei.
Da reti bribi moese gro, Vo gi wi
tranga dan, Te wi verhuisi, vo wi
go Na kondre Kanaân.
Joe sabi, pee da kondre de? En san
de loekoe joe? A de na hemel
jandasei, En moro mooi vo troe.
Aria 45
52. Verjari dei! Wi prijze Hem, Di
gi wi so wan dei. Wan jari langa wi
ben si: A loekoe en A kibri wi Na
ondro vo Hem frei.
Verjari dei! Wi prijze Hem, Di gi
wi so wan dei! Na neti en na
mamantem, Na deitem en na
sabatem; Hem tan wi krosibei,
Verjari dei! Wi prijze Hem, Di gi
wi so wan dei! Na nootoe wi ben
kari Hem, En nooiti A ben gi wi
sjen, Hem no tan farawei.
Verjari dei! Wi prijze Hem, Di gi
wi so wan dei! Den jari gowei, den
no tan: Da gnade vo wi Helpiman
Da dati no gowei.
Verjari dei! Wi prijze Hem, Di gi
wi so wan dei! Wi hopo hatti, hopo
stem, Lofsingi, wi lofsingi Hem Vo
so wan switi dei.
JdH 885
53. Dank U, voor deze nieuwe
morgen. Dank U, voor deze nieuwe
dag. Dank U, dat ik met al mijn
zorgen bij U komen mag.
Dank U, dat mij geen kwaad kan
deren. Dank U, dat U mijn ziel
behoedt. Dank U, dat ik van U mag
leren hoe ik leven moet.
Dank U, voor hen die mij
omringen. Dank U, voor wat mij
toebehoort. Dank U, voor alle
kleine dingen; ieder vrien’lijk
woord.
Dank U, dat U mij steeds wilt
sterken. Dank U, dat U mijn
zwakheid kent. Dank U, dat U mij
steeds laat merken, dat U bij mij
bent.
Dank U, o Heer, laat mij U danken.
Dank U, dat ik U danken kan.
Dank U, o Heer, ik wil U danken,
dat ik danken kan.
K 152h
54. Vang uw werk met Jezus aan!
Hij wil bij u wonen. Bid Hem om u
bij te staan! Hij zal ’t einde kronen.
Op uw paan zij Hij uw lust! Zoek
Hem in de morgen! Ga met Jezus
ook ter rust! Laat uw Jezus zorgen!
’s Morgens zij het eerste werk,
Jezus biddend vragen: “Heer, zo
14
 liefd’rijk, wijs en sterk, help mij
alles dragen!”
’s Morgens, ’s avonds en bij nacht,
als het gaat ten strijde, tegen satans
list en macht, staat Hij u ter zijde.
Als uw Jezus met u is, laat de
vijand woeden! Voor ’t geweld der
duisternis zal Hij u behoeden. Stel
gerust geheel uw lot in de hand des
Heren! Hij, uw redder en uw God,
zal het onheil weren!
K 166d
55. Mijn eerst gevoel zij
dankbaarheid, waar ‘k mee tot God
genake, daar ’t morgenlicht zijn
stralen spreidt en ik verkwikt
ontwake! Tot Hem verheft zich
hart en stem voor zijne
gunstbewijzen. Ik leef, beweeg m’
en ben in Hem. Zou ik mijn God
niet prijzen?
Door uwe goede Geest geleid, en
moedig door uw zegen, voel ik mij
tot mijn taak bereid, juich ik deez’
dag weer tegen. Dat ik, met
kinderlijk ontzag, slechts aan uw
wetten hange! En één, mijn roeping
waard, gedrag mijn morgenlied
vervange!
K 184
56. ‘k Wil U, o God mijn dank
betalen, U prijzen in mijn
avondlied. Het zonlicht moge
nederdalen, maar Gij, mijn licht,
begeeft mij niet. Gij woudt mij met
Uw gunst omringen. Meer dan een
vader zorgde Gij, Gij, milde bron
van zegeningen! Zulk een
ontfermer waart Gij mij.
Uw trouwe zorg wou mij bewaren,
uw hand heeft mij gevoed, geleid.
Gij waart nabij in elke
moeilijkheid. Deez’ avond roept
mij na mijn zorgen, tot rust voor
lichaam en voor geest. Heb dank!
Reeds van de vroege morgen zijt
Gij mijn heil en hulp geweest.
JinA 17
57. Blijf met mij, Heer, als ’t
zonlicht niet meer straalt. Blijf met
mij, Heer, als straks de avond daalt.
Als vrienden henen gaan in
stormgetij, Blijf Gij ter hulp
gereed, o blijf met mij!
Wat is hier blijvend, dat het hart
verheugt? Ach! Nimmer geeft ons
d’ aarde blijvend vreugd. Alles
snelt henen, glorie gaat voorbij;
Maar Gij die niet verandert, blijf
met mij!
‘k Kan zonder U geen enk’le
schrede gaan. Wees Gij mijn
Leidsman op mijn levensbaan. Aan
Uwe hand slechts ga ik veilig blij;
Zij ’t voor of tegenspoed, o, blijf
met mij!
Aria 60
58. Goeneti dan! Da dei gowei, Da
tem vo rust kom krosibei; Zon go
na ondro; joe no man Vo hori hem.
Goeneti dan!
Goeneti dan! Mi Gado, Joe Ben
doe mi foeroe boen vo troe, Vo teri
ala mi no man, Vo prijze Joe!
Goeneti dan!
Goeneti dan! Mi firi troe, So meni
ogri mi ben doe; Gi mi pardon, mi
Helpiman! Joe sari mi! Goeneti
dan!
59. Zouden wij ook eenmaal
komen.
Waar de levensstroom ontspringt.
En aan d’ altijd groene zomen.
Christus’Kerk Zijn lof steeds
zingt.
Koor:
15
 Laat ons streven eens te komen.
Aan de zilv’ren, zilv’ren stromen.
Waar aan d’ altijd groene zomen.
Christus’Kerk ’t Hosanna zingt.
Ing Wismané Gusti kula. Angsal
gesang kang mulja. Kula sami lan
pra mitra. Ing sak lami laminja.
Mila swami sami ngungsi. Dateng
wismanipun Gusti. Ing pundi pra
mitra sami. Agirang lan memudji.
Laat ons in die hope leven. God,
Die ons naar vreugde biedt. Wil
zijn Geest als pand ons geven. Dat
genaad’ ons is geschied.
60. Vernieuw Uw werk, o Heer en
laat nog heden in onze harten. Uwe
liefd’ ontstaan. Dan zal ’t gebed
voor een verloren wereld als
wierookdamp de hemel
binnengaan. Wij voelen, Heer de
macht der zonde drukken. Wij zien
het, hoe de massa U vergeet. De
stroom van ongerechtigheid blijft
stijgen, de boosheid driester steeds
naar buiten treedt.
Karja Tuwan mugi karsa
nginggalken. Supados Sih Tuwan
waged tuwuh. Ing manahipun
tyang sami ndongakken. Djagad
ingkang méh ital lan rusuh. Kita
ngaraosken momotaning dosa. Lan
sumerep jén sami mbalila. Selot
langkung katah drédah gredjegan.
Mboten énget dumateng Pangéran.
Vernieuw Uw werk, o Here, hoor
ons pleiten in Jezus ‘naam verhoor
toch onze bee. Zend een ontwaken
over heel de wereld, dat meenge
ziel nog komt tot volle vree. O,
zend Uw Geest, die ’t hart kan
overtuigen. Dan knielen zondaars
aan Uw voeten neer. Opdat die
kreet steeds luider wordt
vernomen; Kom Here Jezus, ja,
kom haastig Heer.
Karja Tuwan mugi karsa
nginggalken. Awit sampun
wantjining panenan. Mugi Tuwan
ngutus lan nutjékakan. Utusan
ingkang manut ing Tuwan. Kang
sarta tansah dipun ndongakaken.
Supados waged nggiring mring
Gusti. Ing satitah nrimah klajan
pitadjeng. Ugi tumut ndedonga lan
mudji.
61. Ere zij aan God, de Vader, ere
zij aan God, de zoon, eer de
Heil’ge Geest, de Trooster de
Drieeen’ge in zijn troon. Halleluja,
Halleluja, de Drieeen’ge in zihn
troon.
Ngluhuraké Sang Ma-Asih. Sing
ngresiki kang reged. Ngluhuraké
kang menuntun. Wong dosa
ménjang Pérdus. Halleluja,
Halleluja, Sang Tjempé ingkang
nebus.
Ere zij aan Hem wiens liefde ons
bevrijdt van elke smet. Ere zij aan
Hem die zondaars in de rij van
Koon’ge zet. Halleluja, ’t Lam dat
vrij kocht en dat redt.
Halleluja. Halleluja, Pra Mlaékat
ngluhurké. Kamuljan lan
panguwasa. Tumedak ing manusa.
Halleluja, Halleluja, Punudjija
Asmanja.
62. Hosanna, Hosanna, Hosanna in
de hoge {2x} Heer ons hart is vol
lof
Wij verhogen Uw Naam. Wees
verheven o Heer, Mijn God.
Hosanna in de hoge.
Hosanna, Hosanna, Hosanna ing
ngaluhur {2x} Atiku tan bungah.
Lan ngluhurké Allah. Tansah
memudji Asmanja. Hosanna ing
ngaluhur.
16

Glorie, Glorie, Glorie voor de
koning {2x} Heer ons hart is vol
lof. Wij verhogen Uw Naam. Wees
verheven o Heer, Mijn God, Glorie
voor de Koning.
Pudji, Pudji, Pudji Sang Pamarta
{2x} Atimu tan bungah. Lan
ngluhurké Allah. Tansah memudji
Asmanja. Pinudji Sang Pamarta.
Jezus, Jezus, Jezus is de Koning
{2x} Heer ons hart is vol lof. Wij
verhogen Uw Naam. Wees
verheven o Heer, Mijn God, Jezus
is de Koning.
Yesus, Yesus, Yesus Ratunira {2x}
Atiku tan bungah. Lan ngluhurké
Allah. Tansah memudji Asmanja.
Yesus Ratunira.
63. Ik wil komen en knielen aan
Uw voeten Heer Jezus. In Uw
nabijheid is volheid van vreugd. Er
is niemand, niets en niemand die
mij zo vervullen kan. ‘k Vind mijn
vreugde in U alleen o Heer.
Aku mara lan sudjud marang Gusti
Yesus. Awit Yesus paring
kabungahan. Ora ana sing bisa
netepaké kwadjipanku, Mung
Yesus kang bias anjukupi.
64. Wij zijn hier gekomen, met
lofzang in ons hart. Alles wat U
toekomt, hebben wij gebracht. Hier
is onze liefde, die naar U verlangt.
Alles binnen in ons roept; Abba
Vader. Help ons U te geven,
vreugde en genoegen. Dat U steeds
mag horen; Ik hou van U.
Awak ’déwé mréné nggémbol
pamudji. K’béh sing pantes kagen
Gusti tak gawa. Iki katrésnané sing
kangen kowe. Ing dalem kalbu
nguwuh; Abba Bapak. MBok
diréwangi njaoské klawan réna.
Gusti tansah krungu; Tak trésnani.
65. Ik zal opgaan naar Gods huis,
met gejubel en gejuich. Ik zal
komen in Zijn hof met lof. Ik zal
eren onze Heer, die mijn dagen
maakt. Ik ben verheugd want Jezus
maakt mij blij. Jezus maakt mij blij
{2x}. Ik ben verheugd want Jezus
maakt mij blij.
Aku arep njang omahé, Gusti
klawan bungah. Klawan mudji
néng Kédatoné. Aku mundi Gusti
sing ngekéki umur. Gusti Yesus
sing ndadékké bungah.
Yesus mbungaké {2x} Gusti
Yesus sing ndadékké bungah.
66. Als op ‘slevens zee de
stormwind om u loeit; als ge
tevergeefs uw arme hart vermoeit.
Tel uw zegeningen, tel ze één voor
één, en ge zegt verwonderd. Hij liet
nooit alleen. Tel uw zegeningen,
één voor één; tel ze alle en vergeet
er geen. Tel ze alle; noem ze één
voor één; en ge ziet Gods liefde
dan door alles heen.
Jén kula sami badékarepotan.
Ketaman ing panggoda lan
alangan. Matura ing Gusti kang
Maha Kwasa. Kang bias ngreksa
uriping pra djalma. Uga djagad lan
sak isinja. Sato kéwan ing
dedaratan. Uga paring sih-
rahmatipun; Dumateng kula sami
sé- dajanja.
Zo in alle moeiten, zorgen zonder
tal. Weest toch nooit ontmoedigd,
God is overal. Tel uw zegeningen
Eng’len luist’ren toe. Troost en
hulp schenkt Hij u, volg dan blij te
moe.
17
67. Zij ons harte altijd vrolijk, Daar
de Vader ons bemint. Dankbaar
mogen wij het weten, Dat hij zelf
ons noemt zijn kind.
Koor:
Altijd vrolijk, altijd vrolijk, Jezus is
mijn zonneschijn. Volle blijdschap
is Gods gave, Laat ons altijd vrolijk
zijn.
Tyas kita dimen slamanja. Bungah
asukaréna; dené Sang Rama néng
swarga; nganggep putra mring kita.
Mara tansah abebungah, saben dina
antuk trang. Dalaning urip éndah
apadang, mara tansah dén girang.
God leidt ons aan Vaderhanden,
Helpt in strijd en in verdriet. Zijn
genade is de sterkte, die hij elke
dag ons biedt.
Hjang Agung kang ndjankung kita.
Rineksa ing panggoda. Sih-
rahmatnja kang aglipur; paring
kuwat santosa. Mara tansah
abebungah, saben dina antuk trang.
Dalaning urip éndah apadang, mara
tansah dén girang.
68. Zachtkens en teder roept Jezus
de Zijnen. Dringend weerklinkt
Zijne stem: Zondaars, o kom toch
en wordt nu de Mjnen, Ga nu
gelovig tot Hem.
Koor:
Keert weer, keert weer. Zondaars
keert weer tot uw Heer. Zachtkens
en teder roept Jezus de Zijnen,
Zondaars, o hoort Hem, keert
weer.
Yesus njeluki kowé liri liri. Notok
ing nj’roné ati. Wong dosa mbok
Yesus ndang ditampani. Aja
ngenténi suwi.
Koor:
Balik, mbok ndang balik Gusti
njéluki kowé. Dalan sing peteng
aja dilakoni. Balik nang nggoné
Gusti.
Snel vliegt de tijd, ook der
zaligheid henen. Alles op aarde
vergaat. Blijf niet de satan uw oor
langer lenen. Straks is ’t voor
eeuwig te laat.
69. Mijn hart zingt een lieflijke
melodie. Een lied van vreugde en
kracht. Want Jezus vergaf al mijn
zondeschuld. Schonk licht m’ in
duistre nacht.
Koor:
Ik heb een nieuw lied. Een
wonderbaar lied. Ik heb een nieuw
lied in mijn hart. En ‘k juich nu zo
blij: “Het oud is voorbij. Ik heb
een nieuw lied in mijn hart”.
Lagu sing njénéngké tak singékké,
Lagu rikat. mbungahké. Wit Yesus
ngapura dosa kabéh. Jén peteng,
ngékki padang.
Koor:
‘Ku nduwé singi, anjar,
nggumunké. Tak gembol néng
ndjro atiku. ‘Ku surak bungah, sing
lawas ilang. Singi anjar néng atiku.
O, glorie voor Jezus, Hij woont in
mij. Gekruist mijn leven voor
Hem. Ik voel nu de druk van Zijn
trouwe hand. En luister steeds naar
zijn Stem.
Pinudji Yesus sing manggon
nggonku. Uripku pasrah Gusti.
Aku ngrasakké tangan sing setya.
Aku manut swarané.
70. ‘t Is Uwe zaak, o Hoofd en
Heer, de zaak waarvoor wij staan.
En daar het geldt Uw zaak, Uw eer
kan zij niet ondergaan. Maar ’t
tarwegraan, opdat het blij, ontspruit
18
 en groei en vruchtbaar zij, moet
sterven in der aarde schoot eerst
aan het eigen leven dood! Door
sterven dood, aan ’t eigen leven
dood.
Duh, Allah Kang Maha kwasa;
méngkoni manusa. Sadjagad lan
saisinja, salami-laminja. Mila kula
sami ngungsi; mring Tuwan kang
Maha sekti. Awit Tuwan kang
kangungan. Samukawis ing
pasamwan. Mila kula; mugi
Tuwan kanti.
Gij zelf stierf als het tarwegraan en
daalde ’t neer in ’t graf. Breng Gij
der wereld ’t leven aan die U de
Vader gaf; Zend boden over ’t
wereldrond; Eens klink Uw naam
uit aller mond. Uw naam zo vol
van heerlijkheid; Ook wij staan tot
Uw dienst bereid. Ten dienst
bereid, ten dienst door kamp en
strijd.
71. Als een hert dat verlangt naar
water zo verlangt mijn ziel naar U,
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U. U
alleen bent mijn kracht, mijn
schild. Aan U alleen geef ik mij
geheel. U alleen kunt mijn hart
vervullen, mijn aanbidding is voor
U.
Kaja kidang sing ngélak bangét.
Nggoné ngorong mring banjo. Ya
kaja ngono duh Pangéran
Pangoronging awakku. Njawaku
angorong ténan. Maring Gusti sing
kwasa, urip. Kowé sing bias
nglegakaké. Atiku dadi ndwékmu.
72. Koning Jezus, prijs Koning
Jezus. Geef Hem glorie en hulde en
ere Koning Jezus. Voor Uw
majesteit, hef ik mijn handen op,
Heer ik prijs u, ‘k aanbid U, ‘k
bemin U, Halleluja, Halleluja.
Halleluja {4x} Voor Uw
majesteit, hef ik mijn handen op.
Heer ik prijs U, ‘k aanbid U, ‘k
bemin U, Halleluja.
Ratu Yesus, o Ratu Yesus.
Kapudjijo, luhurna, inundi Ratu
Yesus. Tanganku kang ngumbulké
kamuljanmu. Aku mudji, ngabekti
Gustiku, Halleluja, Halleluja.
Halleluja {4x} Tanganku kang
ngumbulké kamuljanmu. Aku
mudji, ngabekti Gustiku, Halleluja.
73. Ik wil de Here te allen tijde
prijzen. Bestendig zij Zijn lof in
mijn mond. In de Here beroeme
zich mijn ziele, d’ ootmoedigen
verheugen zich erom. O, maakt met
mij de Here groot en laat ons
tesaam Zijn naam verheffen. Ik
zocht de Here en Hij antwoordde
mij. Hij redde mij uit al wat mij
verschrikt.
Aku arep mudji Gusti saklawasé.
Ora bakal lérén pudjiku. Njawaku
memudjia mring Pangéran. Wong
djudjur pada bungah, bungah. Ajuk
bareng mudji Gusti. Ajuk podo
ngluhurké asmané. Aku ngoléki lan
Gusti njauri. Nulung aku sangka
sing medéni.
74. Ik verhoog Uw naam ver boven
heel de aard {2x}
U wil ik zingen Heer de
lofzangzang van mijn hart {2x}
Gusti tak pudji
Ngungkuli ing bumi {2x}
Kowé sing tak pudji.
Pudji ning atiku {2x}
75. Geloven alleen, geloven alleen.
Alles is mogelijk, geloven alleen
{2x}
19

Jezus is hier, Jezus is hier. Alles is
mogelijk, want Jezus is hier {2x}
Only believe, only believe. All
things are possible, only believe
{2x}
Prétyaya terus, prétyaya terus.
Bakal keturutan yén prétyaya {2x}
76. Komt, laat ons zingen al te
saam; God is goed! Hemel en
aarde, prijst Zijn naam! God is
goed! Laat ieder naad’ren tot Zijn
troon. Zingen met Hem op blijde
toon. In melodien, rein en schoon:
God is goed ! God is goed {2x}. In
melodiën rein en schoon: God is
goed.
Hayuk singi bebarengan Gusti
betyik. Langit lan bumi memujia,
Gusti betyik. Hayuk bebarengan
singi. Ngluhurké Jenengé Gusti.
Karo suwara sing ramé, Gusti
betyik. Gustiku, Gustiku. Karo
suwara sing ramé, Gusti betyik.
O, zegt het voort tot ’t verste
strand: God is goed! Voor elk is
plaats in ’t Vaderland. God is goed!
Van zonde maakt ons Christus vrij.
Licht in de duist’re nacht bracht
Hij. Als Zijn verlosten juichen wij:
God is goed! God is goed! {2x} Al
zijn verlosten juichen wij: God is
goed.
77. Cast your burdens unto Jesus
for He cares for you {2x}
Higher, higher.
Higher, higher, higher,
higher, higher, higher.
Lift Jesus higher.
Lower, lower.
Lower, lower, lower,
lower, lower. lower.
Stamp satan lower.
Super, super.
super, super, super.
super, super super.
Super natural power.
78. Ik kwam tot Jezus, zondig en
onrein. Hij nam mijn zonden weg
{2x}
En deed mij drinken uit de
heilfontein. Hij nam mijn zonden
weg.
Koor:
Hij nam mijn zonden weg {2x}.
Nu is mijn hart in Hem verblijd
Halleluja. Prijs de Heer. Hij nam
mijn zonden weg.
Hoe drukte mij die zware zware
schuld. Hij nam mijn zonden
weg {2x}. Zijn liefde heeft mijn
moede hart vervuld. Hij nam mijn
zonden weg.
79. Thank you Lord, for saving my
soul. Thank you Lord, for making
me whole. Thank you Lord, for
giving to me, The great salvation
so rich and free.
Dank U Heer, Gij redde ook mij.
Dank U Heer, dat maakt mij zo
blij. Dank U Heer, ook ik nam U
aan. Nu mag ik met U door ’t leven
gaan.
K’ suwun Gusti aku mbok tulung.
K’ suwun Gusti dadi bungahku. K’
suwun Gusti Kowé tak tampah.
Uripku saiki nurut kowé.
80. Menjang mring Gusti, dosa lan
reget. Dosa ‘ku di nguwang {2x}.
Entuk ngumbé ing sumur
Kabegdjan. Dosa ‘ku di nguwang.
Refrein:
20
 Dosa ‘ku di nguwang {2x} Saiki
atiku bungah. Halleluja! Duh rama
sing nguwang dosa ‘ku. Dosa ‘ku
di nguwang.
Duh abotté abotté salaku. Dosa ‘ku
di nguwang {2x} Trésnané
ngebaki ati manéh. Dosa ‘ku di
nguwang.
81. Spreek mij van Golgotha, van
Jezus slechts alleen. Hij die als een
licht voor ons, in duisternis
verscheen. Hij heeft al volbracht, in
’s werelds donk’re nacht. Luister
naar Zijn lieflijke stem en geef uw
hart aan Hem.
Refrein:
Stel toch niet uit maar komt nog
heden, tot Hem die ook de dood
versloeg. Want voor ons heeft Hij
geleden. Zijn genade is genoeg.
Ja…tot in de dood, tot in de dood
getrouw. Hij nam mijn zonden
weg, opdat ik leven zal.
Aku njritakaké bab Jesus Gustiku.
Kang dadi Pepadang semlorot ing
wantji peteng. Kang ngrampungaké
papétengé djagad. ‘Jo ngrungokaké
Swara Katrésnan srana bungah.
Refrein:
Adja wigih wigih teka marek,
Njédak karo Sang Pamartaku. Wit
D’ wéké wis nandang sangsara.
Nganti teka pati. Nglabuhi pra
umat, ja aku lan kowé. Lan
njongga dosa kabéh, supaja aku
urip.
Aan Jezus voet, bij ’t kruis van
Golgotha. Zult g’ opnieuw geboren
zijn en leven in gena. Hij heeft al
volbracht, in ’s werelds donk’re
nacht. Luister naar Zijn lieflijk
stem en geeft uw hart aan Hem.
Ing gunung Golgotha, nang
ngarepé Yesus. ‘Ku pada tampa
urip sing njata selawasé.
Dapotangé djagad. Wis di
sirnakake. ‘Jo pada nampa swara
Katrésnan srana bungah.
82. Er is een Naam gegeven op
deez’ aard. Een Naam waarin God
zelf Zich openbaart. Deze schone
Naam, bindt ons allen saam. De
wond’re wond’re Naam van Jezus.
Koor:
Jezus is de schoonste Naam voor
mij. In mijn plaats leed Hij, kocht
mij eeuwig vrij. Daarom is Hij heel
mijn leven waard. O, Jezus is de
schoonste Naam op aard.
Die ene Naam geeft vreugde in
mijn hart. Versterkt en troost in
bange strijd en smart. Satan neemt
de vlucht, als ik even zucht. De
wond’re wond’re Naam van Jezus.
Als straks de poort des hemels
open gaat. Mijn naam dan in het
Boek des Levens staat. Prijs ik
eeuwig blij, in der zaal’gen rij. De
wond’re wond’re Naam van Jezus.
83. Ik ben zwak maar Gij zijt sterk.
Jezus doet in mij Uw werk. ‘k Heb
Uw blijdschap slechts in mij. Als
‘k mag gaan trouwe Heer aan Uw
zij.
Duh Gusti aku ringkih. Nyuwun
Gusti nguwatké. Bisa ayem ing ati.
Yén aku tyedek karo Gusti.
Refrein:
‘pengin nyedeki Gusti. Gustiku
sing nglabuhi. Saiki tekan pati.
Aku terus nyedeki Gusti.
21
 In de wereld vol van smart. Wie
vertroost het bange hart? Wie
maakt rijk en wie maakt vrij?
Alleen Gij trouwe Heer, alleen Gij.
Ing donya kebeg susah. Sapa sing
nglipur ati. Sapa ngekéki bungah.
Mung Gusti, ‘ra liya, mung Gusti.
Als ‘k de hemel binnenga. En de
wond’ren gadesla. Ied’re voetstap
in dat land, Zal dan zijn trouwe
Heer, aan Uw hand.
84. Volle verzeek’ring, Jezus is
mijn! Wat schenkt dat rust aan ’t
volgzaam gemoed. In Hem zal ‘k
zalig, zalig steeds zijn.
Wedergeboren door Jezus bloed.
Refrein:
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn.
In mijne Heiland, Jezus is mijn
{2x}
Aku wis mantep nurut Gusti.
Berkah sing gedé tak tampani.
Uripku mulya, mlébu swarga.
Atiku anyar sangka Gusti.
Refrein:
Aku memuji lan ngluhurké.
Gustiku Yesus wis nylamétké. Aku
memuji lan ngluhurké ‘ra bakal
lérén selawasé.
Voll’ onderwerping, Zijn eigen. In
Hem te rusten, heerlijk genot. ’t
Eigen ik doden, Zijn wil alleen.
Rijk in mijn Heiland, leven voor
God.
Aku wis pasrah marang Gusti.
Saiki ayem ing nj’ro ati. Roh Sutyi
mudun sangka swarga. Madangi
kabé sing prétyaya.
Volle verlossing, gans vrij te zijn.
‘k Mag alles leggen in Zijne hand.
’t Harte naar boven, ’t oog
hemelwaarts. Zo Jezus volgen naar
’t Vaderland.
85. Vrees niet, o Mijn volk, want
Ik waak over u. Mijn bloed kocht u
vrij en bewaart u ook nu. O, pleit
op dat bloed, daarin schuilt uwe
kracht, Geloof en vertrouw ook in
donkere nacht.
Koor:
Geloven alleen, geloven alleen.
Alles is mogelijk, geloven alleen
{2x}
Vrees niet, o Mijn volk, want ik
ben steeds met U. Mijn liefde
omringt u, op ’t levenspad ruw. Uw
weg houd Ik recht, door ’t licht van
Mijn Geest. Blijf dicht aan Mijn
zaij en wees nimmer bevreesd.
Vrees niet, o Mijn volk, zelfs niet
in de woestijn. De waat’ren van
Mara, hoe bitter z’ ook zijn. Zij
worden verzoet, door het hout van
Mijn kruis. Vrees niet. o Mijn volk,
want ik draag u naar Huis.
86. Is hier een hart door vrees
benard. Vermoeid door ’s levens
strijd? Twijfel drukt u neer, gij
struikelt telkens weer. O vat weer
moed, want God is goed. En steeds
tot hulp bereid. Zo gij slechts kunt
geloven. Ziet gij Zijn heerlijkheid.
Koor:
Daar zijn geen grenzen, aan Jezus
macht. Voor elk die wond’ren van
Hem verwacht. Ja wie Hem
aanraakt ervaart Zijn kracht. Daar
zijn geen grenzen, aan Jezus macht.
Ora énéng watesé Kuwasané.
Kanggo sing kentyeng pengandelé.
Sapa prétyaya ngrasakaké, ora
énéng watesé Kuwasané.
22
 Kom jere san wi, Gado kan doe.
San-a-doe gie trawan A kan doe gi
joe. Nanga hopo hanoe, A sa teki
joe. Krini joe hati, verloesoe joe.
87. Door een blik op het kruis is er
leven en heil. Is er leven voor U en
voor mij. Zie gelovig op Hem,
word behouden en leef, want
verlossing biedt Jezus u vrij!
Koor:
Zie, zie, zie en leef. Door een blik
op het kruis is er leven en heil. Is er
leven voor U en voor mij.
Srana mandeng ing salib tyang
dosa gesang, tinebus sagung
dosanira,de Tjempené Allah kang
sinalib ngrembat ngesahaken
duraka kita.. Daweh, dén pandeng!
Srana mandeng ing salib tyang
dosa gesang tinebus sagung
dosanira.
Neem nu aan in ’t geloof en met
vreugde het heil. Neem het leven
dat Jezus U geeft. Wees verzekerd
dat nimmer de dood U meer treft.
Daar de Heer, Uw gerechtigheid,
leeft.
88. O, God als oog en oor ’t
aanbidd’lijk wonder. Vernemen
van Uw werken zonder tal. Der
sterrenpracht, het dreunen van de
donder. Uw kracht en heerlijkheid
in ’t gans heelal.
Koor:
Dan zingt mijn ziel tot U, mijn
Heer en heil. Hoe groot zijt Gij,
Hoe groot zijt Gij. Dan zingt mijn
ziel tot U mijn Heer en heil. Hoe
groot zijt Gij. Hoe groot zijt Gij.
Sang Rama kang ana ing Swarga
adi, trésna asih mring manusa dosa.
Paring apura mring kang pada
wedi, marang Asmané kang Maha
Kwasa! Aku mudji Asmané kang
sutji, Gusti mulja. Gusti mulja
{2x}
Waar ‘k mij met Christus mag
gestorven weten. En leef door
Hem, nu door geen vrees benaderd.
Nu d’overwinnaar, op de troon
gezeten. Ook troont in mijn, door
Hem gereinigd hart
89. Ere zij aan God, de Vader Ere
zij aan God, de Zoon Eer de
Heil’ge Geest, de Trooster de
Drieeen’ge in Zijn troon. Halleluja,
Halleluja, de Drieeen’ge in Zijn
troon.
Ngluhuraké Sang Ma-Asih, Sing
ngesiki kang reged. Ngluhuraké
kang menuntun. Wong dosa
menjang perdus. Halleluja,
Halleluja, Sang Tjempé ingkang
nebus.
Ere zij aan Hem wiens liefde ons
bevrijdt van elke smet. Ere zij aan
Hem die zondaars in de rij der
Koon’gen zet. Halleluja, ’t Lam dat
vrij kocht en dat red.
Halleluja, Halleluja, Pra mlaékat
ngluhurké. Kamuljan lan
panguwasa tumedak ing manusa.
Halleluja, Halleluja. Sang Tempé
ingkang nebus.
90. Vader , U bent mijn erfdeel
voor altijd. Want U bracht mij
hoop en heerlijkheid. En ik hou
van U, o ik hou van U, voor altijd.
Jezus, U bent mij dierbaar voor
altijd. Want U gaf Uw hart en
heiligheid. En hou van U, o ik hou
van U, Heer ik hou van U , voor
altijd.
91. Zingen wij van Zijn liefde nog
eens. Van die liefde die nimmer
23
 vergaat. Van het bloed van het
Lam, eens geslacht. Tot de
heerlijkheidsure ons laat.
Koor:
Ik geloof; Jezus redt. En zijn bloed
maakt mij witter dan sneeuw {2x}
Ajuk ngambali ngidungaké. Tekan
‘ku pada ditimbali. Sihé Gusti Sing
tanpa taker. Néng Getihé Gusti
Sang Tjempe.
Koor:
‘ku Ngandel tulungé. Getihé
Gustiku sing ngumbah. ‘ku
Ngandel tulungé. Dosaka ja wis
diapura.
Er is reiniging voor iedereen. Die
gelovig zich werpt in die vloed. Er
is volle verlossing en heil. Die men
zeker verkrijgt door Zijn bloed.
92. Zij ons harte altijd vrolijk. Daar
de Vader ons bemint. Dankbaar
mogen wij het weten. Dat hij zelf
ons noemt zijn kind.
Koor:
Altijd vrolijk, altijd vrolijk. Jezus is
mijn zonneschijn. Volle blijdschap
is Gods gave, laat ons altijd vrolijk
zijn.
Tyas kita dimen slamanja. Bungah
asukaréna; dené sang Rama néng
swarga; nganggep putra mring
kita. Mara tansah abebungah.
Saben dina antuk trang. Dalaning
urip éndah apadang. Mara tansah
dén girang.
God leidt ons aan Vaderhanden.
Helpt in strijd en in verdriet. Zijn
genade is de sterkte, die Hij elke
dag ons biedt.
Hjang Agung kang ndjangkung
kita. Rineksa ing panggoda. Sih-
rahmatnja kang anglipur; paring
kuwat santosa. Mara tansah
abebungah. Sabeb dina antuk trang.
Dalaning urip édah apadang. Mara
tansah dén girang.
93. Dit is de tijd van angst en valse
dromen. Val niet in slaap ziet toe
wat nu geschiedt. Als iemand zegt:
“De Christus is gekomen, zie daar
is Hij of daar”. Geloof hem niet!
’t Is Jesus zelf, die over deze tijden,
toch duidelijk tot ons gesproken
heeft. Laat valse profetie u niet
misleiden, houdt vast alleen aan
Hem die eeuwig leeft.
Hij die bedreigt, hij zal nog meer
bedriegen, geen liefde meer slechts
ongerechtigheid. De hebzucht zal
de moord en doodslag wiegen, dit
is het beeld van deze laatste tijd.
Maar gij die weet, dat Jezus is
gestorven, en die gelooft, dat Hij is
opgestaan. Heeft door gena bij
Hem een plaats verworven, hij die
volhardt zal veilig huiswaarts gaan.
94. Lord prepare me, to be a
Sanctuary. Pure and holy, tried and
true. With thanksgiving I’ll be a
living Sanctuary, for you.
Masra meki. Mi de wan Santa
Presi: krin en santa, tesi en tru.
Nanga tangi, mi sa de wan libi
Santa Presi, gi yu.
Here maak mij tot een Heiligdom;
rein en heilig, wel beproefd. Met
dankzegging, zal ik zijn een levend
Heiligdom voor U.
95. Als God zijn stem doet horen in
Israel, dan zien wij al zijn luister en
macht. Kom naar de heilige berg
van God. Zing dit feestlied in de
nacht.
24

Koor:
Hij ’s de Machtige van Israel. De
machtige van Israel. Zijn stem
wordt gehoord. In de sterkte van
Zijn Woord. De Machtige van
Israel.
Dan toont Hij Zijn kracht en de
blinden zullen zien. De doven
verstaan zijn stem. De tong van de
stomme zal zingen in de nacht. De
lamme zal dansen voor Hem.
De dorre woestijn zal gaan bloeien
als een roos. De wildernis jubelt en
lacht. Spreek tot het hart van wie
moe is en bang: Wees sterk! De
Heer vernieuwt uw kracht!
96. The Lord is worthy to be
praised. How excellent is The
Name {2x}
Koor:
How excellent {2x}
How excellent is The Name {2x}
The Lord He is a man of war. How
Excellent is The Name {2x}
The Lord is calling out today. A
people of his praise {2x}
97. What almighty God we serve
{2x}. The angels bow before Him.
Heaven and earth adore Him. What
almighty God we serve.
Jesus is the Lord we serve {2x}.
The angels bow before Him.
Heaven and earth adore Him. Jesus
is the Lord we serve.
98. It is a great thing to serve
the Lord {3x} Walking in the light
of God. Oh, walk, walk, walk,
walking in the light {3x}. Walking
in the light of God.
A de wan bigi sani fu dini Masra
{3x}. Waka in ‘da leti fu Masra. O,
waka, waka, waka, waka in da leti
{3x}. Waka in da leti fu Masra.
99. Ah Lord God, Thou hast made
the heavens and the earth by Thy
great power. Ah, Lord God, Thou
hast made the heavens and the
earth by thy outstretched arm.
Koor:
Nothing is too difficult for Thee
{2x}. Great and mighty God, Great
in council, mighty indeed. Nothing
{2x}, absolutely nothing. Nothing
is too difficult for Thee.
100. We bring the sacrifice of
praise. Into the house of the Lord
{2x} And we offer up to You the
sacrifices of thanksgiving. And we
offer up to You the sacrifices of
joy.
Lofoffers brengen wij aan U in Uw
huis, o Heer {2x} En wij brengen
aan U een offer van dankzegging.
En wij brengen aan U een offer van
vreugd.
101. In the presence of the Lord
there is love. In the presence of the
Lord there is peace. In the presence
of the Lord there is healing. Lord I
stand in Your presence with my
life {2x}.
102. Dit is heil’ge grond. Wij staan
hier op heil’ge grond. Want de
Heer is hier en waar hij is, is heilig.
Ik hef mijn handen op, mijn heilige
handen op, want de Heer is hier en
waar Hij is, is heilig.
Lof, eer, aanbidding voor U, Heer
Jezus, Grote God, machtig Heer,
stralende Ster. En door alle eeuwen
heen wil ik U prijzen, en met U
regeren in Uw Koninkrijk.
25

103. Wij zijn hier bijeen, in
Jezus’Naam, om U te loven, o Heer
{2x}.
Eer aan de Vader, eer aan de Zoon,
eer aan de Heil’ge Geest, de Drie-
In-Een {2x}.
Halleluja! {4x}
104. Want U, o Heer, bent God, de
Allerhoogste. U bent zeer hoog
verheven boven elke god {2x}.
Ik verhoog U {2x} Ik verhoog U,
o Heer {2x}.
105. Heer, Uw bloed dat reinigt mij,
doet mij leven en maakt mij vrij.
Heer, Uw dat nam mijn plaats in
het offer, dat U bracht. En U wast
mij, witter dan de sneeuw dan de
sneeuw. Mijn Jezus, Gods Lam
voor mij geslacht.
106. Create in me a clean heart, o
God and renew a right spirit within
me, create in me a clean heart, o
God and renew a right spirit within
me.
Cast me not away from Thy
presence o Lord. Take not Thy
Holy Spirit from me. Restore unto
me the joy of Thy salvation. And
renew a right spirit within me.
107. Daar is kracht in het bloed {3x}
Daar is kracht in het bloed van het
Lam.
Jezus leeft, halleluja {3x}
Daar is kracht in het bloed van het
Lam.
Overwinning ook voor mij {3x}
Daar is kracht in het bloed van het
Lam.
108. Ik zal opgaan naar Godshuis
met gejubel en gejuich. Ik zal
komen in Zijn Hof met lof. Ik zal
eren onze Heer die mijn dagen
maakt. Ik ben verheugd, want Jezus
maakt mij blij. Jezus maakt mij blij
{2x}
109. Jesus took my burdens and
rolled them in the sea. Rolled them
in the sea {2x}. Jesus took my
burdens and rolled them in the sea,
never to remember anymore.
110. Now I am happy, happy as can
be, happy as can be, happy as can
be. Now I am happy, happy as can
be, never to remember anymore.
111. I must have Jesus in my whole
life. I must have Jesus in my life.
In my walking, in my talking, in
my sleeping, in my walking, I must
have Jesus in my life.
I know that vict’ry, vict’ry shall be
mine {2x}. If I hold my peace the
Lord will fight my battle, vict’ry,
vict’ry shall be mine.
Why don’t you send down the
rain {2x}. Send down the gospel
rain {2x}.
We shall not, we shall not be
moved {2x} Just like a tree that’s
planted by the waterside. We shall
not be moved.
112. Ik wil de Here te allen tijde
prijzen. Bestendig zij Zijn lof in
mijn mond. In de Here beroeme
zich mijn ziele,
d’ ootmoedigen verheugen zich
erom. O, maakt met mij de Here
groot, en laat ons tezaam Zijn
Naam verheffen. Ik, zocht de Here
26
 en Hij antwoordde mij. Hij redde
mij uit al wat mij verschrikt.
113. Glorie voor Jezus. Zijn liefde is
zo groot. ‘k Ben met de Heiland
op reis. Dwars door het leven en
dwars door de dood. Voert Hij mij
naar het Hemels Paradijs.
114. Een kroon, zeer schoon, wacht
ons aan gindse kust. Voor U, voor
mij, wacht een kroon aan gindse zij
{2x}.
115. Mine, mine, mine Jesus is
mine. Mine when I’m wearing,
mine when I’m cheering. Mine,
mine, mine, Jesus is mine. Jesus is
always mine.
116. Fri, fri, fri, tide mi de so fri, mi
ben mit’da Man, da Man foe
Calvarie. A poeroe mi hebi, mi
hebi sondoelai, now mi singi glori,
Halleluja gi Masra.
117. And the time to be happy is
now, and the place to be happy is
here, and the way to be happy is to
make others happy, and we’ll have
a little heaven right down here.
118. God is not dead, He’s still alive
{3x}.
I can feel it all over me. I can feel it
in my hands, I can feel it in my
feet, I can feel it in the Church, I
can feel it on the street, I can feel it
in the air, I can feel it everywhere,
I can feel it all over me. No {8x}
God is not dead, He’s still alive
{3x}. I can feel it all over me.
119. Mi lob’ En moro tranga dei foe
dei {2x}.
A de na mi sei, na neti nanga dei.
Mi lob’ En moro tranga dei foe
dei.
120. De vreugde des Heren is mijn
kracht {4x}
The joy of the Lord is my strength
{4x}
121. Als ik denk aan de liefde van
Jezus, aan wat Hij heeft gedaan
ook voor mij, roep ik uit in mijn
vreugd, Halleluja! Prijs God, Hij
redde mij.
122. He is the King of Kings,
He is the Lord of Lords.
His name is Jesus! Jesus! Jesus!
Oh…. He is the King.
123. King of Kings, for ever and
ever. Lord of Lords, for ever and
ever. King of Kings, for ever and
ever. King of Kings and Lord of
Lords.
124. Ini dan Nem foe Jezus {2x}.
Wi de da winiman. Ini da Nem foe
Jezus {2x} Didibri moesoe lon.
Foe te wi begi in ‘da Nem foe
Jezus. Ala didibri moesoe lon. In
da Nem foe Jezus, Jezus, wi de da
Winiman.
Wi de da Winiman. Wi de da
Winiman. {langzaam}
125. This is the light of mine I’m
gonne let it shine {3x} Let it shine
{3x}. Shine out over Surinam I’m
gone let it
shine {3x}
Liet it shine {3x}
A M E N {10x}
126. Ik bouw op U, mijn schild en
mijn verlosser. Niet eenzaam ga ik
op de vijand aan. Sterk in uw
kracht, gerust in uw bescherming.
Ik bouw op U en ga in uwe naam
{2x}
27
 Gelovend ga ik, eigen zwakheid
voelend. En telkens meer moet ik
uw kracht verstaan. Toch rijst in
mij een lied van overwinning. Ik
bouw op U en ga in Uwe naam
{2x}
Ik bouw op U, mijn schild en mijn
Verlosser. Gij voert de strijd, de
huld’ is U gewijd. In ’t laatste uur
zal ‘k zegevierend ingaan in rust
met U die mij hebt voortgeleid
{2x}
127. Kom en prijs de Here, onze
God, in het heiligdom dat vol is
van zijn Geest. Dus richt je hart op
Hem en prijs Hem met je stem en
de heerlijkheid van God vervult dit
huis.
Koor:
Prijs de Heer!
{Prijs de Heer}
Prijs de Heer!
{Prijs de Heer}
Te midden van de lofprijs woont de
Here. En roepen wij Hem aan, Hij
antwoordt ons. Dus richt je hart op
Hem en prijs Hem met je stem en
de heerlijkheid van God vervult dit
huis.
128. In moments like these. I sing
out a song. I sing out a love song
for Jesus. In moments like these. I
lift up my hands. I sing out a song
to the lord.
Singing: I love You Lord {4x}
Singing:
I praise You Lord.
I bless You Lord.
I trust You Lord.
Wij zijn bij elkaar en zingen dit
lied. Wij zingen een lied voor de
Here. Wij zijn bij elkaar en prijzen
zijn Naam. Wij zingen dit lied tot
Gods eer. Ja, wij loven U Heer
{3x} Wij loven U Heer.
Ja, wij prijzen U Heer.
Ja, wij danken U Heer.
Wij vertrouwen U Heer.
129. Mijn Jezus, ik hou van U, ik
noem U mijn Vriend. Want U nam
de straf op U die ik had verdiend.
De grote Verlosser, mijn Redder
bent U; ‘k heb van U gehouden,
maar nooit zoveel als nu.
Mijn Jezus, ik hou van U, want U
hield van mij. Toen U aan het kruis
hing, een wond in uw zij. Voor mij
de genade, een doornenkroon voor
U; ‘k Heb van U gehouden, maar
nooit zoveel als nu.
Ik zal van U houden in leven en
dood. En ik wil U prijzen, zelfs dan
in mijn nood. Als ik kom te
sterven, dan roep ik tot U; ‘k Heb
van U gehouden, maar nooit zoveel
als nu.
Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid
kom, dan buig ik mij voor U, in uw
heiligdom. Gekroond met uw
heerlijkheid, zal ‘k zingen voor U;
‘k heb van U gehouden, maar nooit
zoveel als nu, maar nooit zoveel als
nu.
130. Bij uw rivier wil ik komen, o
Heer {3x}
Komen, o Heer {3x} Uit uw rivier
wil ik drinken, o Heer {3x}
drinken, o Heer {3x}
Van uw rivier wil ik leven, o Heer
{3x}
Leven, o Heer {3x}
Bij uw rivier wil ik komen, o Heer.
Uit uw rivier wil ik drinken, o
28
 Heer. Van uw river wil ik leven, o
Heer. Komen, o Heer, drinken, o
Heer, leven, o Heer.
K.166d
131. Mijn eerst gevoel zij
dankbaarheid,/waar ‘k mee tot God
genake;/ daar ’t morgenrood zijn
stralen spreidt, en ik verkwikt
ontwake!/ Tot Hem verheft zich
hart en stem;/ voor Zijne
gunstbewijzen./ Ik leef, beweeg m’
en ben in Hem./ Zou ik mijn God
niet prijzen.
Duh Allah, Gusti kawula./ Kang
ngreksa gesanging djalma./ Ugi
gesang kula sami./ Wiwit dinten
niki ugi. Mila kula ngraosken;/ ing
manah nggih masrahaken./
Pandonga lan pudji kula;/ Dateng
tuwan, Kang Ma’kwasa.
Door Uwe goede Geest geleid,/ en
moedig door Uw zegen,/ voel ik
mij tot mijn taak bereid,/ juich ik
deez’ dag weer tegen./ Dat ik, met
kinderlijk ontzag,/ slechts aan Uw
wetten hange!/ En een, mijn
roeping waard, gedrag/ mijn
morgenlied vervange.
Kid.122/J.106a.
132. Mij is ontferming wedervaren,/
ontferming onverdiend geschied./
Wie kan dat wonder mij verklaren?
Mijn hart, vol trots, vroeg haar
zelfs niet./ Maar ‘k ben verlost en
ben
verblijdt; {2x}/ en roem in God’s
barmhartigheid {2x}
Kula tyang dosa klangkung
ageng;/rinentahan palimirma./
Punika ngéram-éramaken,/ kawula
séwu tan njana./ Mangkin tan
wonten paniksa; {2x} / Ming
rumentaning sih-mirma {2x}.
Slechts torn verdien ik door mijn
zonden/ en vind bij God alleen
gena./ Verzoening lees ‘k in Jezus
wonden,/ vergiffenis op Golgotha./
Waarom is dit aan mij geschiedt?
{2x}./ Ontferming is ’t en andere
niet {2x}.
K.106
133. Een trouwe vriend woont in de
hemel,/ zoals de wereld die niet
biedt./ Want onder al het aards
gewemel, bestaat er zulk een
vriendschap niet./ Daarom, wie ook
de wereld dient. “Mijn Jezus is
mijn beste vriend”.
Gusti kula kang wonten swarga./
Setyaning sundul akasa./ Ing bumi
tan wonten Pamarta/; Kang waged
mbingahken drija./ Mila kang
gesang ing bumi,/ suméndéja
maring Gusti.
Mijn Heiland liet voor mij zich
doden,/ vergoot voor mij Zijn
dierbaar bloed;/ heeft mij gered uit
alle noden./ Mijn zonden aan het
kruis geboet./ Neen, wereld, ‘k ben
uw schijnvreugd moe./ ‘k Behoor
mijn Heiland eeuwig toe.
Glk.61
134. Voorwaarts, Christen strijders,/
Drukt uws Konings spoor; met
Zijn heil’ge kruisvaan./ Gaat ons
Jezus voor./ Weest voor Zijn
bevelen./ Wat U dreig’ nooit doof;/
Troost, hoe bang ’t u worde, In
Zijn woord geloof.
Koor:
Voorwaarts, Christen strijders./k
uws Konings spoor./ Met Zijn
29
 heil’ge kruisvaan/ gaat ons Jezus
voor.
Pradjuriting Gusti./ Samangkja
‘nuta./ Késah mring pundi ‘ndi./
Njebar rahardja./ Nggih kabar
sihrahmat. Peparing Swarga./ Kang
sinungken pra-umat kang pratjaja./
Pajo madju adja giris atimu./Marga
Gusti nganti laku-lakumu.
‘t Was Zijn word bij ‘t scheiden:/
Volgt Mij onvervaard./ Ook U
wordt verdrukking,/ smaadheid niet
gespaard./ Maar Ik heb
verwonnen,/ ‘s werelds-vorst, zijn
macht./ Zal uw trouw beproeven,/
waakt! Strijd in Mijn kracht.
Koraal 16e
135. Ik vertrouw op U, Heer Jezus./
ik vertrouw op U alleen./ Uit uw
volheid van genade;/ schep ik enkel
zaligheen.
Duh Gusti, kawula sami./
Masrahken gesang kula,/ dating
Tuwan Kang Ma’kwasa./ Ing sak-
laminja.
Heer, wilt Gij mij kracht verlen,/
dat ik trouw U steeds belij./ Ik
vertrouw op Uwe sterkte./ Die
werkt krachtig, ook in mij.
Duh Gusti, mugi Paduka./ Maringi
kakijatan; dumateng kula sadaja./
Kanggé mudji Asmanja,
Kid.129/Jdh.461
136. Gusti nuntun lampah kula,/
saklangkung nggén kula begdja/
tenga pundi purug mami,/ tansah
kula dipun kanti./.. Nggih Gusti
Kang nganti mami,/ astanja
pjambak kang nganti;/ sun ndérék
teng pundi-pundi,/ wit kinanti
dening Gusti.
God is der Zijnen burcht en schild;/
Geen nacht zo zwart, geen storm zo
wild,/ Waarin Hij, naar Zijn
Vaderwoord,/ Ontfermend niet ons
biddend hoort.
Koor:
God leidt ons, onze trouwe God/
Behoedt ons, o! wat heilgenot;/
Wat onverdiende zaligheid,/ Dat
Hij met Vaderhand ons leidt.
Dadosa mlampah jén manah raosé
padang./ dadosa kesaput ratri,/ kula
dipun kanti Gusti. Nggih
Gusti…..etc.etc.
Laat buld’ren zee en stormgeweld;/
Hij die der zee haar grenzen stelt,/
Is onze God, Die sterkte geeft/ aan
‘t hart dat in zijn zwakheid beeft.
Kid.157/Jdh.660
Eh, wong kang kabotan dosa,/
Gusti ungsénana./ Agung sih-
pangapuntennja,/ mring wong kang
pratjaja./…. Pratjajaa {2x}/ Mung
pratjajaa,/ Gusti Kwasa {2x}
ngluwari sira.
Want Jezus gaf Zijn dierbaar
bloed./ Voor U als heilsfontein./ O,
werp u in die rode vloed,/ Hij
maakt als sneeuw u rein….
Koor:
Hem vertrouwen, op Hem
bouwen,/ Op Hem bouwen nu;/Hij
wil zeeg’nen, u ook zeeg’nen./ Hij
wil zeeg’nen nu.
Gusti wus nglampahi séda./
ngrembat dosa kita./ Rahé
nutjékken ing kalbu,/ dyan putih lir
saldju.
Ja Jezus is de ware weg./ Die tot de
ruste leidt;/ Geloof in Hem;/
30
 weersta Hem niet./ Hij schenkt u
zaligheid….
Kid.132/Jdh.538
137. Uwal sing laknat, iba
begdjaku!/ Gusti wus séda, mbirat
dosaku,/ temah luwar sing
paukuman,/ dénnja ngluwar babar
pisan… Babar pisan dénnja
nulungi,/ babar pisan dénnja
ngrampungi./ Rumaketa ing
pamentangan,/ mesti luwar babar
pisan
Vrij van de wet, o vreugdevol
leven! Niet meer aan Horeb vrezen
en beven,/ maar bij het kruis, daar
schenkt Hij gena,/ Prijst Jezus
bloed, Halleluja!
Koor:
Eens voor al, uw Heiland belooft
het; Eens voor al, o zondaars
gelooft het; Klemt u aan ’t kruis
hoe diep ook uw val,/ Jezus verlost
u eens voor al.
139. Sagjeke, aku nderek Gusti }
Saiki kita pada merdeka,/Gusti wus
nanggel ing slamet kita,/
linuputken sing karusakan,/
sinutjékken babar pisan…. Babar
pisan {saladjengipun}.
Kunnen wij thans in zonden gaan
leven,/ Nu Jezus bloed ons ’t al
heeft vergeven? Neen, dat zij verr’
want wie Hem gelooft,/ Volgt Hem
getrouw als Heer en Hoofd….
Kid 158/Jdh.72
138. Srana mandeng ing salib tyang
dosa gesang,/ tinebus sagung
dosanira,/ dé Tjempéné Allah kang
sinalib ngrémbat/ ngésahaken
duraka kita./….Daweg, dén
pandeng!/ Srana mandeng ing salib
tyang dosa gesang./ tinebus sagung
dosanira.
Door een blik op het kruis, is er
leven en heil./ Is er leven voor u en
voor mij./ Zie gelovig op Hem,
wordt behouden en leef,/ Want
verlossing biedt Jezus u vrij!
Koor:
Zie, zie, zie en leef./ Door een blik
op het kruis is er leven en heil,/ Is
er leven voor u en voor mij.
Napa ta damelé Gusti Jesus seda;/
jén datan ngruwat dosa dika?/ Napa
ta damelé nombokaken rahnja,/ jén
datan mbirat nadjis kita? …..
Daweg, den….{saladjengipun}
Neem nu aan in ’t geloof en met
vreugde het heil,/ Neem het leven
dat Jezus u geeft./ Wees verzekerd,
dat nimmer de dood u meer treft,/
Daar de Heer Uw Gerechtigheid
leeft…..
Uripku, tansah, di berkahi }
Atiku ajem tentrem {2x} } 2x
Kabeh iku, Gusti Jesus, }
kang maringi }
Refrein:
Matur nuwun {2x} }
Matur nuwun, Gusti } 2x
Jesus kula matur nuwun }
Instrumental
Sagjeke, aku ndrek Gusti }
Uripku, tansah, di berkahi }
Atiku ajem tentrem {2x} }
2x
Kabeh iku, Gusti Jesus, kang }
maringi }
Refrein:
Matur nuwun {2x} }
Matur nuwun, Gusti Jesus} 2x
kula matur buwun }
31
140. Ndeh mbijen, aku nampani
Salibe, kang saka Gusti
Atiku, dadi lan sedhi
Petenge atiku ora karuwan
Kaja ngapa rasane
Nampa salibe Gusti
Kaja ora kuwata, rasane
Meh wahe, Aku medun
Ora kuwat rasane
Ming aku gebatjoth, tresna Gusti
Jesus
Instrumental:
Djebuleh ora saiki {2x}
Djebuleh tembe mburine. Saiki,
aku nampa, gabegdjane
Aku gethon banget. Mbijen kok
arep mutung. Awit ora kuwat
nampa godhane. Saiki aku sening.
Gusti wis amberkahi. Matur
nuwun, Gusti Jesus. Matur nuwun.
Aku geton banget. Mbijen kok arep
mutung. Awit ora kuwat nampa
godhane. Saiki aku seneng. Gusti
wis amberkahi
Matur nuwun Gusti Jesus, matur
nuwun {2x}
141. Me napa pandjenengan wonten
sisah. Me napa pandjenengan sakit.
Sumanga sowan dumateng Gusti.
Gusti Jesus kersah mitulungi.
Pasrahken, pasrahken, s’ dajah.
Sampun ta pandjenengan
sumelang. Pitados, mawon, dateng
Gusti Jesus. Allah ingkang maha
kwaos {2x}
Instrumental:
Menapa pandjenen wonten sisah.
Menapa pandjenengan sakit.
Sumanga sowan dumateng Gusti.
Gusti Jesus paring pitulungan.
Pasrahken, pasrahken, s’ dajah.
Sampun ta pandjenengan
sumelang.
Pitados, mawon, dateng Gusti
Jesus. Allah ingkang maha kwaos
{2x}
Pasrahken, pasrahken, s’ dajah.
Sampun ta pandjenengan
sumelang. Pitados mawon, dateng
Gusti Jesus. Allah ingkang maha
kwaos {2x} Allah ingkang maha
kwaos {2x}
142. Gusti kawula, siap
amirengaken. Sabdah tuwan gusti
ingkang sutji. Kawula tansah
ngorrong sabdah tuwan. Sabdah
tuwan, sabdah tuwan Gusti Jesus.
Refrein:
Sabdah tuwan gusti, kang paring
pitulungan Sabdah tuwan gusti,
kang paring panglipuran Paring
kakijatan, lan paring katentreman
Ing selami, laminjah.
Instrumental:
Gusti kawula, siap amirengaken.
Sabdah tuwan gusti ingkang sutji.
Kawula tansah ngorrong sabdah
tuwan. Sabdah tuwan, sabdah
tuwan Gusti Jesus
Refrein:
Sabdah tuwan gusti, kang paring }
pitulungan Sabdah tuwan gusti, }
kang paring panglipuran Paring }
2x kakijatan, lan paring
katentreman} ing selami, laminjah
}
143. Sabdane gusti, mesthi bakal
ana. Djaman kang anghel. Lan urip
ngrekasa. Manusa gampang, milih
dalan ambah. Dalan kang benher,
pada di tingalna.
Refrein:
Ajo pada bali, marang dalan djati,
djati neng urip, mung Gusti Jesus.
Sabdane gusti, mesthi bakal ana.
Djaman kang anghel. Lan urip
ngrekasa. Manusa gampang, milih
32
 dalan ambah dalan kang benher, dosa kula di timbali gusti }
pada di tingalna.
Instrumental:
Refrein: ………… Gusti nimbali 2x
Gusti nimbali, ty – ang kang dosa
Instrumental: Kula di timbali gusti.
Sabdane gusti Etc………..

Refrein: 2x 146. Aku nderek Gusti Jesus {2x}

Ing sah lawas – lawase
144. Slaminja nderek gusti. Manah } Nadyan aku nandang susah
ajem lan tentrem. Gusti paring } Sangsoro ing alam ndonya
tjekap s’dajah. Mana ajem lan } 2x Aku nderek Gusti Jesus
tentrem } Ing sah lawas – lawase.

Refrein: Instrumental:
Kula nderek gusti 2x } Aku nderek Gusti Jesus {2x}
Dateng pundi lampah ipun. 2x} Ing sah lawas – lawase
Kula nderek gusti. } Nadyan aku nandang susah
Sangsoro ing alam ndonya
Instrumental: Aku nderek Gusti Jesus
Slaminja nderek gusti Etc….}2x Ing sah lawas – lawase

Refrein: 2x Nadyan aku nandang susah

Sangsoro ing alam ndonya
Aku nderek Gusti Jesus.
Ing sah lawas – lawase

147. Lah iki begdjaku, yen gusti ya

duwekku urip, ayem tentrem, kang
145. Wonten panglipuran, ing Gusti maringi gustiku nadyan, akeh
} panggodo, tansah dak alami aku,
Jesus Wonten panglipuran endah, } ora wedi, yen gusti kang ngayomi.
Gusti paring ajem, lan paring
– }2x kesarasan. Wonten Refrein:
panglipuran } endah. Ayem, tentrem, yen gusti
} duwekku {3x}
Mung gusti, Jesus Kristus
Instrumental: Hang dadi, duwekku
O, swarga langgeng, panggonan }
mulja Aku kepingin neng kana } Instrumental:
2x Lah iki begjaku, yen gusti ya
duwekku
‘ Ra suwe maneh, gustiku wis } Ingkang kerso nebus, sahkabehing
teka nggawa aku menjang swarga} dosaku mulane aku tansah, memuji
2x asmane sak iki lan nganti, ing sah
lawas – lawase.
Refrein:
Gusti nimbali {2x} } Refrein: 2x
Gusti nimbali, ty – ang kang } 2x

33
 Mung Gusti Jesus Kristus hang
dadi, duwekku.
148. Kekiyatan sarta panglipuran.
Kaparingan denning gustiku Kang
tansah nuntun ing sah paranku lan
paring tentrem ing atiku aku tansah
miturut kersane lan miturut apa
dawuhe amung Gusti Jesus
panutanku nganti ing sah lawas –
lawase.
Instrumental:
Kekiyatan sarta panglipuran
Kaparingan denning gustiku Kang
tansah nuntun ing sah paranku Lan
paring tentreming atiku
Aku tansah miturut kersane }
Lan miturut apa dawuhe } 2x
Amung Gusti Jesus panutanku}
Nganti ing sah lawas – lawase }
149. Gusti Jesus pangen kula.
Nuntun kula slaminja . Paring kiyat
lan santosa. Ngrimat gesang
kawula.
Refrein:
Gusti Jesus, Gusti Jesus. Juru
slamet kawula. Gusti Jesus, Gusti
Jesus. Juru slamet kawula.
Gusti Jesus kula tyang dosa.
Kathah klepatan kula. Mugi t’wan
kersa angapura. S’ dayah dosa
kawula.
Instrumental:
Gusti Jesus pangen kula. Nuntun
kula slaminja. Paring kiyat lan
santosa. Ngrimat gesang kawula.
Refrein:
Gusti Jesus, Gusti Jesus. Juru
slamet slaminja. Gusti Jesus, Gusti
Jesus. Juru slamet kawula.
Gusti Jesus kula tyang dosa.
Kathah klepatan kula. Mugi t’wan
kersa angapura. S’ dayah dosa
kawula.
Refrein:
Gusti Jesus, Gusti Jesus. Juru
slamet slaminja. Gusti Jesus, Gusti
Jesus. Juru slamat slaminja.
150. Gusti Jesus ratu adil. Panetep
panatagami kang mengku sajagad
rat. Sagung ilat badhe njebut. Wah
salir dengkul asudjud. Mring
gustining pra umat {2x}
Namung denning kanjeng gusti.
Kita saged dados suci. Kinumbah
klayan rahnya. Gesang langgeng
wus sinungken. Wah tyang dosa
rinukunken. Lantaran sang
pamarta {2x}
Instrumental:
Kula ugi tumut muji. Miwah
ngluhurken gusti. Nadyan aso ing
pangkat. Gusti Jesus ratu adil
panetep panatangami. Kang
mengku sajagad rat {2x}
151. Neng gunung wah neng ngare.
Gusti allah ana. Nyanga ngendi
paranku. Mesthi ana uga. Endi
kang dadi cipta. Lan usik ing ati.
Kabeh mesthi kapibsan. Ing allah
hyang widi.
Sang rama aneng swarga. Mengku
samubarang. Sing sapa kang
kumandel. Mesthi tinulungan.
Manuk ing awang – awang. Allah
kang ngingoni. Suket lan tetukulan.
Wrata den paesi.
Instrumental:
Neng swarga lan neng bumi.
Mengkono pangeren. Jagad gedhe
cilaka. Allah tan klimengan.
Saliring tumitahnja. Sajagad
warata. Tansah anelakake. Piwlas
lan kwasanya.
34
 Dhuh nyawaku den ayem. Tansah
kumandela. Neng kanan kirimu.
Rama allah ana. Lamun kabotan
susah. Tininggaling anak. Dalah
yen ndhungkap mati. Allah mesthi
celak.

152. Mongoh pra kontjo, sami

memudji Gusti klajan drenaning
manah, lan kebak bingah awit gusti
sampur njawis sageng gandjaran.
Ingkang muljah

Refrein:
Wonten swarga, ajem tentrem.
Gesang langgeng selaminjah pudji
Gusti, glorie hallelujah.

Mongoh pra kontjo, sami memudji

Gusti klajan drenaning mana, lan
kebak bingah awit gusti sampur
njawis sageng gandjaran. Ingkang
muljah

Refrein:
Wonten swarga, ajem tentrem.
Gesang langgeng selaminjah pudji
Gusti, glorie hallelujah {4x}

Mongoh pra kontjo, sami memudji Gusti

klajan drenaning mana, lan kebak
bingah awit gusti sampur njawis sageng
gandjaran. Ingkang muljah
Wonten swarga, ajem tentrem. Gesang
langgeng selaminjah pudji Gusti,
Glorie Allelujah

35