You are on page 1of 4

AISOPOS

Griekse fabels

werkvertaling
1.

a. De vader en zijn dochters

1 Iemand, die twee dochters had, gaf de één ten huwelijk / huwelijkte uit aan
een tuinman, de ander aan een pottenbakker.
Nadat er een tijdje verstreken was, kwam hij bij de vrouw van de tuinman en
vroeg die, hoe zij er aan toe was en hoe de zaken voor hen waren. Nadat zij had
gezegd dat alles voor hen aanwezig was / dat zij alles hadden, maar dat zij tot de
goden baden om dat ene ding, dat er storm kwam en regen, opdat de groenten
bevochtigd werden, 5 kwam hij kort daarna ook bij de vrouw van de
pottenbakker en informeerde eveneens hoe zij er aan toe was. Nadat zij had
gezegd de andere dingen niet nodig te hebben, maar dat zij baden om dat alleen,
dat er én een heldere hemel bleef én een schitterende zon, opdat het aardewerk
droogde / werd gedroogd, zei hij tegen haar: ‘Als jij mooi weer zoekt maar jouw
zus storm, voor wie van jullie beiden moet ik dan bidden?’
Zo 10 mislukken degenen die op hetzelfde ogenblik ongelijke dingen
ondernemen, vanzelfsprekend in elk van beide dingen.

2.

a. De sterrenkundige

1 Een sterrenkundige, die ’s avonds steeds naar buiten ging, had de gewoonte de
sterren te bekijken. En eens, toen hij in de omgeving van de stad rondliep en
toen hij zijn aandacht geheel bij de hemel had, viel hij ongemerkt in een put.
Terwijl hij jammerde en schreeuwde, zei iemand, die voorbij kwam, toen hij het
geklaag hoorde en die naar hem toe ging en de dingen die aan de hand waren
vernam, tegen hem: ‘Hé, jij daar, jij die de dingen die in de hemel zijn 5
probeert te zien, ziet de dingen die op de aarde zijn niet.’
Iemand zou deze fabel kunnen gebruiken tegen diegenen van de mensen, die,
terwijl ze ongelooflijk opscheppen, zelfs de gewone dingen voor de mensen niet
tot stand kunnen brengen.
3.

a. De dokter en zijn patiënt

1 Een dokter verzorgde een zieke. Nadat de zieke gestorven was, zei hij tegen
hen, die hem begroeven: ‘Die man zou niet overleden zijn, als hij van de wijn
was afgebleven en klisteerspuiten had gebruikt.’ Van de aanwezigen zei
iemand, antwoordend: ‘O beste (man), het was volstrekt niet nodig dat jij die
dingen nu zei, aangezien het geen nut heeft / er geen nut is, maar het was nodig
dat jij hem toen aanspoorde, toen hij die dingen / raadgevingen kon gebruiken.’
5 De fabel maakt duidelijk dat het nodig is dat vrienden op het juiste tijdstip van
nood hulp bieden en niet als ze zien dat de situatie hopeloos is, kritiek hebben.

c. De raaf en de vos

1 Een raaf zat op een of andere boom, nadat hij vlees had geroofd. Een vos, die
hem bekeek en het vlees te pakken wilde krijgen, nadat zij erbij was gaan staan /
ging* erbij staan en prees hem als was hij gewichtig en mooi, terwijl zij zei dat
het hem het meest paste om koning te zijn van de vogels en dat dat zeker zou
zijn gebeurd, als hij een stem had. Omdat hij haar wilde bewijzen dat hij ook
een stem had, 5 nadat hij het vlees had weggegooid / had laten vallen / liet* hij
het vlees vallen en krijste hij luid. Nadat zij ernaar toe was gerend en het vlees
had gegrepen / Zij rende* ernaar toe, greep* het vlees en zij zei: ‘O raaf, zelfs
als jij verstand zou hebben, dan zou je alles gehad hebben om koning van allen
te worden.’
De fabel is van toepassing op een onverstandige man.
d. De leeuw en de vos

1 Toen een leeuw oud was geworden en niet met kracht voor zichzelf voedsel
kon verschaffen, begreep hij dat het nodig was om dat met list te doen. En nadat
hij bij een of andere grot was gekomen en daar was gaan liggen, deed hij alsof
hij ziek was: en zo at hij de dieren die bij hem op bezoek waren op, terwijl hij
hen greep / hij greep*…en at op. Nadat vele dieren verslonden waren, kwam er
een vos bij hem, 5 die zijn list had begrepen en nadat zij op een veilige afstand
van de grot was gaan staan, informeerde zij bij hem, hoe het met hem was.
Nadat hij had gezegd: ‘Slecht’ en naar de oorzaak had gevraagd, waarom zij
niet binnen kwam, zei zij: ‘Maar ik zou naar binnen zijn gegaan, als ik niet
sporen had gezien van velen die binnen kwamen, maar van niemand die naar
buiten ging.’
Zo vluchten de verstandigen van de mensen weg van de gevaren, wanneer zij
die 15 van tevoren op basis van tekens zien.

e. De vos zonder staart

1 Een vos die door een of andere klem van haar staart was beroofd begreep,
omdat zij door schaamte meende een onleefbaar leven te hebben, dat het nodig
was om ook de andere vossen in dezelfde toestand te brengen, opdat zij door het
gemeenschappelijk ongeluk de eigen tekortkoming gezamenlijk verborg. En
nadat zij dan allen had verzameld, spoorde zij hen aan om de staarten af te
hakken, terwijl zij zei dat dat niet alleen als een lelijk iets, maar ook als een
overbodige last aan hen 5 vastzat. Iemand van hen zei, haar in de rede vallend:
‘Hé jij daar, maar als dat voor jou niet voordelig was, zou jij ons dat niet
hebben aangeraden.’
De fabel is van toepassing op hen, die adviezen geven aan medemensen, niet
wegens vriendelijkheid, maar uit eigenbelang.

You might also like