You are on page 1of 32

ORTHODOXE

VESPERS
21 januari 2024
Roemeens Orthodoxe Kerk

Week van Gebed


voor christelijke eenheid
2
Grote Vespers
met Broodwijding
Priester Gezegend is onze God, immer, nu en altijd en in
de eeuwen der eeuwen.
Koor Amen.

P Eer aan U, onze God, eer aan U.


* Hemelse Koning, Trooster, Geest der waarheid,
Die alom tegenwoordig zijt en alles vervult,
Schatkamer van het goede, en Schenker van het leven,
kom en verblijf in ons, reinig ons van alle smet,
en red onze zielen, o Goede.

Lector Heilige God, Heilige Sterke, Heilige


Onsterfelijke, ontferm U over ons. (3x)

Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest,


nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Alheilige Drie-eenheid, ontferm U over ons.


Heer, wis onze zonden uit,
Meester, vergeef ons onze ongerechtigheden,
Heilige, bezoek ons en genees onze zwakheden,
omwille van Uw Naam.

Heer, ontferm U. (3x) Eer ... Nu en ...


Onze Vader, Die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd,
Uw Rijk kome.
Uw wil geschiede, zoals in de hemel,
zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood,
3
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaren vergeven,
en leid ons niet in de beproeving,
maar verlos ons van het kwade.

P Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de


heerlijkheid, van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, nu en
altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
L Amen.

De aangewezen lezer leest de inleidende vesperpsalm,


psalm 103. Het gordijn is open, de priester leest de gebeden
van de Vespers zachtjes bij het Altaar.

Heer, ontferm U. (12x)


Eer aan de Vader, aan de Zoon en aan de Heilige Heest;
Nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Komt, laat ons aanbidden en neervallen voor God, onze


Koning.
Komt, laat ons aanbidden en neervallen voor Christus
God, onze Koning.
Komt, laat ons aanbidden en neervallen voor Christus
Zelf, onze Koning en God.

Psalm 103
Zegen, mijn ziel, de HEER;
HEER mijn God, Gij zijt onnoemlijke groot.
Gij bekleedt U met luister en pracht.
Gij omhult U met licht als een mantel,
Gij spant de hemel uit als een tent.
Gij dekt zijn bovenzalen met water,
Gij gebruikt wolken als voertuig;
Gij wandelt op de wieken der wind.
Gij maakt stormen tot Uw engelen,
4
vuurvlammen tot Uw dienaren.
Gij vestigt de aarde op haar grondslag,
zodat zij niet wankelt in eeuwigheid.
De zee omhulde haar als een mantel,
de wateren stonden tot boven de bergen.
Maar op Uw woord vloden zij heen,
sidderend voor de stem van Uw donder.
Bergen rijzen, vlakten dalen,
op de plaats die Gij hun hebt vastgesteld.
Gij hebt het water met grenzen omringd,
opdat het niet opnieuw de aarde zal overdekken.
Gij laat bronnen ontspringen in de dalen:
midden tussen de bergen stroomt het water.
Om alle dieren des velden te drenken;
de woudezels wachten erop voor hun dorst.
Daarboven nestelen de vogelen des hemels;
temidden der rotsen doen zij hun stem weerklinken.
Vanuit Zijn bovenzalen drenkt Hij de bergen;
met de vrucht van Uw werken wordt de aarde
verzadigd.
Gij laat gras ontspruiten voor het vee,
jong groen, ten dienste der mensen,
om brood voort te brengen uit de aarde.
En wijn, die het hart des mensen verheugt,
om met olie zijn gelaat te doen stralen,
en ‘s mensen hart te sterken met brood.
De bomen in de vlakten brengen hem voedsel,
de ceders van de Libanon, die Hij geplant heeft,
daar nestelen mussen:
de reiger maakt er zijn woning.
De hoge bergen zijn voor de herten,
en de rots is een toevlucht der hazen.
Gij hebt de maan geschapen voor de verschillende
tijden;
de zon weet wanneer hij onder moet gaan.
5
Dan is het duister, en wordt het nacht;
dan komen allerlei dieren uit de struiken tevoorschijn.
Welpen roepen om prooi:
zij vragen hun voedsel aan God.
Daarna gaat de zon op, en zij kruipen bijeen,
om te rusten in hun holen.
Dan gaat de mens uit naar zijn werk,
naar al wat hij doet tot de avond.
Hoe groot zijn Uw werken, o Heer;
Gij hebt alles met wijsheid gemaakt,
Uw scheppingskracht vervult de aarde.
Daar is ook de zee, groot en uitgestrekt,
daar wemelen ontelbare wezens:
kleine dieren, en grote.
Daar varen schepen, maar ook zeemonsters,
die Gij gemaakt hebt om er te spelen.
Allen verwachten van U,
dat Gij hun voedsel geeft te rechter tijd.
Gij geeft het hun, en zij zamelen in;
Gij opent Uw hand, en allen worden met het goede
verzadigd.
Maar als Gij Uw aangezicht afwendt, dan worden zij
verbijsterd.
Gij neemt hun adem weg, en zij bezwijken:
zij keren terug tot hun stof.
Gij zendt Uw Geest uit, en zij worden herschapen:
Gij maakt nieuw het aanschijn van de aarde.
De Heer zij roem in eeuwigheid;
dat de Heer zich verheuge over Zijn werken.
Hij ziet neer op aarde, en doet haar beven;
Hij raakt de bergen aan, en zij gaan op in rook.
Ik wil voor de HEER zingen in heel mijn leven:
psalmzingen voor mijn God, zolang ik besta.
Moge mijn overweging Hem aangenaam zijn,
ikzelf ben verblijd in de HEER.
6
Dat de zondaars van de aarde verdwijnen,
zodat de goddelozen niet meer bestaan.
zegen, mijn ziel, de HEER.
De zon weet wanneer hij onder moet gaan;
dan is het duister en wordt het nacht.
Hoe groot zijn Uw werken, o HEER:
Gij hebt alles met wijsheid gemaakt.

Eer aan de Vader, aan de Zoon en aan de Heilige Heest;


Nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Alleluja, alleluja, alleluja. Eer aan U, o God. (3x)

Vredeslitanie
Diaken Laat ons in vrede bidden tot de Heer.

K Heer, ontferm U. (herhalen na ieder voorbede)

D Om de vrede van boven en de redding van onze


zielen, bidden wij de Heer.

Om vrede voor de gehele wereld, standvastigheid van


de heilige kerken Gods en eenheid van allen, bidden wij de
Heer.

Voor dit heilig Godshuis en voor hen die er met geloof,


eerbied en vreze Gods binnentreden, bidden wij de Heer.

Voor onze aartsbisschop (...), de eerbied waardige


priesters, de diakens in Christus, alle geestelijken en het
volk, bidden wij de Heer.

Voor koning Filip, het koninklijk huis, de regering van


ons land en hen die het beschermen, bidden wij de Heer.

7
Voor deze stad, voor elke stad en streek en voor de
gelovigen die er wonen, bidden wij de Heer.

Om gunstig weer en overvloed van de vruchten van de


aarde, bidden wij de Heer.

Voor de reizenden, de zieken, de lijdenden, de


gevangenen en hun redding, bidden wij de Heer.

Om bevrijding uit alle verdrukking, toorn, gevaar en


nood, bidden wij de Heer.

Help en red ons, ontferm U en bescherm ons, o God,


door Uw genade.

Onze alheilige, ongerepte, hooggezegende, glorierijke


Vrouwe, de Moeder Gods en altijd Maagd Maria met alle
heiligen indachtig,(K Alheilige Moeder Gods, ontferm u over
ons) laten wij onszelf, elkaar en geheel ons leven
toevertrouwen aan Christus onze God.

K Aan U, o Heer.

P Want U komt toe alle heerlijkheid, eer en aanbidding,


Vader, Zoon en Heilige Geest, nu en altijd, en in de eeuwen
der eeuwen.

K Amen.

Heer ik roep ... psalm 140


K Heer ik roep tot U: verhoor mij, verhoor mij, o Heer.
Heer, ik roep tot U: verhoor mij, sla acht op de stem van
mijn smeking.
Wanneer ik tot U roep, verhoor mij, o Heer.

8
Laat mijn gebed als wierook opstijgen voor Uw
aangezicht.
De opheffing van mijn handen zij een avondoffer;
verhoor mij, o Heer.

stel, Heer, ... Vervolg psalm 140


Stel, Heer, een wacht aan mijn mond; *
maak een gesloten deur van mijn lippen. *
Neig mijn hart niet tot slechte woorden, *
om met uitvluchten mijn zonden te verontschuldigen. *
Tezamen met mensen die goddeloosheid bedrijven; **
ik wil geen deel hebben aan hun lusten.
Laat de rechtvaardige mij tuchtigen met erbarmen, *
dan zal hij mij van schuld overtuigen. *
Maar sta niet toe, dat mijn hoofd gezalfd wordt *
door olie van zondaars; **
mijn gebed verzet zich tegen hun lusten.
Wanneer hun rechters, * vanaf de rots geworpen
worden, * zullen zij weten dat mijn woorden God
aangenaam zijn.*
Want als aardkluiten over het land,* zo zijn hun
beenderen verstrooid bij
het graf. ** Heer, op U zijn mijn ogen gericht.
Heer, op U vertrouw ik: * ontneem mij het leven niet.
Bewaar mij voor de strik die zij tegen mij spannen, *
voor de struikelblokken der boosdoeners. *
Laat de zondaars in hun eigen net vallen; **
al ben ik alleen toch ga ik Uw weg
psalm 141
Met mijn stem heb ik tot de Heer geroepen; *
met mijn stem heb ik tot de Heer gebeden. *
Ik stort mijn gebed uit voor Zijn aangezicht; *
voor Zijn aanschijn klaag ik mijn nood. *
Mijn geest ging uit mij heen, **
9
maar Gij, Heer, kent mijn wegen.
Op de weg die ik gaan moest, *
hadden zij een valstrik voor mijn verborgen. *
Tevergeefs wendde ik mij naar rechts om een
verdediger, *
maar er was niemand die mij wilde kennen. *
Vluchten was mij onmogelijk; **
er was niemand die zich om mijn leven bekommerde.
Toen heb ik tot U geroepen, Heer; *
ik zeide: Gij zijt mijn hoop, *
Gij zijt mijn deel in het land der levenden. *
Luister naar mijn gebed, *
want ik ben ten uiterste vernederd. **
Bevrijd mij van mijn vervolgers, want zij hebben mij
overmeesterd.

Stichieren

Van de Apostel Timotheüs:


6. Vers: Zo Gij op ongerechtigheden zoudt achtslaan,
Heer; Heer, wie kan dat doorstaan? Maar bij U is vergeving;

Duidelijk verlicht door de stralen van de Geest, uit God


sprekende apostel Timotheüs, bleek gij een helstralend
baken dat over de hele aarde schijnt en haar verlicht met
genade. Bid nu, dat onze zielen vrede en grote genade mogen
vinden.

5. Vers: Omwille van Uw naam, Heer, heb ik U verbeid.


Mijn ziel verwacht Uw Woord; mijn ziel vertrouwt op de Heer.

Goddelijk wijze Timotheüs, gij hebt van de stortvloed


van lieflijkheid gedronken, Christus navolgend, hebt gij allen
gedrenkt die vurig verlangen naar kennis van God. Naar
Hem zijt hij nu vreugdevol opgegaan, en gij schouwt de
10
alstralende glorie van de Drie-eenheid en de oneindig
machtige vrede.

4. Vers: Van de ochtendwake tot de nacht vertrouwe


Israël op de Heer.

Goddelijk wijze Timotheüs, uw geest werd sterk onder


veelvuldige ziekten en kwalen van uw lichaam. De kracht
van de dwaalleer hebt gij zonder moeite ontbonden, en
tegengehouden door de macht van Christus. En gij
verspreidde door uw prediking het goddelijke Evangelie van
de vrede.

Van de Heilige martelaar Anastasius:


3. Vers: Want bij de Heer is barmhartigheid; bij Hem is
overvloedige verlossing. Ja, Hijzelf zal Israël verlossen uit al
zijn ongerechtigheden.

Tot de einden van de wereld worden nu uw wonderen


bezongen, wonderdoende Anastasius, want Christus heeft u,
die martelingen omwille van Hem doorstaan, gesierd en
beloond met wonderen; en sinds uw dood zijt gij onsterfelijke
glorie en zaligheid waardig geacht.

2. Vers: Looft de Heer, alle natiën, bezingt Hem alle


volkeren.

Alzalige Anastasius, roem der martelaren, die


schitterende overwinningen over de leugen hebt behaald, gij
draagt in uw naam de roem want gij zijt steeds als sterke
overwinnaar opgestaan. Laat nu hen opstaan uit de
zondenval, die uw gedachtenis met geloof eren.

11
1.Vers: Want Zijn barmhartigheid is machtig over ons;
en de waarheid des Heren blijft in eeuwigheid.

Martelaar Anastasius, gij hebt schitterende


overwinningen op de leugen behaald en hebt een dubbele
kroon ontvangen vanwege uw ascese en uw standvastige
strijd , en uw tegenstand zelf tot in de dood. En Christus, de
Meester heeft u zoals gepast de kracht gegeven wonderen te
doen.

Eer aan de Vader, aan de Zoon en aan de Heilige Geest

Van de Apostel Timotheüs:


t. 8- Door God verkoren apostel Timotheüs, en leerling
van de wijze Paulus, gij zijt ingewijd in goddelijke zaken, en
hebt deugdzaam geleefd. Het geloof hebt gij ongerept
bewaard, zelfs tot aan het vergieten van uw bloed toe, en zo
bleek, zijt gij geopenbaard een trouwe hiërarch. Daarom het
gij afgodendienaars aangeklaagd, en gewond door stokken en
stenen hebt gij de martelaarskroon ontvangen. Bid daarom,
alzalige, voor ons die in geloof uw hooggeëerde gedachtenis
vieren.

Nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Theotokion
t.8- De Koning des hemels verscheen uit liefde tot de
mensen op aarde en wandelde onder de mensen want uit de
reine Maagd vlees aangenomen hebbend is Hij uit haar
voortgekomen, als de Zoon tweevoudig van natuur, maar een
in persoon. Terwijl wij Hem verkondigen als volkomen God
en volkomen Men belijden wij Christus als onze God. Smeek
tot Hem, o maagdelijke Moeder, om te redden onze zielen.

12
D Wijsheid, staat recht!

Vreugdevol licht
K Vreugdevol Licht, van de heilige glorie,
van de onsterfelijke hemelse heilige, zalige Vader:
Jezus Christus.
Gekomen bij zonsondergang, en schouwend het
avondlicht,
bezingen wij God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Waardig is het U te allen tijde te prijzen met heilige
stem.
Zoon van God, Levenschenker.
Daarom verheerlijkt U de wereld.

D Laat ons aandachtig zijn

P Vrede zij met u allen.

K En met uw geest.

D Wijsheid. Laat ons aandachtig zijn.

Prokimen
Zondagavond toon 8 - ps. 133
K Ziet, looft nu de Heer, gij, alle dienaren de Heren. 3x

Tweede keer voorafgegaan door het vers:


Gij die staat in het Huis des Heren, in de voorhoven van
het Huis van onze God.

Lezing van het Evangelie


Lukas 10, 25-37

D En opdat wij waardig geacht worden te luisteren


naar het heilig Evangelie, smeken wij de Heer onze God.
13
K Heer, ontferm U; Heer, ontferm U; Heer, ontferm U.

D Wijsheid, staat recht, laat ons luisteren naar het


heilig Evangelie.
Vrede zij u allen!

K En met uw geest.

P Lezing uit het heilig Evangelie volgens Lukas.

K Eer aan U, o Heer, eer aan U.

D Laat ons aandachtig zijn.

De priester leest het Evangelie.

DE BARMHARTIGE SAMARITAAN
25Daar trad een wetgeleerde naar voren om Hem
op de proef te stellen. Hij zei: 'Meester, wat moet
ik doen om het eeuwig leven te verwerven?' 26Hij
sprak tot hem: 'Wat staat er geschreven in de
Wet? Wat leest ge daar?' 27Hij gaf ten antwoord:
'Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel
uw hart en geheel uw ziel, met al uw krachten en
geheel uw verstand; en uw naaste gelijk
uzelf.' 28Jezus zei: 'Uw antwoord is juist, doe dat
en ge zult leven.' 29Maar omdat hij zijn vraag
wilde verantwoorden, sprak hij tot Jezus: 'En wie
is dan mijn naaste?' 30Nu nam Jezus weer het
woord en zei: 'Eens viel iemand, die op weg was
van Jeruzalem naar Jericho, in de handen van
rovers. Ze plunderden en mishandelden hem en
toen ze aftrokken, lieten ze hem halfdood
liggen. 31Bij toeval kwam er juist een priester
langs die weg; hij zag hem wel, maar liep in een
14
boog om hem heen. 32Zo deed ook een leviet; hij
kwam daarlangs, zag hem, maar liep in een boog
om hem heen. 33Toen kwam een Samaritaan die
op reis was, bij hem; hij zag hem en kreeg
medelijden; 34hij trad op hem toe, goot olie en
wijn op zijn wonden en verbond ze; daarna tilde
hij hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een
herberg en zorgde voor hem. 35De volgende
morgen haalde hij twee denariën tevoorschijn, gaf
ze aan de waard en zei: Zorg goed voor hem, en
wat ge meer mocht besteden, zal ik u bij mijn
terugkomst vergoeden. 36Wie van deze drie lijkt
u de naaste van de man die in handen van de
rovers gevallen is?' 37Hij antwoordde: 'Die hem
barmhartigheid betoond heeft.' En Jezus sprak:
'Ga dan en doet gij evenzo.'

Na de lezing:
K Eer aan U, o Heer, eer aan U

15
- Dringende litanie –
D Zeggen wij allen met geheel onze ziel en met geheel
ons verstand, zeggen wij:

K Heer, ontferm U.

D Heer, Albeheerser, God van onze vaderen, wij bidden


U: verhoor ons en ontferm U.

K Heer, ontferm U.

D Ontferm U over ons, o God, volgens Uw grote


ontferming, wij bidden U, verhoor ons en ontferm U.

K Heer, ontferm U. (3x na iedere bede)

Ook bidden wij voor onze aartsbisschop (...).

Ook bidden wij voor koning Filip, het koninklijk huis,


de regering van ons land en hen die het beschermen.

Ook bidden wij voor de priesters, de diakens, de


monniken en monialen en geheel onze broederschap in
Christus.

Ook bidden wij om ontferming, leven, vrede,


gezondheid, redding, bescherming, vergeving en
kwijtschelding van zonden, voor al de vrome orthodoxe
christenen die in deze stad [streek] wonen en voor de
parochianen en weldoeners van deze heilige kerk.

Ook bidden wij voor de zalige gedenkwaardige stichters


van deze heilige kerk; voor alle parochianen die ons zijn
voorafgegaan; voor alle orthodoxen die hier en overal rusten.

16
Ook bidden wij voor hen die goede vrucht dragen en
weldoen in deze heilige en eerbiedwaardige kerk, voor hen
die er werken, voor hen die er zingen en voor heel het
aanwezige volk, dat van U grote en rijke ontferming
verwacht.

P Want Gij zijt een ontfermende en menslievende God,


en tot U zenden wij de lof: tot de Vader, de Zoon en de
Heilige Geest, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen.

K Amen.

L Acht ons waardig, Heer,


dat wij deze avond zonder zonden doorbrengen.
Gezegend zijt Gij, Heer God van onze vaderen,
en geloofd en verheerlijkt is Uw Naam
tot in de eeuwen. Amen.
Moge, Heer, Uw barmhartigheid over ons komen,
zoals wij op U gehoopt hebben.
Gezegend zijt Gij, Heer, leer mij Uw voorschriften.
Gezegend zijt Gij, Meester,
geef mij inzicht in Uw voorschriften.
Gezegend zijt Gij, Heilige,
verlicht mij door Uw voorschriften.
Heer, Uw barmhartigheid is in eeuwigheid,
veronachtzaam de werken van Uw handen niet.
U komt toe de lof, U komt toe de hymne,
U komt toe de heerlijkheid:
Vader, Zoon en Heilige Geest,
nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.
Amen.

Vragende litanie
D Laten wij ons avondgebed tot de Heer voltooien.

17
K Heer, ontferm U.

D Help en red ons, ontferm U en bescherm ons, o God,


door Uw genade.

K Heer, ontferm U.

D Dat de gehele avond volmaakt, heilig, vredig en


zonder zonde moge zijn, vragen wij de Heer.

K Verleen, o Heer. Na iedere bede.

D Om een engel van vrede, een trouwe gids en


beschermer van onze zielen en lichamen, vragen wij de Heer.

Om vergeving en kwijtschelding van onze zonden en


overtredingen, vragen wij de Heer.

Om al wat goed en nuttig is voor onze zielen en om


vrede voor de wereld, vragen wij de Heer.

Dat wij de overige tijd van ons leven in vrede en inkeer


mogen doorbrengen, vragen wij de
Heer.

Dat het einde van ons leven christelijk, smarteloos,


zonder reden tot schaamte en vredig moge zijn en om een
goede verantwoording voor de vreeswekkende rechterstoel
van Christus, vragen wij.

D Onze alheilige, ongerepte, hooggezegende, glorierijke


Vrouwe, de Moeder Gods en altijd Maagd Maria, met alle
heiligen indachtig, (K Alheilige Moeder Gods, ontferm u over
ons) laten wij onszelf, elkaar en geheel ons leven
toevertrouwen aan Christus onze God.
18
K Aan U, o Heer.

P Want Gij zijt een goede en menslievende God, en tot


U zenden wij de lof: tot de Vader, de Zoon en de Heilige
Geest, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen.

K Amen.

P Vrede zij met u allen.

K En met uw geest.

P Buigt uw hoofd voor de Heer

K Voor U, o Heer.

P gebed van de hoofdbuiging


Heer, onze God, Gij hebt de hemelen neergebogen om
af te dalen voor de redding van het geslacht der
mensen.
Zie neer op Uw dienaren en op Uw erfdeel. Want
voor U, de ontzagwekkende en menslievende rechter,
hebben Uw dienaren hun hoofd gebogen, en
onderworpen
buigen zij hun nek. Zij verwachten geen hulp
van mensen, maar zij hopen op Uw ontferming en zien
uit naar Uw heil. Behoed hen te allen tijde en
gedurende
deze avond en de komende nacht, tegen elke vijand,
tegen iedere duivelse tegenwerking, en tegen ijdele
gedachten en slechte opvattingen.
luid: Gezegend en verheerlijkt zij de heerschappij van
Uw koninkrijk: van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest,
nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen.
19
K_ Amen. _

Litie-processie
K t.1- Viert heden, volkeren, de eersteling van onze
Verlosing. Want zij die daartoe vanuit de oudste tijden was
voorbestemd, de maagdelijke Moeder en woonplaats van
God, wordt heden geboren uit de onvruchtbare. Een bloem is
ontsprongen aan Jesse, een rijs is opgestaan uit zijn wortel.
Verheug u, Adam, eerste vader, Eva, jubel van vreugde: Zij
die uit Adams lende werd voortgebracht, roemt op haar
dochter, want door haar word ik vrijgemaakt uit de ketens
der hel. David jubelt en doet zijn harp weerklinken om God
te zegenen, want de maagd wordt geboren uit de schoot die
onvruchtbaar was, voor het heil van onze zielen.

t.2- Komt vrienden van haar die Maagd gebleven is, gij
die de zuiverheid bemint. Ontvangt met liefde de glorie der
maagdelijkheid. De Bron des Levens ontspringt uit de harde
rots; het braambos ontspruit uit de onvruchtbare aarde, dat
doorgloeid zal worden door het onstoffelijk vuur, dat onze
zielen reinigt en verlicht.

t.2- Welk een vreugdezang wordt heden gehoord?


Joachim en Anna zingen met mystieke blijdschap: Hebt
heden deel, Adam en Eva, aan onze vreugde, want door hun
overtreding was het Paradijs gesloten, maar nu is ons
roemrijke vrucht gegeven: het goddelijk kind Maria, die voor
allen de toegang weer opent.

t.2- Uit de onvruchtbare schoot van Anna, wordt heden


de koningin van het heelal geboren, de woonplaats van God,
de Allerhoogste, het goddelijk heiligdom der eeuwige
Wezenheid. Door haar wordt de onbeschaamdheid der hel
vertreden, en Eva met haar geslacht tot het sterveloze leven
20
overgebracht. Gij zijt de gezegende onder de vrouwen, en
gezegend is de Vrucht van uw schoot.

Eer aan… Nu en…

t.8- Doet heden de geestelijke harp weerklinken, voor


haar die uit het bloed van David geboren is, als de Moeder
des Levens. Zij verdrijft de duisternis. Zij is het herstel van
Adam, de terugroeping van Eva, de bron der
onbederflijkheid, die ons uit het bederf bevrijdt. Door haar
gehoorzaamheid zijn wij vergoddelijkt, en uit de boeien des
doods bevrijd. Laat ons daarom roepen met Gabriël, Verheug
u, hoogbegenadigde, de heer is met u, Die ons door u grote
genade schenkt.

D Red, God, Uw volk en zegen Uw erfdeel.


Bezoek Uw wereld met genade en barmhartigheid.
Versterk de kracht van de orthodoxe christenen
en zend Uw rijke genade op ons neer.
Door de voorspraak van onze ongerepte Vrouwe,
de Moeder Gods en altijd-maagd Maria;
door de kracht van het kostbare en levendmakende
Kruis;
door de bescherming van de geëerde, hemelse,
onlichamelijke krachten;
door de smeekbeden van de geëerde, roemrijke profeet,
voorloper en doper Johannes;
van de heilige roemrijke en alomgeprezen apostelen;
van onze heilige vaders en oecumenische leraren, de
hiërarchen Basilius de Grote, Gregorius de Theoloog en
Johannes Chrysostomus;
van onze heilige vader Nikolaas, aartsbisschop van
Myra, de wonderdoener;
van de Alheilige Moeder Gods, de beschermster van
deze kerk,
21
van de heilige overwinning dragende grootmartelaren
Georgius en Dimitrius de Myronvloeiende;
van de heilige, roemrijke en zegevierende martelaren;
van onze gewijde Goddragende vaders;
van de heilige en rechtvaardige Godsvoorouders
Joachim en Anna;
van de heilige van de heilige Apostel Timotheüs en de
heilige martelaar Anastasius van wie
wij de gedachtenis vieren;
en van al uw heiligen:
Wij smeken U, alleen genadenrijke Heer, verhoor ons
zondaars, die tot U bidden en ontferm U over ons.

K Heer, ontferm U. 12x


Wij bidden U, alleen genadenrijke Heer, verhoor ons
zondaars, die tot U bidden en ontferm U over ons.
K Heer, ontferm U. 3x

D Ook bidden wij voor onze aartsbisschop (...), en geheel


onze broederschap in Christus.

K Heer, ontferm U. 3x

D Ook bidden wij voor elke gekwelde en bedroefde


christenziel, die Gods genade en hulp behoeft;
om bescherming voor dit heilig Godshuis,
voor hen die er zingen en het rondomstaande volk;
om vrede en rust in de gehele wereld;
om standvastigheid van de heilige kerken Gods;
om verlossing en hulp voor onze vaders en broeders die
met ijver en vreze Gods werken en dienen.
Voor de afwezigen en hen die op reis zijn, en om
genezing voor hen die in ziekte terneer liggen;

22
voor de verkwikking en zalige gedachtenis en vergeving
van zonden van al de orthodoxen die ons zijn voorafgegaan,
en die hier en overal begraven liggen;
voor de bevrijding van de krijgsgevangenen;
en voor allen die hopen op Gods ontferming, laat ons
zeggen:

K Heer, ontferm U. 3x

D Ook bidden wij dat deze heilige kerk en deze stad en


iedere stad en streek gespaard mogen blijven voor toorn,
hongersnood, besmettelijke ziekte, aardbeving,
overstroming, brand, doodslag, vijandelijke aanval,
burgeroorlog en onverwachte dood; dat onze goede
menslievende God genadig moge zijn, welwillend en tot
verzoening geneigd; dat Hij iedere toorn en ziekte die op ons
afkomt moge afwenden, en ons moge verlossen van Zijn
gerechte toorn die ons bedreigt, en dat Hij zich over ons
ontfermt.

K Heer, ontferm U. 3x

D Ook bidden wij dat de Heer onze God de stem van de


smeekbede van ons zondaars verhoort, en dat Hij Zich over
ons ontfermt.

K Heer, ontferm U. 3x

P Verhoor ons, God onze Redder, hoop van alle einden


der aarde en van hen die zich ver weg op zee bevinden; en
wees genadig, wees genadig, o Heer, voor onze zonden, en
ontferm U over ons.
Want Gij zijt een ontfermende en menslievende God, en
tot U zenden wij de lof: tot de Vader, de Zoon en de Heilige
Geest, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.
23
K Amen.

P Vrede zij met u allen.

K En met uw geest.

D Buigen wij ons hoofd voor de Heer.

K Voor U, o Heer.

Litie-gebed
P Genadenrijke Meester, Heer Jezus Christus, onze
God, door de voorspraak van onze ongerepte Vrouwe, de
Moeder Gods en altijd-maagd Maria;
door de kracht van het kostbare en levendmakende
Kruis;
door de bescherming van de geëerde, hemelse,
onlichamelijke krachten;
door de smeekbeden van de geëerde, roemrijke profeet,
voorloper en doper Johannes;
van de heilige roemrijke en alomgeprezen apostelen;
van onze heilige vaders en oecumenische leraren, de
hiërarchen Basilius de Grote, Gregorius de Theoloog en
Johannes Chrysostomus;
van onze heilige vader Nikolaas, aartsbisschop van
Myra, de wonderdoener;
van de Alheilige Moeder Gods, de beschermster van
deze kerk,
van de heilige overwinningdragende grootmartelaren
Georgius en Dimitrius de Myronvloeiende; van de heilige,
roemrijke en zegevierende martelaren;
van onze gewijde Goddragende vaders;
van de heilige en rechtvaardige Godsvoorouders
Joachim en Anna;

24
van de heilige Apostel Timotheüs en de heilige
martelaar Anastasius, van wie wij de gedachtenis vieren;
en van al Uw heiligen:
Moge ons gebed welgevallig zijn;
K Amen.
schenk ons vergeving van onze overtredingen;
K Amen.
bedek ons met de beschutting van Uw vleugelen;
K Amen.
verjaag van ons iedere vijand en tegenstander;
K Amen.
maak ons leven vredig;
K Amen.
Heer, ontferm U over ons en over Uw wereld en red
onze zielen, want Gij zijt goed en menslievend.
K Amen.

- Apostichen -
t.8- Gij zijt op het kruis opgegaan, o Jezus, Hij Die uit
de hemel zijt neergedaald; Gij zijt gekomen naar de dood,
Leven zonder dood; voor hen die in duisternis zijn, het ware
Licht; voor de gevallenen, de opstanding van allen; Gij die
ons Licht en Redder zijt, ere zij U.

Vers: De Heer is koning. Met majesteit is Hij bekleed.


Met macht heeft de Heer zich bekleed
en omgord.

Christus, Die opstond uit de dood, laat ons


verheerlijken, want Hij ziel en lichaam heeft genomen, en
door Zijn lijden heeft Hij de een van de ander gescheiden. De
allerheiligste ziel, dat wil zeggen, door af te dalen in de hel,
die Hij ook plunderde; maar in het graaf heeft het heilige
lichaam van de Verlosser van onze zielen geen bederf gezien.

25
Vers: Vast staat thans de wereld, onwrikbaar.

Met psalmen en lofzangen loven wij, O Christus, Uw


opstanding uit de dood, waardoor U ons hebt verlost van de
tirannie van de hel; en als God hebt U ons eeuwig leven en
grote barmhartigheid geschonken.

Vers: Heiligheid kroont uw huis, Heer, ten eeuwigen


dage.

O, Heer van allen, de Onmetelijke, Maker van de hemel


en de aarde, door het lijden aan het Kruis heb Gij mij
onsterfelijkheid geschonken. En begrafenis ontvangend, en
in heerlijkheid op te staan, met Uw almachtige hand heb Gij
Adam doen herleven. Ere zij aan jouw glorieuze opstanding
op de derde dag, waardoor je ons eeuwig leven en zuivering
van zonden hebt geschonken, als de Enige Genadevolle.

Vers: Over heel aarde is zijn geluid uitgegaan en zijn


woorden tot aan de uitersten de aarde.

t.1- Kom, volkeren, laat ons de Apostel Timotheüs


bezingen, de lamp van gelovigen, die uitgeblonken heeft in
het verkondingen van het Evangelie, en laat ons zeggen:
Verheug u, schone afstammeling van het geloof, aangekomen
zoon van de goddelijke Apostel Paulus! Verheug u, geëerde
kenner der deugden, zeer wijze mond van het Woord!
Verheug u, harp die de muziek van God tot het einde der
aarde heeft doen klinken! Verheug u, standbeeld van geloof
en steunpilaar van de kerk!

Eer aan… van de Heilige martelaar Anastasius:

t.2- Christus, Gij hebt de kracht van de kostbare Kruis


in Judea, en Babylon versterkt, want daardoor leerden zij
26
het feest van Uw levendmakende opstanding kennen. De
waarlijk loffelijke en glorieuze strijder Anastasius, een
martelaar van talloze wonderen, heeft als gevangene hen
bevrijdt van hun slavernij en de afgoderij. Hij reidanst nu
met de engelen en bid voor onze zielen.

Nu en… theotokion

t.2- Als een vruchtbare olijfboom, heeft de Maagd U


gedragen, de Vrucht des Levens, Die aan de wereld de vrucht
schenkt van de grote en rijke genade.

Of kruis-theotokion
t.2- Toen gij moest aanschouwen hoe de Schepper van
het heelal zulke beledigingen en mishandelingen moest
verduren en dat Hij aan een Kruis gehangen werd, Al-
onbevlekte, hebt gij wenend gezegd: boven alles bezingens-
waardige Heer, mijn Zoon en God, hoe kunt Gij, o Meester,
Die toch heel de schepping wilde eren, zulk een oneer in Uw
vlees verdragen? Ere zij Uw onmetelijke medelijden, en Uw
neerbuigen tot de mensheid, Gij enig Menslievende.

Lofzang van Simeon:

K Nu laat Gij, Heer, Uw dienaar in vrede heengaan


volgens Uw Woord,
want mijn ogen hebben Uw heil aanschouwd,
dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle
volkeren:
licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid
van Uw volk Israël.

L Heilige God, Heilige Sterke, Heilige Onsterfelijke,


ontferm U over ons. (3x)

27
Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest,
nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Alheilige Drie-eenheid, ontferm U over ons.


Heer, wis onze zonden uit,
Meester, vergeef ons onze ongerechtigheden,
Heilige, bezoek ons en genees onze zwakheden,
omwille van Uw Naam.

Heer, ontferm U. (3x)

Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest,


nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Onze Vader, Die in de hemelen zijt,


Uw Naam worde geheiligd,
Uw Rijk kome.
Uw wil geschiede, zoals in de hemel,
zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood,
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaren vergeven,
en leid ons niet in de beproeving,
maar verlos ons van het kwade.

P Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de


heerlijkheid, van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, nu en
altijd en in de eeuwen der eeuwen.

L Amen.

K zingt de feest troparen:

28
Van de heilige Apostel Timotheüs:
t.4- Onderwezen in goedheid en sober in alles, bekleed
met een goed geweten, zoals een priester past, hebt gij
onuitsprekelijke wijsheid geput uit het uitverkoren vat; en
het geloof behoudende hebt gij de rechte weg beëindigd,
Apostel Timotheüs. Smeek tot Christus God dat onze zielen
mogen worden gered.

Van de heilige Monnik-martelaar Anastasius:


t.4- Uw martelaar Anastasius, o Heer, heeft door zijn
lijden van U een onbederfelijke kroon ontvangen. Hij heeft,
God, zich in Uw kracht verheugd, zodat hij zijn beulen heeft
overwonnen, en de machteloze aanslagen van de demonen
heft afgeschud. Verlos door zijn gebeden onze zielen.

Theotokion:
t.1- Moeder Gods en Maagd, verheug u, begenadigde
Maria, de Heer is met u. Gij zijt gezegend onder de vrouwen
en gezegend is de Vrucht van uw schoot, want gij hebt
gebaard de Redder van onze zielen. - Ondertussen
bewierookt de diaken het tafeltje aan de vier zijden, de
kaarsdrager houdt een kaars steeds tegenover hem.

Broodwijding

D Laat ons bidden tot de Heer.

K Heer, ontferm U.

P Heer Jezus Christus, onze God, die de vijf broden


gezegend hebt in de woestijn en daarmee vijfduizend man
verzadigd hebt, + zegen ook deze broden, de tarwe, de wijn
en de olie, en vermeerder ze in deze stad en in Uw gehele
wereld, en heilig Uw gelovige dienaren die ervan eten. Want
Gij zijt degene die de gehele wereld zegent en heiligt,
29
Christus onze God, en tot U zenden wij de lof, met Uw
beginloze Vader en Uw alheilige, goede en levendmakende
Geest, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen.

K Amen.

K De Naam des Heren zij gezegend, van nu af tot in


eeuwigheid. 3x

K Rijken werden arm en leden honger, maar wie de


Heer zoeken,
zal het aan geen enkel goed ontbreken. 3x

D Laat ons bidden tot de Heer.

K Heer, ontferm U.

Slotzegen

P Eer aan U, Christus God, onze hoop, eer aan U.

K Eer .. Nu en ... Heer, ontferm U (3x); vader, zegen.

P Dat Christus onze ware God, Die opgestaan is uit de


doden, zich over ons ontferme en ons redde; door de
voorspraak van Zijn ongerepte Moeder, door de kracht van
het kostbaar en levendmakend Kruis; door de bescherming
van de geëerde, hemelse, onlichamelijke krachten; door de
smeekbeden van de geëerde, roemrijke profeet, voorloper en
doper Johannes, van de heilige roemrijke en alomgeprezen
apostelen; van de heilige roemrijke zegevierende martelaren;
van onze gewijde en Goddragende vaders; van de heilige
rechtvaardige voorouders des Heren Joachim en Anna; van
de heilige Apostel Timotheüs en de heilige martelaar

30
Anastasius van wie wij de gedachtenis vieren, en van alle
heiligen, want Hij is goed en menslievend.

K Amen.

P Door de gebeden van onze heilige vaders, Heer Jezus


Christus, onze God, ontferm U over ons.

K Amen.

Homilie

31
Als een teken van uw moederliefde,
voor de Antwerpse christengemeenschap,
hebt gij uw beeltenis geschonken o Reine Maagd.
Als Meesteres van de wereld heb gij vergoed,
dat wij uw dienaars gespeend van uw zorg
blijven. Smeek uw Zoon, onze God om ’t bekomen
van vergeving onzer zonden en barmhartigheid.

(Troparion van de icoon


Onze Lieve Vrouw van Antwerpen)

32

You might also like