You are on page 1of 3

Phaedra

DE HISTORIE IN EEN NOTENDOP

Phaedra is de dochter van het koningspaar van Kreta, Minos en Pasiphaë. Ze is de zus van
Ariadne en Deucalion. Hippolytus is de zoon van Theseus en de Amazone Melanippe, Hippolyte
of Antiope.

Na het overlijden van Minos gaf Deucalion Phaedra ten huwelijk aan de over Athene regerende
Theseus, die ter harer gunste zijn Amazonevrouw verstootte. Phaedra leefde sindsdien onder een
dak met Theseus en haar stiefzoon Hippolytus, Thesues' zoon uit zijn vorige huwelijk.

Hippolytus is erg toegewijd aan Artemis, godin van de jacht. Hij is dan ook een hartstochtelijk
jager en hecht veel belang aan kuisheid. Phaedra vat een niet te onderdrukken liefde op voor de
jongeman, maar zij wordt afgewezen door haar geschokte stiefzoon.

Daarop beschuldigt Phaedra Hippolytus bij Theseus ervan zich te hebben willen vergrijpen aan
haar. Daarop pleegt ze zelfmoord. Theseus vervloekt en verbant Hippolytus. Poseidon geeft
daarop gehoor aan een verzoek van Theseus en laat Hippolytus op diens vlucht omkomen.

EEN BEETJE MEER ACHTERGROND

Het verhaal van Phaedra, dat gelijkenissen vertoont met dat over Josef en de vrouw van Potifar in
Genesis 39, is onderwerp geweest van een verloren gegane tragedie Phaedra van Sophocles en van
De gesluierde Hippolytus van Euripides, dat eveneens verloren ging. Dezelfde Euripides stelt in zijn
wel bewaard gebleven De bekranste Hippolytus de antagonistische krachten centraal van de godin
van de liefde, Aphrodite, en van de godin van de maagdelijkheid, Artemis. Aphrodite, gekwetst
door Hippolytus, die zich geringschattend uitlaat over haar en de liefdesdaad, beraamt een
tragische reeks gebeurtenissen. Phaedra wordt namelijk tijdens een langdurige afwezigheid van
Theseus verteerd door haar liefde voor Hippolytus. Haar oude voedster wil haar meesteres
helpen en stelt Hippolytus op de hoogte, maar deze neemt met afgrijzen kennis van het bericht.
Phaedra laat ten behoeve van de terugkerende Theseus een brief met de voor Hippolytus
noodlottige beschuldiging achter en maakt een einde aan haar leven. Op Hippolytus' vlucht langs
de landengte van de Isthmus bij Corinthe, na de vervloeking en de verbanning door Theseus,
wordt zijn span getroffen door een door Poseidon gezonden golf. De paarden slaan op hol en
sleuren de van de wagen geslagen Hippolytus voort totdat hij is overleden. Artemis verklaart
Theseus dan de ware toedracht.

Deze fatale keten van goddelijke machinaties, liefdesverlangen, kwetsuren en wraakacties wordt
door Seneca behandeld in zijn Phaedra. Hij brengt enige wijzigingen aan in het dramatische
verloop (Phaedra spreekt bij Seneca zich zelf uit tegenover Hippolytus en Theseus en pleegt pas
zelfmoord nadat Hippolytus is omgekomen), maar stelt evenals Euripides de tegenstelling tussen
Aphrodite en Artemis centraal, zij het dat de godinnen niet sprekend worden opgevoerd.

Het stuk van Seneca ligt aan de grondslag van een reeks toneelstukken uit de 16de en 17de eeuw,
waaronder Garnier (1573), Vondel (Hippolytus of rampsalige kuyscheyd, 1628) en Racine (1677). Het
verhaal blijft ook in latere tijden inspireren en in 1959 schrijft Hugo Claus zijn Mena, kijk zonder
handen, met daarin heel wat toespelingen op de stukken van Seneca en Sophocles. Geregeld
worden in de bewerkingen accenten verlegd, maar in se blijft het verhaal uiteraard hetzelfde.

Ook de bewerking van een van Ruslands meest invloedrijke 20ste-eeuwse dichters, Marina
Tsvetajeva, past in dit rijtje. Waar in de klassieke versies Phaedra vaak wordt voorgesteld als een
verbitterde intrigante, blijft zij, evenals de andere personages, bij Tsvetajeva moreel
ongeschonden, verontrustend onschuldig zelfs.

Pierre-Narcisse Guérin, Phaedra en Hippolytus (1802)


boven: Pieter Paul Rubens, De dood van Hippolytus (ca. 1610-1612)

boven: J.-B. Lemoyne, De dood van Hippolytus (1715), Louvre – Parijs

You might also like