Groep 7/8 - Tekst

Les 1: Beginnen met tekst

Voorstelkring: We staan in een kring, noem je naam met een allitererend bijvoeglijke naamwoord
(Razende Roelof) en een beweging. De hele kring doet het na.

Cijferspel: 1 lopen 2 staan 3 zitten 4 liggen 5 rennen

Scene bij de bakker: We spelen de saaist mogelijke scene bij de bakker, daarna voegen we een
conflict toe, en gaan dat uitbouwen tot we een scene hebben.

Les 2:
Handelingen imiteren: De een spiegelt de ander, begin makkelijk, maak de bewegingen daarna
moeilijker.

Cijferspel: 1 lopen 2 staan 3 zitten 4 liggen 5 rennen

Aanbellen: We staan in een kring. 1 leerling belt bij iemand anders aan met een probleem. Er volgt
een korte scene. De scene eindigt als de deur weer dicht gaat (de persoon is dan binnen of buiten)

Dialoog spelen: De leerlingen krijgen in tweetallen de volgende tekst:

A: Kunt u mij helpen?

B: Wat is er aan de hand?

A: enz

Deze tekst gaan ze samen oefenen. Ze kiezen allebei een emotie waarmee ze de tekst gaan spelen.

Les 3:
Zip Zap Boing: bekend

Sorry dat we te laat zijn: een aantal leerlingen komt op en begint een verhaal te vertellen, de eerste
begint, en na een aantal zinnen vult de volgende aan.

Verhalen rennen: Twee leerlingen beginnen zonder af te spreken een verhaal over iets wat ze
hebben meegemaakt. Als de leraar in zijn handen klapt rennen ze naar achter tikken de muur aan en
komen terug met een nieuw verhaal.

Les 4:
Zip Zap Boing: bekend

Verhalen rennen: Twee leerlingen beginnen zonder af te spreken een verhaal over iets wat ze
hebben meegemaakt. Als de leraar in zijn handen klapt rennen ze naar achter tikken de muur aan en
komen terug met een nieuw verhaal.
Dialoog improviseren.

De leerlingen krijgen de volgende 4 zinnen om een scene te starten:

A: Ober?

B: Kan ik u helpen?

A: Mag ik een cola?

B: Dat ga ik even voor u halen.

(De ober loopt weg, en komt terug)

De leerlingen verzinnen in duo’s wat voor probleem er kan ontstaan. Zonder het te repeteren,
improviseren ze het probleem achter de 4 zinnen.