Dwarsleasie

https://www.dwarslaesie.nl/uploads/downloads/ziekenhuisprotocol-dwarslaesie-versie-1-3.pdf

Symptomen ICF:

- Paralyse of parese (compleet of incomplete)

- Slap of spastisch (begin/shock fase vaak slap en in verderverloop spastisch)
- Sensibiliteit gestoord
- Pijn
- Problemen met mictie, deficatie, seksualiteit, decubitus, infectie

Sleutelspieren zijn spieren die bij een bepaald segment horen. als je deze weet dan kan je
controleren of het nieveau van dwarsleasie kopt.

Ook de spieren boven de leasie moet je testen omdat je die meer nodig hebt.
Deze moet je kennen:

- C1= CWK flexie hoofdknik

- C2= CWK extensie
- C3= elevatie schoudergordel
- C4= diepe agh, diafragma
- C5= abductie (+exo)arm
- C6= flexie elleb+ dors. Fl. pols
- C7= extensie elleb. Palm. Ft. Pols
- C8 extensie duim
- Th1 add/abd vingers
- L1 Anteversie heup
- L2 Adductie heup
- L3 Extensie knie
- L4 Dorsaalflexie voet + supinatie
- L5 dorsaalflexie dig.I
- S1 Plantairflexie enkel
- S2 Flexie knie

Bij verkorte hemstrings kun je ze rekken want in zit (waarbij je hangt in je lage rug en hamstrings) is
het handig om in die hamstrings te hangen. De hamstrings moeten echter niet te kort worden anders
valt iemand naar voren.

Maag gebruik van de spasme in de vingers. Bij palmaire flexie van de pols gaan de vingers meer in
extensie en bij dorsaal flexie van de pols gaan de vingers meer in flexie waardoor je gebruik kan
maken van een soort grijp functie die er ontstaat.

Schouder anteversie, elleboog komt dan in extensie. Door vervolgens exorotatie te maken zet je de
elleboog op slot. Nu kan je gebruik maken van de lengte van je arm.

Oefeningen spierkracht:

Patiënt dwarleasie op L5 niveau

 Triceps:
 Dips
 Stiek om beide voet, dorsaalflexie 1 voet en heup anteversie
 Knie extensie met terraband
 Rompstabiliteit

Tonische spieren: vasthouden van houding, kan lang een beetje kracht leveren

Fasisch speiren: voor kracht leveren, kan veel kracht leveren voor kortere duur

Quadriceps zijn fasisch

Contractuur: helemaal vast, in gewricht, hard eindgevoel.

Spasticiteit: beweging mogelijk maar langzaam, reflex vanuit spier. Bij snelle beweging treed de reflex
op en ontstaat er veel weerstand.

Wanneer spasticiteit onverwacht toeneemt, neem dat contact op met revalidatiearts