algemeen beheersingsniveau onvoldoende voldoende goed Excellent Expert
onvoldoende voldoende goed Excellent Expert
Je geeft Je geeft feedback op De feedback gaat Je maakt een Je vertelt Feedback feedback over basis van feiten. over feiten die de duidelijk jouw geven feiten die de ander kan onderscheid interpreta ander toch niet veranderen. tussen wat je tie van de kan vaststelt en jouw feiten en Je durft zowel positieve veranderen. Je verwoordt je interpretatie welk als negatieve feedback feedback op een hiervan. effect het geven. opbouwende Je geeft feedback heeft op Je feedback manier. over recente jou. beperkt zich tot Je formuleert je feiten. een algemeen feedback in de ik- Je kiest een gepast oordeel (bv. Je vorm. moment uit om je ‘goed’). formuleer Je geeft feedback te geven. t je suggesties ter Je vraagt naar een feedback verbetering. reactie van de zodanig Je staat open voor andere. dat de de reactie van de andere andere. zich spontaan uitgenodi gd voelt om te reageren. Je uit je Je uit constructief je Je uit spontaan en Je uit spontaan en Mening uiten standpunt standpunt als dat constructief je constructief je zelden en staan wordt gevraagd en standpunt en standpunt en je zelden open staan open voor het staan open voor nodigt anderen uit voor het standpunt van het standpunt van om hun mening te standpunt van anderen. anderen. geven. anderen. Omgaan met Je hebt geen Je spreekt Je spreekt Je spreekt meningsverschi meningsverschi meningsverschillen uit. meningsverschille meningsverschille llen llen of je n uit en zoekt n uit en zoekt naar spreekt ze niet naar een een compromis. Je uit. compromis werkt als team waarin iedereen daarna op een zich kan vinden. betere manier samen. Mondelinge Je hebt tijdens Je tracht de Je hebt tijdens je Je hebt tijdens je communicatie je mondelinge mondelinge mondelinge mondelinge communicatie communicatie af te communicatie communicatie geen stemmen op de afstemming op je afstemming op de afstemming op gesprekspartner, dit gesprekspartner. gesprekspartner. de door een aangepaste Interactie met de Optimale gesprekspartne woordkeuze en/of gesprekspartner Interactie met de r (bv ongepast aanpak ( in functie van waarbij een aantal gesprekspartner gebruik van de van onderstaande dit door: vakjargon, achtergrond/kennisdo elementen - Actief afkortingen,…). mein). Er is interactie, gerealiseerd luisteren Je hebt te al kan dit nog beter worden: - Een beperkte - Actief luisteren onbevangen interactie. Je - Een houding bewaakt de onbevangen zonder structuur van houding veronderstelli het gesprek zonder ngen niet waardoor veronderstelli - Duidelijke gesprekspartne ngen bewoording rs afdwalen van - Duidelijke en vlot eigenlijke bewoording taalgebruik. onderwerp en vlot - Goed taalgebruik. intonatie en - Goed intonatie stemgebruik en - De structuur stemgebruik en tijdskader - De structuur van het en tijdskader gesprek van het handhaven gesprek - De sfeer handhaven bewaken - De sfeer - De conclusie bewaken helder - De conclusie formuleren helder formuleren