You are on page 1of 91

HEDDA

Henrik Ibsen

Bewerking Michael De Cock januari 2007

1
Hedda Gabler

Scène 1

MEVROUW TESMAN
(stopt bij de deur, luistert, zegt dan zacht)
Ik denk niet dat ze al wakker zijn.

BERTE
(ook zacht) Eigenlijk moet ge daar niet van verschieten. Ze zijn zo laat thuis gekomen
vannacht. En daarna wilde mevrouw kost wat kost al haar koffers nog uitpakken voor ze naar
bed ging.

MEVROUW TESMAN
Laat ze maar ‘ns goed uitslapen. Ik zal ervoor zorgen dat het hier fris is als ze straks uit bed
komen.

(Ze loopt naar de schuifdeur en doet ze open)

BERTE
(bij de tafel, met bloemen in haar handen)
Ik denk dat ik die beter daar zet. Hier is er toch geen plaats meer.

(Ze zet de bloemen voor de piano)

MEVROUW TESMAN
Ja ja Berte. Nu hebt ge een nieuwe baas en een nieuwe bazin. En het was (godverdomme) niet
gemakkelijk u te laten gaan.

BERTE
Wat moet ik dan zeggen, mevrouw? Ik zit er zelf ook mee. Ik heb zoveel jaren voor u
gewerkt.

MEVROUW TESMAN
We moeten het ons ook niet te hard aantrekken Berte. Er is toch niets aan te doen. Jorgen
heeft u hier nodig, ziet ge. Het is dat het zo moet. Tenslotte zorgt ge al voor hem van toen hij
nog een kind was.

BERTE
Ik ben wel een beetje bang ….

MEVROUW TESMAN
Wat is er dan om bang voor te zijn?

BERTE
…dat de mevrouw niet tevreden over mij gaat zijn.

2
MEVROUW TESMAN
Ach ja. In het begin zal ze hier en daar wel iets aan te merken hebben.

BERTE
Ze is natuurlijk niet de eerste de beste.

MEVROUW TESMAN
Natuurlijk is ze niet de eerste de beste. Ze is de dochter van generaal Gabler. Ze is het één en
ander gewoon. Weet ge nog hoe ze vroeger ging paardrijden met haar vader? Met die lange
zwarte ruitersvest. En met een veer op haar hoed.

BERTE
Natuurlijk weet ik dat nog. Maar toen wist ik nog niet dat zij … en hij…

MEVROUW TESMAN
Dat kon niemand weten. Hebt ge al gehoord dat hij dokter geworden is in het buitenland? Nu
juist bedoel ik, tijdens hun reis. Ik wist echt van niks. Hij zei het met gisteren op de kade.

BERTE
Hij kan worden wat hij maar wil. Hij is zo slim. Maar dat hij ooit nog mensen zou genezen
had ik niet verwacht.

MEVROUW TESMAN
Dat soort dokter bedoel ik natuurlijk niet. (mysterieuze glimlach) En ik heb zo het vermoeden
dat dat nog niet alles is.

BERTE
Hoe bedoelt ge? Nog niet alles?

MEVROUW TESMAN
Heel binnenkort zou er wel eens iets fantastisch kunnen gebeuren.

BERTE
Wat dan?

MEVROUW TESMAN
Als zijn vader dat nu nog maar had kunnen meemaken. Godverdomme toch.

Jorgen TESMAN komt op. Hij draagt een lege, open koffer. Hij is een jongeman van 33,
gemiddeld van grootte. Hij zit goed in het vlees, en heeft een open, rond, content gezicht,
blond haar en een baard. Hij brilt, en is vlot, zelfs casual gekleed.

MEVROUW TESMAN
Goeiemorgen, goeiemorgen Jorgen.

TESMAN
(van in de deur)Tantje Julle! Lieve, lieve tante Julle. (loopt op haar toe en schudt haar de
hand) Helemaal naar hier gekomen? En zo vroeg op de dag al?

MEVROUW TESMAN

3
Ik dacht, ik spring ‘ns binnen om te zien of alles goed gaat.

TESMAN
Na zo’n korte nacht! Ge hebt zeker maar een paar uur geslapen.

MEVROUW TESMAN
Daar kan ik goed tegen.

TESMAN
Ge zijt toch goed thuisgeraakt vannacht?

MEVROUW TESMAN
Natuurlijk jongen. Rechter Brack was zo vriendelijk om mij gezelschap te houden tot aan
mijn voordeur.

TESMAN
Ik vond het verschrikkelijk dat ge niet met ons kon meerijden. Maar ge hebt met uw eigen
ogen gezien hoeveel koffers Hedda bij had.

MEVROUW TESMAN
Dat was behoorlijk indrukwekkend ja.

BERTE
Ik zal eens gaan zien of ik mevrouw met iets kan helpen?

TESMAN
Heel attent Berte. Maar dat kunt ge beter niet doen. Als ze iets nodig heeft zou ze wel bellen,
zei ze.

BERTE
Goed dan.

TESMAN
Maar neem misschien deze koffer mee.

BERTE
Zeker. Ik zal hem op de zolder zetten.

(Ze gaat buiten langs de hall)

TESMAN
Kunt ge het u voorstellen tante? Heel die koffer zat barstensvol manuscripten.Hoeveel nuttige
informatie ik allemaal gevonden heb in die archieven…! Echt dingen waar ik nog niks van
afwist.

MEVROUW TESMAN
Ik ben er zeker van dat ge op reis niet met uw vingers hebt zitten draaien Jorgen.

TESMAN
Als ge het maar weet. Maar zet die hoed toch af tante. Wacht, ik zal het lintje losmaken.

4
MEVROUW TESMAN
(terwijl hij het doet) Net zoals toen ge nog bij ons thuis woonde.

TESMAN
Dat is echt een … schone hoed!

(hij zet hem op)

MEVROUW TESMAN
Jorgen, geef terug.

(hij neemt de hoed af)

MEVROUW TESMAN
Speciaal voor Hedda gekocht.

TESMAN
Voor Hedda? Waarom?

MEVROUW TESMAN
Zodat ze zich niet moet schamen als we samen de stad ingaan.

TESMAN
(geeft haar een tikje tegen de wang) Gij denkt ook overal aan tante Julle! (hij legt de hoed
neer op een stoel bij de tafel) Maar laat ons in de zetel gaan zitten. Een beetje babbelen tot
Hedda er is.

(MEVROUW TESMAN gaat naar de schuifdeur en doet ze open. Dan richt ze zich weer tot
TESMAN.)

MEVROUW TESMAN
Ik ben zo blij dat ge terug thuis zijt. Gezond en wel.

TESMAN
Ik ook tante. Het is fantastisch terug te zijn. En u te zien natuurlijk. Ge zijt tenslotte zowel
mijn vader als mijn moeder geweest.

MEVROUW TESMAN
Ge zijt getrouwd Jorgen. En zeggen dat ge er in geslaagd zijt Hedda Gabler aan de haak te
slaan. De bloedmooie Hedda Gabler. Ze kon krijgen wie ze wou.

TESMAN
(glimlacht tevreden)
Yep. Ik ben er wel zeker van dat een paar van mijn vrienden stikjaloers zijn op dit moment.

MEVROUW TESMAN
En dan een huwelijksreis van meer dan vijf maanden… bijna zes.

TESMAN

5
Voor mij was het natuurlijk ook wel een beetje een studiereis, dat weet ge… Al die
archieven… al dat opzoekingswerk dat ik had. Stapels boeken heb ik gelezen.

MEVROUW TESMAN
Ik kan het mij voorstellen. (beetje intiemer, zachter) Maar euh... Jorgen – is er niets dat ge mij
moet vertellen?

TESMAN
Over de reis?

MEVROUW TESMAN
Ja.

TESMAN
Nee. Bij mijn weten is er niks dat ik u nog niet verteld hebt, of geschreven in één van mijn
brieven… (fier) Dat ik ginder mijn doctoraat heb gehaald…

MEVROUW TESMAN
Uw doctoraat, ja, dat weet ik. Daar hebt ge vannacht al over verteld, maar is er ook niks
anders… dat ge te verwachten hebt?

TESMAN
Iets anders te verwachten?

MEVROUW TESMAN
In’ s hemelsnaam Jorgen. Doet ge dat nu express?? Ik ben uw tante, tegen mij kunt je het toch
zeggen!

TESMAN
Wel ja, ja… natuurlijk heb ik iets te verwachten.

MEVROUW TESMAN
En?

TESMAN
Het zit er dik in dat ik één van de dagen professor word.

MEVROUW TESMAN
Ja, professor, maar –

TESMAN
Maar, tante, dat wist ge toch al?

MEVROUW TESMAN
Ja, ja, dat wist ik. Ge hebt overschot van gelijk. (verandert van onderwerp) Maar we hadden
het over de reis. Die moet veel geld gekost hebben, Jorgen?

TESMAN
(amai nog niet) Al goed dat we die beurs hadden.

6
MEVROUW TESMAN
Hoe ge daar met twee mee zijt toegekomen! Ik kan het maar niet begrijpen.

TESMAN
Dat was ook helemaal niet zo makkelijk.

MEVROUW TESMAN
En dan waart ge nog met een dame op reis. Dat maakt het allemaal nog duurder.

TESMAN
Een pak duurder. Maar Hedda moest gewoon mee op deze reis. Dat moest echt. Een huwelijk
zonder huwelijksreis. Dat zou niet juist geweest zijn.

MEVROUW TESMAN
Hebt ge al tijd gehad om het huis te bekijken?

TESMAN
(knikt) Ik ben al aan het rommelen sinds het licht werd.

MEVROUW TESMAN
En wat denkt ge ervan?

TESMAN
Ik vind het fantastisch. Echt schitterend! Ik geraak er alleen niet goed uit wat we moeten
aanvangen met al die lege kamers.

MEVROUW TESMAN
Ik ben er zeker van dat die heel goed van pas zullen komen... binnenkort.

TESMAN
Als mijn boekencollectie natuurlijk zo blijft groeien... wat?

MEVROUW TESMAN
Uw boekencollectie, ja. Daar dacht ik ook aan.

TESMAN
Ik zo blij voor Hedda. Ze heeft altijd gezegd, nog voor we verloofd waren zelfs, dat ze nooit
ergens anders wilde wonen dan hier.

MEVROUW TESMAN
Wie had ooit kunnen denken dat het verkocht zou worden. Vlak na uw vertrek dan nog.

TESMAN
We hebben echt geluk gehad.

MEVROUW TESMAN
Maar duur, Jorgen. Handevol geld gaat het u kosten… alles hier.

TESMAN
Hoeveel ongeveer?

7
MEVROUW TESMAN
Godverdomme veel.

TESMAN
Hebt ge daar al een idee van?

MEVROUW TESMAN
Voor alle rekeningen binnen zijn kan ik daar niks over zeggen.

TESMAN
Gelukkig dat meneer Brack zo inschikkelijk is geweest wat de lening betreft. Dat heeft hij
Hedda in een brief laten weten. Want anders… (hij schudt het hoofd)

MEVROUW TESMAN
Ge moet nergens over inzitten jongen. Hoort ge mij? Nergens over. En ik sta borg voor de
meubels en de tapijten.

TESMAN
Borg? Gij? Tante Julle – met wat dan?

MEVROUW TESMAN
Met heel mijn kapitaal.

TESMAN
(veert op) Wat! GE HEBT ALLES WAT GE HEBT OP HET SPEL GEZET OM…

MEVROUW TESMAN
Een andere manier is er niet Jorgen.

TESMAN
(gaat voor haar staan) Ge zijt zot geworden tante! Als het fout loopt, wat hebt ge dan nog om
van te leven.

MEVROUW TESMAN
(sussend) Wat zou er nu nog kunnen fout lopen? Het is toch maar een formaliteit. Niet meer,
niet minder. Het zijn de woorden van mijnheer Brack zelf.

TESMAN
Mijnheer Brack?

MEVROUW TESMAN
Hij heeft al het papierwerkvoor mij geregeld. Het is alleen maar formaliteit, zei hij.

TESMAN
Ik weet het toch niet tante Julle.

MEVROUW TESMAN
Ge hebt nu toch uw eigen inkomen. En godverdomme zeg… we mogen toch wel een handje
toesteken zeker.

8
TESMAN
Hoe gij uzelf keer op keer voor mij wegcijfert.

MEVROUW TESMAN
(staat op en legt haar handen op zijn schouder)
Niks maakt mij gelukkiger dan u een beetje op weg helpen. Bij wie moet ge anders terecht?
We hebben bijna ons doel bereikt lieve schat. Soms zag het er misschien allemaal niet zo
rooskleurig uit. Maar godverdomme… ge hebt het gehaald, Jorgen!

TESMAN
Ja. Het is echt straf, hoe het allemaal gelopen is.

MEVROUW TESMAN
En al diegene die u in de weg stonden, of u wilden tegenhouden… ze zijn er allemaal aan
voor de moeite. Dood en begraven. Allemaal Jorgen! En diegene die nog het gevaarlijkst van
allemaal was, Eilert Lövborg… is godverdomme een arme, zielige, stakker geworden. Weet
van geen hout pijlen maken.

TESMAN
Heb je nog iets gehoord van Eilert?

MEVROUW TESMAN
Hij zou een nieuw boek uithebben.

TESMAN
Echt waar? Eilert Lovborg? Nu pas?

MEVROUW TESMAN
Het zal wel niet veel voorstellen.

TESMAN
Heeft Lövborg een boek uit?

MEVROUW TESMAN
Jorgen, die jongen is geschiedenis. Wanneer uw boek uitkomt, dat zal nog ‘ns vonken geven!
Weet ge al waarover het zal gaan?

TESMAN
De huisnijverheid in Klein-Brabant tijdens de Middeleeuwen.

MEVROUW TESMAN
Toch niet te geloven dat ge daar een boek over kunt schrijven! Wanneer verschijnt het?

TESMAN
Dat zou nog wel even kunnen duren. Al die boeken die ik gelezen heb. Er is nog zoveel
materiaal om te inventariseren.

MEVROUW TESMAN
Ordenen, inventariseren…-daar zijt gij sterk in. Juist gelijk mijn broer, uw vader zaliger.

9
TESMAN
Ik kan niet wachten om eraan te beginnen. Zeker nu ik hier mijn eigen gezellige huis en thuis
heb om aan de slag te gaan.

MEVROUW TESMAN
En de vrouw van uw leven aan uw zij.

TESMAN
(omhelst haar) Oh ja, ja, ja… tante Julle! Hedda is het beste van allemaal!
(hij kijkt naar de deuropening) Ik denk dat ze op komst is.

(HEDDA komt op. 29 jaar oud. Een edel, voornaam voorkomen. Bleek gezicht. Staalgrijze
ogen. Ze drukken een koude, heldere rust uit. Prachtig bruin haar, niet echt dik. Ze draagt een
smaakvolle ochtendjas.)

MEVROUW TESMAN
(gaat tot bij haar) Lieve Hedda! Een hele goeiemorgen.

HEDDA
(steekt haar hand uit) Mevrouw Tesman. Zo vroeg al op bezoek?

MEVROUW TESMAN
Ik kon niet wachten om ‘ns langs te komen.

HEDDA
Dat is vriendelijk.

MEVROUW TESMAN
(beetje beschaamd) Hebt ge een beetje kunnen slapen in uw nieuwe huis.

HEDDA
Dat ging wel.

TESMAN
(lacht) Dat ging wel?? Hoe durft ge, Hedda toch. Als een blok heeft ze geslapen.

HEDDA
Ik moet alles nog een beetje gewoon worden. Beetje bij beetje. De werkvrouw heeft de
veranda laten openstaan. Een zee van licht valt naar binnen.

MEVROUW TESMAN
(gaat naar de deur) Dan doen we ze toch gewoon weer dicht.

HEDDA
Nee! Nee! Niet doen. Wilt ge de gordijnen dicht doen, lieve Tesman?. Dat geeft een zachter
licht.

TESMAN
Zoals ge wilt Hedda. (loopt naar de deur) Nu hebt ge alle twee: schaduw en frisse lucht.

10
HEDDA
Een beetje frisse lucht kunnen we wel gebruiken met al die vreselijke bloemen hier. Waarom
gaat ge niet zitten mevrouw Tesman?

MEVROUW TESMAN
Nu ik weet dat alles hier in orde is kan ik beter maar ‘ns gaan. (ze zoekt iets in haar tas, haalt
er een pakje uit, in krantenpapier gewikkeld, en geeft het aan Jorgen) Ik heb nog iets voor u
Jorgen.

TESMAN
(opent het) Hebt ge die voor mij bijgehouden tante Julle? Niet te geloven. Dat is zo lief, vindt
ge niet Hedda?

HEDDA
Ja?

TESMAN
Vindt ge dat niet lief?

HEDDA
Wat?

TESMAN
Mijn sloefertjes.

HEDDA
Heel lief.

TESMAN
Voor ’s morgens.

HEDDA
Zijn sloefertjes. Hij kon er op reis zijn mond niet over houden.

TESMAN
Omdat ik ze zo gemist heb. (loopt haar richting uit) Dat zijn ze nu Hedda!

HEDDA
Interesseert me niet echt. Om eerlijk te zijn.

TESMAN
Zoveel herinneringen.

HEDDA
Voor mij niet.

MEVROUW TESMAN
Daar heeft Hedda gelijk in jongen.

TESMAN

11
Ja, maar nu ze deel uitmaakt van de familie…

HEDDA
(onderbreekt) Ik denk niet dat het ooit goed komt die slons.

TESMAN
Hoe bedoelt ge?

HEDDA
De meid.

MEVROUW TESMAN
Met Berte?

HEDDA
Ziet ge dat dan niet? Ze heeft haar versleten hoed op de stoel laten liggen.

TESMAN
(Gechoqueerd/bang, laat zijn pantoffels vallen)
Hedda!

HEDDA
Stel u maar ‘ns voor dat iemand dat ziet!

TESMAN
Dat is de hoed van tante Julle.

HEDDA
Echt?

MEVROUW TESMAN
(terwijl ze de hoed neemt) Die is inderdaad van mij ja. En versleten is hij allerminst, Hedda.

HEDDA
Ik heb hem niet echt goed bekeken mevrouw Tesman.

MEVROUW TESMAN
(terwijl ze haar hoed opzet) Het is zelfs de eerste keer dat ik hem draag.

TESMAN
Het is een mooie hoed. Echt waar. (terwijl hij kijk) Echt prachtig!

MEVROUW TESMAN
Ge moet nu ook niet overdrijven.

HEDDA
Nee, nee, hij is… mooi.

TESMAN

12
Dat vind ik ook. Maar tante, kijk nog ‘ns goed naar Hedda voor ge vertrekt? Ziet ze er niet
goed uit?

MEVROUW TESMAN
Dat is niks nieuw. Hedda ziet er al heel haar leven goed uit.

TESMAN
(volgt haar) Ze is een paar kilo bijgekomen op reis.

HEDDA
(terwijl ze naar de andere kant loop) Laat het gewoon zijn oké!

MEVROUW TESMAN
(stopt en draait zich om)
Bijgekomen zegt ge?

TESMAN
Nu ze een kleedje aanheeft valt het niet zo op, maar ik heb af en toe de kans om haar…

HEDDA
(bij de deur) Oh! Gij hebt juist nergens de kans toe!

TESMAN
Dat is de berglucht in Tirol.

HEDDA
(kort) Ik weeg nog precies evenveel als voor ik vertrok.

TESMAN
Ge weet net zo goed als ik dat het niet waar is. Wat denkt gij tante?

MEVROUW TESMAN
(bekijkt Hedda met gevouwen handen) Schoon… schoon…. Hedda is schoon. (Ze loopt naar
haar toe, neemt Hedda’s hoofd tussen haar handen en kust haar haren, ze schiet vol) Het zou
godverdomme zo fantastisch zijn. Jorgen…Dan zou pas echt alles…

HEDDA
(maakt zich vriendelijk los) Oh! Laat mij los.

MEVROUW TESMAN
Ik ga elke dag op bezoek komen. Elke dag.

TESMAN
Dat moet ge zeker doen tante.

MEVROUW TESMAN
Succes. Succes.

13
Ze gaat buiten langs de hall. TESMAN volgt haar tot aan de deur. De deur blijft half open
staan. We horen de stem van TESMAN, hij vraagt tante Rina te groeten, en bedankt
MEVROUW TESMAN voor de pantoffels.

HEDDA loopt intussen door de kamer, steekt haar armen in de lucht, balt haar vuisten van
woede. Ze doet de gordijnen open, blijft staan en kijkt naar buiten.

Na een tijdje komt TESMAN weer binnen. Hij doet de deur dicht.

(***)

TESMAN
(terwijl hij de pantoffels opraapt)
Waar staat ge naar te kijken Hedda?

HEDDA
(rustig en gecontroleerd)
Ik sta naar de bladeren te kijken. Ze zijn zo geel. Zo dor.

TESMAN
(pakt de pantoffels weer in en legt ze op tafel)
Het is september.

HEDDA
(weer onrustig) Ja. Als ge daar bij stilstaat. September al.

TESMAN
Hebt gij enig idee wat er met tante Julle aan de hand was? Ze deed zo… anders… vond ge
niet? Zo…

HEDDA
Is ze niet altijd zo?

TESMAN
Niet zoals vandaag.

HEDDA
(gaat weg van de schuifdeur) Denkt ge dat ze het mij kwalijk neemt? Dat van die hoed?

TESMAN
Maar nee. Misschien heel even.

HEDDA
Het zijn toch geen manieren om uw hoed te laten rondslingeren in de living? Dat doet ge niet.

TESMAN
Het zal niet meer gebeuren. Daar kunt ge zeker van zijn.

HEDDA
Ik zal het wel weer goedmaken.

14
TESMAN
Dat zou mij veel plezier doen Hedda.

HEDDA
Waarom gaat ge straks niet bij haar langs om haar uit te nodigen voor vanavond?

TESMAN
Er is nog iets waar ge haar een verschrikkelijk plezier mee kunt doen.

HEDDA
Wat?

TESMAN
Als ge nu ‘ns zou stoppen haar de hele tijd mevrouw te noemen. Dat zou haar zoveel… Doe
het voor mij Hedda.

HEDDA
Dat kunt ge mij niet vragen, Tesman. Dat heb ik al gezegd.

TESMAN
Oh Hedda…

HEDDA
(kort) Goed dan tante. Ik zal het proberen, proberen zeg ik.

TESMAN
(na een stilte) Wat scheelt er Hedda?

HEDDA
Ik zit juist naar mijn piano te kijken. Hij past hier niet bij al die andere dingen.

TESMAN
Van zo gauw ik mijn loon heb getrokken krijgt ge een nieuwe.

HEDDA
Ik wil geen nieuwe. Ik wil deze in de achterkamer. En dan kunnen we nog altijd een andere
kopen voor hier. Bij gelegenheid, bedoel ik.

TESMAN
(een beetje somber) Dat kan ook ja.

HEDDA
(neemt een boeket bloemen van de piano) Van wie zijn die bloemen? Ze lagen hier niet toe
we aankwamen.

TESMAN
Ik denk dat tante Julle ze heeft meegebracht voor u.

HEDDA

15
Nee, niet van tante Julle. (bekijkt het boeket) Steekt een kaartje bij. (Ze bekijkt het en
leest) Ik kom straks terug langs.

TESMAN
Tiens. Van wie dan?

HEDDA
Mevrouw Elvsted?

TESMAN
Mevrouw Elvsted?

HEDDA
Ge weet best / wie ik bedoel.

TESMAN
Natuurlijk. Jaja.

HEDDA
Doe dan niet alsof ge het niet weet. (PAUZE) Die met dat irritante kapsel waar ze altijd
mee liep te paraderen. Dat is toch een oude vlam van u?

TESMAN
(lacherig) Dan toch een vlammetje dat niet lang heeft gebrand. En lang voor ik u kende.
Ik heb ze al jaren niet meer gezien.

Berte komt binnen langs de hall.

BERTE
Die mevrouw is hier weer. Die van de bloemen. De bloemen die u vastheeft.

HEDDA
Echt waar? Maar laat haar toch binnen?

BERTE laat ELVSTED binnen, en gaat dan zelf buiten. Mevrouw ELVSTED is een vrolijke
persoon met een mooi en zacht gezicht. Ze heeft lichtblauwe ogen. Groot en prominent
aanwezig. Een bange, vragende blik. Opvallend licht haar. Bijna wit. Weelderig en met
krullen. Ze is een paar jaar jonger dan Hedda. Ze draagt een donker pak. Smaakvol, maar
niet volgens de laatste mode.

HEDDA
(gaat haar vriendelijk tegemoet) Dag Thea. Wat een verrassing. Maar een fijne verrassing. En
bedankt voor de bloemen.

ELVSTED
Ik wilde gisteren al langs komen. Maar toen hoorde ik dat u nog op reis was…

HEDDA
Er scheelt toch niets?

16
ELVSTED
Oh jawel. En ik ken niemand anders bij wie ik terecht kan.

HEDDA
Laat ons in de zetel gaan zitten.

ELVSTED
Daar ben ik veel te onrustig voor. Dat gaat niet.

HEDDA
Dat gaat wel. Kom gewoon naast me zitten.

Ze duwt ELVSTED op de sofa en gaat naast haar zitten. ELVSTED verstopt haar gezicht in
haar handen.

ELVSTED
Eilert Lovborg is in de stad.

HEDDA
Lovborg…

TESMAN
Is Eilert Lovborg terug? Hoort ge dat Hedda?.

HEDDA
Ik hoor het, ja.

ELVSTED
Al een week. En helemaal alleen in de stad. En ge weet wat er dan kan gebeuren.

HEDDA
Wat heeft dat met u te maken?

ELVSTED
Hij gaf les aan mijn kinderen.

HEDDA
Uw kinderen?

ELVSTED
Die van mij man natuurlijk. Ik heb geen kinderen.

TESMAN
(beetje aarzelend) En was hij… ik bedoel… is hij terug… hoe moet ik dat zeggen stabiel
genoeg om zo’n taak op zich te nemen?

ELVSTED
Er was de laatste jaren niks op hem aan te merken.

TESMAN

17
Serieus? Hoort ge dat Hedda.

HEDDA
Ik heb oren.

ELVSTED
En toch, nu ik weet dat hij hier is, in de stad bedoel ik, met zoveel geld in zijn zakken. Ik kan
er niet aan doen, maar ik ben doodsbang voor hem.

TESMAN
Tante Julle heeft mij verteld dat hij een nieuw boek uit heeft?

ELVSTED
Ja. Over culturele stromingen. En soort van overzicht. Het is een week of twee uit. Er zijn er
al zoveel van verkocht. Echt een hype.

TESMAN
Dat had hij waarschijnlijk nog liggen van in zijn gloriedagen.

ELVSTED
Nee, nee. Hij heeft het helemaal geschreven toen hij bij ons was. Het laatste jaar.

HEDDA
Hebt ge hem al gezien sinds hij terug in de stad is?

ELVSTED
Nog niet. Het heeft zolang geduurd voor ik zijn adres te pakken had. Maar vanmorgen is het
mij eindelijk gelukt.

HEDDA
(bekijkt haar onderzoekend) Al bij al vind ik het toch een beetje vreemd dat uw man…

ELVSTED
(nerveus) … dat mijn man? Wat?

HEDDA
Wel ja. Om u daarvoor op pad te sturen. Dat hij zelf niet naar hier komt om voor zijn vriend te
zorgen.

ELVSTED
Oh nee, nee. Daar heeft mijn man de tijd niet voor. En daarbij… ik had toch nog wat
boodschappen te doen.

HEDDA
(flauwe glimlach) Wel ja. In dat geval.

ELVSTED
(staat nerveus, verward op) Mag ik u alstublieft vragen om Eilert Lovborg vriendelijk te
ontvangen als hij langskomt. En ik ben er zeker van dat hij dat zal doen. U was zo goed met

18
hem bevriend vroeger. En ge zijn met dezelfde studies bezig… dezelfde discipline, voor zover
ik dat kan beoordelen.

TESMAN
Vroeger alleszins wel ja.

ELVSTED
Kunt ge hem alsjeblief een beetje in het oog houden? Gij ook, Hedda. Alstublieft.

TESMAN
Ik zal doen wat ik kan.

ELVSTED
Dat is heel vriendelijk. (wrijft in haar handen) Mijn man is zo zot op hem.

HEDDA
Waarom nodigt ge hem niet uit?

TESMAN
Dat zou ik kunnen doen ja.

HEDDA
Nu direct als ge het mij vraagt.

ELVSTED
Maar niet zeggen dat ik er voor iets tussen zit.

TESMAN
Waar zijn mijn sloefertjes nu?
(hij raapt ze op en maakt aanstalten om te vertrekken)

HEDDA
En vraag het hem vriendelijk.

TESMAN
Natuurlijk. Dat spreekt voor zich.
(hij gaat buiten)

19
Scène 2

HEDDA
(gaat tot bij Elvsted, glimlacht en zegt met fluisterende stem)
Dat is nu wat men noemt: twee vliegen in één klap slaan.
Ge had toch door dat ik hem buiten wou?

ELVSTED
Om Eilert Lövborg te…

HEDDA
En om rustig te kunnen praten met u… over hem…

ELVSTED
Er is niks meer te vertellen. Echt niet.

HEDDA
Er is meer, veel meer. Of dacht ge dat ik van gisteren was? Ga nu eindelijk zitten.

(Ze dwingt Elvsted op de bank te gaan zitten en gaat zelf op een stoel zitten)

HEDDA
Tegen mij kunt ge het toch zeggen… we hebben in dezelfde klas gezeten…

ELVSTED
Gij zat een jaar hoger.

HEDDA
Echt waar?

ELVSTED
Wist ge dat ik verschrikkelijk bang was van u indertijd. Gij trok altijd aan mijn haar, als we
mekaar kruisten op de trap.

HEDDA
Heb ik dat gedaan.?

ELVSTED
Ge zei dat ge het in de fik zou steken.

HEDDA
Dat moet om te lachen geweest zijn.

ELVSTED
En nadien zijn we elkaar uit het oog verloren. Totaal andere vriendenkringen.

HEDDA
Niets belet ons om opnieuw goeie vriendinnen te worden. Ik herinner me dat we heel goed
met elkaar konden vinden.

20
ELVSTED
Ge moet iemand anders voorhebben. Ik weet het zeker.

HEDDA
Om te beginnen wil ik dat ge mij opnieuw gewoon Hedda noemt..

ELVSTED
Hedda? Dat is vriendelijk. Ik ben dat niet gewoon.

HEDDA
Is dat een afspraak Bea?

ELVSTED
Thea. Ik heet Thea.

HEDDA
Dat bedoelde ik ook. Thea. (ze kijkt Thea sympathiek aan) Dus veel vriendelijkheid is er bij u
thuis niet te rapen?

ELVSTED
Thuis… dat is nooit mijn thuis geweest.

HEDDA
Dat dacht ik al.

ELVSTED
(kijkt hulpeloos voor zich uit)
ja, ja ja.

HEDDA
Zijt gij daar niet als werkvrouw begonnen?

ELVSTED
Als kinderoppas eigenlijk. Maar omdat zijn vrouw altijd ziek was, en haar bed nooit uitkwam
ben ik ook het huishouden gaan doen.

HEDDA
En zo zijn jullie twee… zo hebt ge het uiteindelijk tot vrouw des huizes geschopt.

ELVSTED
Mmm.Zoiets ja.

HEDDA
Hoe lang zijt ge intussen getrouwd?

ELVSTED
Vijf jaar.

HEDDA
Vijf jaar.

21
ELVSTED
Jaja. Maar de laatste twee drie jaar…
(ze stopt één vinger in haar mond en doet alsof ze moet braken)

Ze lachen allebei.

HEDDA
(tikt haar zachtjes op de hand) Foei Thea!
(nonchalant) Eilert Lovborg is intussen ook zo’n jaar of drie bij jullie niet?

ELVSTED
(bekijkt haar onzeker) Dat Eilert bij ons is? Dat moet zoiets zijn ja. Hij kwam om de kinderen
les te geven. Bijna elke dag. Ik kwam handen tekort.

HEDDA
En uw man?

ELVSTED
Mijn man?

HEDDA
Ondertussen?

ELVSTED
Ge bedoelt…

HEDDA
Toen gij die handen tekort kwam?

Ze kijkt ELVSTED met een glimlach aan. Na een ongemakkelijke stilte.

HEDDA
Hij was waarschijnlijk vaak op reis?

ELVSTED
Altijd onderweg voor zijn werk.

HEDDA
(leunt op de arm van de stoel) Oke. Ik wil alles weten.

ELVSTED
(met glimlach) Ik weet echt niet goed waar ge op aanstuurt…?

HEDDA
Wat voor iemand is hij eigenlijk? Uw man. Is hij goed voor u?

ELVSTED
Hij gaat er zelf van uit gaat van wel.

22
HEDDA
Meer dan twintig jaar ouder, is het niet?

ELVSTED
mmm.

HEDDA
Ik vond hem altijd veel te oud voor u.

ELVSTED
Dat ook. Dat , en al de rest. Eigenlijk is er niets aan hem dat ik graag heb. Wij hebben niks
gemeen. Niks. Niet de banaalste gedachte delen wij. Niets. Op de hele wereld. Hij en ik.
Ik denk dat ik van pas kom. Ja. Dat zal het zijn. Om te pronken op één of ander feest. En ik
kost hem niet veel. Ik ben goedkoop.

HEDDA
Dat hebt ge aan u eigen te danken.

ELVSTED
(onverstoorbaar) Hij geeft om niemand, behalve om zichzelf. (PAUZE) En misschien een
beetje om de kinderen.

HEDDA
En om Eilert Lovborg blijkbaar. Hij stuurt u helemaal naar de andere kant van de stad om
hem te zoeken.

ELVSTED
Ik kan het beter ineens vertellen. Vroeg of laat komt het toch uit.

HEDDA
Vroeg of laat komt alles uit.

ELVSTED
Mijn man heeft geen idee dat ik hier ben.

HEDDA
Hij weet van niets?

ELVSTED
Hij was niet eens thuis. Weeral op één of andere zakenreis. Ik hield het niet langer uit Hedda.
Onmogelijk. Die eenzaamheid, daar in dat kille huis, waar alles mij aan hem doet denken.
Ik heb wat spulletjes bij elkaar geraapt… het meest noodzakelijke… verrassend rustig
eigenlijk. En ik ben vertrokken. Ja. Ik heb de eerste trein naar het centrum genomen.

HEDDA
Dat ge dat durfde!

ELVSTED
Het is het enige wat ik kon doen. Als ik er over nadenk.

23
HEDDA
Wat gaat hij zeggen als hij terugkomt?

ELVSTED
Weet ik veel.

HEDDA
(staat op en loopt haar richting uit)
Dus gij hebt alles achtergelaten… in alle ernst.

ELVSTED
Ja, en ik ga van mijn leven niet terug.

HEDDA
Wat gaan de mensen niet over u zeggen Thea?

ELVSTED
De mensen mogen zeggen wat ze willen.Ik heb gedaan wat ik moest doen.

HEDDA
Waar gaat ge nu van leven?

ELVSTED
Ik moet leven waar Eilert Lovborg leeft. Anders leef ik liever niet.

HEDDA
(schuift haar stoel dichterbij, gaat naast haar zitten en streelt haar handen)
Thea, hoe is deze…innige band tussen u en Eilert Lövborg ontstaan?

ELVSTED
Het gebeurde gewoon. Het was alsof ik een zekere macht over hem kreeg.

HEDDA
Is dat zo?

ELVSTED
Hij gaf al zijn slechte gewoonten op. Niet omdat ik het vroeg. Dat zou ik nooit durven. Hij
moet gemerkt hebben dat ik ertegen was. Dus gaf hij ze op.

HEDDA
(verbergt een ongewilde, spottende lach) Hij is bij u… hoe moet ik dat zeggen… als het ware,
herboren?

ELVSTED
Zo noemt hij het zelf ja.. En hij heeft van mij een vrouw gemaakt. Een echte vrouw. Hij heeft
mij leren denken. Ik ben door hem van alles gaan begrijpen.

HEDDA
Hebt gij misschien ook les van hem gehad?

24
ELVSTED
Les niet nee. Maar we hebben zoveel gepraat. Over zoveel verschillende dingen. En dan was
er die fantastische, gelukkige tijd dat we hebben samen gewerkt! Dat ik met hem mocht
samen werken!!

HEDDA
Ge mocht hem helpen?

ELVSTED
Hij wou mij altijd in de buurt als hij aan het schrijven was.

HEDDA
Als twee goede vrienden bedoelt ge?

ELVSTED
(levndig) Vrienden/ kameraden. Zo noemde hij het Hedda. Hij ook. Kunt ge het u
voorstellen?. Ik zou intens gelukkig moeten zijn. Maar ik kan niet. Omdat ik niet weet dat het
zal blijven duren.

HEDDA
Hebt ge dan zo weinig vertrouwen in hem?

ELVSTED
Er staat een vrouw tussen ons.

HEDDA
Wie dan?

ELVSTED
Iemand die hij blijkbaar maar niet kan vergeten.

HEDDA
Wat heeft hij over haar gezegd?

ELVSTED
Ze wilde hem neerschieten met een pistool, toen ze uit elkaar gingen. Dat zei hij.

HEDDA
(koud en gecontroleerd)
Zoiets doet men toch niet!

ELVSTED
Ik denk dat het die rosse zangeres is die hij ooit…

HEDDA
Dat zou best kunnen.

HEDDA
(kijkt richting achterkamer) Geen woord hierover tegen Tesman.

25
TESMAN
De brief is klaar…

ELVSTED
(veert recht) Tegen niemand.

TESMAN
…en ready to go.

HEDDA
Thea ging juist vertrekken.

BERTE
Meneer Brack is hier. Hij wil mevrouw en meneer graag even een bezoekje brengen.

HEDDA
Laat hem toch binnen. En doe die brief naar de post.

BERTE
Dat doe ik meteen.

BRACK is een man van 45. Gedrongen, maar goed gebouwd en lenig. Beetje rond gezicht,
nobel uitzicht. Kort haar, nog altijd haast zwart en mooi gekapt. Levendige, humoristische
blik. Dikke wenkbrauwen. Hij heeft een snor, getrimd aan de uiteindes. Hij heeft een elegant,
grijs pak aan, een beetje te jong voor zijn leeftijd. Hij gebruikt een lorgnet knijpbril) die hij af
en toe laat zakken.

BRACK
Ik kom toch niet ongelegen?

TESMAN
Helemaal niet.

HEDDA
Waarom zou u ongelegen komen.

BRACK
(hoed in de hand, de andere steekt hij uit ter begroeting)
Ik weet niet… Een jong koppel, zo vroeg op de dag…

HEDDA
Altijd welkom.
Mijnheer Brack, Thea Elvsted…

BRACK
(buigt) Aangenaam.

HEDDA
(bekijkt hem en lacht) Het is grappig om u bij daglicht te zien.

26
BRACK
Zie ik er dan zo anders uit misschien?

HEDDA
Een beetje jonger zelfs.

BRACK
Dan mag het.

TESMAN
En wat vindt ge van Hedda? Een echte bloem, vindt ge niet?

HEDDA
Bedank mijnheer Brack liever voor alle moeite die hij heeft gedaan om…

BRACK
Met alle plezier.

HEDDA
We staan bij u in het krijt. Maar nu moet ik echt mijn vriendin...

Ze nemen afscheid. ELVSTED en HEDDA gaan langs de hal naar buiten.

BRACK
Is uw vrouw een beetje tevreden?

TESMAN
We kunnen u niet genoeg bedanken. Hier en daar nog wat van plaats veranderen, en een paar
spulletjes bijkopen, maar daar gaan we u niet mee lastig vallen. Hedda heeft gezegd dat ze het
allemaal wel zelf zou in orde brengen. Zullen we even gaan zitten?

BRACK
Heel even dan.
Ze gaan aan tafel zitten.
Er is iets dat ik heel graag met u zou bespreken Tesman.

TESMAN
Ik begrijp het al.

BRACK
Oh, nee, het geld heeft geen haast. Al had ik misschien liever gezien dat het hier wat
bescheidener was ingericht.

TESMAN
Dat is compleet onmogelijk met Hedda. Daarvoor kent ge haar goed genoeg. Ik kan haar toch
moeilijk in een kleinburgerlijk nest installeren. Gelukkig dat ik binnenkort benoemd wordt.

BRACK
Dat is het nu juist. Zulke dingen willen wel ‘ns aanslepen Tesman.

27
TESMAN
Is er iets dat ge mij wilt vertellen?

BRACK
Uw oude kameraad Eilert Lovborg is in de stad.

TESMAN
Dat wist ik al. Ik heb hem hier zelfs vanavond uitgenodigd.

BRACK
Vanavond? En ik verwacht u bij mij thuis vanavond. Waart ge dat dan vergeten?

TESMAN
Compleet.

BRACK
We hebben het er vannacht op de kade nog over gehad.

TESMAN
Hij zou een nieuw boek uithebben.

BRACK
Klopt.

TESMAN
Het heeft veel aandacht gehad.

BRACK
Eilert Lövborg heeft veel talent.

TESMAN
Ik vind het in ieder geval fantastisch nieuws. Ik was al bang dat hij zo diep gezonken was dat
hij nooit meer boven water zou komen.

BRACK
Dat is hoe iedereen over hem dacht.

TESMAN
Ik vraag mij wel af wat hij nu van plan is. Waar hij gaat van leven en zo?

Op het einde van TESMAN’s repliek komt HEDDA binnen.

HEDDA
(beetje smalend tegen BRACK)
Dat is Tesman zijn voornaamste bekommernis, waar de mensen van gaan leven.

TESMAN
We hebben het over die sukkelaar van een Eilert Lovborg, Hedda.

BRACK

28
Daar weet ik iets meer over. Er is iets dat ik moet vertellen.

HEDDA
Over Eilert?

BRACK
Ook over Eilert ja. (PAUZE)Ge kunt er u maar beter op voorbereiden dat u benoeming nog
even op zich zal laten wachten. Het zou namelijk kunnen dat ge voor die post een concurrent
krijgt.

TESMAN
Een concurrent? Wat voor concurrent? Hoort ge dat Hedda?

HEDDA
Ik hoor het. Ik hoor het.

TESMAN
Ge bedoelt toch niet…

BRACK
Toch wel. Eilert Lovborg.

TESMAN
(verontwaardigd) Maar dat is onmogelijk.

BRACK
Toch is het zo vrees ik.

TESMAN
Dat zou toch van een compleet gebrek aan respect voor mij getuigen? Ik ben juist getrouwd.
Met dat in het vooruitzicht zijn wij getrouwd. Hedda en ik. We hebben schulden gemaakt, we
hebben geld geleend van tante Julle. Die benoeming was mij beloofd!! Beloofd!!!

BRACK
Rustig, rustig.

TESMAN
Hoe kan ik nu rustig…?

BRACK
Ge zult die job wel krijgen.Ge gaat er alleen uw mannetje voor moeten staan.

HEDDA
(bewegingloos van in de stoel)
Spannend.

BRACK
Spannend?

HEDDA

29
Het lijkt wel een sportwedstrijd.

TESMAN
Hedda! Hoe kunt ge daar nu zo onverschillig over doen?

HEDDA
Dat doe ik helemaal niet! Ik kan niet wachten om de uitslag te weten.

BRACK
Het is sowieso beter dat ge op de hoogte zijt. Ik bedoel maar…. voor ge u weer van alles gaat
aanschaffen.

TESMAN
Ik weet even niet meer waar ik het heb.

BRACK
Denkt er maar even rustig over na. Ik kom u oppikken na mijn avondwandeling.

HEDDA
(leunt achterover en steekt haar hand uit)
Tot ziens meneer Brack. Dank u meneer Brack. Altijd welkom meneer Brack.

BRACK
Dat is heel vriendelijk Hedda.

BRACK gaat buiten.

TESMAN
(ijsbeert over de scène, wrijft zich wanhopig door de haren)
Godver, godver, godver… Wat voor domme kloot ben ik toch geweest? (hoofdschuddend)
Hoe heb ik zo in sprookjes kunnen geloven?

HEDDA
(kijkt hem met een glimlach aan)
Over welke sprookjes hebt gij het?

TESMAN
Het was toch lichtzinnig om zomaar te trouwen zonder enige zekerheid te hebben over onze
toekomst.

HEDDA
Dat ons huwelijk lichtzinnig was, daar moet ik u gelijk in geven.

TESMAN
Ons gezellig huis hebben we toch Hedda. Het huis waar we allebei van droomden. Naar
verlangden zelfs.

HEDDA
(staat vermoeid en traag op) De afspraak was wel dat we een sociaal leven zouden leiden. Dat
ik mensen zou mogen ontvangen.

30
TESMAN
(vliegt plots uit) Ik had het mij ook helemaal anders voorgesteld, ja. Het is niet anders.
Voorlopig zullen we het met mekaars gezelschap moeten doen, Hedda. En met de dagelijkse
bezoekjes van tante Julle natuurlijk.

HEDDA
Ik zal het dus zonder butler moeten stellen.

TESMAN
Ik vrees van wel ja.

HEDDA
En dat paard dat je me beloofd had?

TESMAN
(bang) Een paard?

HEDDA
Dat kan ik ook al op mijn buik schrijven.

TESMAN
Hedda? Een paard?

HEDDA
(loopt over de scène) Gelukkig is er nog één ding waar ik me nu en dan mee kan amuseren.

TESMAN
Wat Hedda? Zeg het mij.

HEDDA
(Van bij de deur, met verholen spot) Mijn pistolen.

TESMAN
Uw pistolen?

HEDDA
(met koude ogen) De pistolen van generaal Gabler.
(ze gaat buiten)

TESMAN
(loopt haar achterna en roept) Hedda, blijf alstublieft met uw vingers van die gevaarlijke
rommel af. Ik meen het. Hedda!

31
Scène 3

Na de middag. De woonkamer van TESMAN en HEDDA. De piano is weg, een elegant, klein
bureau met boekenplank staat in de plaats. Een kleine tafel staat naast de sofa. De meeste
bloemen zijn weg. Het boeket van mevr ELVSTED staat op de grote tafel vooraan.

HEDDA, gekleed om mensen te ontvangen, is alleen. Ze staat bij de openstaande glazen deur
en laadt een pistool. Een tweede exemplaar van precies hetzelfde pistool ligt in een koffertje
op het bureau.

HEDDA
(kijkt de tuin in en schreeuwt) Derde keer trakteren meneer Brack.

BRACK
(van in de verte) Dat kan ik even goed zeggen!

HEDDA
(terwijl ze het pistool op hem richt) Wilt ge nog een laatste wens doen? Want zo dadelijk ga ik
u neerschieten meneer Brack.

BRACK
(van beneden) Hey-hey-hey! Wilt ge alsjeblieft dat ding niet op mij richten.

HEDDA
Dat krijgt ge als ge langs achter komt.

Ze schiet.

BRACK
(dichter) Zijt gij helemaal gek geworden?

HEDDA
Oei! Ik heb u toch niet geraakt?

BRACK
(nog altijd buiten) Is het nu gedaan met die onzin?

BRACK opgekleed voor zijn feest, komt langs de glazen deur naar binnen. Hij draagt een
lichte overjas op de arm.

BRACK
Op wat staat ge te schieten?

HEDDA
Ik schiet gaten in de blauwe lucht.

BRACK
Nog altijd bezig met die sport?

HEDDA

32
Waar moet ik mij anders mee bezighouden?

BRACK
Hebt ge geen bezoek te ontvangen dan?

HEDDA
(sluit de glazen deur) Geen mens. Alsof iedereen de stad uit is.

BRACK
Is Tesman er niet?

HEDDA
(stopt het wapenkoffertje in de lade van een bureau) Hij is na het eten zo snel hij kon naar zijn
tantes gerend. Hij had u zeker niet zo vroeg verwacht.

BRACK
Dom van mij.

HEDDA
(draait haar hoofd en kijkt hem aan) Waarom?

BRACK
Als ik geweten had dat hij er niet was, dan was ik nog een beetje … vroeger gekomen.

HEDDA
(loopt naar de andere kant van de kamer) Dan had ge hier helemaal voor niets gestaan. Ik
stond in de douche. Nieuwe kleren aangetrokken.

BRACK
Er is ongetwijfeld een piepklein kiertje tussen de deur waardoor ik naar binnen had kunnen
gluren om een beetje te praten?

HEDDA
Dat zijt ge vergeten te installeren.

BRACK
Dat was dan pas echt dom!

HEDDA
Ik denk niet dat Tesman rap terug zal zijn.

BRACK
Dan zit er niets anders op dan geduld te oefenen.

HEDDA gaat op de hoek van de zetel zitten. BRACK gooit zijn jas over een stoel en gaat
zitten. Zijn hoed houdt hij in zijn hand. Korte pauze. Ze bekijken elkaar.

HEDDA
Wel?

33
BRACK
(zelfde toon) Wel?

HEDDA
Ik vroeg het eerst. (leunt meer naar achter in de zetel) Het lijkt wel een eeuwigheid geleden
dat wij nog ‘ns gepraat hebben. Dat gebabbel van gisterenavond en vanochtend… dat weiger
ik mee te tellen.

BRACK
Ge bedoelt… onder vier ogen?

HEDDA
Ja.

BRACK
Er is geen dag voorbij gegaan dat ik niet hoopte dat ge weer thuis zou zijn.

HEDDA
Ik heb de hele tijd juist hetzelfde gewenst.

BRACK
Ik dacht dat ge zoveel plezier hebt gemaakt op reis. Dat is tenminste wat Tesman me liet
verstaan.

HEDDA
Hij wel ja. Hij kent dan ook geen groter genot dan met zijn neus in saaie boeken zitten. Uren
aan één stuk oude perkamenten brol overschrijven… of wat is het dat hij allemaal doet?

BRACK
(beetje gemeen) Dat is natuurlijk die jongen zijn roeping.

HEDDA
Misschien. Maar ondertussen heb ik mij te pletter verveeld. Zes maanden lang geen mens
tegenkomen om een deftig gesprek mee te voeren, met wie ik over mijn problemen kan
spreken. En wat echt niet uit te houden was…Eeuwig en altijd met… met diezelfde persoon…
met HEM… samen …

BRACK
(knikt instemmend) Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, voor eeuwig en altijd.

HEDDA
Ik zeg het toch: eeuwig en altijd.

BRACK
Maar met die brave Tesman moet het toch mogelijk zijn om…

HEDDA
Tesman is een…vakidioot…

BRACK

34
Ontegensprekelijk.Ik dacht alleen dat gij hield van die vakidioot.

HEDDA
Doe alstublieft niet zo melig. (half lachend, half kwaad) Ge moet het zelf ‘ns proberen. Van ’s
morgens vroeg tot ’s avond laat naar dat cultureel gewauwel luisteren. De huisnijverheid
tijdens de middeleeuwen…. Afgrijselijk!

BRACK
(bekijkt haar onderzoekend) Hoe moet ik dan precies begrijpen …?

HEDDA
Dat Tesman en ik een koppel geworden zijn? (PAUZE) Mijn tijd was op… Ik was moe
gedanst …(ze rilt een beetje) Oh nee… dat zou ik misschien beter niet zeggen, zelfs niet
denken. Al bij al is Jorgen Tesman een heel degelijke kerel, veronderstel ik.

BRACK
Degelijk en betrouwbaar.

HEDDA
En ik kan niets bedenken dat echt belachelijk aan hem is. Gij?

BRACK
Belachelijk zou ik hem niet noemen.

HEDDA
Hij zou het nog wel ‘ns ver kunnen schoppen. En toen hij dan zo vastberaden zijn zinnen op
mij had gezet. (grinnikend) Hij sloofde zich echt uit… Ik zie niet in waarom ik het zou
hebben afgeslagen.

BRACK
Als ge het zo bekijkt.

HEDDA
Zo bekijk ik het.

BRACK
(na een lachje) Juffrouw Hedda, u weet beter dan wie ook dat ik veel respect heb voor de
huwelijksband.

HEDDA
Ik had niets anders van u verwacht.

BRACK
Ik zoek eerder een fijne kring intieme vrienden die ik in raad en daad kan bijstaan, waar ik
altijd welkom ben, graag gezien ook… als een echte vriend.

HEDDA
Van de heer des huizes bedoelt ge dan?

BRACK

35
(leunt naar voor) Nog meer van de vrouw des huizes om heel eerlijk. En in tweede instantie
natuurlijk van de man. Zo’n driehoeksverhouding komt alle betrokken partijen goed uit.

HEDDA
Ik heb zo’n derde man meer dan eens gemist onderweg. Dan hadden we niet heel de tijd op
mekaars lip moeten zitten.

BRACK
De huwelijksreis is gelukkig voorbij.

HEDDA
(schudt het hoofd) Ik vrees dat ze nog verschrikkelijk lang gaat duren. Dit was nog maar de
eerste halte.

BRACK
Even uitstappen dan. Een beetje beweging zal u deugd doen.

HEDDA
Uistappen? Liever niet..

BRACK
Zo?

HEDDA
Dan is er altijd wel iemand die…

BRACK
… naar uw benen kijkt, bedoelt ge?

HEDDA
Inderdaad ja.

BRACK
Ja maar…

HEDDA
(met een afwerend gebaar) Dan blijf ik liever zitten waar ik zit. Gewoon met twee.

BRACK
En stel dat er een derde man het compartiment binnen komt om het koppel gezelschap te
houden?

HEDDA
Dat is dan weer iets heel anders.

BRACK
Een vriend des huizes bijvoorbeeld…

HEDDA
… ah, zo iemand.

36
BRACK
In de verste verte geen vakidioot.

HEDDA
(met hoorbare zucht) Dat zou zo’n opluchting zijn.

BRACK
(hoort dat de voordeur opengaat, en kijkt ernaar) Een perfecte driehoek.

HEDDA
(fluisterend) En de trein rijdt verder.

TESMAN, grijs pak, blauwe hoed, komt binnen. Hij heeft een stapel boeken vast.

TESMAN
(gaat tot bij de tafel naast de sofa) Bent u al hier meneer Brack.

HEDDA
(zonder opkijken) Nog meer boeken Tesman?

TESMAN
(bladert erin) Een hoop academische werken die ik absoluut moest hebben.

HEDDA
Academische werken?

BRACK
Academische werken, mevrouw Tesman.

BRACK en HEDDA glimlachen naar elkaar.

HEDDA
Hebt ge nog geen academische werken genoeg dan?

TESMAN
Academische werken hebt ge nooit genoeg Hedda. (samen) Ge moet op de hoogte zijn van
alles wat er geschreven en gedrukt wordt.(terwijl hij in de boeken snuistert) Het nieuwe boek
van Eilert Lovborg zit er ook tussen. (hij toont het) Ik heb het onderweg al even ingekeken.
Wilt ge het zien?

HEDDA
Ja. Of nee. Of misschien later.

BRACK
En wat vindt ge ervan? Als specialist bedoel ik?

TESMAN
Dat het heel genuanceerd geschreven is Heel anders dan zijn vroeger werk. (pakt het stapeltje
boeken op) Ik ga ze op mijn bureau leggen. (tegen BRACK) We moeten toch nog niet weg?

37
BRACK
Daar is geen haast bij.

TESMAN
(gaat met de boeken naar buiten, draait zich om in het deurgat)
Dat is waar ook Hedda. Tante Julle komt niet vanavond.

HEDDA
Die vreselijke toestand met die hoed heeft er toch niets mee te maken?

TESMAN
Hoe kunt ge zoiets denken van tante Julle? Het gaat niet goed met tante Rina. Dat is de reden.

HEDDA
Het gaat nooit goed met tante Rina.

TESMAN
Wat zegt ge Hedda?

HEDDA
Dat ik er mij dan zal bij moeten neerleggen. Jammer want ik had zo naar haar komst
uitgekeken.

TESMAN gaat buiten, langs de achterste kamer.

BRACK
Wat was dat met die hoed?

HEDDA
Iets van deze morgen. Mevrouw Tesman had haar hoed op de zetel laten liggen. (bekijkt hem
en glimlacht) Ik deed alsof ik dacht dat hij van de werkvrouw was.

BRACK
(schudt het hoofd) Hedda, Hedda, Hedda! Hoe durft ge.

HEDDA
(loopt nerveus over en weer) Soms doe ik zo’n dingen. Ik heb er geen uitleg voor. Ik kan er
niets aan doen. (gaat in de stoel bij de kachel zitten) Het overkomt mij.

BRACK
(achter de stoel) Omdat ge niet gelukkig zijt.

HEDDA
(kijkt strak voor zich uit) Ik zie dan ook geen enkele reden om gelukkig te zijn. Gij wel?

BRACK
Ge woont in het huis van uw dromen, om maar één ding te zeggen.

HEDDA

38
(monkelend lachje) Geloof jij ook in dat fabeltje?

BRACK
Is het niet waar misschien?

HEDDA
Half en half.

BRACK
En welke helft is gelogen?

HEDDA
Tesman bracht mij vaak naar huis na feestjes vorige zomer. Op een avond kwamen we hier
langs. Tesman zat zich weer verschrikkelijk in bochten te wringen. Wist zich geen houding te
geven. Hij raakte maar niet uit zijn woorden. Ik had echt medelijden met hem. Dat iemand zo
verstandig als hij…

BRACK
(glimlacht twijfelend)Medelijden…

HEDDA
Het was zo gênant… Dus om hem te helpen… zei ik, om iets te zeggen eigenlijk, een beetje
lichtzinnig, dat ik dit zo’n mooi huis vond. En dat het mijn droom was er ooit te kunnen
wonen.

BRACK glimlacht.

HEDDA
Jammer genoeg bleef mijn lichtzinnigheid niet zonder gevolgen.

BRACK
Zo gaat het meestal met lichtzinnigheid Hedda.

HEDDA
Dus we zijn tot een overeenkomst gekomen. Tesman en ik. Het vervolg van het verhaal kent
ge. Verloving, huwelijk, en huwelijksreis zonder einde en blablabla.

BRACK
Kostelijk verhaal! Dus diep van binnen, geef je niets om dit huis.

HEDDA
Geen zier.

BRACK
En zelfs niet nu we speciaal voor u zo gezellig hebben ingericht?

HEDDA
Gezellig zegt ge? De kamers stinken naar lavendel en rozenbladeren. Of misschien is dat de
geur van tante Julle die hier nog hangt.

39
BRACK
(lacht) Ik denk eerder : de stank van de vorige eigenares.

HEDDA
Het ruikt hier naar de dood. Daar hebt ge gelijk in. De geur van een baljurk, de dag na het bal.
(vouwt haar handen achter haar hoofd, leunt achterover, en kijkt hem aan) Ik ga me hier zo
afgrijselijk vervelen.

BRACK
Er moet toch iets zijn in het leven Hedda? Iets om naar uit te kijken.

HEDDA
Ik vrees van niet. (PAUZE) Wat een armtierigheid waarin ik ben terecht gekomen.
(loopt over en weer) Armtierig is het leven Brack. Armtierig, miserabel en bespottelijk.

BRACK
Ge zult binnenkort wel iets om handen hebben . Stel dat er binnen afzienbare tijd beroep
wordt gedaan op uw verantwoordelijkheidsgevoel. (glimlacht) Nieuwe verantwoordelijkheden
bedoel ik dan.

HEDDA
Van-mijn-leven-niet.

BRACK
(voorzichtig) Over een maand of negen… een jaartje misschien?

HEDDA
(kort) Ik heb daar geen aanleg voor. Ik heb, meneer Brack, jammer genoeg maar voor één
ding aanleg op deze wereld.En dat is om mij steendood te vervelen. Ik dacht dat ik daar al
duidelijk over geweest was.

BRACK
(waarschuwend) Rustig, rustig juffrouw Hedda.

TESMAN, gehuld in avondkledij, handschoenen en hoed in de hand, komt de kamer in.

TESMAN
Wat scheelt er?

HEDDA
Niks Tesman.

BRACK
Helemaal niks.

TESMAN
Al nieuws van Eilert Lovborg?

HEDDA
Nee.

40
TESMAN
Dan kan hij hier elke moment binnenvallen.

BRACK
Dus ge gelooft echt dat hij gaat komen?

TESMAN
Zeker van. En dan is er nog iets. Volgens tante Julle gaat Eilert me voor die betrekking geen
strobreed in de weg leggen.

BRACK
Denkt ze dat?

TESMAN
Sinds mijn gesprek met tante Julle zie ik het weer helemaal zitten. Wanneer moeten we weg.

BRACK
Geen haast.

TESMAN
(legt zijn hoed en handschoenen op een stoel) Want ik wil toch zo lang mogelijk hier blijven
om op hem te wachten.

BRACK
Voor half acht wordt er niemand bij mij thuis verwacht.

HEDDA
(legt de overjas van BRACK en zijn hoed op de zetel)
In het slechtste geval hou ik mij wel met Lovborg bezig.

BRACK
(wil zijn spullen pakken) Wat bedoelt ge? In het slechtste geval?

HEDDA
Als hij niet met u en Tesman mee wil.

TESMAN
(bekijkt haar aarzelend) Gij en hij hier samen. Denkt ge dat dat een goed idee is Hedda? Ge
weet dat tante Julle niet kan komen.

HEDDA
Mevrouw Elvsted komt ook.

TESMAN
In dat geval.

HEDDA
We kunnen met ons drie een tas thee drinken.

41
BRACK
Dat is waarschijnlijk ook iets beter voor zijn gezondheid.

HEDDA
Waarom?

BRACK
Ge weet zelf hoe het er op zo’n avondjes aan toe gaat. Niet geschikt voor mannen met een
zwak karakter.

HEDDA
Naar het schijnt heeft hij aan zijn karakter gewerkt.

BERTE komt op.

BERTE
Mevrouw, er staat een jongeman voor de deur die u graag wilt bezoeken.

TESMAN
Dat moet Eilert zijn.

(Eilert Lovborg komt binnen. Slank, graatmager zelfs. Even oud als TESMAN, al ziet hij er
ouder uit. Afgeleefder. Hij heeft donkerbruin haar en een donkerbruine baard. Een lang,
bleek gezicht, een beetje rode blos op zijn jukbeenderen. Hij draagt een elegant, zwart, nieuw
pak. Hij heeft donkere handschoenen aan en een hoed. Hij stopt bij de deur en buigt haastig.
Hij geeft een onzekere indruk.)

TESMAN
(gaat hem tegemoet en schudt hem de hand) Mijn allerbeste Eilert. Dat is lang geleden.

LOVBORG
(praat met zachte stem) Dag Hedda.

HEDDA
(geeft hem een hand) Welkom meneer Lovborg.(terwijl hij naar beide heren kijkt)Ik weet niet
of jullie…

LOVBORG
(Buigt een beetje)Rechter Brack als ik mij niet vergis.

BRACK
(doet hetzelfde) Dat moet jaren geleden zijn.

TESMAN
(tegen LOVBORG, terwijl hij zijn handen op zijn schouders legt) Ik heb gehoord dat je weer
in de stad wilt komen wonen?

LOVBORG
Dat is het plan.

42
TESMAN
En een goed plan. Kerel, ik heb uw nieuwe boek te pakken gekregen. Ik heb het nog niet
helemaal uit maar…

LOVBORG
Doe geen moeite. Het stelt niet veel voor.

BRACK
Iedereen heeft er nochtans de mond vol van. Het schijnt geweldig te zijn.

LOVBORG
Dat was precies de bedoeling. Ik heb het zo geschreven dat iedereen het goed kan vinden.

BRACK
Heel verstandig.

TESMAN
Maar Eilert…

LOVBORG
Ik moet opnieuw aanzien krijgen. Beschouw het als een nieuwe start.

TESMAN
(een beetje gegeneerd)
Is dat de bedoeling? Wat?

LOVBORG
(hij glimlacht, legt zijn hoed neer en haalt een pakje uit zijn jaszak)
Maar als dit verschijnt, Jorgen Tesman… Dit moet ge zeker lezen. Want dit is het pas echt!
Hier ligt mij ziel in.

TESMAN
Echt? En wat is het precies?

LOVBORG
Het vervolg.

TESMAN
Het vervolg?

LOVBORG
Op mijn boek.

TESMAN
Uw laatste boek?

LOVBORG
Natuurlijk!

TESMAN

43
Maar Eilert…uw laatste boek gaat al tot vandaag.

LOVBORG
Dat is waar. En dit gaat over de toekomst.

TESMAN
Over de toekomst. Wat valt er nu te vertellen over de toekomst?

LOVBORG
Van alles. (hij maakt het pakje open) Kom ‘ns zien.

TESMAN
Dat is uw geschrift niet.

LOVBORG
Ik heb het gedicteerd. (hij doorbladert het manuscript) Het bestaat uit twee delen. In het
eerste beschrijf ik de culturele krachten in de toekomst. (hij bladert verder) In het tweede heb
ik het over de culturele stromingen uit de toekomst.

TESMAN
Ongelooflijk. Het zou nooit in mij opkomen om daarover schrijven.

HEDDA
(stil van bij de glazen deur, terwijl ze op de ruit trommelt) Waarom verbaast me dat niks?

LOVBORG
(steekt de bladeren weer in de enveloppe en legt die op tafel)
Ik dacht er u misschien een beetje uit voor te lezen vanavond.

TESMAN
(terwijl hij naar Brack kijkt) Ik vrees dat dat vanavond niet gaat lukken.

LOVBORG
Er is geen haast bij.

BRACK
Het zit zo. Ik geef een klein feestje bij mij thuis vanavond. Voor Tesman eigenlijk, dus ge
begrijpt…

LOVBORG
(zoekt zijn hoed)Ah, maar in dat geval…

BRACK
Nee, nee, wacht even. Kom anders gewoon met ons mee? Het is een klein, select
gezelschap.Ik garandeer u dat het een fijne avond word.

LOVBORG
Daar twijfel ik niet aan. Maar toch bedankt.

BRACK

44
Neem uw manuscript gewoon mee, dan kunt ge er bij mij voor Tesman uit voorlezen. Plaats
genoeg.

TESMAN
Dat zou fantastisch zijn. Wat denkt ge Eilert?

HEDDA
(komt tussen) Maar liefje. Als hij nu echt niet wil! Ik ben er zeker van dat meneer Lovborg
liever hier blijft voor het eten.

LOVBORG
(bekijkt haar) Bij u, mevrouw Tesman.

HEDDA
En bij mevrouw Elvsted.

LOVBORG
A zo. (nonchalant) Die heb ik vanmiddag nog gezien.

HEDDA
Ze komt straks naar hier.Dan moet ge wel blijven. Wie gaat haar anders straks naar huis
brengen?

LOVBORG
Dat is juist. Oké dan. Ik blijf.

HEDDA
Fantastisch. Ik breng meteen de meid op de hoogte.

TESMAN
Ik heb gehoord dat ge binnenkort een reeks lezingen gaat geven? Is dat over dat onderwerp?

LOVBORG
Dat is toch de bedoeling. Daar hebt ge toch geen probleem mee?

TESMAN
Niet in het minst. Wat kan ik daar trouwens tegen hebben?

LOVBORG
Ik kan me best voorstellen dat het een beetje vervelend is voor u.

TESMAN
(mistroostig) Ik kan moeilijk verwachten dat gij…

LOVBORG
Als ge wilt, dan zal ik wachten tot na uw benoeming.

TESMAN
Meent ge dat? Wilt gij die betrekking dan niet? Wat? Want ik zal heel eerlijk zijn, ik was
bang…

45
LOVBORG
Nee, Tesman.

TESMAN
YES!

LOVBORG
Ik wil wel beter dan u zijn. In de ogen van de mensen. Die job zegt me niets.

TESMAN loopt in de richting van HEDDA.

TESMAN
Maar dan had tante Julle helemaal gelijk. Ja! JA! Ik wist het. Hedda, Hedda, hoort ge dat?
Eilert Lovborg gaat ons geen strobreed in de weg leggen.

HEDDA
(kort) Ons? Kunt ge mij daar buiten houden?

HEDDA komt op met een fles.

HEDDA
(wijst naar de achterkamer) Wie wil er een aperitief?

BRACK
(kijkt naar zijn horloge) Waarom niet eigenlijk.

TESMAN
Schitterend idee Hedda

BRACK
Geen slecht plan.

TESMAN
Een schitterend plan. Dat kan ik nu wel gebruiken.

HEDDA
Eilert?

LOVBORG
(wuift weg) Voor mij niet, bedankt.

BRACK
Natuurlijk wel. Eén aperitiefje. Daar gaat ge niet van doodgaan.

LOVBORG
Het is vriendelijk. Maar toch liever niet.

HEDDA
Dan zal ik meneer Lovborg wel gezelschap houden.

46
(TESMAN en BRACK lopen naar de achterkamer, gaan zitten en drinken punch. Ze roken
sigaretten en kletsen wat over en weer. LOVBORG blijft bij de kachel staan. HEDDA wandelt
in de richting van de schrijftafel.)

HEDDA
(verheft haar stem een beetje) We zijn langs Tirol gekomen op de terugweg. Als ge wilt laat
ik u wat foto’s zien.

(Ze neemt een album, legt het op de tafel naast de sofa en gaat in de verste hoek zitten.
LOVBORG komt dichter, stopt en kijkt haar aan. Dan neemt hij een stoel, gaat links van haar
zitten, zijn rug naar de achterkamer.

HEDDA
(slaat het boek open) Ziet ge die berg meneer Lovborg? De Örtler. Tesman heeft het er onder
geschreven. Hier staat het: Hedda en Jorgen voor de Ortlerketen bij Meran. Alsof we op een
dag zo seniel gaan zijn dat we ons zelf niet meer gaan herkennen.

LOVBORG
(die haar onafgebroken heeft aangekeken, traag en zacht) Hedda – Gabler.

HEDDA
(kijkt hem snel aan) Ja?

LOVBORG
(herhaalt zacht) Hedda – Gabler.

HEDDA
(kijkt naar het album) Zo heette ik vroeger ja. In de tijd dat wij twee elkaar kenden.

LOVBORG
De rest van mij leven zal ik moeten genezen van de gewoonte u zo te noemen.

HEDDA
(terwijl ze door het album bladert) Begin dan maar snel te oefenen.

LOVBORG
(met woede in zijn stem) Getrouwd? En dan nog wel met Jorgen Tesman! Hedda, Hedda toch.
Hoe hebt ge u zo kunnen verlagen?

(TESMAN komt binnen en gaat richting sofa)

HEDDA
(hoort hem komen, zegt onverschillig) En deze foto is genomen in de Ampezzovalei. Kijk ‘ns
naar die bergen! (kijkt vriendelijk op naar TESMAN ) Hoe worden die ook alweer genoemd?

TESMAN
Laat ‘ns zien? Ah, de… de… de Dolomieten. Ja. Dat zijn ze. De Dolomieten.

HEDDA

47
Maar natuurlijk. De dolomieten.

TESMAN
Echt niets drinken? Ik bedoel… Hedda?

HEDDA
Wel ja, waarom niet eigenlijk.

TESMAN
Geen sigaretten?

HEDDA
Nee.

TESMAN
Komt eraan?

(Hij gaat rechts de achterkamer in. BRACK kijkt toevallig HEDDA’s en LOVBORG’s richting
uit.)

HEDDA
(doet alsof ze in het boek kijkt) Wat een lef om zoiets te vragen.

LOVBORG
Ik zeg gewoon wat ik denk.

HEDDA
Niet alles wat ge denkt hoeft zonodig luidop gezegd worden.

LOVBORG
Ik wil natuurlijk uw grote liefde, Jorgen Tesman niet beledigen.

HEDDA
(bekijkt hem met een glimlacht) Is dat een mop of zo?

LOVBORG
Dus toch geen liefde?

HEDDA
Maar zeker geen ontrouw. Als ge dat zou bedoelen.

LOVBORG
Hedda… één ding…

(TESMAN komt de kamer in met een dienblad)

TESMAN
Hier zijn we ermee.

HEDDA

48
Waarom twee glazen? Eilert heeft toch gezegd dat hij geen wou.

TESMAN
Weet ik. Maar Thea komt toch ook?

HEDDA
Thea, natuurlijk.

TESMAN
Ge waart Thea toch niet vergeten?

HEDDA
We waren zo verdiept in die foto’s. (ze toont hem een foto) Hoe heet dit dorpje ook alweer?

TESMAN
Oh dat! Hoe heet dat ook alweer? (hij denkt na)Helemaal beneden aan de Brenner pas. We
zijn er nog blijven slapen. We kwamen er die grappige toeristen tegen. Hoe heet het toch? Ik
kom er straks wel op. Ge had er moeten bij zijn Eilert. (Hij gaat de kamer uit om terug bij
BRACK te gaan zitten)

LOVBORG
(slaat het album dicht) Gaat ge mij nu nog een antwoord geven? Bij ons kwam er toch wel
liefde aan te pas? Al was het maar een heel klein.beetje?

HEDDA
Goede vrienden waren we zeker. Hartsvrienden. (glimlacht) … geen geheimen.Het had iets
moois. Iets verleidelijk. Als ik er zo aan terugdenk. Iets heldhaftig zelfs. Iets van ons alleen,
waar niemand iets van afwist.

LOVBORG
Ik weet nog hoe ik bij u langskwam na de middag. Uw vader in de zetel bij het raam met zijn
krant. Met zijn rug naar ons.

HEDDA
En wij met twee samen in de zetel in de hoek.

LOVBORG
Verstopt achter altijd opnieuw hetzelfde tijdschrift.

HEDDA
Toen hadden we nog geen fotoalbum.

LOVBORG
Hoe komt het toch dat gij zoveel macht over mij had dat ik u alles vertelde?

HEDDA
Vond ge dat ik macht over u had?

LOVBORG
En de dingen die ge durfde vragen. Zonder blikken of blozen.

49
HEDDA
Gij zat nooit om een antwoord verlegen.

LOVBORG
Maar dat is nu juist waar ik niet bijkan Hedda. Als ik er nu aan terugdenk. Als ik zoveel tegen
u kon vertellen. Als ik u zo in vertrouwen nam… Dan moet ge mij toch graag gezien hebben!
Dat moet liefde geweest zijn.

HEDDA
Eigenlijk niet nee.

LOVBORG
Waarom deed ge dat dan allemaal?

HEDDA
Vindt gij het dan zo raar dat een jong meisje wil binnenkijken in een wereld die normaal altijd
gesloten is?

LOVBORG
Dat was het dus?

HEDDA
Dat was het ook.

LOVBORG
Allebei even gulzig. (PAUZE)Waarom is het dan godverdomme niet blijven duren?

HEDDA
Dat hebt ge alleen maar aan uzelf te danken.

LOVBORG
Gij hebt er een eind aan gemaakt.

HEDDA
Omdat het allemaal zo banaal begon te worden. Zo alledaags.Gij hebt alles om zeep geholpen.

LOVBORG
(wrijft zich in de handen) Waarom hebt ge mij dan niet neergeschoten?

HEDDA
Ik was voor het schandaal dat er op zou volgen.

LOVBORG
Eigenlijk zijt gij laf.

HEDDA
Ontzettend laf! (verandert van toon) Maar zoveel te beter voor u. Want ik hoor dat ge intussen
een warm nestje hebt gevonden bij de Elvsteds?

50
LOVBORG
Ik weet dat Thea u alles verteld heeft.

HEDDA
Misschien hebt gij haar ook wel het één en het ander over ons verteld.

LOVBORG
Geen woord over gezegd. En daarbij. Ze is te dom om zoiets te begrijpen.

HEDDA
Dom?

LOVBORG
Verschrikkelijk dom. In dat soort dingen.

HEDDA
Zij te dom… en ik te laf? (ze leunt dichter bij hem zonder hem aan te kijken, zegt dan zacht)
Ik zal u nog één ding zeggen. Dat ik u niet heb neergeschoten? Dat was niet mijn grootste
lafheid die avond.

LOVBORG
(bekijkt haar even, begrijpt, en fluistert gepassioneerd) Hedda Gabler. Dan toch die drang om
te leven.

HEDDA
(onderdrukt, met een snelle blik) Maak u geen illusies.

(Het begint donker te worden. De deur van de hall gaat open, ELVSTED verschijnt in
avondkledij.)

HEDDA
(slaat het album dicht en roept met een glimlach) Eindelijk! Thea. Kom toch binnen.
(zit in de sofa, steekt haar armen in Thea’s richting uit) Je kunt je niet voorstellen hoe blij ik
ben dat je er bent.

(ELVSTED wisselt een blik met de mannen in de achterkamer, als ze langsloopt. Ze gaat tot
aan de tafel, en geeft HEDDA een hand. LOVBORG is rechtgestaan. Hij en ELVSTED
knikken elkaar stil toe.)

ELVSTED
Zal ik even tot bij uw man gaan om dag te zeggen?

HEDDA
Ach nee. Laat die twee maar. Ze staan trouwens op het punt om te vertrekken.

ELVSTED
Gaan ze weg?

HEDDA
Een stapje in de wereld zetten.

51
ELVSTED
(snel tegen LOVBORG) Ge gaat toch niet mee?

LOVBORG
Nee.

HEDDA
Eilert blijft bij ons.

ELVSTED
(neemt een stoel en wil naast hem gaan zitten) Ik ben zo blij dat ik er ben.

HEDDA
Nee! Niet daar! Kom toch naast mij zitten. Ik wil in het midden zitten.

ELVSTED
Zoals ge wilt. (ze loopt rond de tafel en gaat rechts van HEDDA zitten. LOVBORG gaat weer
in de stoel zitten.)

LOVBORG
(Na een korte pauze) Ziet ze er niet fantastisch uit?

HEDDA
(streelt zacht door haar haren) Enkel om naar te kijken?

LOVBORG
Wij zijn echte vrienden. Wij geloven onvoorwaardelijk in elkaar, kunnen alles tegen elkaar
zeggen…

HEDDA
Zonder blikken of blozen? Eilert?

ELVSTED
(zacht, terwijl ze HEDDA bij de arm neemt) Ik ben zo gelukkig Hedda. Hij zegt zelfs dat ik
hem geïnspireerd heb.

LOVBORG
En de manier waarop ze mij heeft geholpen. Zo…moedig.

ELVSTED
Moedig? Ik?

HEDDA
Moedig! Wat een compliment! Wie kan dat zeggen?

LOVBORG
Hoe bedoelt ge?

HEDDA

52
Wat ik zeg. En nu, lieve Thea, gaan we samen een glas drinken.

ELVSTED
Ik drink nooit alcohol.

HEDDA
Ach zo. Gij, Eilert?

ELVSTED
Hij ook niet.

LOVBORG
Ik ook niet.

HEDDA
(kijkt hem strak aan) En als ik het u vraag?

LOVBORG
Dat maakt niets uit.

HEDDA
(lacht) Dan heb ik toch geen macht over u?

LOVBORG
Toch niet wat dat betreft.

HEDDA
En toch vind ik dat ge een glas zou moeten drinken. Niet voor mij. Voor uzelf.

ELVSTED
Hedda!

HEDDA
De mensen gaan denken dat ge nog niet helemaal zeker van uzelf zijt. Als het er echt op
aankomt, bedoel ik. Dat ge nog niet echt zonder kunt.

ELVSTED
(zacht) Hedda, laat dat.

LOVBORG
De mensen mogen denken wat ze willen.

ELVSTED
Dat is gesproken.

HEDDA
Nu begrijp ik waarom meneer Brack zo keek daarnet. Die spottende blik, omdat ge niet mee
durft vanavond.

HEDDA

53
Hij moest echt zijn best doen om niet in de lach te schieten. En ik zag hem naar Tesman
kijken omdat ge niet mee durft naar hun feestje.

(((LOVBORG
Durven. Zegt gij nu dat ik niet durf?))

HEDDA
Zo interpreteerde Brack het tenminste.

LOVBORG
Hij doet maar.

HEDDA
Dus ge gaat niet mee met hen?

LOVBORG
Ik blijf hier bij u en Thea.

ELVSTED
Natuurlijk blijft hij hier Hedda.

HEDDA
(glimlacht en knikt goedkeurend naar LOVBORG) Hoe vastberaden. Zo stevig vasthouden
aan uw principes. Een echte man. (ze wendt zich naar ELVSTED en streelt haar) Heb ik het u
niet gezegd? Toen ge hier vanmorgen in alle staten binnenviel?

LOVBORG
(geschrokken) In alle staten!

ELVSTED
(bang) Echt waar Hedda!

HEDDA
Nu ziet ge het zelf. Er is geen enkele reden om zo bang te zijn. (onderbreekt zichzelf ) He he.
Dan kunnen we alle drie vrolijk zijn. (ze heft haar glas). Cheers. Ah nee, ge drinkt niet.

ELVSTED
(tussen haar tanden) Wilt ge daar onmiddellijk mee ophouden?

LOVBORG
Waart gij bang voor mij?

ELVSTED
(zacht, met bevende stem) Hedda. Wat doet ge mij aan?

LOVBORG
Hebt ge dan echt niet meer vertrouwen in mij dan dat?

ELVSTED
(smekend) Luister tenminste naar wat ik daarover te zeggen heb.

54
LOVBORG
(neemt een glas, heft het en zegt met hese stem) Gezondheid Thea. (Hij drinkt het glas op, zet
het neer, en neemt een nieuw.)

ELVSTED
(zacht) Was dat uw bedoeling?

HEDDA
Mijn bedoeling? Hoe komt ge daar bij?

LOVBORG
En ook op u, mevrouw Tesman. Gezondheid. (hij drinkt het glas leeg en wil het opnieuw
vullen)

HEDDA
(legt haar hand op zijn arm) Het is stilaan genoeg geweest. Vergeet niet dat ge nog naar het
feest bij Brack moet.

ELVSTED
Nee, nee, nee.

LOVBORG
Weet uw man dat gij hier zijt? Moest ge mij in het oog komen houden?

ELVSTED
(zacht, angstig). Ge zijt zo verkeerd. (Eilert toch!)

LOVBORG
(neemt een glas en vult het) Ook op zijn gezondheid dan maar.

HEDDA
(afwerend) Nu is het genoeg. Ik zou niet willen dat ge Tesman niet meer uit uw boek kunt
voorlezen.

LOVBORG
(rustig, terwijl hij het glas neerzet) Het is stom van mij. Om mij zo te gedragen bedoel ik.
Niet kwaad zijn…. Ge zult zien, ge zult allemaal zien, ik zat helemaal aan de grond, maar ik
ben weer rechtgekropen. En dat is allemaal dankzij u Thea.

(BRACK kijkt in de andere kamer op zijn horloge. Hij en TESMAN staan op en komen naar
het salon.)

BRACK
(neemt zijn hoed en overjas) We zijn zover.

HEDDA
Dat dacht ik al.

LOVBORG

55
(staat op) Ik ben ook zo ver.

ELVSTED
(zacht smekend) Alstublieft Lovborg, niet doen.

BRACK
Ge gaat toch mee?

LOVBORG
(terwijl hij het pakje bij zich neemt) Ik wilde u graag wat voorlezen voor ik het indien. Als ik
nog welkom ben.

BRACK
Natuurlijk zijt ge welkom.

TESMAN
En hoe geraakt mevrouw Elsvsted dan thuis?

HEDDA
We vinden wel een oplossing.

LOVBORG
(kijkt de dames aan) Ik kom haar straks terug oppikken. (dichter bij) Tegen 10 uur? Past dat?

HEDDA
Natuurlijk. Perfect.

TESMAN
Dat is dan geregeld. Mij moet ge zo vroeg niet thuis verwachten Hedda.

HEDDA
Maar liefje toch. Blijf zo lang weg als ge zelf wilt.

ELVSTED
(onderdrukt haar angst) Ik wacht hier op u meneer Lovborg.

LOVBORG
Afgesproken.

BRACK
Dan kan de feesttrein eindelijk vertrekken. Party party…zoals een mooie jonge dame het
eerder deze avond zei.

HEDDA
Wat was die mooie jonge dame graag met jullie meegegaan. Onzichtbaar dan.

BRACK
Waarom onzichtbaar.

HEDDA

56
Om jullie als een vlieg aan de muur te kunnen bespieden meneer Brack.

TESMAN
(ook lachend) Kunnen we nu eindelijk?

BRACK
Dames!

LOVBORG
(buigt vaarwel) Tien uur dan.

(BRACK, LOVBORG en TESMAN gaan naar buiten langs de hall. ELVSTED ijsbeert door de
kamer)

ELVSTED
Hedda, Hedda. Hedda.

HEDDA
Zeur toch niet zo. Om tien is het allemaal voorbij. Dan komt hij u oppikken. Ik zie het zo voor
mij. (grinnikt) Wijnranken in zijn haar.

ELVSTED
Wijnranken?

HEDDA
En van dan af kan hij vrij zijn voor de rest van zijn leven.

ELVSTED
Als dat waar zou kunnen zijn.

HEDDA
(ze staat op en gaat haar richting uit) Zo zal het gaan. Niet anders. Straks zullen we zien wie
gelijk heeft.

ELVSTED
Wat zit hier achter Hedda.

HEDDA
Ik wil voor één keer macht hebben over iemand.

ELVSTED
Dat hebt ge toch?

HEDDA
Helemaal niet. Nooit gehad.

ELVSTED
En uw man dan?

HEDDA

57
Alsof ik daar mijn tijd in ga steken.

ELVSTED
Hedda…

HEDDA
(ze slaat haar armen passioneel om Thea heen.) Ge moest ‘ns weten hoe arm ik ben. En hoe
rijk gij moogt zijn. Misschien moet ik u haar toch maar in brand steken.

ELVSTED
Laat mij los! Laat mij los! Ik ben bang van u Hedda.

HEDDA
Laat ons gaan eten.

ELVSTED
Ik denk dat ik liever naar huis ga. Alleen.

HEDDA
Wij gaan eerst samen thee drinken. En om tien uur komt Eilert Lovborg. Met wijnranken in
zijn haar.

(ze trekt mevrouw ELVSTED mee, duwt haar met zachte dwang de eetkamer in)

58
Scène 4

De zitkamer bij de TESMAN’s. De gordijnen aan de deur zijn dichtgetrokken. Ook bij de
schuifdeuren. De lamp, met lampenkap over, staat op halve sterkte te branden op tafel. Het
vuur in de kachel is bijna uit.
ELVSTED heeft een grote sjaal om zich heen geslagen. Haar voeten op een voetbankje. Ze
leunt achterover in de stoel.
HEDDA ligt met haar kleren aan in de zetel te rusten, een deken over haar heen.

ELVSTED
(Na een pauze, gaat rechtop in de stoel zitten en luistert geconcentreerd. Dan laat ze zich
weer wegzakken en zucht.)
Nog altijd niks. Nog altijd niks. Godverdomme toch. Nog altijd niks.

Berte komt op kousevoeten de kamer in. Ze heeft een brief in haar hand.

ELVSTED
(nieuwsgierig) Is er iemand aan de deur geweest?

BERTE
(zacht) Een meisje. Om deze brief te brengen.

ELVSTED
Geef hier.

BERTE
Het is voor de dokter.

ELVSTED
Echt?

BERTE
De brief komt van zijn tante. Ik zal hem op zijn bureau leggen.

ELVSTED
Doe dat.

BERTE
(legt de brief neer) Die lamp kan ik maar beter uitdoen.

ELVSTED
Doe maar. Het is licht aan het worden.

BERTE
Het is al licht .

ELVSTED
En nog altijd niet thuis.

BERTE
Dat wist ik op voorhand.

ELVSTED
Waarom?

BERTE
Toen ik zag dat die ene man meeging wist ik ineens hoe laat het was. Over die zijn gaan en staan zoudt ge een
heel boek kunnen schrijven.

59
ELVSTED
Niet zo luit. Straks wordt Hedda wakker.

BERTE
(kijkt naar de sofa en zucht) Laat haar maar slapen. Zal ik nog wat hout op de kachel doen?

ELVSTED
Niet voor mij.

BERTE
Zoals ge wilt.

HEDDA wordt wakker. Ze kijkt ELVSTED aan, lijkt zich even af te vragen waar ze is, gaat
dan rechtop in de zetel zitten en wrijft zich in de ogen.)

HEDDA
Hoe laat is het?

ELVSTED
(kijkt op haar horloge) Zeven uur voorbij.

HEDDA
Hoe laat is Tesman thuisgekomen?

ELVSTED
Hij is nog niet thuis.

HEDDA
Hij is nog niet thuis?

ELVSTED
(staat op) Er is nog niemand terug.

HEDDA
En wij maar opblijven. Het was vier uur.

ELVSTED
(wrijft zich in de handen) Ik heb zo op hem gewacht.

HEDDA
(geeuwt, één hand voor haar mond) Die moeite hadden we ons kunnen besparen.

ELVSTED
Hebt gij een beetje kunnen slapen?

HEDDA
Gij niet dan?

ELVSTED
Geen oog dicht gedaan. Dat ging niet Hedda. Onmogelijk.

60
HEDDA
(staat op en gaat haar tegemoet) Maak u toch geen zorgen.

ELVSTED
Wat kan er gebeurd zijn?

HEDDA
Om te beginnen zijn ze natuurlijk veel langer dan gepland blijven hangen bij Brack. En toen
had Tesman geen zin om hier te komen bellen en iedereen wakker te maken in het midden van
de nacht. (ze lacht) Misschien durfde hij zelfs zijn gezicht niet laten zien. Omdat hij er zo aan
toe was na dat feestje.

ELVSTED
Maar waar zijn ze dan?

HEDDA
Waarschijnlijk zijn ze gewoon bij Brack gebleven. En Eilert zit in de zetel en leest luidop
voor uit zijn boek, wijnranken in zijn haar.

ELVSTED
Dat gelooft ge zelf toch niet.

HEDDA
Ga naar mijn kamer en ga op mijn bed liggen. Ge ziet er verschrikkelijk uit.

ELVSTED
Ik kan toch / niet slapen.

HEDDA
En geen gemaar. Ge gaat doen wat ik u zeg.

ELVSTED
Uw man kan elk moment thuiskomen. En ik wil hem vragen of…

HEDDA
Ik verwittig u onmiddellijk als hij hier is.

ELVSTED
Beloofd?

HEDDA
Ga nu rusten.

ELVSTED
Ik ga het proberen.

BERTE komt binnen als ELVSTED buiten gaat

BERTE
Kan ik iets doen voor u mevrouw?

61
HEDDA
Zoudt ge een beetje hout in de kachel kunnen doen? Ik heb het ijskoud.

BERTE
Dan zal ik het hier ‘ns rap warm maken. (ze stopt wat hout in de kachel, de bel gaat) De deurbel

HEDDA
Ga dan opendoen! Ik regel de kachel wel.

HEDDA loopt naar de schuifdeur en maakt de gordijnen open. Daglicht valt de kamer
binnen. Ze neemt een handspiegel van het bureau, bekijkt zichzelf en fatsoeneert haar haren.
Na een korte pauze komt TESMAN langs de hall naar binnen. Hij ziet er moe uit. Ernstig ook.
Hij loopt op zijn tippen tot aan de deur en wil naar zijn kamer gaan.)

HEDDA
(zonder op te kijken) Goeiemorgen.

TESMAN
(draait zich om) Hedda! (komt tot bij haar) Zijt gij al op?

HEDDA
Ja. Ik ben vroeg op vandaag.

TESMAN
Ik was er zeker van dat ge nog zou slapen. Echt waar Hedda.

HEDDA
Kan het wat stiller? Elvsted ligt in de kamer te slapen.

TESMAN
Is ze hier gebleven vannacht?

HEDDA
Wat wilt ge? Niemand is haar komen halen.

TESMAN
Ik vermoed van niet nee.

HEDDA
(doet het deurtje van de kachel dicht en staat op) Hebt ge u geamuseerd bij Brack?

TESMAN
Ge hebt u toch geen zorgen gemaakt?

HEDDA
Helemaal niet. Zoies komt niet in mij op. Ik vroeg toch of ge u geamuseerd hebt.

TESMAN
In het begin wel ja. Toen Eilert voor mij heeft voorgelezen. Maar nadien is het helemaal fout
gegaan.

HEDDA

62
Hoe dan?

TESMAN
Ge kunt u niet voorstellen wat voor een meesterwerk hij heeft geschreven. Het is gewoon
waanzinnig goed. Ik denk het beste dat ooit verschenen is.

HEDDA
Ja, ja. Alsof mij dat zou interesseren.

TESMAN
Ik moet u iets bekennen. Na dat hij had voorgelezen heb ik iets verschrikkelijks gedaan…

HEDDA
Wat dan?

TESMAN
Ik werd ineens zo jaloers dat hij zo goed kan schrijven. Kunt ge u dat voorstellen Hedda?

HEDDA
Dat kan ik mij voorstellen.

TESMAN
En dan te weten dat hij – met al zijn talenten, zo’n puinhoop van zijn leven maakt. Hij kan
zich compleet niet in de hand houden.

HEDDA
Tesman! Wat is er dan gebeurd?

TESMAN
Op het einde is het zo verschrikkelijk uit de hand gelopen. Lovborg stak wel een lange,
verwarrende lofrede af over een vrouw die hem had ‘geïnspireerd’ tijdens zijn werk. Ja, zo zei
hij het.

HEDDA
Heeft hij gezegd over wie hij het had?

TESMAN
Dat moet Thea geweest zijn.

HEDDA
En toen?

TESMAN
Eilert was echt te zat om alleen naar huis te gaan.. Dus hebben we beslist om hem thuis af te
zetten. Ik liep een beetje achterop op de terugweg. Toevallig eigenlijk. Een paar minuutjes
later…Dus ik haast mij om ze in te halen. (hij haalt een pakje uit zijn jaszak) En ineens zie ik
dit aan de kant van de weg liggen. Het lag gewoon op de grond.

HEDDA
Maar dat is…

63
TESMAN
Zijn manuscript. Hij is het verloren, en hij heeft het zelf niet eens gemerkt, zo… Zo pijnlijk.
Ik bedoel, eerst zo’n geniale dingen schrijven, en er dan niet eens voor kunnen zorgen dat ge
het niet verliest.

HEDDA
Waarom hebt ge het hem niet teruggegeven?

TESMAN
Ik durfde niet. Niet in zijn toestand. Ik heb er ook tegen niemand iets over gezegd. Dat zou te
vernederend geweest zijn.

HEDDA
Er is dus niemand die weet dat gij dat manuscript in uw bezit hebt?

TESMAN
Dat hoeft niemand te weten.

HEDDA
Hebt ge nadien nog met Eilert gepraat?

TESMAN
Toen we in de stad kwamen is hij er met twee of drie anderen vandoor gegaan. Die hebben
hem naar huis gebracht. (PAUZE) En nu ga ik een beetje rusten. Stikkapot ben ik. En als
Eilert zijn roes heeft uitgeslapen loop ik bij hem langs om hem dit terug te geven.

HEDDA
(steekt haar hand uit naar het pakje, vurig) Nee, nee. Zeker niet teruggeven. Toch niet
onmiddellijk, bedoel ik. Ik wil het eerst lezen.

TESMAN
Hedda. Dat kan ik toch niet maken. Ge kunt u toch wel voorstellen hoe wanhopig hij zal zijn
als hij wakker wordt en merkt dat hij zijn manuscript kwijt is? Het is zijn enige exemplaar.
Dat heeft hij zelf gezegd.

HEDDA
(bekijkt hem onderzoekend) Denkt ge dat hij het opnieuw zou kunnen schrijven?

TESMAN
Dat denk ik niet nee. Dat soort inspiratie…

HEDDA
Dat is waar ook, er stak een brief voor u in de bus.

TESMAN
Wat voor brief?

HEDDA
(terwijl ze het geeft) Hij is heel vroeg vanmorgen gekomen.

64
TESMAN
Van Tante Julle. Wat kan dat zijn? (legt het pakje op en stoel, doet de brief open, en veert
recht) Hedda. Ze schrijft dat tante Rina op sterven ligt.

HEDDA
Dat zat er aan te komen Tesman.

TESMAN
Als ik haar nog ‘ns wil zien, moet ik zo snel mogelijk langs gaan. Ik loop er ineens naartoe.

HEDDA
(onderdrukt een glimlach) Gij loopt wat af. En dat zo vroeg op de morgen.

TESMAN
Waarom gaat ge niet met mee? Dat zou tante Julle…

HEDDA
(staat op en zegt vermoeid en afwijzend) Dat moogt ge mij niet vragen. Bespaar mij alles wat
lelijk is.Ziekte en dood wil ik niet zien. Haast u nu maar.

BERTE komt binnen.

BERTE
Mijnheer Brack staat voor de deur. Hij vraagt of hij u even kan spreken.

TESMAN
Nu kan ik hem toch onmogelijk ontvangen.

(BRACK komt binnen)

TESMAN
Meneer Brack, het spijt me, maar ge komt echt verschrikkelijk ongelegen.

HEDDA
(snel) Ik bekommer mij wel om hem.

HEDDA
(tussen haar tanden tegen TESMAN) Het manuscript! (Ze graait het van de stoel)

TESMAN ziet het.

HEDDA
Ik leg het voorlopig wel weg. (Ze gaat tot bij het bureau en verstopt het achter wat boeken)

(BRACK komt de kamer in)

HEDDA
(knikt naar BRACK) Gij zijt ook een vroege vogel.

BRACK

65
Dat moogt ge wel zeggen. (tegen TESMAN) Gaat Tesman alweer op stap?

TESMAN
Zijn tante Rina ligt op sterven.

BRACK
Laat mij u vooral niet ophouden op zo’n belangrijk moment.

TESMAN
Ik moet er vandoor. (Hij haast zich langs de hall naar buiten.)

HEDDA
Ik heb gehoord dat het er behoorlijk levendig aan toe is gegaan gisterenavond?

BRACK
Ik ben zelfs nog niet uit de kleren geweest.

HEDDA
Gij ook al niet?

BRACK
Wat heeft Tesman allemaal verteld misschien?

HEDDA
Dat hij als laatste naar huis is gekeerd.

BRACK
Heeft hij dat gezegd? En over Lovborg?

HEDDA
Die is naar huis gebracht door een paar anderen.

BRACK
Zegt Tesman dat?

HEDDA
Natuurlijk zegt Tesman dat.

BRACK
(glimlach) Jorgen Tesman is toch ook zo’n brave jongen, juffrouw Hedda.

HEDDA
Akelig braaf, meneer Brack. Maar laat ons gaan zitten. Dat praat makkelijker.

BRACK
Een aantal van mijn gasten heb ik vannacht met bijzondere aandacht in het oog gehouden.

HEDDA
Ik neem aan dat ge het ook over Eilert Lövborg hebt?

66
BRACK
Hebt gij enig idee waar hij met een aantal kompanen de nacht heeft doorgebracht, juffrouw
Hedda?

HEDDA
Ge bedoelt, in plaats van naar huis te gaan, zoals Tesman denkt?

BRACK
Ze zijn naar een meer dan geanimeerde soirée geweest.

HEDDA
Kunt ge een beetje preciezer zijn?

BRACK
Lövborg was uitgenodigd op die avond. Dat wist ik. Maar hij had afgezegd. Omdat hij
helemaal veranderd was. Ge kent het verhaal.

HEDDA
Maar hij is toch gegaan?

BRACK
Hij was dan ook behoorlijk geïnspireerd gisterenavond.

HEDDA
Daar heb ik van gehoord ja.

BRACK

Om de één of andere reden moet hij van gedacht veranderd zijn.. Wij mannen zijn niet altijd
even beginselvast als zou moeten. Om kort te gaan… conclusie is dat hij in het etablissement
van Tatjana is terechtgekomen.

HEDDA
Tatjana?

BRACK
Ik moet er toch geen tekening bijmaken?

HEDDA
Is dat die rosse?

BRACK
Die ja.

HEDDA
Die danseres?

BRACK
Dansen doet ze ook.

67
HEDDA
En hoe is het daar afgelopen?

BRACK
Niet zo best naar het schijnt. In het begin was Tatjana de vriendelijkheid zelve, maar op het
einde had ze hem wel kunnen wurgen.

HEDDA
Waarom?

BRACK
Hij zei dat ze hem beroofd hadden. Zijn portefeuille zou verdwenen zijn, en nog een paar
dingen. Hij heeft daar heel de boel op stelten gezet. Iedereen is op iedereen beginnen slaan
naar het schijnt. Zowel de mannen als de vrouwen. Tot de politie is gearriveerd….Hij heeft
één politieman een dreun tegen zijn oor verkocht en zijn jas gescheurd. Ze hebben hem
meegenomen naar het politiebureau. (PAUZE) Ik moet toegeven dat het ik bijzonder
vervelend zou vinden als hij hier nog over de vloer kwam. Als hij als buitenstaander zou
willen binnendringen in…

HEDDA
In onze driehoek?

BRACK
Inderdaad ja.

HEDDA
Dan zou het natuurlijk geen driehoek meer zijn.
BRACK
Ge begrijpt mij helemaal.

HEDDA
Dus… de enige haan in het kippenhok, daar is het u om te doen.

BRACK
(knikt langzaam, vervolgens zegt hij met gedempte stem)
Dat is inderdaad waar ik op uit ben. Ik heb ogen in mijn kop juffrouw Hedda. Daar zal ik voor
vechten. Met alle middelen die ik ter beschikking heb. Ik mag dan niet zo jong zijn als hij,
ik…

HEDDA
(haar glimlach vervaagt) Gij zijt een gevaarlijk man, als het erop aankomt.Ik ben heel blij dat
gij op geen enkele manier macht over mij hebt.

BRACK
Misschien kom ik nog wel op iets.

HEDDA
Dat klinkt bijna als een bedreiging.

BRACK

68
Ik vraag niet liever dan dat onze driehoek op vrijwillige basis tot stand komt.

HEDDA
Dat denk ik er ook van.

BRACK
Goed dan. Ik heb gezegd wat ik te zeggen heb. Ik kan maar beter ‘ns opstappen. Tot ziens,
juffrouw Hedda. (Hij loopt naar de schuifdeur)

HEDDA
(staat op) Gaat ge langs de tuin?

BRACK
Ja, dat is korter voor mij.

HEDDA
En het is langs achter.

BRACK
Helemaal waar. En ik moet zeggen dat ik daar niks tegen heb. Langs achter. Dat heeft iets
gevaarlijk.

HEDDA
Pas maar op dat ik niet met scherp schiet.

BRACK
(staat in de deuropening en lacht) Dat doe ik wel.

HEDDA
Ge zijt walgelijk.

BRACK
Ge gaat het beste haantje van het kippenhok toch niet afknallen?

HEDDA
(lacht ook) Dat zou wel erg dom zijn, ik heb er maar ééntje.

Ze glimlachen naar elkaar, knikken en nemen afscheid. Hij vertrekt. Zij sluit de deur achter
hem.

HEDDA kijkt onbewegelijk en ernstig voor zich uit. Dan gaat ze naar de gordijnen en kijkt
erdoor. Dan gaat ze naar de boekenkast, neemt het manuscript van LOVBORG en
doorbladert het. EILERT LOVBORG, met een overjas en hoed in de hand, doet de halldeur
open. Hij ziet er verward uit.

HEDDA
(van aan het bureau) Wel een beetje aan de late kant om Thea te komen halen, vindt ge niet?

LOVBORG

69
En een beetje vroeg om bij u binnen te vallen. Sorry. Tesman is waarschijnlijk / nog niet
wakker?

HEDDA
Ik heb gehoord dat het dolle pret was bij Brack.

LOVBORG
Dolle pret?

HEDDA
Dat zei Tesman toch.

(ELVSTED komt binnen langs het gordijn.)

ELVSTED
(tegen hem) Lovborg. Eindelijk!

LOVBORG
Inderdaad eindelijk. En veel te laat.

ELVSTED
(kijkt hem bang aan) Veel te laat voor wat?

LOVBORG
Voor alles is het te laat. Het is gedaan met mij.

ELVSTED
Dat moogt ge niet zeggen.

LOVBORG
Ge zou juist hetzelfde zeggen als ge hoort wat ik…

ELVSTED
Ik wil niets horen.

HEDDA
Ge wilt misschien liever onder vier ogen praten.

LOVBORG
Nee blijf. (PAUZE) Alstublieft.

ELVSTED
Ja, blijf. Maar ik wil niets horen zeg ik.

LOVBORG
Het is niet over vannacht dat ik het wil hebben.

ELVSTED
Waarover dan wel?

70
LOVBORG
Over het feit, Thea, dat onze wegen moeten scheiden.

ELVSTED
Scheiden?

HEDDA
Ik wist het.

LOVBORG
Ik heb u niet meer nodig Thea.

ELVSTED
Wat???

LOVBORG
Ik-heb-u-niet-meer-nodig!

ELVSTED
En dat zegt ge mij zomaar? Ge hebt mij niet meer nodig? Maar ik kan u toch nog helpen?
Zoals vroeger? We gaan zeker toch nog samenwerken?

LOVBORG
Ik denk niet dat ik ooit nog ga werken.

ELVSTED
Ik heb alles voor u opgeofferd.

LOVBORG
Ge kunt beter naar huis gaan.

ELVSTED
(opgewonden) Van mijn leven niet. Waar gij zijt, wil ik ook zijn. Ik laat mij niet zomaar aan
de kant zetten. Ik blijf hier. Ik wil erbij zijn als het boek verschijnt.

HEDDA
(opgewonden) Och ja, uw boek.

LOVBORG
(bekijkt haar) Ons boek. Van mij en van Thea. Want we hebben het samen gemaakt.

ELVSTED
Natuurlijk hebben we het samen gemaakt! En daarom wil ik erbij zijn… als ge opnieuw
gerespecteerd en gewaardeerd wordt. Het boek gaat zo’n succes hebben! Die vreugde… die
vreugde wil ik met u delen.

LOVBORG
Ons boek zal nooit verschijnen.

ELVSTED

71
Waarom niet?

LOVBORG
Het kan niet verschijnen.

ELVSTED
Wat hebt ge met het manuscript gedaan? Waar is het?

LOVBORG
Vraag dat alstublieft niet.

ELVSTED
Ik wil het weten. Ik heb het recht het te weten.

LOVBORG
Ik heb het in duizend stukken gescheurd.

ELVSTED
(gilt) Ah nee, NEE!

HEDDA
Maar dat is helemaal niet…

LOVBORG
(kijkt haar aan) Niet waar? Is het dat wat ge wilde zeggen?

HEDDA
(herpakt zich) Natuurlijk is het waar. Als gij het zegt, …

ELVSTED
Zijt gij helemaal zot geworden? (wrijft zich in de handen) Godverdomme Hedda hoort ge dat?
Hij heeft zijn eigen werk om zeep geholpen.

LOVBORG
Mijn werk en mijn leven heb ik om zeep geholpen.

ELVSTED
En dat hebt ge allemaal op één nacht klaargespeeld? Twee jaar Eilert. Twee jaar hebben we
daar samen aan gewerkt. Heb ik daar aan gewerkt. En gij scheurt dat in stukken?

LOVBORG
In duizend stukken, en dan van een brug gegooid. Het water in. Laat het daar maar drijven.
Op het water, in de wind, na een tijdje zal het wel zinken. Dieper en dieper. Juist zoals ik zal
zinken Thea.

ELVSTED
Het lijkt wel of ge uw eigen kind vermoord hebt Lovborg. Maar hoe hebt ge dat kunnen doen?
Het was toch ook mijn kind?

HEDDA

72
(bijna geruisloos) Haar kind…

ELVSTED
(diepe zucht) Het is voorbij dus. Dan ga ik maar, Hedda.

HEDDA
Waar gaat ge naartoe Thea?

ELVSTED
Ik weet het niet. Alles wordt zwart rond mij.

HEDDA
Dan heeft ze toch macht over u gehad? Is het daarom dat ge haar zo harteloos moest
behandelen.

LOVBORG
Er is geen woord waar is van alles wat ik daarnet verteld heb.

HEDDA
Pardon?

LOVBORG
Geen woord hierover tegen Thea. Dat moet ge mij beloven.

HEDDA
Ik beloof het.

LOVBORG
Ik heb het manuscript helemaal niet verscheurd.

HEDDA
Waar is het dan?

LOVBORG
Uw eigen kind vermoorden, dat is niet het ergste wat een vader kan doen.

HEDDA
Wat is er dan erger?

LOVBORG
Stel u voor, Hedda, dat een man, tegen de ochtend, na een wilde dronken nacht thuiskomt en
tegen de moeder van zijn kind zegt: ik ben daar en daar geweest. Op al die plekken. En ik had
ons kind bij. Op al die plekken. En weet ge wat? Ik ben het kind kwijtgeraakt. Helemaal kwijt.
Aleen de duivel weet in wiens handen het is terechtgekomen. Wie het in zijn vieze vingers
heeft gehad.

HEDDA
Het gaat toch maar om een boek.

LOVBORG

73
Haar ziel zat in dat boek.

HEDDA
Dat begrijp ik.

LOVBORG
En dan zult ge ook wel begrijpen dat er geen toekomst meer is voor haar en mij.

HEDDA
Wat gaat ge nu doen?

LOVBORG
Wat ik al lang had moeten doen. Hoe eerder hoe beter.

HEDDA
(een stap dichter) Ge bedoelt… Eilert Lovborg, luister naar mij. Zorg er dan tenminste voor
dat ge het in schoonheid doet.

LOVBORG
In schoonheid Hedda?

HEDDA
Ik wil u nog iets meegeven. (ze gaat naar het bureau, doet de schuif open en haalt er het
koffertje met de pistolen uit. Ze neemt een pistool en gaat ermee naar LOVBORG))

LOVBORG
(kijkt naar haar) Is dat het?

HEDDA
(knikt traag) Herkent ge het? Ik heb het ooit nog op u gericht.

LOVBORG
Ge had het beter gebruikt toen.

HEDDA
Hier is het. Gebruikt gij het maar.

LOVBORG stopt het pistool in zijn borstzak.

LOVBORG
Tot ziens Hedda Gabler. (hij gaat langs de hall naarbuiten)

HEDDA staat even bij de deur te luisteren. Dan gaat ze naar het bureau en haalt het
manuscript te voorschijn. Ze kijkt even in het mapje, haalt er een aantal papieren half uit en
bekijkt ze. Dan gaat ze met het hele pakje in de stoel bij de kachel zitten. Ze opent de kachel,
en dan slaat ze ook de map open.

HEDDA

74
(smijt een stuk van het manuscript in het vuur en fluistert voor zichzelf) Daar gaat uw kind in
vlammen op Thea. Met uw krullen. (gooit nog wat in het vuur.) Jullie kindje. (gooit de rest er
in) Ik verbrand het. Er blijft niets van over.

75
Scène 5

Dezelfde kamer bij de TESMAN’s. Het is avond. Boven de tafel in de achterkamer brandt een
lamp. De gordijnen aan de schuifdeur zijn dicht.
HEDDA in het zwart gekleed, loopt over en weer in het donker. Dan gaat ze de achterkamer
in en loopt naar links. Een paar noten op de piano zijn hoorbaar. Ze komt terug naar buiten
en loopt de garderobe in.
HEDDA loopt weer naar de schuifdeur, schuift de gordijnen opzij en kijkt het duister in.
Kort daarna komt Mevouw Tesman uit de hall op in rouwkleren. Ze draagt een sluier en een
hoed. HEDDA loopt haar tegemoet en geeft haar een hand.

MEVROUW TESMAN
Hier sta ik dan Hedda.

HEDDA
Daar staat ge dan mevrouw Tesman.

MEVROUW TESMAN
In rouw. Mijn arme zus heeft haar laatste strijd gestreden.

HEDDA
Tesman heeft het me laten weten.

MEVROUW TESMAN
En nu moet ik in dit huis van leven dit nieuws van de dood komen brengen.

HEDDA
In dit huis van leven. Hoe attent. Ik heb gehoord dat ze rustig ingeslapen is?

MEVROUW TESMAN
Ja. Het is allemaal zo mooi en vredig gelopen. En ze was zo blij dat ze Jorgen nog ‘ns gezien
heeft. Is hij nog niet thuis?

HEDDA
Hij heeft laten weten dat het nog even kon duren. Maar ga toch zitten.

MEVROUW TESMAN
Dat is lief Hedda. Maar ik hebgeen tijd. Ik moet Rina nog mooi maken. Ze moet er goed uit
zien als ze begraven wordt.

HEDDA
Als ik met iets kan helpen?

MEVROUW TESMAN
Geen sprake van. Ik zou niet willen dat ge begint te piekeren.

HEDDA
Gedachten zijn toch niet te controleren.

TESMAN komt binnen langs de hall.

76
TESMAN
Tante? Bij Hedda op bezoek?

HEDDA
Goed dat ge er zijt.

MEVROUW TESMAN
Ik sta net op het punt om weer te vertrekken jongen. Is alles geregeld.

TESMAN
Ik vrees dat ik de helft vergeten ben. Ik kan mijn hoofd er maar niet bijhouden. Mijn
gedachten gaan alle kanten tegelijk op.

MEVROUW TESMAN
Ge moet het u niet zo aantrekken. Er is niet alleen verdriet dat achterblijft als iemand sterft.
Ook vreugde. Dat het voorbij is. Zo probeer ik het te bekijken.

TESMAN
Ge hebt het over tante Rina?

HEDDA
Ge gaat een heel eenzame periode tegemoet mevrouw Tesman.

MEVROUW TESMAN
Binnenkort zal er hier in huis wel genoeg te doen zijn om een oude tante bezig te houden.

HEDDA
Ik heb echt geen flauw benul waar ge het over hebt mevrouw Tesman.

MEVROUW TESMAN
Ik moet naar huis. Naar Rina. (draait zich om in de deuropening) Jullie twee hebben
waarschijnlijk wel genoeg te bespreken. (glimlacht) Is het niet Hedda? Raar, als ik er bij stil
sta, dat ze er niet meer is.

TESMAN
Het is verschrikkelijk.

HEDDA
(volgt TESMAN met haar ogen, koud en onderzoekend) Ik heb de indruk dat gij nog meer van
de kaart zijt dan zij?

TESMAN
Ik maak me zorgen om Eilert.

HEDDA
(snel) Nog nieuws?

TESMAN

77
Ik was van plan om vanmiddag tot bij hem te gaan om het te zeggen dat zijn manucript veilig
is.Maar hij was niet thuis. En nadien kwam ik Thea tegen, en zij vertelde me dat hij hier
geweest is vanochtend.

HEDDA
Vlak nadat gij de deur uit waart.

TESMAN
Volgens Thea heeft hij beweerd dat hij het manuscript verscheurd heeft?

HEDDA
Hij bleef dat maar herhalen.

TESMAN
Hij moet compleet in de war zijn. Hedda?

HEDDA
Ja?

TESMAN
Waarom hebt gij het hem niet teruggegeven?

((HEDDA
Hij heeft het niet terug nee.))

TESMAN
Waarom hebt ge niet gezegd dat ik het heb? (PAUZE) Ge had het moeten zeggen. Stel je ‘ns
voor hij wanhopig hij moet zijn. Waar is het? Dan breng ik het ineens.

HEDDA
(koud en emotieloos van in de armstoel) Ik heb het niet meer.

TESMAN
Ge hebt het niet meer?

HEDDA
Ik heb het verbrand. Allemaal.

TESMAN
Verbrand?! Ik heb het over Eilert’s manuscript Hedda! Waar is het. Geef het nu gewoon.

HEDDA
Hoe kan ik het nu geven. Ik heb het niet meer.

TESMAN
Geef het nu godverdomme aan mij!

HEDDA
Roep niet zo. Of moet heel de stad het weten?

78
TESMAN
Geef het dan gewoon.

HEDDA
(schreeuwt nu ook) Ik – heb – het – verbrand.

TESMAN
Nee, nee, nee… Dat kan niet waar zijn.

HEDDA
Ik vrees van wel.

TESMAN
Hebt gij enig idee van wat ge gedaan hebt? Dat is compleet… tegen elke norm of wet.
Compleet krankzinnig. Als Brack dat te weten komt.

HEDDA
Misschien kunt er dan beter tegen Brack niets over zeggen. Tegen niemand trouwens.

TESMAN
Hoe haalt gij zoiets in uw hoofd. Het idee?. Van waar komt dat idee? Hedda? Hoe komt ge
erop? Leg het mij uit dat ik het begrijp.

HEDDA
(doet haar best een glimlach te onderdrukken) Ik heb het voor u gedaan.

TESMAN
Voor mij?

HEDDA
Ge vertelde dat ge jaloers waart omdat hij zo kon schrijven. Toen ge vanmorgen thuiskwam
en zei dat hij voor u had voorgelezen…

TESMAN
Dat bedoelde ik toch niet letterlijk.

HEDDA
De idee dat iemand u zou overklassen is ondraaglijk voor mij.

TESMAN
(tussen twijfel en vreugde) Hedda. Is dat echt waar wat ge daar zegt? Want als het echt is, ik
bedoel, het blijft natuurlijk even krankzinnig maar… ik heb nooit geweten dat gij mij zo graag
zag.

HEDDA
Dan is het hoog tijd dat ge weet dat…

TESMAN
Wat? Dat wat?

79
HEDDA
Ik ben zwanger Jorgen.

TESMAN
Nee, nee, nee… Hedda. (klapt in zijn handen) Goeie god! Is dat echt waar? Wat?

HEDDA
Roep niet zo. Berte kan u horen.

TESMAN
(lachend van vreugde) Berte? Berte! Alsof ik daarmee zou inzitten. Ik zou het voor heel de
stad willen roepen.

HEDDA
(verbergt haar gezicht in haar handen) Ik ga hier aan kapot. Ik ga hier echt aan kapot!

TESMAN
Waaraan Hedda? Wat scheelt er dan?

HEDDA
Het is zo compleet belachelijk allemaal.

TESMAN
Wat is er belachelijk? Dat ik zo immens gelukkig ben? Tante Julle gaat zo gelukkig zijn.

HEDDA
Als ze hoort dat ik Eilert zijn manuscript heb verbrand? Voor u?

TESMAN
Dat van dat manuscript, dat mag niemand te weten komen. Nooit.Hoort ge dat Hedda? Nooit!

ELVSTED, gekleed zoals bij haar eerste bezoek, met hoed en overjas, komt binnen langs de
hall.

ELVSTED
(groet gehaast en opgewonden) Hedda, sorry dat ik u voor de zoveelste keer kom storen.

HEDDA
Wat is er gebeurd Thea?

TESMAN
Het heeft toch niet opnieuw met Eilert Lovborg te maken? Wat?

ELVSTED
Er is iets gebeurd. Ik weet het zeker.

TESMAN
Hoe komt ge daarbij?

ELVSTED

80
De meest verschrikkelijke berichten circuleren over hem in de stad. En ook in mijn pension…

TESMAN
(loopt onrustig door de kamer) Roddels, Thea. Daar moogt ge gerust van zijn. Hij is
gisterennacht voor mij naar huis gegaan. Dat kan ik getuigen.

ELVSTED
Misschien ging het niet over hem. Ik hoorde iets over een hospitaal en zo…

TESMAN
Het hospitaal?

HEDDA
Dat kan niet waar zijn!

ELVSTED
En dan ben ik naar zijn hotel gegaan. Ik weet dat hij niet wil dat ik hem zo in het oog hou,
maar ik was zo bang, dus ben ik toch gegaan. Geen mens die iets wist over hem. Hij was sinds
gisterenmiddag niet meer thuis geweest zegden ze.

TESMAN
Gisteren! Maar dat is onmogelijk!

ELVSTED
Ik voel echt aan alles dat er iets niet in orde is.

TESMAN
Hedda, als ik nu ‘ns tot ginder ging. Misschien kom ik iets te weten?

BRACK, hoe in de hand, komt binnen langs de hall. Hij ziet er bedrukt uit, en groet de
anderen discreet.

BRACK
Ik vrees dat ik slecht nieuws heb. Heel slecht nieuws.

ELVSTED
(kan zich niet beheersen) Het heeft toch niet te maken met…?

BRACK
Ze hebben hem in allerijl naar het hospitaal gebracht. Waarschijnlijk is hij nu al dood.

ELVSTED
(schreeuwt uit) Oh god. Oh god!

TESMAN
In het hospitaal! En bijna dood? Wat zegt gij allemaal?

ELVSTED
(kreunend) En we zijn in ruzie uit elkaar gegaan Hedda. Ik moet naar hem toe. Ik moet hem
nog zien.

81
BRACK
Ze laten niemand binnen.

ELVSTED
Zeg me dan godverdomme wat er is gebeurd? Zeg het dan? Wat?

TESMAN
Ja. Hij heeft zich toch niet …

HEDDA
Vast wel.

TESMAN
Hedda. Het idee alleen al.

BRACK
(die haar de ganse tijd in het oog houdt) Ik vrees dat ge de nagel op de kop slaat mevrouw
Tesman.

ELVSTED
Maar waarom dan? Dat is verschrikkelijk.

TESMAN
Zelfmoord?

HEDDA
Hij heeft zichzelf doodgeschoten.

BRACK
Weeral raak mevrouw Tesman. Ze hebben hem gevonden. Helemaal onder het bloed. Hij had
zich een kogel in de borst geschoten.

ELVSTED
Dat hij zo moest eindigen. Hoe akelig.

HEDDA
(tegen BRACK) In de borst, zegt ge?

BRACK
Ja.

HEDDA
Niet door zijn hoofd dus?

BRACK
Een kogel in de borst, mevrouw Tesman.

HEDDA
Oké. In de borst is ook goed.

82
BRACK
Wat bedoelt ge daarmee?

HEDDA
Eindelijk! Een daad.

BRACK
Een daad, mevrouw Tesman?

HEDDA
Een daad die schoonheid in zich draagt.

TESMAN
Schoonheid?

ELVSTED
Hoe kunt ge het nu over schoonheid hebben als het over zoiets gaat?Hij moet het gedaan
hebben in een vlaag van zinsverbijstering.

TESMAN
Compleet wanhopig en in de war.

HEDDA
Dat was hij niet. Daar ben ik zeker van.

ELVSTED
Natuurlijk wel Hedda. Complete zinsverbijstering. Net als wanneer hij zijn papieren
verscheurd heeft.

BRACK
(aarzelend) Zijn papieren? Het manuscript bedoelt ge? Heeft hij dat verscheurd?

TESMAN
(fluistert zacht) Oh Hedda… hier geraken we nooit mee weg.

BRACK
Dat is eigenaardig.

TESMAN
(loopt naar de andere kant) Wie had ooit gedacht dat het zo zou eindigen met Eilert. En
zeggen dat dat fameuze boek waarmee hij naam zou maken nooit zal verschijnen.

ELVSTED
Als we het maar terug konden samenstellen.

TESMAN
Daar zou ik veel voor over hebben.

ELVSTED

83
Misschien kan dat wel meneer Tesman.

TESMAN
Hoe bedoelt ge?

ELVSTED
(zoekt in haar tas) Ik heb de notities bijgehouden die hij me dicteerde.

HEDDA
(een stap dichter) Ah!

TESMAN
Hebt gij die bijgehouden? Wat?

ELVSTED
Ze zitten in mijn tas.

TESMAN
Stel u ‘ns voor dat we dat voor elkaar zouden krijgen!

ELVSTED
(overhandigt hem een stapeltje notities) Ze steken wel allemaal door elkaar.

TESMAN
Misschien als we elkaar helpen?

ELVSTED
Laat ons tenminste proberen.

TESMAN
Dat gaat lukken. Dat moet lukken. Al moet ik me er mijn hele leven mee bezig houden.

HEDDA
Uw hele leven Jorgen?

TESMAN
Mijn eigen werk zal voorlopig moeten wachten. Dat begrijpt ge toch Hedda? Wat? Dat ben ik
aan Eilert verplicht.

HEDDA
Misschien wel.

TESMAN
We moeten al onze moed samenrapen Thea. Laat ons vanachter gaan zitten.

ELVSTED
Ik ga mijn uiterste best doen om u te helpen.

84
(TESMAN en ELVSTED gaan naar de achterkamer. Ze doet haar hoed af en jas uit. Ze gaan
beiden aan de tafel zitten onder de lamp en dompelen zich onder in de notities van
LOVBORG.
HEDDA loopt tot aan de kachel en gaat zitten. Na een tijdje gaat BRACK tot bij haar.)

HEDDA
(half luid) Wat een opluchting om dat nieuws van Eilert te vernemen.

BRACK
Een opluchting? Voor hem waarschijnlijk wel ja…

HEDDA
Voor mij bedoel ik. Het is toch een opluchting te beseffen dat een vrijwillige, moedige daad
mogelijk is in deze wereld.

BRACK
(kijkt haar strak aan) Misschien betekende Eilert Lovborg meer voor u dan ge zelf wil
toegeven. Of vergis ik mij?

HEDDA
Ik geef geen antwoord op dat soort vragen. Ik weet alleen dat hij de moed had om te leven
zoals hij dat zelf wilde. En nu dan… deze grootse daad. Waar zoveel schoonheid inzit. Hij
had de kracht en de wil om dit levensfeest te beëindigen, zo vroeg al.

BRACK
Het spijt mij verschrikkelijk, Hedda. Maar ik vrees dat ik u toch een een paar illusies armer
zal moeten maken.

HEDDA
Welke illusies?

BRACK
Anders waart ge er vroeg of laat toch ook achter gekomen.

HEDDA
En wat mag dat dan wel zijn?

BRACK
Hij heeft zichzelf niet vrijwillig neergeschoten.

HEDDA
Niet vrijwillig?

BRACK
Heel die zaak zit iets anders in elkaar dan dat ik daarnet heb uitgelegd.

HEDDA
(ongeduldig) Heb je iets verzwegen? Wat dan?

BRACK

85
Ik heb de waarheid hier en daar een klein beetje geweld aangedaan, om mevrouw Elvsted wat
te sparen.

HEDDA
Vertel op.

BRACK
Ten eerste dat hij al dood is.

HEDDA
In het hospitaal?

BRACK
Hij komt niet meer bij bewustzijn.

HEDDA
Wat hebt ge nog achter gehouden?

BRACK
Het is niet in zijn kamer gebeurd.

HEDDA
Dat is dan ook compleet onbelangrijk.

BRACK
Niet helemaal. Want ik moet erbij zeggen: Eilert Lovborg is neer geschoten in het boudoir
van Tatjana. Deze namiddag. Hij kwam iets terughalen wat ze volgens hem hadden
afgenomen. Helemaal in de war… had het over een kind dat hij verloren had.

HEDDA
Dat had zeker met dat…

BRACK
Met dat manuscript te maken, dat dacht ik ook. Maar nu hoor ik dat hij het zelf heeft
vernietigd?

HEDDA
En daar…. daar hebben ze hem gevonden?

BRACK
Ja. Met een pistool dat was afgevuurd in zijn borstzak. Het schot bleek fataal.

HEDDA
In de borst. Ja.

BRACK
Nee, eerder in de onderbuik.

HEDDA
(bekijkt hem met walging) Dat ook nog! Hoe banaal allemaal.

86
BRACK
En dan is er nog iets…

HEDDA
En dat is?

BRACK
Het pistool dat hij op zak had. Hij moet het gestolen hebben.

HEDDA
(springt op) Gestolen? Dat is niet waar. Dat heeft hij niet gedaan.

BRACK
Ik zie geen andere mogelijkheid. Hij moet het gestolen hebben. SSjjt. Niet te luid.

(TESMAN en ELVSTED staan op in de achterkamer en komen de kamer in)

TESMAN
(met de papieren in zijn handen)
We zijn echt geen steek daar onder die hanglamp. Stel je voor.

HEDDA
Ik stel het me voor.

TESMAN
Zouden we misschien aan jouw bureau mogen zitten?

HEDDA
Natuurlijk. (snel) Wacht. Ik ruim eerst even op.

TESMAN
Dat is helemaal niet nodig. Plaats genoeg.

HEDDA
Laat me dat nu gewoon even doen. Ik zal die rommel voorlopig op de piano leggen.

(Ze haalt iets, bedekt met muziekpartituren van onder de boekenplank, ze legt er nog meer
papieren boven op, en brengt alles naar de andere kant van de kamer.

TESMAN legt de notities op het bureau, en verhuist de lamp daar naartoe. Hij en ELVSTED
gaan zitten en gaan weer aan het werk.

HEDDA komt terug)

HEDDA
(achter de stoel van ELVSTED, gaat met haar handen door haar haren)
Lieve Thea, schiet het een beetje op met de nagedachtenis van Eilert?

ELVSTED

87
(moedeloos)
Het wordt uitzonderlijk moeilijk om alles weer op zijn plaats te krijgen.

TESMAN
Het moet gewoon lukken. Er is geen ander keuze. En orde brengen in iemand anders papieren,
daar ben ik zeer goed in.

(HEDDA gaat terug tot bij de kachel en gaat weer zitten. BRACK staat boven haar, en leunt
op de rug van de stoel)

HEDDA
(fluistert) Wat waart ge aan het zeggen over dat pistool?

BRACK
(zacht) Dat hij het moet gestolen hebben.

HEDDA
Waarom?

BRACK
Omdat dat de enige mogelijke uitleg is mevrouw Hedda.

HEDDA
Ach zo.

BRACK
(bekijkt haar even) Eilert Lovborg is toch hier geweest vanmorgen, niet?

HEDDA
Ja.

BRACK
Waart gij alleen met hem?

HEDDA
Heel even.

BRACK
En je bent niet naar buiten gegaan toen hij er was.

HEDDA
Nee.

BRACK
En waar was uw koffertje met de pistolen toen?

HEDDA
Op mijn bureau.

BRACK

88
Ik heb het pistool van Lovborg gezien. Ik herkende het meteen.
HEDDA
Heb jij het nu misschien?

BRACK
Het ligt bij de politie.

HEDDA
Wat gaan ze ermee doen?

BRACK
De eigenaar zoeken.

HEDDA
Denk je dat ze daarin gaan lukken?

BRACK
(buigt voorover en fluistert in haar oor) Niet zolang ik mijn mond hou.

HEDDA
(kijkt BRACK timide aan) En wat als jij je mond niet houdt?

BRACK
(haalt zijn schouders op) Dan kan je nog altijd zeggen dat hij het gestolen heeft.

HEDDA
(vastberaden) Dan sterf ik nog liever.

BRACK
(glimlacht) Zulke dingen zegt je, maar doet ge niet.

HEDDA
(negeert hem) En wat als het niet gestolen blijkt, en men de eigenaar opspoort, wat dan?

BRACK
Dan breekt het schandaal uit.

HEDDA
Een schandaal!

BRACK
Natuurlijk. Een schandaal. Daar zijt gij zo bang voor. Dan volgt er natuurlijk een proces. Gij
en Tatjana. Zij moet dan uitleggen hoe het gebeurd is. Of het een ongeluk was of doodslag.
Wilde hij het pistool uit zijn zak halen om haar te bedreigen? En ging het dan af? Of heeft zij
het pistool uit zijn hand getrokken, hem vervolgens doodgeschoten en het dan weer in zijn zak
gestopt.

HEDDA
Met al de smakeloze dingen heb ik toch niets te maken.

89
BRACK
Nee, maar op één vraag zult ge wel een antwoord moeten geven: waarom heb je Eilert
Lovborg dat pistool meegegeven? Maar gelukkig is er geen gevaar zolang ik mijn mond hou.

HEDDA
(kijkt op naar hem) Dan ben ik in uw macht, meneer Brack. Van nu af kunt gij met mij doen
wat ge maar wilt.

BRACK
(fluistert) Geloof me, ik zal er geen misbruik van maken.

HEDDA
Maar toch ben ik in jouw macht. Afhankelijk van wat jij wilt of eist. Niet vrij. Helemaal niet
vrij. (staat plots op) Die gedachte kan ik niet verdragen. Nooit.

BRACK
(bekijkt haar spottend)
Het onvermijdelijke raakt een mens rap gewoon.

HEDDA
(ook spottende blik) Misschien wel ja. (Ze gaat tot aan het bureau, onderdrukt een glimlach
en imiteert TESMAN’S intonatie.) En? Lukt het een beetje Jorgen? Wat?

TESMAN
Het gaat zeker verschillende maanden in beslag nemen.

HEDDA
(zoals voordien) Stel je voor. (ze gaat met haar handen door Thea’s haren) En Thea? Een
beetje raar, niet? Hier zo samen zitten met Tesman…zoals je voordien zo vaak met Eilert hebt
samen gezeten?

ELVSTED
Als ik uw man ook zo maar kon begeesteren.

HEDDA
Dat zal wel lukken. Een beetje geduld. Er is niets meer dat ik kan doen voor jullie dan?

TESMAN
Helemaal niets. (hij draait zijn hoofd) Zoudt gij Hedda de komende tijd een beetje gezelschap
kunnen houden?

BRACK
(met een glimlach naar Hedda) Met ontzettend veel plezier.

HEDDA
Ik ga even op de zetel liggen.

(HEDDA gaat naar de achterkamer en trekt de gordijnen achter zich dicht. Korte pauze.
Plots horen we haar een wilde dans op piano spelen.)

90
TESMAN
(loopt naar de gang) Kan het alstublieft een beetje stiller Hedda! Denk aan tante Rina. En aan
Eilert.

HEDDA
(steekt haar hoofd door het gordijn) En aan tante Julle. En aan alle anderen. Van nu af aan zal
ik stil zijn. (ze sluit de gordijnen)

TESMAN
(Aan het bureau) Het is niet goed voor haar om ons dit trieste werk te zien doen. Weet ge wat,
Thea. Anders moet gij intrekken bij tante Julle. Dan kom ik langs ’s avonds. En dan kunnen
we daar werken.

ELVSTED
Dat is misschien het beste, ja.

HEDDA
(van in de achterkamer) Ik hoor alles wat ge zegt Tesman. En wat moet ik hier dan doen ’s
avonds?

TESMAN
(bladert door de notities) Meneer Brack zal u wel gezelschap houden.

BRACK
(van in de stoel) Met alle plezier. Elke avond als het moet meneer Tesman. Wij zullen ons wel
amuseren, wij twee.

HEDDA
(luid en duidelijk) Dat zou jij wel willen hé? De enige haan in het kippenhok.

(Er klinkt een schot. TESMAN. ELVSTED, en BRACK springen op)

TESMAN
Nu is ze weer met haar pistool aan het spelen.

(Hij trekt de gordijnen opzij en loopt binnen. ELVSTED ook. HEDDA ligt levenloos, languit
op de sofa. Verwarring en geschreeuw.)

TESMAN
(schreeuwt tegen BRACK)
Doodgeschoten! Ze heeft zich voor het hoofd geschoten. Stel u voor.

BRACK
(gevoelloos vanuit de stoel) Goeie God. Zoiets doet ge toch niet.

91

You might also like