Professional Documents
Culture Documents
Hoofdredacteur
J.H.P.M. Raaijmakers
Belastingadviseur, Raaijmakers Belastingadvies
en Educatie
Redactieraad
drs. J. van der Struis
Partner bij Baker Tilly (Netherlands) N.V.
Abonnementenadministratie
Rendement Uitgeverij BV
Postbus 27020
3003 LA Rotterdam
Telefoon: (010) 243 39 33
E-mail: info@rendement.nl
Abonnementen
Fiscaal Praktijblad verschijnt 12 keer per jaar.
(Proef)abonnementen kunnen ieder moment
ingaan, maar slechts worden beëindigd indien
uiterlijk twee maanden voor het einde
van de abonnements-periode is opgezegd.
Zonder of bij niet-tijdige opzegging wordt het
abonnement automatisch verlengd met een jaar.
Abonnementen worden geacht zakelijk te zijn.
Wilt u een particulier abonnement, dan dient u
dit binnen één maand na het aangaan van het
abonnement aan ons door te geven. Rendement
behoudt zich het recht voor om prijzen en inhoud
van de algemene voorwaarden te wijzigen. U kunt
de volledige algemene voorwaarden nalezen op
www.rendement.nl/av.
ISSN 1569-4151
Niets uit deze uitgave mag, noch geheel,
noch gedeeltelijk, worden overgenomen en/
of vermenigvuldigd zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
www.futd.nl
®
Nummer 8
Pagina 14 25 augustus 2023
SPECIAL: BEDRIJFSOPVOLGINGSREGELING
Marjolijn de Vries-van der Velden1 en Paul Lavrijsen2
De bedrijfsopvolgingsregeling
en de roep om hervorming 2023-0127
privégebruik beperkt is tot 10%, kan het bedrijfs- financiering aan te gaan om de inkomstenbelasting en
middel volledig kwalificeren. Te denken valt aan erf- en schenkbelasting te betalen. Het vervreemden
vliegtuigen, vaartuigen en onroerende zaken en dure van aan derden verhuurde onroerende zaken ziet het
personenwagens. kabinet voor die gevallen als minder bezwaarlijk. 17
‐ Vervallen dienstbetrekkingseis en instellen leeftijds-
grens van 21 jaar bij schenken (2025): de dienstbe- Van de maatregel zijn onroerende zaken in kortlopende
trekkingseis bleek niet doelmatig, maar leidt wel tot verhuur in de dienstensector uitgezonderd, zoals hotel-
uitvoeringslasten. De leeftijdsgrens van 21 jaar bij kamers, cafés, restaurants, tennishallen, bowlingbanen
schenken moet oneigenlijk gebruik in de vorm van en squashbanen, en kortlopende teeltpachtcontracten
overdrachten aan zeer jonge kinderen, die (nog) geen voor gewasrotatie.18
reële opvolgers zijn, tegengaan.
Vastgoed in gebruik bij een “kwalificerend verbonden
‐ Tegengaan rollatorinvesteringen en dubbel BOR
lichaam” is volgens de maatregel in eigen gebruik en
(2026): om oneigenlijk gebruik tegen te gaan, over-
blijft dus kwalificeren voor de BOR en DSR. Het lijkt
weegt het kabinet een langere bezitstermijn te eisen
logisch dat met een kwalificerend verbonden lichaam
voor erflaters/schenkers die de AOW-gerechtigde
wordt bedoeld: een lichaam waarvan de bezittingen en
leeftijd hebben bereikt. 15 Ook constructies waarbij
schulden op grond van de toerekeningsregels van de
de onderneming wordt gebruikt om in feite beleg-
BOR en DSR19 worden toegerekend aan het lichaam
gingsvermogen onbelast aan een verkrijger over te
waarin schenker of erflater een direct aanmerkelijk
dragen, wil het kabinet bestrijden. Bijvoorbeeld door
belang heeft. 20 Van vastgoed in eigen gebruik is door-
geen BOR toe te staan voor zover de onderneming al
gaans sprake indien de onroerende zaak bijdraagt
eerder is overgedragen aan de verkrijger.
aan de bedrijfsvoering van de (materiële) onderneming
of binnen een groep aan een werkmaatschappij ter
2. Vastgoedmaatregel (2024)
beschikking wordt gesteld. 21
reële zorgen op. Ongetwijfeld zullen de andere doelen komt nog dat de staatssecretaris heeft opgemerkt dat
die het kabinet bij deze maatregel heeft geformuleerd, bij vereenzelviging sprake is van onmiddellijk aandeel-
namelijk de beperking van discussies en procedures en houderschap van een certificaathouder.31 Certificaten
de daarmee gepaard gaande inzet van hoogkwalitatief van aandelen zouden daarom niet uitgesloten mogen
personeel van de Belastingdienst, behaald worden. Dit worden van de BOR en DSR, het gaat er dus om dat de
kan overigens wel een verschuiving betekenen naar de onderliggende aandelen zullen moeten voldoen aan het
invorderaars van de Belastingdienst, indien onderne- nieuw te formuleren kader.
mers een op maat gesneden betalingsregeling nodig
blijken te hebben. 3.3. Korte evaluatie
Hoe begrijpelijk de wens kan zijn om te kleine belangen
3. Reguliere aandelen - maatregel (2026) uit te sluiten, bij het uitsluiten van soortaandelen dreigt
van enige mate van overkill sprake te zijn. Indien er
3.1. Samenvatting en duiding maatregel meerdere aandeelhouders zijn, zouden deze niet langer
De BOR en DSR dienen om reële bedrijfsopvolgingen te met letteraandelen een eigen dividendpolitiek kunnen
faciliteren. Op dit moment geeft nagenoeg elk aande- voeren. Hun letteraandelen kwalificeren als soortaan-
lenbelang dat een aanmerkelijk belang vormt – uitge- delen in de toekomst mogelijk niet langer voor de
zonderd het meegetrokken aanmerkelijk belang 27 – BOR en DSR. Dit wringt, omdat van oneigenlijk gebruik
toegang tot de regelingen. Het faciliteren van belangen geen sprake is. We zijn zeer benieuwd naar de uitein-
met een zeer beperkte kapitaaldeelname sluit naar delijke wettelijke formulering van deze beperkingen.
zeggen van het kabinet niet aan bij de doelstelling van Hoe zal een onderscheid worden gemaakt tussen
de BOR en DSR, omdat de continuïteit van de onderne- een fictief aanmerkelijk belang (kwalificeert niet) en
ming niet in gevaar wordt gebracht indien overgang van een verwaterd aanmerkelijk belang (kwalificeert wel),
dergelijke kleine belangen leidt tot belastingheffing. indien deze op dezelfde gronden kunnen ontstaan?
Stel dat een erflater een belang heeft van 4% in een
3.2. Fiscaal kader houdstervennootschap, die alle aandelen houdt in een
Niet langer zal ieder aanmerkelijk belang kwalificeren, ondernemende vennootschap. De 4% vererft naar de
maar alleen “daadwerkelijk risicodragend ab”. Voor- kinderen. Eerder had de erflater 16% aan zijn kinderen
gesteld is om alleen reguliere aandelen die volledig geschonken, onder gebruikmaking van de DSR. De 4%
meedelen in de winstgerechtigdheid en liquidatieop- vormt voor de erflater een fictief aanmerkelijk belang,
brengst met een belang van minimaal 5% te laten maar valt ook onder de verwateringsregelingen van
kwalificeren tot de BOR en DSR. Soortaandelen, opties, de DSR en BOR. De kinderen zijn reële bedrijfsopvol-
winstbewijzen en tracking stocks wenst het kabinet uit gers. Aan doel en strekking van de BOR en DSR wordt
te sluiten, net als alle belangen die minder dan 5% voldaan. Hoe zal hiermee worden omgegaan?
van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen. Een
fictief aanmerkelijk belang lijkt daarmee ook onder deze 4. Bezits- en voortzettingseis
uitsluiting te vallen, aangezien dit per definitie een te
klein belang is. Echter, de verwateringsregeling blijft 4.1. Samenvatting maatregel
toegang tot BOR en DSR geven: een indirect aanmerke- Het kabinet heeft aangegeven de bezits- en voort-
lijk belang dat door schenking, vererving of huwelijks- zettingseisen te willen versoepelen, zodat deze posi-
vermogensrecht is gedaald tot onder de 5%, maar niet tiever uitpakken voor de flexibiliteit van ondernemingen,
beneden de 0,5%, zou ook na 2026 nog moeten kwali- zowel voor wat betreft activiteiten als herstructure-
ficeren voor de BOR en DSR. 28 Ook wordt een uitzon- ringen. Ook het verkorten van de termijnen is hierbij
dering gemaakt voor preferente aandelen die zijn uitge- een optie. Concrete aanpassingen zijn echter nog niet
geven in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvol- genoemd.
ging.29 Voldoen de preferente aandelen aan de nieuw
op te nemen eigen definitie voor de bedrijfsopvolgings- 4.2. Fiscaal kader
regeling, dan kwalificeren deze (nog steeds) voor de De bezits- en voortzettingseisen 32 in de BOR dienen
BOR en DSR. Over houders van certificaten van reguliere om misbruik te voorkomen en te verzekeren dat alleen
aandelen zwijgt het voorstel. Voor hen zal de beper- reële opvolgingen worden gefaciliteerd. Voorkomen
king ons inziens ook geen gevolgen mogen hebben, moet namelijk worden dat beleggingsvermogen kort
mits voldaan wordt aan de eisen dat er gerechtigd- voor een schenking of in het zicht van overlijden wordt
heid moet zijn tot daadwerkelijk risicodragend kapi- omgezet in laag- of onbelast vermogen dat kwalifi-
taal. Doorgaans zullen de certificaten kunnen worden ceert voor de BOR (bezitseis), waarbij de verkrijger de
vereenzelvigd met de onderliggende aandelen, 30 waar- verkregen onderneming vervolgens niet voortzet, maar
door de certificaathouder als ab-houder geldt. Daarbij bijvoorbeeld verkoopt (voortzettingseis). De schenker/
erflater moet in dit verband de aandelen één jaar
Nummer 8
25 augustus 2023 Pagina 19
(erven) of vijf jaar (schenken) in bezit hebben én de ming doorgaat en de opvolgers gerechtigd blijven tot
vennootschap moet gedurende deze periode de onder- ondernemingsvermogen.
neming hebben gedreven. Na de overdracht moet de
voorzetter vervolgens de aandelen minimaal vijf jaar in De bezits- en voortzettingseis zijn dan ook veelvuldig
bezit houden en de vennootschap moet de onderneming onderwerp in afstemmingsverzoeken van bedrijfsopvol-
zoals deze in de bezitsperiode te identificeren is, voort- gingen. Dit legt een beslag op de ondernemer, maar
zetten. ook op de capaciteit bij de Belastingdienst. Dat het
kabinet deze eisen wenst te versoepelen, zal bij de
Deze eisen zijn echter strikt geformuleerd, de uitzon- ondernemers, de adviespraktijk én de Belastingdienst
deringen gedetailleerd beschreven 33 en de Belasting- in goede aarde vallen. De vraag is natuurlijk of de
dienst past deze dermate rigide toe, 34 dat ze de facto een versoepelingen alle knelpunten die de praktijk ervaart,
onderneming tien jaar op slot kunnen zetten. Herstruc- voldoende zullen adresseren.
tureringen waarbij geen belangen overgaan op een
ander, worden onnodig bemoeilijkt. 35 Het vervreem- 5. Tot besluit
dingsbegrip uit de aanmerkelijkbelangregeling bepaalt Een grondige hervorming van de BOR en de DSR,
of sprake is van een vervreemding en dus strijdigheid zoals een verschuiving van een belastingvrijstelling
met bezits- of voortzettingstermijn. Dit betekent dat ook naar een invorderingsvrijstelling, hoeft de praktijk op
fictieve vervreemdingen strijdig zijn met de bezits- en korte termijn niet te verwachten. Het kabinet heeft
voortzettingsvereisten, zoals een juridische fusie, split- ervoor gekozen de bestaande BOR en DSR aan te
sing, inkoop en overgang onder algemene titel. Alleen passen binnen de huidige regelgeving. De vastgoed-
gefaciliteerde herstructureringen zijn mogelijk in de maatregel zal naar verwachting de discussies over
bezits- en voortzettingsperiode, 36 waarbij de eis dat de wat wel en wat geen ondernemingsvermogen vormt
verkrijger “enig aandeelhouder moet zijn” (voortzet- aanzienlijk verminderen. Een toekomstige versoepe-
tingseis) ook extra beperkend uitwerkt. ling van bezits- en voortzettingstermijnen zal hope-
lijk ondernemingen minder belemmeren in strategi-
Enkele opmerkelijke knelpunten en onduidelijkheden: sche wendingen en herstructureringen vergemakke-
‐ Een verlettering van direct gehouden aandelen lijken. Het voornemen om alleen ‘daadwerkelijk risico-
(“statutaire splitsing”) doet een nieuwe bezitster- dragende’, reguliere aandelenbelangen te laten kwali-
mijn lopen, maar bij een juridische splitsing waarbij ficeren en te kleine belangen uit te sluiten, eist precisie
een beroep wordt gedaan op de fiscale faciliteiten, van de wetgever, ook om overkill en ongelijkheid te
worden de bezitsperioden van de oude en nieuwe voorkomen. Hoe dan ook, familiebedrijven die een over-
aandelen samengeteld. Een ongelijke behandeling dracht overwegen, doen er goed aan de (mogelijke)
van vergelijkbare gevallen, waarbij geen sprake is wijzigingen in hun besluitvorming te betrekken. De
van misbruik. timing van een overdracht kan een groot verschil in
‐ Een verlettering op indirect niveau echter, gaat belastingheffing betekenen.
volgens de Belastingdienst wél weer goed.
‐ Het creëren van een persoonlijke houdsterstructuur Noten:
bij meerdere verkrijgers, heeft een specifieke goed- 1. Belastingadviseur/estate planner bij RSM Netherlands Belastingadviseurs
N.V., lid van het adviesteam Familiebedrijven.
keuring nodig op basis van de hardheidsclausule, 2. Belastingadviseur bij RSM Netherlands Belastingadviseurs N.V.
terwijl overduidelijk geen sprake is van misbruik. 37 3. Brief Staatssecretaris van Financiën van 29 juni 2023, 2023-0000145249.
‐ Uitbreidingen in de bezitsperiode: een uitbreidings- 4. Het per 1 januari 2024 uitsluiten van aan derden ter beschikking gesteld
vastgoed van de BOR en DSR staat los van deze voorstellen. Deze maatregel
investering die als zelfstandig gedeelte herkenbaar was reeds opgenomen in de Miljoenennota 2023.
5. CPB-notitie 25 mei 2022.
is, laat een nieuwe bezitstermijn starten. Voor een 6. Bouwstenenrapport: rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 18
uitbreiding die opgaat in de onderneming en niet mei 2020, kenmerk 2020-0000094149. Dit rapport bevatte 169 beleidsopties
om het belastingsysteem te verbeteren en vereenvoudigen.
meer als zelfstandig deel te herkennen is, geldt dat 7. Volgens het Bouwstenenrapport kost de BOR € 400 miljoen per jaar,
weer niet. 38 39 waarvan 40% terechtkomt bij de 2% grootste overdrachten (ongeveer 300
verkrijger staakt vervolgens na het verstrijken van de voortzettingstermijn 26. Zie o.a. HR 29 augustus 1984, ECLI:NL:HR:1984:ZW8456, BNB 1985/15;
de onderneming. Een voorbeeld van dubbel BOR is het terugkopen door HR 1 februari 1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3038,BNB 1995/79; HR 29
de schenker van de geschonken onderneming en deze vervolgens weer augustus 1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2251, BNB 1997/347 en HR 29 juni
schenken aan dezelfde verkrijger. De bezits- en voortzettingseisen bewerk- 2012,ECLI:NL:HR:2012:BV8959, FutD 2012-1727, BNB 2012/244.
stelligen dat dit een ruime tijdshorizon in beslag neemt, maar desalniettemin 27. Artikel 4.10 Wet IB 2001.
komen deze constructies kennelijk dermate regelmatig voor dat de wetgever 28. Artikel 4.17a lid 5 letter b Wet IB 2001 en artikel 35c lid 5 letter b SW 1956.
deze wenst te bestrijden. De techniek is dat de vermogensbestanddelen van het lichaam waarin dit
16. Dat wil zeggen: een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid, gericht op indirecte belang wordt gehouden, worden toegerekend aan het lichaam
het deelnemen aan het maatschappelijke productieproces, met het oogmerk waarin schenker/erflater een direct aanmerkelijk belang heeft.
om winst te behalen – welke winst ook redelijkerwijs te verwachten valt. Bij 29. Aannemelijk lijkt ons dat zal worden aangesloten bij de huidige eisen in
de exploitatie van onroerende zaken geldt dat deze activiteiten slechts als het artikel 4.17a lid 3 en lid 5 Wet IB 2001 en artikel 35c lid 4 en lid 5 SW 1956 en
drijven van een onderneming kunnen worden aangemerkt indien de arbeid artikel 8 URSE, en/of dat in overgangsrecht wordt voorzien.
naar aard en omvang meer omvat dan gebruikelijk is bij normaal vermo- 30. Om te voorkomen dat het certificeren van de aandelen een vervreemding van
gensbeheer en deze arbeid naar aard en omvang onmiskenbaar het behalen het aanmerkelijk belang inhoudt, dient immers te worden voldaan aan de
van een rendement ten doel heeft dat het bij normaal vermogensbeheer eisen gesteld in par. 4 van het verzamelbesluit aanmerkelijk belang (Besluit
opkomende rendement te boven gaat. Vakstudie Successiewet, artikel 35c 9 maart 2018: 2018-27139).
SW 1956, aant. 16.2. 31. Kamerstukken II, 1995/96, 24 761, nr. 3, p. 45.
17. Kamerbrief uitkomsten vervolgonderzoek bedrijfsopvolgingsregeling, p. 7. 32. Artikel 35d en 35e Successiewet 1956.
18. Pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 7:396 lid 1 BW. 33. Zie artikel 9 en 10 URSE.
19. Artikel 35c lid 5 SW 1956 en artikel 4.17a lid 5 Wet IB 2001. 34. Besluit Wob-verzoek bedrijfsopvolgingsregeling, 23 juli 2018, kenmerk
20. Wij hebben nog geen nadere uitwerking aangetroffen van het begrip “kwalifi- 2018-0000119906.
cerend verbonden lichaam” in relatie tot de vastgoedmaatregel. 35. In de wetsgeschiedenis is expliciet vermeld dat “doorschuiven naar zichzelf”
21. Vanwege de toerekeningsbepalingen van artikel 4.17a lid 5 Wet IB 2001, geen enkel probleem vormt.
respectievelijk artikel 35c lid 5 SW 1956. 36. Zie artikel 9 en 10 URSE.
22. J.E.A.M. van Dijck, ‘Vermogensbeheer’, WFR 1976/5258, p. 148 en 149. 37. Onderdeel 6.8. “Aandelenfusie met meerdere verkrijgers” uit Besluit Schenk-
23. H.A.J.P. te Niet, ‘Het beleggingsbegrip in de directe belastingen’, Fiscale en erfbelasting, bedrijfsopvolgingsregeling BLKB2012/1221M.
monografieën, Kluwer, Deventer, 2007. p. 2, 4 en 70. Hij acht een afbakening 38. HR 29 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:867, HR 29 mei 2020,
gebaseerd op de norm “normaal vermogensbeheer” verder moeilijk hanteer- ECLI:NR:HR:2020:993 en HR 29 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:990, FutD
baar. p. 118. 2020-1604.
24. HR 17 augustus 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5731, FutD 1994-1399, BNB 39. Een sprekend voorbeeld vormt het “Horen en zien”-arrest. Leidt de ruzies-
1994/319 m nt. Van Dijck. plitsing van een concern dat optieken en hoorcentra exploiteert, waarbij de
25. HR 18 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:951, FutD 2021-1887, BNB 2021/164 en subjectieve gerechtigdheid tot de hooractiviteiten toeneemt, onder afname
BNB 2021/165, m.nt. P.H.J. Essers, V-N 2021/27.12 (geen onderneming), van gerechtigdheid tot de optieken, tot het starten van een nieuwe bezitspe-
HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:633, FutD 2016-0959, BNB 2016/166, riode voor de toegenomen subjectieve gerechtigdheid tot de hooractiviteiten?
m.nt. Van Vijfeijken; FED 2016/80, m.nt. Mol-Verver, V-N 2016/24.12 (wel een De Hoge Raad heeft zich er (nog) niet over uitgesproken.
onderneming), HR 10 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:396 , FutD 2017-0594, 40. Het stakingsbegrip in de inkomstenbelasting is relevant voor (materieel)
BNB 2017/114, m.nt. Albert; V-N 2017/14.21 (wel een onderneming) en voortzetten.
Hof 's-Hertogenbosch 25 maart 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1157, FutD
2016-1773, V-N 2016/41.17 (geen onderneming).