You are on page 1of 5

Aanduiding gassen en gasmengsels

De norm ISO 14175 geeft de indeling en naamgeving van bescherm-, backing-, proces- en hulpgassen
die gebruikt worden bij het smeltlassen en aanverwante processen. Brandgassen voor het autogeen
lassen en resonatorgassen gebruikt bij het laserlassen worden niet door deze norm behandeld.

De indeling is gebaseerd op de chemische samenstelling en het metallurgisch gedrag van het


gas(mengsel).

De gassen kunnen onderverdeeld worden in een hoofdgroep die eventueel verder verdeeld wordt in
subgroepen. We onderscheiden volgende hoofdgroepen:

I: inerte gas of gasmengsels


M1, M2 en M3: oxiderende mengsels met zuurstof en/of CO2
C: zeer oxiderend gas of gasmengsels
R: reducerend gasmengsel
N: laag reactief gas of reducerend gasmengsel met stikstof
O: zuurstof
Z: gasmengsels die andere componenten bevatten dan hierboven opgelijst of een samenstelling
hebben die buiten de grenzen van de tabel valt.

Om een gas aan te duiden start men met het opgeven van de norm, gevolgd door het symbool van
het basisgas, gevolgd door de overige componenten in dalende volgorde volgens de % inhoud.
Vervolgens wordt de nominale samenstelling opgegeven van % inhoud van de overige
componenten, gescheiden door een “/”.

Bv. ISO 14175 – M25 – ArCO – 6/4


Dit is een gasmengsel met 6% CO2, 4% zuurstof en 90% Argon.

Aanduiding lastoevoegmateriaal
Enkele veelgebruikte normen voor lastoevoegmaterialen:
- EN-ISO 14341:2011 Draadelektroden en lasmetaal voor booglassen onder gasbescherming van
ongelegeerde en fijnkorrelige staalsoorten – indeling
- EN ISO 17632:2015 Elektroden met gevulde draad voor booglassen met en zonder gasbescherming
van ongelegeerde en fijnkorrelige staalsoorten – indeling
- EN ISO 636:2017 Staven, draad en lasmetaal voor het TIG-lassen van ongelegeerde en fijnkorrelige
staalsoorten – indeling

Deze internationale normen, erkennen dat er wereldwijd 2 verschillende benaderingen zijn, die
beide opgenomen zijn in de normen.
Systeem A: gebaseerd op vloeigrens en een gemiddelde kerfslagwaarde van 47J voor het lasmetaal
Systeem B: gebaseerd op de treksterkte en een gemiddelde kerfslagwaarde van 27J voor het
lasmetaal
In Europa wordt vooral systeem A gebruikt, vandaar dat de tabellen enkel systeem A weergeven.

De aanduiding van het toevoegmateriaal is -afhankelijk van de toegepaste norm- opgebouwd uit een
aantal delen.

Hieronder geven we de aanduiding volgens EN-ISO 14341 weer:


Deel 1 geeft informatie over het toegepaste lasproces (tabel 25 uit de verbindingsgids)
Deel 2 geeft informatie over de sterkte en verlenging van het lasmetaal (tabel 26 uit de
verbindingsgids)
Deel 3 geeft informatie over de impact eigenschappen van het lasmetaal (tabel 28 uit de
verbindingsgids)
Deel 4 geeft informatie over toe te passen beschermgas
Deel 5 geeft informatie over de chemische samenstelling van de toegepaste lasdraad (tabel 30 uit de
verbindingsgids)

Let op: 2 van de 3 normen in de verbindingsgids waarnaar verwezen wordt zijn verouderd!
EN ISO 17632:2015 en EN ISO 636:2017
De tabellen zijn dus hier en daar gewijzigd:

- tabel 29 uit de verbindingsgids is niet meer relevant, want voor de gassen wordt nu de aanduiding
uit ISO 14175 gebruikt, dus die tabel helemaal niet opnemen

- tabel 30, 31, 33 zijn licht gewijzigd, zie hieronder


Zou zeker van elke norm een vb aanhalen zodat de lezer de opbouw goed kan zien.

You might also like