You are on page 1of 9

DANS

RODE ZAAL
GROTE PODIA

WIM VANDEKEYBUS / ULTIMA VEZ


OEDIPUS / BÊT NOIR
DO 10, VR 11, ZA 12 NOV 2011

fotograferen is absoluut verboden tijdens voorstellingen, concerten en


tentoonstellingen, dat geldt ook voor het maken van film-, video- of geluidsopnamen
gelieve uw GSM uit te schakelen de inleidingen kan u achteraf beluisteren via
www.desingel.be, selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw
keuze Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren
+32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be
regie, choreografie & scenografie Wim Vandekeybus tekst Jan Decorte
gecreëerd met & uitgevoerd door Wim Vandekeybus, Ricardo Ambrozio, Elko
Blijweert, Guy Dermul, Elena Fokina, Tanja Marín Friojónsdóttir, Dawid
Lorenc, Máté Mészáros, Bénédicte Mottart, Thi-Mai Nguyen, Jeroen
Stevens, Dymitry Szypura, Willy Thomas, Julio Cesar Iglesias Ungo, Roland
Van Campenhout, Carly Wijs originele muziek (live) Elko Blijweert, Jeroen
Stevens, Roland Van Campenhout artistieke assistentie & dramaturgie Greet
Van Poeck assistentie beweging Iñaki Azpillaga lichtontwerp Francis Gahide,
Wim Vandekeybus geluidsontwerp Benjamin Dandoy, Antoine Delagoutte
podiumtechniek Davy Deschepper stylisme Isabelle Lhoas geassisteerd door
Frédérick Denis atelier stylisme Lieve Meeussen, Stephanie Croibien,
Isabelle De Cannière technische coordinatie Benjamin Dandoy stage manager
Davy Deschepper licht op tournee Francis Gahide geluid op tournee Benjamin
Dandoy, Antoine Delagoutte speciale dank aan Sofie Saller, Ophelia De With,
Louanne Voets, Patricia Van de Velde, Kevin Voets productie Ultima Vez
& KVS (Brussel) co-productie Schauspiel Köln (Keulen), Les Théâtres de
la Ville (Luxemburg) met de steun van Le Maillon, Théâtre de Strasbourg -
Scène européenne Ultima Vez wordt gesteund door de Vlaamse Regering &
de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest

www.ultimavez.com

De voorstelling duurt 1 uur 40 minuten (geen pauze)

Op onze site www.desingel.be vindt u meerdere bijlagen gelinkt aan ‘Oedipus / Bêt
Noir’.
AARDS EN ZONDER VERNIS
INTERVIEW MET WIM VANDEKEYBUS EN
JAN DECORTE
Je kunt, als toeschouwer, haast de wind voelen. Zo snel rennen Wim Vandekeybus’ Na het jongerenproject Bêt noir en de Zweedse gastchoreografie Black Biist gaat
dansers over de scène en maken ze en passant een elegante buiteling in de lucht. Wim Vandekeybus voor de derde keer aan de slag met Jan Decortes
Ze vliegen vervolgens over een collega die languit op de grond ligt. Dan duiken ze Oedipusbewerking uit 1999. Wat is er zo dringend aan die tekst dat hij bij Ultima
in het publiek en veren als heuse stuiterballen weer op van tussen de verbaasde Vez steeds opnieuw op tafel komt? Om daar achter te komen, spreken we met de
toeschouwers. In ‘Oedipus/ Bêt Noir’ transformeert Vandekeybus de indrukwek- twee makers af in een Brussels bruin café, bij een glas wijn. ‘Eigenlijk is Bêt noir een
kende spierkracht van zijn dansers tot virtuoze vertelkracht. Mét de inspirerende perfect filmscript, dus misschien komt er ooit zelfs nog een vierde versie.’
medewerking van theatermaker Jan Decorte. Vandekeybus en Decorte praten zoals ze voorstellingen maken. De ene wild
enthousiast en energetisch uitwaaierend – elke zin onderstreept hij met beweging.
Zo maakt hij deze klassieker tot een aangrijpende en herkenbare verbeelding van de De ander afwachtend – Decorte luistert vooral en vult het gesprek nu en dan aan,
alles overweldigende machteloosheid waardoor een mens bevangen kan raken. Uit alleen als hij vindt dat een uitspraak er echt toe doet.
de kracht en dynamiek waarmee de choreograaf die machteloosheid ensceneert,
bruist evenwel de hoop en de niet te beteugelen levensdrift. Zo bevestigt hij een Een heel stuk in één zin
eeuwenoude wijsheid: (dans)theater is als een troostend, louterend bad waar je ‘Ikebbet altijt noch chezecht – zo begint Bêt noir en eigenlijk zit het hele stuk al in die
gesterkt uitstapt. ene zin’, vindt Wim Vandekeybus. ‘Ikebbet altijt noch chezecht – daarmee alleen al
kun je een heel stuk maken.’
Bron: Els Van Steenberghe, www.knack.be In Black biist, de choreografie die hij in 2009 voor het Göteborg Ballet maakte, krijgt
die eerste zin een kwartier om de zaal te vullen, legt hij uit. ‘Ik gaf in het eerste
kwartier niet meer dan dat. En nu heb ik opnieuw goesting om eerst en vooral met
die zin aan de slag te gaan.’
Jan Decorte knikt: ‘In het begin van het stuk is alles eigenlijk al gebeurd. Er moet
alleen nog verder gestrompeld worden. Zo gaat het altijd met Griekse tragedies. Je
weet dat het slecht afloopt, dat de held alle mogelijke fouten zal maken. Oedipus is
in die zin het ultieme tragische personage: hij begint met alles, maakt dan de
grootste vergissingen die een mens kan maken – je vader vermoorden en je moeder
in je bed – en eindigt met niks. Hij is dus een held met grote valhoogte, zoals we
vroeger op school geleerd hebben. Dat maakt hem spannend. Dat, en de waanzin
die uit zijn hele figuur spreekt. De waanzin is trouwens ook wat mij bevalt aan het
werk van Wim: het is waanzinnig wild en dat maakt mij weliswaar een beetje bang,
maar toch zie ik het graag.’

Vandekeybus ziet Oedipus dan weer vooral als een antiheld. ‘Een antiheld die in Bêt
noir nog extra als een antiheld wordt afgeschilderd. King Lear, dat is in mijn ogen
een echte koning. Oedipus is meer een dommige kwajongen die opeens koning
wordt en er dan ongevraagd de koningin bij krijgt. In se is hij van goede wil, maar
omdat hij zo hardnekkig de juiste beslissingen wil nemen, maakt hij nog meer
fouten.’

Decorte: ‘Dat is de definitie van de tragedie, natuurlijk: iedereen wil aan zijn lot
ontkomen, maar het lot pakt je uiteindelijk toch. In de gekuiste versie heet het dat de
goden dat allemaal beslissen, maar in werkelijkheid doet de mens zichzelf zijn
tragedies aan.’ Net dat maakt de mens volgens Vandekeybus zo’n mooi schepsel.
Zodra er iets fout gaat in zijn leven, zoekt hij daarvoor een reden buiten zichzelf. ‘De
mens is continu bezig met zingeving en met oplossingen zoeken voor wat hij niet ‘Die tekst is als een Shakespeare’, stelt Vandekeybus. ‘Ik wil er geen woord aan
begrijpt. Daarom zijn de goden uitgevonden, daarom gingen de Grieken naar het veranderen, dat staat vast. We brengen hem zoals hij uit de handen van Jan is
orakel, daarom bestaat bijgeloof. Sommige mensen geloven dat zwarte katten gekomen. In een tekst van Jan Decorte kun je trouwens niet knippen. Je speelt hem
ongeluk brengen, maar die kat weet niet dat ze zwart is, snap je? Het is de mens die integraal of je speelt hem niet. Hij is al zozeer tot de essentie uitgepuurd dat je hem
die betekenis daarin legt. Oedipus kan aan zijn lot niet ontsnappen, omdat het gewoon niet meer kunt bewerken.’
zogezegd vast ligt en dus onontkoombaar is. Maar eigenlijk hebben de Grieken juist Jan Decorte: ‘Een tekst is een tekst, vind ik. Daar kun je niet buiten. Als er tikfouten
het toeval gecreëerd.’ in staan, speel je die ook. En Bêt noir staat vol tikfouten.’

Het gesprek komt op de huidige rage van het ontdopen, iets wat Wim Vandekeybus Decorte noemt Oedipus een bête noire. ‘Ik ben e zwart beest van schult’, laat hij
een curieus fenomeen vindt. ‘Je kunt gewoon zeggen: ik geloof er niet meer in, dus hem zeggen in zijn typische ‘kindlijke’ taal. Bête noire is een term die hij voor het
laat maar zitten. Maar nee, mensen willen zich ont-dopen. Dat is toch het toppunt eerst hoorde in verband met Gilles de Rais, de maarschalk van Jeanne d’Arc, die in
van bijgeloof?’ 1440 werd opgehangen op beschuldiging van verkrachting van en moord op 200
‘Ik ben ontdoopt’, gooit Jan Decorte opeens in het midden. ‘En voor mijn huwelijk kinderen. ‘Het is een figuur die me al bezighoudt sinds ik 19 was’, vertelt hij. ‘Op die
met Sigrid heb ik me opnieuw laten dopen, met een nieuwe meter en peter: Paula leeftijd heb ik mijn eerste stuk gemaakt, Kosmika, en dat gaat onder anderen over
D’Hondt en Charles-Ferdinand Nothomb. Dat was pas toeval! Maar toeval is Gilles de Rais.’ De term bête noire is altijd in zijn hoofd blijven hangen. Op het
uiteindelijk wat ons drijft. Waarom doe ik binnenkort een barokopera van Purcell moment dat hij Oedipus onder handen nam, besloot hij hem weer op te diepen. Het
(Indian Queen – première 15 mei 2011)? Dat is evenzeer een vorm van toeval. Ik kom begrip slaat in het stuk niet alleen op het personage, maar op de hele tragedie die
iemand tegen die me vraagt of ik een opera wil doen, ik antwoord bevestigend en zich voltrekt en tot slot op het zwarte beest dat zich in elke mens schuilhoudt.
suggereer een barokopera. Vervolgens vraagt hij welke en ik antwoord: Purcell. Dat
gebeurt allemaal op intuïtie.’ Vinger op een vlijmscherp zwaard
Directheid. Dat is wat het werk van Vandekeybus en Decorte gemeen heeft, vinden
Verder, dieper, helemaal anders ze zelf. Directheid van taal versus directheid van beweging. ‘En vooral directheid
Wim Vandekeybus was behoorlijk tevreden na zijn vorige twee Bêt noir-producties, van het gebeuren zelf’, zegt Jan Decorte. ‘Wat ik doe, is altijd 1 op 1. Wat er gebeurt,
maar hij bleef zitten met het gevoel dat hij meer kon met de tekst. ‘De productie met is wat er gebeurt. Ik volg daarin Wittgenstein: de wereld is alles wat het geval is. Wat
de kinderen, nu vijf jaar geleden, was heel mooi, maar ik vond dat ik er verder in kon iemand zegt, is hij. Niet meer en niet minder. Je kunt er geen tekst bijvoegen, je kunt
gaan. Bovendien heeft de voorstelling niet zoveel gespeeld. Hetzelfde geldt voor niets schrappen. Die directheid spelen, is als een vinger op een vlijmscherp zwaard
Black biist: die hebben we alleen in Scandinavië kunnen tonen. Nu wil ik de tekst dus leggen. Komt het zo over, dan zit je juist.’
opnieuw onder handen nemen, en er echt diep induiken, met een 14-koppige cast
van acteurs en dansers. Ikzelf speel Oedipus: omdat ik niet echt een danser en niet ‘Een tekst van Jan komt toe als een stomp in de buik’, vindt Wim Vandekeybus. ‘Ik
echt een acteur ben, ben ik zo’n beetje de link tussen de anderen.’ Oorspronkelijk zou het geweldig vinden om ooit een langspeelfilm te maken van Bêt noir. Eigenlijk
dacht Vandekeybus voort te bouwen op de productie uit Zweden. ‘Maar daarnet is die tekst nu al een perfect filmscript. Een script moet namelijk sober zijn, je kunt
heb ik de video nog eens gezien en ik denk dat het toch weer anders zal worden – er niet alles in uitleggen zoals in theater vaak gebeurt. Bêt noir knalt. Juist omdat Jan
veel aardser, zonder polish, minder spectaculair. zo compact schrijft, krijg ik de tijd om andere dingen te doen in de voorstelling.
Weet je, Black biist was een operaproductie. Je komt daar toe, je hebt acht weken Neem de vadermoord. Die is al achter de rug als het stuk begint. De scène wordt
repetitietijd en je krijgt heel wat poespas over je heen. Ik wou naakte mensen die dus niet geënsceneerd, maar je kunt er wel op terugkomen in een soort flashbacks.
uit het zand kropen en begonnen te dansen. Er zijn dan vier weken aan een stuk vijf In de jongerenvoorstelling heb ik daarvoor met animatiefilm gewerkt: als Oedipus
personen bezig geweest met artificieel zand maken, omdat echt zand de machi- Laos neerschiet, vliegt die weg, zoals een ninja. Dat was een beeldtaal die bij de jon-
nerieën van het operahuis zou aantasten. Toen het eenmaal af was, trok het op geren paste. Voor deze versie wil ik geen film gebruiken, maar het principe van de
niks. Het was veel te wit – zeker geen zand! Dus moesten ze het verven en de verf flashback wil ik wel behouden op momenten dat over de vadermoord wordt
verknoeide de kostuums, die dan ook weer opnieuw moesten worden gemaakt. Op gesproken. Het is een veel te interessant en belangrijk gegeven om er niks mee te
zulke momenten denk je: Waar zijn we mee bezig!? Dat soort toestanden wil ik dit doen. Zo’n beeldende flashback zonder woorden past perfect tussen twee
keer niet. tekstfragmenten van Jan. Hij kan compleet waanzinnig zijn, of juist heel simpel – je
Ik neem alles in eigen handen en het zal helemaal anders worden. Ik ga er zelf kunt er alle kanten mee uit.’
staan met mijn ploeg, want ik wil zelf voelen hoe we het kunnen klaren en wat we ‘Ik zit gepassioneerd te luisteren’, zegt Jan Decorte monkelend. We bestellen nog
daar precies voor nodig hebben.’ een rondje. Later in het gesprek flitst Vandekeybus nog even terug naar hoe hij de
flashbacks denkt in te vullen.
Een voorstelling zonder laagje vernis, dat is ook waar de tekst om lijkt te vragen.
En elders componeren en hij belt me constant op om eens te komen luisteren. Het kan
Er is nog één ding dat hij met Decorte gemeen heeft, stipt Wim Vandekeybus aan. behoorlijk fantastisch worden.’
‘Wij doen allebei ons eigen ding. Veel mensen doen wat de mode hun voorschrijft,
wij doen wat we willen. Heeft Jan zin om in het Frans te schrijven, dan doet hij dat. * Dit interview dateert van voor de beslissing om alle muziek voor Oedipus/bêt noir live te
Hij vraagt zich niet af of iemand erop zit te wachten: Jan past zich nooit aan de tijd brengen onder leiding van Elko Blijweert met Roland Van Campenhout en Jeroen Stevens. Voor
aan, de tijd past zich wel aan hem aan. Ik doe ook alleen waar ik zin in heb. Monkey Elko Blijweert is het de zesde samenwerking met het werk van Wim Vandekeybus. Eerdere
sandwich was een film met één performer op scène – niks dans. Radical wrong is nam Daan hem onder de arm voor de soundtrack van Menske, voor nieuwZwart speelde hij
live onder leiding van Mauro Pawlowski, als gitarist van de band Pawlowski maakt hij deel uit
voor jongeren en wordt door bepaalde volwassenen blijkbaar niet echt gesmaakt.
van het dance-concert What’s the Prediction?, hij componeerde de soundtrack voor Monkey
Nu is er Bêt noir. Maar goed, voor de rest maken we wel compleet verschillende Sandwich en nam de muzikale leiding in het live trio voor IT 3.0. Weinig muzikanten leggen een
voorstellingen. Niemand is zoals Jan Decorte. En ik hoop dat ook niemand is zoals avontuurlijker parcours af dan deze gitaarvirtuoos, die niet meer weg te denken is uit de Ant-
ik’, zegt hij lachend. werpse muziekscène. Naast zijn jazz-terror combo Franco Saint de Bakker, is hij vaak te horen
‘Nee, dat kan ik getuigen, Wim’, beaamt Decorte. ‘Kijk, het zit zo. Als je een artiest aan de zijde van Rudy Trouvé (Kiss My Jazz, Dead Man Ray en Rudy Trouvé Septet) maar hij
bent, dan weet je wat je plaats is, namelijk: elders. Als je dat maar goed beseft, dan loopt net zo goed in de kijker met groepen als Laïs, Champ d’Action, Ow, Male or Female, Bad
kun je heel snel werken. Ik maak dingen in een razend tempo.’ Hij geeft een Influence, Tip Toe Topic en Front 242. De samenwerking voor IT 3.0 met zijn muzikale kompaan
voorbeeld. Voor de dansvoorstelling Tanzung, die Decorte in 2010 maakte, wou hij Jeroen Stevens (ook eerder live aan het werk in nieuwZwart en What’s the Prediction?) en
een zestal gedichten schrijven, in het Engels. ‘Ik nam daar een week voor’, legt hij blueslegende Roland Van Campenhout bleek een welgesmaakte combinatie die voor herha-
uit. ‘Een week van een uur tot anderhalf uur per dag, welteverstaan. De eerste dag ling vatbaar was. In Oedipus/bêt noir neemt Elko opnieuw de muzikale leiding, terwijl Roland en
stond ik op, ik nam mijn ontbijt, ik deed mijn pyjama niet uit. Sigrid zette de Jeroen naast muzikant hun eerste stappen als acteur zetten.
computer voor me klaar en ik begon. Na een half uur vroeg ik me af hoeveel
Interview afgenomen door Ines Minten. Noot: Dit interview dateert van voor de beslissing om
gedichten ik al geschreven zou hebben. Het waren er vier. Ik heb er dan nog twee
alle muziek voor ‘Oedipus/Bêt Noir’ live te brengen onder leiding van Elko Blijweert met Roland
bijgedaan en ik was ervan af.’ Ook aan die versies raakte Decorte nadien niet meer. Van Campenhout en Jeroen Stevens.
Af is ook echt af in zijn universum.
Bron: www.concertgebouw.be
Roland als vader *
Oedipus / bêt noir gaat in première in juli 2011 te Amsterdam. Het gesprek vindt een
maand voor de eerste repetitie plaats. ‘Het is zeker niet zo dat de voorstelling al kant
en klaar in mijn hoofd zit. We zijn nog volop bezig met de cast’, zegt Vandekeybus.
‘Het staat wel vast dat een aantal acteurs (zoals Willy Thomas en Guy Dermul, die bij
de KVS zijn aangesloten, aangevuld met Carly Wijs) tegenover de mannelijke
dansers uit Radical wrong komen te staan. Dat zal een interessante spanning op
scène teweegbrengen. En Roland Van Campenhout is Laos. Laos, de vader van
Oedipus, komt in Jans tekst niet als personage voor. Er wordt alleen over gepraat.
Maar als je het over iemand hebt, begint die sowieso in je kop te klinken, alsof je oor
tuut, weet je wel. En dus vind ik dat Laos een muzikant moet zijn.’

Laos is het beginpunt van de hele tragedie. Hij is het die van het orakel te horen
krijgt dat hij gedood zal worden door zijn eigen zoon. Hij is het die zijn kind als baby
met doorboorde voeten wil achterlaten in de bergen. Hij is het, uiteraard, die
Oedipus jaren later op zijn pad treft als die op zijn beurt op de loop is voor de
voorspellingen van het orakel.
‘Laos is de enige verloste uit het hele stuk’, vindt Jan Decorte. ‘Hij is dood, dus hij kan
zeker niks verkeerds meer doen.’

‘Precies daarom is muziek zo geschikt voor dat personage!’ benadrukt Wim


Vandekeybus. ‘Ik heb even aan Mauro gedacht voor de rol, maar aangezien ik zelf
Oedipus speel, wou ik iemand hebben die een echte vaderfiguur kon neerzetten.
Roland met zijn harmonica, dat is – boenk – erop. Hij is trouwens al volop bezig met
Oedipus Ik was het kind.
What should I do with eyes Met doorgeboorde voeten.
Where all is ugliness? En ik heb Laios doodgeslagen
Mijn vader.
Chorus En ik heb in het bloed-schendig bed gelegen met haar
It cannot be denied. En kinderen verwekt.
Ik ben e zwart beest van schult
Oedipus En ik zal gee licht meer zien.
Where is there any beauty
For me to see? Where loveliness Bron: Jan Decorte, Bêt Noir
Of sight or sound? Away!
Lead me quickly away
Out of this land. I am lost,
Hated by my gods, no man so damned.

Chorus
Twice-tormented, in the spirit as in the flesh.
If only you had never lived to solve this riddle.

Bron: Sophocles, Oedipus Rex, Greek Tragedy, Penguin Classics, 2004, p. 122-123
ELKE ZOMER OVERWEGEN WE OM
ERMEE TE STOPPEN.
DEEL UIT HET INTERVIEW MET WILLY
THOMAS EN GUY DERMUL DOOR GRIET
OP DE BEECK
Willy Thomas (52) en Guy Dermul (55) leerden elkaar meer dan 30 jaar geleden een totaal in elkaar gestampte mens. Nog een klein diertje groot. Jan kiest een klas-
kennen, en ze hebben nooit meer helemaal losgelaten. Hun parcours lopen van Jan sier, smijt alle kunst uit het stuk dat hij bewerkt, en zo komt er een nieuw kunstwerk
Decorte (de eerste regisseur voor wie ze als spelers werkten) over Dito’Dito (hun naar voor. Hij slaat zo de nagel op de kop dat iets wat hij klein maakt opnieuw heel
gezelschap) tot de KVS (waar ze deel uitmaken van de artistieke ploeg). Toch noe- groot wordt.”
men ze zichzelf geen vrienden: “Wij hebben een rare relatie”. Dermul: “Jans teksten zijn inderdaad heel dens. De kracht van zijn werk zit hem in
zijn taal, want eigenlijk interpreteert hij nauwelijks. Hij beweert altijd dat hij zo’n klas-
En, hoe is dat bevallen, een dansproductie maken met Wim Vandekeybus? siek stuk in één keer leest en daarna, zomaar uit de losse pols, zijn tekst schrijft. Dat
Guy Dermul: “Het was niet onze allereerste dansvoorstelling. We werkten in 1986 al zou me toch verbazen, daarvoor is het veel te getrouw aan het origineel. Tenzij de
met Steve Paxton. Onvergetelijke tijd. En ik heb onlangs een dansproductie gemaakt man een paardengeheugen zou hebben, natuurlijk. Bij Jan kan alles. (lacht)”
met Union Suspecte. Maar met Wim is het toch weer iets helemaal anders. We
kennen hem al van in onze prilste jaren, maar pas nu diende zich een samenwerking
aan. En ik maar hopen dat ik vooral zou mogen dansen. Helaas. Na twee weken
raakte ik geblesseerd aan de knie en was mijn bewegingsvrijheid beperkt. Zeer
spijtig. In die zin had ik dit project toch liever een paar jaar eerder gedaan.”

Het was heel anders werken dan jullie gewend zijn, neem ik aan.
Guy Dermul: “Wij vertrekken altijd vanuit de analyse van een tekst, Wim zet vanaf
dag één totaal in op ieders verbeelding. Mijn fantasie komt net op gang door bezig te
zijn met de tekst. Dat was dus even wennen.”
Willy Thomas: “Je voelde ook dat Wim een stevige voorsprong had. Het was al de
derde keer dat hij aan de slag ging met deze tekst. In het begin sprak hij voortdurend
over dingen waarvan wij niet precies begrepen wat hij er mee bedoelde. Hij is een
ongelooflijk chaotische denker, maar voor hem is het allemaal helder en duidelijk.
Dan duurt het even voor die werelden bij elkaar komen. Maar hoe langer we aan het
werken waren, hoe beter we begonnen te begrijpen hoe zijn hoofd in elkaar zit. En
dan kun je daar een houding tegenover aannemen. Plezierig is dat.”

Waarin schuilt voor jullie de grote kracht van Wim Vandekeybus?


Thomas: “In zijn energie. Die is tomeloos.”
Dermul: “In zijn blik. Hij heeft een ongebreidelde verbeelding, da’s fascinerend
om zien. En hoe hij choreografeert… Dansers bieden materiaal aan waar wij al van
achterover vielen, maar Wim is daar niet tevreden mee. Hij wil verder, doet aanpas-
singen, en die maken een wereld van verschil. Ik heb er echt goesting van gekregen,
ik wil meer van dit. Zoeken naar die spannende grens tussen tekst- en bewegings-
materiaal, dat lijkt me heel boeiend.”

Jullie spelen na al die jaren weer eens een stuk van Jan Decorte. Wat vin-
den jullie van zijn teksten?
Thomas: “Jans stukken doen me denken aan dat beeld van Thierry De Cordier van
COMPLEX OEDIPUS
“I can’t keep dancing forever,” Vandekeybus tells me in the din of a popular café,
although at 48, he looks as if he could keep dancing forever. “I feel that now is the
moment when I can still compete with the younger generation.”
And so he has seized the opportunity. In Oedipus / bêt noir , he commands the
stage before “disappearing a little bit”, as he puts it, to make his film in South Africa.
“I knew the piece, and I knew that I could put myself in the main role. It’s been fun.”
His Oedipus, he says, is “totally not an intellectual. He’s a bit naïf, a wild guy who has
an older wife. He’s a kind of stupid, energetic person, which fits with me,” he laughs.
“I like to play this kind of role: ‘I will organise everything!’” He speaks in character, but
without the thunder that he unleashes on stage.
“Oedipus is such a profound psychological story. The theories that Freud based on it
don’t really work for me in this piece. I’ve interpreted the character for myself and by
talking to people. Actors know a lot. I don’t fall in love with my mother: I get her as a
present. When I triumph over the Sphinx, I get the kingdom and I get the queen too.
“I think in all my work I create my own mythology a little bit. I’ve read Oedipus, of
course, but I haven’t read all the classics. I work with ideas that fascinate me, and
people come up to me and tell me things like, ‘Ah, you’re busy with Orpheus and
Eurydice!’”

Vandekeybus has worked with writers and literary texts before, but Decorte’s is the
only pre-existing piece that he has adopted whole-cloth, from first word to last. “I’ve
invented twenty-seven pieces of my own, but it’s a pleasure to have a structure like
Oedipus to follow. It’s a love story, a power story, a story of destiny, but it’s a strug-
gle too,” he says. “A piece without a struggle isn’t good to put on stage.”
Decorte’s Oedipus / bêt noir is a radically pared-down rendering of Sophocles’
tragedy, and it’s written in Flemish dialect. “Jan Decorte is a master of reducing text
to the essence,” Vandekeybus asserts. “If you act his play straight through it takes a
maximum of thirty minutes. My piece is one hour and thirty-five minutes. Between
two lines I sometimes create scenes that last ten minutes.”
Vandekeybus inserts wordless flashbacks into the unfolding narrative—incidents
from earlier chapters of the Oedipus myth that are represented in neither Sopho-
cles’ nor Decorte’s dramas. He resurrects King Laios (played by bluesman Van Cam-
penhout), whose ‘original’ sin – a fondness for young boys— and drunken mistake--
fathering Oedipus --are respectively suggested and enacted. And he fills in the story
with brilliantly danced intervals (Sophocles’ chorus danced too) and a party scene
so ritualistic and frenzied that it resembles torture. Vandekeybus’ inspiration for that
one, in which Oedipus is strung by the heels, came from imagining the combined
degenerative effects of incest and power. “It’s a bit like peeking behind the walls of
palaces today. Wealth and power always mingle with perversity and decadence.”
How has Decorte reacted to Vandekeybus’s treatment of his play? “He’s very proud.
Of course he likes some roles more than others because I am much more bombas-
tic than he is.”

Sarah McFadden
Bron: www.xpats.com
WIM VANDEKEYBUS werd op 30 juni 1963 in Herenthout geboren. Als zoon
van een dierenarts groeide hij op in een landelijke omgeving waar hij vaak in
contact kwam met dieren in hun natuurlijke omgeving. Dieren, hun bewegingen,
hun instinctieve reacties en vertrouwen in hun fysieke kracht zijn elementen die
Wim Vandekeybus dan ook vaak in zijn voorstellingen integreert. Hij vatte studies
psychologie aan in Leuven, maar voltooide ze niet. Uit onvrede, naar eigen zeggen,
met het teveel aan ‘objectieve wetenschap’. Maar zijn interesse voor de complexe
relaties tussen lichaam en geest bleef. Hij volgde enkele danscursussen (klassieke
dans, moderne dans, tango) en legde zich eveneens toe op film en fotografie. Van
doorslaggevende betekenis was zijn samenwerking met Jan Fabre. Vandekeybus
was een prominent performer in Fabre’s ‘De macht der theaterlijke dwaasheden’.
Daarna besloot hij zelf aan de slag te gaan. Hij trok zich terug met een groep jonge
ervaren dansers, die zich Ultima Vez (Spaans voor ‘De laatste keer’) noemden. Zijn
eerste productie, ‘What the body does not remember’ (1987), brak onmiddellijk
internationaal door. Centraal in zijn werk staat het onrustige, onvoorspelbare,
instinctieve lichaam. Naast film en video is muziek steeds een zeer belangrijk en
inherent onderdeel geweest van zijn voorstellingen. Originele composities kwamen
onder meer van Peter Vermeersch, Thierry De Mey, David Byrne, Marc Ribot,
Eavesdropper en Mauro Pawlovsky. In 1993 werd Vandekeybus ‘artist in residence’
in KVS Brussel. In deSingel was Wim Vandekeybus sinds 1988 onafgebroken met
vrijwel al zijn producties te gast. Recente voorstellingen op het Singelprogramma
zijn: ‘Blush’ (2002), ‘Puur’ (2005), ‘Spiegel’ (2006), ‘Menske’ (2007) en ‘nieuwZwart’
(2009) en ‘Monkey Sandwich’ (2010).

T +32 (0)3 248 28 28


WWW.DESINGEL.BE DESGUINLEI 25 / B-2018 ANTWERPEN

WORD FAN VAN DESINGEL OP FACEBOOK

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van

hoofdsponsor mediasponsors

You might also like