You are on page 1of 19

NEDERLANDS

PARAMEDISCH
I NSTITU UT

Deel A. Orthoptische diagnoses


1. Strabismus concomitans
2. Strabismus incomitans en overige aandoeningen van binoculaire oogbewegingen
3. Stoornissen in binoculair zien
4. Visuele stoornissen
5. Stoornissen in refractie
6. Stoornissen in convergentie en accommodatie
7. Nystagmus en andere onregelmatige oogbewegingen
8. Overige orthoptische diagnoses

Deel B. Nevendiagnoses voor orthoptisten


9. Aandoeningen van oog en adnexen als nevendiagnose voor orthoptisten
10. Congenitale afwijkingen en misvormingen en chromosoomafwijkingen
11. Neurologische aandoeningen
12. Endocriene ziekten en voedings- en stofwisselingsstoornissen
13. Symptomen
14. Letsels, vergiftiging en bepaalde andere gevolgen van uitwendige oorzaken
15. Overige ziekten en aandoeningen als nevendiagnose voor orthoptisten

Classificatie Orthoptische Diagnoses / versie december 1997


DEEL A. Orthoptische diagnoses

1 Strabismus concomitans (#H50)


1-1 Heteroforie (H50.5)
exclusie: paralytisch strabismus (2-1) (H49, H51.0, H51.2)
1-11 Esoforie
1-111 niet specifieke esoforie
1-112 gecompenseerde esoforie
1-113 gedecompenseerde esoforie
1-114 esoforie type divergentie zwakte
1-115 esoforie type convergentie excess
1-116 esoforie gerelateerd aan accommodatie
1-12 Exoforie
1-121 niet specifieke exoforie
1-122 gecompenseerde exoforie
1-123 gedecompenseerde exoforie
1-124 exoforie type divergentie excess
1-125 exoforie type convergentie zwakte
1-13 Hyperforie
1-14 DVD [Alternerende hyperforie]
1-141 symmetrische DVD
1-142 Asymmetrische DVD
1-15 Cycloforie
1-151 incycloforie
1-152 excycloforie
1-19 Overige vormen van heteroforie

1-2 Intermitterende heterotropie (#H50.2, H50.3, #H50.4)


exclusie: paralytisch strabismus (2-1) (H49, H51.0, H51.2)
1-21 Intermitterende esotropie (#H50.3)
1-211 primaire intermitterende esotropie
1-2111 niet specifieke primaire intermitterende esotropie
1-2112 primaire intermitterende esotropie gerelateerd aan accommodatie
- volledig accommodatieve intermitterende esotropie [strabismus convergens accommodativus
typisch]
- accommodatieve intermitterende esotropie met convergentie excess [strabismus convergens
intermittens accommodativus atypisch]
- type convergentie excess met hoge AC/A relatie
- type convergentie excess met hypoaccommodatie
1-2113 primaire intermitterende esotropie gerelateerd aan afstand
- niet accommodatieve convergentie excess [near esotropia]
- divergentie zwakte [distance esotropia]
1-2114 primaire intermitterende esotropie gerelateerd aan tijd [primaire cyclische intermitterende esotropie]
[alternate day squint]
1-2115 primaire intermitterende esotropie gerelateerd aan fixatie [fixation lincked esotropia]

Classificatie Orthoptische Diagnoses / versie december 1997


1-212
consecutieve intermitterende esotropie
1-2121 spontane consecutieve intermitterende esotropie
1-2122 postoperatieve consecutieve intermitterende esotropie
recidiverende intermitterende esotropie
postoperatieve resterende intermitterende esotropie
overige vormen van intermitterende esotropie
1-213 1-214 1-219
1-22 Intermitterende exotropie (#H50.3)
1-221 primaire intermitterende exotropie
1-2211 niet specifieke primaire intermitterende exotropie
1-2212 primaire intermitterende exotropie gerelateerd aan accommodatie
(gesimuleerde divergentie excess)
1-2213 primaire intermitterende exotropie gerelateerd aan afstand intermitterende
exotropie type divergentie excess (distance exotropia)
intermitterende exotropie type convergentie zwakte (near exotropia)
1-222 consecutieve intermitterende exotropie
1-2221 postoperatieve consecutieve intermitterende exotropie
1-2222 spontane consecutieve intermitterende exotropie
1-223 recidiverende intermitterende exotropie
1-224 postoperatieve resterende intermitterende exotropie
1-229 overige vormen van intermitterende exotropie
1-23 Intermitterende hypertropie (#H50.2, #H50.4)
1-24 Intermitterende hypotropie (#H50.2, #H50.4)
1-25 Intermitterende cyclotropie (#H50.4) 1-251 intermitterende incyclotropie 1-252 intermitterende
excyclotropie
1-29 Overige vormen van intermitterende heterotropie (#H50.4)
1-3 Heterotropie (H50.0, H50.1, #H50.4)
exclusies: - intermitterende heterotropie (1-2) (#H50.2, H50.3, #H50.4)
paralytisch strabismus (2-1) (H49, H51.0, H51.2)
1-31
Esotropie (H50.0)
1-311 primaire esotropie
1-3111 niet specifieke primaire esotropie
1-3112 primaire partieel accommodatieve esotropie (esotropie met accommoda
tieve factor)
1-3113 primaire niet accommodatieve esotropie
~onstante esotropie
esotropie gerelateerd aan myopie
gedecompenseerde intermitterende esotropie
normosensorische late onset esotropie
Swan's Blind Spot mechanisme
1-3114 primaire infantiele esotropie
essentiele infantiele esotropie
infantiele accommodatieve esotropie
nystagmus blokkerings syndroom (syndroom van COppers)
1-31 2 secundaire esotropie
1-31 3 consecutieve esotropie
1-3131 spontane consecutieve esotropie
1-3132 postoperatieve consecutieve esotropie
1-314 recidiverende esotropie
1-31 5 1-31 9
postoperatieve resterende esotropie overige vormen van esotropie
1-32 Exotropie (H50.1)
1-321 primaire exotropie
1-3211 niet specifieke primaire exotropie
1-321 2 primaire exotropie gerelateerd aan accommodatie 1-3213 primaire exotropie
gerelateerd aan afstand
exotropie type divergentie excess
exotropie type convergentie zwakte
1-3214 gedecompenseerde intermitterende exotropie
1-3215 essentiele infantiele exotropie
1-322 secundaire exotropie
1-323 consecutieve exotropie
1-3231 spontane consecutieve exotropie
1-3232 postoperatieve consecutieve exotropie
1-324 recidiverende exotropie
1-325 postoperatieve exotropie
1-329 overige vormen van exotropie
1-33 Microtropie (#H50.4)
1-331 micro esotropie
1-3311 primaire micro esotropie
zonder identiteit
met identiteit
1-3312 postoperatieve micro esotropie
zonder identiteit
met identiteit
1-332 micro exotropie
1-3321 prima ire micro exotropie
zonder identiteit
met identiteit
1-3322 postoperatieve micro exotropie
zonder identiteit
met identiteit
1-339 overige vormen van microtropie
1-34
Verticale heterotropie (#H50.2, #H50.4)
1-341 hypertropie (#H50.2, #H50.4)
exclusie: intermitterende hypertropie (1-23) (#H50.2, #H50.4)
1-3411 primaire hypertropie
1-3412 secundaire hypertropie
1-3413 consecutieve hypertropie

. spontane consecutieve hypertropie


postoperatieve consecutieve hypertropie
1-3414 recidiverende hypertropie
1-3415 postoperative resterende hypertropie
1-3419 overige vormen van hypertropie
1-342 hypotropie (#H50.2, #H50.4)
exclusie: intermitterende hypotropie (1-24) (#H50.2, #H50.4)
1-3421 primaire hypotropie
1-3422 secundaire hypotropie
1-3423 consecutieve hypotropie
spontane consecutieve hypotropie postoperatieve consecutieve hypotropie
recidiverende hypotropie
postoperatieve resterende hypotropie
1-3424 1-3425
1-3426 heavy eye fenomeen
1-3429 overige vormen van hypotropie
1-349 overige vormen van verticale heterotropie (#H50.2, #H50.4)
1-39 Overige vormen van heterotropie (#H50.4)
1-9 Overige vormen van strabismus concomitans (#H50.4, #H50.8, #H50.9)
2 Strabismus incomitans en overige aandoeningen van binoculaire
oogbewegingen (#H05.8, H49, H50.6, #H50.8, #H50.9, #H51, #H59.8)
Voor de klassen behorende tot hoofdstuk 2 "Strabismus incomitans en overige aandoeningen van
binoculaire oogbewegingen" gelden de volgende modifiers:
2-xxxx.1 2-xxxx.2 2-xxxx.9
congenitaal verworven niet gespecificeerd.
De code van een (sub)klasse wordt gevolgd door een punt en de betreffende modifier.

2-1 Paralytisch strabismus (H49, H51.0, H51.2)


exclusies: - progressieve supranucleaire ophthalmoplegie (11-32) (G23.1)
2-11 Verlamming van derde hersenzenuw [no oculomotorius=N III] (H49.0)
exclusies: - interne ophthalmoplegie (6-3) (#H52.5)
ophthalmoplegische migraine [ziekte van Mobius] (11-511) (#G43.8)
syndroom van Weber (11-534) (#G46.3)
syndroom van Benedikt (11-531) (#G46.3)
2-111 partiele verlamming derde hersenzenuw
2-1111 verlamming van de extra-oculaire spieren van de derde hersenzenuw
2-1112 verlamming van de ramus superior (derde hersenzenuw)
2-1113 verlamming van de ramus inferior (derde hersenzenuw)
2-1114 double elevator palsy
2-1115 verlamming van een ge.isoleerde spier (derde hersenzenuw)
m. rectus medialis
m. rectus inferior
m. rectus superior
m. obliquus inferior
m. levator palpebrae
2-1116 cyclische partiele verlamming derde hersenzenuw
2-1117 aberrante regeneratie
2-1119 overige vormen van partiele verlamming derde hersenzenuw
2 -112 totale verlamming derde hersenzenuw
2-1121 niet specifieke totale verlamming derde hersenzenuw
2-1122 cyclische totale verlamming derde hersenzenuw
2-1129 overige vormen van totale verlamming derde hersenzenuw
2-12 Verlamming van vierde hersenzenuw [no trochlearis = N IV] (H49.1) 2 -1 21 niet-specifieke
verlamming vierde hersenzenuw
2-122 cyclische verlamming vierde hersenzenuw
2-123 myokemie van m. obliquus superior
2-129 overige vormen van verlamming vierde hersenzenuw
2-13 Verlamming van zesde hersenzenuw [no abducens = N VI] (H49.2)
exclusies: - Mobius-syndroom (10-3) (UQ87.0)
divergentie paralyse (2-153) (UH49.8) 2 -1 31 niet-specifieke verlamming
zesde hersenzenuw
2-132 cyclische verlamming zesde hersenzenuw
2-139 overige vormen van verlamming zesde hersenzenuw
2-14 Externe ophthalmoplegie (H49.3, H49.4, UH49.8))
2-141 totale externe ophthalmoplegie (H49.3)
2-142 progressieve externe ophthalmoplegie (H49.4. UH49.8)
exclusie: oculofaryngeale spierdystrofie (11-82) (UG71.0)
2-1421 CPEO (chronische progressieve externe ophthalmoplegie) (UH49.4)
2-1422 syndroom van Kearns-Sayre-(Daroff) (UH49.8)
2-1429 overige vormen van progressieve externe ophthalmoplegie (UH49.4)
2-149 overige vormen van externe ophthalmoplegie (UH49.8)
2-15 Supranucleaire verlamming (UH49.8, H51.0, UH51.8)
2-151 horizontale verlamming van geconjugeerde blik (UH51.0, UH51.8)
inclusies: - oculomotore apraxie (UH51.8)
syndroom van Balint (UH51.8)
2-152 verticale verlamming van geconjugeerde blik (U49.8, UH51.0, UH51.8)
inclusie: syndroom van Parinaud (UH49.8)
2-153 divergentie paralyse (UH49.8)
2-154 convergentie paralyse (UH49.8)
2-159 overige vormen van verlamming van geconjugeerde blik (UH51.0)
2-16 Internucleaire ophthalmoplegie (H51.2)
2-161 INO
2-162 one and a half syndroom
2-169 overige vormen van internucleaire ophthalmoplegie
2-17 Skew deviation (UH51.8)
2-19 Overige vormen van paralytisch strabismus (UH49.8, H49.9)

2-2 Mechanisch strabismus (H50.6)


exclusies: - cyste van orbita (9-134) (#H05.8)
Ziekte van Graves (hyperthyreoidie met o.a. exophthalmus) (12-111)
(#E05.0)
congenitale fibrose (10-295) (015.8)
2-21 Syndroom van Brown (#H50.6)
2-211 niet-specifieke peesschede syndroom van Brown 2-212 click-syndroom
2-213 trapped obliquus superior tendon
2-219 overige vormen van peeschede syndroom van Brown
2-22 Strabismus tengevolge van postoperatieve adhesies (#H50.6)
2-221 adductie beperking bij strabismus t.g.v. postoperatieve adhesies
2-222 abductie beperking bij strabismus t.g.v. postoperatieve adhesies
2-223 eJevatie beperking bij strabismus t.g.v. postoperatieve adhesies
2-224 depressie beperking bij strabismus t.g.v. postoperatieve adhesies 2-225 gecombineerde
beperkingen bij strabismus t.g.v. postoperatieve adhesies
2-23 Strabismus tengevolge van ruimte innemend orbita proces (#H50.6) 2-231 strabismus tengevolge
van tumor
2-232 strabismus tengevolge van pseudotumor
2-233 2-234 strabismus tengevolge van haematoom
strabismus tengevolge van ontstekingen in de orbita
2-24 Strabismus tengevolge van trauma (#H50.6)
exclusie: strabismus tengevolge van haematoom (2-23) (#H50.6)
2-241 strabismus tengevolge van Blow Out fractuur
astraal
ethmoidaal
astraal en ethmoidaal
overige manifestaties
2-242 strabismus tengevolge van pseudo Blow Out fractuur
2-243 strabismus tengevolge van beschadiging van een oogspier
2-244 strabismus tengevolge van een ruptuur van een oogspier
2-25 Fibrose van oogspieren (#H50.6)
2-26 Oculaire myositis (#H50.6)
2-27 Graves ophthalmopathie (#H50.6)
2-28 Strabismus fixus (#H50.6)
2-29 Overige vormen van mechanisch strabismus (#H50.6)
2-3 Syndroom van Duane (#H50.8)
2-31 Duane type A
2-32 Duane type B
2-33 Duane type C
2-34 Duane type D. synergistische divergentie
2-4 Strabismus na chirurgie aan oog en adnexen (#H59.8)
exclusie: strabismus tengevolge van postoperatieve adhesies (2-22) (#H50.6)
2-41 strabismus na chirurgie aan het ooglid
2-42 strabismus na chirurgie aan de orbita orbitareconstructie orbitadecompressie
2-43 strabismus na keratop~astiek
2-44 strabismus na (intra)-oculaire chirurgie
cataractextractie ablatiochirurgie glaucoomoperatie vitroretinalechirurgie
2-49 strabismus na overige vormen van chirurgie aan oog en adnexen

2-5 Strabismus na overige vormen van chirurgie (#H59.81


2-51 strabismus na kaakchirurgie
2-52 strabismus na neuschirurgie
2-53 strabismus na hersenchirurgie
2-59 strabismus na overige vormen van chirurgie

2-6 Aandoeningen van binoculaire oogbewegingen (#H51.8. #H51.91


2-61 binoculaire oogbewegingen met A patroon
2-611 A patroon met overactie obliquus superior 2-612 A patroon zonder overactie obliquus
superior
2-62 binoculaire oogbewegingen met V patroon
2-621 V patroon met overactie obliquus inferior 2-622 V patroon zonder overactie obliquus inferior
2-63 binoculaire oogbewegingen met X patroon
2-64 binoculaire oogbewegingen met XA patroon
2-65 binoculaire oogbewegingen met XV patroon
2-66 binoculaire oogbewegingen met < > patroon
2-67 overactie obliquus superior zonder A patroon
2-68 overactie obliquus inferior zonder V patroon
2-69 overige aandoeningen van binoculaire oogbewegingen
2-9 Overige vormen van incomitant strabismus en overige aandoeningen van binoculaire oogbewegingen
(#H50.8. #H50.91
exclusie: - ophthalmoplegische migraine [ziekte van Mobius! (11-5111 (#G43.81)

3 Stoornissen in binoculair zien (H53.2. H53.31


3-1 Diplopie (H53.2. #H53.31
exclusie: monoculaire diplopie (4-31 (#H53.81
3-11
Pathologische binoculaire diplopie (#H53.21
3-111 horizontale pathologische binoculaire diplopie 3-11 2 verticale pathologische binoculaire diplopie 3-
11 3 torsionele pathologische binoculaire diplopie 3-114 gemengde pathologische binoculaire diplopie

3-12 Andere vormen van binoculaire diplopie (#H53.2, #H53.3) 3-1 21' paradoxale binoculaire diplopie
3-122 incongruente binoculaire diplopie
3-123 persisterende binoculaire diplopie
3-124 horror fusionis (#H53.3)
3-125 binoculaire triplopie
3-129 fixation switch diplopie
3-19 Overige vormen van diplopie

3-2 Suppressie (#H53.3)


3-21 Suppressie op basis van norma Ie reciproke lokalisatie
3-22 Suppressie op basis van abnormale reciproke lokalisatie
3-23 Totale suppressie
3-24 Foveaal suppressie syndroom [subnormaal binoculair enkelzien]

3-3 Abnormale correspond en tie (#H53.3)


3-31 Harmonische abnormale correspondentie
3-32 Subharmonische abnormale correspondentie
3-33 Wisselende (abnormale) correspondentie

3-4 Afwijkende fusie (#H53.3)


3-41 Motorische fusie stoornis
3-42 Sensorische fusie stoornis
3-43 Superimpositie zonder fusiebreedte

3-5 Afwijkende fixatie disparatie curve (FD-curve) (#H53.3)


3-51 obligatoire exo disparatie
3-52 obligatoire eso disparatie
3-53 facultatieve exo disparatie
3-54 facultatieve eso disparatie
3-9 Overige stoornissen in binoculair zien (#H53.3)

4 Visuele stoornissen (E50.5, #H53, H54)


exclusie: stoornissen in binoculair zien (3) (H53.2, H53.3)
4-1 Amblyopia ex anopsia (H53.0)
4-11 Amblyopie tengevolge van anisometropie (vormdeprivatie)
4-44 Defecten in het corpus geniculatum laterale
incongruente homonieme hemianopsie
relatieve congruente homonieme horizontale sectoranopsie (sleutelgat uitval)
4-45 Defecten in tractus opticus
linkszijdige congruente hemianopsie I kwadrantanopsie linkszijdige incongruente
hemianopsie I kwadrantanopsie rechtszijdige congruente hemianopsie I kwadrantanopsie
rechtszijdige incongruente hemianopsie I kwadrantanopsie
4-46 Ringscotoom I concentrische gezichtsveldbeperking
4-47 Psychogene gezichtsvelddefecten
spiraal gezichtsveld
4-49 Overige gezichtsvelddefecten
4-5 Stoornissen in kleurenzien (H53.5)
exclusie: dagblindheid (4-7) (#H53.1)
4-51 AChromatopsie (totale kleurenblindheid) achromatopsie met behoud van kegelfunctie achromatopsie
zonder kegelfunctie
4-52 Monochromatopsie
4-521 rode kegel monochromatopsie 4-522 groene kegel monochromatopsie 4-523 blauwe kegel
monochromatopsie
4-53 Dichromatopsie 4-531 protanopie 4-532 deuteranopie 4-533 tritanopie
4-54 Anomale trichromatopsie 4-541 protanomalie 4-542 deuteranomalie 4-543 tritanomalie
4-55 Verworven stoornis in kleurenzien
4-551 Verriest type I (rood-groen defect zonder scotopisatie) 4-552 Verriest type II (rood-groen
defect met scotopisatie) 4-551 Verriest type III (blauw-geel defect)
4-59 Overige stoornissen in kleurenzien
4-6 Nachtblindheid (H53.6, E50.5) .
inclusie: nachtblindheid tengevolge van vitamine A-deficientie (E50.5)

4-7 Dagblindheid (#H53.1)

4-8 Blindheid en slechtziendheid (H54)


exclusie: amaurosis fugax (11-521) (G45.3)
4-9
Overige visuele stoornissen (H53.8, H53.9)

5 Stoornissen in refractie (#H52)


5-1 Hypermetropie (H52.0)
5-11 Hypermetropie < 2 dioptrie
5-12 Hypermetropie 2 tot en met 6 dioptrie
5-13 Hypermetropie > 6 dioptrie

5-2 Myopie (H52.1)


exclusie: degeneratieve myopie (9-622) (H44.2)
5-21 Myopie < 2 dioptrie
5-22 Myopie 2 tot en met 6 dioptrie
5-23 Myopie > 6 dioptrie

5-3 Astigmatisme (H52.2)


5-31 Astigmatisme volgens de regel
5-32 Astigmatisme tegen de regel
5-33 Astigmatisme met schuine as

5-4 Anisometropie (#H52.3)

5-5 Aniseikonie (#H52.3)

5-9 Overige refractiestoornissen (H52.6, H52.7)

6 Stoornissen in convergentie en accommodatie (#H51, #H52)


6.1 Convergentiestoornissen (H51. 1, #H52.5)
exclusies: - divergentie paralyse (2-153) (#H49.8)
convergentie paralyse (2-154) (#H49.8)
6- 11 Convergentie insufficientie (#H51.1 )
6- 12 Relatieve convergentie insufficientie (#H51. 1 )
6-13 Convergentie en accommodatie spas me (#H51.1, #H52.5)
,
6-2 Accommodatiestoornissen (#H52.5)
exclusie: Holms-Adie pupil (8-22) (#H57.0)
6-21 Accommodatie insufficientie I accommodatiemoeheid
6-22 Accommodatie traagheid

6-3
Interne ophthalmoplegie en accommodatie paralyse (#H52.5)

6-4
Presbyopie (H52.4)

6-9 Overige afwijkingen van convergentie en accommodatie (#H51.8, #H51 .9, #H52.5)

7 Nystagmus en andere onregelmatige oogbewegingen (H551


7 -1 Fysiologische nystagmus
7-11 Eindstandnystagmus
7-12 Vestibulaire nystagmus
7 -1 3 Optokinetische nystagmus
7-19 Overige vormen van fysiologische nystagmus

7-2 Pathologische nystagmus


7 -21 Horizontale pathologische nystagmus
7-22 Verticale pathologische nystagmus
7-23 Rotatoire pathologische nystagmus
7-24 Gemengde pathologische nystagmus (horizontaall verticaall rotatoirl
Voor de klasse .Pathologische nystagmus" gelden de volgende modifiers:
manifest
latent
manifest I latent gedisjugeerd
niet gespecificeerd
7-2x.x1 ruknystagmus
7 -2x.x2 pendelnystagmus 7 -2x.x9 niet gespecificeerd
De code van een (sublklasse wordt gevolgd door een punt en de betreffende modifier(sl.

7-3 Andere vormen van nystagmus


7-31 Spasmus nutans
7-32 See-saw nystagmus'
7-33 Periodisch alternerende nystagmus
7 -34 Blinden nystagmus
low vision nystagmus
7-35 Deprivatie nystagmus
7-36 Gestoorde fysiologische nystagmus
7 -361 gestoorde vestibulaire nystagmus 7-362 gestoorde optokinetische nystagmus
7-4
Monoculaire nystagmus

7-9
Overige vormen van nystagmus en andere onregelmatige oogbewegingen

8 Overige orthoptische diagnoses (#H57, #H58, #H59, Q68.0)


8-1 Geen afwijkingen op orthoptisch gebied
8-11 Rechte oogstand
8-1 2 Pseudostrabismus
8-13 Goed binoculair zien
8-14 Geen refractie afwijking
8-1 5 Normale convergentie en accommodatie
8-1 6 Normale visus
8-17 Normale motiliteit
8-18 Niet oculaire torticollis I congenitale torticollis (Q68.0)

8-2 Afwijkingen van pupilfunctie (H57.0)


exclusie: iriscoloboom (10-291) (Q13.0)
8-21 Marcus Gunn pupil
8-22 Holms-Adie pupil
8-23 Horner pupil
8-24 RAPD (relatief afferent pupil defect)
8-29 Overige afwijkingen van pupilfunctie

8-3 Torticollis ocularis (#M43.6)


exclusie: niet-oculaire torticollis I congenitale (8-18) (Q68.0)
8-31 Horizontale torticollis ocularis
8-32 Verticale torticollis ocularis
8-33 Torsionele torticollis ocularis
8-34 Gecombineerde torticollis ocularis
8-35 Wisselende torticollis ocularis
8-39 Overige vormen van torticollis ocularis

8-4
Asthenope klachten (#H57) exclusies:
migraine (11-51) (G43) hoofdpijn (13-3) (R51)
8-41 Oogpijn (H57.1)
8-42 Vermoeide ogen (#H57.8)
DEEL B.
Nevendiagnoses voor orthoptisten

9 Aandoeningen van oog en adnexen als nevendiagnose voor orthoptisten (HOO-


H48, #HS7, #HS8, #HS9)
exclusies: - strabismus, aandoeningen van oogspieren, stoornissen in binoculaire
oogbewegingen, accomodatie en refractie (1 ,2,S,6) (H49-HS2)
visuele stoornissen en blindheid (3,4) (HS3-H54)
nystagmus en andere onregelmatige oogbewegingen (7) (HSS)
overige orthoptische diagnoses (8) (#H57-#HS9)
congenitale afwijkingen en misvormingen (10) (QOO-Q99)

9-1 Aandoeningen van ooglid, traanapparaat en orbit a (HOO-H01, #H02, H03-H04, #H05, H06)
9-11 Aandoeningen van ooglid (HOO-H01, #H02, H03)
exclusies: - congenitale afwijkingen van ooglid (10-211..10-213) (Q1 0.0-Q1 0.3)
in ooglid achtergebleven corpus alienum (14-31) (#H02.8)
9-111 entropion en trichiasis van ooglid (H02.0)
9-112 ectropion van ooglid (H02.1)
9-113 lagophthalmus (H02.2)
9-114 ptosis van ooglid (H02.4)
9-11S ooglidretractie (#H02.S)
9-119 overige aandoeningen van ooglid (HOO-H01, H02.3, #H02.5, H02.6, H02.7, #H02.8,
H02.9, H03)
9-12 Aandoeningen van traanapparaat (H04, H06.0)
exclusie: congenitale afwijkingen van traanapparaat (10-214) (Q 1 O.4-Q 10.6)
9-13 Aandoeningen van orbita (#HOS, #H06)
exclusies: - congenitale aandoening van orbita (1 0-21S) (Q 10.7)
achtergebleven (oud) corpus alienum na penetrerende verwonding van
orbita (14-32) (HOS.S)
nieuwvormingen (1S-1) (COO-D48)
9-131 acute ontsteking van orbita (HOS.O)
abces op orbitale apex
9-132 bepaalde vormen van exophthalmus (HOS.2)
verplaatsing van oogbol (Iateraal) NNO
bloeding )
oedeem ) van orbita
exclusie: dysthyroide exophthalmus (9-13S) (H06.2)
9-133 enophthalmus (HO,p.4)
9-134 cyste van orbita (#HOS.8)
9-13S' dysthyroide exophthalmus (EOS.-!i1 )(H06.2)
9-136 Tolosa Hunt-syndroom (#HOS.8)
9-139 overige aandoeningen van orbita (HOS.1, HOS.3, #HOS.8, HOS.9, H06.1, H06.3)
9-19 Overige aandoeningen van ooglid, traanapparaat en orbita

9-2 Aandoeningen van conjunctiva (H 1 O-H 13)


9-21 Conjunctivitis (H 10)
Parinaud's conjunctivitis oculoglandulair syndroom
9-29 Overige aandoeningen van conjunctiva (H11, H13)

9-3
Aandoeningen van sclera, cornea, iris en corpus ciliare (H1S-H22)

9-31 Aandoeningen van sclera (H15, H19.0, #H19.81


9-32 Aandoeningen van cornea (H 16-H 18, #H 191
9-321 littekens en troebelingen van cornea (H 171
9-322 keratoconus (H18.61
9-329 overige aandoeningen van cornea (H16, H18.0-H18.5, H18.7-H18.9, H19.1, H19.3,
#H19.811
9-33 Aandoeningen van iris en corpus ciliare (H20-H221
9-331 degeneratie van iris en corpus ciliare (H21.21
9-2311 miotische pupilcyste (#H21.21
9-339 overige aandoeningen van iris en corpus ciliare (H20, H21.0-H21.1, H21.3-H21.9,
H221
9-39 Overige aandoeningen van sclera, cornea, iris en corpus ciliare

9-4 Aandoeningen van lens (H25-H281


9-41 Cataract (H25, H261
exclusie: congenitaal cataract (10-2311 (012.01
9-411 infantiel, juveniel en preseniel cataract (H26.01
9-412 traumatisch cataract (H26.11
9-413 nastaar (H26.41
secundair cataract
Ring van Sommerring
9-419 overige vormen van cataract (H25, H26.2, H26.3, H26.8, H26.91
9-42 Afakie (H27.01
9-43 Lensluxatie (H27.11
9-49 Overige aandoeningen van lens (H27.8, H27.9, H281
exclusies: - congenitale lensmisvormingen (10-231 (0121
mechanische complicaties van intra-oculaire lens (14-5) (T85.2)
pseudofakie (15-61) (Z96.1)

9-5 Aandoeningen van choroidea en retina (H30-H361


9-51 Retinopathie bij hypertensie (#H35.0)
9-52 Aneurysma in retina (#H35.01
9-53 . Retinopathie bij praematuritas (H35.1)
retrolentale fibroplasie
9-54 Diabetische retinopathie (H36.0)
9-55 Retinaplooien (macular pucker] (#H35.3)
9-59 Overige aandoeningen van choroidea en retina (H30-H34, #H35.0, H35.2-H35.9, H36.81

9-6 Aandoeningen van corpus vitreum en oogbol (H43, #H44, H45)


9-61 Aandoeningen van corpus vitreum (H43, H45.0, #H45.81
l
9-62 Aandoeningen van oogbol (H44.0-H44.5, H44.8-H44.9, H45.1, #H45.8)
exclusie: achtergebleven (oud) intra-oculair corpus alienum (14-33) (H44.6-H44.7)
inclusie: aandoeningen waarbij multipele structuren van oog betrokken zijn
9-621 sympathische uveitis (#H44.1) 9-622 degeneratieve myopie (H44.2)
,I
9-69 Overige aandoeningen van corpus vitreum en oogbol

9-7 Aandoeningen van nervus opticus en optische banen (H46-H48)


9-71 Neuritis optica (H46)
opticusneuropathie
papillitis optica
retrobulbaire neuritis NNO
exclusies: - ischemische opticusneuropathie (9-74) (H47 .0)
neuromyelitis optica (Devic] (11-49) (G36.0)
9-72 Compressie van nervus opticus (#H47 .0)
9-73 Bloeding in schede van nervus opticus (#H47 .0)
9-74 Ischemische opticusneuropathie (#H47 .0)
9-76 Retrobulbaire neuritis bij multipele sclerose (#H48.", G35~)
9-79 Overige aandoeningen van nervus opticus en optische banen (#H47.0, H47.1-H47.7, H48.0,
#H48.1, H48.8)

9-8 Aandoeningen van oog en adnexen na medische verrichting, niet elders geclassificeerd (#H59)
exclusies: strabismus na chirurgie (2-4, 2-5) (#H59.8)
mechanische complicatie van:
intra-oculaire lens (14-5) (T85.2)
overige oculaire prothesen, implantaten en transplantaten (14-5)
(T85.3) pseudofakie (15-61) (Z96.1)

9-9 Overige aandoeningen van oog en adnexen als nevendiagnose voor orthoptist en (H40-H42,
#H57,#H58)

10 Congenitale afwijkingen en misvormingen en chromosoomafwijkingen


(000-099)
10-1 Congenitale misvormingen van zenuwstelsel (000-007)
10-11 Microcephalie (002) .
hydromicrocephalie
micrencephalie
exclusie: syndroom van Meckel-Gruber (11-79) (061.9)
10-12 Congenitale hydrocephalus (003)
inclusie: hydrocephalus bij pasgeborene
exclusies: - syndroom van Arnold Chiari (10-19) (007.0)
hydrocephalus:
verworven (11-9) (G91.-)
door congenitale toxoplasmose (15-49) (P37.1) met spina bifida
(10-13) (005.0-005.4)
10-13 Spina bifida (005) exclusies:
syndroom van Arnold Chiari (10-19) (007.0) spina bifida occulta (10-9) (076.0)
10-14 Jaw-winking syndrome (#007.8)
. syndroom van Marcus Gunn (#007.8)
10-19 Overige congenitale misvormingen van zenuwstelsel (000-001, 004, 006, 007.0, #007.8,007.9)

10-2 Congenitale misvormingen van oog (0 1 0-0 15)


10-21 Congenitale misvormingen van ooglid, traanapparaat en orbita (0 10)
exclusies: cryptophthalmie:
NNO (10-22) (0 11.2)
syndroom (10-3) (087.0)
10-211 congenitale ptosis (0 10.0)
10-212 congenitaal ectropion (0 10.1 )
10-213 congenitaal entropion (010.2)
10-214 congenitale misvormingen van traanapparaat (0 10.4-0 10.6)
10-215 congenitale misvorming van orbita (0 10.7)
10-219 overige congenitale misvormingen van ooglid (010.3), traanapparaat en orbita
10-22 Anophthalmus, microphthalmus en macrophthalmus (0 11 )
10-23 Congenitale lensmisvormingen (0 12)
10-231 congenitaal cataract (0 12.0)
10-232 coloboom van lens (012.2)
10-233 congenitale aphakie (012.3)
10-239 overige congenitale lensmisvormingen (012.1, 012.4, 012.8, 012.9)
10-29 Overige congenitale misvormingen van het oog (013-015)
exclusies:
congenitale nystagmus (#7) (H55)
oculair albinisme (12-9) (E70.3)
retinitis pigmentosa (9-59) (H35.5)
10-291 coloboom van iris (0 13.0)
coloboom NNO
10-292 coloboom van discus (#014.2)
10-293 coloboom van fundus (#014.8)
10-294 congenitaal glaucoom (015.0)
buphthalmus
glaucoom bij pasgeborene
10-295 congenitale fibrose (#0 15.8)
10-296 persisterende arteria hyaloidia ( )
10-299 overige congenitale misvormingen van het oog (013.1-013.9, 014.0-014.1, #014.2,
014.3-014.7, #014.8, 014.9, #015.8, 015.9)

10-3 Mobius-syndroom (#087.0)

10-4 Syndroom van Martan (087.4)

10-5 Chromosoomafwijkingen, niet elders geclassificeerd (090-099)


10-51 Syndroom van Down (090)
10-59 Overige chromosoomafwijkingen, niet elders geclassificeerd (091-099)

10-9 Overige congenitale afwijkingen en misvormingen (016-086, #087, 088-089)


inclusie:congenitale torticollis (068.0)

11 Neurologische aandoeningen (GOO-G99, H93.3)


11-1 Ontstekingsprocessen van centraal zenuwstelsel (GOO-G09)
11-11 Meningitis (GOO-G03)
11-12 Encephalitis (G04-G05)
11-19 Overige ontstekingsprocessen van centraal zenuwstelsel (G06-G09)

11-2 Systeematrofieen dia primair hat centraal zanuwstelsel aantasten (G 1 O-G 1 3)


11-21 Ziekte van Huntington (G 1 0)
Chorea van Huntington
11-29 Overige systeematrofieen die primair het centraal zenuwstelsel aantastEm (G 11-G 13)

11-3 Extrapyramidala aandoeningen an aandoeningen met abnormale bewegingen (G20-G26)


11-31 Ziekte van Parkinson (G20)
11-32 Progressieve supranucleaire ophthalmoplegie [Steele-Richardson-Olszewski) (G23.1)
11-39 Overige extrapyramidale aandoeningen en aandoeningen met abnormale bewegingen (G21-G22,
#G23, G24-G26)

11-4 Demyeliniserenda ziekten van centraal zenuwstelsel (G35-G37)


11-41 Multiple sclerose (G35)
11-49 Overige demyeliniserende ziekten van centraal zenuwstelsel (G36-G37)

11-5 Aandoeningen met episodisch en paroxysmaal verloop (G40-G47)


11-51 Migraine (G43)
exclusie: Hoofdpijn NNO (13-3) (R51)
11-511 ophthalmoplegische migraine (#G43.8)
ziekte van Mc5bius
11-512 oculaire migraine (met flikkerscotomen) (#G43.8)
migraine ophthalmique
11-519 overige vormen van migraine (G43.0-G43.3, #G43.8, G43.9)
11-52 'Transient (cerebral) ischaemic attacks' [TIA] en verwante syndromen (G45)
11-521 amaurosis fugax (G45.3)
11-53 Vasculair syndroom van hersenstam (G46.3', 160-167~)
11-531 syndroom van Benedikt (#G46.3', 160-16n)
11-532 syndroom van Foville (#G46.3', 160-167 ~)
11-533 syndroom van Millard-Gubler (#G46.3', 160-167~)
11-534 syndroom van Weber (#G46.3', 160-167~)
11-539 overige vasculaire syndromen van hersenstam (#G46.3', 160-167~)
11-59 Overige aandoeningen met episodisch en paroxysmaal verloop (G40-G42, G44, #G46, G47)

11-6 Aandoeningen van hersenzenuwen (G50-G53, H93.3)


exclusie: letsel van hersenzenuwen (13-12) (S04)
11-61 Aandoeningen van nervus trigeminus IN V] (G50)
11-62 Aandoeningen van nervus facial is IN VII] (G51)
11-63 Aandoeningen van overige hersenzenuwen (G52, H93.3)
inclusie: aandoeningen van nervus vestibulo cochlearis IN VIII] (H93.3)
exclusies: - aandoeningen van nervus opticus IN II] (9-7) (H46-H48)
paralytisch strabismus door zenuwverlamming (2-1) (H49, H51.0, H51.2)
11-69 Overige aandoeningen van hersenzenuwen (G53)

11-7 Polyneuropathieen en overige aandoeningen van perifeer zenuwstelsel (G60-G64)


11-71 Syndroom van Guillain Barr~ (G61.0)
11-79 Overige polyneuropathie~n en overige aandoeningen van perifeer zenuwstelsel (G60, #G61,
G62-G64)

11-8 Ziekten van neuromusculaire overgang en spieren (G70-G73)


11-81 Myasthenia Gravis en andere neuromusculaire aandoeningen (G70)
11-82 Spierdystrofie (G71.0) oculair oculofaryngeaal
11-83 Overige myopathie~n (G72)
11-89 Overige aandoeningen van neuromusculaire overgang en spieren (#G71, G73)
11.9 Overige neurologische aandoeningen (G30-G32, G54-G59, G80-G83, G90-G99)

12 Endocriene ziekten en voedings-en stofwisselingsstoornissen (EOO-E90)


12-1 Aandoeningen van de schildklier (EOO-E07)
12-11 Thyrotoxicose Ihyperthyroidie] (E05)
exclusies: - chronische thyroiditis met voorbijgaande thyrotoxicose (12-19)
(E06.2)
neonatale thyrotoxicose (15-49) (P72.1)
12-111 ziekte van Graves (#E05.0)
exclusie: Graves ophthalmopathie (2-27) (#H50.6)
12-119 overige vormen van thyrotoxicose (#E05.0, E05.1-E05.9)
12-12 Hypothyro'idie (17)
12-19 Overige aandoeningen van de schildklier (EOO-E04, E06-E07)

12-2 Diabetes mellitus (E10-E14)


12-21 Diabetes mellitus met oogcomplicaties (E10.3, E11.3, E12.3, E13,3, E14.3)
12-22 Diabetes mellitus met neurologische complicaties (E10.4, E11.4, E12.4, E13.4, E14.4)
12-29 Overige vOlmen van diabetes mellitus (#E10-E141

12-3 Syndroom van Wernicke (E51.2~, G32.9')

12-9 Overige endocriene ziekten en voedings- en stofwisselingsstoornissen (E15-E50, #E51, E52-E90)

13 Symptomen (ROO-R69)
13-1 Visuele hallucinaties (R44.1)

13-2 Dyslexie en overige dysfuncties van symboolhantering (R48)


exclusie: specifieke ontwikkelingsstoornissen van schoolvaardigheden (15-92) (F81)
13-3 Hoofdpijn (R51)
aangezichtspijn NNO
exclusies: - atypische aangezichtspijn (11-61) (G50.1)
migraine en overige hoofdpijnsyndromen (11-51, #11-59) (G43-G44)
trigeminusneuralgie (11-61) (G50.0)
13-9 Overige symptom en (ROO-R43, R44.0, R44.2-R44.8, R45-R47, R49-R50, R52-R691

14 Letsels, vergiftiging en bepaalde andere gevolgen van uitwendige oorzaken


(#H02.8, H05.5, H44.6-44. 7, 500-T98)
14-1 Letsels van hoofd (500-504, #505,506-509)
14-11 Fractuur van schedel en aangezichtsbeenderen (502)
inclusies: orbitadak (#502.1)
fissura orbitalis superior (#502.1) orbitabodem (502.3)
orbita NNO (#502.8)
14-12 Letsel van hersenzenuwen (504)
inclusie:posttraumatisch visusverlies
14-13 Letsel van oog en orbita (#505)
exclusies: - letsel van:
- n.opticus [N II) (14-12) (504.0)
- n.oculomotorius [N III) (14-12) (504.1)
- n.trochlearis [N IV) (14-12) (504.2)
- n. cochlearis [N VI) (504.4)
open wond ooglid en perioculair gebied (14-191 (501.1)
orbitafractuur (14-11) (502.1, 502.3, 502.81
oppervlakkig letsel ooglid (14-19) (500.1-500.21
penetrerende verwonding van orbita met corpus alienum (14-34) (#505.4
penetrerende verwonding van oogbol met corpus alienum (14-35) (505.51
14-14 Intracraniaalletsel (506)
epidurale bloeding [traumatisch) (506.4) subdurale bloeding [traumatisch) (506.5)
14-19 Overige.letsels van hoofd (SOO-S01, S03, S07-S09) 14-2 letsels aan hals (S 1 O-S 19)

14-21 Distorsie van cervicale wervelkolom (S 13.4)


'Whiplash' -Ietsel
14-29 Overige letsels aan hals (S10-512, 513.0-513.3, 513.5-513.6, 514-519)

14-3 Corpus alienum in of op oogstructuren (#H02.8, H05.5, H44.6-44.7, 505.4-S05.5, T15)


14-31 In ooglid achtergebleven corpus alienum (#H02.8)
14-32 Achtergebleven (oud) corpus alienum na penetrerende verwonding van orbita (H05.5)
14-33 Achtergebleven (oud) intra-oculair corpus alienum (H44.6-H44.7)
14-34 Penetrerende verwonding van orbita met corpus alienum (#505.4)
14-35 Penetrerende verwonding van oogbol met corpus alienum (505.5)
14-36 Corpus alienum op uitwendig oog (T15)
corpus alienum in cornea (T15.0)
corpus alienum in conjunctivaalzak (T15.1)
14-39 Corpus alienum in of op overige oogstructuren (#T15.8-T15.9)

14-4 Vergiftiging door (oogheelkundige) geneesmiddelen en preparaten (T 49.5) atropine,phospholine


iodide, botuline toxine

14-5 Mechanische complicaties van geimplanteerde ooglens en overige oculaire prothesen, implantaten
en transplantaten (T85.2-T85.3)

14-9 Overige letsels, vergiftiging en bepaalde andere gevolgen van uitwendige oorzaken (520-T48, #T49,
T50-T84, #T85, T86-T98)
15 Overige ziekten en aandoeningen als nevendiagnose voor orthoptisten
15-1 Nieuwvormingen (COO-D48)
15-11 Maligne neoplasma van oog en adnexen (C69)
exclusies:maligne neoplasma van:
bindweefsel van ooglid (15-14) (C49.0) ooglid (huid) (15-14) (C43.1,
C44.1 )
nervus opticus (15-13) (Cn.3)
1 5-12 Maligne neoplasma van hersenen (C71)
exclusies: maligne neoplasma van:
hersenzenuwen (15-13) (Cn.2-Cn.5)
retrobulbair weefsel (15-11) (C69.6)
15-13 Maligne neoplasma van ruggemerg, hersenzenuwen en overige delen van centraal zenuwstelsel
(C70, Cn)
15-14 Overige maUgne neoplasmata (COO-C68, C73-009)
15-15 Benigne neoplasma van oog en adnexen (031)
exclusies:benigne neoplasma van:
bindweefsel van ooglid (15-18) (021.0) huid van ooglid (15-18) (022.1,
023.1)
nervus optic us (15-16) (033.3)
15-16 Benigne neoplasm a van hersenen en overige delen van centraal zenuwstelsel (032, 033)
15-17 Hemangioom (018.0)
15-18 Overige benigne neoplasmata (010-017, 018.1, 019-030, 034-036)
15-19 Neoplasmata met onzeker of onbekend gedrag (037-048)

15-2 Infectieziekten en parasitaire aandoeningen (AOO-B99)


15-21 Herpes Zoster ophthalmicus (B02.3i, H58.8')
15-22 Toxoplasmose (B58)
15-29 Overige infectieziekten en parasitaire aandoeningen (AOO-B01, #B02, B03-B57, B59-B99)

15-3 Zwangerschap, bevalling en kraambed (000-099)


15-31 Bevalling met behulp van forceps of vacuOmextractor (081, #084)
15-39 Overige aandoeningen en complicaties verband houdend met zwangerschap, bevalling, en
kraambed (000-080, 082-083, #084, 085-099)

15-4 Aandoeningen die hun oorsprong hebben in de perinatale periode (POO-P96)


15-41 Trage foetale groei en ondervoeding (P05) licht voor zwangerschapsduur (P05.0) klein voor
zwangerschapsduur (P05.1)
15-42 Stoornissen gerelateerd aan korte zwangerschap en laag geboortegewicht (P07)
15-43 Stoornissen gerelateerd aan lange zwangerschapsduur en hoog geboortegewicht (P08)
15-44 Geboortetraumata (P10-P15)
15-441 intracraniale laceratie en bloeding door geboortetrauma (P10)
exclusies: intracraniale bloeding van foetus of pasgeborene:
NNO (15-45) (P52.9)
,door anoxie of hypoxie (15-45) (P52)
15-442 andere letsels van centraal zenuwstelsel door geboortetrauma (P11)
15-443 letsel van oog door geboortetrauma (15.3)
subconjunctivale bloeding )
traumatisch glaucoom ) door geboortetrauma
15-449 overige letsels door geboortetrauma (P12-P14, P15.0-P15.2, P15.4-P15.9)
15-45 Intracraniale niet-traumatische bloeding van foetus en pasgeborene (P52)
inclusie: intracraniale bloeding door anoxie of hypoxie
exclusies: intracraniale bloeding door letsel:
door geboorte (15-441) (P10)
van moeder (15-49) (POO.5)
overig (14-14) (S06)
15-49 Overige aandoeningen die hun oorsprong hebben in de perinatale periode (POO-P04, P20-P51,
P53-P96)
15-5 Ziekten van hart- en vaatstelsel (100-199)
15-51 Hypertensieve ziekten (110-115)
hypertensie
15-52 Arterieel aneurysma (167.1, 171-172)
inclusies: - cerebraal arterieel aneurysma zonder ruptuur (167.1)
aneurysma van aorta (171)
exclusie: - aneurysma in retina (9-52) (#H35.0)
15-53 Cerebrovasculaire ziekten (160-166, #167, 168-169)
exclusies: - transient cerebral ischaemic attacks [TIA] en verwante syndromen
(11-52) (G45)
intracraniale niet-traumatische bloeding van foetus en pasgeborene (15-
45) (P52)
traumatische intracraniale bloeding (14-14) (S06)
15-531 epidurale bloeding, niet traumatisch (162.1)
15-532 subdurale bloeding, niet traumatisch (162.0)
15-533 beroerte, niet gespecificeerd als bloeding of infarct (164)
cerebrovasculair accident NNO [CVA]
15-534 trombose van (pre)cerebrale arteri~n, niet resulterend in cerebraal infarct (165-166) 15-
539 overige en late gevolgen van cerebrovasculaire ziekten (160-161, #162, 163, #167, 168
169)
15-59 Overige ziekten van hart- en vaatstelsel (100-109, 120-152, 170, 173-199)

15-6 Factoren die de gezondheidstoestand beinvloeden (ZOO-Z99)


15-61 Aanwezigheid van intra-oculaire lens (Z96.1 )
pseudofakie
15-69 Overige factoren die de gezondheidstoestand beinvloeden (ZOO-Z95, Z97-Z99)

15-9 Overige ziekten en aandoeningen als nevendiagnose voor orthoptisten


15-91 Ziekten van bloed en bloedvormende organen en bepaalde aandoeningen van immuunsysteem
(D50-D89)
15-92 Psychische stoornissen en gedragsstoornissen (FOO-F99)
15-93 Ziekten van oor en processus mastoideus (H60-H92, #H93, H94-H95)
exclusie:aandoeningen van nervus acusticus [N VIII] (11-63) (H93.3)
15-931 syndroom van Gradenigo (H66.0)
15-939 overige ziekten van oor en processus mastoideus (H60-H65, #H66, H67-H92, #H93,
H94-H95)
15-94 Ziekten van ademhalingsstelsel (JOO-J99)
15-95 Ziekten van spijsverteringsstelsel (KOO-K93)
15-96 Ziekten van huid en subcutis (lOO-l99)
15-97 Ziekten van botspierstelsel en bindweefsel (MOO-M99)
15-971 Giant Cell arteriitis (M31.6)
arteriitis temporal is
15-979 overige ziekten van botspierstelsel en bindweefsel (MOO-M30, #M31, M32-M99)

You might also like