You are on page 1of 1

A : Hallo Devy, Ik wil je nog wat vragen.

Je bent een verpleegkundige,


toch?
D : Ja, Ik ben verpleegkundige. Wat is er aan de hand?
A : Ik heb een buurvrouw. Haar naam is mevrouw Smit. Ze is 80 jaar
oud. Ze heeft diabetes. Ze vergeet soms haar medicijnen in te nemen.
Welke zorginstelling moet ik haar brengen? Zou je een advise kunnen
geven?
D : Oh.. je moet haar naar verpleeghuis te brengen.
A : Maar ze wil absoluut niet naar een verpleeghuis, he?
D : Wat jammer! Woont ze nu bij haar famillie?
A : Nee, ze woont alleen.
D : Oh oke. Eigenlijk kan ze thuis blijven, maar ze heeft wijkverzorgende
of wijkverpleegkundige nodig.
A : Waroom nodig ze wijkverzorgende of wijkverpleegkundige?
D : Ze heeft chronische ziekten en ze word moet verpleegzorg voor
chronische ziekten gezorgd.
A : Ok oke. Ik kan er mee praten met haar. Bedankt voor je informatie.
D : Geen dank, hoor!
A : Dag

You might also like