Beatrijs – Diederik van Assenede

Circa 1374
Brabant, zuidelijke Nederlanden
Koninklijk bibliotheek
Manuscript met 1 gehistoriseerde initiaal op perkament
Maria-Legende

 Beatrijslegende wordt beschouwd als het hoogtepunt van onze middeleeuwse

vertelkunst (Maria-legende)
 Non dit op de drift raakt, maar door Maria weer in veilige haven geloodst wordt.

3 vormen van liefde:

1. Zinnelijke liefde – klooster verlaten/zonde
2. Moederliefde – nieuwe zondes/ kinderen
3. Liefde tot God en Maria – opheffing van zonde
Motieven

 Ontrouw van de mensen

 Trouw van God en Maria
 Berouw
 Gods genade
 Wonderbaarlijke ontferming van Maria

Samenvatting:
Non werd beheerst door de liefde en stuurde de jongeman waar ze verliefd op was een
brief. Hij haastte zich naar het klooster en ze spraken elkaar. De non wilde uit het klooster,
dus kwam de jongeman 8 dagen later terug met mooie kleren. Voor het vertrek uit het
klooster bad ze en trok haar kleren uit en ging naar buiten waar de jongeman op haar
wachtte met de gemaakte kleren. Ze vertrokken samen ver weg tot zonsopgang.
Ze kwamen aan in een dal gelegen stad en verbleven daar 7 jaar en kregen 2 kinderen.
Armoede overkwam hen wat voor scheiding tussen die 2 zorgde. 7 jaar lang hierna
verdiende de non geld met haar lichaam om haar kinderen in leven te houden.
Toen die 14 jaar voorbij waren, bracht God veel berouw in haar hart, ondanks ze elke dag
tot Maria bad. Ze trok met haar kinderen door heel het land, totdat ze het klooster
terugvond en die avond kwam ze aan bij het huis van een weduwe.
3 nachten achterelkaar kreeg ze visioenen en na de 3e nacht besloot ze haar kinderen bij de
weduwe achter te laten en terug te gaan naar het klooster. Ze werd weer non.

De kinderen werden gebracht naar de abdis en er werd besloten dat de weduwe voor de
kinderen zou zorgen. De abt nam later de kinderen mee naar het Wilhemietenklooster om
in te treden (moeder Beatrijs).
De non biechtte bij de abt en hij vertelde het de kloosterlingen, maar bleef wel anoniem.

Diederik van Assenede (1230-1293)

Was klerk van de graaf van Vlaanderen (1260-1280).
Schreef in die hoedanigheid literatuur.
Was grafelijk ontvanger (ontvangt cijnzen die geheven werden op woeste gronden in de
kasselrijen Gent en Brugge en in de Vier Ambachten).
Vertaler en bewerker van Oudfranse ridderroman Floire et Blanceflor.