STUDIEVRAAG 4:

Het doel van deze studievraag is om greep te krijgen op Piagets concepten van assimilatie,
accommodatie, centratie en equilibratie (vier key terms; zie p. 145, p. 151). Illustreer de vier key
terms met een voorbeeld dat betrekking heeft op een enkel kind. Je voorbeeld kan iets doen met een
woord, een stukje speelgoed, of een stuk gereedschap. Je kunt het "Clown!" voorbeeld op p. 145 als
bron van inspiratie gebruiken. Geef in je verhaal de vier key terms vet weer. Schrijf in totaal 70-210
woorden en voeg je word count toe.

ANTWOORD:
Papa en het kindje lopen over straat. Er rijdt een brandweerauto langs de twee met zijn sirenes aan.
Het kindje roept enthousiast “Politie!”. In het verleden heeft het kind geleerd dat een politie auto
met zijn sirenes aan rijdt. Dit is een voorbeeld van assimilatie.

Zijn papa leert zijn kindje dat het een brandweerauto is en niet een politie auto, alhoewel ze beide
sirenes hebben. Hij wees aan dat de kleur van de auto rood was, in plaats van blauw, en de sirene
anders klonk. Het verbeteren van zijn bestaande kennis is een voorbeeld van accomodatie.

Het kindje dacht voorheen dat alle auto’s met een sirene bij de politie hoorde, maar leerde van zijn
papa dat dit niet voor alle sirenes geldt. De brandweerauto lijkt in sommige aspecten op een politie
auto, maar niet alle. Hier wordt assimilatie en accomodatie in balans gebracht, dit noemt men
equilibratie.

Zo’n situatie ontstaat door centratie. Het kindje focuste zich alleen op één detail van de auto,
namelijk de sirene. Noch de kleur van de auto, noch het onderlinge verschil in sirenegeluiden,
drongen tot hem door.

Aantal woorden: 182