Professional Documents
Culture Documents
Traj4 Ts1 Cs
Traj4 Ts1 Cs
1 TAAL EN WOORDENSCHAT
1 Welke woorden schuilen er achter de volgende drie anagrammen? Plaats het juiste woord bij de
passende foto.
2 Vul de twee woordbruggen aan. De laatste letter van een woord en de beginletter van het volgende
woord vallen samen.
a • tijdsperiode, hoeveelheid tijd
• bij iedereen in de smaak willen vallen
• reus, afstammeling van Gaia (de aarde)
S B E
I J D S T
E O
K
E I
T A
A
T K T N
P E N S E R H T
O M E C A
O N
C N S
TUSSENSTOP 1 65
4 In les 3 ging je in op hoe trailers gemaakt worden en wat hun belang is voor de filmindustrie.
Daarbij kwamen enkele woorden uit het filmjargon aan bod zoals distributeur, soundtrack en
commentaarstem. Welk woord hoort bij de onderstaande beschrijvingen? Vul het kruiswoordraadsel
in.
1
S T U D I O
C
2
R E K W I S I E T E N
3 4
N S S
5
A C A M E O
R È T
I N
6 7
P R O D U C E N T
R R
8 9
R E G I S S E U R
M T W
10
S Y N O P S I S U
11
È N M
12
F I G U R A N T O
E M N
13
C A S T
N A
horizontaal verticaal
1 een afgesloten ruimte die geschikt is om opnames 1 de uitgeschreven vorm van de film die ook
te maken studio instructies voor de acteurs en crew bevat scenario
2 alle voorwerpen die je op een filmset kunt 3 kort onderdeel van een film scène
aantreffen rekwisieten 4 locatie die gereedgemaakt en ingericht is om te
5 heel kleine rol gespeeld door een beroemde kunnen filmen set
acteur cameo 6 de eerste vertoning van een film première
6 de persoon die verantwoordelijk is voor de 7 de personen op de set die bij de productie
financiën, organisatie, crew en andere zakelijke van de film betrokken zijn, maar er niet zelf in
aspecten producent meespelen crew
8 de persoon die de leiding heeft bij een 9 iemand die de gevaarlijke scènes speelt in
filmopname regisseur plaats van de acteur stuntman
10 de korte inhoud van een film synopsis 11 de ordening van beelden en geluiden in
12 achtergrondfiguur in de film figurant een film om zo de uiteindelijke film samen te
13 alle acteurs die in een film meespelen cast stellen montage
11.1 6 Een zin heeft telkens een bedoeling: iets vragen, meedelen, bevelen, iemand waarschuwen … Plaats
de zinnen hieronder bij de juiste taalhandeling.
TUSSENSTOP 1 67
7 De mythes die je in les 4 verkende, leverden niet alleen knappe verhalen op. Volgende spreekwoorden
en zegswijzen vinden hun oorsprong in de Griekse mythologie.
a Wat betekenen ze?
b Geef ook telkens een voorbeeldzin waarin de betekenis duidelijk wordt. suggestie
• een sisyfusarbeid verrichten
voorbeeldzin: Realiseert hij zich wel dat als hij vrede tussen jullie twee wil bereiken,
hij daarmee een sisyfusarbeid zal blijven verrichten?
• een achilleshiel
voorbeeldzin: De achilleshiel van die president is ongetwijfeld zijn slechte beleid rond
werkgelegenheid.
• een tantaluskwelling
zijn.
• een oedipuscomplex
betekenis: een instinctieve aantrekking van een zoon tot zijn moeder, gecombineerd
met een haat ten opzichte van zijn vader
voorbeeldzin: Volgens Freud hoort het oedipuscomplex bij de normale ontwikkeling van
kinderen. Maak je dus geen zorgen als je vierjarig zoontje zich tegen zijn vader afzet.
• een titanenstrijd
voorbeeldzin: Met zulke sterke tegenstanders zou deze match wel eens kunnen
uitdraaien op een ware titanenstrijd.
voorbeeldzin: Met de aanstelling van M.V. Varga als zakenpartner, heeft het bedrijf
het paard van Troje binnengehaald.
• een hermafrodiet
betekenis: een tweeslachtig organisme of mens met zowel mannelijke als vrouwelijke
geslachtskenmerken
• een augiasstal
voorbeeldzin: Je kamer is net een augiasstal! Zou je niet eens opruimen voordat je je
vrienden uitnodigt?
• een adonis
• een cassandravoorspelling
voorbeeldzin: Met haar panische angst voor wespen durft ze in de zomer zelfs
amper buiten te komen!
• midasoren hebben
TUSSENSTOP 1 69
8 Jullie zijn ingehuurd om het leven van Marc Op de Letter onder de loep te nemen.
Hij is professor Nederlands en volgens zijn steenrijke echtgenote heeft hij mogelijk
een affaire én probeert hij haar erfenis te stelen … Gebruik jullie kennis van de
Nederlandse spelling om deze escape room tot een goed einde te brengen.
SPELREGELS
b Betekenen die woorden exact hetzelfde? Leg uit waarom dit volgens jou (niet) het geval is.
Hoewel die woorden allemaal synoniemen van elkaar zijn, is er toch een bepaald
betekenisverschil. Een ‘ros’ is bijvoorbeeld een veel stijlvoller paard dan een ‘knol’ en
zeggen dat iemand ‘auditief uitgedaagd’ is klinkt beter dan te zeggen dat iemand
‘stokdoof’ is. Sommige woorden gebruik je eerder in een positieve context, andere
c De gevoelswaarde is dus verschillend. Welke woorden klinken eerder positief en welke eerder negatief?
Rangschik ze in de juiste kolom.
positief negatief
geoxideerd roestig
ros knol
instelling gesticht
auditief uitgedaagd stokdoof
transpireren zweten
2 Om je te helpen bij vragen over taal zijn er verschillende hulpmiddelen die je kunt raadplegen. Naast
naslagwerken zoals woordenboeken en grammaticaboeken zijn er ook onlinehulpmiddelen.
tip
Hieronder krijg je een kort overzicht van verschillende nuttige taalwebsites.
taaladvies.net
Taaladvies.net werd opgericht door De Taalunie. Je kunt er een lijst van taalkundige
termen, interessante naslagwerken en een overzicht van antwoorden op taalvragen
terugvinden. Deze website schrijft niet voor wat correct is, maar geeft weer wat het
meest gebruikt wordt in verschillende regio’s.
TAALADVIES
VRTtaal.net
Deze website kan, net zoals taaladvies.net, gebruikt worden om informatie op te
zoeken over taalkwesties. Naast antwoorden op taalkwesties kun je op deze website
ook nieuwsitems en dossiers over bepaalde taalkwesties (stijltips, tussentaal …)
terugvinden. De site bevat ook oefendictees. VRTTAAL
schrijfassistent.be
Dit is een schrijftool die jouw tekst onder meer nakijkt op spellingfouten, herhaling en
passief taalgebruik. De site doet suggesties om je tekst correcter en aantrekkelijker te
maken.
SCHRIJFASSISTENT
woordenlijst.org
Op deze website kun je de correcte spelling en het correcte meervoud van een
bepaald woord terugvinden. Naast de woordenlijst vind je er ook een leidraad met de
regels van onze spelling. De Woordenlijst Nederlandse Taal is ook gekend in boekvorm:
Het Groene Boekje.
WOORDENLIJST
TUSSENSTOP 1 71
a Welke website(s) gebruik je voor onderstaande situaties?
1 Je wilt meer leren over tussentaal in Vlaanderen.
taaladvies.net x VRTtaal.net woordenlijst.org
4 Je wilt weten bij welke leestekens je een spatie voor het teken moet plaatsen.
x taaladvies.net
x VRTtaal.net woordenlijst.org
Normalisatie in België (NBN) is dat niet nodig maar kan het wel.
verwijst het woord naar de mis die gehouden wordt ter ere van de feestdag
Kerstmis.
4 Welke vorm is geen Algemeen Nederlands? Duid het juiste antwoord aan.
x Laat me gerust. Laat me met rust.
Op welke website(s) heb je een antwoord gevonden op die vraag?
x taaladvies.net VRTtaal.net woordenlijst.org
a Markeer alle fouten die je kunt vinden op vlak van spelling, werkwoordspelling en het gebruik van
passieve zinnen.
b Geef nu de tekst in op schrijfassistent.be en vergelijk het resultaat met je eigen bevindingen.
c De site vermeldt ook naamwoordstijl. Wat wordt daarmee bedoeld?
Daarbij worden overbodige zelfstandige naamwoorden gebruikt die ervoor zorgen
dat de tekst heel formeel of moeilijk leesbaar wordt. Bijvoorbeeld: ‘het overbrengen
4 Kies een van onderstaande taalkwesties en leg uit wat er aan de hand is of wat de juiste optie is.
Gebruik daarvoor de websites op p. 71 en vermeld telkens je bron(nen).
a ‘Zijn onderzoek bracht nieuwe data’s aan het licht.’
In deze zin wordt het woord ‘data’ gebruikt om naar gegevens te verwijzen. Het
enkelvoud ‘datum’ wordt in deze context niet gebruikt. Soms wordt ‘data’ in deze
context daarom fout geïnterpreteerd als enkelvoud. Een gevolg daarvan kan het
Bron: https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/190
b ‘We kunnen ervanuit gaan dat hij haar de waarheid heeft verteld.’
Correct zou zijn: ‘We kunnen ervan uitgaan dat hij haar de waarheid heeft verteld.’
‘Uit’ maakt in dit geval deel uit van het werkwoord ‘uitgaan’.
Bron: https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/268
en https://vrttaal.net/column/eropuit
werkwoord ‘winnen’ soms ook gevormd met het werkwoord ‘zijn’ maar dat is geen
Bron: https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1271
TUSSENSTOP 1 73
3 CREATIEF: JE EIGEN BOEKENTRAILER
In les 3 analyseerde je een filmtrailer. Je vertrekt van de kenmerken die daarbij aan bod kwamen om een eigen
boekentrailer te maken.
Voorbereiden
1 Spreek af tegen wanneer jullie de roman lezen.
2 Brainstorm over het boek.
a Deel welke passages jullie knap vonden.
b Denk na over wat jullie in beeld brengen: een scène, een hoofdpersonage, enkele passages …
Plannen
3 Bekijk het fragment van Moviezone en kies één van de drie mogelijkheden.
4 Neem de evaluatiematrix door. Zo heb je een overzicht van de criteria voor
het eindresultaat. KIES EEN VORM
Schrijven
5 In les 3 zagen jullie welke onderdelen in een goede trailer zitten. Schrijf een scenario.
a Verdeel de rollen en de taken voor de opname.
b Brainstorm over muziek en geluiden die passen bij de scènes.
c Maak afspraken over wat jullie gaan opnemen en wanneer dat zal gebeuren.
Opnemen
6 Neem jullie trailer op en monteer de verschillende delen. Het eindresultaat is één tot twee
minuten lang.
inhoud
Uit de trailer blijkt duidelijk Uit de trailer blijkt duidelijk Het is helemaal niet duidelijk
waarover het boek gaat waarover het boek gaat, maar waarover het boek gaat.
zonder dat je te veel prijsgeeft. je geeft al te veel informatie
prijs. OF Het is niet helemaal
duidelijk waarover het boek
gaat.
correctheid
Je taalgebruik is nagenoeg Je maakt enkele taalfouten. Je maakt meermaals
foutloos. Je gebruikt de EN/OF Enkele klanken of taalfouten en de klanken
standaardtaal en je uitspraak woorden die je gebruikt, en woorden die je gebruikt,
is correct. behoren tot de tussentaal, het behoren vaak tot de
dialect … tussentaal, het dialect …
duidelijkheid
Je articuleert duidelijk en je Je articuleert meestal goed, Je bent moeilijk verstaanbaar
spreektempo en -volume zijn maar af en toe ben je minder omwille van een onduidelijke
ideaal. duidelijk verstaanbaar. OF Je articulatie. EN Je praat vaak te
praat soms te snel/traag en/of snel/traag en/of te luid/stil.
te luid/stil.
aantrekkelijkheid
Je trailer is visueel aantrekkelijk Je trailer is visueel best Je trailer is visueel niet
gefilmd. Je denkt duidelijk na aantrekkelijk gefilmd, maar de aantrekkelijk gefilmd.
over welke shots je in beeld locatie waar je filmt, blijkt niet Bovendien is de locatie waar
wilt brengen en op welke functioneel. je filmt niet functioneel.
locatie(s) je filmt.
De muziek en de geluiden die De link tussen de muziek en Je voegde geen muziek of
je toevoegt, dragen bij tot de de geluiden die je toevoegde geluiden toe.
inhoud van de trailer. en de inhoud van de trailer is
niet helemaal duidelijk.
Aanvullende commentaar:
TUSSENSTOP 1 75