Professional Documents
Culture Documents
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
9795943c1f
Projectmanagement IPMA C
Examenvoorbereiding
Behorende bij het basisboek
Projectmanagement op basis van ICB versie 4
IPMA B, IPMA C, IPMA D, IPMA PMO
4e herziene druk
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Deze uitgaven zijn beschikbaar in meerdere talen en maken deel uit van toonaangevende series,
zoals Best Practice, The Open Group series, Project management en PM series.
Voor een compleet overzicht van alle uitgaven, ga naar onze website: www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
III
Projectmanagement IPMA C
Examenvoorbereiding
1e druk
Bert Hedeman
Roel Riepma
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Colofon
Titel: Projectmanagement IPMA C Examenvoorbereiding
Website: www.vanharen.store/ipma-examenvoorbereiding
IPMA Individual Competence Baseline® en IPMA Code of Ethics and Professional Conduct® zijn gere-
gistreerde handelsmerken van de International Project Management Association (IPMA).
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-
kopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
No part of this publication may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other
means without written permission by the publisher.
Hoewel deze uitgave met veel zorg is samengesteld, aanvaarden auteur(s) noch uitgever enige aansprakelijk-
heid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in deze uitgave.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Voorwoord
We leven in een onzekere tijd waarin veel veranderingen impact hebben op ons leven. Niet al deze
veranderingen zijn onverwacht, maar de impact is groot en zullen ons leven veranderen. Denk
hierbij aan ontwikkelingen als Artificial Intelligence en een andere kijk op (adaptive) leiderschap.
Sinds 2020 is onze samenleving geraakt door een pandemie met een enorme impact op onze maat-
schappij en de kwaliteit van leven en op ons vakgebied projectmanagent. Niet alleen in het soort
projecten wat we voorgeschoteld krijgen, maar ook de manier waarop we deze projecten uitvoeren.
Projectmanagement is en blijft een mensenvak. Juist nu moeten we wendbaar zijn en veerkracht
tonen om onderscheidend en succesvol te zijn.
Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat 40% van alle economische activiteiten in Nederland
projectmatig is. Een getal dat alleen maar meer waarde krijgt, omdat het stijgt. Ondermeer, omdat
de complexiteit toeneemt, de vraagstukken een internationale oplossing vragen (zoals duurzaam-
heid) en steeds meer organisaties projectgericht georganiseerd zijn en als zodanig hun vraagstukken
aanpakken. Projectmanagement is in toenemende mate een onderscheidende competentie.
Om deze projecten succesvol te laten zijn, zijn een aantal elementen nodig. Een goede metho-
diek of framework is waarschijnlijk het eerste waar je aan denkt, maar er is meer. Je hebt ook een
projectprofessional nodig met de juiste competenties. Deze twee elementen kunnen niet zonder
elkaar: je hebt immers iemand nodig die het project uitvoert en diegene heeft een aanpak nodig
om de opdracht te volbrengen. Een IPMA Certificaat geeft jou als projectprofessional het tweede
element: inzicht in jouw competenties.
Een IPMA Certificaat is altijd gebaseerd op de Individual Competence Baseline (ICB), en dat
maakt het ook uniek. Deze baseline wordt internationaal erkend, dus een IPMA Certificaat heeft
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
in elk land (dat aangesloten is bij IPMA) dezelfde waarde. Vanaf de oprichting van dit model was al
duidelijk dat inzicht hebben in je competenties één van de randvoorwaarden is voor een succesvol
project. Wat maakt het zo’n belangrijke randvoorwaarde?
Wanneer je als projectprofessional inzicht hebt in jouw competenties, weet je waar je goed in
bent en waar je nog kunt groeien, maar ook waar je niet goed in bent. Met dit inzicht in jezelf als
projectprofessional krijg je een beeld bij de projecten die bij jou passen en welke niet. Je kunt dus
vooraf weten of je een project succesvol kunt afronden of niet. De enige vraag die je jezelf hoeft
te stellen is: sluiten mijn competenties aan bij dit project?
Dit boek is geschreven voor mensen die zich voorbereiden voor een IPMA-D of IPMA-C examen.
Het is een boek dat je kunt gebruiken tijdens je studie en in de praktijk met goed toepasbaar oefen-
materiaal. Het is een bijzonder leerzaam en ondersteunend boek om de stap naar een internatio-
naal IPMA-certificaat te volbrengen.
Bert Hedeman en Roel Riepma zijn er opnieuw in geslaagd om hun enorme kennis en ervaring
van het vak projectmanagement te bundelen en vanuit een breed perspectief naar de wereld van
projectmanagement en de competenties van de projectmanager te kijken. Door deze combinatie
van eigenschappen zijn zij in staat geweest dit waardevolle boek samen te stellen en een grote
bijdrage te leveren aan het professionaliseren van ons mooie vak.
Projectsucces is een keuze!
Joop Schefferlie
IPMA President
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Ten geleide
De laatste jaren kregen wij regelmatig de vraag of we geen boek wilden schrijven om hen, die op
willen gaan voor het IPMA D of IPMA C examen, te ondersteunen. Die boeken zijn er nu!
Dit boek – Projectmanagement IPMA C Examenvoorbereiding – biedt in combinatie met het
basisboek ‘Projectmanagement op basis van de ICB versie 4’ een brede grondslag voor iedereen
die zich wil verdiepen in het boeiende vak projectmanagement en zich gericht wil voorbereiden
op het IPMA C examen.
Projectmanagement wordt steeds belangrijker. Professioneel uitgevoerde projecten versterken
het waardecreërend vermogen van hun organisaties. Met dit boek willen we meehelpen het vak
projectmanagement verder te professionaliseren.
Dit voorbereidingsboek bevat zowel een samenvatting van de verplichte theorie als een groot
aantal open vragen met antwoordmodellen.
Indien je meer over de achtergronden wilt lezen, voorbeelden tot je wilt nemen of bepaalde theo-
rieën beter wilt begrijpen, dan vind je die in het basisboek, waarop dit voorbereidingsboek is
gebaseerd.
Dit voorbereidingsboek vormt tevens de basis van de Kennisbank die bij dit boek ontwikkeld is.
Deze Kennisbank bevat naast de samenvatting van de leerstof en de vragen, zoals opgenomen in
dit voorbereidingsboek, veel extra open vragen met antwoordmodel. Zo kun je voor jezelf goed
beoordelen of je de examenstof begrijpt. De Kennisbank zal regelmatig worden uitgebreid met
nieuwe vragen.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Tot slot biedt de Kennisbank uiteraard het digitale gemak dat je overal en altijd toegang hebt tot de
leerstof en de daaraan gekoppelde vragenbank, zie:
www.examenvoorbereidingIPMA.nl
Voor de leesbaarheid is het examenvoorbereidingsboek geschreven vanuit de positie van de
projectmanager. We willen erop wijzen dat overal waar in de samenvatting ‘hij’ of ‘zijn’ is gebruikt,
natuurlijk ook ‘zij’ of ‘haar’ gelezen kan worden.
Ten slotte willen wij graag alle reviewers bedanken, die met hun commentaar hebben bijgedragen
aan de kwaliteit van dit boek. De namen van de reviewers staan vermeld in het colofon op pagina
IV.
Zomer 2021
Bert Hedeman
Roel Riepma
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Inhoudsopgave VII
Inhoudsopgave
1. Voorbereiding op het Examen IPMA C 1
3. Projectoriëntatie (C2) 5
4. Projectvoorbereiding 13
4.01 Projectvoorbereidingsfase (V10) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
4.02 Belanghebbenden (V12) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
4.03 Projectorganisatie (V5) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
4.04 Eisen en doelen (V2) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
4.05 Risico’s en kansen (V11) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
4.06 Projectaanpak (V1) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
5. Projectdefinitie 47
5.01 Projectdefinitiefase (V10) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
5.02 Scope (V3) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
5.03 Kwaliteit (V6) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
5.04 Tijd (V4/V10) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
5.05 Mensen en middelen (V8/V10) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
5.06 Financiën (V7) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Bijlage 279
Literatuurlijst 333
Index 335
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Inhoudsopgave IX
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
3. Projectoriëntatie
4. Projectvoorbereiding
5. Projectdefinitiefase
6. Projectuitvoering en -afsluiting
7. Aansturen van jezelf
8. Verbinding met anderen
9. Doorvoeren van veranderingen
10. Interne omgeving
11. Externe omgeving
Oefenopgaven
In totaal bevat dit voorbereidingsboek meer dan 120 open vragen met ruim 340 te scoren punten.
Bij iedere open vraag wordt tevens het antwoordmodel gegeven en hoe het te scoren aantal punten
wordt toegekend.
De opgaven zijn op het eind van ieder hoofdstuk toegevoegd. De antwoordenmodellen zijn opge-
nomen in de bijlage achterin het boek.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
IPMA C examen
Het examen IPMA C bestaat uit open vragen met een totaal van 68 punten. Het examen duurt drie
uur. Je bent geslaagd met een eindcijfer van 5,5 of meer.
Het examen is een gesloten boek examen. Tijdens het examen mag je alleen gebruik maken van
een formuleblad. Dit formuleblad wordt aan het begin van het examen uitgereikt. Dit formuleblad
is ook te downloaden via de website van IPMA Certificering.
IPMA C assessment
Na het behalen van het examen IPMA C kun je opgaan voor het IPMA C assessment. Aan de hand
van een ervaringsformulier, een managementsamenvatting van drie projecten en een zelfassess-
ment dien je in een afsluitend interview aan te tonen dat je voldoende ervaring hebt en competent
bent voor een accreditatie op IPMA C niveau. Het IPMA C assessment dien je binnen 18 maanden
na het behalen van het IPMA C theorie-examen te hebben afgerond.
IPMA C accreditatie
Nadat je het assessment met een voldoende hebt afgesloten, word je ingeschreven in het interna-
tionale register van IPMA en mag je de titel ‘Certified Project Manager’ voeren. Dit certificaat is
vijf jaar geldig. Indien je na deze vijf jaar kunt aantonen dat jij je projectervaring goed op peil hebt
gehouden, kun je het certificaat verlengen.
Het certificaat maakt voor jezelf duidelijk waar je staat binnen het vakgebied. Het certificaat geeft
tevens een nationale en internationale (h)erkenning van je kennis, ervaring en vaardigheid binnen
het vak projectmanagement. Veel hoofden van projectmanagementafdelingen en personeels-
managers waarderen de breedte en diepte van IPMA, waardoor het certificaat veel waarde heeft.
Beheersingsniveaus
Ten aanzien van de eindtermen definieert IPMA Certificering drie beheersingsniveaus: Begrijpen
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
(B), Toepassen (T) en Analyseren (A). Deze niveaus komen overeen met de beheersingsniveaus
herinneren & begrijpen, toepassen en analyseren & evalueren van de taxonomie van Bloom (1956),
revisie Anderson e.a. (2000):
Begrijpen (B):
- Herinneren: reproduceren, herkennen, benoemen, beschrijven, definiëren;
- Begrijpen: verklaren, toelichten, weergeven, voorbeeld geven, selecteren.
Toepassen (T):
- Toepassen, opstellen, implementeren, berekenen, oplossen, afleiden, vergelijken, tekenen,
aantonen.
Analyseren (A):
- Analyseren: analyseren, opsplitsen, patroon beschrijven, prioriteren, beoordelen;
- Evalueren: concluderen, beargumenteren, bekritiseren, waarde benoemen, kiezen, keuze onder-
bouwen, besluiten, relateren, concluderen en afwegen.
Per hoofdstuk hebben we de eindtermen voor het IPMA C theorie-examen opgenomen als leer-
doelen. Het bijbehorende beheersingsniveau staat er tussen haakjes achter vermeld.
Aanmelden voor het examen
Je kunt je aanmelden voor dit examen op de website van IPMA Certificering:
www.ipmacertificeren.nl
Daarop vind je tevens alle benodigde informatie voor zowel het examen als het assessment. Op
deze website vind je tevens een door IPMA Certificering beschikbaar gestelde proefexamen. Via
deze website kun je ook een aparte examengids aanschaffen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Een volledig overzicht van alle eindtermen vind je op de website van IPMA Certificering Nederland,
die namens IPMA NL de examens afneemt: www.ipmacertificeren.nl
Op de volgende bladzijde is een referentietabel (zie tabel 2.02) opgenomen waarin de verschillende
hoofdstukken in dit voorbereidingsboek zijn gekoppeld aan de eindtermen. Dit komt overeen met
de indeling zoals die ook in het basisboek wordt gehanteerd.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
4. Projectvoorbereiding
4.01 V10 Projectvoorbereidingsfase
4.02 V12 Belanghebbenden
4.03 V5 Projectorganisatie
4.04 V2 Eisen en doelen
4.05 V11 Risico’s en kansen
4.06 V1 Projectmanagementsucces
5. Projectdefinitie
5.01 V10 Projectdefinitiefase
5.02 V3 Scope
5.03 V6 Kwaliteit
5.04 V4 Tijd
5.05 V8 Mensen en middelen
5.06 V7 Financiën
5.07 C1 Zakelijke rechtvaardiging
6. Projectuitvoering en -afsluiting
6.01 V9 Inkoop
6.02 V3/10 Wijzigingsbeheer en configuratiemanagement
6.03 V5 Informatie en documentatie
6.04 V10 Beheersing en rapportage
6.05 V13 Verandering en transformatie
6.06 V10 Afsluiting
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
3. Projectoriëntatie 5
3. Projectoriëntatie (C2)
Kerncompetentie
De competentie om projecten te managen binnen de afspraken over de projectaanpak die de
staande organisatie daarvoor stelt.
Definities
Project: een tijdelijke organisatie om binnen gestelde condities een vooraf gedefinieerd resultaat
te bereiken.
Projectmanagement: het geheel van leidinggevende taken dat nodig is om het projectresultaat op te
leveren. Het projectmanagement omvat het plannen, organiseren, controleren en besturen van alle
aspecten van het project en het motiveren van alle bij het project betrokken personen.
Inleiding
Projecten en projectmanagement zijn van alle tijden. Het begrip ‘project’ ontstond echter pas in
het midden van de vorige eeuw en was voornamelijk gericht op het realiseren van grote infra-
structurele werken. Tegenwoordig is het managen van projecten een onlosmakelijk deel van het
managen van veranderingen in organisaties.
Leerdoelen
- Wat is een project en wat is projectmanagement (B)?;
- De redenen om een project uit te voeren (A);
- De kenmerken van een project (A);
- Wanneer is er sprake van een project (A)?;
- De kenmerken van de verschillende werkvormen (A);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
- Hoe faseren, beheersen en beslissen in projecten zich tot elkaar verhouden (B);
- De noodzakelijke beheersaspecten in een project (B);
- De principes van het duivelsdriehoek en het ijzeren vierkant (T);
- De onderdelen van de levenscyclus van een product die je projectmatig kunt uitvoeren (B);
- De rollen, processen en thema’s conform de NEN-ISO 21500 (B);
- De uitgangspunten, kenmerken, sterke kanten en valkuilen van de methoden PMBoK,
PRINCE2, Projectmatig Werken en Projectmatig Creëren (B).
Wat is projectmanagement?
In de ICB4 wordt projectmanagement gedefinieerd als het geheel van leidinggevende taken dat
nodig is om het beoogde resultaat van het project te bereiken: het plannen, organiseren en besturen
van alle werkzaamheden die deel uitmaken van het project en het leidinggeven aan en motiveren
van alle bij het project betrokken personen.
De opdrachtgever is daarbij eindverantwoordelijk voor het realiseren van het project. De project-
manager is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het project. Daarbij omvat het project-
management niet alleen het management van het project zelf, maar ook het leidinggeven aan het
team en de belanghebbenden.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Er is een (wils)overeenstemming.
Werkvormen (C21a)
Groote, Hugenholtz-Sasse & Klaassen (2011) onderscheiden drie basiswerkvormen: improvisatie,
planmatig werken en routinematig werken (zie figuur 3.01). Tussen deze werkvormen bestaat geen
strakke scheiding; in de praktijk gaan deze werkvormen geleidelijk in elkaar over.
Improvisatie Routine
Planmatig werken
• Vraaggericht • Resultaatgericht • Werkgericht
• Ad hoc • Te voorzien • Continu
• Flexibiliteit • Effectiviteit • Efficiënt
• Procesaanpak • Planaanpak • Routineaanpak
Toenemende voorspelbaarheid
Er is sprake van improvisatie, als het werk ad hoc wordt uitgevoerd. Dat is het meest efficiënt
als het werk dat nodig is om het resultaat te behalen in hoge mate onvoorspelbaar is. Het werk is
vraaggericht. Je speelt direct in op een behoefte.
Er is sprake van routinematig werken, als de werkzaamheden volgens vaste procedures en instruc-
ties worden uitgevoerd. Het proces is werkgericht. Het resultaat is van te voren duidelijk, net zoals
de te besteden kosten, tijd en middelen. De focus ligt op het efficiënt uitvoeren van het werk.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
3. Projectoriëntatie 7
Planmatig werken is gebaseerd op ‘eerst denken, dan doen’. Planmatig werken ligt tussen improvi-
satie en routinewerk in. Het werk is resultaatgericht. Het resultaat en de aanpak zijn te definiëren,
maar zijn nog niet geheel gespecificeerd. Het resultaat wordt tijdens de realisatie geleidelijk duide-
lijker.
Projectmatig werken is een bijzondere vorm van planmatig werken. Projectmatig werken is eigen-
lijk planmatig werken voor een ander. Projectmatig werken omvat dan ook de stappen (zie figuur
3.02):
- Opdracht formuleren > projectvoorbereidingsfase
- Opdracht plannen > projectdefinitiefase
- Opdracht uitvoeren > projectuitvoeringsfase(n)
- Resultaat opleveren > projectafsluiting.
Project-
afsluiting
Project-
Projectdefinitie-
voorbereidings- Projectuitvoeringsfase(n)
fase
fase
Project
Beheersaspecten (C21e/V11a)
Beheersaspecten zijn de aspecten van een project die men tracht te beheersen. Primaire beheers-
aspecten zijn die beheersaspecten waar de opdrachtgever en de projectmanager meestal prestatie-
afspraken over maken en die in ieder project terugkomen. De primaire beheersaspecten zijn tijd,
geld, kwaliteit, scope, risico’s en baten.
Natuurlijk kunnen ook over andere aspecten afspraken worden gemaakt; denk daarbij bijvoor-
beeld aan veiligheid, gezondheid en duurzaamheid. Ook kennen we afgeleide beheersaspecten
zoals organisatie en informatie. Met deze aspecten kun je de primaire beheersaspecten beter of
eenvoudiger beheersen.
De primaire beheersaspecten hangen met elkaar samen. Bezuinig je op het budget, dan heeft
dat consequenties voor de tijd en/of de kwaliteit van het op te leveren product, en omgekeerd.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Dit wordt vaak gevisualiseerd in de duivelsdriehoek of het ijzeren vierkant (zie figuur 3.03). De
gedachte daarbij is dat als je één van die beheersaspecten wijzigt, er dan tenminste ook één van de
andere beheersaspecten moet wijzigen om het geheel in balans te houden.
Scope Kwaliteit
Kwaliteit
Haal- Groot
baarheid Realisatie Gebruik Sloop
onderhoud
Uitvoering
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
3. Projectoriëntatie 9
Projectmanagementstandaarden (C26b) C
In Nederland zijn veel gebruikte projectmanagementstandaarden: de PMBoK Guide, PRINCE2,
Projectmatig Werken en Projectmatig Creëren. Iedere standaard is ontwikkeld vanuit een specifiek
toepassingsgebied, maar is in principe in elke situatie toepasbaar. Echter, elke organisatie en elke
situatie is anders. Daarom moet je, welke methode je ook kiest, deze altijd toesnijden op de orga-
nisatie en op de context. Het gaat erom dat je de methode effectief inzet.
Project Management Body of Knowledge (Project Management Institute, 2017)
De Project Management Body of Knowledge (PMBoK) is opgesteld door het Project Management
Institute, de Amerikaanse vereniging van projectmanagers. De kern van de PMBoK is beschreven
in de PMBOK Guide. De PMBoK beschrijft best practices voor het managen van projecten. De
PMBoK schrijft niet voor en is daarom ook strikt genomen geen methode. De PMBoK is sterk
taakgestuurd: hoe kun je het beste (grote aantallen) personen binnen een project aansturen?
De PMBoK beschrijft:
- Projectmanagementraamwerk
- Projectmanagementprocesgroepen
- Projectmanagementkennisgebieden
Het raamwerk beschrijft de levenscyclus en de fasering van een project, de belanghebbenden en
de kennis en ervaring die een projectmanager moet bezitten. De procesgroepen beschrijven de
processen in een project. De kennisgebieden beschrijven de input en output van en de hulpmid-
delen en technieken voor de processen welke binnen de verschillende kennisgebieden worden
onderkend.
Het raamwerk, de procesgroepen en de kennisgebieden van de PMBoK komen overeen met
projectmanagementconcepten, -procesgroepen en -thema’s van de NEN-ISO 21500. De toege-
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
voegde waarde van de PMBoK Guide zit hem vooral in de vele technieken die worden beschreven.
Veel van deze technieken worden ook in de ICB4 van IPMA beschreven.
PRINCE2 (Axelos, 2017)
Deze methode is opgesteld door de Engelse overheid en beschrijft projectmanagement voorna-
melijk vanuit het klantperspectief. Het is een productgeoriënteerde en procesmatige aanpak van
projectmanagement. PRINCE2 beschrijft zeven principes van projectmanagement welke worden
ondersteund door zeven thema’s, zeven processen en zes beheersaspecten (tijd, geld, scope, kwali-
teit, risico’s en baten). Veel nadruk wordt binnen deze methode gelegd op de voortdurende zake-
lijke rechtvaardiging (business case) van het project en het betrekken van zowel vertegenwoordi-
gers van gebruikers als leveranciers in de stuurgroep van het project.
De zeven principes van PRINCE2 zijn:
- Voortdurende zakelijke rechtvaardiging
- Leren van ervaringen
- Gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden
- Managen per fase
- Managen ‘by exception’
- Productgerichte aanpak
- Op maat maken voor het project
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Beheersen van een fase (BF): het dagelijkse management van een fase door de projectmanager;
- Managen productoplevering (MP): het aannemen van, rapporteren over en het opleveren van
een werkpakket door de teammanager;
- Managen van een faseovergang (MF): het voorbereiden van een go/no-go beslissing;
- Afsluiten van een project (AP): het opleveren van de projectresultaten en het afsluiten van het
project.
Laatste
Voor- Initiatie- Volgende
uitvoerings-
project fase uitvoeringsfase(n)
fase
OP
MF MF AP
Managen
Initiëren van Beheersen van Beheersen van
een project een fase een fase
Managen Managen
Opleveren productoplevering productoplevering
Figuur 3.06 PRINCE2 procesmodel (Hedeman, Fredriksz, Vis van Heemst, 2020)
De thema’s welke binnen PRINCE2 worden gedefinieerd, zijn Business case, Organisatie, Kwaliteit,
Plannen, Risico’s, Wijzigingen en Voortgang. Binnen de verschillende thema’s worden tevens de
betreffende procedures beschreven om deze thema’s binnen de te onderscheiden processen van
het project te kunnen beheersen. De aansturing van een project in PRINCE2 is gebaseerd op het
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
inrichten van een stuurgroep waarin de bedrijfs-, gebruikers- en leveranciersbelangen zijn verte-
genwoordigd. Technieken worden binnen de thema’s niet of nauwelijks beschreven. Wel worden
een groot aantal managementproducten in detail beschreven, die binnen het project kunnen
worden gebruikt voor de communicatie tussen de verschillende partijen.
Projectmatig Werken (Wijnen, Renes, & Storm, 2007)
Projectmatig Werken (PMW) is een conceptuele projectmanagementmethode en richt zich meer
op principes en denkwijzen dan op processen en technieken.
De principes van PMW zijn:
- Eerst denken, dan doen;
- Het project doordenken van voor naar achter en van achter naar voren;
- Werken van grof naar fijn.
Faseren
Voor-
Initiatief Definitie Ontwerp Realisatie Nazorg
bereiding
Beslissen
Projectresultaat
Projectaanpak
GT K O I GT K O I GT K O I GT K O I GT K O I Beheersaspecten
Beheersen
Figuur 3.07 Faseren, beheersen en beslissen volgens PMW (Wijnen, Renes, & Storm, 2007)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
3. Projectoriëntatie 11
De aanpak van PMW richt zich op het faseren, beslissen en beheersen van projecten. Daarbij kent
PMW zes fasen en vijf beheersaspecten (zie figuur 3.07). Per fase wordt het projectresultaat nader
uitgewerkt (zie figuur 3.08).
De vijf beheersaspecten zijn de kernaspecten: Geld, Tijd, Kwaliteit en de ondersteunende
aspecten: Organisatie en Informatie. Daarnaast is er binnen PMW een sterke focus op het op te
leveren projectresultaat, het (organisatie)doel achter het resultaat en de te kiezen aanpak om het
resultaat te realiseren.
Figuur 3.08 Beslissen volgens Projectmatig werken (Wijnen, Renes, & Storm, 2007)
Bij de inrichting van een project staat dan ook niet de structuur en de inhoud (HET-kant) voorop,
maar de persoonlijke kracht (IK-kant) en de samenwerkingskracht (WIJ-kant), die geënt zijn op
de voedingskracht (ZIJ-kant) van de klantorganisatie. Nadat ZIJ, IK en WIJ elkaar goed hebben
gevonden, zet je de vormkracht (HET-kant) in voor het samen creëren van een projectresultaat die
de ZIJ-kant versterkt. Succesvolle projecten kenmerken zich door het in een goede balans inzetten
van deze vier krachten (zie figuur 3.09).
HET-kant WIJ-kant
• Vakkennis • Competenties
• Methoden • Teamsamenwerking
Realisatie
• Instrumenten • Communiceren
• Procedures • Cultuur
Vormkracht Samenwerkingskracht
IK-kant ZIJ-kant
Figuur 3.09 De vier krachten van Projectmatig Creëren (Bos & Harting, 2006)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
werkt altijd in opdracht van externe klanten op basis van vaste prijs, tijd en specificaties. Het werk
moet bijzonder nauwkeurig en beheerst worden uitgevoerd.
Igor werkt bij de gemeente in het sociale domein. Voor hem is het juist belangrijk dat mensen
zich verbinden met het doel van het project en in hoeverre het project aansluit op het beleidspro-
gramma van de gemeente. Ook is altijd belangrijk de inbreng en de samenwerking van de verschil-
lende afdelingen bij de inrichting en uitvoering van de projecten.
Laatst was er een discussie over het toepassen van de verschillende projectmanagementmethoden:
Projectmatig creëren, projectmatig werken, PRINCE2 of de PMBoK Guide.
- Welke methode zou ieder van hen het beste kunnen toepassen en onderbouw je keuze?
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
13
4. Projectvoorbereiding
In dit deel worden de vaktechnische projectmanagementcompetenties beschreven die in de
projectvoorbereidingsfase dominant aan de orde komen:
Hfdst. ICB4 Titel
4.01 V10 Projectvoorbereidingsfase
4.02 V12 Belanghebbenden
4.03 V5 Projectorganisatie
4.04 V2 Eisen en doelen
4.05 V11 Risico’s en kansen
4.06 V1 Projectaanpak
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
14 Projectvoorbereiding
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
4.01 Projectvoorbereidingsfase 15
Definities
Projectvoorbereidingsfase: de periode voorafgaand aan het project waarin de projectopdracht
wordt geformuleerd.
Projectmandaat: de autorisatie van het bedrijfs- of programmamanagement of de klant aan de
opdrachtgever om het project te initiëren.
Projectaanvraag: het verzoek van de opdrachtgever aan de projectmanager om de projectvoor-
bereidingsfase op te starten.
Projectopdracht: de beschrijving van de opdracht die als basis dient om de projectdefinitiefase te
autoriseren.
Decision to justify (eerste projectbeslissing): het besluit de projectdefinitiefase te laten uitvoeren.
Inleiding
Het doel van de projectvoorbereiding is te komen tot een heldere en geaccepteerde start van de
projectdefinitiefase. De projectvoorbereidingsfase maakt dan ook geen deel uit van het project,
maar is wel een heel belangrijke fase voorafgaand aan het project.
Leerdoelen
- De uit te voeren activiteiten in de projectvoorbereidingsfase (T);
- Het opstellen van een projectopdracht (T);
- Het voorbereiden van de projectbeslissing decision to justify (T).
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Wanneer
De projectvoorbereidingsfase is de fase direct vóórafgaand aan de eigenlijke start van het project.
Deze fase is bedoeld om te komen tot een heldere opdrachtformulering en om vast te stellen of
het beoogde project voldoende levensvatbaar is en dus de moeite waard om uit te voeren. Ook
wordt vooruitlopend op de start van het project de projectbesturing ingericht.
Wie
De projectmanager en de projectopdrachtgever zijn samen verantwoordelijk voor een goede
uitvoering van de projectvoorbereidingsfase. De projectmanager moet zorgen voor een heldere
opdrachtformulering en een plan voor de projectdefinitiefase (de 1e fase van het project). Tevens
adviseert de projectmanager de opdrachtgever over de samenstelling van de stuurgroep. De
opdrachtgever is verantwoordelijk voor het vaststellen van de projectopdracht, het goedkeuren
van het faseplan van de projectdefinitiefase en de uiteindelijke samenstelling van de stuurgroep.
Projectvoorbereidingsfase (V101a)
De projectvoorbereiding start met het projectmandaat van het bedrijfs- of programmamanage-
ment of de klant aan de projectopdrachtgever en met de projectaanvraag door de opdrachtgever
aan de projectmanager om het project te initiëren. De projectvoorbereidingsfase eindigt, zodra de
opdrachtgever de projectmanager autoriseert om de projectdefinitiefase uit te voeren op basis van
een geaccepteerde projectopdracht en een plan voor de definitiefase. Dit is het eerste beslispunt
van het project. Dit eerste beslispunt is de eerste van de twee projectbeslissingen in een project
(zie figuur 4.01.01).
Projectopdracht (V101b)
De projectopdracht is de beschrijving van de opdracht van het project, die als basis dient voor
de uitvoering van de projectdefinitiefase. De projectopdracht bestaat uit de projectbeschrijving,
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
16 Projectvoorbereiding
Project-
mandaat
Opdrachtgever Opdrachtgever/stuurgroep
1 Projectbeslissing
e
2e Projectbeslissing
Projectopdracht, Autorisatie
Plan project-
Project- definitiefase
aanvraag
Project-
voorbereidingsfase Projectdefinitiefase Uitvoeringsfase(n)
Project
Decision to Justify Decision to Fund
Projectbeslissing (V101c)
Er zijn twee projectbeslissingen in een project. De eerste is op het einde van de projectvoor-
bereidingsfase, waarin de start van de projectdefinitiefase wordt goedgekeurd. Deze projectbe-
slissing wordt ook wel de ‘decision to justify’ genoemd: hebben we een levensvatbaar project
en zijn de noodzakelijke gegevens aanwezig om de projectdefinitiefase te starten? Deze project-
beslissing wordt genomen door de opdrachtgever op basis van de projectopdracht en het plan
voor de projectdefinitiefase. Tegelijk met de projectbeslissing installeert de opdrachtgever ook de
projectstuurgroep.
De tweede projectbeslissing wordt genomen op het eind van de projectdefinitiefase. Met die beslis-
sing wordt de eigenlijke uitvoering van het project goedgekeurd. Deze projectbeslissing wordt ook
wel de ‘decision to fund’ genoemd. Deze projectbeslissing wordt genomen door het bedrijfs- of
programmamanagement of de klant op basis van (een samenvatting van) het projectmanagement-
plan (zie hoofdstuk 5.01 Projectdefinitiefase).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
4.01 Projectvoorbereidingsfase 17
4 Aanname
5 Hoofdpunten business case
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
18 Projectvoorbereiding
Definities
Belanghebbende (stakeholder): eenieder die belang of invloed heeft, of meent te hebben, bij een
initiatief.
Stakeholder(management)strategie: de strategie die de procedures, verantwoordelijkheden en tech-
nieken beschrijft voor het betrekken van de belanghebbenden en het managen van verwachtingen.
Communicatieplan: een plan dat beschrijft hoe, wanneer en door wie met welke belanghebbenden
en met welk doel zal worden gecommuniceerd, alsmede de daarbij geraamde kosten en capaciteit.
Inleiding
Een belanghebbende (stakeholder) is eenieder die belang of invloed heeft, of meent te hebben,
bij een initiatief. Dit gaat dus veel verder dan de formele partijen die bij het project betrokken
worden. Een stakeholder is ook een milieubeweging die vindt dat de belangen van de natuur
worden geschaad of buurtbewoners die bang zijn voor verloedering van de buurt. Menig project
kwam al in moeilijkheden door niet vanaf de start met deze partijen rekening te houden.
Leerdoelen
- Het uitvoeren van een analyse van belanghebbenden (T);
- Het kunnen onderscheiden hoe belanghebbenden zich opstellen t.o.v. het project (T);
- Het opstellen van een stakeholderstrategie en een communicatieplan (T);
- Het effectief betrekken van belanghebbenden bij het project (A);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Wanneer
Managen van belanghebbenden start al in de projectvoorbereidingsfase met een analyse van de
belanghebbenden om zo te komen tot een goede stuurgroep en projectopdracht. De stakeholder-
managementstrategie en het communicatieplan worden opgesteld in de projectdefinitiefase. Deze
documenten worden tenminste op het eind van iedere fase geactualiseerd.
Wie
De projectmanager is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de stakeholderanalyse en het
opstellen van de stakeholdermanagementstrategie en het communicatieplan. De opdrachtgever
moet de stakeholdermanagementstrategie en het communicatieplan goedkeuren. De project-
manager en de opdrachtgever zijn samen verantwoordelijk voor het managen van de belangheb-
benden.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
4.02 Belanghebbenden 19
Project
Veel
Coalitiepartner Bondgenoot
Gemiddeld
Opportunist Twijfelaar
Weinig
Vijand Opponent
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
20 Projectvoorbereiding
Weinig Veel
Figuur 4.02.04 Betrekken afhankelijk van positie Figuur 4.02.05 Betrekken afhankelijk van relatie
Bij het betrekken van belanghebbenden moet je tevens rekening houden met de relatie die deze
partijen hebben met het project (zie figuur 4.02.05):
- Coalitiepartner - maak concrete afspraken over de samenwerking en het op te leveren resultaat;
- Bondgenoot - koester de relatie; werk zoveel mogelijk samen;
- Opportunist - communiceer duidelijk over de mogelijke baten;
- Twijfelaar - informeer ze beter en betrek ze zoveel mogelijk bij het project;
- Vijand - betrek ze via een bondgenoot waarmee ze op goede voet staan;
- Opponent - onderhandel over overlappende en tegenstrijdige belangen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
4.02 Belanghebbenden 21
Joep
George
Bianca
Hans
Henk
Aspecten stakeholdermanagement S C
Het betrekken van belanghebbenden apart agenderen in iedere projectvergadering.
Een stakeholderanalyse houden bij iedere faseovergang.
Wie moet de verwachtingen op strategisch niveau managen?
Een aparte pagina inrichten op het intranet.
Vastleggen van de belangrijkste communicatie doelen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
22 Projectvoorbereiding
Definities
Projectbesturing: de tijdelijke organisatie die het project aanstuurt.
Projectorganisatie: de tijdelijke organisatie om een project te realiseren.
Klant: organisatie of persoon die een product of dienst ontvangt.
Gebruiker: iedereen die het eindresultaat van het project gaat gebruiken, gaat beheren of onder-
houden of die anderszins met het eindresultaat te maken krijgt.
Leverancier: de organisatie of persoon die verantwoordelijk is voor de levering van één of meer
specialistenproducten.
Opdrachtgever: de vertegenwoordiger van de klant in het project.
Projectmanager: degene die verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding van het project.
Teammanager: degene die verantwoordelijk is voor het realiseren van één of meerdere specialis-
tenproducten en daarover rapporteert aan de projectmanager.
Projectsupport: de ondersteuning van de projectmanager door bepaalde administratieve diensten
te verrichten en specialistische ondersteunende taken uit te voeren.
Projectmanagementteam: de personen die de projectmanager assisteren bij het leiden van het
project, dus de teammanagers en projectsupport.
Projectteam: de projectmedewerkers die tezamen de specialistenwerkzaamheden uitvoeren en het
projectresultaat realiseren.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Inleiding
De projectorganisatiestructuur maakt de formele besturingslijnen zichtbaar die gevolgd worden
bij het nemen van beslissingen. De projectstuurgroep is binnen de hiërachie van het project het
hoogste beslisorgaan. De projectorganisatie maakt ook zichtbaar welke functionele teams worden
ingericht voor de realisatie en oplevering van het projectresultaat.
De projectstuurgroep wordt in de projectvoorbereidingsfase ingericht. De projectopdrachtgever
installeert de projectstuurgroep tijdens de autorisatie van de uitvoering van de projectdefinitiefase.
De verdere inrichting van de projectorganisatie vindt plaats in de projectdefinitiefase. Tijdens de
uitvoering van het project wordt, indien nodig, de projectorganisatie aangepast.
Leerdoelen
- Het identificeren van de juiste opdrachtgever en opdrachtnemer in een project (B);
- Het identificeren van de managementtaken in een project (B);
- Het onderscheiden van de diverse lagen in de projectmanagementstructuur in een project (T);
- Het inrichten van de projectbesturing en de projectorganisatie en het tekenen van het project-
organogram (T);
- Het onderscheiden van de diverse rollen en verantwoordelijkheden in een project (T);
- Het opzetten van de vergaderstructuur op basis van het linking-pin principe (T);
- Het inrichten en analyseren van de projectorganisatie op basis van het RACI-model (T).
Wanneer
De projectbesturing en de hoofdpunten van de projectorganisatie worden opgezet in de project-
voorbereidingsfase. De stuurgroep en het team, wat de projectdefinitiefase moet uitvoeren, worden
ingericht vóór de start van de projectdefinitiefase. De projectorganisatie voor de uitvoering van
het project wordt ingericht in de projectdefinitiefase. De projectbesturing en de projectorganisatie
worden op het eind van iedere fase geactualiseerd.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
4.03 Projectorganisatie 23
Wie
De projectmanager adviseert de opdrachtgever over de projectbesturing en is zelf verantwoor-
delijk voor de inrichting van de projectorganisatie. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de
inrichting van de projectbesturing en eindverantwoordelijk voor de projectorganisatie.
Projectorganisatiestructuur (V51c)
De projectmanagementstructuur kent vier lagen (zie figuur 4.03.01):
1. het verantwoordelijke bedrijfs- of programmamanagement of de klant;
2. de sturende laag: de projectopdrachtgever met de eventuele stuurgroep;
3. de managende laag: de projectmanager en projectsupport;
4. de uitvoerende laag: de teammanagers.
Bij ‘kleinere’ projecten kan het voorkomen dat de projectmanager ook de rol van teammanager
vervult.
2. Sturen - Stuurgroep
Project
3. Managen - Projectmanager
4. Uitvoeren - Teammanager
Projectbesturing en projectorganisatie
De NEN-ISO 21500 onderscheidt de projectbesturing en de projectorganisatie (zie figuur 4.03.02):
- Projectbesturing: de projectstuurgroep met de projectborging;
- Projectorganisatie: de projectmanager, de projectsupport, de teammanagers en de teamleden.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
24 Projectvoorbereiding
Projectstuurgroep
Project-
Project- besturing
opdrachtgever
Project-
manager
Project- Project-
managementteam organisatie
Projectteam
Projectorganogram
Afhankelijk van de aard en complexiteit van het project en de projectomgeving kunnen de uitein-
delijke projectbesturing en de projectorganisatie sterk verschillen. In een klein project is er soms
geen projectstuurgroep en is er slechts één projectteam dat direct door de projectmanager wordt
aangestuurd zonder aparte teammanagers. In een groot en complex project is de projectopdracht-
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
gever voorzitter van de stuurgroep, is er een aparte projectborging ingeregeld en bestaat de project-
organisatie uit verschillende projectteams, ieder aangestuurd door een afzonderlijke teammanager,
en er is een aparte projectsupport. Ook kunnen de verschillende leden van de projectstuurgroep
nog worden ondersteund door een eigen klankbordgroep of overlegstructuur (zie figuur 4.03.03).
Stuurgroep
Klant Leverancier
Wijzigings- Project-
autoriteit borging
Projectmanager
Projectmanager
Project-
support
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
4.03 Projectorganisatie 25
Stuurgroep - voor een groot aantal projecten wordt tegenwoordig een stuurgroep ingericht. De
stuurgroep is het hoogste besluitvormingsorgaan binnen het project. De stuurgroep zal qua
samenstelling en qua besluitvorming rekening moeten houden met de verschillende belangen
binnen de betrokken organisaties. De stuurgroep bestaat naast de projectopdrachtgever meestal
uit één of meer senior vertegenwoordigers van de gebruikers (seniorgebruikers) en één of meer
senior vertegenwoordigers van de leveranciers (seniorleveranciers): zie figuur 4.03.04.
Eindverantwoordelijk voor
het succes van het project
Opdrachtgever
Seniorgebruiker Seniorleverancier
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
26 Projectvoorbereiding
Projectmanager - is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het project namens de opdracht-
gever. De projectmanager moet ervoor zorgen dat het projectresultaat op tijd en binnen budget
wordt opgeleverd conform de overeengekomen specificaties. Binnen een project is er altijd slechts
één (centrale) projectmanager.
De belangrijkste taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de projectmanager zijn:
- In overleg met de opdrachtgever inrichten van de projectorganisatie;
- Overeenkomen met de opdrachtgever van doel, scope, resultaat en aanpak van het project;
- Opstellen van het projectmanagementplan en de andere noodzakelijke plannen;
- Ondersteunen van de opdrachtgever bij het opstellen en bewaken van de business case;
- Verkrijgen autorisatie voor de uitvoering van de afzonderlijke fasen;
- Definiëren van de verantwoordelijkheden en toewijzen van werkzaamheden;
- Beheersen van de fasen binnen de afgesproken toleranties;
- Opstellen van de rapportages aan de opdrachtgever/stuurgroep en andere belanghebbenden;
- Voorbereiden van de besluitvorming door de stuurgroep;
- Zorgdragen voor het configuratiemanagement en wijzigingsbeheer;
- Managen van de risico’s en het implementeren van de afgesproken risicomaatregelen;
- Zekerstellen van de integratie van de deelresultaten en managen van de raakvlakken;
- Zorgdragen voor de oplevering van het eindresultaat;
- Afsluiten van het project en verkrijgen van decharge.
Teammanager - is verantwoordelijk voor het realiseren van de specialistenproducten. De rol van
teammanager is optioneel. De projectmanager kan besluiten de werkzaamheden zelf aan te sturen.
Teammanagers zijn verantwoordelijk voor het produceren van één of meer specialistenproducten
volgens een overeengekomen werkpakket. In dit werkpakket staan de afspraken over welk resultaat
volgens welke specificaties en binnen welke planning en budget moet worden opgeleverd.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Managementoverleg
Stuurgroep
SG OG SL
Gebruiker Leverancier
Stuurgroepoverleg Leveranciersoverleg
Gebruikersklankbord
Projectmanager
Projectmanagement-
teamoverleg
Teamoverleg
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
4.03 Projectorganisatie 27
Alle overleggen worden daarbij aan elkaar ‘gelinkt’ via steeds één persoon die deelneemt aan twee
gerelateerde overleggen. Op deze wijze zorg je ervoor dat de informatie en de besluiten van het
ene overleg worden doorgegeven aan het volgende overleg en vice versa (zie figuur 4.03.05).
Per activiteit of resultaat kan slechts één persoon ‘Responsible’ en slechts één persoon ‘Accountable’
zijn. De persoon die verantwoordelijk is voor de realisatie (R) rapporteert direct aan degene die
eindverantwoordelijk is voor het resultaat (A). De R en de A kunnen dan ook niet samenvallen.
Per activiteit of resultaat moet je vaak wel meerdere personen verplicht raadplegen en meerdere
personen verplicht informeren, ofwel de C en de I kunnen dus in een RACI model per activiteit
meerdere keren voorkomen.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
28 Projectvoorbereiding
Verantwoordelijkheid /bevoegdheid D OG SG SL PM TM
a Afstemmen met de directie
b Het verstrekken van het projectmandaat
c Het goedkeuren van de projectopdracht
d Het autoriseren van de uitvoering van het project
e De dagelijkse leiding van het project werkpakketten
f Het realiseren van de afzonderlijke werkpakketten
g Zekerstellen technische haalbaarheid
h Zekerstellen van de business case
j Zekerstellen ‘fit for use’
k Het realiseren van de baten
- Geef aan wie de bovenstaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Projectdoel: het organisatiedoel ofwel het effect dat de opdrachtgever wil bereiken met de op te
leveren resultaten.
Projectdoelstelling: een criterium waarbinnen het projectresultaat moet worden opgeleverd.
(Kwaliteits)verwachting: een (niet altijd expliciet kenbaar gemaakte) wens op grond van huidige
feiten of omstandigheden over de uitkomst van een project of de kenmerken van een product.
(Kwaliteits)eis: een criterium waar een oplossing aan moet voldoen om aanvaardbaar te zijn.
Acceptatiecriterium: een vereiste waarde op een gedefinieerde schaal waaraan een op te leveren
product moet voldoen voordat de klant het product accepteert.
Functionele eis: een specifieke werking waaraan een product moet voldoen.
Technische eis: een eigenschap of kenmerk waaraan (een functie van) een product moet voldoen.
Programma van eisen (PvE): het totaal van eisen en wensen waaraan een product moet voldoen.
Specificatie: een gedetailleerde beschrijving van de criteria waar een product aan voldoet c.q. moet
voldoen.
Inleiding
De projecteisen en -doelen zijn de criteria waaraan een project moet voldoen en bepalen in sterke
mate de wenselijkheid en haalbaarheid van het project. Zonder een goede vaststelling vooraf van
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
de eisen en doelen die gesteld worden aan het project, is de kans op succes van het project gering.
Leerdoelen
- Het vaststellen van het doel en resultaat van het project (T);
- Het vaststellen van de projectdoelstellingen van het project (T);
- Het vaststellen van de verwachtingen, eisen en acceptatiecriteria van de diverse belangheb-
benden (T);
- Het definiëren van de functionele en technische eisen van een product (T);
- Het prioriteren van de eisen op basis van de MoSCoW-techniek (T);
- Het opstellen van een programma van eisen van een project en een specificatie van een product (B);
- Het bepalen van de ‘fit for use’ en de ‘fit for purpose’ van het projectresultaat (B);
- Het definiëren van de behoefte van de klant in functies en de verschillende stappen in waar-
denmanagement (B);
- Het principe van total cost of ownership bij het kostenbewust ontwerpen van het project-
resultaat (B).
Wanneer
Het projectresultaat, de eisen en doelen van het project en de daarvan afgeleide projectdoel-
stellingen worden allemaal gedefinieerd in de projectvoorbereidingsfase en uitgewerkt in de
projectdefinitiefase. Het basis programma van eisen wordt opgesteld in de projectdefinitiefase. Dit
programma van eisen wordt voor de start van de opvolgende uitvoeringsfasen uitgewerkt in een
gedetailleerd programma van eisen voor de producten die in die komende fase moeten worden
opgeleverd.
Wie
De projectmanager is ervoor verantwoordelijk dat de eisen en doelen worden vastgelegd.
Inhoudelijk is de senior vertegenwoordiger van de gebruiker in de stuurgroep verantwoordelijk
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
30 Projectvoorbereiding
voor het programma van eisen. De opdrachtgever moet de eisen en doelen en het daarvan afge-
leide programma van eisen goedkeuren.
Probleem Project-
of kans doel
Resultaat
Criteria en restricties
Het effect dat de klant met het projectresultaat wil bereiken (projectdoel) wordt afgeleid van de
bedrijfsstrategie. Het projectresultaat en de projectdoelstellingen worden afgeleid van het project-
doel. De projectaanpak leid je af van het te realiseren projectresultaat en de projectdoelstellingen.
Let op: het projectresultaat is datgene wat wordt opgeleverd en is dus altijd een zelfstandig naam-
woord. Binnen IPMA is het projectdoel altijd het organisatiedoel dat de opdrachtgever met het
projectresultaat wil bereiken.
Een (kwaliteits)verwachting is een verwachting ten aanzien van het op te leveren product. Het is
belangrijk kwaliteitsverwachtingen te prioriteren. Dit maakt het afwegen van wensen die je al dan
niet meeneemt in het projectresultaat gemakkelijker.
Voor iedere kwaliteitsverwachting moet tenminste één acceptatiecriterium worden geformuleerd
om later vast te kunnen stellen of aan die kwaliteitsverwachting is voldaan. Een acceptatiecriterium
is daarbij de vereiste waarde op een gedefinieerde schaal waaraan een op te leveren product moet
voldoen voordat de klant het product accepteert. Een acceptatiecriterium moet daarom specifiek
en meetbaar zijn.
Kwaliteitsverwachtingen zijn bijvoorbeeld: niet te lang, gebruikersvriendelijk en veilig.
Acceptatiecriteria zijn daarbij bijvoorbeeld: niet langer dan 1,70 meter, met Nederlandse gebruiks-
aanwijzing en voldoen aan de Arbowet.
Een eis is een criterium waar een oplossing aan moet voldoen om aanvaardbaar te zijn. Eisen
worden opgesteld voor de afzonderlijke deelproducten c.q. functionaliteiten van het project-
resultaat. Eisen worden afgeleid van de kwaliteitsverwachtingen en acceptatiecriteria zoals die
eerder zijn geformuleerd.
Functionele en technische eisen
Eisen kunnen worden onderverdeeld naar functionele en technische eisen. Een functionele eis
beschrijft een specifieke werking waaraan een product moet voldoen. Een goede functionele eis
beschrijft de gewenste functie zonder de technische oplossing voor te schrijven, zie ook de format
voor user stories (zie hoofdstuk 9.05 Procesontwikkelingsmethoden).
Een technische eis is een eigenschap of kenmerk waaraan (een functie van) een product moet
voldoen. Technische eisen kunnen criteria bevatten ten aanzien van bijvoorbeeld onderhoud,
betrouwbaarheid, beschikbaarheid, veiligheid en gezondheid, een prestatie aangeven van de functie
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
of een specifieke technische oplossing van de functie voorschrijven. Technische eisen worden in
principe afgeleid van de functionele eisen, maar komen ook voort uit de van toepassing zijnde
voorschriften, normen en standaarden.
Met de mobiele telefoon handsfree kunnen bellen is een functionele eis. Dat de mobiele telefoon
moet zijn voorzien van een aansluiting op een handsfree kit, niet snel kapot gaat en een batterij
moet hebben die minstens 8 uur meegaat, zijn technische eisen.
MoSCoW-techniek
De MoSCoW-techniek is een techniek om kenmerken en initiatieven te prioriteren. Het acroniem
van MoSCoW staat voor:
- Must-have - is essentieel; zonder deze functionaliteit heeft verder gaan geen zin;
- Should-have - is zeer gewenst, maar een alternatief is ook akkoord;
- Could-have (nice to have) - deze functionaliteit alleen meenemen als er tijd en geld voor is;
- Won’t have this time - deze functionaliteit nu niet meenemen, eventueel wel later.
Belangrijk is om zo mogelijk het werk uit te voeren in de volgorde van prioriteit. Dat maakt het
mogelijk minder belangrijke onderdelen te laten vallen, als tijd en geld in de knel komen en niet
mogen worden overschreden.
compleet zijn. De verdere uitwerking van het PvE kan later. Verder is het belangrijk dat de wensen
en eisen in het basis PvE worden geprioriteerd. Het globale PvE bevat voornamelijk de functio-
nele eisen. Het basis PvE bevat zowel de functionele als de technische eisen.
Het is niet nodig en misschien wel ongewenst om in de projectdefinitiefase een volledig gedetail-
leerd PvE op te stellen voor het gehele project. Het verandert doorgaans toch en het opstellen van
een dergelijk PvE kost veel tijd en moeite die er in het begin vaak niet is. Met een dergelijk PvE
blijft er vaak ook weinig ruimte over om verzoeken van gebruikers te honoreren en voortschrij-
dend inzicht mee te nemen. Het is daarom beter een basis PvE op hoofdpunten op te stellen en
dat per fase uit te werken, waarbij de details tenslotte in het werk worden vastgesteld. Het basis
PvE moet juist voldoende details bevatten om een goed projectplan te kunnen opstellen en zo veel
mogelijk ruimte laten om flexibel te blijven. Dit is lastig, maar maakt de uitvoering van een project
wel een stuk gemakkelijker.
Waardenmanagement (V21b) C
Waardenmanagement is de systematische aanpak om kosten en functies te optimaliseren. Daarbij
wordt eerst gekeken naar wat precies de behoefte is, dan naar de functies die moeten worden
geleverd, daarna naar mogelijke alternatieven en dan pas naar wat de beste oplossing voor het
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
32 Projectvoorbereiding
probleem is. Dit voorkomt dat je te snel een specifieke oplossing nastreeft zonder eerst goed
gekeken te hebben naar de behoefte, de functies en de alternatieven:
1. Beschrijf de behoefte - formuleer de behoefte zo specifiek mogelijk;
2. Vertaal de behoefte in functies - geef aan wat je wilt en niet de oplossing die je zelf voor ogen hebt;
3. Genereer alternatieven - bepaal alternatieven waarmee de functies gerealiseerd kunnen worden;
4. Evalueer en kies - beoordeel de alternatieven en leg ze voor aan het management;
5. Implementeer - implementeer de gekozen oplossing.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
verhuisden. Toen deden ze dat doordeweeks. Nu hebben ze het beiden nog druk, dus moet het
in het weekend. Als ze hun plannen met vrienden bespreken, vragen die of zij de verhuizing wel
vanuit waardenmanagement hebben doordacht.
- Beoordeel de voorgenomen verhuizing op basis van waardenmanagement.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
34 Projectvoorbereiding
Definities
Risico: een situatie of gebeurtenis die zich in de toekomst kan voordoen en mogelijk negatieve
gevolgen heeft voor het project.
Kans: een situatie of gebeurtenis die zich in de toekomst kan voordoen en mogelijk positieve
gevolgen heeft voor het project.
Inleiding
Het managen van risico’s en kansen is een doorlopend proces gedurende de hele levenscyclus van
het project. Het effectief managen van risico’s en kansen draagt sterk bij aan het projectsucces.
Daarom is risicomanagement een belangrijke verantwoordelijkheid van de projectmanager. Daarbij
is niet de administratieve afhandeling van risicomanagement het belangrijkste, maar het creëren
van een proactieve houding waarbij de betrokkenen zich steeds afvragen wat er mogelijk zou
kunnen gebeuren en of het verstandig is daar al op te anticiperen.
Waar in dit hoofdstuk wordt gesproken over risico’s worden in principe risico’s en kansen bedoeld.
Leerdoelen
- Het onderscheiden van risico’s en kansen (B);
- Het onderscheid tussen risico’s/kansen en ramingen (B);
- Het onderscheiden van de begrippen risicoblootstelling, risicobereidheid en risico-aversie (B);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Wanneer
Een eerste risicoanalyse moet worden uitgevoerd in de projectvoorbereidingsfase bij het
formuleren van de projectopdracht. Een uitgebreide risicoanalyse moet worden uitgevoerd
in de projectdefinitiefase bij het opzetten van het projectmanagementplan (zie hoofdstuk 5.01
Projectdefinitiefase). In deze fase wordt ook het risicoregister ingericht. Tijdens het gehele project
moeten risico’s worden gemanaged en moeten risico’s worden meegenomen in de besluitvorming.
Tenminste tijdens iedere faseovergang moet opnieuw een risicoanalyse worden uitgevoerd.
De risicomanagementstrategie wordt opgesteld tijdens de projectdefinitiefase en geactualiseerd
tijdens de opeenvolgende faseovergangen. De risicomanagementstrategie omvat de processsen en
verantwoordelijkheden voor risicomanagement in het project. In de risicomanagementstrategie
wordt ook de risicotolerantie voor het project vastgelegd.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Wie
De projectmanager is verantwoordelijk voor het opstellen van de risicomanagementstrategie voor
het project en het risicomanagement in het project. De risico-eigenaar is verantwoordelijk voor
de aan hem toegewezen afzonderlijke risico’s. De risico-actiehouder is verantwoordelijk voor het
uitvoeren van de afzonderlijke risicomaatregelen. De projectopdrachtgever keurt de risicomanage-
mentstrategie goed en is eindverantwoordelijk voor het risicomanagement in het project.
Risico’s
Een risico is een toekomstige situatie of gebeurtenis die zich kan voordoen en die mogelijk nega-
tieve gevolgen heeft voor het project. De grootte van een risico wordt uitgedrukt in de verwach-
tingswaarde; dit is de waarschijnlijkheid maal de verwachte impact.
Om de grootte van het risico te duiden is het belangrijk om tegelijk met het risico ook de risico-
oorzaak en de mogelijke gevolgen voor het project te beschrijven:
Door <oorzaak> bestaat het risico dat <mogelijke gebeurtenis/conditie>, met als gevolg
dat <consequentie>’
Bijvoorbeeld: door het tekort aan technisch personeel (risico-oorzaak) bestaat het risico dat de
installatie van de machine uitloopt (gebeurtenis) met als gevolg dat het project vertraging oploopt
(consequentie).
Door het aangeven van de oorzaak kun je makkelijker risicomaatregelen identificeren. Door het
vermelden van het mogelijke gevolg maak je de noodzaak om risicomaatregelen te nemen duidelijk.
Let op! Het risico zelf is alleen de onzekere situatie of gebeurtenis (de kans dat de installatie van
de machine uitloopt) en niet de risico-oorzaak (het tekort aan technisch personeel) en ook niet het
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
36 Projectvoorbereiding
klein, gemiddeld, groot en zeer groot, waarbij een risico met een zeer grote waarschijnlijkheid al
tot een issue wordt gerekend (zie hierboven).
De risicohorizon is van belang om goed te kunnen focussen op de afzonderlijke project- en
gebruiksfasen. Voor een indeling van de risicohorizon wordt vaak aangehouden: direct, deze fase,
één van de komende fasen, bij oplevering, bij ingebruikname en tijdens gebruik.
Risicocategorieën (V111f)
Risico’s kunnen we indelen in verschillende categorieën. Deze risicocategorieën kunnen ons
helpen bij de risico-identificatie en maken ook een opsplitsing naar risico-eigenaren makkelijker.
Risicocategorieën zijn bijvoorbeeld strategische, economische en juridische risico’s.
Daarnaast zijn risico’s te onderscheiden naar project- en zakelijke risico’s en naar interne en externe
risico’s. Interne risico’s zijn risico’s waarvan de oorzaak binnen de scope van het project ligt dan
wel binnen de verantwoordelijkheid van de projectorganisatie. Externe risico’s zijn risico’s waarvan
de oorzaak buiten de scope van het project ligt dan wel buiten de verantwoordelijkheid van de
projectorganisatie (zie figuur 4.05.01).
Nieuw
Extern Faillissement
product
risico leverancier
concurrent
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Projectrisico’s zijn risico’s die gevolgen kunnen hebben voor het realiseren van de projectdoel-
stellingen. Zakelijke risico’s zijn risico’s die gevolgen kunnen hebben op het effect dat de klant met
het projectresultaat wil bereiken, maar niet direct op het projectresultaat zelf.
De projectmanager moet zorgen dat niet alleen de interne projectrisico’s worden gemanaged maar
ook de externe en zakelijke risico’s. Alleen ligt bij de externe en zakelijke risico’s de verantwoorde-
lijkheid voor het managen van die risico’s vaak bij de opdrachtgever en andere leden van de stuur-
groep. Voor het beheersen van het project en het zeker stellen van de zakelijke rechtvaardiging zijn
deze risico’s echter minstens zo belangrijk als de interne projectrisico’s.
Risicomanagementstandaard (V112a)
De risicomanagementstandaard NEN-ISO 31000-2018 bestaat uit principes, een raamwerk en de
processen voor het managen van risico’s en kansen.
Principes risicomanagement
De principes beschrijven de randvoorwaarden die risicomanagement effectief maken:
1. Maakt integraal deel uit van alle activiteiten in de organisatie;
2. Wordt systematisch, in samenhang toegepast;
3. Is afgestemd op de context en de doelstellingen van de organisatie;
4. Betrekt alle belanghebbenden;
5. Anticipeert tijdig en proportioneel op veranderingen;
6. Is gebaseerd op de best beschikbare informatie;
7. Houdt rekening met menselijke en culturele factoren;
8. Verbetert continu door opgedane kennis en ervaringen.
Raamwerk risicomanagement
Het raamwerk beschrijft de fundamenten en organisatorische maatregelen die het mogelijk maken
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
38 Projectvoorbereiding
Analyseren risico’s
Evalueren risico’s
Behandelen risico’s
Risicomaatregelen (V112b)
Mogelijke risicomaatregelen, ook wel ‘mitigerende’ maatregelen, zijn:
- Vermijden van de activiteit die het risico veroorzaakt;
- Verwijderen van de risicobron;
- Verminderen van de waarschijnlijkheid;
- Verminderen van de impact (o.a. verzekeren);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
- Calamiteitenplan (contingency plan), een specifieke vorm van het verminderen van de impact;
- Delen van het risico met een andere partij (bonus-malusregeling);
- Het weloverwogen accepteren van het risico;
- Accepteren/verhogen van het risico om van een kans gebruik te maken.
Risico dat je
teveel betaalt
Secundair risico
Risicoregister (V113a)
Voor het managen van risico’s is het aan te raden de status en de geschiedenis van de risico’s en
kansen en de betreffende maatregelen vast te leggen in een risicoregister (zie figuur 4.05.04).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Risico- en kansregister
• Risico-identificatienummer • Verwachte geldwaarde
• Indiener risico • Nabijheid risico
• Datum registratie • Risicomaatregel
• Risicocategorie • Risico-eigenaar
• Risicobeschrijving • Risico-actiehouder
• Waarschijnlijkheid en impact • Actuele status risico
Het risicoregister voorkomt dat na het nemen van de risicomaatregelen de geïdentificeerde risico’s
en kansen onder de radar blijven, totdat het te laat is. Tevens is een risicoregister een goede check-
lijst bij de voorbereiding van de project- en stuurgroepvergaderingen.
Kansmaatregelen (V112c) C
Naast risico’s zijn er natuurlijk ook kansen. Mogelijke kansmaatregelen zijn:
- Uitnutten - Deze maatregel stelt zeker dat de kans wordt benut, bijvoorbeeld door het vroegtijdig
afsluiten van een contract, omdat nu nog een bepaalde korting wordt gegeven.
- Vergroten - De impact en/of de waarschijnlijkheid van de kans wordt vergroot, bijvoorbeeld
door meerdere opdrachten samen te voegen, waardoor de kans op extra korting toeneemt.
- Delen - Een bijzondere vorm van vergroten, bijvoorbeeld door een offerte samen met een
andere partij uit te brengen.
- Negeren - Niets doen, omdat het effectiever lijkt om pas te reageren als de kans zich effectief
voordoet maar wel de vinger aan de pols houden.
premortem-analyse.
Productdecompositiestructuur
Het opstellen van een productdecompositiestructuur is niet alleen een goed instrument voor het
vaststellen van de scope. Het is ook een uitstekend instrument om risico’s en kansen binnen een
plan te identificeren. Zie voor het opstellen van een productdecompositiestructuur hoofdstuk 5.02
Scope.
Visgraatdiagram
Een oorzaak-gevolgdiagram ofwel visgraatdiagram of Ishikawa-diagram is een middel om
mogelijke oorzaken van problemen in kaart te brengen (zie figuur 4.05.05). De eerste visgraat-
diagrammen kenden een standaard indeling van oorzaken in 6 categorieën: Mens, Machine,
Metingen, Materialen, Milieu en Methoden (6M). Tegenwoordig worden verschillende indelingen
gebruikt.
Mens Machine Metingen
Probleem
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
40 Projectvoorbereiding
Premortem-analyse
Een premortem-analyse is een risico-identificatietechniek die uitgaat van de veronderstelling dat
een project faliekant is mislukt. De vraag die ieder teamlid dan voor zichzelf moet beantwoorden
is om in 10 tot 15 minuten te bedenken hoe dit had kunnen gebeuren. Het beantwoorden van deze
vraag genereert in potentie de belangrijkste uitvoeringsrisico’s waarop geanticipeerd moet worden.
mogelijke gelegenheid.
Verwachte geldwaarde
De verwachte geldwaarde is de verwachtingswaarde uitgedrukt in geld. Het totaal van de verwachte
geldwaarde kan dan dienen als basis om een risicoreservering (calamiteitenbudget) op te nemen in
het budget (zie tabel 4.05.02).
Waarschijn- Verwachte Waarschijn- Verwachte
Risico Impact Risico Impact
lijkheid geldwaarde lijkheid geldwaarde
Totaal € 55.000,-
Tabel 4.05.01 kans-effectmatrix met verwachtingswaarde Tabel 4.05.02 met verwachte geldwaarde
Waarschijnlijkheidsberekeningen
Waarschijnlijkheidsberekeningen zijn berekeningen waarbij de uitkomsten berusten op een zekere
mate van toeval. Daarbij wordt meestal naar het verleden gekeken en dat geëxtrapoleerd naar de
toekomst. Bij het spelen met dobbelstenen is dat vrij eenvoudig. Bij de inschatting van de kans op
overlijden is dat al veel lastiger.
Voor het opstellen van een waarschijnlijkheidsberekening moet je eerst bewust of onbewust een
model opstellen. De uitkomsten moet je altijd met zeer veel argwaan beoordelen. Dit wordt het
hebben van een ‘sceptisch standpunt’ genoemd. Belangrijk is altijd na te gaan wat de onderzoek-
kaders zijn en waarop de berekening is gebaseerd. De stelling ‘mensen met grote voeten zijn
gemiddeld zwaarder dan mensen met kleine voeten’ is waar, als je ook baby’s meeneemt in het
onderzoek.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Beslisboom
Een beslisboom gebruik je om risico’s en kansen te evalueren (zie figuur 4.05.06). Op basis van een
beslisboom kun je de totale geldwaarde van risico’s en kansen vaststellen.
0,-
0.00
x€5
10%
00,- 90%
10.0 x€0
A€ ,-
B€ 0,-
7.50 0.00
0,- x € 20
5%
95%
x€
0,-
Figuur 4.05.06 Voorbeeld van een risicoanalyse op basis van een beslisboom
In het voorbeeld in figuur 4.05.06 wordt beoordeeld of het statistisch gezien verstandig is te
kiezen voor alternatief A of B. In geval van alternatief A zijn de initiële kosten € 10.000,- en is de
kans op schade 10% met een gemiddeld schadebedrag van € 50.000,-. In geval van alternatief B
zijn de initiële kosten € 7.500,- en is de kans op schade 5% met een gemiddeld schadebedrag van
€ 200.000,-. Op basis van de beslisboom is het verstandig te kiezen voor alternatief A.
- Alternatief A: € 10.000,- + 10% van € 50.000,- > de verwachte geldwaarde = € 15.000,-.
- Alternatief B: € 7.500,- + 5% van € 200.000,- > de verwachte geldwaarde = € 17.500,-.
Statistische technieken
Er bestaan verschillende statistische technieken voor het berekenen van kansen met één of meer
variabelen. Voor het berekenen van de kans van over- en onderschrijding van bepaalde waarden
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
wordt in projecten vaak gebruik gemaakt van de PERT-methode (zie hoofdstuk 5.04 Tijd).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
42 Projectvoorbereiding
Datum Kans ×
Nr. Risico Maatregel Risico-eigenaar
in Impact
1 Architect is ziek 01-09 Nog ziek Tekenaar neemt over Projectmanager
2 Vergunning mogelijk 15-09 4×5 Nog te bepalen Afdeling
later Vergunningen
3 Materiaal mogelijk laat 01-10 1×1 Kopen extra voorraad Werkvoorbereiding
4 Bezwaren omwonenden 01-11 4×2 Voorlichtingssessie Gebruiker
5 Evt. strenge winter 15-02 3×3 Overkapping Aannemer
- Definieer 3 aandachtspunten.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
4.06 Projectaanpak 43
Definities
Projectsucces: de mate waarin het werkelijk opgeleverde projectresultaat de belanghebbenden
tevreden stelt.
Projectsucces- en faalcriteria: aspecten waarop in belangrijke mate het succes of falen van het
project wordt afgemeten door de diverse betrokkenen.
Projectsucces- en faalfactoren: aspect die een sterke invloed hebben op het al dan niet succesvolle
verloop van het project.
Projectmanagementsucces: de mate waarin alle relevante belanghebbenden tevreden zijn met het
optreden van de projectmanager.
Projectaanpak: de beschrijving op hoofdpunten hoe de op te leveren resultaten worden gerealiseerd.
Inleiding
Het is belangrijk om de projectsuccesfactoren en -succescriteria en de bijbehorende projectaanpak
zo vroeg mogelijk in het project te bespreken en overeen te komen. Door dit vooraf overeen te
komen en hier tijdens de uitvoering van het project op te sturen, neemt de kans dat het project
succesvol zal zijn sterk toe.
Leerdoelen
- Het vaststellen wanneer een project succesvol is (T);
- Het identificeren van de succes- en faalcriteria in een project (T);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
- De belangrijkste succes- en faalfactoren volgens het Chaosrapport 2015 van de Standish Group (T);
- Het identificeren van de succes- en faalfactoren in een project (T);
- Het belang inzien van een goede analyse van de succes- en faalcriteria en -factoren vooraf (T);
- Het vaststellen wat projectmanagementsucces is (T);
- Het belang inzien van het periodiek evalueren van het project (B);
- Het kiezen van een projectaanpak op basis van het Diamantmodel van Shenhar & Dvir (T).
Wanneer
Tijdens de projectvoorbereidingsfase moet een analyse worden gemaakt van de succes- en faal-
criteria en -factoren van een project. Mede op basis daarvan wordt de initiële aanpak voor het
project bepaald. Daarbij moeten ook de leerervaringen uit voorgaande projecten worden meege-
nomen. In de projectdefinitiefase wordt de projectaanpak uitgewerkt in een projectplan. Bij
iedere faseovergang moeten de betreffende projectsuccesfactoren en -criteria en de projectaanpak
worden gereviewd en eventueel geactualiseerd.
Wie
De projectmanager is verantwoordelijk voor het opstellen van de projectaanpak en het (tussen-
tijds) evalueren van de leerervaringen. De projectopdrachtgever is echter eindverantwoordelijk
voor de uiteindelijke aanpak in het project. De projectopdrachtgever is eindverantwoordelijk voor
het projectsucces. De projectmanager is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding in het project.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
44 Projectvoorbereiding
wilden ze op basis van voortschrijdend inzicht achteraf iets anders. Of het opgeleverde resultaat is
toch niet ‘fit for use’ of ‘fit for purpose’. Ook het omgekeerde komt voor. Het project is duurder
geworden dan begroot, heeft langer geduurd dan gepland en er is niet opgeleverd wat oorspronke-
lijk was afgesproken en toch is iedereen uiterst tevreden en noemt men het een succesvol project;
kijk maar naar de verbouwing van het Rijksmuseum.
De belangrijkste belanghebbenden voor projectsucces zijn de opdrachtgever en de gebruikers,
maar de gebruikers hebben de meeste invloed op de beleving van anderen en die van de opdracht-
gever. Het zijn dus met name de gebruikers waar de projectmanager zich binnen de gegeven kaders
van de opdracht op moet richten.
Projectmanagementsucces
Projectmanagementsucces is gerelateerd aan projectsucces maar is niet hetzelfde. Project-
managementsucces is de mate waarin de relevante belanghebbenden tevreden zijn over het
optreden van de projectmanager. Een project dat door externe omstandigheden moet worden
afgebroken, kan ‘niet succesvol’ worden genoemd, maar de projectmanager kan daarentegen wel
heel succesvol het project hebben gemanaged. Ook het omgekeerde komt voor. Het project is
succesvol, maar dat was meer ondanks dan dankzij de projectmanager.
Net als bij projectsucces geldt ook bij projectmanagementsucces dat de tevredenheid van de
belanghebbenden de mate van het succes bepaalt. Wat was zijn bijdrage tot het succes van het
project (of niet)? Maar ook zeer basaal: heeft de projectmanager gedaan wat hij met de opdracht-
gever heeft afgesproken? Dit laatste lijkt simpel maar schiet dat er door de drukte van alle dag
nogal eens bij in. Zo worden afgesproken rapportages nog weleens vergeten. Een vaak gehoorde
kreet is: ‘ik had het te druk en ik heb de opdrachtgever toch al mondeling geïnformeerd?’ Dit is
geen excuus en gaat, als er storm op komst is, tegen je werken.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
4.06 Projectaanpak 45
Competent
Duidelijke visie
projectmanagementteam
en doelen 4 %
5%
Eenvoudige Betrekken
uitvoering 6% gebruikers 15%
Flexibele
aanpak 7%
Competente
staf 10%
Optimalisatie Emotionele
15% volwassenheid 15%
Figuur 4.06.01 Verdeling van de succesfactoren bij IT-projecten volgens de Standish Group (2015)
Medium Nieuwigheid
Ve Co Later bevriezen
rz Sy m
am st bi Laag van de eisen
el ee na
in m tie
g
Be Ni Do
ke eu or
nd w br
Formeel Normaal aa
k
Complexiteit
Snel
Kritiek
Autonomie
Crisis Snelheid
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
46 Projectvoorbereiding
worden windmolens gekoppeld aan een energieopslag in waterbekkens. Dit moet er voor zorgen
dat ook in windluwe tijden energie aan de huishoudens kan worden geleverd. In de waterbekkens
worden tevens drijvende zonnepanelenplateaus gelegd. Die draaien mee met de stand van de zon.
Dat is nog niet eerder vertoond. Veel zaken zijn nog onzeker. De drie systemen moeten zo op
elkaar worden afgestemd dat een nog niet eerder gerealiseerd rendement wordt behaald.
Daarnaast wil Spits zich onderscheiden door het nemen van allerlei milieumaatregelen. Zo zullen
de windmolens stil worden gezet als er een zwerm vogels langs vliegt. Dat is alleen nog maar in
het Windpark Krammer toegepast, maar daar werkt het nog niet optimaal. Omdat Spits graag een
positie op de alternatieve energiemarkt wil verwerven, hebben ze haast met de uitvoering van het
project. Ze willen voorkomen dat anderen eerder met een dergelijke combinatie op de markt komt.
Het project gaat enkele jaren duren. Om tot een goede aanpak van dit project te komen, wordt
gebruik gemaakt van het Diamond model.
- Benoem de vier assen van het Diamond model en geef voor ieder van die vier assen aan, hoe
dit project scoort op die as, licht je antwoord toe en geef aan welke aanpak daarbij hoort.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
47
5. Projectdefinitie
In dit deel worden de vaktechnische projectmanagementcompetenties beschreven die in de
projectdefinitiefase dominant aan de orde komen:
Hfdst. ICB4 Titel
5.01 V10 Projectdefinitiefase
5.02 V3 Scope
5.03 V6 Kwaliteit
5.04 V4 Tijd
5.05 V8 Mensen en middelen
5.06 V7 Financiën
5.07 C1 Zakelijke rechtvaardiging
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
48 Projectdefinitie
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.01 Projectdefinitiefase 49
Definities
Projectdefinitiefase: de eerste fase van het project waarin de basis wordt gelegd voor de uitvoering
van het project.
Projectmanagementplan: het plan dat beschrijft hoe het project wordt uitgevoerd en beheerst.
Project start-up (PSU): een workshop met als doel de verwachtingen en visies van de belangheb-
benden ten aanzien van de projectopdracht en -uitvoering op elkaar af te stemmen.
Kick-off: een bijeenkomst bij de start van de uitvoering om een efficiënte en effectieve opstart van
die uitvoering te bevorderen.
Projectsupport: een ondersteunende rol binnen het projectmanagementteam, die de project-
manager ondersteunt door bepaalde administratieve diensten te verrichten en specialistische
ondersteunende taken uit te voeren.
Projectbeoordeling: de beoordeling van het project als geheel om te besluiten de (verdere) uitvoe-
ring van het project te autoriseren.
Decision to fund (tweede projectbeslissing): de beslissing om de uitvoering van het project te
autoriseren.
Inleiding
Het doel van de projectdefinitiefase is om een stevige fundering te leggen voor de uitvoering van
het project, zodat de organisatie duidelijkheid krijgt over het werk dat moet worden uitgevoerd om
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Leerdoelen
- Het doel en de kenmerken van de projectdefinitiefase (T);
- De uit te voeren activiteiten in de projectdefinitiefase (T);
- Het opstellen van het projectmanagementplan en de onderliggende documenten (T);
- De kenmerken, redenen en doelen om een PSU-workshop te houden (T);
- De kenmerken, redenen en doelen om een kick-off vergadering te houden (T);
- Het voorbereiden van de projectbeslissing op het eind van de projectdefinitiefase (T);
- Het inrichten van een projectsupport (T).
Wanneer
De projectdefinitiefase is de eerste fase van het project en start na de eerste projectbeslissing
(decision to justify) door de opdrachtgever. De projectdefinitiefase eindigt met de projectbeslis-
sing door het bedrijfs- of programmamanagement of de klant voor de uitvoering van het project
(decision to fund) en de autorisatie van de opdrachtgever aan de projectmanager om met de eerste
uitvoeringsfase van het project te beginnen (zie figuur 5.01.01).
Wie
De projectmanager is verantwoordelijk voor de uitvoering van de projectdefinitiefase en het
opstellen van het projectmanagementplan en het faseplan voor de eerste uitvoeringsfase. De
opdrachtgever is eindverantwoordelijk voor het resultaat van de projectdefinitiefase en voor het
verkrijgen van de projectbeslissing (decision to fund) van het bedrijfs- en programmamanagement
of de klant.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
50 Projectdefinitie
Projectdefinitiefase (V102a)
De projectdefinitiefase is de eerste fase van het project. In de projectdefinitiefase wordt de basis
gelegd voor het project. In deze fase werk je samen met de gebruikers en teamleden het plan voor
het project uit, onderzoek je in detail uit of er een gezonde business case is voor de uitvoering van
het project en stel je het projectmanagementplan en het faseplan voor de eerste uitvoeringsfase op.
Samenvatting
Project- PM-plan
mandaat
Opdrachtgever Opdrachtgever/stuurgroep
Projectbeoordeling
1e Projectbeslissing 2e Projectbeslissing
Projectopdracht, Autorisatie PM-plan, Autorisatie
Plan project- definitiefase Faseplan 1e uitvoeringsfase
Project- definitiefase
aanvraag
Project-
voorbereidingsfase Projectdefinitiefase Uitvoeringsfase(n)
Projectmanagementplan (V102b)
Het projectmanagementplan beschrijft hoe het project moet worden uitgevoerd en beheerst.
Het projectmanagementplan wordt opgesteld door de projectmanager en goedgekeurd door de
projectopdrachtgever. Het projectmanagementplan moet echter ook worden gevalideerd door het
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
• Managementsamenvatting • Projectorganisatie
• Aangescherpte projectbeschrijving • Werk- en rapportageafspraken
• Basis programma van eisen • Communicatieplan
• Projectplan • Faseplan 1e uitvoeringsfase (optioneel)
• Risicologboek • Referenties
• Business case
Het projectmanagementplan bevat meer dan het projectplan alleen. Het bevat ook de (aangepaste)
projectbeschrijving, het basis programma van eisen, de uitgewerkte business case, de project-
organisatie met de rollen en verantwoordelijkheden, de werk- en rapportageafspraken en ten slotte
het communicatieplan. Soms wordt ook het faseplan van de 1e uitvoeringsfase opgenomen in het
projectmanagementplan (zie figuur 5.01.02). Het projectmanagementplan wordt soms ook wel de
PID (projectinitiatiedocumentatie) of het plan van aanpak genoemd.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.01 Projectdefinitiefase 51
Aan een kick-off nemen deel de teamleden en andere direct bij het project betrokken personen.
In een kick-off worden:
- Doel, resultaat en aanpak van het project uitgelegd;
- De taken verdeeld en op elkaar afgestemd;
- De van toepassing zijnde procedures toegelicht;
- Werkafspraken gemaakt.
Een kick-off is ook een goede teambuilding activiteit en creëert als het goed gaat bij de teamleden
ook commitment voor de uitvoering van het project.
Projectmandaat Projectopdracht Projectmananagementplan
* * *
Project-
voorbereidingsfase Projectdefinitiefase Uitvoeringsfase(n)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
52 Projectdefinitie
Afhankelijk van de omvang en complexiteit van het project en de context waarbinnen het project
moet worden uitgevoerd kan de projectsupport variëren van een enkele persoon die in deeltijd de
projectmanager ondersteunt tot tientallen personen die de projectmanager en het project facili-
teren.
De taakstelling van de projectsupport kan daardoor sterk verschillen. De belangrijkste taken zijn
meestal:
- Het inrichten van de administratie;
- Het helpen bij het opstellen van planningen en begrotingen;
- De administratieve afhandeling van de verschillende processen en procedures;
- Het bewaken van de voortgang;
- Het opstellen van de rapportages;
- Het verzorgen van de communicatie;
- Het faciliteren van workshops.
Daarnaast is de projectsupport soms ook verantwoordelijk voor de secretariële ondersteuning
zoals het reserveren van vergaderingen, de inkoop, het contractmanagement, het configuratie-
management, het bijhouden van het kwaliteitsregister en het afroepen van materialen en materieel
(zie figuur 5.01.05). Het is wel belangrijk de ondersteuning van te voren goed met de project-
manager af te spreken. De inrichting van projectsupport vindt meestal plaats in de projectdefinitie-
fase of anders aan het begin van de uitvoeringsfase.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.01 Projectdefinitiefase 53
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
54 Projectdefinitie
Definities
Scope: het totaal van de op te leveren producten, diensten en uit te voeren activiteiten.
Afbakening: een omschrijving van wat niet tot de scope behoort waardoor de omvang van de
scope nauwkeuriger wordt bepaald.
Scope creep: een langzame en bijna onopgemerkte uitbreiding van de scope zonder dat deze
uitbreiding van de scope expiciet wordt vastgelegd.
Werkdecompositiestructuur (WBS): een hiërarchische decompositie van het werk dat moet worden
utgevoerd om het projectresultaat te realiseren.
Productstructuurcodering: de logische codering van alle elementen in een WBS.
Productdecompositiestructuur (PBS): een productgeoriënteerde hiërarchische decompositie van
de benodigde en te realiseren producten in een plan.
Productbeschrijving: de beschrijving van een product inclusief door wie en op welke wijze het
product zal worden beoordeeld en goedgekeurd.
Productstroomschema (PSS): de schematische weergave van de volgtijdelijke afhankelijkheden van
de producten in een plan.
Swim lanes: banen in een productstroomschema, waarbij per baan alle producten in dat stroom-
schema worden getekend die door één en dezelfde partij moeten worden gerealiseerd.
Inleiding
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Leerdoelen
- Het definiëren van de scope en afbakening van het project (T);
- Het vaststellen van scope creep en de negatieve effecten daarvan (T);
- Het opstellen van een WBS en het identificeren van de noodzakelijke werkpakketten (T);
- Het toepassen van de 100%-regel in de WBS en het opzetten van een WBS-woordenboek (T);
- Het opzetten van een productstructuurcodering in een WBS (T);
- Het opzetten van een productdecompositiestructuur (PBS) en een productbeschrijving (T);
- Het opzetten van een productstroomschema en het gebruik van ‘swim lanes’ (T);
- Het identificeren van planningspakketten (B).
Wanneer
In de projectvoorbereidingsfase stel je de scope en de afbakening vast. In de projectdefinitiefase
werk je de scope verder uit met behulp van een WBS of PBS. Dan stel je ook het productstroom-
schema op en de productbeschrijvingen van de belangrijkste productgroepen. Tijdens de faseover-
gangen werk je de productdecompositie, het productstroomschema en de productbeschrijvingen
verder uit in de betreffende faseplannen.
Wie
De projectmanager is verantwoordelijk voor het opstellen van de scope en de afbakening en
voor het opstellen de WBS of PBS, de productbeschrijvingen en het productstroomschema. De
projectopdrachtgever is degene die uiteindelijk al deze producten vaststelt als onderdeel van de
projectopdracht, het projectmanagementplan en de opvolgende faseplannen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.02 Scope 55
Producten
Scope
Werkgebied
- Op te leveren producten - De scope is in deze een nadere specificering van het projectresultaat.
Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van een werk- dan wel productdecompositiestructuur.
- Uit te voeren activiteiten - Vanuit de op te leveren producten zijn de uit te voeren activiteiten te
bepalen. Wordt het product alleen gerealiseerd of wordt het ontworpen én gerealiseerd?
- Betrokken werkgebieden - Voor wie of voor welke werkterreinen wordt het project uitgevoerd?
Worden de producten opgeleverd alleen voor het hoofdkantoor of ook voor de dependances?
De afbakening geeft de begrenzing aan van wat niet tot de scope behoort, waarmee je de scope
nauwkeuriger bepaalt.
Een technische interface met een ander project vraagt altijd om een nauwkeurige afbakening van
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Werkdecompositiestructuur (V32a)
Een werkdecompositiestructuur (Work Breakdown Structure (WBS)) is een hiërarchische decom-
positie van het werk dat moet worden uitgevoerd om het projectresultaat te realiseren. Het uit te
voeren werk wordt daarbij gedefinieerd door de (deel)producten die het project moet opleveren
(werkwoord + zelfstandig naamwoord). In een WBS moeten naast de specialistenproducten ook
de managementproducten worden opgenomen. In de praktijk gebeurt dit laatste meestal niet.
Componenten en werkpakketten
De onderste elementen in de afzonderlijke takken van een WBS worden werkpakketten genoemd.
Een werkpakket is het geheel van samenhangende werkzaamheden nodig voor het realiseren van
één of meer (deel)producten. De tussenliggende elementen in een WBS worden componenten
genoemd.
100%-regel
Een belangrijke regel bij een WBS is de 100%-regel. De 100%-regel stelt dat het bovenliggende
element in een WBS gelijk is aan de som van de onderliggende elementen. Omdat de WBS
tevens de basis is voor de kostendecompositiestructuur krijgen alle elementen in de WBS ook een
logische codering die in de onderliggende lagen steeds verder wordt uitgesplitst. Een product-
structuurcodering is de logische codering van alle elementen in een WBS (zie figuur 5.02.02).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
56 Projectdefinitie
WBS-woordenboek
Een WBS-woordenboek is een logboek met een gedetailleerde beschrijving van het werk en de
technische documentatie van elk WBS-element. In een WBS-woordenboek worden van alle werk-
pakketten tenminste de op te leveren producten beschreven met de tijd en kosten die nodig zijn
om die producten te realiseren. (Zie ook hoofdstuk 6.04).
Projectresultaat
01 02 03
Component
Werkpakket
03.02.01 03.02.02 03.02.03
Beheerspunten
In principe wordt in een project gestuurd op de individuele werkpakketten. Dit zijn de onderste
elementen in de verschillende WBS-takken. Soms wil je echter op een hoger niveau (component-
niveau) een project aansturen. Daarvoor is het begrip ‘beheerspunt’ ingevoerd.
Een beheerspunt is een WBS-component die je wilt beheersen en waarover gerapporteerd wordt.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Beheerspunten vormen de basis voor het beheersen van de kosten en de voortgang van het werk.
Een beheerspunt bevat altijd twee of meer werkpakketten die meestal geleverd worden door één
specifieke afdeling of leverancier. Componenten 03 en 03.02 in figuur 5.02.02 zouden beheers-
punten kunnen zijn.
Productdecompositiestructuur
Een productdecompositiestructuur (Product Breakdown Structure (PBS)) is een hiërarchische
decompositie van de producten in een plan. Een PBS en een WBS zijn beide projectdecomposities.
Alleen in de uitwerking verschillen deze decomposities van elkaar.
Het laagste niveau in een WBS zijn werkpakketten, in een PBS zijn dat de afzonderlijk op te leveren
producten. In een PBS worden verder naast de op te leveren (tussen)producten ook de externe
producten meegenomen. Externe producten zijn die producten die al bestaan of waarvan de reali-
satie buiten de scope van het project vallen, maar die wel noodzakelijk zijn voor de realisatie van
het eindproduct. Om verwarring te voorkomen worden externe producten in kleur en/of vorm
onderscheiden van de andere producten in de PBS.
Tuinhuisje
Kopjes
Extern product
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.02 Scope 57
Verder geldt in een PBS niet de 100% regel en worden ook de verschillende producten niet voor-
zien van een codering. Je kunt dan ook de verschillende producten in een PBS vrijelijk hergroe-
peren. Men maakt daarbij gebruik van zogenaamde ‘kapstokjes’. Dit zijn geen producten die
afzonderlijk moeten worden geïnspecteerd, maar ‘headings’ waaronder de producten overzichtelijk
gegroepeerd worden. Om verwarring te voorkomen moeten ook deze headings in kleur en/of
vorm worden onderscheiden van de andere elementen in de PBS (zie figuur 5.02.03).
Net als bij de WBS stel je een PBS op voor de specialistenproducten én voor de management-
producten. Net als bij de WBS gebeurt dat laatste echter meestal niet.
Productbeschrijving
Een productbeschrijving is een beschrijving van een product inclusief door wie en op welke wijze
het product zal worden beoordeeld en goedgekeurd (zie figuur 5.02.04). Een productbeschrijving
stel je op voor elk afzonderlijke product in de PBS (dus ook voor de externe producten).
Productbeschrijving
• Identificatienummer en productnaam
• Doel van het product
• Verantwoordelijk voor realisatie
• Bronnen
• Samenstelling
• Vorm en presentatie
• Kwaliteitscriteria en bijbehorende toleranties
• Op welke wijze het product zal worden beoordeeld
• Beoordelaar(s) en beslisser
In de productbeschrijving worden GEEN ramingen opgenomen van tijd en geld. Die voeg je
pas toe in de beschrijving van de afzonderlijke werkpakketten (zie hoofdstuk 6.04 Beheersing en
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
rapportage).
Productstroomschema (V32b)
Een productstroomschema (PSS) is de schematische weergave van de volgtijdelijke afhankelijk-
heden van de te realiseren producten in een plan. Het PSS wordt meestal afgeleid van de PBS.
Gebruik in het PSS het liefst dezelfde bewoordingen en notaties als in de PBS (zie figuur 5.02.05).
Het productstroomschema eindigt met het op te leveren project- of deelresultaat. Het product-
stroomschema is de opmaat tot de planning.
Tekening Bouwrijpe
tuin strook
Aanwezig Nieuw
gereedschap gereedschap
Swim lanes
‘Swim lanes’ zijn de banen in een productstroomschema waarbij per baan alle producten van dat
stroomschema worden getekend die door één en dezelfde partij moeten worden gerealiseerd (zie
figuur 5.02.06). Op basis van de ‘swim lanes’ zijn direct de overgangen van de verantwoordelijk-
heid van de ene partij naar de andere partij zichtbaar. Deze overgangen vragen de bijzondere
aandacht van de projectmanager.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
58 Projectdefinitie
Partij A
Partij B
Partij C
Partij D
Projectresultaat
01 02 03
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Plannings-
pakket
03.02.01 03.02.02 03.02.03
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.02 Scope 59
Een vriend van jou wil een tuinhuisje plaatsen. Eerst moeten enkele struiken worden verwijderd
en daarna moet de grond gelijk worden gemaakt. Een van zijn vrienden zal het tuinhuisje gaan
kopen. Het plaatsen van het tuinhuisje zal in twee etappes plaatsvinden. Het eerste weekend zullen
de wanden worden geplaatst en het volgende weekend zal het dak worden aangebracht. Daarna
moet het geheel worden geïnspecteerd of alles goed op elkaar aansluit. Daarnaast zal er nog wat
tuingereedschap moeten worden gekocht. Dat moet in het tuinhuisje worden geplaatst. Een deel
van het benodigde tuingereedschap heeft hij al. Ook moet de werkbank nog in het tuinhuisje
worden geplaatst. Deze staat nu in de garage. Hij besluit een productdecompositiestructuur (PBS)
op te stellen.
Tuinhuisje
Aangebracht Geplaatst
dak gereedschap
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
60 Projectdefinitie
Grond
egaliseren
Bouwrijpe
tuin
Struiken
verwijderen
Gekocht Geplaatst
gereedschap gereedschap
Geplaatste
werkbank
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.03 Kwaliteit 61
Definities
Kwaliteit: de mate waarin een geheel van eigenschappen en kenmerken voldoet aan de eisen,
behoeften en verwachtingen die kenbaar gemaakt, vanzelfsprekend of voorgeschreven zijn.
Valideren: het controleren of het programma van eisen en/of de project(deel)resultaten geschikt
zijn voor de beoogde toepassing of het beoogde doel (fit for purpose).
Verifiëren: het controleren of iets voldoet aan de kwalificaties.
Kwaliteitsmanagement: het geheel aan leidinggevende taken dat nodig is om zeker te stellen dat
aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan.
Kwaliteitsmanagementsysteem: de complete set van kwaliteitsstandaarden, -procedures en -verant-
woordelijkheden voor een locatie of een organisatie.
Norm: een afspraak die partijen vrijwillig met elkaar maken over de kwaliteit van hun producten,
diensten of processen.
Voorschrift: een dwingende bepaling met wettelijke basis afgegeven door bestuurlijk gezag.
Standaard: een geheel aan verantwoordelijkheden, processen, procedures en technieken voor alge-
meen en herhaald gebruik met de bedoeling hierin zo veel mogelijk orde te scheppen.
Kwaliteitskosten: de kosten die enerzijds worden veroorzaakt door het bewerkstelligen en borgen
van de gewenste kwaliteit en anderzijds door de verliezen die ontstaan wanneer de gewenste kwali-
teit niet wordt bereikt.
Kwaliteitsregister (kwaliteitslogboek): een logboek waarin alle geplande en uitgevoerde kwaliteits-
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
controles, zoals kwaliteitsreviews, inspecties en testen met de relevante data, worden vastgelegd.
Kwaliteitsbeoordeling/-review: een beoordeling van een product of een dienst door een team van
betrokkenen om de conformiteit aan een set kwaliteitscriteria vast te stellen.
Audit: een systematische en onafhankelijke beoordeling of de voorgeschreven processen ook
worden nageleefd.
Evaluatie: een beoordeling van de uitgevoerde activiteiten en de daarmee samenhangende resul-
taten om procesverbeteringen te kunnen identificeren.
Inleiding
Wat de één iets van goede kwaliteit vindt, kan de ander juist waardeloos vinden. En die mening
kan ook nog verschuiven in de tijd. Kwaliteit is daarmee één van de moeilijkste beheersaspecten in
een project. Kwaliteitsbeheersing verdient dan ook bijzondere aandacht gedurende de totale duur
van het project.
Leerdoelen
- Het definiëren van de proces- en productkwaliteit in een project (B);
- Het toepassen van de principes van valideren en verifiëren in een project (T);
- Het kennen van de kenmerken van een kwaliteitsmanagementsysteem (T);
- Het opstellen van de kwaliteitsmanagementstrategie van een project en de samenhang met de
kwaliteitsmanagementsystemen van de klant- en leveranciersorganisatie (T);
- Het vaststellen van de conformance- en non-conformancekosten in een project (T);
- Het kennen van de kenmerken van kwaliteitsbeoordelingen, audits en evaluaties (T);
- Het inrichten en beoordelen van een kwaliteits- c.q. testregister (T);
- Het onderscheiden van normen, voorschriften en standaards en begrijpen wat daarvan de
impact is op een project (B);
- De zeven basis kwaliteitsinstrumenten (T);
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
62 Projectdefinitie
Wanneer
In de projectdefinitiefase stel je de kwaliteitsmanagementstrategie van het project op en richt je
het kwaliteitsregister in. Tijdens de faseovergangen actualiseer je de kwaliteitsmanagementstrategie
en leg je de uit te voeren kwaliteitsacties vast in het kwaliteitsregister. Tijdens de projectuitvoering
tenslotte worden de uitgevoerde kwaliteitsacties geregistreerd in het betreffende register voor het
verkrijgen van overzicht en als basis voor verdere acties.
Wie
De projectmanager is verantwoordelijk voor het opstellen van de kwaliteitsmanagementstrategie
en het inrichten en actualiseren van het kwaliteitsregister. De projectopdrachtgever is eindverant-
woordelijk voor de kwaliteit in het project.
Kwaliteit
Kwaliteit wordt in de NEN-ISO 9000:2015 gedefinieerd als de mate waarin een geheel van eigen-
schappen en kenmerken voldoet aan behoeften of verwachtingen die kenbaar gemaakt, vanzelf-
sprekend of dwingend voorgeschreven zijn.
Kwaliteit is daarmee een relatief begrip. Het is de mate waarin iets voldoet. Kwaliteit is niet auto-
matisch het beste leveren wat maar mogelijk is. Dat kost alleen maar extra tijd, geld en moeite voor
iets wat niet altijd gevraagd wordt: het beste is de vijand van het goede.
het eindresultaat van een project voldoet aan de behoeften en verwachtingen, die kenbaar gemaakt,
vanzelfsprekend of dwingend voorgeschreven zijn.
Proceskwaliteit is de mate waarin een geheel van eigenschappen en kenmerken van het realisa-
tieproces voldoet aan de behoeften en verwachtingen, die kenbaar gemaakt, vanzelfsprekend of
dwingend voorgeschreven zijn. In projecten wordt meestal aan beide aspecten eisen gesteld.
Kwaliteitsmanagement (V61c)
Kwaliteitsmanagement omvat het geheel aan leidinggevende taken dat nodig is om zeker te stellen
dat aan de criteria wordt voldaan. Het kwaliteitsmanagementsysteem omvat de complete set aan
kwaliteitsstandaarden, -procedures en -verantwoordelijkheden voor een locatie of een organisatie.
Kwaliteitsmanagement omvat:
Kwaliteitsborging - is het aspect van kwaliteitsmanagement gericht op het geven van vertrouwen dat
aan de kwaliteitseisen zal worden voldaan. Kwaliteitsborging bestaat uit het opstellen, inrichten,
bewaken en onderhouden van het afgesproken kwaliteitsmanagementsysteem.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.03 Kwaliteit 63
Kwaliteitsplanning - is het aspect van kwaliteitsmanagement dat zich richt op het bepalen van de
kwaliteitscriteria én het specificeren van de noodzakelijke operationele processen en daarmee
samenhangende middelen om te voldoen aan die kwaliteitscriteria.
Kwaliteitsbeheersing - is het aspect van kwaliteitsmanagement gericht op het voldoen aan de kwali-
teitseisen. Kwaliteitsbeheersing omvat alle activiteiten die gericht zijn op het controleren of de
producten voldoen aan de gestelde eisen én de activiteiten die gericht zijn op het uitschakelen van
de oorzaken van onbevredigende prestaties.
Kwaliteitsverbetering - is het aspect van kwaliteitsmanagement gericht op het vergroten van het
vermogen om te voldoen aan de kwaliteitseisen. Het richt zich daarbij op het verbeteren van de
doeltreffendheid, doelmatigheid en de naspeurbaarheid van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Meestal stel je voor een project geen afzonderlijk kwaliteitsmanagementsysteem op, maar gebruik je
een extract van het kwaliteitsmanagementsysteem van de staande organisatie. Dit wordt vastgelegd
in de kwaliteitsmanagementstrategie van het project. Het kwaliteitsmanagementplan beschrijft de
kwaliteitsactiviteiten en bijbehorende middelen voor het project.
Kwaliteitskosten (V61e)
Volgens Juran (1988) omvatten de kwaliteitskosten conformance- en non-comformancekosten:
- Conformance kosten: de preventiekosten en de beoordelingskosten;
- Non-conformance ofwel faalkosten: de kosten voor vervanging en/of herstel.
Totale
kwaliteits-
kosten
Faalkosten
Kosten per eenheid product
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Beoordelings- en
preventiekosten
Inhoud Review
Proces Audit
Leerpunten Evaluatie
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
64 Projectdefinitie
Kwaliteitsregister
• Referentienummer
• Te beoordelen product(en)
• Type beoordeling
• Rollen en verantwoordelijkheden
• Geplande, voorgenomen en actuele datum beoordeling
• Geplande, voorgenomen en actuele datum goedkeuring
• Resultaat beoordeling
• Aantal correctieve maatregelen
• Referentie naar de betreffende kwaliteitsdocumenten
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.03 Kwaliteit 65
7 Basiskwaliteitsinstrumenten (V61d) C
De zeven basiskwaliteitsinstrumenten zijn:
1. Oorzaak-gevolgdiagram
Een oorzaak-gevolgdiagram maakt het verband tussen oorzaak en gevolg zichtbaar (zie 4.06
Risico’s en kansen). Met een oorzaak-gevolgdiagram kun je kwalitatief de oorzaken en gevolgen
van afwijkingen van specificaties bepalen.
2. Stroomdiagram
Een stroomdiagram is een visualisering van een proces (zie hoofdstuk 5.01 Projectstructuren).
Met een stroomdiagram kun je de volgtijdelijkheid van activiteiten bepalen.
3. Histogram
Een histogram is een diagram waarbij de frequentie van uitkomsten van een proces, gegeven
een variërende inputwaarde, wordt gevisualiseerd (zie figuur 5.03.04). Met een histogram kun
je resultaten vaak goed analyseren.
Aantal Aantal %Cum.
50 50 100
40 40 80
30 30 60
20 20 40
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
10 10 20
0 0 0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Input 3 8 6 9 5 7 1 10 2 4 Input
4. Pareto-diagram
Een Pareto-diagram is een histogram waarbij de inputwaarden zijn gesorteerd naar frequentie
van optreden (zie figuur 5.03.05). Een Pareto-diagram gebruik je om afwijkingen te analyseren
en als een richtlijn voor corrigerende maatregelen. Het Pareto-diagram is gerelateerd aan het
Pareto-principe, (ofwel 80/20 principe).
5. Verstrooiingsdiagram (scatter diagram)
Een verstrooiingsdiagram maakt het relatiepatroon tussen twee variabelen zichtbaar (zie figuur
5.03.06). Een verstrooiingsdiagram kun je gebruiken om relaties tussen variabelen te onder-
zoeken.
Variabele B •
• • • •
• • •• • •• • • •
• • •••• ••• • •• ••• •• • •
• • • • • •• ••• •• •
• •
• • •• •• •• ••••• •• ••• •
• • ••• •• ••• • •• • • •
• •• • • • •
•
•
••••• ••• • • •
•
•• •
•
•
• •
Variabele A
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
66 Projectdefinitie
SL
CL
CL
SL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Run (> 7x aan één zijde) Run (> 7x aan één zijde)
Met meer dan zeven opeenvolgende over- of onderschrijdingen ten opzichte van de normwaarde
spreekt men over een ‘run’ ofwel een trendafwijking.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Binnen projecten worden een groot aantal soorten testen gebruikt. Bekende testen zijn:
- Unit-test - test van de afzonderlijke componenten;
- Integratietest - test van de interfaces tussen de afzonderlijke componenten;
- Systeemtest - test van het geheel van alle componenten samen;
- Regressietest - test of alle onderdelen van het systeem na een aanpassing nog goed functioneren;
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.03 Kwaliteit 67
- Acceptatietest - test op ‘fit for use’ door gebruikers en beheer & onderhoud;
- Performancetest - test van de verwerkingssnelheid van het systeem;
- Stresstest - test van het systeem bij een piekbelasting.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
68 Projectdefinitie
- Geef aan of de PMBoK, ISO 21500 en OpenPM2 normen, voorschriften of standaarden zijn
en verklaar je antwoord.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.04 Tijd 69
Definities
Mijlpaal: een belangrijke gebeurtenis in het project op basis waarvan de voortgang van het project
kan worden gemeten.
(Project)fase: een tijdspanne binnen een project, afgescheiden van andere tijdspannen, met een
vooraf gedefinieerd deelresultaat.
Beslispunt: een (meestal) van tevoren bepaald moment in het project waarop de opdrachtgever
beslist wel of niet door te gaan met het project (go/no-go moment).
Faseringsmodel: een veel voorkomende fasering in projecten die dient als referentie voor het
faseren van toekomstige projecten.
Totale speling: de totale hoeveelheid tijd die een activiteit kan vertragen zonder dat de totale door-
looptijd van een plan toeneemt.
Balkenschema: een grafische weergave van activiteiten in de tijd waarbij op de verticale as alle
activiteiten met hun doorlooptijden staan aangegeven en op de horizontale as de tijdskalender.
Crashing: het inzetten van extra capaciteit op het kritieke pad met als doel de totale doorlooptijd
te verkorten.
Fast track: het gedeeltelijk laten overlappen van fasen om de uitvoering te versnellen.
Inleiding
Projectresultaten moeten meestal voor een van te voren bepaalde einddatum worden opgeleverd.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Het beheersen van de tijd is dan ook vaak een essentieel beheersaspect in de projecten. Zonder een
goede tijdsplanning en fasering van het uit te voeren werk is dit niet mogelijk. De projectmanager
moet dan ook in staat zijn om met de betrokken partijen een realistische en gedragen tijdsplanning
op te stellen.
Leerdoelen
- Het identificeren en opdelen van een project in mijlpalen, fasen en beslispunten (T);
- Het toepassen van verschillende faseringsmodellen in het project (T);
- Het toepassen van de Precedence chart voor het bepalen van het kritieke pad van een plan en
de totale speling van de afzonderlijke activiteiten op basis van eind-startrelaties (T);
- Het opstellen van een balkenschema met de mijlpalen, fasen, beslispunten en speling (T);
- Het vastleggen van de voortgang van het werk in een balkenschema (T);
- Het inkorten van een tijdsplanning op basis van crashing en fast track (T);
- Andere planningsrestricties en vrije speling Precedence chart (B);
- Het toepassen van statistische berekeningen op basis van de PERT-methode (T).
Wanneer
Het opstellen van een tijdsplanning is een vast onderdeel van elk plan. In de projectvoor-
bereidingsfase stel je het plan op voor de definitiefase. In de definitiefase stel je het projectplan
op en het faseplan voor de eerste uitvoeringsfase. Bij faseovergangen stel je het faseplan op voor
de volgende fase. De activiteiten voor het afsluiten van een project worden in het faseplan van
de laatste uitvoeringsfase meegenomen. Voor het plannen van de werkpakketten worden meestal
afzonderlijke teamplannen opgesteld.
Wie
De projectmanager is verantwoordelijk voor het opstellen en bewaken van het projectplan en de
opvolgende faseplannen. De teammanagers zijn verantwoordelijk voor het opstellen en bewaken
van de respectievelijke teamplannen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
70 Projectdefinitie
Plannen
Binnen projecten worden onderscheiden het projectplan, faseplannen, teamplannen en afwijkings-
plannen. Alle plannen hebben in opzet eenzelfde structuur (zie figuur 5.04.01). De uiteindelijke
indeling van een plan kan echter sterk afwijken afhankelijk van het type project en de projectcon-
text.
• Planbeschrijving
• Randvoorwaarden
• Externe afhankelijkheden
• Aannamen
• Aanpak uitvoering
• WBS/PBS (met productstroomschema)
• PvE/productbeschrijvingen
• Kostenbegroting en budgetten
• Tijdsplanning
• Mensen en middelen
Projectplan
Het projectplan wordt door de stuurgroep als een baseline gebruikt waarmee de voortgang van
het project fase voor fase kan worden bewaakt. Het projectplan identificeert de mijlpalen en fasen
van het project en definieert de geplande projectkosten en tijdsplanning voor de business case. Het
projectplan wordt door de projectmanager in de definitiefase opgesteld en aan het eind van elke
managementfase geactualiseerd. Het projectplan moet door de stuurgroep worden goedgekeurd.
Het projectplan is niet hetzelfde als het projectmanagementplan, maar is een onderdeel van het
projectmanagementplan (zie hoofdstuk 5.01 Projectdefinitiefase)
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Faseplan
Het faseplan is de basis voor de dagelijkse beheersing van die fase door de projectmanager. Het
faseplan voor de volgende fase wordt tegen het eind van de lopende fase gemaakt. Voor projecten
met maar één uitvoeringsfase kan het faseplan voor de uitvoering worden gecombineerd met het
projectplan. Het faseplan moet door de projectmanager worden opgesteld en door de stuurgroep
worden goedgekeurd.
Teamplan
Het teamplan is optioneel. Als het vereist is, wordt het tijdens de ontwikkeling van het bovenlig-
gende faseplan of tijdens het aannemen van het werkpakket opgesteld. Het teamplan wordt door
de teammanager opgesteld en geactualiseerd en wordt door de projectmanager goedgekeurd. Bij
een externe leverancier bevat het gepresenteerde teamplan vaak alleen die details die nodig zijn
voor de projectmanager om de voortgang van de uitvoering van het werkpakket te kunnen contro-
leren. De seniorleverancier is eindverantwoordelijk voor het teamplan.
Afwijkingsplan
Het afwijkingsplan vervangt het plan waarvan de toleranties (dreigen te) worden overschreden. De
indeling van het afwijkingsplan is gelijk aan het plan dat het vervangt. Het afwijkingsplan bestrijkt
de resterende periode van het plan dat het vervangt en wordt door het naast hogere management-
niveau goedgekeurd (zie ook hoofdstuk 6.04 Beheersing en rapportage).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.04 Tijd 71
Fasen
Faseren is een gebruikelijke manier om een project te structureren. Ieder project kent minimaal twee
fasen: de projectdefinitiefase en de uitvoeringsfase. De projectdefinitiefase is de eerste fase van het
project waarin middels het projectmanagementplan de grondslag wordt gelegd voor het project.
De projectvoorbereidingsfase valt vóór de eerste wilsovereenstemming tussen de opdrachtgever
en projectmanager en maakt geen onderdeel uit van het project (zie hoofdstuk 3 Projectoriëntatie).
De uitvoeringsfase wordt vaak verder opgesplitst in subfasen. Een gebruikelijke opsplitsing is een
onderverdeling in een ontwerp-, voorbereiding-, realisatie- en implementatiefase. Afhankelijk van
de scope van het project maakt de implementatie wel of niet onderdeel uit van het project.
Fasen moeten we onderscheiden van werkpakketten. Een werkpakket is het geheel aan samen-
hangende activiteiten dat nodig is voor het realiseren van één of meer producten. Werkpakketten
kunnen wél overlappen, fasen (in een deelproject) niet.
Beslispunten
Beslispunten zijn go/no-go momenten in een project:
- Het eerste beslispunt is het moment waarop de opdrachtgever op basis van de projectopdracht
en het faseplan voor de projectdefinitiefase de projectmanager autoriseert de projectdefinitie-
fase te starten. Dit is de eerste projectbeslissing en wordt ook wel decision to justify genoemd.
- Het tweede beslispunt is het moment waarop het bedrijfs- of programmamanagement of de
klant de uitvoering van het project autoriseert en de opdrachtgever de uitvoering van de eerste
uitvoeringsfase autoriseert. Dit is de tweede projectbeslissing en wordt ook wel decision to fund
genoemd
- Het laatste beslispunt is het moment waarop de opdrachtgever, in overleg met het bedrijfs- of
programmamanagement of de klant, beslist het project te beëindigen.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Faseringsmodellen (V41e)
In projecten onderscheiden we lineaire fasering, parallelle fasering en cyclische fasering (zie figuur
5.04.02). Cyclische fasering kan weer worden onderscheiden naar ontwikkelfasering, versiefasering
en timeboxing.
Onzekerheid
Cyclisch
Parallel
Lineair
Complexiteit
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
72 Projectdefinitie
Projectvoorbereiding
Projectdefinitie
Ontwerp
Voorbereiding realisatie
Realisatie
Implementatie
Lineaire fasering wordt toegepast bij eenvoudige en eenduidige (niet onzekere) projecten. In
dergelijke projecten is de vraagstelling aan het begin van het project duidelijk, is de weg waarlangs
het project kan worden gerealiseerd duidelijk en is de noodzakelijke inbreng van de gebruikers
gering. De omgeving is stabiel.
Parallelle of subprojectfasering - Voor complexe projecten: deze worden vaak opgeknipt in deelpro-
jecten nadat eerst een gemeenschappelijk basisontwerp is vastgelegd en goedgekeurd. Op het eind
van het totale project wordt met de oplevering van het laatste deelproject ook het totale project
opgeleverd en afgesloten (zie figuur 5.04.04).
Projectvoorbereiding
Projectdefinitie
Subproject 1
Subproject 2
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Subproject 3
Implementatie
Projectvoorbereiding
Projectdefinitie
Ontwerp
Voorbereiding
Realisatie
Implementatie
Ontwikkelfasering - Voor onzekere projecten waarvan het vooraf onduidelijk is wat de vereiste
specificaties zijn, wordt het proces van specificeren en ontwerpen vaak cyclisch doorlopen totdat
een acceptabele oplossing is gevonden en voordat de uiteindelijke realisatie wordt geautoriseerd
(zie figuur 5.04.05).
Projectvoorbereiding
Projectdefinitie
Aanvullende specificaties
Ontwerp
Voorbereiding realisatie
Realisatie
Implementatie
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.04 Tijd 73
Versiefasering - Voor projecten waarvan de baten sterk afhankelijk zijn van de beleving van de
eindgebruikers, wordt bij het ontwikkelen van meerdere versies van eenzelfde basisproduct eerst
een initiële versie ontwikkeld en op de markt gebracht, voordat de overige versies worden geïniti-
eerd (zie figuur 5.04.06).
Versie 1
Project Versie 2
Versie 3
Gebruik versie 1
Gebruik versie 2
Gebruik versie 3
Timeboxing - Een timebox is een vooraf overeengekomen periode waarbinnen een doel of resul-
taat moet worden gerealiseerd. Iedere taakstelling met een deadline is dus eigenlijk een timebox.
Bij timeboxing gaat het er echter om in een vast ritme van meestal zo’n 1-4 weken steeds weer een
volgend deel van het werk op te leveren.
en / of
Projectvoorbereiding
Projectdefinitie
Timeboxes
Timeboxing wordt veel gebruikt in een agile wijze van werken waarbij met een grote inbreng van
gebruikers door zelforganiserende teams per timebox een overdraagbaar product wordt gereali-
seerd (zie hoofdstuk 9.05 Procesontwikkelingsmethoden). Dit kan steeds een nieuw product zijn
of steeds een uitbreiding van het eerdere product (zie figuur 5.04.07).
Zeer complexe en onzekere projecten kennen een combinatie van parallelle, ontwikkel- en versie-
fasering en timeboxing.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
74 Projectdefinitie
VS Duur VE
Activiteit
LS Speling LE
Een eenvoudige Precedence chart kent alleen eind-startrelaties; zodra de ene activiteit eindigt kan
de volgende activiteit starten. Andere relaties (zoals start-startrelaties) zijn uiteraard mogelijk. Deze
worden hier niet uitgewerkt. Zowel alle start- als einddata in de chart worden aangegeven op einde
dag. De start van de 1e activiteit is dus niet op dag 1, maar op einde dag 0.
9=5+4
2 3 5 5 4 9 2 3 5 5 4 9
B A B C
2 0 5 5 0 9
0 2 2 9 4 13 0 2 2 9 4 13
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
A F A F
0 0 2 9 0 13
2 1 3 3 3 6 2 1 3 3 3 6
D E D E
4 2 5 6 3 9
4=5-1 3=9-6
De stappen om een tijdsplan met behulp van een Precedence chart op te stellen zijn (zie figuur
5.04.09):
- Identificeren van de activiteiten;
- Vaststellen van de onderlinge relaties tussen de activiteiten;
- Vaststellen van de doorlooptijd van de afzonderlijke activiteiten;
- Tekenen van het netwerkdiagram;
- Doorrekenen netwerk van voor (startpunt) naar achter (eindpunt) en bepalen kortste door-
looptijd;
- Doorrekenen netwerk van achter (eindpunt) naar voor (startpunt) en vaststellen kritieke pad en
de speling van de individuele activiteiten.
Met uitzondering van de eerste en de laatste activiteit moet iedere activiteit in het netwerk aan
de voorzijde en aan de achterzijde gekoppeld zijn aan één of meerdere andere activiteiten. Losse
einden in een netwerk zijn niet mogelijk. De (totale) speling is het verschil tussen het laatste einde
(LE) - het vroegste einde (VE).
Een alternatieve doorrekeningsmethode is om niet te starten met ‘einde dag’, maar met ‘start dag’.
De vroegste uitvoering van activiteit A is dan start dag 1 + duur 2 dagen = gereed einde dag 2.
Dit komt overeen met ons normaal spraakgebruik, maar is lastiger door te rekenen. Beide door-
rekeningsmethodieken zijn goed en worden toegepast.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.04 Tijd 75
Als de samenhang tussen de activiteiten duidelijk en overzichtelijk is, kun je de tijdsplanning direct
in een balkenschema opzetten en kun je de netwerkplanning overslaan. Indien nodig kun je in een
balkenschema koppelpijlen tussen de activiteiten opnemen. Als de volgtijdelijke relaties tussen de
activiteiten duidelijk zijn, kun je die echter ook weglaten. Ook kun je in een balkenschema gemak-
kelijk de speling van de verschillende activiteiten aangeven.
In een balkenschema moet je ook de beslispunten opnemen. Deze hebben theoretisch een door-
looptijd van 0. In de praktijk kunnen beslispunten echter voor een behoorlijke vertraging zorgen.
Activiteiten kunnen niet over een beslispunt doorlopen.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Nr. Activiteit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
1 Voorlopig ontwerp
2 Definitief ontwerp
3 Bestek & tekeningen
4 Selectie & contactering
5 Werkvoorbereiding
6 Welstand
7 Bouwvergunning
8 Milieuvergunning
9 Beslispunt
10 Uitvoering
11 Oplevering
Door het werk wat klaar is in te kleuren, onstaat een eenvoudig beeld van de voortgang. Een
alternatief is om per voortgangsmoment een standlijn vanuit de kalender naar beneden te trekken
die aangeeft wat gereed is (links van de lijn) en wat nog niet (rechts van de lijn): zie figuur 5.04.11.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
76 Projectdefinitie
A A A
+/-
+/-
+/-
B B B
Tijdsvertraging en tijdsversnelling
Tevens kan tussen relaties ook nog een tijdsvertraging (lag) of een tijdsversnelling (lead) worden
ingebouwd. De tijdsvertraging of de tijdsversnelling kunnen we eenvoudig weergeven door naast
de verbindingslijn tussen de activiteiten de betreffende vertraging (+) of versnelling (-) erbij te
schrijven.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Vrije speling
Naast de totale speling is er ook nog het begrip vrije speling. De vrije speling is de hoeveelheid tijd
die een activiteit kan vertragen zonder dat daardoor het vroegste begin van één van de opvolgende
activiteiten beïnvloed wordt (zie figuur 5.04.13). Zo is de totale speling van activiteit D in figuur
5.04.09 2 dagen, maar is de vrije speling 0; zodra activiteit D vertraagt, vertraagt activiteit E ook.
De vrije speling is met name van belang, als de verschillende activiteiten door verschillende partijen
worden uitgevoerd. De vrije speling wordt meestal genoteerd onder het activiteitenblok.
2 1 3 3 3 6
D E
4 2 5 6 3 9
0
Figuur 5.04.13 Berekening vrije en totale speling
Onzekerheidsanalyse (V103c) C
In de praktijk is de doorlooptijd van specifieke activiteiten niet altijd hetzelfde. Het kan tegen- en
het kan meezitten. Als het tegenzit is echter de uitloop vaak veel groter dan de tijdswinst als het
meezit. Dat levert een asymmetrische kansverdeling van de doorlooptijden op, waarbij de gemid-
delde doorlooptijd niet gelijk is aan de meest voorkomende doorlooptijd (zie figuur 5.04.14).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.04 Tijd 77
O P
M µ Gebeurtenis (x)
Doorlooptijd
Voor de berekening van het kritieke pad is het belangrijk uit te gaan van de gemiddelde door-
looptijd in plaats van de meest voorkomende doorlooptijd. Bij de PERT-methode wordt voor de
gemiddelde doorlooptijd per activiteit aangehouden:
µ=(O+4×M+P)/6
Kans om een activiteit uiterlijk in een bepaalde tijd te voltooien
Om de kans te berekenen dat een activiteit in een bepaalde tijd kan worden gerealiseerd, is naast
de gemiddelde doorlooptijd ook de spreiding van die activiteit van belang. De spreiding van een
activiteit is de mate waarin de geschatte doorlooptijden van de meest voorkomende doorlooptijden
verschillen (zie figuur 5.04.15).
P(x)
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
µ X
Spreiding
Een maat voor de spreiding van de verwachte waarden is de standaardafwijking. De standaard-
afwijking is de afstand op de horizontale as waarbij de bolling van de kansverdeling overgaat in een
holling (zie figuur 5.04.16).
Als indicatie van de standaardafwijking kan worden aangehouden:
s = (O - P) / 6
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
78 Projectdefinitie
P(x)
ơ ơ
-1 0 1 X
µ-ơ µ µ+ơ
Figuur 5.04.16 Gemiddelde en standaarddeviatie in een symmetrische kansverdeling
Kans op overschrijding
De kans om een activiteit binnen een specifieke doorlooptijd (×) te voltooien kan nu berekend
worden met de formule:
Z = (× - µ) / s
waarbij voor de verschillende (positieve) Z-waarden de kansen op onderschrijding in de tabel
‘Overschrijdingskansen standaard normale verdeling’ zijn vastgelegd (zie tabel 5.04.01). Bij een
negatieve Z-waarde geeft de tabel de kans op overschrijding weer.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.04 Tijd 79
Tweede decimaal
Z .00 .01 .02 .03 .04 .05 .06 .07 .08 .09
0.0 .5000 -5040 .5080 .5120 .5160 .5199 .5239 .5279 .5319 .5359
0.1 .5398 .5438 .5478 .5517 .5557 .5596 .5636 .5675 .5714 .5753
0.2 .5793 .5832 .5871 .5910 .5948 .5987 .6026 .6064 .6103 .6141
0.3 .6179 .6217 .6255 .6293 .6331 .6368 .6406 .6443 .6480 .6517
0.4 .6554 .6591 .6628 .6664 .6700 .6736 .6772 .6808 .6844 .6879
0.5 .6915 .6950 .6985 .7019 .7054 .7088 .7123 .7157 .7190 .7224
0.6 .7257 .7291 .7324 .7357 .7389 .7422 .7454 .7486 .7517 .7549
0.7 .7580 .76111 .7642 .7673 .7704 .7734 .7764 .7794 .7823 .7852
0.8 .7881 .7910 .7939 .7967 .7995 .8023 .8051 .8078 .8106 .8133
0.9 .8159 .8186 .8212 .8238 .8264 .8289 .8315 .8340 .8365 .8389
1.0 .8413 .8438 .8461 .8485 .8508 .8531 .8554 .8577 .8599 .8621
1.1 .8643 .8665 .8686 .8708 .8729 .8749 .8770 .8790 .8810 .8830
1.2 .8849 .8869 .8888 .8907 .8925 .8944 .8962 .8980 .8997 .9015
1.3 .9032 .9049 .9066 .9082 .9099 .9115 .9131 .9147 .9162 .9177
1.4 .9192 .9207 .9222 .9236 .9251 .9265 .9279 .9292 .9306 .9319
1.5 .9332 .9345 .9357 .9370 .9382 .9394 .9406 .9418 .9429 .9441
1.6 .9452 .9463 .9474 .9484 .9495 .9505 .9515 .9525 .9535 .9545
1.7 .9554 .9564 .9573 .9582 .9591 .9599 .9608 .9616 .9625 .9633
1.8 .9641 .9649 .9656 .9664 .9671 .9678 .9686 .9693 .9699 .9706
1.9 .9713 .9719 .9726 .9732 .9738 .9744 .9750 .9756 .9761 .9767
2.0 .9772 .9778 .9783 .9788 .9793 .9798 .9803 .9808 .9812 .9817
2.1 .9821 .9826 .9830 .9834 .9838 .9842 .9846 .9850 .9854 .9857
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
2.2 .9861 .9864 .9868 .9871 .9875 .9878 .9881 .9884 .9887 .9890
2.3 9893 .9896 .9898 .9901 .9904 .9906 .9909 .9911 .9913 .9916
2.4 .9918 .9920 .9922 .9925 .9927 .9929 .9931 .9932 .9934 .9936
2.5 .9938 .9940 .9941 .9943 .9945 .9946 .9948 .9949 .9951 .9952
2.6 .9953 .9955 .9956 .9957 .9959 .9960 .9961 .9962 .9963 .9964
2.7 .9965 .9966 .9967 .9968 .9969 .9970 .9971 .9972 .9973 .9974
2.8 .9974 .9975 .9976 .9977 .9977 .9978 .9979 .9979 .9980 .9981
2.9 .9981 .9982 .9982 .9983 .9984 .9984 .9985 .9985 .9986 .9986
3.0 .9987 .9987 .9987 .9988 .9988 .9989 .9989 .9989 .9990 .9990
3.1 .9990 .9991 .9991 .9991 .9992 .9992 .9992 .9992 .9993 .9993
3.2 .9993 .9993 .9994 .9994 .9994 .9994 .9994 .9995 .9995 .9995
3.3 .9995 .9995 .9995 .9996 .9996 .9996 .9996 .9996 .9996 .9997
3.4 .9997 .9997 .9997 .9997 .9997 .9997 .9997 .9997 .9997 .9998
3.5 .9998 .9998 .9998 .9998 .9998 .9998 .9998 .9998 .9998 .9998
3.6 .9998 .9998 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999
3.7 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999
3.8 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999 .9999
Tabel 5.04.01 Overschrijdingskansen (Z-waarden)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
80 Projectdefinitie
2. Geef een tweetal technieken om de planning in te korten en geef van beide tech- (2 punten)
nieken twee mogelijkheden in deze casus.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.04 Tijd 81
Tweede decimaal
Z .00 .01 .02 .03 .04 .05 .06 .07 .08 .09
0.0 .5000 -5040 .5080 .5120 .5160 .5199 .5239 .5279 .5319 .5359
0.1 .5398 .5438 .5478 .5517 .5557 .5596 .5636 .5675 .5714 .5753
0.2 .5793 .5832 .5871 .5910 .5948 .5987 .6026 .6064 .6103 .6141
0.3 .6179 .6217 .6255 .6293 .6331 .6368 .6406 .6443 .6480 .6517
0.4 .6554 .6591 .6628 .6664 .6700 .6736 .6772 .6808 .6844 .6879
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
0.5 .6915 .6950 .6985 .7019 .7054 .7088 .7123 .7157 .7190 .7224
0.6 .7257 .7291 .7324 .7357 .7389 .7422 .7454 .7486 .7517 .7549
0.7 .7580 .76111 .7642 .7673 .7704 .7734 .7764 .7794 .7823 .7852
0.8 .7881 .7910 .7939 .7967 .7995 .8023 .8051 .8078 .8106 .8133
0.9 .8159 .8186 .8212 .8238 .8264 .8289 .8315 .8340 .8365 .8389
1.0 .8413 .8438 .8461 .8485 .8508 .8531 .8554 .8577 .8599 .8621
1.1 .8643 .8665 .8686 .8708 .8729 .8749 .8770 .8790 .8810 .8830
1.2 .8849 .8869 .8888 .8907 .8925 .8944 .8962 .8980 .8997 .9015
1.3 .9032 .9049 .9066 .9082 .9099 .9115 .9131 .9147 .9162 .9177
1.4 .9192 .9207 .9222 .9236 .9251 .9265 .9279 .9292 .9306 .9319
1.5 .9332 .9345 .9357 .9370 .9382 .9394 .9406 .9418 .9429 .9441
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
82 Projectdefinitie
Definities
Capaciteitsmanagement: het management van de beschikbare en benodigde mensen en middelen.
Capaciteitsplan: een plan voor de inzet van mensen en middelen (uitgezonderd geld).
Capaciteitsplanning: het plannen en nagaan van de capaciteit, het nagaan of de geplande capaciteit
ook effectief wordt ingezet en indien nodig het nemen van corrigerende maatregelen.
Leveling: het optimaliseren van de tijdsplanning uitgaande van de beschikbaarheid van mensen en
middelen.
Inleiding
Zonder de inzet van mensen en middelen kan geen project worden uitgevoerd. De inzet van de
benodigde mensen en middelen is echter niet vanzelfsprekend. Welke mensen en middelen zijn
nodig, welke zijn beschikbaar, kunnen zij ook worden ingezet, levert dit ook de gewenste resultaten
op en zo niet, kunnen we de inzet van de mensen en middelen aanpassen? Al met al geen sinecure.
Leerdoelen
- Het managen van de mensen en middelen in een project (T);
- Het kennen en toepassen van verschillende schattingsmethoden (T);
- Het bepalen van de bruto en de netto capaciteit van de in te zetten mensen in het project (T);
- Het opstellen van een capaciteitsplan (T);
- Het optimaliseren van de capaciteitsinzet met behulp van leveling (T);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Wanneer
Het managen van de inzet van mensen en middelen is onderdeel van elk project, elke fase en elk
werkpakket. Het vaststellen van de benodigde inzet van mensen en middelen is een vast onderdeel
van elk plan zoals het projectplan, ieder faseplan en ieder teamplan. In de projectvoorbereidingsfase
stel je het plan op voor de definitiefase. In de definitiefase stel je het projectplan op en het faseplan
voor de eerste uitvoeringsfase. Bij faseovergangen stel je het faseplan op voor de volgende fase.
Voor het plannen van de werkpakketten worden meestal afzonderlijke teamplannen opgesteld.
Wie
De projectmanager is verantwoordelijk voor het managen van de inzet van mensen en middelen
op project- en faseniveau. De teammanagers zijn verantwoordelijk voor het managen van de inzet
van mensen en middelen binnen de respectievelijke werkpakketten. De projectopdrachtgever is
eindverantwoordelijk voor de tijdsplanning in het project.
Capaciteitsmanagement (V81a)
Capaciteitsmanagement omvat het management van de benodigde mensen en middelen en omvat:
- Plan - bepalen wat er nodig is. Vaststellen op welke wijze we deze mensen en middelen kunnen
verwerven. Onderhandelen over hun beschikbaarheid en optimaliseren van hun inzet in de tijd.
- Do - zorgen dat de inzet ook daadwerkelijk beschikbaar komt en de eigenlijke inzet zelf.
- Check - nagaan of de capaciteit effectief wordt ingezet, of de inzet ook leidt tot de geplande
resultaten en dat de inzet blijft voldoen aan de gemaakte afspraken.
- Act - zo nodig bijsturen, als afwijkingen ontstaan en escaleren indien de overeengekomen tole-
ranties dreigen te worden overschreden.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Capaciteitsplan (V81c)
Op basis van een netwerkplanning en/of Gantt chart kun je vervolgens de inzet van mensen en
middelen bepalen (zie figuur 5.05.01). De benodigde capaciteit per activiteit per tijdseenheid bepaal
je door de totale benodigde capaciteit van een activiteit te delen door de geplande doorlooptijd.
Leveling (V81b)
Mocht blijken dat er niet voldoende capaciteit beschikbaar is, dan moet je de tijdsplanning
aanpassen. Daarbij kun je niet kritische activiteiten spreiden, opdelen of verschuiven zodat je de
capaciteitsbehoefte aanpast aan de beschikbare capaciteit zonder dat de geplande doorlooptijd
opschuift. Dit heet leveling (zie figuur 5.05.02).
Tijds- Tijdsas Tijds- Tijdsas
Activiteit Cap. Cap/t Activiteit Cap. Cap/t
duur 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 duur 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
A 2 2 2 2 2 A 4 2 2 2 2
B 3 3 3 3 3 3 B 9 3 3 3 3 3
C 2 2 2 2 2 2 2 C 8 4 2 2 2 2 2
D 3 3 3 3 D 3 3 1 1 1 1
E 2 2 2 2 2 2 E 6 3 2 2 2 2
F 1 1 1 1 1 1 1 F 4 4 1 1 1 1 1
Beschikbaar Beschikbaar
Capaciteit Capaciteit
2 2 6 5 5 4 2 2 2 1 1 1 1 2 2 4 4 4 4 4 4 2 1 1 1 1
Als deze acties niet tot het gewenste resultaat leiden, dan moeten we de scope aanpassen of de
opleverdatum van het plan opschuiven. Dit moet je altijd afstemmen en overeenkomen met de
opdrachtgever/stuurgroep.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Schattingsmethoden (V103b)
Bekende schattingsmethoden zijn inspanningsmodellen, enkelvoudige of multi-expert schattingen,
equal bet, velocity analyse, analogieën, parametrische schattingen en historische data.
Inspanningsmodellen
De meest simpele methode is het opdelen van de werkzaamheden in kleinere eenheden, die ieder
op zich wel redelijk nauwkeurig zijn te ramen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de
productdecompositie die toch al is opgezet. Het kan echter nodig zijn de eenheden nog verder uit
te splitsen.
Enkelvoudige schatting (driepuntschatting)
Je kunt echter ook gewoon een expert vragen. Zijn opgave kan echter optimistisch, neutraal of
pessimistisch zijn. Het beste is dan ook die alle drie te vragen en op basis daarvan een driepunt-
schatting te maken. Een bekende rekenregel daarvoor is (PERT):
Waarde = (1x optimistisch + 4x meest voorkomend + 1x pessimistisch) / 6
Multi-expert schatting (Delphi-analyse)
Soms is het nodig meerdere experts te bevragen. Om te voorkomen dat de schattingen van de
experts elkaar beïnvloeden kun je het beste de Delphi-methode gebruiken. Dan vraag je deelne-
mers in een aantal rondes hun mening te geven en de mening van anderen te becommentariëren,
zonder dat de deelnemers te horen krijgen wie welk commentaar gegeven heeft.
Equal bet analyse
Een schattingsmethode uit de gokwereld. Daarbij wordt een waarde aangehouden waarbij de kans
× impact van een overschrijding en van een onderschrijding gelijk aan elkaar is. Dit is in principe
een aanscherping van de driepuntschatting.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
84 Projectdefinitie
Velocity-techniek
Met de velocity-techniek wordt niet een inschatting gemaakt in tijd of benodigde capaciteit maar
ten opzichte van een referentieactiviteit. Een bekende velocity inschatting is de T-shirt techniek,
waarbij een inzet wordt geclassificeerd in XS (1x), S (2x), M (3x), L (5x), XL (8x) en XXL (13x) ten
opzichte van die referentieactiviteit (XS). Het werk nodig om die referentieactiviteit uit te voeren
wordt binnen agile werken een story point genoemd. Het aantal story points dat een team per
tijdsperiode kan uitvoeren verschilt afhankelijk van het type werk, het team en de ervaring van het
team.
Analogieën
Bij analoge inschattingen maak je gebruik van waarden uit soortgelijke eerdere projecten (top-down
aanpak). Zo zijn kengetallen ontwikkeld voor de kosten van woningen per m2, kosten van zieken-
huizen per bed, et cetera.
Parametrische inschattingen
Bij parametrische schattingen maak je gebruik van kengetallen voor clusters van werk (een aanpak
tussen een top-down en een bottom-up aanpak in). Deze techniek wordt veel gebruikt. Zo zijn
kengetallen ontwikkeld voor een heel scala van werkzaamheden zoals het bouwen van dakkapellen,
maken van tekeningen, opstellen van een programma van eisen, et cetera. Bij softwareontwikkeling
wordt gebruik gemaakt van functiepuntanalyse.
Historische data
Je kunt ook gebruik maken van historische data voor de afzonderlijke activiteiten (bottom-up
aanpak). Je kunt dergelijke data zelf opbouwen, maar je kunt die data natuurlijk ook opslaan in een
gemeenschappelijk nacalculatiebestand. Daarbij is het wel belangrijk eventuele verspillingen eerst
te elimineren en de omstandigheden waarin de resultaten werden gerealiseerd goed vast te leggen.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Kritieke-ketenmethode (V81d) C
De kritieke-ketenmethode van Goldratt (2013) wijkt af van de kritieke-padmethode. De kritieke-
padmethode is alleen gebaseerd op geplande doorlooptijden en afhankelijkheden. In de kritieke-
ketenmethode worden ook expliciet de benodigde en beschikbare capaciteiten meegenomen.
Goldratt gaat er van uit dat in de planning van werkzaamheden veel marge zit die niet wordt
gebruikt. Dat valt meestal niet op. Werkzaamheden worden vrijwel nooit eerder dan gepland opge-
leverd, omdat mensen geneigd zijn pas met de werkzaamheden te starten als de start van het
werk kritisch is geworden (student syndrom). Tevens zijn mensen geneigd de werkzaamheden uit te
breiden, als ze teveel tijd hebben (Parkinson’s law).
De kritieke-ketenmethode vervangt daarom de verborgen reserves in de afzonderlijke activiteiten
door een gemeenschappelijke reserve per keten van activiteiten. Daardoor kan de duur van de
activiteiten worden gehalveerd (50%). De helft van de vrijgevallen tijd per keten van activiteiten
vormt een gemeenschappelijke reserve (25%). De andere helft van de deze tijd valt echt vrij (25%).
Daarmee wordt de gehele doorlooptijd van de planning op basis van de kritieke-ketenmethode
25% korter dan de vergelijkbare planning op basis van de kritieke-padmethode.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Daarbij gaat de kritieke-ketenmethode er van uit dat een keten van werkzaamheden zo laat moge-
lijk moet starten om effectief te zijn (ALAP), maar als die werkzaamheden eenmaal zijn gestart,
die werkzaamheden ook zo snel als mogelijk moeten worden uitgevoerd: in een soort estafette.
Zodra de ene activiteit klaar is, start de volgende activiteit. Buffers zijn er om eventuele uitloop
op te vangen; niet om het werk uit te stellen. En, ten slotte, gaat de methode ervan uit dat het
werken aan één enkele taak effectiever is dan het werken aan meerdere taken tegelijkertijd, ofwel
géén multitasking.
Omdat je steeds van taak wisselt, ontstaan bij multitasking veel omstelverliezen. Het leidt er ook
toe dat alle resultaten pas op het eind van de periode worden opgeleverd. Als je de taken achtereen-
volgens uitvoert, kunnen de eerste resultaten al vroeg in het proces worden getest en opgeleverd.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Voordelen van zo laat mogelijk starten van werkzaamheden zijn dat bestedingen pas worden
gedaan als zij noodzakelijk zijn en dat door de toegenomen kennis aanpassingen sterk kunnen
worden geminimaliseerd.
Voor de bewaking van de activiteiten worden de afzonderlijke buffers opgedeeld in een groene,
oranje en rode zone (3 × 1/3). Bevindt de voorziene einddatum zich in de groene zone, dan zijn
er nog geen acties nodig. Bevindt de voorziene einddatum zich in de oranje zone, dan moet je
corrigerende maatregelen gaan voorbereiden. Deze pas je echter pas toe op het moment dat de
voorziene einddatum zich in de rode zone bevindt.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
86 Projectdefinitie
6 Verbouwing A 20
antwoord toe.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Oplevering
De besluitvorming in de stuurgroep is echter uitgesteld. Pas op het einde week 3 krijg je einde-
lijk groen licht om het project op te starten, met natuurlijk wel de uitdrukkelijke opdracht dat
de oorspronkelijke einddatum niet mag opschuiven. Je roept je team bij elkaar. Samen besluit je
het project opnieuw te plannen maar nu op basis van de kritieke ketenmethode. De eerste werk-
zaamheden kunnen morgen al starten. Stel de kritieke-ketenplanning op van de bovenstaande
werkzaamheden.
1. Wanneer kun je het project naar verwachting opleveren? (1 punt)
2. Wat wordt de nieuwe startdatum voor activiteit D? (1 punt)
3. Wat is de grootte van de projectbuffer? (1 punt)
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
88 Projectdefinitie
Definities
Begroten: het bepalen van de kostprijs.
Budgetteren: het vaststellen van het budget.
Budgetbewaking: het monitoren van de bestedingen, uitgaven en verplichtingen, het inschatten
van de nog te verwachten kosten, het analyseren van de status en het eventueel escaleren bij een
dreigende overschrijding van de toleranties naar het naast hogere management.
Projectadministratie: de formele administratie van het project.
Financiële projectadministratie: de financiële administratie van het project die buiten de boekhou-
ding van de lijnorganisatie gevoerd moet worden (extracomptable).
Procuratie: de bevoegdheid financiële verplichtingen aan te gaan.
Managementreserve: een budgetpost voor werkzaamheden die in rede niet voorzien kunnen
worden, maar wel binnen de scope van het project vallen (unknown unknowns).
Contingency reserve: een budgetpost ter dekking van voorziene risico’s (known unknowns).
Marge: een opgenomen voorbehoud vanwege onnauwkeurigheid in de begroting.
Tolerantie: de overeengekomen ruimte in het plan waarbinnen de verantwoordelijke manager niet
naar het naasthogere niveau hoeft te escaleren voor besluitvorming.
Inleiding
Geld is vaak één van de belangrijkste beheersaspecten van een project. Opdrachtgevers hebben
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
een bestedings- en/of een financieringslimiet. Leveranciers hebben vaak vaste prijsopdrachten.
Dat maakt het budgetteren en beheersen van kosten een kernaspect van het beheersen van een
project.
Leerdoelen
- Het begroten, budgetteren en bewaken van de kosten van een project (T);
- Het opstellen van een kostendecompositie (T);
- Het definiëren van marges en reserves (B);
- Het opzetten van een budget- en kostenrapportage (T);
- Het inrichten van een projectadministratie en procuratie (B);
- Het afstemmen van project- en bedrijfsadministratie (B);
- Het koppelen van de WBS en CBS met de Organisation Breakdown Structure (T);
- Het opstellen van een Responsibility Assignment Matrix (B);
- Het inrichten van de financiële beheersing inclusief een liquiditeitsplanning (B).
Wanneer
De projectadministratie wordt tijdens de projectdefinitiefase ingericht en waar nodig tijdens de
verschillende faseovergangen geactualiseerd. Het begroten, budgetteren en bewaken is onderdeel
van elke taakstelling en dus zowel onderdeel van elk projectplan, faseplan en teamplan.
Wie
De projectsupport is verantwoordelijk voor het inrichten van de (financiële) projectadministratie.
De projectmanager is verantwoordelijk voor het begroten en bewaken van de project- en fasebud-
getten. De teammanagers zijn verantwoordelijk voor het begroten en bewaken van de budgetten
binnen de respectievelijke werkpakketten. De projectopdrachtgever is eindverantwoordelijk voor
het budget van het project.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.06 Financiën 89
Kostendecompositie (V71a)
Op basis van de Work Breakdown Structure (WBS) (zie hoofdstuk 5.02, Scope) kan een kosten-
decompositiestructuur (cost breakdown structure (CBS)) worden opgezet (zie figuur 5.06.01). In
de CBS wordt voor iedere kostendrager de verschillende kostenposten gedefinieerd en worden de
in te zetten kostensoorten bepaald.
01.01.01
01.01
Kostendecompositiestructuur
01.01.02
01 Kostendragers & kostenposten
01.02.01 1. Hoofdrubriek
1.1 Subrubriek
01.02 1.1.1 Kostenpost
1.1.2 Kostenpost
01.02.02 ................
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
1.2 Subrubriek
Eindproduct
Kostensoort
Kostensoort
Kostensoort
1.2.1 Kostenpost
02.01.01 1.2.2 Kostenpost
.................
02.01 2. Hoofdrubriek
2.1 Subrubriek
02.01.02 2.1.1 Kostenpost
02 2.1.2 Kostenpost
..................
Reserves
Totaal
Kostendragers zijn de producten die door het project moeten worden gerealiseerd. Kostenposten
zijn de verschillende uitgaven die nodig zijn om kostendragers te realiseren. Kostensoorten zijn de
verschillende soorten productiemiddellen die worden ingezet om de kostendragers te realiseren.
Denk hierbij aan arbeidskosten, inhuurkosten, materiaalkosten, inkoopkosten, reiskosten, service-
kosten, rentekosten, afschrijvingskosten et cetera.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
90 Projectdefinitie
Investerings-
budget
Portfolioniveau
Projectbudget Management- Zekerstellen
reserve projectdoelen
Opdrachtgever
Wijzigingsautoriteit Wijzigings-
Budget PM Risicobudget Bekostigen risico’s en
Bekostigen RFC’s budget risicomaatregelen
Projectmanger Post
Opvangen tegenvallers onvoorzien Netto budget
Teammanagers
Marges
Het projectbudget is het budget waarover de opdrachtgever beschikt. Dat kan zijn met of zonder
eigen managementreserve. Vaak ligt een managementreserve op portfolioniveau en niet bij de
projectopdrachtgever (zie ook figuur 5.06.02). Het (project)budget van de projectmanager is
meestal het uiteindelijke projectbudget minus het wijzigingsbudget en minus het risicobudget.
Een opsplitsing in meerdere reserves verdient de voorkeur boven één gemeenschappelijke reserve.
Bij één gemeenschappelijke reserve willen partijen vaak ‘hun’ deel zekerstellen en wordt er vaak
veel sneller van die reserve gebruik gemaakt dan wanneer partijen ieder hun eigen reserve hebben.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
De post onvoorzien wordt in de opeenvolgende begrotingen meestal steeds kleiner omdat we het
dan nog uit te voeren werk steeds beter kunnen inschatten. Het nog niet gebruikte deel van de post
onvoorzien uit de vorige begrotingen valt dan vrij (zie figuur 5.06.03).
20% 10% 5% 2% 1%
Toleranties
Let op: toleranties zijn geen reserves en reserves zijn geen toleranties. Een tolerantie is de overeen-
gekomen ruimte in het plan waarbinnen de verantwoordelijke manager niet naar het naasthogere
niveau hoeft te escaleren voor besluitvorming. Toleranties kunnen ook positief EN negatief zijn.
Je moet de opdrachtgever ook waarschuwen, als je veel sneller kunt opleveren dan gepland of als
je veel budget overhoudt.
Een reserve is een geldbedrag. Een tolerantie is het mandaat waarbinnen je zelf kunt beslissen. Die
kunnen gelijk zijn aan de reserves, maar dat hoeft natuurlijk niet.
Rapportagestandaarden (V72d)
In een project moet zowel over het verloop van het budget als over het totaal van de te verwachten
kosten worden gerapporteerd (zie tabel 5.06.01).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.06 Financiën 91
Budget- en kostenbewaking
Budget Kosten
Posten huidig Budget- Ver-
Oorspr. Goedgek. Uitstaande PEV Saldo
RFC Besteed ruimte wachting
budget budget budget verplichting
Hoofdrubriek 1
Rubriek 1.1 A B C D=B+C E F G=D-E-F H J=E+F+H K=D-J
Rubriek 1.2
Hoofdrubriek 2
Rubriek 2.1
Rubriek 2.2
Onvoorzien
Totaal
In de linkerhelft van de tabel wordt de ontwikkeling van het toegestane budget bijgehouden:
A. Oorspronkelijk goedgekeurde budget op het eind van de projectdefinitiefase.
B. Laatst goedgekeurde budget bij de laatste faseovergang.
C. Goedgekeurde wijzigingsverzoeken (Request For Change (RFC’s)) in de huidige fase.
D. Huidig beschikbare budget (D=B+C).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
92 Projectdefinitie
(zie figuur 5.06.04). Voordat de eigenlijke betalingen plaatsvinden, moet de projectmanager wel
voor akkoord tekenen. De projectmanager kan meestal niet zelf de betalingen autoriseren, want
hij heeft meestal geen procuratie.
Bedrijfs-
Facturen < > Betalingen administratie
Betalingen
Stuurgroep Organisatie-
decompositiestructuur
Metselbedrijf
PM
Timmerbedrijf
Project
Schilderbedrijf
support
Grondwerk &
Metselbedrijf Timmerbedrijf Schilderbedrijf Hovenier Hovenier
bestrating
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5.06 Financiën 93
Werkdecompositiestructuur
1. Gebouw 2. Infrastructuur
Metselbedrijf
Timmerbedrijf
Schilderbedrijf
Grondwerk & bestrating
Hovenier
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
94 Projectdefinitie
De bouw van de nieuwe woning is geheel uitbesteed. Het werk is onder te verdelen in de constructie
(ruwbouw en afbouw) en de installaties. Van de ruwbouw worden de fundering en het betonwerk
uitgevoerd door de firma Beton en de dakconstructie door de firma Klus. Van de afbouw wordt
zowel het stucwerk als het schilderwerk uitgevoerd door de firma Verf. Van de Installaties wordt
het elektra aangelegd door de firma Draad en zowel water als riolering door de firma Pomp.
- Stel een Responsibility Assignment Matrix op.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Business case: de zakelijke rechtvaardiging voor het doen van een investering.
Nulscenario: de gevolgen als niet wordt geïnvesteerd.
Deltameting: de meting van het verschil in ontwikkeling tussen niets doen en wel wat doen.
Projectlevenscyclus: de totale tijdspanne van een project vanaf projectopdracht tot en met de
projectafsluiting.
Productlevenscyclus: de totale tijdspanne van een product vanaf het eerste idee, via realisatie,
gebruik en verbetering tot en met ingebruikname en sloop.
Haalbaarheidsstudie: een onderzoek vooraf of het gewenste resultaat realistisch en haalbaar is.
Batenreview: de beoordeling of de beoogde baten inderdaad zijn gerealiseerd.
Postinvesteringsbeoordeling: de beoordeling achteraf van de initiële beslissing om de uitvoering
van het project te autoriseren.
Inleiding
De zakelijke rechtvaardiging geeft de reden waarom het verstandig is om in het project te inves-
teren. Op basis van de zakelijke rechtvaardiging verleent het bedrijfs- of programmamanagement
of de klant de opdrachtgever het mandaat het project te initiëren. Zonder zakelijke rechtvaardiging
is er geen project. Om zeker te stellen dat het project ook gedurende de uitvoering valide blijft,
moet je de business case tijdens het project blijven bewaken en wanneer nodig actualiseren.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Leerdoelen
- Het opstellen van een business case (T);
- Het belang van minder direct meetbare kosten en baten in het beoordelen van de business case (T);
- Wanneer en door wie een business case wordt opgesteld en geactualiseerd (T);
- Het verschil tussen de business case van de opdrachtgever en de leverancier (T);
- Het verschil tussen een nulmeting en een deltameting en hun belang voor de business case (T);
- De relatie met de haalhaarheidsstudie, de batenreviews en postinvesteringsbeoordeling (T).
Wanneer
In de haalbaarheidsstudie wordt een eerste business case opgesteld voor de verschillende alterna-
tieven. In de projectvoorbereidingsfase leg je de business case op hoofdpunten van het gekozen
alternatief vast in de projectopdracht. Die business case werk je uit in de projectdefinitiefase en
actualiseer je bij iedere faseovergang, bij het opstellen van een afwijkingsplan en op het eind van
het project. In het post-project is de business case de basis voor de batenreview en de daarop
gebaseerde postinvesteringsbeoordeling.
Het batenreviewplan stel je op in de projectdefinitiefase en actualiseer je bij iedere faseovergang en
op het eind van het project. De batenreviews en de postinvesteringsbeoordeling zelf vinden plaats
na afloop van het project, als het projectresultaat is geïmplementeerd en in gebruik is genomen en
de (eerste) baten zijn gerealiseerd.
Wie
De projectopdrachtgever is eigenaar van de business case. De projectmanager is verantwoorde-
lijk voor het uitwerken en bewaken van de business case namens de projectopdrachtgever. De
opdrachtgever kan echter het opstellen en bewaken van de business case ook neerleggen bij een
derde partij (bijv. de projectborging).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
96 Projectdefinitie
De projectmanager is verder verantwoordelijk voor het opstellen van het plan voor de batenreviews
en de postinvesteringsbeoordeling. De seniorgebruiker is verantwoordelijk voor de uitvoering van
de batenreviews. De projectopdrachtgever is verantwoordelijk voor de uiteindelijke uitvoering van
de postinvesteringsbeoordeling.
als negatieve consequentie en niet als kosten. De baten en de negatieve consequenties moet je
concreet en meetbaar formuleren.
Neem bij de opties ook altijd de nuloptie mee: wat gebeurt er als we niets doen? De nuloptie geldt
als basisoptie voor de business case. De andere opties vergelijk je altijd met de nuloptie.
De kosten en tijd kun je overnemen van het projectplan. Het is niet de bedoeling de planning en
de begroting als geheel over te nemen; alleen het totale budget en de totale tijdsduur.
In de business case op hoofdpunten, zoals die in de projectopdracht wordt beschreven, worden
minimaal de volgende punten opgenomen: de redenen om het project te starten; de overwogen
alternatieven en waarom daarvoor niet is gekozen; hoe het project aansluit op de strategie van de
organisatie en zo mogelijk een initiële inschatting van de voorziene baten.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Batenreviews
Pas als het projectresultaat enige tijd in gebruik is, kan worden nagagaan of de voorziene baten ook
daadwerkelijk zijn of worden gerealiseerd. Meestal is dat pas enkele maanden nadat het project is
afgesloten. Bij een gefaseerde oplevering kan dat soms al tijdens de looptijd van het project.
Het is belangrijk dat vroegtijdig al wordt afgesproken wanneer, door wie en op welke wijze de
voorziene baten zullen worden gemeten en gereviewd. Dit wordt vastgelegd in het batenreview-
plan. Dit plan moet je opstellen tijdens de projectdefinitiefase en actualiseren op het einde van
iedere fase en op het einde van het project.
In het batenreviewplan leg je ook de managementactiviteiten vast die nog door de klant moeten
worden uitgevoerd om te zorgen dat op basis van de opgeleverde projectresultaat de geplande
veranderingen kunnen worden doorgevoerd en de voorziene baten kunnen worden gerealiseerd.
Het houden van de batenreviews na afsluiting van het project hoort niet tot de scope van het
project. Batenreviews tijdens de looptijd van het project kunnen wel in de scope van het project
worden opgenomen.
Postinvesteringsbeoordeling
Op basis van de batenreviews kan een postinvesteringsbeoordeling worden uitgevoerd. Hierbij
worden de gerealiseerde baten vergeleken met de uitgewerkte business case op het einde van
de projectdefinitiefase. Deze beoordeling dient als leerpunt voor het bedrijfs- of programma-
management of de klant voor toekomstige investeringsbeslissingen. Tijdens de batenreviews en
de postinvesteringsbeoordeling wordt de business case niet meer geactualiseerd. Een postinveste-
ringsbeoordeling kan worden gecombineerd met (één van) de batenreviews.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
98 Projectdefinitie
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
directie. Op basis van een nieuw ontwerp zijn bezuinigingen doorgevoerd en is in 2015 de uitvoe-
ring van het project uiteindelijk gestart. Het project is afgelopen maand opgeleverd.
De directie heeft al aangegeven dat binnen 6 maanden na de ingebruikname van deze nieuwe
verbinding een postinvesteringsbeoordeling zal moeten worden gehouden.
1. Geef aan op welk moment de business case op hoofdpunten voor dit project is (1 punt)
opgesteld.
2. Geef aan op welk moment de business case is uitgewerkt. (1 punt)
3. Geef drie momenten aan, waarop de business case geactualiseerd zou moeten (1 punt)
worden.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
100 Projectdefinitie
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
101
6. Projectuitvoering en -afsluiting
In dit deel worden de vaktechnische projectmanagementcompetenties beschreven die in de
projectuitvoering en -afsluiting dominant aan de orde komen:
Hfdst. ICB4 Titel
6.01 V9 Inkoop
6.02 V3/10 Wijzigingsbeheer & configuratiemanagement
6.03 V5 Informatie en documentatie
6.04 V10 Beheersing en rapportage
6.05 V13 Verandering en transformatie
6.06 V10 Afsluiting
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Inkopen: het verwerven van goederen en diensten (inhuren) waarbij de verantwoordelijkheid voor
de realisatie bij de vragende partij blijft.
Uitbesteden: het verwerven van diensten waarbij de verantwoordelijkheid voor de realisatie komt
te liggen bij de aanbiedende partij.
Long list: een lijst van mogelijke gekwalificeerde aanbieders.
Short list: een lijst van uit te nodigen partijen om een aanbieding of offerte in te dienen.
Selectiecriteria: criteria waarop partijen worden geselecteerd om een aanbieding of offerte uit te
brengen.
Gunningscriteria: criteria waarop een aanbieding of offerte wordt gegund.
Contract: een in rechte afdwingbare overeenkomst.
Inspanningsverplichting: een verplichting om bepaalde werkzaamheden uit te voeren naar beste
kunnen.
Resultaatverplichting: een verplichting om een vooraf gedefinieerd resultaat binnen een bepaalde
tijd en tegen een bepaalde vergoeding op te leveren.
Inleiding
Inkopen of het uitbesteden van werk is vaak een belangrijk onderdeel van het project. Het inkopen
van een product of dienst kan zelfs een project op zichzelf zijn.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Leerdoelen
- Bepalen of werk ingekocht of uitbesteed moet worden of dat het beter is het werk zelf uit te
voeren (T);
- Het inrichten van het inkoopproces met gebruik van een long list en short list (B);
- Het opstellen van selectie- en gunningscriteria in een inkoopproces (B);
- De verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de projectmanager en de
inkoopafdeling (B);
- Het kennen van de gebruikelijke contractartikelen en algemene voorwaarden (T);
- De ‘battle of forms’ en de consequenties voor het afsluiten van contracten (T);
- Het verschil tussen een inspannings- en resultaatverplichting en wanneer je deze het beste kunt
toepassen (T);
- Het opstellen van een inkoopstrategie en contracteringsplan (B);
- De toepassing van de begrippen RFI, RFP en RFQ (B);
- Het gebruik van een intentieovereenkomst en een voorovereenkomst (B);
- De kenmerken van de verschillende contracttypen (B);
- Het gebruik van bankgaranties en letters of credit (B);
- Het toepassen van contractmanagement en claimmanagement (B).
Wanneer
Inkopen en uitbesteden kan plaatsvinden gedurende het gehele project. De belangrijkste inkopen
en uitbestedingen vinden echter meestal plaats in de uitvoeringsfase. Het project kan ook het
inkopen of uitbesteden van een product of dienst zelf zijn.
Wie
Het inkopen en uitbesteden kan worden uitgevoerd door de afdeling Inkoop. De projectmanager
blijft echter verantwoordelijk voor het inkopen of uitbesteden van producten of diensten in het
project. Hij moet zich daarbij wel houden aan de richtlijnen van de staande organisatie.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Inkoopproces (V91c)
Het inkoopproces omvat in grote lijnen steeds dezelfde stappen, soms heel formeel, soms heel
informeel. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een long list en een short list. Een long list is een
lijst van mogelijke gekwalificeerde aanbieders. Een short list is een lijst van uit te nodigen partijen
om een aanbieding of offerte in te dienen.
De stappen in het inkoopproces zijn:
- Omschrijf het werkpakket - Wat is het werkpakket dat uitgevoerd moet worden?
- Voer een marktverkenning uit - Onderzoek de markt en stel een long list op;
- Stel selectie- en gunningscriteria op - Dit kan tegelijk met de marktverkenning;
- Stel de selectiemethode vast - Bijvoorbeeld op basis van een gesprek, prijsvraag of aanbesteding;
- Voer de voorselectie uit - Kort de ‘long list’ in tot een ‘short list’ op basis van de selectiecriteria;
- Vraag de offertes aan - Vaak is het verstandig in de aanvraag al het conceptcontract bij te voegen;
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Projectmanager en de inkoopafdeling
Belangrijk is om vooraf goed met de inkoopafdeling af te stemmen wat de verantwoordelijkheden
van beide partijen zijn en wie welke werkzaamheden uitvoert.
De projectmanager moet zich bij het inkopen houden aan de regels die zijn opgesteld door
de afdeling Inkoop en zijn goedgekeurd door het management. Bij gebruiksgoederen moet
de projectmanager gebruik maken van de raamovereenkomsten die door afdeling Inkoop zijn
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
opgesteld. Vaak neemt de afdeling Inkoop het daadwerkelijk inkopen ook van de projectmanager
over. Het is en blijft echter de verantwoordelijkheid van de projectmanager ervoor te zorgen dat
wat wordt ingekocht effectief is voor het project. Je kunt je daarbij nooit achter de afdeling Inkoop
verschuilen.
Een resultaatverplichting is een verplichting om een vooraf gedefinieerd resultaat binnen een
bepaalde tijd en tegen een bepaalde vergoeding op te leveren. Een resultaatverplichting wordt
meestal afgesproken tegen een vaste prijs en een bepaalde einddatum.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Contracttypes (V92a) C
Afhankelijk van de mate van sturing door de opdrachtgever en de delegatie van realisatierisico
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
zijn verschillende contractvormen te onderscheiden (zie figuur 6.01.02). Bij veel sturing door de
opdrachtgever is er ruimte voor veel maatwerk. Bij delegatie realisatierisico is er snel prijszekerheid.
Co-makership
- Sturing door Raamcontract
opdrachtgever
- Maatwerk Uren x tarief - contract
Uren x tarief met max - contract
Regiecontract
Incentive contract
Vaste prijscontract
Turn key contract
Brochureplan
- Delegatie realisatierisico
- Vroege prijszekerheid
- Brochureplan - Contract met een vaste prijs voor een door een leverancier ontwikkeld concept.
- Turn key - Contract met een vaste prijs volgens specificaties van de opdrachtgever, maar volledig
gebruiksklaar op te leveren door de leverancier.
- Vaste prijs - Contract met een vaste prijs op basis van een nauwkeurige specificatie. Wijzigingen
kunnen alleen worden doorgevoerd op basis van een officiële wijzigingsprocedure.
- Incentive-contract - Vaste prijs contract met een bonus bij vervroegde oplevering. Vaak wordt in
dergelijke gevallen ook een boeteclausule opgenomen als het project te laat wordt opgeleverd.
- Regiecontract - Hierbij wordt het contract uitgevoerd op basis van actuele kosten met een vast
winstbedrag of een vast bedrag voor overhead.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Uren x tarief met max - De werkzaamheden worden uitgevoerd op basis van vaste tarieven
binnen een maximum totaalbedrag.
- Uren x tarief - De werkzaamheden worden uitgevoerd op basis van vaste tarieven. Voor de leve-
rancier geldt, hoe hoger de omzet hoe meer winst hij maakt.
- Raamcontract - Een contract om een bepaald product of dienst gedurende een vaste looptijd voor
een vooraf afgesproken prijs en tegen vooraf afgesproken voorwaarden te leveren. Binnen een
raamcontract sluit je voor de afzonderlijke opdrachten aparte overeenkomsten af.
- Co-makership - Het project wordt onder gemeenschappelijk risico van de opdrachtgever en leve-
rancier uitgevoerd.
Contractmanagement (V92e) C
Als het contract gesloten is, begint het eigenlijke werk pas echt. Direct na het afsluiten van het
contract moet zowel van de zijde van de klant als de leverancier het contractbeheer worden inge-
richt. Daarbij leg je vast wat de specifieke contractverplichtingen zijn op welk moment in de tijd
en wie daarvoor verantwoordelijk is. Tevens leg je vast hoe hierover tussentijds gerapporteerd gaat
worden, hoe contractwijzigingen worden doorgevoerd, hoe resultaten moeten worden beoordeeld,
hoe producten moeten worden opgeleverd en hoe facturen en betalingen moeten worden geac-
cordeerd.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Claimmanagement (V92f) C
Claimmanagement omvat alle activiteiten die nodig zijn om gerechtvaardigde vorderingen tegen-
over derden af te dwingen en (onterechte) vorderingen door derden af te weren. Partijen kunnen
zich daarbij offensief of defensief opstellen.
Defensieve claimstrategie - het accepteren van gerechtvaardigde claims, het verstrekken van ruimhar-
tige compensaties en het alleen zelf claimen van kosten als je geheel in je recht staat, je de andere
partij van te voren in kennis hebt gesteld en je duidelijk schade hebt geleden.
Offensieve claimstrategie - het categorisch afwijzen van alle claims, zo mogelijk direct een tegenclaim
indienen, trachten vorderingen te bagatelliseren en bij iedere schijnbare afwijking van het contract
door de andere partij zelf direct een maximaal mogelijke claim indienen.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
ontwikkeld en gebouwd.
Voor de implementatie van het nieuwe CRM systeem is een aanbesteding uitgeschreven, waarbij de
firma SNEL als beste uit de bus is gekomen. Het afronden van de opdracht loopt echter vertraging
op. Onze directie wil eerst een proof of concept zien en de firma SNEL is huiverig haar innova-
tieve oplossing zomaar op tafel te leggen.
- Benoem twee acties die je in deze situatie het beste kunt nemen, licht je antwoord toe en geef
aan hoe dit wordt genoemd.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Wijziging: een verandering van een formeel vastgelegde status.
Wijzigingsverzoek: een verzoek om een aanpassing van het op te leveren resultaat.
Projectissue: een aandachtspunt dat relevant kan zijn voor het project dat niet is voorzien en dat
managementaandacht vereist om opgelost of afgehandeld te worden.
Issueregister (issuelogboek): een logboek voor het vastleggen van alle issues die formeel moeten
worden afgehandeld.
Wijzigingsprocedure: een procedure voor het afhandelen van wijzigingsverzoeken.
Wijzigingsautoriteit: een persoon of entiteit die geautoriseerd is om wijzigingen en afwijkingen van
specificaties af te handelen.
Wijzigingsbudget: een budget toegewezen aan de wijzigingsautoriteit om het doorvoeren van
wijzigingen te financieren.
Prioriteit: de maat van het belang van een issue voor het slagen van het project.
Urgentie: de maat hoe snel op een issue moet worden gereageerd.
Configuratie: het geheel van de configuratie-items.
Configuratie-item: een product waarvan de status en de (inhoudelijke) kenmerken moeten worden
beheerst.
Configuratie-item record: de geregistreerde informatie van alle relevante informatie van een
configuratie-item.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Inleiding
Zonder een goed wijzigingsbeheer treedt vaak een sluipende verandering op in de eisen en doelen
van het project. Ogenschijnlijk kleine wijzigingen kunnen grote invloed hebben op de technische
uitvoerbaarheid, de totale kosten en de doorlooptijd van het project. Bovendien kan het fors door-
werken in de te realiseren opbrengsten die de klant met het op te leveren resultaat wil bereiken en
dus uiteindelijk op de realiseerbaarheid van een goede business case.
Leerdoelen
- Het onderscheid tussen wijzigingsverzoeken, afwijkingen van specificaties en overige issues (T);
- Het opstellen van wijzigings- en issueprocedures (T);
- Het inrichten van een issueregister en het opstellen van een issuerapport (T);
- Het identificeren van een wijzigingsautoriteit en het bepalen van een wijzigingsbudget (T);
- Het bepalen van de urgentie en prioriteit van een issue op basis van het MoSCoW-principe (T);
- Het definiëren van de configuratie en de configuratie-items (CI’s) in een project (T);
- Het managen van de CI’s en de afzonderlijke basisfuncties van configuratiemanagement (T);
- Het opstellen van een configuratiemanagementplan (T);
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Wanneer
In de definitiefase worden de configuratiemanagementprocedures vastgesteld, het configuratie-
managementplan opgesteld en de CMDB en het issueregister ingericht. De CMDB en het issue-
register zijn tijdens de uitvoering de kerndocumenten voor effectief wijzigingsbeheer. Tijdens de
faseovergangen worden het wijzigingsbeheer en configuratiemanagement geëvalueerd en zo nodig
geactualiseerd.
Wie
De projectsupport c.q. de configuratiemanager is verantwoordelijk voor het wijzigingsbeheer en
configuratiemanagement in het project onder de eindverantwoordelijkheid van de projectmanager.
opgeleverd, (naar verwachting) niet voldoet aan de specificaties c.q. niet is/wordt opgeleverd.
Een verzoek om een andere kleur tapijt is een wijzigingsverzoek. Het niet voldoen aan de overeen-
gekomen criteria is een afwijking van specificaties. Het te laat zijn van een bestelling is een overige
issue.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Issues die formeel moeten worden afgehandeld, kunnen het beste worden geregistreerd in een
issueregister. Voor de afzonderlijke projectissues kan zonodig een issuerapport worden opgesteld.
In een issuerapport worden de impactanalyse en de onderzochte alternatieven vastgelegd (zie
figuur 6.02.01).
Issueregister Issuerapport
• Referentienummer • Referentienummer
• Datum registratie • Datum registratie
• Titel • Titel
• Type projectissue • Indiener
• Prioriteit • Type projectissue
• Urgentie
• Prioriteit
• Korte omschrijving
• Urgentie
• Resultaat impactanalyse
• Beschrijving issue
• Beslissing
• Impactanalyse
• Datum beslissing
• Alternatieve oplossingen
• Status
• Datum laatste update • Aanbeveling
• Beslissing / datum beslissing
• Beslissingsautoriteit
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Configuratiemanagementplan (V33c)
Het configuratiemanagementplan c.q. de configuratiemanagementstrategie beschrijft de proce-
dures, verantwoordelijkheden en technieken voor het managen van de CI’s. Het configuratie-
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
managementplan kan onderdeel uitmaken van het projectmanagementplan, maar kan ook een
afzonderlijk plan zijn. Het configuratiemanagementplan voor het project wordt vaak afgeleid van
het configuratiemanagementhandboek van de klant- of de leveranciersorganisatie.
Het configuratiemanagementplan wordt opgesteld door de configuratiemanager en goedgekeurd
door de projectmanager. De configuratiemanager kan een afzonderlijke functie zijn, maar die rol
kan ook worden ingevuld door projectsupport of door een bestaande afdeling binnen de staande
organisatie. Zo wordt het configuratiemanagement van IT-applicaties vaak beheerd door de afde-
ling IT van de klant. Het configuratiemanagementplan wordt op het eind van iedere fase geactu-
aliseerd.
(Configuratie)baselines (V33d)
Een baseline is een vastgestelde status van een situatie die dient als referentie voor verdere werk-
zaamheden in een project. Een configuratiebaseline is een vastgestelde status van een product op
basis waarvan het product moet worden gerealiseerd; een goedgekeurd plan is een baseline, een
goedgekeurd ontwerp is een configuratiebaseline.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
harddisk, aangezien zij met hele krachtige applicaties moeten werken. Deze verzoeken worden
goedgekeurd.
Uw projectsupport gaat het configuratiemanagement van deze operatie bijhouden.
1. Hoeveel configuratie-item records bevat deze configuratiemanagementdatabase? (1 punt)
2. Hoe vaak moet deze CMDB worden geactualiseerd? (1 punt)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Data: een verzameling gegevens, ofwel feitelijkheden.
Document: een gegevensdrager met daarin of daarop vastgelegde gegevens.
Informatie: de betekenisvolle inhoud die wordt overgebracht.
Documentbeheer: het management van de beschikbare documenten.
I/O-matrix: een matrix waarin wordt vastgelegd wie welke informatietaken heeft ten aanzien van
het beheersen van de verschillende informatiebronnen en documenten in een project.
Projectdossierstructuur: de indeling van de dossiers waarin de documenten worden opgeslagen.
Inleiding
Zorgvuldig informeren en consciëntieus documenteren is een belangrijk onderdeel van het
managen van projecten. Gedateerde documenten en/of het tegelijkertijd gebruiken van verschil-
lende versies kan tot fouten leiden die het projectsucces behoorlijk kunnen verstoren. Het niet
goed bewaren van oorspronkelijke baselines en de wijzigingen die daarop zijn toegepast, kan in
vervolgstadia van het project tot vervelende onenigheid leiden tussen verschillende belangen-
groepen.
Leerdoelen
- Het onderscheiden van data en gegevens voor de verschillende rollen in een project (B);
- Het managen van de beschikbare documentatie (T);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Wanneer
In de projectdefinitiefase wordt het informatiemanagementplan opgesteld en wordt de project-
dossierstructuur opgezet. Tijdens de faseovergangen worden het informatiemanagementplan en
de projectdossierstructuur geëvalueerd en zo nodig geactualiseerd.
Wie
De projectsupport is verantwoordelijk voor het informatie- en documentmanagement in het
project onder de eindverantwoordelijkheid van de projectmanager.
Documentbeheer (V52b)
Documentbeheer is het management van de beschikbare documenten en kent de volgende functies:
- Plannen - bepalen welke informatie waar en op welke wijze moet worden vastgelegd en wie
waarvoor verantwoordelijk is (I/O-matrix);
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Informatie(management)plan (V52d)
Het informatiemanagementplan omvat de procedures hoe om te gaan met informatie en de daar-
voor benodigde mensen en middelen. Wie daarbij welke actie moet uitvoeren, wordt vaak vast-
gelegd in een informatie-organisatiematrix (I/O-matrix).
I/O-matrix (V52c)
In een I/O-matrix noteren we, wie welke informatietaken heeft en wie welke informatie ontvangt.
De taken in een I/O matrix baseer je op het opgestelde RACI-model (zie hoofdstuk 4.03
Projectorganisatie). Voor een mogelijk takenoverzicht: zie tabel 6.03.01.
Directie- Legenda
I/O-matrix Adviseur Aannemer Installateur Opzichter Support
voerder G Goedkeuren
Vloertekening G O I I I A O Opstellen en versturen
Installatietekening G I I O I A I Informatie ontvangen
Sparingstekening G I O I I A A Archiveren
Projectdossierstructuur (V52f)
Het is aan te raden een vaste dossierstructuur aan te houden voor het archiveren van projectdocu-
menten. Het is daarbij belangrijk een onderscheid te maken tussen:
- Specialistendocumenten - documenten die tijdens het project worden opgesteld om het eindresul-
taat te realiseren;
- Managementdocumenten - documenten die tijdens het project worden opgesteld om de realisatie
van het projectresultaat te beheersen;
- Kwaliteitsdocumenten - managementdocumenten die tijdens het project worden opgesteld om met
name de kwaliteit van de op te leveren producten te beheersen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Management by Objectives (MBO): een besturingsfilosofie die zich richt op het gemeenschappe-
lijk formuleren van doelstellingen en terugkoppelen van resultaten.
Management by Exception (MBE): een besturingsfilosofie die uitgaat van een overeengekomen
mandaat waarbinnen de gedelegeerde het werk zelfstandig uitvoert.
Projectbeheersing: het geheel aan activiteiten om de uitvoering van het project op een beheerste
manier te laten verlopen.
Beheersinstrumenten: de instrumenten die worden ingezet bij het beheersen van het project.
Beheersmechanismen: de procedures en instructies die worden ingezet bij het beheersen van het
project.
Slip-chart: een grafische weergave van een verwachte waarde zoals die op verschillende momenten
in de tijd werd ingeschat, afgezet ten opzichte van het originele plan.
Inleiding
Het beheersen van een project is één van de primaire verantwoordelijkheden van de project-
manager. Dit omvat ook het op gecontroleerde wijze aanpassen van het project aan de wijzigende
omgeving. Essentieel daarbij is dat de zakelijke rechtvaardiging van het project valide blijft.
Leerdoelen
- De Deming’s beheerscirkel (Plan-Do-Check-Act) (T);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
- Het op elkaar afstemmen van de verschillende beheers- en rapportageniveaus in een project (T);
- De kernelementen van MBO en de betekenis van het acroniem SMART (T);
- De kernelementen van MBE en het principe van toleranties (T);
- De verschillende beheersinstrumenten en -mechanismen (T);
- Het beheersen van de voortgang van een fase (T);
- Het beheersen van een faseovergang en het opstellen van een fase-eindrapport en faseplan (T);
- De escalatieprocedure en het opstellen van een afwijkingsrapport en een afwijkingsplan (T);
- De verschillende te gebruiken rapportages in een project (T);
- Het opzetten van een traditionele, relatieve en mijlpalenslip-chart (A);
- Het bewaken van de voortgang met behulp van de Earned Value Analyse (A).
Wanneer
Beheersen en rapporteren is typisch een activiteit die plaatsvindt gedurende de uitvoering van
het project. In grote projecten kun je deze procedures en technieken ook inzetten in de project-
definitiefase.
Wie
De projectmanager is verantwoordelijk voor het beheersen en rapporteren van de fase en van
het project. De teammanagers zijn verantwoordelijk voor het beheersen en rapporteren over hun
respectievelijke werkpakketten.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
ACT PLAN
Project-
team
CHECK DO
teamleden.
SMART afspraken zijn:
- Specifiek - doelstelling is eenduidig;
- Meetbaar - met meetbare waarden bepalen wanneer de doelstelling is gerealiseerd;
- Acceptabel - geaccepteerd door management en uitvoerenden;
- Realistisch - haalbaarheid onder de gegeven omstandigheden;
- Tijdgerelateerd - een duidelijk tijdstip wanneer het resultaat moet zijn behaald.
MBO legt een grote nadruk op teamwerk, openheid en communicatie tussen leiding en uitvoe-
renden. Daarbij zijn het creëren van een win-win situatie en aandacht voor de persoonlijke en
carrièrewensen van uitvoerenden belangrijk. MBO leidt tot regelmatig overleg tussen de betrokken
partijen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
bepaalde grens blijven, moet je ook escaleren. Als je behoorlijk veel geld overhoudt, wil de
opdrachtgever dat snel weten zodat hij het vrijkomende budget vroegtijdig voor andere doeleinden
kan aanwenden.
Deze aanpak heeft als voordeel dat de opdrachtgever niet frequent tijd hoeft te besteden aan
het project; alleen als dat vanuit de bedrijfsoptiek gewenst is. Tevens heeft de projectmanager
een grotere vrijheid van handelen. De projectmanager is verder weinig tijd kwijt aan overleg met
opdrachtgever en andere belanghebbenden. Daarentegen vraagt deze aanpak een grotere taak-
volwassenheid van de projectmanager en een goed vertrouwen tussen opdrachtgever en project-
manager.
Werkpakket
• Omschrijving werkpakket
• Productbeschrijvingen op te leveren producten
• Interfaces met andere op te leveren producten
• Toe te passen technieken, processen en procedures
• Afhankelijkheden van andere werkzaamheden
• Afspraken configuratiemanagement
• Hoofdpunten project- en faseplan
• Start- en einddatum, budget, inzet mensen en middelen
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
• Randvoorwaarden
• Afspraken over voortgangsrapportages
• Wijzigings- en escalatieprocedure
Managen faseovergangen
Faseren omvat het opdelen van de levenscyclus van het project in opeenvolgende tijdseenheden
die worden afgesloten met een vooraf gedefinieerd resultaat. Faseren is een ideaal middel om
een project te beheersen en op voorhand belangrijke beslismomenten in te plannen. Ook kun je,
afhankelijk van het type project, al delen van het werk gefaseerd opleveren waardoor baten eerder
kunnen worden gerealiseerd.
Je moet een dergelijke besluitvorming uiteraard goed voorbereiden. Wat is de huidige stand van
zaken? Hoe is de afgelopen fase verlopen? Wat zijn de leerpunten van de afgelopen periode? Wat
is het beeld van het project op basis van wat we nu weten en hoe gaan we nu verder?
Om dergelijke vragen te beantwoorden actualiseer je het projectmanagementplan met daarin de
business case en het projectplan. Je stelt het faseplan op voor de volgende fase. Je actualiseert het
risicologboek en leerpuntenlogboek. Tenslotte stel je het fase-eindrapport op van de afgelopen
fase. Je krijgt uiteindelijk decharge van die afgelopen fase op basis van dit fase-eindrapport (zie
figuur 6.04.03 en 6.04.04).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Fase-eindrapport Fase-overgangdocumenten
• Eindstatus huidige fase • Fase-eindrapport
• Overzicht projectissues • Geactualiseerd projectmanagementplan
• Verantwoording projectmanager Geactualiseerde business case
• Update projectplan Geactualiseerd projectplan
• Status risico’s • Geactualiseerd issue- en risicologboek
• Update business case / batenreviewplan • Geactualiseerd leerpuntenlogboek
• Samenvatting faseplan volgende fase • Faseplan volgende fase
• Leerpunten
Afwijkingsrapport
• Afwijking en oorzaak van de afwijking
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Op basis van het afwijkingsrapport neemt de opdrachtgever c.q. het bedrijfs- of programma-
management of de klant een voorlopige beslissing. Die werk je uit in een afwijkingsplan en actuali-
seer je de business case. Op basis van dit afwijkingsplan en de geactualiseerde business case neemt
het management vervolgens de definitieve beslissing om wel of niet verder te gaan met het project
en zo ja op welke wijze. Het afwijkingsplan vervangt het betreffende fase- of projectplan. Het
afwijkingsplan heeft in principe dezelfde opzet als het plan dat het vervangt.
Beheersinstrumenten
Als beheersinstrumenten onderscheiden we baselinedocumenten, registers en rapportages. Een
baseline is een vastgestelde status van een situatie die dient als referentie voor verdere werkzaam-
heden. Een register is een databestand of document voor het vastleggen van relevante informatie.
Een rapportage is een schriftelijke verslaglegging.
Veelgebruikte projectmanagement baselinedocumenten zijn:
- Projectmanagementplan - beschrijft hoe het project wordt uitgevoerd en beheerst en wordt gebruikt
door de projectmanager om het project als geheel te bewaken en bij te sturen.
- Business case - wordt gebruikt om gedurende het gehele project de zakelijke rechtvaardiging van
het project te bewaken. De business case is onderdeel van het projectmanagementplan.
- Projectplan - wordt gebruikt door de opdrachtgever/stuurgroep om het project fase voor fase te
bewaken en te sturen. Het projectplan is onderdeel van het projectmanagementplan.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Faseplan - wordt gebruikt door de projectmanager voor de dagelijkse leiding van het project
gedurende een fase.
- Afwijkingsplan - wordt gebruikt om een (dreigende) overschrijding van de toleranties te corri-
geren. Een afwijkingsplan wordt opgesteld op instructie van de opdrachtgever/ stuurgroep
naar aanleiding van de beoordeling van een afwijkingsrapport.
- Werkpakket - wordt gebruikt door de projectmanager om werk in een fase op te dragen aan een
teammanager.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Voortgangsrapport
• Datum en periode rapportage
• Status actiepunten afgelopen periode
• Uitgevoerde activiteiten afgelopen periode
• Uitgevoerde beoordelingen afgelopen periode
• Opgeleverde producten afgelopen periode
• Uitnutting van budget en capaciteit
• Nog benodigde tijd, kosten en capaciteit
• Uit te voeren activiteiten komende periode
• Op te leveren producten komende periode
• Actuele issues en risico’s
Voor rapportage van de voortgang maakt het wel verschil of de teamleider rapporteert aan de
projectmanager of de projectmanager rapporteert aan de opdrachtgever en andere belangheb-
benden. Naar het management wordt meer op hoofdpunten gerapporteerd dan op details.
Slip-chart (V104g)
Een slip-chart is een grafische weergave van een verwachte waarde, zoals die op verschillende
momenten in de tijd werd ingeschat, afgezet ten opzichte van het originele plan. Met een slip-
chart kan eenvoudig worden weergegeven of het totaal van het werk in de loop van het project op
schema blijft of toch uitloopt. Veel gebruikte slip-charts zijn slip-charts voor tijd en geld.
Nog te verwachten kosten (x 1000 Euro) Nog te verwachten kosten (%)
55 110
50 1 100 1
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
2 2
45 3 90 3
40 4 80 4
5 5
35 70
30 60
25 50
20 40
15 30
10 20
5 10
0 0
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130
Besteed (x 1000 Euro) Besteed (%)
Figuur 6.04.07 Voorbeeld traditionele kostenslip-chart Figuur 6.04.08 Voorbeeld relatieve kostenslip-chart
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Weken 14
13
12
11
10
9
Verwachte opleverdata
8
7
6
5
4
3
2
1
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Weken
Rapportage data
Voortgang van het werk ofwel lopen we voor of achter op de planning van het werk:
- Schedule Variance (SV) = EV - PV
- Schedule Performance Index (SPI) = EV / PV
Als de variance < 0, dan is de index < 1. Dat betekent dat het werk achter loopt of dat te veel
kosten zijn gemaakt.
Als we deze waarden extrapoleren naar de toekomst, dan kan een inschatting worden gemaakt van
de totaal te verwachte kosten tot en op het einde van het werk:
- Estimated Cost at Completion ( EAC) = AC / PC ofwel BAC / CPI
- Estimated Cost to Complete ( ETC) = AC × (1 - PC) / PC ofwel EAC - AC
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Voor een voorbeeld als we de huidige prestaties extrapoleren naar de toekomst: zie figuur 6.04.10.
Als echter alles vanaf nu volgens plan verloopt (additieve extrapolatie), dan zijn de totaal te
verwachte kosten op het eind van het werk: EAC = BAC + (AC - EV).
De ervaring leert dat de EVA na 20% van het werk al een zeer betrouwbare voorspelling geeft van
het uiteindelijke resultaat van het project.
EAC = 1583 / 0,485 = 3264
EAC = 2000 / 0,610 = 3264
.
Geld
VAC = 2000 – 3264 = -1264
.
AT = 9 PD = 12 Tijd
.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
1. Verklaar waarom de verticale lijnen niet op gelijke afstanden van elkaar lopen. (1 punt)
2. Geef commentaar op de getekende slip-chart. (1 punt)
3. Wanneer moet je escaleren naar de opdrachtgever en waarom? (1 punt)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Vul de ontbrekende waarden in de bovenstaande tabel in, ervan uitgaande dat je de huidige resul-
taten kunt extrapoleren:
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Organisatieanalyse: de analyse van het gedrag van organisaties, de factoren die dit gedrag veroor-
zaken en hoe deze organisaties het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden.
Organisatieverandering: de verandering van de kenmerken en/of de configuraties van een organi-
satie, waardoor ook het gedrag van de organisatie wijzigt.
Verandermanagement: een vorm van management die zich specifiek richt op het doorvoeren van
veranderingen in een organisatie.
Inleiding
Doorvoeren van veranderingen is een moeilijk proces. Veranderingen roepen weerstanden op, met
name als de gebruikers niet zelf het voortouw hebben mogen nemen. Dit kan ertoe leiden dat
doorgevoerde veranderingen na verloop van tijd weer worden teruggedraaid of zelfs dat project-
resultaten überhaupt niet worden geïmplementeerd.
Het is dan ook belangrijk voor de projectmanager te beseffen hoe veranderingen effectief kunnen
worden doorgevoerd, zodat hij daar in zijn project al op kan inspelen.
Leerdoelen
- De principes van verandering zoals deze door Kotter zijn geformuleerd (B);
- Hoe vernieuwingen volgens Rogers zich verspreiden in een sociaal systeem (B);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Wanneer
Verandering en transformatie van de bedrijfsvoering door het in gebruik nemen van het project-
resultaat vinden normaliter pas plaats aan het einde van het project of in de gebruiksfase. Bij
een gefaseerde oplevering en bij agile werken gebeurt dit al tijdens de uitvoering van het project.
Kotter (2011) leert ons echter dat voor het goed doorvoeren van veranderingen de eerste stappen
al moeten worden gezet in de projectvoorbereidingsfase en de projectdefinitiefase.
Wie
De senior vertegenwoordiger van de gebruiker in de stuurgroep is verantwoordelijk voor de
ingebruikname van het projectresultaat en de transformatie naar de nieuwe manier van werken. In
de meeste projecten wordt echter (impliciet) van de projectmanager verwacht dat hij het proces
van verandering en transformatie faciliteert. Het is goed hier al in de projectvoorbereidings- en
projectdefinitiefase aandacht aan te geven.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
5. Verwijder blokkades om acties mogelijk te maken - je moet niet zelf de veranderingen doorvoeren (ze
moeten het zelf doen), maar je moet wel de obstakels voor hen wegnemen.
6. Genereer kortetermijnsuccessen - ga bewust op zoek naar kortetermijnsuccessen en vier ze. Dit is als
brandstof voor de machine van de verandering.
7. Ondersteun de versnelling - consolideer de veranderingen, verwijder oude legacy-systemen, zoek
naar aanvullende verbeteringen.
8. Institutionaliseer de verandering - zorg er tenslotte voor dat veranderen de nieuwe cultuur wordt in
de organisatie. Dit laatste is uiteraard niet meer aan de projectmanager.
Early Late
majority majority
34% 34%
Early
adopters
13,5% Laggards
16%
Innovators
2,5%
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Verklaring van acceptatie: de expliciete verklaring dat het op te leveren product voldoet aan de
acceptatiecriteria en geschikt is voor gebruik.
Oplevering: het aan de klant juridisch overdragen van het projectresultaat.
Overdracht: het aan de klant fysiek overdragen van het projectresultaat.
Projecteindrapport: de verantwoording van de projectmanager aan de opdrachtgever/stuurgroep
over de aanpak en de gerealiseerde resultaten van het project.
Projectevaluatie: de evaluatie van uitgevoerde activiteiten en opgeleverde resultaten in een project
om verbeterpunten en daarmee samenhangende actiepunten te kunnen definiëren.
Inleiding
Het doel van het afsluiten van een project is het creëren van een bewust moment waarop de accep-
tatie van het projectresultaat wordt bevestigd en wordt vastgesteld in hoeverre de projectdoel-
stellingen zijn gerealiseerd. Wie kent niet die projecten waarbij de projectmanager of het project-
team jaren na beëindiging van het eigenlijke project nog steeds verantwoordelijk wordt gehouden
voor alles wat er aan de hand is met het gerealiseerde projectresultaat?
Leerdoelen
- De acties om de oplevering en overdracht van het projectresultaat te faciliteren (T);
- Het evalueren van het project en het opstellen van het projecteindrapport en leerpuntenrapport (T);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Wanneer
Afsluiting vindt traditioneel plaats op het eind van het project. Dan wordt ook het projectresultaat
opgeleverd en overgedragen aan de klantorganisatie. Bij een gefaseerde oplevering is dit op het
eind van de verschillende fasen. Bij agile werken is dit een continue proces.
Wie
De leverancier is verantwoordelijk voor het opleveren van het projectresultaat. De projectmanager
dient dit proces voor de opdrachtgever te faciliteren. De projectmanager is verder verantwoorde-
lijk voor het afbouwen van het project en dient er tevens voor te zorgen dat de opdrachtgever het
project kan afsluiten en hem en het team decharge kan verlenen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
is ingeregeld. Tenslotte moet hij ervoor zorgen dat de leverancier de restpunten conform afspraak
uitvoert en oplevert.
Evaluatie (V106b)
Tenslotte moet een projecteindverantwoording worden opgesteld en het project worden geëva-
lueerd. Eventuele leerpunten die van belang zijn voor toekomstige projecten moeten worden over-
gedragen aan de staande organisatie via een leerpuntenrapport. Dit kan zowel zijn aan de orga-
nisatie van de klant als die van de leverancier, afhankelijk uiteraard van de leerpunten maar ook
van de posities van de contractpartijen. Tijdens de projectevaluatie kun je gebruik maken van de
leerpunten die je al tijdens het project hebt vastgelegd in het leerpuntenlogboek.
De projecteindverantwoording leg je vast in het projecteindrapport (zie figuur 6.06.01). In het
projecteindrapport kunnen eventueel ook de aanbevelingen voor vervolgacties, het leerpuntenrap-
port en het batenreviewplan worden opgenomen.
Projecteindrapport
• Opgeleverd projectresultaat
• Bestede tijd, geld en middelen
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
135
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Emotionele intelligentie: de mate waarin iemand zelfkennis bezit en sociaalvaardig is.
Zelfmotivatie: het vermogen om zichzelf tot handelen te bewegen, het vermogen gestelde doelen
na te streven.
Spanning: een toestand van grote aandacht, meestal bij onzekerheid over de afloop van een
gebeurtenis.
Stress: een langdurige of plotseling heftige verstoring van het evenwicht tussen belasting en belast-
baarheid.
Stressmanagement: het geheel van technieken en therapeutische behandelingen gericht op het
verminderen van fysieke, emotionele en rationele spanning.
Inleiding
Effectief aansturen van jezelf kan alleen als je jezelf goed kent. Deze zelfkennis ontstaat voor een
belangrijk deel door zorgvuldig na te denken over situaties waarin je al dan niet effectief gehan-
deld hebt. Zelfreflectie leidt tot inzichten. Op basis van deze inzichten kun je besluiten nemen
over toekomstig handelen dat aansluit bij je mogelijkheden. Het managen van je eigen tijd zorgt er
vervolgens voor dat je handelen effectief is en stressbestendig.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Leerdoelen
- De verschillende aspecten van emotionele intelligentie volgens Goleman (B);
- Hoe je lastige vragen bespreekbaar kunt maken met behulp van het Johari-diagram (T);
- De kenmerken van de Big5 en de waarde van de verschillende persoonskenmerken in een
project (T);
- Het identificeren van de kernkwaliteiten, valkuilen, allergieën en uitdagingen van personen met
behulp van de methode van Ofman en hoe personen daarbij op elkaar interacteren (A);
- Het (her)kennen van zelfmotivatie (B);
- De zeven eigenschappen van effectief leiderschap volgens Covey (B);
- Het onderscheid tussen urgente en belangrijke taken op basis van de Eisenhower-matrix (T);
- Het identificeren van veroorzakers en symptomen van stress in een gegeven situatie (B);
- Het identificeren van geschikte ontspanningstechnieken voor het verminderen van stress (B);
- Het toepassen van interventietechnieken voor het reduceren van stress (B);
- Het identificeren van irrationele overtuigingen en het kennen van de principes van de rationeel
emotieve therapie (B);
- De stappen nodig om doelen te realiseren (B).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Sociaal bewustzijn - de kern van sociaal bewustzijn is empathie ofwel het vermogen je in te leven
in andermans gevoelens, behoeften en zorgen.
- Sociale vaardigheden - het effectief omgaan met relaties. Sociale vaardigheden richten zich op het
bewust uitoefenen van invloed, zodanig dat wederzijds gewenste reacties worden opgeroepen.
Johari-diagram (G11c)
Het Johari-diagram (Luft & Ingham, 1955) reikt mogelijkheden aan om situaties bespreekbaar te
maken zodat mensen verantwoordelijkheid voor effectiever gedrag kunnen nemen. Om situaties
bespreekbaar te maken moeten ze in de vrije ruimte komen (zie figuur 7.01.01):
- Bespreekbaar maken van de vrije activiteit - indien je bewust bent van je eigen gedrag kun je in een
open gesprek het effect van dat gedrag op het team bespreekbaar maken.
- Feedback geven en ontvangen op blinde vlekken - door feedback te geven en te ontvangen, krijgt de
blinde vlek een plaats in de vrije ruimte (zie ook hoofdstuk 7.03 Communicatie).
Bekend bij jezelf Onbekend bij jezelf
Bekend bij anderen
w
w us
Zelf-
or t
de
Onbekend bij anderen
- Zelfonthulling van de façade - hierbij geef je aan wat je wilt delen met de groep maar tot nu toe
verborgen hield. Door je kwetsbaar op te stellen breng je dat onderwerp in de vrije ruimte.
- Bewust worden van de onbekende activiteit - door aan te geven dat je vindt dat iets niet goed of juist
erg goed verloopt maar dat je niet weet hoe dat komt, breng je die activiteit in de vrije ruimte.
Big5 (G11d)
De Big Five is een theorie die de persoonlijkheid beschrijft in vijf persoonlijkheidstrekken (zie
figuur 7.01.02). De Big Five is de basis van veel psychologische onderzoeken bij personeelsselectie
en studiekeuze.
Extravert <> Introvert
Meegaand <> Zakelijk
Zorgvuldig <> Ongedwongen
Emotionele stabiel <> Gevoelig
Open voor nieuwe ervaring <> Traditiegetrouw
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Open voor nieuwe ervaringen - de bereidheid nieuwe uitdagingen aan te gaan, te denken in abstracte
concepten en vaak met het vermogen creatief, artistiek en verbeeldend te handelen of juist
eerder te willen werken op basis van de huidige status quo (traditiegetrouw).
Kernkwadranten (G11e)
In het kernkwadrant van Ofman (2006) worden de kernkwaliteiten van personen gerelateerd aan
de daarbij behorende valkuilen, uitdagingen en allergieën (zie figuur 7.01.03). Dit is een zeer effec-
tieve manier om personen aan te spreken om tot een meer effectief gedrag te komen of om te
komen tot zelfanalyse en zelfmanagement.
+ -
positief
negatief aanvullende positief
tegenover- kwaliteit tegenover-
gestelde gestelde
Allergie Uitdaging
DOMINANT teveel van het goede ASSERTIEF
- +
Minder van het goede is geen effectieve benadering. Het is beter een positief aanvullende kwaliteit
te benoemen die het goede aanvult. Het kernkwadrant kan het beste worden ontwikkeld vanuit
de kernkwaliteit, de allergie of de valkuil. Ook in de samenwerking kan dit model goed worden
gebruikt. Niet zelden blijkt de allergie van de ene de valkuil te zijn van de ander.
Zelfmotivatie (G12a)
Zelfmotivatie is het vermogen om zichzelf tot handelen te bewegen en gestelde doelen na te
streven. Dit is een vorm van intrinsieke motivatie. Mensen die werken vanuit zelfmotivatie werken
vanuit een creatieve spanning. Ze hebben het vermogen ontwikkeld om gevoelens van angst, boos-
heid en verdriet om te keren naar gevoelens van verbondenheid, rechtvaardiging en zingeving.
Deci & Ryan onderscheiden de intrinsieke motivatoren autonomie, competentie en verbondenheid
(zie hoofdstuk 8.01 Relaties en betrokkenheid).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
WEDERZIJDS AFHANKELIJK
6.
7. werk
houd de zaag synergetisch
scherp
OVERWINNING
OP DE
4. OMGEVING 5.
win/win eerst begrijpen,
of geen akkoord dan begrepen worden
ONAFHANKELIJK
3.
begin bij
het begin
OVERWINNING
OP JEZELF
1. 2.
werk begin met
pro-actief het einde
voor ogen
AFHANKELIJK
Met de vierde, vijfde en zesde stap geef je vorm en inhoud aan het principieel en zorgvuldig
omgaan met de omgeving, waarmee een wederzijdse afhankelijkheid ontstaat:
4. Werken aan win-winakkoorden of geen akkoord - dit weerspiegelt het langetermijndenken en een
open opstelling ten opzichte van de ander.
5. Eerst begrijpen, dan begrepen worden - voor de realisatie van win-winakkoorden is het essentieel eerst
de ander echt te begrijpen voordat je zelf begrepen wilt worden.
6. Synergetisch werken - om in de uitvoering tot afstemming te komen, is continue communicatie
over het concrete handelen nodig. Zodra de klik er is, ontstaat er synergie en werk je in een flow.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
En tenslotte:
7. Houdt de zaag scherp - flow-momenten zijn kwetsbaar. De onderlinge afstemming kan door
allerlei oorzaken wegvallen. De zaag scherp houden betekent dat je tijd en ruimte neemt voor
reflectie.
Kwadrant I Kwadrant II
moet nu gedaan worden! werken vanuit aandacht
BELANGRIJK
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Toepassen van de Eisenhower-matrix betekent dat je jezelf in je eigen gedrag een spiegel voor-
houdt over je eigen functioneren. Door deze reflectie ontstaat het besef bewust tijd te nemen
om te werken aan belangrijke zaken die nog niet de status hebben van urgent. Daardoor krijgt
kwadrant II een meer centrale plaats in je leven.
Met zaken uit kwadrant III reageer je reactief op het directe appèl vanuit de omgeving op je mede-
werking en ben je vooral gericht op de korte termijn. Zodra de echt belangrijke zaken aan de orde
komen verschuil jij je als slachtoffer achter anderen. Met zaken uit kwadrant IV laat je je afleiden
van je werkelijke verantwoordelijkheden en persoonlijke doelstellingen.
Om stress te verminderen voor jezelf en anderen kun je fysieke, mentale en emotionele ontspan-
ningstechnieken inzetten.
- Fysieke ontspanningstechnieken - gewoon bewegen zoals het maken van een wandeling, even bewust
in- en uitademen, doen van rek- en strekoefeningen en gezond en gevarieerd eten.
- Mentale ontspanningstechnieken - herkaderen, oordelen omkeren en autogene training.
- Bij herkaderen vorm je negatieve gevoelens om naar wat je zelf het liefst wilt realiseren.
Door die vraag ontstaat direct een ander perspectief op de situatie. Van ‘ik heb zoveel te
doen’ naar ‘ik wil even een moment voor mezelf ’.
- Bij oordelen omkeren keer je je oordeel om en onderzoek je dat op waarheid. Daardoor
worden oorspronkelijke oordelen afgezwakt en neemt de stress af. Van ‘Hij is een egoïst,
want...’ naar ‘Ik ben een egoïst, want...’, of ‘Hij is geen egoïst, want...’.
- Bij autogene training wordt door het herhalen van een positieve formule een gewenste
lichamelijke respons uitgelokt, zoals rust, ontspanning en koelte.
- Emotionele ontspanningstechnieken - gewoon plezier maken, maar ook eerdere emoties herbeleven.
Door een situatie bewust te visualiseren en de daarbij opkomende emoties bewust opnieuw te
voelen en toe te laten, kun je ervaren dat je emoties hebt en niet je emoties bent en neemt de
stress af.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Door op deze wijze te reflecteren op je eigen denken, voelen en handelen ontstaan er nieuwe
perspectieven en ga je weer pro-actief in de wereld staan.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
De tegelzetter is weer te laat, waardoor zijn werk weer niet af is. Hij is altijd te laat. Het is een
waardeloze kerel. Dit moet anders. Als we zo doorgaan, leveren we nooit op tijd op.
1. Geef drie punten aan waarom hier waarschijnlijk sprake is van irrationele over- (1 punt)
tuigingen.
2. Definieer de stappen ABCDEF in de rationele emotieve therapie. (1 punt)
3. Wat zou je liefste wens zijn in de stap ‘nieuwe effecten’ in de rationele emotieve (1 punt)
therapie
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Beginselethiek: de ethiek waarbij de oplossing van een ethisch probleem steeds recht moet doen
aan één of meer beginselen.
Gevolgenethiek: de ethiek waarbij het ethisch juist handelen wordt bepaald door het goede resul-
taat dat bij dat handelen voor ogen staat.
Deugdenethiek: de ethiek waarbij het ethisch juist handelen wordt bepaald door de vraag: ‘hoe
moet ik leven?’
Zorgethiek: de ethiek waarbij het ethisch juist handelen wordt bepaald door het belang van en de
zorg voor de naaste.
Beroepsethiek: de ethiek aangaande het maken van bewuste keuzen voor normen en waarden die
je naleeft bij de uitvoering van je beroep.
Betrouwbaarheid: de mate waarin de ander erop kan vertrouwen dat jij een belofte of toezegging
na zal komen.
Inleiding
Door principieel vanuit de eigen maatstaf te werken en dus ook nee te zeggen tegen zaken die daar
niet mee in overeenstemming zijn, ontstaat persoonlijke integriteit en betrouwbaarheid. Dit zijn
belangrijke houdingsaspecten voor een projectmanager in de relatie met zijn omgeving.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Leerdoelen
- Soorten ethiek: hoe om te gaan met morele keuzen (B);
- Professionele standaarden en normen van de IPMA Ethische Code (B);
- Aspecten van betrouwbaarheid en het betrouwbaar acteren in verschillende situaties (B);
- Het opbouwen van betrouwbaarheid in een netwerk van betrokken partijen (T);
- Persoonlijke ethiek versus bedrijfsethiek (B).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
werk op orde hebt en je je afspraken nakomt. Ook het zorgvuldig betrekken van belanghebbenden
en het aannemen van een eerlijke en open houding naar de belanghebbenden, draagt bij aan weder-
zijdse respect en versterkt het onderlinge vertrouwen.
Bij het oplossen van vraagstukken is het belangrijk sleutelfiguren actief mee te nemen bij het
vinden van oplossingen waarbij het proces gericht is op het komen tot overeenstemming. Versterk
de overeenstemming over de oplossing door een goede risico-analyse uit te voeren en het werk dat
gedaan moet worden beheerst uit te voeren.
The strength of weak ties (Granovetter)
Granovetter (1973) onderkent sterke en zwakke relaties tussen personen en groepen. Sterke en
zwakke relaties zijn beide belangrijk voor het opbouwen van sociale netwerken. Het activeren van
zwakke relaties leidt tot nieuwe contacten, waarmee je nieuwe zaken kunt opbouwen.
Sterke relaties worden gekenmerkt door het feit dat mensen elkaar echt kennen, bijvoorbeeld
familie, vrienden of collega’s. Zwakke relaties zijn verbindingen met anderen die je nog niet echt
kent, maar met wie je via een sterke relatie wel in verbinding kunt komen. Door via sterke relaties
zwakke relaties te activeren, kom je in contact met andere groepen, waardoor jij je netwerk van
sterke relaties vergroot. Ga maar eens na wie jij graag zou willen leren kennen en wie van jouw
sterke relaties je in contact zouden kunnen brengen met deze persoon.
Om netwerken met elkaar te verbinden zijn drie typen mensen belangrijk: kennisdelers (experts),
verbinders (brokers) en de verkopers (sellers). Een verbinder is iemand die een sterke relatie onder-
houdt met twee of meerdere personen die elkaar (nog) niet kennen. Verbinders hebben vaak zeer
open netwerken. Zij zorgen ervoor dat kennisdelers en verkopers contact krijgen met nieuwe
groepen. Verkopers zorgen voor het onder de aandacht brengen van de toegevoegde waarde van
de kennisdelers. Kennisdelers zorgen uiteindelijk voor het daadwerkelijk leveren van de toege-
voegde waarde binnen de eigen en de nieuwe netwerken.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Mensen met een dicht (gesloten) netwerk onderhouden sterke relaties met anderen die elkaar ook
kennen. Mensen met een open netwerk onderhouden sterke relaties met anderen die elkaar niet
of vaag kennen.
- Weegschaaltoets - leidt het handelen tot een zeker evenwicht of leidt het tot disbalans?
Anderen aanspreken op hun morele/ethische keuzen vraagt om grote zorgvuldigheid. Al snel leg
je je morele kader op aan de ander en voelen anderen zich in hun diepste waarden en normen
aangetast. Een zorgvuldige feedback is hier op zijn plaats (zie hoofdstuk 7.03 Communicatie).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Communicatie: het overbrengen van een bepaald begrip of een bepaalde inhoud vanuit een zender
naar een ontvanger door middel van informatie.
Miscommunicatie: situatie waarin de ontvanger de overgebrachte boodschap anders interpreteert
dan de zender bedoelde.
Presentatie: mondelinge informatieoverdracht aan een groep van toehoorders die doorgaans
visueel wordt ondersteund.
Gesprek: mondelinge communicatie tussen twee of meer personen.
Vergadering: bijeenkomst van twee of meer personen die binnen een bepaald tijdsbestek
geaagendeerde onderwerpen bespreken om tot een oordeel en/ of besluit te komen.
Workshop: een participerende werkbijeenkomst, waarin deelnemers op interactieve wijze actief
meewerken aan het resultaat.
Inleiding
Communicatie betreft het uitwisselen van informatie tussen partijen. Het is van belang dat je
zodanig communiceert dat anderen de communicatie ervaren als relevant, duidelijk en consis-
tent. Ook moet de communicatie goed getimed zijn, zodat de boodschap op het juiste moment
betrokken partijen bereikt. Effectieve communicatie is een kritische succesfactor binnen projecten.
Leerdoelen
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Communicatiemodel (G31a)
Communicatie is het overbrengen van een bepaald begrip of een bepaalde inhoud vanuit een
zender naar een ontvanger door middel van een communicatiekanaal. Informatie is de betekenis-
volle inhoud die wordt overgebracht.
In een communicatiemodel worden de relaties tussen zender, bericht en ontvanger schematisch
voorgesteld. Dit omvat tenminste de zender, de ontvanger, de boodschap, het kanaal en ruis (zie
figuur 7.03.01).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Kanaal
Zender Boodschap Ontvanger
Ruis
Communicatieniveaus (G31b)
Schultz von Thun (2010) onderscheidt een inhoudelijk, appellerend, expressief en een relationeel
aspect in communicatie:
- Inhoudelijk aspect - het feitelijke bericht;
- Appellerend aspect - wat de zender van de ontvanger wil;
- Expressief aspect - de gevoelswaarde die de zender in de boodschap legt: ‘zo sta ik in de situatie’;
- Relationeel aspect - de manier hoe de zender de ontvanger ziet.
Communicatiekanalen (G32c)
Een bericht kan mondeling, schriftelijk, elektronisch en audiovisueel worden overgebracht. Het is
van belang om kanalen en coderingen te kiezen die de ontvangers goed begrijpen. Dit betekent
ook dat dezelfde boodschap voor verschillende ontvangers soms ook via verschillende communi-
catiekanalen moet worden verstrekt.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Cognitieve dissonantie - de onaangename spanning die ontstaat bij het kennisnemen van feiten of
opvattingen die strijdig zijn met een eigen overtuiging of mening of bij gedrag dat strijdig is met
onze eigen overtuigingen, waarden of normen. Een persoon zegt dan dat hij ergens mee eens is,
terwijl in werkelijkheid dat helemaal niet het geval is.
Om het gesprek actief te houden en de dynamiek van het gesprek te stimuleren, wordt vaak
gebruik gemaakt van de LSD-formule:
- Luisteren - parafraseren, knikken, hummen, papegaaien en spiegelen;
- Samenvatten - ‘Als ik je goed begrijp…’;
- Doorvragen - maak daarbij gebruik van de ankerwoorden in het betoog van de gesprekspartner.
Spiegelen is een techniek waarbij de luisteraar op dezelfde golflengte van de spreker gaat zitten
door bijvoorbeeld hetzelfde taalgebruik te hanteren en/of eenzelfde houding aan te nemen. Bij
belangrijke besprekingen kan het verstandig zijn je ook in de kleding te conformeren aan de
verwachte kledingstijl van je gesprekspartner.
Rapport maken is het in de huid van de ander kruipen zodat je de wereld ziet en ervaart vanuit
het perspectief van die ander. Door dat perspectief in je eigen houding te weerspiegelen, voelt
de ander zich begrepen, gezien en gehoord. Vanuit deze gelijk gestemde houding kun je de ander
gemakkelijker meenemen naar inzichten die je wilt verduidelijken en/of doelen die je wilt reali-
seren.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Suggestieve vragen - een vraag met een onderhuidse boodschap. Je zoekt eigenlijk een bevestiging
van je eigen mening en bent niet op zoek naar wat de ander te vertellen heeft: ‘Vind je ook niet
dat…’.
- Retorische vraag - een vraag waar je zelf helemaal geen antwoord op verwacht, hooguit een
instemmend gebrom. Hier is de communicatie minimaal: ‘Het gaat weer lekker hè?’.
zeggen. Geef feedback niet ‘en plein public’ en geef feedback het liefst op neutraal terrein.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Vergaderrollen (G33c)
Vergaderingen kennen meestal behalve de deelnemers een voorzitter en een notulist/secretaris.
De voorzitter stelt het doel en de voorlopige agendapunten vast, bepaalt wie er uitgenodigd wordt
en zorgt ervoor dat de deelnemers ook worden uitgenodigd en de agenda en overige vergader-
stukken ontvangen. Tijdens de vergadering is hij de voorzitter van de vergadering. Na de vergade-
ring zorgt hij dat de notulen (op tijd) worden opgesteld en worden verstuurd. Voor het verzenden
van de notulen dient hij die notulen goed te keuren.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
De notulist bereidt samen met de voorzitter de vergadering voor, nodigt de deelnemers uit en
verstuurt de agenda en de vergaderstukken. Tijdens de vergadering maakt de notulist de aanteke-
ningen voor verslaglegging. Na de vergadering werkt de notulist de aantekeningen uit en stelt het
vergaderverslag op, laat deze goedkeuren door de voorzitter en verspreidt deze naar de deelnemers
en kopiehouders.
In projectteamvergaderingen is vaak de projectmanager de voorzitter en één van de leden van
projectsupport de notulist. In meer informele vergaderingen kan ook één van de deelnemers de
rol van voorzitter of notulist op zich nemen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
van de deelnemers; (6) het inrichten van de workshopruimte; (7) de interactieve uitvoering van de
workshop zelf en tenslotte (8) het borgen van de resultaten.
In een workshop zelf worden de fasen (7a) opstarten, (7b) verdiepen en (7c) afronden doorlopen.
Het opstarten begint bij voorkeur met een introductie door de probleemeigenaar. Daarna volgt
de agenda, de kennismaking, worden de spelregels afgesproken en worden de verwachtingen met
elkaar afgestemd.
Tijdens het verdiepen worden de onderwerpen van de workshop dynamisch en interactief door-
lopen en worden de concrete resultaten daarvan vastgelegd. Tijdens de afronding worden de resul-
taten samengevat, het proces geëvalueerd en de opvolging besproken.
Succesfactoren van een goede workshop zijn een goede voorbereiding, een professionele en onaf-
hankelijke moderator, het actief betrekken van alle deelnemers, een focus op concrete resultaten
en een snelle opvolging.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Voorwoord
Colofon
Samenvatting
Inhoudsopgave
Lijst van illustraties / afkortingen
Inleiding
Inhoud verdeeld over meerdere hoofdstukken
Conclusies en aanbevelingen
Referenties naar onderliggende stukken
Bijlagen
je dat niet meer dan 10% van de presentatie blijft hangen bij het publiek.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
In de volgende teamvergadering spreek je Jan erop aan: ‘Jan, je loopt de kantjes ervan af. Karel
vertelde me dat je vorige week al om 2 uur naar huis ging. Dit is onacceptabel. Wil je in dit team
werken, dan moet je beter je best doen
- Geef vanuit de best practices van feedback geven drie verbeterpunten van de gekozen aanpak.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
157
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Motivatie: de innerlijke wens en de wil gedisciplineerd te werken aan concrete resultaten.
Cultuur van openheid: gemeenschappelijk gedrag dat gefundeerd is op waarden als wederzijdse
waardering, collectieve besluitvorming, introspectieve houding en integere motieven waardoor
complexe vraagstukken openlijk besproken kunnen worden.
Inleiding
Om tot projectresultaten te komen is het opbouwen van relaties en het versterken van hun betrok-
kenheid bij het project een belangrijke competentie. In dit hoofdstuk staan de vaardigheden centraal
om de relaties in deze netwerken te ontwikkelen waardoor belanghebbenden waarde aan elkaar
kunnen ontlenen. Openheid is daarbij een belangrijk element. Openheid is hierbij de houding
echt naar elkaar te willen luisteren zodat het project maximaal profiteert van ieders persoonlijke
bijdragen, suggesties en bezorgdheden.
Leerdoelen
- Aspecten, kenmerken en beleid t.a.v. openheid (T);
- Het opbouwen van argumenten volgens Toulmin (T);
- Het identificeren van intrinsieke en externe motivatie en hoe mensen daarop aan te spreken (T);
- De basisbehoeften van mensen volgens Deci & Ryan (T);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Zuivere motieven en uitbannen persoonlijk belang - het gemeenschappelijke belang van het project
staat centraal. Dit geeft ruimte voor dialoog en open discussie.
In een meesprekende cultuur gaat het alleen over het hebben van advies-, instemmings- of
meebeslissingsrecht. In een introspectieve cultuur is er echte bereidheid om te luisteren en ook
zijn mening te wijzigen als de mening van anderen beter is.
In principe
Onderbouwing
Volgens onderzoek
van de Standish
Group
Motivatietheorie (G43a)
Motivatie is de innerlijke wens en de wil om gedisciplineerd te werken aan concrete resultaten.
Intrinsieke motivatie komt voort uit de persoon zelf, zijn persoonlijkheid en zijn waarden en over-
tuigingen. Vaak zijn het externe bronnen die de intrinsieke motivatie versterken, zoals de kennis
en ervaring die men heeft, de potentie om ergens aan bij te dragen en de betrokkenheid met de
omgeving of de omstandigheden.
Extrinsieke motivatie ontstaat als je niet echt doet wat je zelf graag wilt. Je stemt je handelen af
op de ander, zodat je binnen opgelegde normen blijft en negatieve gevolgen kunt vermijden of
positieve resultaten kunt verkrijgen.
In hun Handbook of Self-Deter mination Research onderkennen Deci & Ryan (2013) ten aanzien
van motivatie: basisbehoeften, cognitieve evaluatie, organische integrati+9e en oorzakelijkheids-
oriëntatie.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Basisbehoeften
De basisbehoeften van mensen zijn:
- Autonomie - ruimte geven aan mensen ten aanzien van de uitvoering van de taak;
- Competentieontwikkeling - gericht kunnen werken aan de verbetering van je vaardigheden;
- Verbondenheid - aandacht geven aan verbondenheid betekent dat je de omgeving ervaart als
voedingsbodem voor de ontwikkeling van autonomie en talent.
Cognitieve evaluatie
Deci & Ryan (2013) onderscheiden intrinsieke en extrinsieke motivatie. Bij extrinsieke motivatie
komt de drijfveer voor gedrag uit de omgeving. Bij intrinsieke motivatie komt de motivatie uit de
eigen waarden en normen.
Cognitieve evaluatie is een beoordeling in welke mate externe factoren de intrinsieke motivatie
versterken. In het algemeen geldt dat wat de autonomie aantast de intrinsieke motivatie vermindert
en dat wat de competentie verhoogt de intrinsieke motivatie verbetert.
Organische integratie
De organische integratie geeft aan hoe mensen gedrag internaliseren; van ‘amotivatie’ (onwillig-
heid), via externe regulatie, introjectie, identificatie en integratie naar intrinsieke motivatie (zie
figuur 8.01.02).
Niet Intrinsiek
gemotiveerd Extrinsiek gemotiveerd
gemotiveerd
Oorzakelijkheidsoriëntatie
De oorzakelijkheidsoriëntatie geeft het effect aan van de persoonlijkheid op de mate van zelfde-
terminatie:
- Onpersoonlijke oriëntatie - denken geen invloed te hebben op de uitkomst van een actie. Zij voelen
zich incompetent en zijn onwillig;
- Gecontroleerde oriëntatie - vragen om meer sturing en duidelijkheid. Zij neigen meer naar externe
regulering, introjectie en identificatie;
- Autonome oriëntatie - sturen actief op basis van eigen interesses en persoonlijke waarden. Zij
neigen meer naar integratie en intrinsieke regulering.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
BOVEN
TEGEN SAMEN
ONDER
Figuur 8.01.03 Roos van Leary
Belangrijk is het herkennen van negatieve gedragsneigingen, zowel bij jezelf als bij de ander.
Vervolgens is het de kunst om daar zelf qua werkelijk getoond gedrag uit te blijven. Zodra je één
van deze negatieve gedragsneigingen in jezelf of de ander ervaart, is het goed om de positieve
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
variant of de positief tegenovergestelde variant daarvan in jezelf bewust te maken. Vanaf dat
moment is het een kwestie van communicatief vaardig toewerken naar een positieve gelijkwaar-
digheid in de adviesrelatie.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Edgar Schein reikt drie modellen van adviseren en een aantal principes van advisering aan.
1. Geef aan welk model van advisering Elske hier heeft toegepast. (1 punt)
2. Geef aan tegen welke twee principes van advisering Elske inging en licht je (2 punten)
antwoord toe.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Leiderschap: het sturen en motiveren van anderen in hun rol en taak om doelen te realiseren.
Management: het geheel aan leidinggevende taken dat nodig is om een voorgenomen resultaat te
realiseren.
Assertiviteit: het op een niet kwetsende, tactvolle manier opkomen voor de eigen mening,
behoeften of belangen.
Inleiding
Leiderschap betreft het sturen en motiveren van anderen in hun rol en taak om de projectdoelen
te realiseren. Leiderschap is nodig richting het team, maar ook richting opdrachtgever/stuurgroep
en andere belanghebbenden.
Leerdoelen
- Het verschil tussen leiderschap en management (B);
- De verschillende competentieniveaus en stijlen van leiderschap volgens Hersey & Blanchard (T);
- De cirkels van invloed en betrokkenheid volgens Covey en hun invloed op het effectief
handelen (T);
- De kenmerken en de effectiviteit van assertief, meegaand en agressief handelen (T);
- De balans tussen rolopvattingen en rolverwachtingen (B);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Leiderschap Management
• De goede dingen doen • De dingen goed doen
• Doorvoeren veranderingen • Bij continue bedrijfsvoering
• Focus op wat en waarom • Focus op hoe en wanneer
• Aandacht voor doel, richting en • Aandacht voor snelheid, efficiency en
effectiviteit kwaliteit
• Meest effectief om personen te • Meest effectief bij beheersen van
beïnvloeden in persoonlijk contact plannen en specificaties
• Focus op betekenis, wat bereikt • Focus op taken, processen en
moet worden en toegevoegde waarde opleveren
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
De bekwaamheid van de medewerker hangt af van zijn kennis, zijn relevante werkervaring en zijn
inzicht in de taak. Dat betekent dat ook een ervaren teamlid die nog geen inzicht heeft in een nieuw
uit te voeren taak volgens deze definitie een gemiddelde tot lage bekwaamheid heeft. Soms zorgt
ervaring ervoor dat men denkt bekwaam te zijn, terwijl een nieuwe situatie wel degelijk om training
en oefening vraagt om de vereiste bekwaamheid te ontwikkelen (onbekwaam, maar zelfverzekerd).
Als een ervaren persoon daartoe niet bereid is, kan zelfs laag competent gedrag (onbekwaam en
onwelwillend) het gevolg zijn. Ervaren mensen kunnen soms diep vallen. Als projectmanager moet
je hier goed op inspelen.
Competentiegebied Taakuitvoering
C1 Laag willen Voert de taak onacceptabel uit, stelt uit, rondt niet af, is defensief,
Laag kunnen vermijdt, wentelt af, voelt zich oncomfortabel.
C2 Hoog willen Ziet zijn taak als een nieuwe ervaring, is geïnteresseerd, is vol
Laag kunnen zelfvertrouwen, is gemotiveerd, weet het zelf beter.
C3 Laag willen Heeft aangetoonde kennis en ervaring maar vertoont weerstand tegen
Hoog kunnen het werk, lijkt verward, vraagt bevestiging, durft niet af te ronden.
C4 Hoog willen Werkt autonoom, houdt leidinggevende op de hoogte, is geconcentreerd
Hoog kunnen op de taak, levert kwaliteit.
Vervolgens koppelen Hersey & Blanchard de competentieniveaus aan hun model van situationeel
leidinggeven. Daarbij onderscheiden zij de mate van ondersteuning (Y-as) en de mate van sturing
(X-as). Dit resulteert in vier competenties en vier bijbehorende stijlen van leidinggeven (zie figuur
8.02.03).
Hoog
Veel ondersteuning Veel ondersteuning
Weinig taaksturing Veel taaksturing
Mate van ondersteuning
S3 S2
S4 S1
Compententieniveau
Figuur 8.02.03 Situationeel leidinggeven volgens Hersey, Blanchard & Johnson (2008)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Proactief Reactief
Figuur 8.02.04 Cirkel van invloed en cirkel van betrokkenheid (Covey, 2010)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Proactieve personen richten zich met name op hun cirkel van invloed. Ze spannen zich in voor
die zaken waar ze echt invloed op kunnen uitoefenen. En die resultaten geven extra energie, wat er
weer toe leidt dat hun cirkel van invloed groeit.
Reactieve personen richten zich met name op hun cirkel van betrokkenheid. Hierdoor verwaar-
lozen ze de dingen waar ze echt invloed op kunnen uitoefenen, waardoor hun cirkel van invloed
steeds kleiner wordt (zie figuur 8.02.04).
Problemen kunnen daarbij worden onderscheiden naar problemen waar je:
- Direct invloed op hebt > ga er mee aan de slag;
- Indirecte invloed op hebt > verander je aanpak;
- Geen invloed op hebt > accepteer en laat los.
Assertiviteit (G51f)
Assertiviteit is het op een niet kwetsende, tactvolle manier opkomen voor de eigen mening,
behoeften of belangen. Dit in tegenstelling tot meegaandheid en agressiviteit.
Bij meegaandheid maak je jezelf afhankelijk van anderen. Er is niets mis met meegaandheid, maar
slaafs volgen van een ander maakt je tot speelbal van die ander. Bij agressiviteit overschrijdt je juist
de grens van het behoorlijke. Bij agressief gedrag leg je je wil te krachtig en dwingend op aan de
ander. Beide vormen hebben een negatieve invloed op de samenwerking.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Daarnaast onderkent Scouller drie niveaus van leiderschap (zie figuur 8.02.05).
Binnenste
niveau
Persoonlijk
leiderschap
Vanuit deze gecultiveerde innerlijke houding treedt de leider in contact met individuen en groepen.
Op beide niveaus worden vaardigheden ingezet, die gericht zijn op vier dimensies.
- Publiek niveau - met name gericht op de eerste drie dimensies;
- Privaat niveau - gericht op de eigen plaats en effectiviteit van de teamleden binnen de groep.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Team: een groep mensen die in onderlinge afhankelijkheid samenwerkt aan het verwezenlijken van
een gemeenschappelijk doel of resultaat.
Teambuilding: een verzamelnaam voor een reeks groepsactiviteiten om de samenwerking in een
team te bevorderen.
Teamontwikkelingsfasen: opeenvolging van aan het gedrag van teamleden herkenbare fasen,
die een team doorloopt om te komen tot een effectieve uitvoering van samenwerking.
Teamrol: een kenmerkend geheel van teamgerichte gedragsopvattingen en -uitingen van een
teamlid.
Inleiding
Teamwerk betreft het laten samenwerken van personen om een gemeenschappelijk doel te reali-
seren. Omdat projecten gewoonlijk worden uitgevoerd door personen die specifiek voor het project
bij elkaar zijn gebracht is aandacht voor het teamwerk in projecten erg belangrijk. Teamwerk is dan
ook een kerncompetentie van de projectmanager.
Leerdoelen
- De kenmerken van de verschillende fasen van teamontwikkeling volgens Tuckman (T);
- Het selecteren van effectieve teambuildingsactiviteiten in een gegeven situatie (T);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
- Welke stijl van leidinggeven het beste past in de verschillende fasen van teamontwikkeling (T);
- Het definiëren van effectieve maatregelen om het team te begeleiden naar de volgende ontwik-
kelingsfase (T);
- Hoe om te gaan met lastige mensen en het nut van weerstand in een project (T);
- Voorwaarden van een goede teamsamenstelling (T);
- Teamrollen volgens Belbin (B);
- Oorzaken, symptomen en het voorkomen van groepsblindheid (B);
- Het managen van virtuele teams (B).
Teamontwikkelingsfasen (G61a)
Alle groepen zijn uniek wat betreft dynamiek en complexiteit. Groepen doorlopen echter in de
ontwikkeling naar teamvolwassenheid min of meer gelijke teamontwikkelingsfasen. De psycho-
loog Bruce Tuckman (1965) onderscheidt vijf fasen. Naarmate de ontwikkeling naar teamvolwas-
senheid toeneemt, neemt ook de efficiency en de effectiviteit van het team toe (zie figuur 8.03.01).
Forming - In dit eerste stadium van teamontwikkeling zijn de teamleden op zoek naar hun rol in
het team en dat wat er precies van hen verwacht wordt. Ook vindt een eerste aftasting plaats ten
aanzien van de wijze waarop het team de samenwerking wil organiseren. De onderlinge sociale
contacten beperken zich per teamlid vaak tot één of twee andere teamleden. Door de ervaren
onzekerheid richten zij zich voornamelijk op de hun toegewezen taken. Zij kijken zogezegd de kat
uit de boom.
Storming - Afhankelijk van de door de leden waargenomen discrepantie tussen de verwachtingen
aan het begin van het project en de werkelijkheid kan er een ‘dip’ in de moraal ontstaan. Er
ontstaan wantrouwen en persoonlijke conflicten over elkaars rol, status en positie. Er ontstaan
zowel hechte banden als vijandige relaties tussen de groepsleden. Het kan zelfs zo zijn dat bepaalde
teamleden de positie van de projectmanager en de uitgangspunten van het project ter discussie
stellen. Openlijk vraagt men zich af of ze nog wel deel willen uitmaken van het team.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Volwassen
(efficiënt,
effectief)
Mogelijke
terugval
Mogelijke
terugval
Mogelijke
Onvolwassen terugval
(inefficiënt,
ineffectief)
Let op: deze conflicten moeten niet worden onderdrukt. Het is de kunst om tegenstellingen en
meningsverschillen zorgvuldig bespreekbaar te maken zodat het team zich kan ontwikkelen.
Norming - Vanuit het bespreken van de tegenstellingen en meningsverschillen ontstaat in deze fase
een acceptatie van de eigen taak en de groepsafspraken. Teamleden beginnen elkaar te vertrouwen,
samen te werken en samen problemen op te lossen. De productiviteit is echter nog niet optimaal.
Performing - In dit stadium levert het team schijnbaar moeiteloos goede prestaties. Er is een volle-
dige acceptatie van elkaars rol. Samen worden de noodzakelijke beslissingen genomen. Er is een
goede onderlinge samenwerking. Het team bewaakt en beheerst zijn eigen voortgang en lost zijn
eigen problemen op. De teamleden zijn sterk gemotiveerd en er is een hoge werkinzet.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Adjourning - Geen enkel team heeft het eeuwige leven. Zorg voor een zorgvuldige afhechting,
zowel als individuele teamleden vertrekken maar nog meer als op het einde van het project een
team als geheel wordt ontbonden. Een goede afhechting/afsluiting kan er voor zorgen dat team-
leden het project ook emotioneel goed kunnen afsluiten en open staan voor nieuwe uitdagingen.
Een wijziging in de samenstelling van een team betekent vaak dat het team opnieuw de voorgaande
stadia zal doorlopen. Vaak gaat dat snel, maar onderschat de wijze waarop karakters op elkaar in
kunnen werken niet. Het inwerken van nieuwe teamleden vraagt zorgvudlige aandacht.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
OPENLIJK
Stakingen, verzet, sabotage
VERBORGEN / ONBEWUST
Demotivatie, ziekte, lusteloosheid
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
ONBEGRIP
Communicatieve barrières
ONKUNDE
STRATEGIE NAAR DE ANDER DIE WEERSTAND TOONT
Kennis - en vaardigheidskloof
• Waarnemen: goed observeren wat je ziet, hoort
• Presenteren: heldere inhoud en expressie
ONWIL • Contact maken: afstemmen op de relatie
Werkweigering, dingen laten liggen • Teweegbrengen: de motivatie raken
Niet elke weerstand is slecht; meningsverschillen kunnen vaak leiden tot betere oplossingen. Het
is daarom nuttig om ‘tegenspraak’ in elk team ‘in te bouwen’.
Teamsamenstelling (G62a) C
Een team is een groep mensen die in onderlinge afhankelijkheid samenwerkt aan het verwezen-
lijken van een gemeenschappelijk doel of resultaat.
Vaak krijgt een projectmanager een team toegewezen. Het zou echter beter zijn, als de project-
manager invloed zou hebben op de samenstelling van het team. De projectmanager moet daar wel
naar streven.
Bij de samenstelling van het team moet rekening gehouden worden met:
- Omvang en complexiteit van de taak
- Vakkennis en ervaring
- Vertegenwoordiging betrokken partijen
- Diversiteit teamleden
- Beschikbaarheid teamleden
- Betrokkenheid en motivatie teamleden
- Vermogen tot samenwerken
- Waar het werk moet worden uitgevoerd
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Een team moet bij voorkeur niet te groot zijn; bij voorkeur 7 +/- 2 personen. Bij een te klein team
kunnen niet altijd alle disciplines worden vertegenwoordigd, bij een te groot team ontstaan er te
gemakkelijk subgroepen.
Teamleden zijn binnen het team niet alleen verantwoordelijk voor hun eigen werk en hun eigen
expertise, maar vertegenwoordigen ook hun afdeling of achterban. Teamleden zijn ook samen
verantwoordelijk voor het functioneren van het team en het realiseren van het op te leveren resul-
taat. Voorkom dat ieder zich alleen beroept op zijn eigen deel en dat alleen jij als projectmanager
alleen verantwoordelijk bent voor het totaal. Maak vanaf het begin duidelijk dat het project een
gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is. Het beste is om dit al in de 1e kick-off bij de start
van de uitvoering te bespreken.
Teamrollen (G62b) C
Belbin (2006) heeft onderzocht wat teams succesvol maakt en kwam tot de ontdekking dat daarbij
een goed samenstel van verschillende teamrollen in een team belangrijk is. Hij onderscheidt negen
teamrollen, waarbij een teamrol een kenmerkend geheel van gedragsopvattingen en -uitingen is
van een teamlid.
- Vormer - is uitvoeringsgericht. Hij is vlot, hartelijk, impulsief maar ook ongeduldig, snel gefrus-
treerd en wordt geplaagd door twijfel. Hij is goed in vorm en geeft richting aan het team. Hij
is een ondernemer.
- Bedrijfsman - is ook uitvoeringsgericht. Wil direct beginnen. Is praktisch en kan goed organi-
seren. Is oprecht en integer en raakt niet snel ontmoedigd, maar kan van zijn stuk raken door
planwijzigingen.
- Voorzitter - is mensgericht, maar verliest de te bereiken doelen niet uit het oog en behoudt over-
zicht. Hij is gedisciplineerd en heeft een bepaald natuurlijk overwicht. Hij kan goed luisteren,
is in staat bruggen te bouwen, maar kan ook besluiten nemen op basis van wat er is gezegd.
- Groepswerker - is ook mensgericht. Hij is sympathiek, vriendelijk, loyaal en begripsvol. Hij kan
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
en mag graag luisteren. Hij is gevoelig voor de sfeer en zal er ook alles aan doen om die goed
te houden.
- Plant of uitvinder - is innovatiegericht. Heeft originele ideeën vanuit zichzelf en heeft veel
verbeeldingskracht. is inspirerend door zijn originaliteit, maar is wel een individualist.
- Brononderzoeker - is ook innovatiegericht, maar brengt ideeën vanuit de omgeving naar binnen.
Hij is positief, ontspannen en sociaal in de omgang. Heeft oog voor creatieve ideeën van
anderen; beseft dat hetgeen je wilt, vaak al elders ontwikkeld is.
- Zorgdrager - is gericht op beheersing. Werkt achter de schermen, zorgt dat het werk planmatig
verloopt en dat elk detail klopt. Hij is consciëntieus en bezorgd. Hij houdt van orde en netheid.
- Waarschuwer - is ook gericht op beheersing, maar meer vanuit het analyseren van de situatie. Is
nuchter en zakelijk. Analyseert en bekritiseert, maar ziet ook soms te veel beren op de weg.
- Specialist - de solist. Voert de inhoud van de rol vakbekwaam uit. Is een vakspecialist en draagt
weinig bij aan de teamvorming, maar is op zijn eigen terrein een bron van onuitputtelijke kennis.
Een teamlid kan meerdere teamrollen vervullen. Elk van deze teamrollen heeft zijn waarde voor
het teamproces, mits de leden er complementair mee omgaan en niet met elkaar gaan rivaliseren.
Afhankelijk van de taakstelling van het team kunnen andere rollen essentieel zijn:
- Mensgerichte opdracht: voorzitter en groepswerker;
- Uitvoeringsgerichte opdracht: vormer en bedrijfsman;
- Innovatief gerichte opdracht: voorzitter, plant en brononderzoeker;
- Beheersingsgerichte opdracht: waarschuwer en zorgdrager.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Groepsblindheid kun je herkennen aan de wijze waarop teamleden zich afzetten ten opzichte van
hun omgeving. In hun handelen en denken staat het eigen team centraal en in het spreken geven
ze af op de omgeving en maken ze zichzelf en hun taak onmisbaar belangrijk.
Een belangrijke oorzaak van groepsblindheid is de vrijheid die een team heeft gekregen en
genomen om langere tijd hun eigen taak op een eigen wijze uit te voeren.
Groepsblindheid kun je voorkomen door beslissingen buiten het team te leggen en door regel-
matig de teamsamenstelling te wijzigen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
1. Aan welk team geef je de voorkeur en geef drie reden waarom? (2 punten)
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
2. Geef aan waarom je niet kiest voor één van de andere teams. (2 punten)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Reactieve probleemoplossing: aanpak om vraagstukken op te lossen die voortkomt uit gestructu-
reerde informatieverzamelingen en oorzaakanalyses.
Proactieve probleemoplossing: aanpak om vraagstukken op te lossen die voortkomt uit situatie-
onderzoeken teneinde reactieve vraagstukken te voorkomen.
Correctieve probleemoplossing: aanpak om vraagstukken op te lossen die voortkomt uit proces-
controle en -beheersing.
Creatieve probleemoplossing: aanpak om met behulp van creatieve technieken nieuwe en originele
oplossingen voor geformuleerde vraagstukken te genereren.
Inleiding
In projecten moeten voortdurend oplossingen worden gevonden voor nieuwe situaties. Het succes
van het project hangt vaak af van de vindingrijkheid van het team om problemen en uitdagingen
op te lossen.
Leerdoelen
- De stappen in probleemoplossen volgens Shiba & Walden (T);
- Het verschil in aanpak tussen een projectplanning en reactieve probleemoplossing (T);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
0.1 1 4a 6 4a 6
Besef Selecteer Plan Standaardiseer Huidige Standaardiseer
probleem thema oplossing oplossing situatie oplossing
Denk-
niveau
0.2 0.3 2 3 4b 5 4b 5
Onderzoek Afbakenen Verzamel & Analyseer
Analyseer Invoeren
Invoeren Evalueer
Evalueer Uitvoeren
Invoeren Evalueer
Evalueer
situatie probleem analyseer oorzaken
oorzaken oplossing
oplossing effecten
effecten correcties effecten
effecten
gegevens
Ervarings-
niveau
Proactieve probleemoplossing
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Correctieve probleemoplossing - hierbij gaat het om correcties die voortkomen uit de uitvoering
van het werk conform de gestandaardiseerde routine. Op basis van procescontrole worden kleine
aanpassingen gemaakt zodat het proces conform standaard kan blijven lopen. Er vindt in principe
hier geen evaluatie van het proces plaats.
Reactieve probleemoplossing - als blijkt dat het hierbij gaat om meer dan alleen reguliere procesaan-
passingen (incidenten) en dat er sprake is van een onderliggend probleem, dan moet het probleem
worden opgeschaald zodat het probleem op basis van een gestructureerde informatieverzameling
en oorzaakanalyse kan worden opgelost.
Proactieve probleemoplossing - hierbij is er het besef dat een vraagstuk in de toekomst een behoor-
lijke impact op de organisatie kan hebben (stap 0.1). Om deze impact voor te zijn, wordt een
gestructureerde analyse van de huidige situatie gemaakt (stap 0.2). Vanuit deze gestructureerde
situatieanalyse wordt het probleem afgebakend (stap 0.3), om dan via het doorlopen van de zeven
stappen van de reactieve probleemoplossing of de negen stappen van projectplanning te worden
opgelost.
Projectplanning - als de problemen niet binnen de bestaande processen kunnen worden opge-
lost, moet iets nieuws worden gecreëerd. Meestal gebeurt dit via het uitvoeren van projecten. De
projectplanning lijkt op de reactieve probleemoplossing maar wijkt op onderdelen af (zie figuur
8.04.02).
Oorzaakidentificatietechnieken (G81b) C
Veelgebruikte oorzaakidentificatietechnieken zijn de systeembenadering (zie hoofdstuk 10.1
Organisatietheorie), oorzaak-gevolgdiagrammen (zie hoofdstuk 4.05 Risico’s en kansen ) en analy-
setechnieken. Analysetechnieken zijn bijvoorbeeld:
- Boomstructuur - bijv. een WBS (zie hoofdstuk 5.02 Scope);
- Netwerk - bijv. een Precedence chart (zie hoofdstuk 5.04 Tijd);
- Matrix - bijv. een belang-invloedmatrix (zie hoofdstuk 4.02 Belanghebbenden).
Oplossingsidentificatietechnieken (G81c) C
Bekende oplossingsidentificatietechnieken zijn brainstorming, lateraal denken en expertmening.
Brainstorming en lateraal denken worden met name gebruikt als divergerende creativiteitstech-
nieken (zie verderop).
Een expert vragen is in principe vrij simpel. Je weet echter nooit of de expert de juiste oplossing
aandraagt. Bij gecompliceerde problemen is het daarom aan te raden meerdere experts te raad-
plegen. Dit kan je doen één op één of in een gemeenschappelijk gesprek mett alle experts tezamen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Dat laatste levert meestal betere oplossingen. Als je bang bent dat de onderlinge verhoudingen
teveel een rol gaan spelen, kun je hierbij ook gebruik maken van de Delphi-methode (zie hoofd-
stuk 5.05 Mensen en middelen).
Oplossingsbeoordelingstechnieken (G81d) C
Bekende oplossingsbeoordelingstechnieken zijn:
Prototyping - Prototyping is het opstellen van een model of prototype om een oplossing te beoor-
delen. Een model is daarbij een versimpelde weergave van de werkelijkheid (bijv. een maquette).
Een prototype is een variant of een versimpelde uitvoering van het op te leveren resultaat (bijv.
een modelwoning).
Waardeanalyse - Waardeanalyse is een methode om, systematisch met een team, na te gaan hoe de
functie van een product of dienst tegen de laagst mogelijke kosten vervuld kan worden. Waarde
wordt daarbij gedefinieerd als al datgene wat een gebruiker ertoe brengt het product of dienst te
verlangen (zie hoofdstuk 4.04 Eisen en doelen).
Scenarioplanning - Met een scenarioplanning wordt een inschatting gemaakt van de toekom-
stige ontwikkeling uitgaande van verschillende condities (scenario’s). Het is een toekomstgerichte
analyse, waarin wordt nagegaan wat de potentiële gevolgen zijn van verschillende alternatieven (zie
hoofdstuk 4.05 Risico’s en kansen).
Door het uitstellen van de meningsvorming voorkom je dat het creatieve proces wordt onder-
broken en dat deelnemers zich belemmerd voelen in het uiten van hun ideeën. Door na het gene-
reren van de ideeën eerst een voorselectie te maken van de meest interessante ideeën voorkom je
dat teveel tijd wordt besteed aan niet levensvatbare ideeën en dat wel interessante ideeën worden
afgewezen omdat deze nog onvoldoende uitgewerkt waren. Byttebier (2003) onderscheidt dan ook
vier strikt gescheiden fasen in het creatieve proces.
Analysefase - In deze fase formuleer je een creatieve vraag en bereid je de creativiteitssessie voor.
Is de vraag helder? Is er voldoende informatie? Is er een probleemeigenaar?
Divergerende fase - In deze fase worden ideeën gegenereerd die mogelijkerwijs kunnen bijdragen
aan de oplossing van de creatieve vraag. Vaak gebeurt dit in twee ronden. In de 1e ronde bedenken
de deelnemers ieder voor zich zoveel mogelijk ideeën. In de 2e ronde wordt meestal gebruik
gemaakt van technieken zoals brainstorming om het aantal ideeën nog verder te vergroten. Eerst
ieder voor zich is vaak effectiever dan meteen te gaan brainstormen.
Zorg dat je aan het begin van deze fase ook een aantal grondregels afspreekt zoals uitstellen van
elke vorm van oordeel, wees intern open maar wees gesloten naar buiten en de ideeën zijn van de
groep.
Convergerende fase - In deze fase wordt één of worden enkele ideeën gekozen die de meeste
potentie bezit(ten) om verder ontwikkeld te worden. Pas op voor ‘creadox’: je wilt iets nieuws,
maar je kiest voor het oude.
Besluitvormingsfase - Op basis van de uitgewerkte oplossingen wordt uiteindelijk de beslissing
genomen welke oplossing wordt gekozen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
goed om een dergelijk beeld niet alleen te roepen, maar ook om het beeld te laten projecteren en/
of rond te laten gaan.
Lateraal denken - Deze techniek is ontwikkeld door De Bono (1973) en gaat uit van PO, wat
staat voor POssible. Een idee is niet goed of fout, maar heeft in principe vrijwel altijd mogelijk
te benutten aspecten in zich. Stel dat het wel kan…. Door die te onderzoeken kunnen veel meer
oplossingen worden geïdentificeerd dan met het normale. De Bono zet deze wijze van lateraal
denken tegenover het verticale denken ofwel het traditionele logische of continue denken.
Denkhoeden van De Bono - Een speciale techniek voor het blijven denken in nieuwe of andere
mogelijkheden realiseer je volgens De Bono (2013) door het opzetten van verschillende denk-
hoeden. Iedere denkhoed heeft een eigen kleur en als die kleur hoed wordt opgezet, wordt vanuit
het perspectief van die hoed of kleur gedacht.
- Witte denkhoed - staat voor de feiten en de cijfers;
- Rode denkhoed - staat voor de emoties en intuïties;
- Zwarte denkhoed - maakt op een scherpe manier helder en duidelijk waarom iets niet werkt;
- Gele denkhoed - geeft zicht op de positieve kanten van het idee;
- Groene denkhoed - staat voor het creatieve denken en brengt nieuwe perspectieven in;
- Blauwe denkhoed - ordent en bewaakt het denkproces zelf.
Brainstorming - Een brainstorming is een creativiteitstechniek waarin zo veel mogelijk nieuwe
ideeën over een bepaald onderwerp of vraagstuk in een groep worden gegenereerd, waarbij het
waardeoordeel over de geopperde ideeën wordt uitgesteld tot na de sessie. Brainstorming vormt
vaak de kern van de divergerende fase. Tijdens de brainstorm zelf mogen ideeën niet afgewezen
worden. De procesbegeleider let er goed op dat iedereen meedoet en deelnemers activeert door
middel van interventies.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Mind mapping - Ideeën worden genoteerd rondom een oplossingsgerichte vraag. Vanwege het
feit dat iedereen mee kan kijken, gaan deelnemers haast als vanzelf op elkaar reageren. Daardoor
worden associaties opgeroepen, die in deze divergerende fase zo belangrijk zijn. Indien een team
te lang blijft hangen in een denkspoor, kan weer een analogie worden ingebracht of een opstapper
worden ingebracht die de groep weer activeert om andere denkrichtingen op te pakken.
W
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
NOG NIET
HAALBAAR
•
•
Nog niet te plaatsen
Draagt niet bij, zo lijkt het
•
•
Visionair
Zeer uitdagend
H O
• Te ver buiten de kaders • Sterk intuïtieve waardebeleving
• Onzin • Haalbaarheid vraagt om onderzoek
W OW
HAALBAAR • Hoge acceptatiegraad • Prikkelend en enthousiasmerend
O
• Relatief weinig risico • Onderscheidend
• Quick wins
NU DOEN!
N • Realiseerbaar
Moodboards (ontwikkelen) - Een moodboard is een beeldcollectie of collage. Met een moodboard
kan men eenvoudig een richting of een situatie visualiseren die men voor ogen heeft. Door het
beeld gaat het idee winnen aan betekenis. De psychologische sturende kracht van beelden is groot
en juist dat is wat een moodboard zo krachtig maakt.
Spiegelgesprekken (ontwikkelen) - Door deelnemers over en weer te bevragen over de voorgestelde
oplossing ontstaat een scherper beeld van de vorm, inhoud en gevolgen van het idee. Dat leidt
vaak tot verrijkende aanpassingen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Zintuiglijk verdiepen (ontwikkelen) - Met zintuiglijk verdiepen wordt bij een gekozen idee vragen
gesteld die alle zintuigen prikkelen: welk gevoel roept het op, hoe ziet het eruit, et cetera. Ook
zintuiglijk verdiepen leidt vaak tot verrijkende aanpassingen.
Multicriteria-analyse (selecteren) - Met een multicriteria-analyse vergelijk je meerdere alternatieven
op basis van verschillende criteria (zie hoofdstuk 9.03 Portfoliomanagement).
SWOT-analyse (selecteren) - Een SWOT-analyse is een bedrijfskundig model dat de sterktes en
zwaktes in de organisatie plaatst naast de kansen en bedreigingen in de omgeving. Met een SWOT-
analyse kunnen ook de consequenties van keuzen in het creatieve proces worden geanalyseerd (zie
hoofdstuk 9.01 Strategie).
Waardeanalyse en scenarioplanning (selecteren) - Zie hiervoor de beschrijving bij de oplossingsbe-
oordelingstechnieken.
Besluitvormingstechnieken (G81e)
Belangrijk bij de besluitvorming zijn niet alleen de criteria waarop moet worden getoetst maar ook
op welke wijze het besluit wordt genomen. We onderscheiden hierbij:
- Meerderheid - een besluitvorming gebaseerd alleen op aantallen. Gebruikelijke criteria zijn meer
dan 50% of tenminste 75%.
- Compromis - beide partijen leveren iets in, maar zijn tevreden met het eindresultaat.
- Consensus - partijen kunnen leven met de gemaakte keuze onder de gegeven omstandigheden.
- Delegatie - de beslissing wordt neergelegd bij een derde. Binnen een projectenorganisatie wordt
de toewijzing van capaciteit bijvoorbeeld gedelegeerd naar een resourcemanager.
- Autoriteit - de beslissing wordt, na alle partijen gehoord te hebben, genomen door bijvoorbeeld
de voorzitter.
- Unanimiteit - iedereen komt tot dezelfde conclusie. Besluiten op unanimiteit vergen meestal heel
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
veel tijd.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
deelnemers waren. Monique geeft aan dat volgens haar veel vakantiegangers het helemaal niet erg
zouden vinden dat wij de uiteindelijke keuze zouden maken. De meesten kunnen toch moeilijk
kiezen. Die zijn blij dat de uiteindelijke keuze door het reisbureau wordt gemaakt. Nel merkt op
dat zij Peter nog niet heeft gehoord.
- Geef voor drie personen de kleur hoed aan, waar de hoed voor staat en een referentie naar de
casus.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Effectiviteit (doeltreffenheid): de mate waarin de gewenste resultaten en doelen zijn/worden gere-
aliseerd.
Efficiëntie (doelmatigheid): de verhouding tussen de opbrengst en de inzet van middelen.
Productiviteit: de hoeveelheid werk die binnen een bepaalde tijdseenheid wordt verzet.
Inleiding
Een goede projectmanager is resultaatgericht. Dit vraagt van de projectmanager politieke en sociale
sensitiviteit. Daarbij dien je zowel gericht te zijn op het realiseren van het gevraagde resultaat als op
het flexibel inspelen op de situatie.
Leerdoelen
- Het verschil tussen efficiëntie, effectiviteit en productiviteit (B);
- De principes en voorwaarden van continu verbeteren volgens Kaizen (T);
- De technieken voor efficiency volgens Kaizen (B);
- De principes van resultaatgericht projectmanagement volgens Laufer (B);
- Wat politieke en sociale sensitiviteit inhoudt (B).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Opsplitsen verbetering en onderhoud - een verbetering doorvoeren is iets anders dan onderhouds-
maatregelen nemen. Verbetering vraagt een andere aanpak (zie ook hfdst. 8.04 Vindingrijkheid).
Voorwaarden van Kaizen
De belangrijkste voorwaarden voor de Kaizen-filosofie zijn:
- Continue aandacht voor verbetering - dus niet pas repareren als het kapot is, maar een continu zoeken
naar verbeteringen, ook als het nog goed functioneert.
- Kwaliteitscirkels - juist omdat verbeteren kan voortkomen uit het optimaliseren van de samen-
hang der onderdelen zijn kwaliteitscirkels essentieel. Dit zijn kleine groepen medewerkers die
op basis van vrijwilligheid in een afgebakende periode regelmatig bijeenkomen om een praktijk-
probleem op systematische wijze te identificeren, te analyseren en oplossingen aan te dragen.
- Teamwork - het realiseren van kwaliteit is teamwerk. Medewerkers dienen (gezamenlijk) voor-
stellen in te brengen, het management dient de voorstellen op te pakken.
- Verbeterd moreel - continu verbeteren doe je niet zomaar. Het management moet positief staan
tegenover training en scholing en bereid zijn verbetervoorstellen positief op te pakken.
- Persoonlijke discipline - medewerkers moeten zich ook aan de afspraken houden. Zonder persoon-
lijke discipline geen optimaal proces.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
4M Mogelijke controlevragen
Mensen - Houden de mensen de normen aan?
- Werken de mensen efficiënt/kostenbewust?
- Doorgronden mensen het probleem, vóór ze aan de slag gaan?
- Zijn de mensen voldoende opgeleid?
Machines/ - Kan met de voorzieningen efficiënt geproduceerd worden?
voorzieningen - Vormt iedere voorziening een effectieve schakel in het proces?
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
De 7 statistische hulpmiddelen
Deze 7 statistische hulpmiddelen zijn gelijk aan de 7 kwaliteitsinstrumenten die beschreven zijn in
hoofdstuk 5.01 Kwaliteit.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Sociale sensitiviteit is de gevoeligheid voor de interne verhoudingen en dan met name ten aanzien
van de sociale en culturele verschillen tussen de verschillende groeperingen en de daaruit mogelijk
voortvloeiende discriminatie en subtielere achterstellende mechanismen.
Voor het managen van het project en het realiseren van de projectdoelstellingen is het van belang
dat de projectmanager politiek en sociaal sensitief is.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Geef drie commentaren op het gedrag en de vragenlijst van Andy op basis van de 4M contro-
lelijst uit Kaizen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Onderhandelen: een communicatieproces waarbij twee of meer partijen met deels strijdige en
deels gemeenschappelijke belangen vanuit verschillende posities tot overeenstemming trachten
te komen.
Inleiding
Onderhandelen gaat over het oplossen van meningsverschillen. Goede onderhandelingen zorgen
ervoor dat er zoveel mogelijk win/win situaties ontstaan. Dat versterkt de kans op projectsucces.
Leerdoelen
- De kenmerken van de verschillende onderhandelingsstrategieën volgens Thomas & Kilmann (T);
- De kenmerken en aanpak van positioneel onderhandelen en beste alternatief zonder oplossing (T);
- De vier principes van principieel onderhandelen volgens Harvard (T);
- De fasen in het onderhandelen (T);
- De aspecten waarmee rekening moet worden gehouden bij het onderhandelen (B).
Onderhandelingsstrategieën (G91a)
Bij onderhandelen kunnen meerdere strategieën worden toegepast, afhankelijk van het belang van
de uitkomst en van de relatie. Thomas & Kilmann (2002) onderscheiden (zie figuur 8.06.01):
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
+ Forceren Samenwerken
(win - verlies) (win - win)
Zorg voor het resulaat
Compromis
sluiten
Vermijden Toegeven
– (geen akkoord) (verlies - win)
– Zorg voor de relatie +
- Forceren - Het resultaat is belangrijker dan de relatie. Het is in zijn uiterste vorm slikken of
stikken, waarin het recht van de sterkste telt en het eigen belang voorop staat.
- Toegeven - De relatie is belangrijker dan het resultaat. De strategie wordt gehanteerd als één van
de partijen de relatie wil behouden en weet dat de andere partij meer macht heeft.
- Vermijden - Als het toegeven betekent dat er alleen maar verliezen genomen moeten worden,
is het vaak beter om uit de onderhandeling te stappen. Er ontstaat geen akkoord en tegelijker-
tijd ook geen afhankelijkheid ten opzichte van een partij die machtiger is. Misschien lost het
probleem vanzelf op.
- Compromis sluiten - Beide partijen geven een beetje toe. Hierbij is de tijd vaak een belangrijke
factor. Partijen hebben te weinig tijd om de belangen en alternatieven uitgebreid te exploreren
en daarnaast hebben ze te weinig informatie om elkaar in een win-verliespositie te manoeu-
vreren.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Samenwerken - Doet recht aan zowel de relatie als aan een zo goed mogelijk resultaat voor
beide partijen. Levert een win-win situatie op. Binnen deze strategie staat de probleemoplossing
centraal en worden de belangen van de ander alsmede de eigen belangen gezien als onderdeel
van het op te lossen probleem.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
voegen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Conflict: een botsing van meningen, belangen of karakters.
Crisis: een acuut probleem, waardoor het functioneren of voortbestaan van een persoon, groep
of organisatie wordt bedreigd.
Inleiding
Conflicten kunnen zich op ieder moment en op alle niveaus in het project voordoen met de kans
op sterk negatieve consequenties voor het project als geheel. Dit vraagt van de projectmanager
om een zorgvuldig handelen gericht op het oplossen van de conflicten, zodat partijen echt verder
kunnen en het projectresultaat niet in gevaar komt. Bij een crisis moet de projectmanager snel en
adequaat ingrijpen. Direct de juiste partijen om tafel zetten, zodat de crisis vanaf het prille begin
adequaat kan worden aangepakt.
Leerdoelen
- Het verschil tussen functionele en disfunctionele conflicten in een project (B);
- De verschillende stijlen van conflicthantering volgens Thomas & Kilmann (T);
- De verschillende soorten conflicten te onderscheiden (B);
- De fasen in een conflict (B);
- Hoe je in de verschillende conflictfasen het beste kunt optreden (B);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Compromis
sluiten
Vermijden Toegeven
Coöperatief
Zorg voor andermans belang
- Forceren - Hierbij worden machtsmiddelen gebruikt om de eigen wil op te leggen aan de ander
zonder rekening te houden met de belangen van een ander (win-lose).
- Toegeven - Het tegenovergestelde van forceren. Je geeft toe aan wat de ander wil en maakt je
eigen doelen en belangen daaraan ondergeschikt (lose-win).
- Vermijden - Je gaat het conflict uit de weg. Met ‘vermijden’ kan een conflict bezinken en kun je
voorkomen dat latente conflicten manifest worden.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Compromis sluiten - Samen zoek je, vaak onder tijdsdruk, naar een gulden middenweg. De
verschillen worden gedeeld. Een compromis zoeken houdt het midden tussen forceren en
toegeven.
- Samenwerken - Samen zoek je naar een oplossing die recht doet aan de belangen van beide
partijen (win-win).
naar situaties, waarin partijen elkaar respecteren en vakbekwaam samenwerken. Om dit te kunnen,
is inzicht nodig hoe conflicten zich ontwikkelen. Pondy (1992) onderkent vier fasen:
Latente of nulfase - In deze fase is nog geen sprake van een openlijk conflict, dus is het ook nog niet
echt als zodanig herkenbaar. Toch zijn er vaak al wel signalen, die wijzen op een potentieel conflict.
Partijen luisteren niet echt meer naar elkaar. De toon van de gesprekken wordt feller. Er ontstaat
een herhaling van zetten en het eigen gelijk wordt benadrukt.
Onderkende of rationele fase - Het gesprek gaat nog wel over zaken en nog niet over de personen,
maar regelmatig is de ondertoon al ietwat cynisch, waardoor standpunten polariserend kunnen
werken. Er wordt nog wel objectief gekeken naar de argumenten, maar vooral met de bedoeling
om daar sterke tegenargumenten tegenover te plaatsen. De ander heeft het gedaan. Er wordt
verbaal geweld ingezet. Er wordt gemanipuleerd en gelobbyd.
Gevoelde of emotionele fase - De eerdergenoemde ondertoon gaat in deze fase de boventoon
voeren. Irritaties worden openlijk geuit (‘Wat ben jij een…!’). Harde jij-boodschappen worden
afgegeven (‘Jij bent ook altijd…!). De ander is verantwoordelijk voor het niet kunnen oplossen van
het conflict (‘Hij wil geen duimbreed toegeven’). Ook ontstaan in deze fase vaak coalities rondom
de strijdende partijen. Het doel van beide partijen is nu nog alleen winnen.
Manifeste of strijdfase - Het conflict is nu volledig ontaard. De andere partij wordt als mens niet
meer serieus genomen. Partijen spreken alleen nog over elkaar en niet meer met elkaar. Het respect
voor de ander is volledig zoek. De ander kan niets goeds meer doen. De ander moet kapot. Dikwijls
zijn in deze fase meer personen bij het conflict betrokken, omdat mensen in de omgeving van de
oorspronkelijke conflictpartners partij hebben gekozen als gevolg van het gelobby.
Pondy onderkent ook een ‘nasleepfase’, nadat het conflict is beëindigd. Dit is dus geen conflictfase.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
2. Geef twee aandachtspunten die je in acht moet nemen voordat je hiermee instemt. (2 punten)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
199
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Missie: het bestaansrecht van een organisatie beschreven vanuit de waarden en identiteit van die
organisatie.
Visie: een visionair en ambitieus beeld hoe de organisatie gezien wil worden.
Strategie: de manier waarop een organisatie haar doelen wil bereiken.
Kernwaarde: een fundamentele overtuiging die geldt als basis van ons handelen.
Inleiding
Dit competentie-element gaat over de invloed van de missie, visie en strategieën van een organi-
satie op het managen van projecten, programma’s en portfolio’s en andersom.
Leerdoelen
- De betekenis van een missie en een visie en waar een goede missie en visie aan moet voldoen (B);
- De betekenis van kernwaarden voor een organisatie en waar goede kernwaarden aan moeten
voldoen (B);
- Het opstellen van een SWOT-analyse (T);
- Drie soorten benchmarking en de stappen voor het uitvoeren van een goede benchmark (T);
- Het opzetten van een organisatieanalyse met behulp van het bedrijfsmodel Canvas (B);
- Het inrichten van strategisch prestatiemanagement (B);
- Het kunnen opstellen van een Balanced Scorecard en een strategiekaart (B);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
SWOT (C11e)
In een SWOT-analyse worden de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van een organisatie in
kaart gebracht. Op basis hiervan kan een organisatie haar strategie bepalen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Benchmarking (C12d)
Een benchmark gebruik je om de eigen prestaties met de prestaties van andere organisaties te
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Hulpbronnen Verkoop-
kanalen
Kostenstructuur Verdienmodel
Figuur 9.01.02 Bedrijfsmodel Canvas (Osterwalder, Pigneur, & Van der Pijl, 2017)
Aanbod:
- Waardepropositie - Wat is de toegevoegde waarde die de organisatie haar klanten biedt? Waarin
verschilt de organisatie daarbij van haar concurrenten?
Infrastructuur:
- Kernactiviteiten - Welke kernactiviteiten zijn nodig om de waardepropositie te realiseren? Dit gaat
niet alleen om het realiseren van producten, maar ook om het werven en onderhouden van
klanten.
- Hulpbronnen - Wat zijn de belangrijkste bedrijfsmiddelen? Dit betreft zowel de mensen als het
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Financieel perspectief
• Winstgevendheid
• Omzetstijging
• Liquiditeit
• Risicovermijding
• Activabenutting
Leer- en
Klantperspectief
innovatieperspectief
• Marktaandeel Visie & • Bekwaamheid medewerkers
• Afnemerstrouw strategie • Capaciteit informatiesystemen
• Acquisitie • Bedrijfsklimaat
• Klanttevredenheid
• Winstgevendheid
Intern perspectief
• Doelmatigheid
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
• Betrouwbaarheid
• Functionaliteit, prijs, kwaliteit
• Flexibiliteit
• Time-to-market
Strategiekaart
Een strategiekaart visualiseert de belangrijkste prestatiedoelen binnen de verschillende bedrijfs-
perspectieven van de organisatie en hun onderlinge afhankelijkheden waarmee een bedrijfsstra-
tegie kan worden gerealliseerd (zie figuur 9.01.04). Een strategiekaart is een belangrijk instrument
dat wordt ingezet bij het vertalen van de strategie naar actie.
Financieel
Omzetstijging
Klant
Vergroten Toename
marktaandeel winstgevendheid
Vergroten Versterken
afnemerstrouw acquisitie
Intern
Leer- en
innovatie Verbeteren Vergroten Upgrade ICT
teamgeest deskundigheid systemen
Vergroten Coachend
eigen inbreng leiderschap
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Nadat je de strategiekaart hebt opgesteld en je de onderlinge relaties tussen de doelen hebt bepaald,
kun je voor elk doel kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) definiëren. De kritieke prestatie-indicator
is een belangrijke variabele om straks te kunnen vaststellen of je een specifieke doel ook realiseert.
Prestatiedashboard
Een prestatiedashboard is een grafische gebruikersinterface die vaak in één oogopslag een over-
zicht geeft van key performance indicators (KPI’s) die relevant zijn voor een bepaald doel of
bedrijfsproces. Daarbij worden onderscheiden:
- Strategische dashboard - Het doel van dit dashboard is overzicht bieden over de belangrijkste KPI’s
van de gehele organisatie. Neem daarom geen details op. Zorg dat het dashboard in één scherm
zichtbaar is. Beperk het dashboard tot een tiental KPI’s (liefst minder) en beperk het aantal
filteropties (zie figuur 9.01.05).
Example - Bookings QTD Example - Revenue
CY14 CY15
$20.0M
$300
$200
$100 $25.4M
$20.0M
$0
Sweden Norway Holland Italy Russia Austria France UK Germany
UK(12.4%) UK(12.6%)
France(12.6%) France(15.1%)
CY14 CY15
- Operationeel dashboard - Dit dashboard bevat alleen operationele KPI’s, zoals het aantal open-
staande calls en de langste wachttijd voor een helpdesk. Een operationeel dashboard bevat
meestal real time data.
- Analytisch dashboard - Dit dashboard bevat een groot aantal operationele data die naar allerlei
inzichten kunnen worden gefilterd. Analytische dashboards zijn vaak ondersteunend aan opera-
tionele en strategische dashboards. Dat gebruikers door dit dashboard moeten scrollen is veelal
onvermijdelijk.
EFQM-managementmodel (C12c) C
EFQM is een acroniem en staat voor: European Foundation for Quality Management. Deze
instelling is in 1988 opgericht met als doel een platform te creëren, waar organisaties van elkaar
kunnen leren en zichzelf continu kunnen verbeteren.
Het EFQM model is gebaseerd op Total Quality Management (zie hoofdstuk 10.01
Organisatietheorie). Het EFQM model bestaat uit vijf organisatiegebieden en vier resultaatge-
bieden. De vijf organisatiegebieden geven aan hoe doelen bereikt kunnen worden. De vier resul-
taatgebieden geven aan wat de gestelde doelen zijn. De onderste pijl ´leren, creativiteit en inno-
vatie´ geeft bovendien aan dat het meten, evalueren en bijsturen niet een eenmalige actie is, maar
een continu proces (zie figuur 9.01.06). Het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK) heeft voor de
Nederlandse markt een soortgelijk model ontwikkeld.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Personele
Personeel
resultaten
Processen,
Klant- Bedrijfs-
Leiderschap Strategie Producten &
resultaten resultaten
Diensten
Partners
& Maatschappelijke
Middelen resultaten
Organisatiegebieden Resultaatgebieden
Discontopercentage
Dit terugrekenen doe je op basis van de interne rendementseis die door de organisatie is vastge-
steld. Die is meestal zo’n 10-20%, afhankelijk van het soort onderneming en de markt waarbinnen
men opereert. Die interne rendementseis wordt in de NCW-berekening het discontopercentage
genoemd.
WACC
Deze interne rendementseis wordt onder andere afgeleid van de WACC. Dat staat voor Weighted
Average Cost of Capital. De WACC zijn de gemiddelde kosten voor het verwerven van eigen
en vreemd vermogen van een organisatie. Dit extra vermogen kan worden verkregen door het
aangaan van leningen of het uitgeven van aandelen.
Cash is King
Daarnaast geldt voor investeringsberekeningen het principe ‘De kas regeert’ (cash is king). Alleen
de daadwerkelijke kasstromen die door een investering worden gegenereerd, mogen worden
meegenomen om te bepalen of een investering rendabel is of niet.
Kasstromen
Bij de berekening van de kasstromen (cashflows) moeten voor ieder jaar de geldontvangsten
(inflows) en de gelduitgaven (outflows) bij elkaar worden opgeteld. Daarbij worden uitgaven nega-
tief gerekend en inkomsten positief.
Berekening NCW
Stel een discontopercentage (‘i’) van 10%. Dan is een kasstroom (CF) van € 100,- volgend jaar nu
waard: € 100,- / 1,10 = € 91,-. Een kasstroom van € 100,- over twee jaar moet men over twee jaar
terugrekenen en is dus nu waard: € 100,- / 1,102 = € 82,-, et cetera.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Als men uitgaat van het heden als jaar 1, dan kan men, uitgaande van een discontopercentage ‘i‘,
de netto contante waarde (DCF) van de kasstroom (CF) van het jaar ‘n’ berekenen met de formule:
DCFn = CFn / (1 + i)n-1
De totale netto contante waarde van de kasstromen over alle jaren is dan de optelling (Cumulation)
van de individuele netto contante waarden van de verschillende jaren. Die is dan te berekenen met
de formule: CDCFn = ∑ DCFn / (1 + i)n-1, waarbij ∑ staat voor ‘de som van’.
Het totaal van de netto contante waarden over de verschillende jaren is de netto contante waarde
(net present value) van de investering (zie tabel 9.01.01).
Jaren 1 2 3 4 5 6 7
Kasstroom -50 -100 -100 100 150 150 50
Constante waarde kasstroom (o.b.v. 10%) -50 -91 -83 75 102 93 28
Netto contante waarde kasstroom (o.b.v. 10%) -50 -141 -224 -148 -46 47 75
Verdisconteringsfactoren (o.b.v. 10%) 1 0,909 0,826 0,751 0,683 0,621 0,564
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Om niet steeds de verschillende waarden voor 1 / (1 + i) n-1 te moeten uitrekenen, wordt soms
gebruik gemaakt van een tabel met de verschillende discontofactoren. Die geven de waarden over
de verschillende jaren voor 1 / (1 + i)n-1 voor de verschillende percentages.
Internal Rate of Return (IRR)
Mocht het totaal van alle investeringen met een positieve NCW meer zijn dan het beschikbare
budget, dan moet er nog een 2e selectie worden uitgevoerd. Dan wordt van iedere investering
de Internal Rate of Return (IRR) berekend. Dat is het rendementspercentage waarbij de netto
contante waarde over de economische levensduur nul is. In het voorbeeld in tabel 9.01.01 is de
IRR waarbij de NCW na 7 jaar nul is, 21%. Deze is met een Excel-tabel te berekenen (geen onderdeel
examen). De investeringen met de hoogste IRR zijn het meest interessant vanuit rendementsoptiek.
Opportunity costs
Opportunity costs zijn de inkomsten die men misloopt doordat men de beschikbare middelen niet
voor andere doeleinden kan inzetten. Deze gemiste inkomsten moeten als opportunity costs in de
investeringsbeslissing worden meegenomen.
Sunk costs
Bij vergelijken van investeringen moeten de al gemaakte kosten niet worden meegeteld. Deze
zogenaamde ‘sunk costs’ heb je toch al gemaakt, ook als je niet verder gaat met de rest van het
project.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Dan heeft een discontopercentage toch nog niet veel effect. In het voorbeeld tabel 9.01.01 is de
terugverdientijd 5 jaar (kasstroom uit -250 = kasstroom in + 250).
Break-even punt
Het break-even punt is het aantal verkochte producten waarbij de totale inkomsten gelijk is aan de
totale gemaakte kosten (zie figuur 9.01.07). Dit criterium wordt meestal toegepast bij de verkoop
van handelsproducten. Ook dit criterium wordt berekend over de nominale waarden van de
kasstromen als een 1e indicatie voor de rechtvaardiging van de investering.
€
Productiekosten
€ 2,- per stuk
Break-even punt
125 stuks
Investering Inkomsten
€ 250 € 4,- per stuk
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
moet minstens 1 punt omhoog en de omzet moet met minstens 10% omhoog. Tevens moeten
de operationele kosten met 10% omlaag. Om dit te realiseren moeten alle medewerkers worden
getraind en onze ICT-systemen geoptimaliseerd.
- Deel de bovenstaande taakstellingen in volgens de 4 perspectieven van de Balanced Score Card
DCF
CDCF
Discontovoet bij 15% 1 0.87 0.76 0.66 0.57 0.50 0.43
1. Wat is de netto contante waarde bij een verdisconteringspercentage van 15%? (1 punt)
2. Is de IRR groter, gelijk of kleiner dan 15% en waarom? (1 punt)
3. Wat is de terugverdientijd? (1 punt)
4. Het geproduceerde product wordt voor € 0,75/stuk ingekocht en voor € 2,-/ (1 punt)
stuk verkocht. Bereken het break-even punt.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Programma: een tijdelijke organisatie, ingericht om een geheel van projecten en lijnactiviteiten te
coördineren, aan te sturen en te bewaken om uitkomsten en baten te realiseren die een bijdrage
leveren aan één of meer strategische doelen van een organisatie.
Inleiding
Voor een projectmanager is het van belang te weten hoe programma’s worden ingericht en worden
gemanaged, omdat het inrichten en managen van een programma een directe invloed heeft op het
inrichten en managen van de onderliggende projecten.
Leerdoelen
- Wat is een programma en wat zijn de kenmerken van een programma (B)?;
- De verschillen tussen projecten en programma’s (B);
- Wanneer kies je voor een programma (B)?;
- De programmaorganisatie rollen en verantwoordelijkheden (B);
- Integratie projecten en programma’s (B).
Als men in een functioneel opgezette organisatie besluit een nieuwe markt te veroveren, kan men
besluiten een taskforce op te zetten met deelnemers uit alle betrokken afdelingen om in die markt
te penetreren en om alle daarvoor benodigde projecten te initiëren en te coördineren. Een derge-
lijke taskforce heet in vaktaal een programma.
Een groot deel van de aandacht van de taskforce gaat zitten in het ontwikkelen van de plannen en
in de coördinatie van de activiteiten tussen de verschillende afdelingen. Een dergelijk programma
is pas succesvol als de betreffende omzettarget wordt gehaald. Een programma is dus veel meer
dan alleen het initiëren en coördineren van een aantal projecten.
Project Programma
• Omvat projectactiviteiten • Omvat projecten en lijnactiviteiten
• Beval meerdere werkpakketten • Bevat meerdere projecten
• Levert product of dienst op • Realiseert baten en een strategisch doel
• Baten worden na afloop • Baten worden tijdens en na afloop
gerealiseerd gerealiseerd
• Eindigt bij oplevering resultaat • Moet bewust worden afgesloten
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Het bestendigen van de gerealiseerde doelen vraagt continu aandacht, waardoor de neiging kan
ontstaan programma’s steeds maar te laten doorlopen. Dan is het alleen geen programma meer,
maar is het een permanent onderdeel van de staande organisatie geworden.
Programmaorganisatie (C22c) C
Belangrijk is dat bij een dergelijk initiatief de opdrachtgever uit de top van de organisatie komt en
dat in de taskforce alle betrokken afdelingen vertegenwoordigd zijn. En tenslotte dat er een aparte
coördinator is die operationeel de verschillende projecten initieert en coördineert.
Vertalen we dat in managementtermen, dan is er een programmaopdrachtgever, is er een
programmastuurgroep (taskforce), zijn er bedrijfsverandermanagers (de vertegenwoordigers van
de verschillende afdelingen) en is er een programmamanager (de coördinator). Het betrokken
senior management wordt de sponsorgroep genoemd en de individuele manager een sponsor (zie
figuur 9.02.02).
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Sponsorgroep
Sponsors
Programma-
opdrachtgever
Programma-
stuurgroep
Programma-
Bedrijfs-
Programmaborging
manager
verandermanagers
Programma-
bureau
Opleveren Doorvoeren
resultaten veranderingen
Project- Verander-
teams teams
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Sponsorgroep
Sponsors
Programma-
opdrachtgever
Programma-
stuurgroep
Programma-
Bedrijfs-
manager
verandermanagers
Projectstuurgroep
Projectmanager
De rol van projectopdrachtgever kan door de programmamanager worden ingevuld. Dit kan
wenselijk zijn voor een strategisch project binnen een programma dat voor veel organisatie-
onderdelen van cruciaal belang is. De rol als projectopdrachtgever sluit goed aan bij zijn rol als
programmamanager binnen het programma waarbij hij verantwoordelijk is voor de coördinatie
van de projecten onderling en de afstemming van de projecten op het programma. Voor de meer
reguliere projecten in een programma kan beter één van de sponsoren uit de sponsorgroep als
opdrachtgever worden aangewezen.
Een bedrijfsverandermanager kan goed de rol van seniorgebruiker in de stuurgroep van een
project invullen. De rol van seniorgebruiker in een project sluit goed aan bij zijn rol van bedrijfs-
verandermanager in het programma, waarin hij zeker moet stellen dat de projecten opleveren wat
nodig is om de afgesproken targets binnen zijn eigen organisatieonderdeel te realiseren.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Portfoliomanagement: het leidinggeven aan het geheel van initiatieven in een organisatie om één
of meerdere strategische bedrijfsdoelen te realiseren.
Multiprojectmanagement: het beheersen van en leidinggeven aan een groep van projecten die geen
andere onderlinge samenhang hebben dan dat deze projecten gebruik maken van dezelfde mensen
en middelen.
Inleiding
Portfoliomanagement is het management van een geheel van projecten vanuit een bewust opge-
bouwd projectenportfolio. Portfoliomanagement is een permanente activiteit, die gefocust is op
het kiezen van de juiste mix van projecten en programma’s en het zeker stellen dat deze projecten
en programma’s op een goede wijze worden uitgevoerd en worden opgeleverd en dat daarmee het
totaal van de strategische doelen van de organisatie wordt gerealiseerd.
Leerdoelen
- Wat is portfoliomanagement en wat is multiprojectmanagement (B)?;
- De verschillen tussen een programma, een portfolio en een (multi)project (B);
- Het prioriteren van projecten en programma’s (B);
- Het opstellen van een multicriteria-analyse en een bellendiagram (B).
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Waar een programma een taskforce is om een specifieke strategische doelstelling van de organisatie
te realiseren, gaat portfolio- en multiprojectmanagement over het beheer en leidinggeven aan het
totaal van alle projecten (en programma’s) binnen een organisatorische eenheid.
In een klantorganisatie kan portfoliomanagement worden ingericht. Het moet zorgen voor een
evenwichtige verdeling van de investeringen en een effectieve inzet van de beschikbare mensen en
middelen om de verschillende strategische doelen van de organisatie te realiseren. Alle strategische
doelen tezamen moeten namelijk de continuïteit van de organisatie garanderen.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Project A ++ 0 ++ + -
Project B - + 0 + 0
Project C 0 - -- + ++
………….
Project N + + 0 + ++
Bellendiagram
Een bellendiagram is een spreidingsdiagram waarin de gegevenspunten worden vervangen door
bellen, waarbij je aan de grootte en de kleur van de bellen een betekenis toekent. Bij het prioriteren
van projecten en programma’s in een portfolio gebruik je een bellendiagram vaak om het risico
en de grootte en de netto contante waarde (NCW) van de investeringen ten opzichte van elkaar te
visualiseren (zie figuur 9.03.03).
Risico
Omvang budget
Klantproject
Strategisch project
Efficiency project
NCW
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Project-, Programma- en/of Portfolio-organisatie (PPP-organisatie): een permanente structuur
binnen een organisatie om een geheel van projecten, programma’s en/of portfolio’s aan te sturen.
Permanente PMO: een organisatorische eenheid die de besluitvorming faciliteert en de uitvoering
ondersteunt van het geheel van projecten, programma’s en/of portfolio’s in een organisatie
Inleiding
Inrichten PPP- en PMO-organisaties is het proces van het opzetten en voortdurend verbeteren
van een project-, programma- en portfolio-organisatie en/of een permanente PMO in een orga-
nisatie.
Leerdoelen
- De structuur en opzet van een permanente PMO (B);
- Een mogelijk dienstenpakket van een permanente PMO (B);
- De stappen bij het invoeren PPP-organisatie (B);
- Het inrichten van een permanente PMO (B);
- Toegevoegde waarde permanente PMO (B).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Inrichting
projectadministratie Wijzigingsbeheer
Inrichting Contractmanagement
projectadministratie Kwaliteitsmanagement
Planning
Capaciteitsmanagement
Finance & Control
Configuratiemanagement
Voortgangsrapportage
Onderhoud werkprocedures
Informatie- &
documentmanagement Opleiding & training
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
organisatie nog niet gewend is om in programma’s te werken, is het implementeren van een perma-
nente PMO als een programma meestal een te grote uitdaging.
Weerstanden
Ondanks de vele voordelen van een PMO voor de organisatie is er vaak veel weerstand tegen het
invoeren of versterken van een PMO. Die moet niet worden onderschat. Weerstand wordt mede
veroorzaakt door:
- Gebrek aan duidelijkheid wat doel en baten van het PMO zijn;
- Verwachte overhead door een overload aan op te volgen procedures en in te vullen templates;
- Financiering ofwel de verwachte extra kosten die zullen worden doorbelast;
- Verlies van vrijheid: dat geldt zowel voor de bedrijfsleiding als voor de projectmanagers;
- Verwachte gebrek aan kwaliteit van de dienstverlening (secretaresse plus);
- Andere betrokken stafdiensten verliezen werk en invloed. Onderschat dit niet.
Succesfactoren
Succesfactoren voor een effectieve invoering zijn:
- Leg de huidige status van het werk vast, desnoods via interviews. Daar kan later dan aan worden
gerefereerd. Men is snel vergeten hoe slecht het was en ziet alleen wat er nog moet gebeuren.
- Ontwikkel een gemeenschappelijk beeld van de gewenste toekomst (blauwdruk) en welke voor-
delen dit oplevert en gebruik dit tijdens de faseovergangen als referentiepunt.
- Implementeer het PMO in fasen van zo’n drie maanden. Dat is lang genoeg om zichtbare
resultaten te realiseren en kort genoeg om de aandacht van het management vast te houden.
- Introduceer een gemeenschappelijk begrippenkader. Zorg dat dit wordt meegenomen in de
verschillende trainingen.
- Zorg eerst dat de basis op orde is. Als rapportages storende fouten bevatten, doet dat enorm
afbreuk aan de geloofwaardigheid van het PMO als geheel.
- Ontwikkel een overzicht en status van de lopende projecten en programma’s. Dit is meestal een
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
seerd. De PMO ondersteunt zowel het opstellen van de investeringsbegroting als een eenduidige
wijze van werken in de verschillende projecten en programma’s. De PMO is eindverantwoordelijk
voor de processen en templates die in de projecten en programma’s dienen te worden gehanteerd.
De PMO staat los van de reguliere afdelingen. Zij moet een onafhankelijk geluid kunnen laten
horen.
- Formuleer op basis van de kenmerken van een permanente PMO drie verbeteringen ten aanzien
van de wijze waarop de permanente PMO in de casus is ingericht en licht je antwoord toe.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definitie
Procesontwikkelingsmethode: gestructureerde aanpak of methode om producten te ontwikkelen.
Agile: een conceptueel raamwerk voor het flexibel en iteratief doorvoeren van veranderingen.
Scrum: een specifieke methode voor (software) ontwikkelingsprojecten en ontwikkelstraten binnen
de agile aanpak.
Inleiding
Een projectmanagementaanpak staat niet op zichzelf. De projectmanagementaanpak in een project
moet zijn afgestemd op het werk dat moet worden verricht en op de wijze waarop dat werk wordt
verricht. Het maakt voor de projectmanagementaanpak nogal een verschil of een project als een
waterval of iteratief wordt ontwikkeld en of het in één keer of incrementeel wordt opgeleverd.
Leerdoelen
- Wat agile inhoudt en de principes van agile zoals vastgelegd in het Agile Manifesto (T);
- De Scrum principes, rollen, artefacten en begrippen en het Scrum procesmodel (T);
- Het onderscheiden van Scrum in projecten en in continue verbeterteams (T);
- De filosofie, principes, procesmodellen, vormen van verspilling en rollen en verantwoordelijk-
heden van Lean Six Sigma (B);
- De filosofie, principes, technieken en werkwijze van Kanban (T).
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Agile (C27a)
Op het eind van de vorige eeuw werden softwareontwikkelingsprojecten steeds formeler ingericht
met uitgebreide specificaties vooraf en uitgebreide gedocumenteerde opleveringen op het eind
van het project.
Dit heeft halverwege de jaren negentig tot een tegenbeweging geleid om softwareontwikkeling
weer wendbaar te maken. In 2001 werd dit gedachtengoed voor het eerst formeel vastgelegd
tijdens een bijeenkomst van softwareontwikkeling in het zogeheten ‘Manifesto for Agile Software
Development’. Agile betekent wendbaar. Dit manifest stelt als agile waarden (values):
- Mensen en hun onderlinge interactie boven processen en hulpmiddelen;
- Werkend resultaat boven allesomvattende documentatie;
- Samenwerking met de klant boven contractonderhandelingen;
- Inspelen op verandering boven het volgen van een plan.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Veel productontwikkelingen worden tegenwoordig agile uitgevoerd. Op basis van deze aanpak zijn
in de loop der jaren meerdere methodieken ontwikkeld. De meest bekende methodiek is Scrum.
Daarbij vinden agile aanpak en Scrum ook steeds meer hun toepassing buiten de softwareontwik-
keling. In feite kan een agile aanpak in alle vakgebieden worden toegepast.
Scrum (C27b)
Scrum wordt door de auteurs Ken Schwaber en Jeff Sutherland (2020) gedefinieerd als een licht-
gewicht raamwerk dat mensen, teams en organisaties helpt om waarde te creëren door middel van
adaptieve oplossingen voor complexe problemen.
Scrum is gebaseerd op een empirische procesbeheersing. In Scrum worden beslissingen genomen
op basis van observatie en experimenten in plaats op basis van gedetailleerde planningen.
Empirisme is gebaseerd op de pijlers transparantie, inspectie en aanpassing:
- Transparantie - zorg dat het proces en het werk dat moet worden opgeleverd zichtbaar zijn voor
degenen die het werk uitvoeren en voor degenen die het resultaat ontvangen;
- Inspectie - inspecteer de Scrum artifacten en de resultaten regelmatig en grondig om ongewenste
varianties en problemen te voorkomen;
- Aanpassing - als de werkwijze of het resultaat buiten de acceptabele grenzen (toleranties) dreigen
te vallen, grijp zo snel mogelijk in om verdere afwijkingen te voorkomen.
Scrum richt zich daarbij op het creëren van optimale waarde voor de klant waarbij zoveel mogelijk
verspillingen worden voorkomen (Lean). Scrum past daarbij een iteratieve, incrementele aanpak
toe om de voorspelbaarheid van het resultaat te optimaliseren en risico’s te beheersen.
In Scrum wordt gewerkt met multidisciplinaire teams die in korte sprints, werkende product incre-
ments ontwikkelen. Het succes van Scrum teams is gebaseerd op de waarden commitment, focus,
openheid, respect en moed.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
riseerde bron voor de werkzaamheden die nog moeten worden uitgevoerd. De initiële product
backlog wordt opgesteld in de projectdefinitiefase.
De product backlog verandert voortdurend, enerzijds doordat werk gereed komt, anderzijds
doordat wensen en eisen veranderen. Alleen de producteigenaar mag veranderingen in de product
backlog doorvoeren.
Product
Backlog Daily
Scrum
Product
increment
Sprint
1-4
Backlog
weken
Backlog refinement
Het productdoel beschrijft wat de organisatie met het product wil bereiken, het belangrijkste
probleem dat moet worden opgelost of kans die moet worden verzilverd, de belangrijkste func-
ties/veranderingen die daarvoor nodig zijn, de doelgroep, de benefits voor de organisatie en hoe
het product aansluit op de bedrijfsstrategie van de organisatie.
Sprint backlog - omvat het sprintdoel (waarom), de backlog items die zijn overeengekomen om te
realiseren in de komende sprint (wat) en het plan voor het opleveren van die backlog items (hoe).
Het sprintplan is de geprioriteerde lijst van uit te voeren backlog items en de actuele status van het
werk. De sprint backlog items moeten voldoende zijn uitgesplitst, zodat de ontwikkelaars tijdens
de sprint hun voortgang kunnen bewaken.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Het sprintdoel is een korte beschrijving (1 à 2 regels) wat de ontwikkelaars gaan realiseren in een
sprint. Het sprintdoel beschrijft de overkoepelende verbetering die met het op te leveren incre-
ment moet kunnen worden gerealiseerd. Door het doel op deze wijze te formuleren, geeft het
flexibiliteit in het werk dat moet worden uitgevoerd om het doel te realiseren en geeft het samen-
hang en focus, zodat de ontwikkelaars worden gestimuleerd om samen te werken.
Indien het werk anders blijkt te zijn dan verwacht, werken de ontwikkelaars en de producteigenaar
samen om de scope van de sprint backlog aan te passen, zodat het sprintdoel alsnog kan worden
gerealiseerd. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan moet de producteigenaar dit opnemen met de
projectmanager. Alleen het Scrum team mag veranderingen in de sprint backlog doorvoeren.
Soms wordt tussen de product backlog en de sprint backlogs nog release backlogs (geen Scrum
term) onderscheiden.
Increment - is een concrete stap in de richting van het productdoel. Elk increment is een toevoe-
ging aan de voorgaande increments. Er kunnen meerdere increments worden opgeleverd binnen
één sprint. Het geheel van increments die in een sprint wordt gerealiseerd, wordt gepresenteerd
tijdens de sprint review. Een increment mag echter al aan de belanghebbenden worden geleverd
tijdens een sprint. De sprint review is niet voorwaardelijk voor het vrijgeven van waarde. Zorg er
echter wel voor dat het nieuwe increment goed functioneert in samenhang met alle eerder opge-
leverde increments.
De Definition of Done (DoD) is de lijst met criteria waar ieder backlog item aan moet voldoen, wil
het als afgerond (‘klaar’) worden beschouwd. De DoD wordt opgesteld in de projectdefinitiefase
en wordt tijdens de start van iedere sprint bevestigd om misverstanden te voorkomen. De DoD
kan voor de verschillende increments verschillen.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Als de DoD onderdeel is van de standaarden van de organisatie, dan moeten alle Scrum teams zich
daaraan houden. In andere gevallen moet het Scrum team zelf de DoD opstellen. Uiteraard kan de
DoD op basis van voortschrijdend inzicht worden aangescherpt.
De DoD moet worden onderscheiden van acceptatiecriteria. Acceptatiecriteria zijn de individuele
criteria waar de afzonderlijke backlog items aan moeten voldoen.
Scrum gebeurtenissen (events)
Scrum kent vier formele gebeurtenissen binnen een overkoepelende gebeurtenis, de sprint. (zie
figuur 9.05.02).
Retrospective
Sprint - is het hart van het Scrum raamwerk. Een sprint is een timebox met een vaste tijdsduur
van maximaal één maand, waarin een gereed (shippable) product met de hoogst mogelijke toege-
voegde waarde wordt gecreëerd. De sprint start met een sprint planning en wordt afgesloten met
een sprint review en een retrospective. Tijdens de uitvoering van de sprint wordt het werk afge-
stemd tijdens daily Scrums. Om de voortgang te bewaken wordt gebruik gemaakt van een Scrum
bord (takenbord). Een nieuwe sprint start direct, nadat de vorige sprint is afgesloten.
Iedere sprint heeft een doel en een flexibel plan dat richting geeft aan de werkzaamheden zelf en
de te realiseren backlog items. Tijdens de sprint wordt naar behoefte de product backlog verder
uitgewerkt.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Tijdens een sprint kan alleen het Scrum team veranderingen in de lijst van uit te voeren werk-
zaamheden doorvoeren. En alleen de producteigenaar kan een sprint afbreken (in overleg met de
projectmanager) en dit kan alleen als tussentijds het sprintdoel niet meer haalbaar of niet meer
relevant blijkt te zijn.
Sprint planning - is de startgebeurtenis van een sprint. Het doel van de sprint planning is om
de vragen te beantwoorden: “Waarom is deze sprint waardevol? Wat kan in deze sprint worden
afgerond? Hoe zal het gekozen werk worden uitgevoerd?” Tijdens de sprint planning worden het
sprintdoel en de sprint backlog items besproken en overeengekomen en de sprint planning opge-
steld. Ook wordt de DoD bevestigd en de acceptatiecriteria voor de afzonderlijke backlog items
overeengekomen.
De producteigenaar licht het sprintdoel en de backlog items toe en beantwoordt de vragen van
de ontwikkelaars hierover. Het hele Scrum team werkt vervolgens samen om het sprintdoel te
definiëren en de te ontwikkelen backlog items te selecteren die tijdens de sprint zullen worden
ontwikkeld. Voor elk geselecteerde backlog item plannen de ontwikkelaars vervolgens het werk dat
nodig is om increments te realiseren die voldoen aan de DoD. Dat gebeurt vaak door de backlog
items op te splitsen in kleinere items die binnen één dag of minder kunnen worden gerealiseerd.
De sprint planning duurt maximaal acht uur voor een sprint van één maand. Voor kortere sprints
duurt deze gebeurtenis meestal korter.
Daily Scrum - is de dagelijkse teamgebeurtenis waarin de voortgang van het werk door de ontwik-
kelaars met elkaar wordt gedeeld. Zonodig wordt ook het uit te voeren werk aangepast. Als de
producteigenaar of de Scrum master ook actief werken aan de backlog items, nemen ze als
ontwikkelaar ook deel aan de daily Scrum.
Een daily Scrum duurt in de regel niet meer dan 15 minuten. De ontwikkelaars staan om te zorgen
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
dat de gebeurtenis sneller verloopt en ook om de energie tijdens de gebeurtenis vast te houden.
Iedere ontwikkelaar krijgt 2 minuten om aan te geven waarmee hij of zij bezig is door de volgende
drie vragen te beoordelen: (1) wat heb ik gedaan sinds de vorige daily Scrum: (2) wat ga ik doen tot
de volgende daily Scrum en (3) welke issues heb ik en welke hulp heb ik daarbij nodig?
Issues worden binnen Scrum impediments genoemd. Het is de regel dat impediments voor de
volgende daily Scrum worden opgelost. Indien nodig pakt de Scrum master een impediment op of
escaleert hij de impedement naar de projectmanager voor verdere actie.
Sprint review - wordt gehouden op het eind van iedere sprint om het resultaat van de sprint te
beoordelen en eventuele toekomstige aanpassingen te bepalen. De ontwikkelaars leggen uit wat
wel en wat nog niet klaar is, geven aan welke problemen zich voordeden en hoe ze die hebben
opgelost. Daarna demonstreren ze het werk wat klaar is aan de aanwezigen, beantwoorden ze
vragen over de opgeleverde increments en verzamelen ze eventuele aandachtspunten.
Op basis daarvan kan de producteigenaar namens de klant de opgeleverde increments accepteren,
afwijzen of amenderen en de product backlog aanpassen. Veranderingen in de markt of in het
potentieel gebruik van het product worden daarin meegenomen. De producteigenaar bespreekt
vervolgens de huidige product backlog en de waarschijnlijke einddatum van het werk als geheel.
Tenslotte werken allen samen om te bepalen wat tijdens de volgende sprint moet worden uitge-
voerd.
De sprint review duurt maximaal vier uur voor een sprint van één maand. Voor kortere sprints
duurt deze gebeurtenis meestal korter.
Retrospective - is de evaluatie door het Scrum team op het eind van de sprint om na te gaan hoe ze
de kwaliteit van de increments en de effectiviteit van het Scrum team kunnen verhogen: ‘wat ging
goed, wat kan beter en wat moet beter?’.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Ook wordt nagegaan of de afgesproken verbeteracties uit de vorige retrospective zijn uitgevoerd
en of dit ook heeft geleid tot verbeteringen. Het heeft natuurlijk geen zin nieuwe verbeteracties af
te spreken, als de vorige verbeteracties al niet zijn opgevolgd. Het is dan ook aan te raden het aantal
verbeteracties per retrospective beperkt te houden.
De retrospective duurt maximaal drie uur voor een sprint van één maand. Voor kortere sprints
duurt deze gebeurtenis meestal korter.
Overige begrippen
Belangrijke begrippen die vaak binnen het Scrum raamwerk worden gebruikt zijn de user story,
een epic en de ‘Definition of Ready’ (DoR). Dit zijn echter geen officiële Scrum begrippen.
User story - beschrijft wat een functionaliteit in de print backlog omvat en waarom een klant die
functionaliteit wil hebben:
Als [rol] [wil/ moet] ik [actie] om daarmee [behoefte].
Een user story beschrijft idealiter een functionaliteit die ongeveer één dag werk omvat. Daarmee
kan het werk aan de sprint backlog eenvoudig worden geprioriteerd en over de ontwikkelaars
worden verdeeld.
Epic - is een omvangrijke product backlog item die nog moet worden uitgesplitst in een set kleinere
user stories. Het uitsplitsen van een epic in user stories wordt backlog refinement genoemd. Dit
wordt meestal door het Scrum team zelf gedaan.
Definition of Ready (DoR) - is de lijst met criteria waar ieder backlog item aan moet voldoen om met
dat werk te kunnen starten. Deze criteria worden vaak weergegeven met het acroniem INVEST:
- Independent - te ontwikkelen onafhankelijk van andere user stories;
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Informatieradiator - is een wand of een groot bord met, voor iedereen goed zichtbaar, alle relevante
informatie voor een opdracht, meestal een sprint, release of project. Meestal bevindt een infor-
matieradiator zich in de gedeelde werkruimte van de ontwikkelaars. Op een informatieradiator
worden behalve het Scrum bord ook zaken weergegeven zoals werkafspraken, overeengekomen
leerpunten, impedements en burn-down/burn-up charts.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Velocity - is een maat voor de hoeveelheid werk dat een Scrum team kan uitvoeren tijdens een
sprint en is de belangrijkste maatstaf voor de productiviteit in Scrum. Meestal wordt daarbij een
inschatting gemaakt ten opzichte van een referentieactiviteit. Het werk nodig om die referentie-
activiteit uit te voeren wordt binnen agile een story point genoemd. Bekende velocity-technieken
zijn Planning Poker en de T-shirtplanning (zie ook hoofdstuk 5.05 Mensen en middelen).
De velocity wordt aan het einde van de sprint berekend door de story points van alle volledig
voltooide user stories tijdens de sprint bij elkaar op te tellen. De velocity is de basis voor de
volgende sprint planning en voor de bewaking van de voortgang tijdens de sprint.
Het aantal story points dat een team per tijdsperiode kan realiseren, verschilt afhankelijk van het
type werk, het team en de ervaring van het team.
Burn-down chart - is een specifieke uitvoering van een traditionele slip chart (zie hoofdstuk 6.04
Beheersing en rapportage) en toont het verloop van de in de sprint nog uit te voeren backlog items
in story points (zie figuur 9.05.04). Een burn-down chart wordt meestal gebruikt om de voortgang
van het werk tijdens een sprint te visualiseren.
Burn-up chart - de voortgang van het werk als geheel wordt bewaakt door de producteigenaar en
tijdens de sprint review besproken met de aanwezigen. Daarbij wordt regelmatig gebruik gemaakt
van een burn-up chart (zie figuur 9.05.05). In een burn-up chart wordt op het einde van de opeen-
volgende sprints het totaal van de gerealiseerde increments en de nog uitstaande product backlog
items in story points vastgelegd. De ontwikkeling van de beide lijnen over de opeenvolgende
sprints geeft een indicatie wanneer het werk als geheel kan worden afgerond.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Story points
Story points
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
˂ Timeboxes ˃
˂ Sprint ˃ Product backlog
Increments
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Continue verbeterteams
Behalve voor software ontwikkelingsprojecten is Scrum ook ontwikkeld voor ontwikkelstraten.
In ontwikkelstraten wordt in continue verbeterteams onderhoud gepleegd aan bestaande appli-
caties. Door de kleine omvang van die aanpassingen en het duidelijke beeld van wat er gedaan
moet worden, is er in ontwikkelstraten geen behoefte aan een projectaanpak en een afzonder-
lijke projectmanager (zie ook hoofdstuk 8.04 Vindingrijkheid). In ontwikkelstraten vervallen bij
uitloop van de werkzaamheden ook geen functionaliteiten, maar worden die doorgeschoven naar
een volgende sprint.
LSS filosofie
De filosofie van LSS is daarbij dat:
- Processen kunnen we pas beheersen als we weten hoe het proces verloopt en we de feitelijk
gemeten prestaties kennen;
- Door het minimaliseren van verspillingen kunnen we tegelijk de klanttevredenheid verhogen en
de financiële resultaten verbeteren.
LSS principes
De principes van LSS laten zich als volgt samenvatten:
- Waarde - specificeer de toegevoegde waarde van het eindproduct voor de klant;
- Waardeketen - definieer alle activiteiten van het proces;
- Flow - verwijder alle overbodige activiteiten en vermijd overbelasting en onregelmatigheden;
- Pull - zet de klant aan het stuur ofwel hanteer het principe van ‘just in time’;
- PDCA - richt een continu verbeterproces in en streef naar perfectie.
LSS procesmodellen
LSS kent twee procesmodellen: een procesmodel voor het continu (incrementeel) verbeteren van
processen (DMAIC) en een procesmodel voor het (her)ontwerpen van processen (DMADV).
De vijf hoofdprocessen voor het incrementeel verbeteren van processen (DMAIC) zijn:
- Define - definieer de kwaliteitsdoelen die aansluiten op de klantvraag en de organisatiestrategie;
- Measure - meet de kernaspecten van het huidige proces en verzamel de relevante gegevens;
- Analyze - onderzoek de verzamelde data en ga op zoek naar oorzaak-gevolgrelaties;
- Improve - verbeter de bestaande processen en voer pilots uit om de procescapaciteit te bepalen;
- Control - richt controlesystemen in, ga na of de gestelde kwaliteitsdoelen worden gerealiseerd
en neem zo nodig corrigerende maatregelen totdat de gewenste kwaliteitsdoelen worden gere-
aliseerd.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Kanban (C27d) C
Kanban is een aanpak om het werk te stroomlijnen en de doorlooptijden van het uit te voeren werk
te verkorten. Dit gebeurt door de werkstromen te visualiseren met behulp van een Kanban-bord
en de hoeveelheid onderhanden werk te limiteren door gebruik te maken van een beperkt aantal
‘signaalkaarten’. Het aantal signaalkaarten komt overeen met de beschikbare capaciteit van het
team. Nieuw werk moet wachten in een wachtrij totdat een vrije kaart beschikbaar komt.
Anders dan bij Scrum kan iedere medewerker wel zijn eigen type werk blijven doen. Ook de (origi-
nele) werkstromen blijven bestaan. Tenslotte wordt in Kanban niet gewerkt in timeboxes, maar
wordt iedere keer weer nieuw werk opgepakt zodra een onderhanden werk is afgerond. Kanban
en Scrum kunnen indien gewenst echter wel worden gecombineerd (Scrumban).
Kanban filosofie
De filosofie van Kanban is dat:
- Door het onderhanden werk te visualiseren, worden de probleemgebieden beter zichtbaar;
- Door met trekkaarten het onderhanden werk te beperken, neemt de productie toe.
Kanban principes
De belangrijkste principes van Kanban zijn:
- Begin met wat je nu doet;
- Streef evolutionaire wijzigingen na;
- Respecteer in eerste instantie de huidige rollen en verantwoordelijkheden;
- Moedig op alle niveaus leiderschapshandelingen aan.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Kanban kernpraktijken
De Kernpraktijken van Kanban zijn:
- Visualiseer de werkstroom;
- Limiteer het onderhanden werk (WIP);
- Manage de werkstroom met behulp van signaalkaarten;
- Maak beleidsregels expliciet;
- Implementeer feedbacklussen zoals stand-ups en reviews;
- Verbeter de samenwerking en het proces continu.
Invoeren Kanban systeem
Invoeren van een Kanban systeem is een evolutionair proces. Begin met de focus op kwaliteit.
Verlaag vervolgens het onderhanden werk. Dit is een belangrijke stap om daarmee uiteindelijk in
dezelfde periode veel meer werk te kunnen realiseren. Lever zo vaak als mogelijk op en balanceer
de vraag ten opzichte van de mogelijke doorvoer van werk. Prioriteer je invoerwachtrij en verhoog
de voorspelbaarheid door beheersing van bronnen van variabiliteit in het systeem (bijvoorbeeld
beschikbare sleutelfiguren). Breng indien nodig, voorafgaand aan knelpunten in het proces, buffers
aan om daarmee de doorstroom te garanderen.
Kanban technieken
Kanban maakt gebruik van een Kanban-bord om de werkstromen te visualiseren. Daarnaast
maakt Kanban gebruik van signaalkaarten om het uit te voeren werk vast te leggen en het onder-
handen werk te beperken (zie figuur 9.05.06). Ten slotte maakt Kanban gebruik van modellen om
verbeteringen te identificeren (bv. systeemdenken).
Capaciteit 3 3 3 2 2 = 13 totaal
Invoer Analyse Buffer Ontwikkeling Buffer Test Release
wachtrij A B A B gereed
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Gestopt
werk
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
lijk wie waar aan werkt, wat de prioriteit is van het werk en waar bottlenecks zijn. Daardoor zijn de
meeste medewerkers ook met meerdere taken tegelijk bezig en wordt het werk regelmatig te laat
opgeleverd. Dat is ook niet gemakkelijk want iedereen heeft zijn eigen taken die niet zomaar door
anderen kunnen worden overgenomen. Het management vindt dat dit zo niet langer kan en besluit
Kanban in te voeren. Het werk moet natuurlijk wel gewoon doorgaan.
1. Is het gebruikelijk Kanban in te voeren terwijl het werk gewoon door moet gaan? (1 punt)
2. Wat is de achterliggende filosofie van Kanban? (1 punt)
3. Moet bij Kanban al het uitstaande werk door iedere medewerker in volgorde van (1 punt)
prioriteit kunnen worden opgepakt? Licht je antwoord toe.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
233
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definitie
Staande organisatie: de permanente organisatie waarbinnen het project wordt uitgevoerd.
Primair proces: het doelgerichte systeem van activiteiten waaraan de organisatie haar bestaans-
reden ontleent, legitimeert en realiseert.
Lijnafdeling: een afdeling die verantwoordelijk is voor de uitvoering van (een deel van) het primaire
proces van de organisatie.
Hulpdienst: een specialistische afdeling die een deel van de uitvoering verzorgt ter ondersteuning
van de andere lijnafdelingen.
Stafafdeling: een afdeling die de leiding ondersteunt in haar managementtaken.
Functie: een vaste verzameling van taken, rechten en plichten die wordt toegewezen aan een
persoon binnen de organisatie.
Rol: een samenhangend tijdelijk pakket aan taken die door een of meer personen kan worden
vervuld.
Functiescheiding: het ontkoppelen van de uitvoerende en de controlerende taken.
Platte organisatie: een organisatie met relatief weinig managementlagen.
Hiërarchische organisatie: een organisatie met relatief veel managementlagen.
Span of control: het maximaal aantal personen dat effectief direct kan worden aangestuurd.
Depth of control: het aantal managementlagen dat effectief kan worden aangestuurd.
Systeem: een geheel van samenhangende of elkaar beïnvloedende elementen.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Inleiding
Projecten vinden hun bestaansrecht in de staande organisatie en worden ook gevormd door de
staande organisatie. Het project maakt gebruik van mensen en middelen uit de staande organisatie
en levert een resultaat op aan de staande organisatie. Het beleid van de staande organisatie is de
basis voor de spelregels in de projectorganisatie. En tenslotte speelt de cultuur van de staande
organisaties een uiterst belangrijke rol in het reilen en zeilen van een project.
Het is daarom belangrijk dat je als projectmanager de staande organisatie en de raakvlakken tussen
de projectorganisatie en die staande organisatie begrijpt.
Leerdoelen
- Het identificeren van het primaire proces in een organisatie (T);
- Het identificeren van lijn-, hulp- en stafdiensten in een organisatie (T);
- Wat een functiescheiding inhoudt en het belang van een functiescheiding (T);
- De betekenis van span of control en depth of control (T);
- De voor- en nadelen van een platte en een hiërarchische organisatie (T);
- De raakvlakken tussen de projectenorganisatie en staande organisatie (T);
- De verschillen tussen de operationele, functionele en hiërarchische gezagsrelaties (T);
- De kenmerken van de projectmatrix-, autonome en projectcoördinatiestructuur (T);
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Regelende activiteiten
Geld Geld
Boek-
houding
Factuur Rekening
Bestelling Bestelling
Inkoop Verkoop
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Informatie
Informatie
Grondstof Product
Toeleveranciers Transformatie Klanten
Primaire proces
Onderhoudende activiteiten
Vanuit deze definitie maken afdelingen als Marketing, Communicatie, Research & Development en
Administratie géén deel uit van het primaire proces. Ook de besturings- en onderhoudsprocessen
behoren niet tot het primaire proces.
Lijn-, staf- en hulpdiensten
In de staande organisatie zijn formeel lijn- en stafafdelingen te onderscheiden. De lijnafdelingen
zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het primaire proces van de organisatie en hebben een
eigen bevoegdheid. De staforganisatie ondersteunt de leiding bij de managementtaken en heeft
in principe alleen de bevoegdheid om gevraagd of ongevraagd advies te geven. De lijn hoeft het
door de staf uitgebrachte advies niet te volgen. Alleen de lijn is bevoegd een dwingende richtlijn,
aanwijzing of opdracht uit te vaardigen.
Daarnaast zijn hulpdiensten te onderscheiden. Hulpdiensten zijn specialistische stafafdelingen die
voor de lijn een deel van de uitvoering verzorgen. Hulpdiensten zijn vaak gerechtigd om vanuit
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
hun specifieke deskundigheid dwingende aanwijzingen te geven ten aanzien van te volgen beleid,
werkwijze of procedure. Vaak wordt ook voorgeschreven dat hulpdiensten dwingend moeten
worden geraadpleegd of ingeschakeld door de lijn bij de uitvoering van specifieke werkzaamheden.
Lijn- en hulpdiensten worden verticaal onder de leidinggevende getekend. Stafdiensten worden in
een zijtak getekend ten opzichte van de verticale structuur (zie figuur 10.01.02).
Directie
Stafdienst
Functies en rollen
Iedere persoon in de staande organisatie heeft een functie. Een functie is een vaste verzameling van
taken, rechten en plichten die wordt toegewezen aan een persoon binnen de staande organisatie.
Een persoon kan echter ook een rol vervullen in de organisatie. Een rol is een samenhangende set
aan taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden die tijdelijk kunnen worden toegewezen aan
één of meerdere personen, zoals de rol van voorzitter van een vergadering of van seniorgebruiker
in de stuurgroep.
Functiescheiding
Functiescheiding is het ontkoppelen van de uitvoerende en de controlerende taken om de betrouw-
baarheid van de interne processen te waarborgen. Hierin onderscheiden we vijf functies:
- Beschikkende functie - het aangaan van overeenkomsten (bijv. inkoop en sales);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
- Uitvoerende functie - het uitvoeren van werkzaamheden met een financiële component;
- Bewarende functie - het opslaan van geld (bijv. kassier) en goederen (bijv. magazijnmeester);
- Registrerende functie - het vastleggen van de gebeurtenissen (bijv. administrateur);
- Controlerende functie - het controleren of anderen zich aan de richtlijnen houden (bijv. controller).
Vanuit de betrouwbaarheid van de interne processen moet tenminste de controlerende functie
gescheiden blijven van de overige functies.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Vakbaas Operationele
baas
HR baas
Medewerker
Deze drie verantwoordelijkheden kunnen liggen bij één en dezelfde persoon, maar kunnen ook zijn
neergelegd bij verschillende personen. Op basis van de verdeling van deze gezagsrelaties kan de
relatie tussen de project- en de staande organisatie op verschillende wijzen worden vormgegeven.
De meest voorkomende vormen zijn de projectmatrixstructuur, de autonome projectstructuur en
de projectcoördinatiestructuur.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Projectmatrixstructuur
De projectmatrixstructuur is de meest gebruikelijke vorm om projecten binnen staande organi-
saties te positioneren. In de projectmatrixstructuur heeft het teamlid twee bazen. In de project-
matrixstructuur wordt het teamlid operationeel aangestuurd door de projectmanager en functio-
neel en hiërarchisch aangestuurd door zijn lijnmanager (zie figuur 10.01.05). De projectmanager
moet als operationele baas met de lijnmanager van de teamleden afstemmen over hun inzet in het
project. Dit kan behoorlijk wat spanningen geven.
Directie
Project- X X X
Project
manager X X X
De voordelen van deze structuur zijn dat in de projecten gebruik kan worden gemaakt van de
individuele specialismen van de verschillende medewerkers en dat effectief gebruik kan worden
gemaakt van de beschikbare capaciteit. Ook kan de inzet van medewerkers direct uit de lijn de
acceptatie van het resultaat bevorderen, als dit product binnen de eigen organisatie gebruikt gaat
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Directie
Project-
Afdeling A Afdeling B Afdeling C
manager
X X
X X
X X
X X
X X
X X
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Een voordeel van deze structuur is de heldere aansturing van de medewerkers. Het project is
daardoor goed bestuurbaar en de besluitvorming simpeler. De projectmedewerker is dan ook full-
time beschikbaar. Ook de afzonderlijke huisvesting kan een voordeel zijn. Verder komt de focus
voor iedereen geheel bij het project te liggen. Een nadeel is het verlies van expertise. We moeten
het doen met de mensen die we hebben. Ook de acceptatie van het resultaat binnen de eigenlijke
moederorganisaties kan een probleem opleveren. Tot slot is er onzekerheid voor de projectmede-
werkers zelf. Als het project is afgelopen, is er meestal geen baanzekerheid bij de organisatie waar
zij oorspronkelijk vandaan kwamen.
Projectcoördinatiestructuur
In de projectcoördinatiestructuur wordt het project eigenlijk geheel in de lijn uitgevoerd. De
projectmanager is niet meer dan een projectcoördinator. De directeur is de projectopdrachtgever.
De teamleiders zijn de afdelingshoofden en de projectteamvergadering is een agendapunt in het
gebruikelijke directieoverleg (zie figuur 10.01.07).
Directeur
Projectopdrachtgever
Project-
coördinator
X X X
X X X
Een voordeel van deze structuur is dat er duidelijke rapportagelijnen zijn. De projectmanager
ondersteunt alleen het proces. Een ander voordeel is de inzet van de expertise. Iedere afdeling zet
zijn eigen mensen in op basis van de eigen expertise. Per afdeling/team is de groep homogeen.
Een nadeel is dat er behalve op het allerhoogste niveau geen eindverantwoordelijke persoon is
voor het project. Tevens is de kans groot dat het project ondergeschikt wordt aan de overige prio-
riteiten. Verder gaat alles via de bestaande communicatielijnen, wat een hoge belasting geeft op die
kanalen. Tenslotte is er veel verticale communicatie en een vaak moeizame horizontale afstemming
tussen de afdelingen, hetgeen vaak resulteert in weinig klantgericht werken en weinig draagvlak.
Systeembenadering (C25f) C
Willemse (2015) definieert een systeem als een geheel van samenhangende of elkaar beïnvloe-
dende elementen. Een systeembenadering is de werkwijze om verschijnselen te bestuderen als een
geheel met een onderlinge samenhang en in wisselwerking met de omgeving zonder die entiteit an
sich geheel te ontleden.
Systemen kunnen weer worden opgedeeld in subsystemen en elementen, tot op het niveau dat
voldoende inzicht biedt om de vraagstelling te beantwoorden. Wat daarbinnen zit wordt dan verder
als black box gelaten. Systemen kunnen worden beschreven door het benoemen van hun raak-
vlakken (interfaces) met andere systemen en hun omgeving. Een black box is een element waarvan
het gedrag bekend is maar niet de inwendige constructie. Een raakvlak is een systeemgrens, waarbij
verschillende (sub)systemen/elementen invloed op elkaar kunnen uitoefenen. Een interface is
een intermediair waarmee twee (sub)systemen/elementen met elkaar communiceren (zie figuur
10.01.08). Integratie is het samenvoegen van een of meerdere systemen tot een geheel.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Stroom als
- +
raakvlak
Stekker en
plug als
Accu als interface Lamp als
black box black box
Bij systemen is het belangrijk de wijze van besturing vast te stellen. Bij een voorwaarts koppelende
besturing vindt de besturing plaats op de input. Bij een terugkoppelende besturing vindt de bestu-
ring plaats op de output (zie figuur 10.01.09).
Zowel het op te leveren eindresultaat kan als systeem worden beschreven als de omgeving waarin
het op te leveren eindresultaat moet functioneren. Ook het projectproces kan met de systeem-
theorie effectief worden beschreven. De projectmanager is verantwoordelijk voor de integratie
van de verschillende op te leveren subsystemen tot een geheel werkend systeem dat ook weer past
binnen het totale systeem van de bedrijfsvoering.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Ideologie
Strategische
top
Technostructuur Ondersteunende
staf
Tussengelegen
of middenniveau
Uitvoerende kern
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
De ideologie of cultuur van een organisatie is het zesde element. Deze omvat de tradities en over-
tuigingen van een organisatie.
Configuraties
Het zwaartepunt van de structuur van de organisatie kan bij elk van de kernelementen liggen. Dat
leidt tot vijf configuraties. Later heeft Mintzberg daar nog de zendingsorganisatie en de politieke
organisatie aan toegevoegd (zie tabel 10.01.01).
Kernelement Coördinerend
Configuratie Decentralisatie Trekkrachten Voorbeeld
organisatie mechanisme
Strategische top Ondernemers- Rechtstreeks Verticale en Leidinggevende Kleine
organisatie toezicht horizontale trekkracht onderneming met
centralisatie directeur-eigenaar
Middenniveau Gedifferentieerde Standaardisatie Beperkte verticale Balkaniserende Concern met werk-
organisatie resultaten decentralisatie trekkracht maatschappijen
Uitvoerende kern Professionele Standaardisatie Verticale en Professionalise- TNO, ziekenhuizen,
organisatie bekwaamheden horizontale rende trekkracht adviesbureaus
decentralisatie
Technostructuur Machine- Standaardisatie Beperkte horizon- Rationaliserende Massaproductie,
organisatie arbeidsprocessen tale decentralisatie trekkracht banken, ministeries
Ondersteunende Innovatieve Onderlinge Selectieve Samenwerkende Technische
staf organisatie afstemming decentralisatie trekkracht taakgroepen
Ideologie Zendings- Standaardisatie Zuivere Normatieve Greenpeace, WNF,
organisatie normen decentralisatie trekkracht genootschappen
Politieke Politieke Geen Varieert Geen Politieke partijen,
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Coördinatiemechanismen
Elke configuratie wordt weer gekenmerkt door een dominant coördinatiemechanisme:
- Strategische top - rechtstreekse aansturing en controle door de top van de organisatie;
- Middenniveau - standaardisatie van resultaten door specificatie van producten en diensten;
- Uitvoerende kern - standaardisatie van bekwaamheden door kennisdeling, opleiding en training;
- Technostructuur - standaardisatie van de primaire arbeidsprocessen door voorschriften en werk-
instructies;
- Ondersteunende staf - standaardisatie van samenwerking met betrekking tot belangrijke algemeen
ondersteunende organisatiegebieden, zoals financiën, communicatie, HRM, et cetera;
- Ideologie - standaardisatie van normen door de beleving van gemeenschappelijke overtuigingen.
Decentralisatie
Mintzberg onderscheidt verder zes vormen van decentralisatie:
- Verticale en horizontale centralisatie - waarbij alle macht zich bevindt bij de top;
- Beperkte verticale decentralisatie - waarbij managers van bepaalde marktgeoriënteerde eenheden de
meeste beslissingen binnen hun eenheden zelf mogen nemen;
- Verticale en horizontale decentralisatie - waarbij de meeste macht berust bij de uitvoerende kern;
- Horizontale decentralisatie - waarbij de strategische top de technische inrichting en opbouw van de
uitvoerende kern overlaat aan technische specialisten, die dit proces door en door kennen en
vanuit die kennis voorschrijven hoe het werk moet worden uitgevoerd;
- Selectieve verticale en horizontale decentralisatie - waarbij de macht over verschillende beslissingen
wordt verspreid over de diverse plaatsen in de organisatie;
- Zuivere decentralisatie - waarbij de macht min of meer gelijkelijk wordt gedeeld door alle leden
van de organisatie.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Trekkrachten
De samenhang tussen de organisatie-elementen, coördinatiemechanismen en decentralisatie-
vormen kan worden verklaard door een aantal op de organisatie inwerkende naar buiten gerichte
krachten vanuit haar samenstellende delen.
- Strategische top - oefent een leidinggevende tekkracht uit, waardoor hij greep houdt op de besluit-
vorming en waarbij de coördinatie wordt bereikt door rechtstreeks toezicht (ondernemers-
organisatie).
- Middenniveau - oefent een balkaniserende trekkracht uit om macht te concentreren bij de eigen
eenheid; allemaal eigen koninkrijkjes (gedifferentieerde organisatie).
- Uitvoerende kern - oefent een professionaliserende trekkracht uit om het werk conform profes-
sionele maatstaven uit te voeren en daarmee de invloed van anderen op hun werk te minimali-
seren (professionele organisatie).
- Technostructuur - oefent een rationaliserende trekkracht uit gericht op het beheersen, standaardi-
seren en optimaliseren van de uitvoerende kern (machineorganisatie).
- Ondersteunende staf - oefent een samenwerkende trekkracht uit om de kernactiviteiten van de
organisatie op elkaar af te stemmen (innovatieve organisatie).
- Ideologie - oefent een normatieve trekkracht uit op de mensen in de organisatie. Wanneer de stan-
daardisatie van normen het voornaamste coördinatiemechanisme wordt, krijgt de organisatie
een zendingsachtige configuratie.
Ten slotte is er ook nog sprake van politiek. Daarin worden de leden door de erin aanwezige
conflictueuze krachten van elkaar losgerukt. Als geen enkele buitenwaarts gerichte kracht over-
heerst, krijgt de organisatie een politieke configuratie, zonder een stabiele vorm van centralisatie
of decentralisatie.
Het is belangrijk de fundamentele trekkrachten te herkennen. Veranderingen in de balans tussen
de verschillende trekkrachten gaan met veel frictie gepaard. Het model van Mintzberg kan helpen
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Ketenmanagement (C25d) C
Ketenmanagement (Assen, Ploos van Amstel & Vaan, 2010) is het management van de gehele
keten van activiteiten over meerdere afdelingen of organisaties om producten en diensten te
kunnen leveren aan de eindgebruiker.
Ketenmanagement, ook wel integraal ketenbeheer (supply chain management) genoemd, richt zich
op de optimalisatie van de gehele bedrijfskolom en niet op (sub)optimalisatie per onderdeel. Dit
vereist echter een samenwerking tussen partijen die traditioneel niet gewend zijn met elkaar samen
te werken. Hiervoor is veel vertrouwen nodig en vertrouwen winnen kost tijd. Daarnaast is er de
vraag wie de rol van ketenregisseur moet vervullen (zie figuur 10.01.11).
Macht van de fabrikant
Fabrikant Detaillist
of fabrikant
Distributeur Detaillist
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Daarnaast wordt tegenwoordig in gedifferentieerde organisaties ook steeds meer in ketens gewerkt.
De ketens vormen dan een interne matrixstructuur over de functionele afdelingen heen. Door op
deze manier in ketens te werken wordt verzuiling van de werkzaamheden voorkomen en kan echt
gewerkt worden aan waardeoptimalisatie voor de klant.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
productieplanning de leidende afdeling was als het ging om specificaties en te realiseren KPI’s. Nu
werkt hij als projectmanager in een ziekenhuis. Daar is hem gevraagd een project te leiden om de
wachtlijsten voor de verschillende behandelingen te verkorten. Dat gaat echter totaal anders. Waar
hij bij zijn vorige opdracht veel medewerking kreeg, is dat nu niet het geval.
Mintzberg onderscheidt zes fundamentele organisatie-elementen.
1. Geef aan in welke configuratie zijn vorige project en zijn huidige project zich (2 punten)
bevinden volgens Mintzberg en wat daarbij het belangrijkste coördinerende
mechanisme is.
2. Verklaar de andere houding van de betrokkenen in de beide projecten aan de hand (2 punten)
van de verschillende trekkrachten volgens Mintzberg.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Personeelsbeleid: onderdeel van het organisatiebeleid dat direct betrekking heeft op het personeel.
Personeelsmanagement: het besturen van en leidinggeven aan het opstellen en uitvoeren van het
personeelsbeleid.
Inleiding
De ontwikkeling van het personeel is een belangrijk aandachtspunt in elke organisatie.
Medewerkers werken echter vaak voor een groot deel van hun tijd in projecten. Daarom zal vaak
ook een groot deel van de ontwikkeling van medewerkers in een projectomgeving plaatsvinden.
Personeelsmanagement is geen verantwoordelijkheid die stopt aan de grenzen van een project
maar een activiteit die doorloopt in de projecten. De projectmanager zal dan ook een bijdrage
moeten leveren aan het personeelsmanagement van de organisatie binnen de context van zijn of
haar project.
Leerdoelen
- Wat personeelsbeleid en personeelsmanagement omvat (B);
- De rol van de project-, lijn- en HR-manager in personeelsmanagement van de teamleden (B);
- De betekenis van competentiemanagement (B);
- De verschillen tussen single, double en triple loop leren (B).
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Personeelsbeleid en personeelsmanagement
Personeelsbeleid is het onderdeel van het organisatiebeleid dat direct betrekking heeft op het
personeel. Personeelsmanagement is het besturen van en leidinggeven aan het personeelsbeleid.
Aspecten die aan de orde komen bij personeelsmanagement zijn:
- Werving en selectie;
- Personeelsplanning en -administratie;
- Functiebeschrijving en functiewaardering;
- Functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken;
- Loopbaanontwikkeling, opleiding en training;
- Uitstroom van personeel (ontslag, bemiddeling);
- Arbeidsomstandigheden en verzuimbeleid;
- Beloningsbeleid en arbeidsvoorwaarden.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
informatie verstrekken over het functioneren van de teamleden ten behoeve van de door hen te
houden functioneringsgesprekken.
Personeelsmanagement moet in deze niet worden verward met capaciteitsmanagement. Bij capaci-
teitsmanagement moet de projectmanager invulling zien te vinden voor de capaciteitsvraag vanuit
het project. Bij personeelsmanagement moet uitvoering gegeven worden aan het personeelsbeleid.
Competentiemanagement (C28b) C
Competentiemanagement is het management dat zorgt voor de ontwikkeling van de competenties
van de individuele personen in een organisatie, zodat deze mensen toegerust zijn en blijven voor
hun taken in een voortdurend veranderende omgeving.
Teamleden werken vaak continu in projecten. Competentiemanagement is dan ook een onder-
deel van personeelsmanagement, waarvan de verantwoordelijkheid vaak ook voor een deel bij de
projectmanager ligt.
Vaak leren de teamleden nog het meest in het werk. Koppel een junior aan een senior. Zorg voor
regelmatige uitwisseling van kennis. Introduceer collegiale reviews. Zorg dat de junior niet alleen
instructie krijgt hoe iets moet, maar ook de achterliggende principes begrijpt.
Single, double en triple loop leren
Bij gedragsverandering onderscheiden we single, double en triple loop leren. Bij single loop leren
gaat het over wat je anders gaat doen en wat voor effect dit heeft (WAT). Als dit bij jou niet leidt
tot de gewenste duurzame verandering, ga je in double loop leren onderzoeken welke gedachten je
belemmeren om te komen tot nieuw effectiever gedrag (HOE). Bij triple loop leren onderzoek je je
onderliggende waarden en drijfveren om gedrag te ontwikkelen dat in lijn ligt met jouw waarden
en drijfveren (WAAROM), zie figuur 10.02.01.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Waarden,
Inzichten Gedrag Resultaat
drijfveren
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definitie
Variabele kosten: kosten die veranderen ten gevolge van een verandering in de bedrijfsdrukte.
Vaste kosten: kosten die niet veranderen ten gevolge van een verandering in de bedrijfsdrukte,
zolang de bedrijfsdrukte binnen een bepaalde omvang blijft.
Directe kosten: kosten die op een kosteneffectieve manier rechtstreeks kunnen worden toegere-
kend aan een object.
Indirecte kosten: kosten die niet op een kosteneffectieve manier kunnen worden toegerekend aan
een object.
Inleiding
Binnen de financiële administratie worden verschillende type kosten onderscheiden. De project-
manager moet die verschillende type kosten kunnen onderscheiden om op een juiste manier een
projectbegroting op te kunnen stellen.
Leerdoelen
- Het onderscheid tussen vaste en variabele kosten in een project (B);
- Het onderscheid tussen de directe en indirecte kosten in een project en hoe deze het beste in
een project kunnen worden doorberekend (B);
- De grondbeginselen van de financiële administratie (B);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Kostenindelingen (C29a)
De kosten die gemaakt moeten worden voor een project kunnen we naar verschillende gezichts-
punten indelen. Mogelijke indelingen zijn (zie tabel 10.03.01):
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
In de boekhouding wordt gewerkt op basis van het principe van dubbel boekhouden. Elke trans-
actie wordt daarbij zowel aan de creditzijde als aan de debetzijde op één of meer grootboek-
rekeningen geboekt (zie tabel 10.03.02). Daarbij wordt verder gebruik gemaakt van journaal-
overzichten en dagboeken.
Datum Nr. Post Debet Credit
Per bank € 1.500,- ontvangen van een debiteur
1-jan 1 Bank € 1.500,-
Aan Debiteuren € 1.500,-
Op rekening gekochte goederen ad. € 10.000,- netto met 21% omzetbelasting
2-jan 2 Voorraden € 10.000,-
Te verrekenen OB € 2.100,-
Aan Crediteiten € 12.100,-
Op rekening verkochte goederen ad. € 5.000,- netto met 21% omzetbelasting.
Inkoopwaarde € 4.000,-, gerealiseerde bruto omzetresultaat € 1.000,-.
5-jan 2 Debiteuren € 6.050,-
Aan Opbrengsten verkopen € 5.000,-
Aan Verschuldigde OB € 1.050,-
Inkoopwaarde verkopen € 4.000,-
Aan Voorraden € 4.000,-
Grootboek
In het grootboek wordt voor iedere post die op de balans voor komt en voor elke oorzaak van
toe- of afname van het eigen vermogen een rekening geopend. Deze laatste worden ook wel
hulprekeningen genoemd. De grootboekrekeningen hebben net als een balans een debet en een
credit. Bij de start van een nieuwe periode wordt het grootboek geopend aan de hand van de
balans. Vervolgens wordt ieder financieel feit welke zich voordoet in de betreffende rekeningen
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
vastgelegd. Het grootboek moet daarbij altijd in evenwicht blijven. Een debetboeking op de ene
rekening moet altijd samenvallen met een creditboeking op een andere rekening (debet = credit).
Journaal en dagboeken
In Nederland wordt veel gebruik gemaakt van dagboeken (bijv. kas- bank- of giroboek, inkoop-
boek en verkoopboek) om financiële feiten per soort te verzamelen en die vervolgens in één
collectieve journaalpost te verwerken in het grootboek (zie figuur 10.03.01). In een journaal wordt
aangegeven welke grootboekrekeningen naar aanleiding van bepaalde gebeurtenissen moeten
worden gedebiteerd of gecrediteerd.
Jaarrekening (C29d) C
Een organisatie is vrij in de wijze waarop de interne financiële verslaglegging tot stand komt
(Böhmer, 2016). Voor de externe verslaglegging is een organisatie echter gebonden aan wettelijke
voorschriften. Eén van de belangrijkste documenten bij de externe verslaglegging is de jaarreke-
ning. Een jaarrekening bestaat uit een balans, een winst- en verliesrekening, een kasstroomover-
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
- Materiële vaste activa - tastbare duurzame bedrijfsmiddelen die in bezit zijn van de onderneming;
- Immateriële vaste activa - niet-tastbare vaste activa, zoals vergunningen en goodwill;
- Financiële vaste activa - deelnemingen en effecten in het bezit van de onderneming;
- Vaste activa - activa die een gebruiksperiode hebben van langer dan een jaar;
- Voorraden - grondstoffen, halffabricaten en nog niet verkochte eindproducten (kostprijs);
- Vorderingen - bedragen die klanten nog aan de onderneming moeten betalen excl. BTW;
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
EBIT en EBITDA
Steeds meer grote (internationale) ondernemingen werken met de begrippen EBITDA en EBIT.
Deze begrippen komen uit de Amerikaanse regelgeving.
EBITDA betekent Earnings Before Interest, Tax, Depreciation and Amortization, ofwel resul-
taten vóór rente, belasting en twee soorten afschrijving. EBITDA is daarmee gelijk aan het opera-
tioneel resultaat. Depreciation staat voor afschrijving op materiële vaste activa en Amortization
staat voor afschrijving op immateriële vaste activa. Tussen beide vormen van afschrijving wordt
een onderscheid gemaakt, omdat afschrijvingen op immateriële vaste activa niet mogen worden
meegenomen voor de vaststelling van de vennootschapsbelasting en de afschrijving op de mate-
riële vaste activa wel.
EBIT staat voor Earnings Before Interest and Tax. EBIT is daarmee gelijk aan het bedrijfsresul-
taat. EBIT geeft de winstgevendheid van een onderneming aan zonder rekening te houden met de
fiscaal-juridische situatie van een onderneming.
Voor een voorbeeld van de samenhang tussen de vaste activa op de balans en de afschrijvingen in
de winst- en verliesrekening: zie figuur 10.03.02.
2019
€ 1.040,-
(investering 2019)
€ 550,-
(afschrijving
jaarrekening) € 3.050,-
31-12-2018 31-12-2019
OPEX en CAPEX
Uitgaven zijn te onderscheiden naar operationele kosten en kapitaalkosten. Operationele kosten
worden in onze verengelste samenleving ook wel Operational Expenditures (OPEX) genoemd en
dat zijn alle terugkerende kosten van de onderneming, die binnen het jaar gebruikt worden.
Investeringen, kapitaalkosten ofwel Capital Expenditures (CAPEX) zijn alle kosten die worden
gemaakt voor de ontwikkeling van duurzame productiemiddelen, die langer dan één jaar worden
gebruikt.
OPEX komen direct ten laste van de winst- en verliesrekening van hetzelfde jaar. CAPEX moeten
worden afgeschreven over de gebruiksduur van de betreffende productiemiddelen en komen dus
niet direct ten laste van de lopende verlies- en winstrekening. Door investeringen wordt dus in het
jaar wel de liquiditeitspositie slechter, maar de winst- en verliesrekening niet.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Pas op: kosten aan de klantzijde die nodig zijn om de investering te definiëren en later in gebruik te
nemen worden meestal tot de OPEX gerekend. Voor de berekening van de business case moeten
zowel de investeringskosten (CAPEX) als deze gebruikerskosten (OPEX) worden meegenomen.
Afschijvingen zijn een onderdeel van de W&V-rekening maar geen uitgaven. Investeringen zijn
uitgaven maar geen onderdeel van de W&V-rekening. Toename saldo voorraden kortlopende
vorderingen en schulden is geld wat onttrokken wordt uit de onderneming (zie tabel 10.03.03):
31-12-2019: € 600.- (voorraden) + € 350,- (vorderingen) - € 250,- (overige schulden) = € 700,-
31-12-2018: € 550,- (voorraden) + € 400,- (vorderingen) - € 300,- (overige schulden) = - € 650,-
Toename netto werkkapitaal: + € 50,-
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Daarnaast is er meerwerk ingediend bij de opdrachtgever. Mocht dat meerwerk worden goedge-
keurd, dan kan er een extra € 10.000,- worden gefactureerd.
2. Wanneer moet het meerwerk worden meegenomen in de voortgangsrapportage (1 punt)
en volgens welk financieel grondbeginsel is dat?
De extra bestelling is bedoeld voor de volgende maand februari. De factuur hiervoor ontvangen
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
257
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Gezondheid: toestand van welzijn in geestelijk, lichamelijk en/of maatschappelijk opzicht.
Beveiliging: bescherming van een persoon of object tegen geweld, bedreiging, gevaar of schade.
Veiligheid: waarborg tegen aantasting van een persoon of object.
Milieu: leefklimaat van mens, dier en plant.
Inleiding
De maatschappij wordt zich steeds meer bewust van het belang van gezondheid, beveiliging,
veiligheid en milieu (G-B-V-M). De projectmanager is ervoor verantwoordelijk dat deze aspecten
adequaat worden gemanaged zowel gedurende de uitvoering van het project als voor het eindpro-
duct. Ook juridisch kan de projectmanager daarop worden aangesproken.
Leerdoelen
- De onderdelen waaruit de Arbowetgeving bestaat (B);
- De verplichtingen van de werkgever vanuit de Arbowetgeving (B);
- De toepassing en de onderdelen van het veiligheidsplan voor een project (B);
- De wettelijke verantwoordelijkheid van de projectmanager vanuit de Arbowetgeving (B);
- De consequenties die voortkomen uit de zorgplicht zoals vastgelegd in de Arbowetgeving (B);
- De toepassing van de wetgeving op het gebied van persoonsgegevens (B);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Arbowetgeving (C33a)
Wanneer er iets fysieks gebouwd wordt, zijn veiligheid en gezondheid belangrijke thema’s. Dat
geldt echter ook voor werkzaamheden in een kantooromgeving. Rugklachten, RSI en stress zijn
veel voorkomende redenen waarom mensen ziek worden.
Wet- en regelgeving
Op het gebied van de arbeidsomstandigheden vormt de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) de
kapstok waaraan de overige regelgeving is opgehangen (raamwet). Concretere voorschriften zijn
opgenomen in het Arbo-besluit. Dit Arbo-besluit heeft de status van een algemene maatregel van
bestuur. Naast de bepalingen van de Arbowet en het Arbobesluit zijn er beleidsregels ontwikkeld, de
Arboregeling. In de Arboregeling staat de uitwerking van sommige onderdelen uit het Arbobesluit.
Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E)
Alle werkgevers zijn verplicht de risico’ s op het gebied van arbeidsomstandigheden in kaart te
brengen en te beoordelen middels een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Op basis van deze
inventarisatie moet vervolgens een plan van aanpak worden ontwikkeld om de geconstateerde
risico’s aan te pakken.
Alleen kleine organisaties zijn vrijgesteld van een dergelijke verplichting. De werkgever mag zijn
RI&E en plan van aanpak zelf opstellen maar wel in overleg met een arbodienst. De ondernemings-
raad heeft een instemmingsrecht met betrekking tot de RI&E en het Arbo plan van aanpak.
Veiligheidsplan
Voor projecten voor het realiseren van fysieke objecten, maar ook voor het organiseren van
evenementen, moet meestal een veiligheidsplan worden opgesteld. Dit wordt vastgelegd in de
betreffende vergunningen. In een veiligheidsplan wordt naast de veiligheidseisen en het gebruik
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
onder de AVG een register bijhouden met alle verwerkingen van persoonsgegevens, moeten
persoonsgegevens adequaat beveiligen en moeten een eigen gegevensbeschermingsbeleid hanteren
en openbaar maken.
Organisaties mogen alleen op basis van één of meer in de AVG genoemde grondslagen persoons-
gegevens verwerken. Deze grondslagen zijn:
- De persoon om wie het gaat heeft toestemming gegeven;
- Het is noodzakelijk om een overeenkomst uit te voeren, bijv. om een factuur op te stellen;
- Het is noodzakelijk om vitale belangen van een natuurlijk persoon te beschermen;
- Het is noodzakelijk om een taak van algemeen belang of openbaar gezag uit te oefenen;
- Omdat dit wettelijk verplicht is, bijv. het verstrekken van gegevens aan de belastingdienst;
- Om een gerechtvaardigd bedrijfsbelang te behartigen, bijv. om fraude te voorkomen.
Organisaties dienen vanwege de informatieverplichting vooraf aan te geven op welke grondslag
en met welk doel zij persoonsgegevens gebruiken. Dit gebeurt meestal door middel van een priva-
cyverklaring.
Alleen onder strikte voorwaarden mag de organisatie de persoonsgegevens ook voor andere doel-
einden gebruiken dan waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld zijn. Dit kan alleen als die doelstellingen
in lijn liggen met de oorspronkelijke doelstellingen.
Onder de AVG heeft verder iedereen het recht zijn gegevens in te zien, te corrigeren, over te laten
dragen aan een andere partij, maar in bepaalde situaties ook het recht vergeten te worden.
Waar mogelijk moeten persoonsgegevens worden geanonimiseerd. Alleen die werknemers die
bedrijfsmatig die gegevens moeten verwerken, mogen toegang hebben tot die gegevens. Derden
en inhuur moeten een privacyverklaring tekenen voordat zij toegang krijgen tot die persoons-
gegevens.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Voor bepaalde categorieën van persoonsgegevens, zoals godsdienst, ras, gezondheid en strafrech-
telijk verleden, gelden nog aanvullende regels. De projectmanager is ervoor verantwoordelijk dat
de regels van de AVG in zijn project worden nageleefd.
WABO-wetgeving (C33b) C
Op het gebied van milieubeheer vormt de Wet milieubeheer (Wm) de kapstok waaraan de
overige regelgeving is opgehangen. De doelvoorschriften en de zorgplicht zijn opgenomen in
het Activiteitenbesluit milieubeheer (algemene maatregel van bestuur). Middelenvoorschriften zijn
opgenomen in de Activiteitenregeling milieubeheer (ministeriële regeling).
Een bedrijf moet een milieuvergulling aanvragen of een melding Activiteitenbesluit doen als het
in zijn activiteiten het milieu aanzienlijk belast. Als een bedrijf het milieu niet of weinig belast, is
een milieuvergunning of melding niet nodig. Wanneer je precies een vergunning moet aanvragen
of een melding moet doen, staat gespecificeerd in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Ieder
bedrijf heeft zich wel te houden aan de algemene milieuregels zoals die zijn voorgeschreven in het
Activiteitenbesluit milieubeheer.
WABO-wetgeving
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt de omgevingsvergunning. De omge-
vingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte,
natuur en milieu. Ook een eventuele milieuvergunning en gebruiksvergunning worden in principe
opgenomen in de omgevingsvergunning.
Bevoegd gezag
Degene die een omgevingsvergunning verleent, is het ‘bevoegd gezag’. Meestal is dat de gemeente,
om precies te zijn Burgemeester en Wethouders. Soms is dat de provincie (Gedeputeerde Staten).
Dat is meestal het geval bij grote bedrijven en bij bedrijven die veel overlast veroorzaken of waar
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
veel gevaarlijke stoffen worden opgeslagen. In enkele gevallen kan alleen het rijk de vergunning
verlenen. Dat geldt bijvoorbeeld voor militaire terreinen en DNA-laboratoria.
Milieudelicten
Het is verboden in strijd met een omgevingsvergunning te handelen. Een inrichting die wel een
meldingsplicht heeft of een omgevingsvergunning zou moeten hebben, maar dat nalaat, is even-
eens strafbaar. Voor de vervolging van deze feiten is de Wet op de economische delicten van
toepassing. Daarvoor moet wel eerst een proces verbaal worden opgemaakt. Het Wetboek van
Strafrecht bevat ook enkele bepalingen die het milieu beschermen.
Milieueffectrapportage
Een milieueffectrapport (M.E.R.) is verplicht voor grootschalige plannen die het milieu belangrijke
schade kunnen berokkenen, zoals bij de bouw van olieraffinaderijen, kolencentrales, maar ook
voor de aanleg van auto(snel)wegen, spoorwegen en vliegvelden. Daarnaast kan ook een structuur-
visie, bestemmingsplan of waterhuishoudingsplan M.E.R.-plichtig zijn.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Duurzaamheid: houdbaarheid op lange termijn.
Duurzame ontwikkeling: de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het
vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.
People, Planet, Profit: een boekhoudkundig kader waarbij aan deze drie aspecten een gelijk belang
wordt toegekend.
Inleiding
Organisaties worden zich steeds meer bewust van de noodzaak tot en de voordelen van duurzaam
ondernemen. Duurzaamheid is tegenwoordig geen optie meer maar een essentiële voorwaarde
voor alles wat we doen. Projecten dienen we daarom zodanig in te richten dat zowel de uitvoering
van het project duurzaam is als het projectresultaat dat we opleveren.
Leerdoelen
- Wat het principe People, Planet, Profit inhoudt en het belang ervan voor mensen, milieu en
economie (B);
- Hoe duurzaamheid in projecten en van het projectresultaat kan worden gewaarborgd (B);
- De 10 principes van de UN Global Compact (B).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
De duurzame aanpak van het project kun je opnemen in het projectmanagementplan. Echter als
een duurzame aanpak nog niet vanzelfsprekend is, verdient het aanbeveling de duurzame aanpak
vast te leggen in een apart duurzaamheidsmanagementplan.
Daarnaast vraagt duurzaam ondernemen ook aandacht voor de gedragsmatige competenties van
projectmanagement, zoals respect, transparantie, oprechtheid, rechtvaardigheid en integriteit.
Voor overheidscontracten is duurzaam ondernemen al een selectiecriterium zowel ten aanzien van
het op te leveren resultaat als in de projectaanpak.
6. Bedrijven moeten elke vorm van discriminatie op het gebied van tewerkstelling of beroep
bestrijden.
Milieu
7. Bedrijven moeten voorzorg betrachten bij uitdagingen op milieugebied;
8. Bedrijven moeten initiatieven nemen om een groter milieubesef te bevorderen;
9. Bedrijven moeten de ontwikkeling en verspreiding van milieuvriendelijke technologieën stimu-
leren.
Anti-corruptie
10. Bedrijven moeten elke vorm van corruptie tegengaan, inclusief afpersing en omkoping.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Overeenkomst: een meerzijdige rechtshandeling waarmee partijen over en weer bepaalde rechts-
gevolgen beogen.
Wanprestatie: een aan één van de partijen in een overeenkomst toe te rekenen tekortkoming.
Onrechtmatige daad: een handeling of het nalaten van een handeling die onrechtmatig is.
Inleiding
Als projectleider kom je in aanraking met tal van juridische aspecten. Denk aan vergunningen,
productaansprakelijkheid, vertrouwelijke informatie, handels- en ondernemersrecht en dergelijke.
Vanuit het project is het belangrijk juridische risico’s te beperken en bij twijfel een jurist in te
schakelen.
Leerdoelen
- Het verschil tussen vormvrije en formele overeenkomsten (T);
- De voorwaarden waaraan een overeenkomst moet voldoen (T);
- Wanneer er sprake is van een toerekenbare en niet-toerekenbare tekortkoming (T);
- Wanneer er sprake is van een wanprestatie en hoe hiermee om te gaan (T);
- Wanneer er sprake is van een onrechtmatige daad en hoe hiermee om te gaan (B);
- De verantwoordelijkheid van de projectmanager in de rechtshandhaving (B);
- De verschillende bronnen van het recht (B);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Overeenkomsten (C32d)
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling waarmee partijen over en weer bepaalde
rechtsgevolgen beogen. Daarbij kun je formele en vormvrije overeenkomsten onderscheiden.
Tenzij de wet anders bepaalt, zijn overeenkomsten vormvrij. Een vormvrije overeenkomst komt tot
stand op het moment dat partijen wilsovereenstemming bereiken; we spreken in dit verband ook
wel van een mondelinge overeenkomst. Voor een formele overeenkomst is tevens een akte nodig zoals
bij huurkoopovereenkomsten. De meeste overeenkomsten zijn echter vormvrij.
Een mondelinge overeenkomst is dus meestal rechtsgeldig. Daarmee wil het nog niet zeggen dat
dergelijke overeenkomsten ook van goede kwaliteit zijn. Ook is de bewijslast van een dergelijke
overeenkomst lastig, maar dit staat los van het feit dat er een overeenkomst tot stand is gebracht.
Totstandkoming van een overeenkomst
Overeenkomsten ontstaan nooit spontaan; steeds moeten personen op de een of andere manier
handelend optreden. Wil een rechtsgeldige overeenkomst tot stand worden gebracht, dan moet
voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
- Er is wilsovereenstemming;
- Partijen zijn handelings-/vertegenwoordigingsbevoegd;
- De overeenkomst is niet in strijd met de wet, de openbare orde of goede zeden.
Als de wil en de wilsverklaring niet overeenstemmen, dan is de overeenkomst niet rechtsgeldig
als de aanvaardende partij had kunnen weten dat er een vergissing in het spel is (bv. een auto
aanbieden voor € 800,00 i.p.v. € 80.000,-). De overeenkomst is vernietigbaar in geval van dwaling,
bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden (wilsgebrek).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Indien een wanprestatie van een leverancier wordt veroorzaakt door een werknemer of een onder-
aannemer, dan pleit dit de leverancier niet vrij van zijn verantwoordelijkheid. Er wordt in dit
verband gesproken van risicoaansprakelijkheid.
In geval van een wanprestatie kan ook schadevergoeding voor vermogensschade en voor immate-
rieel nadeel worden geclaimd. Wanneer bij een overeenkomst een van de partijen zijn verplichting
niet nakomt, is de wederpartij gerechtigd de eigen verplichting op te schorten. Je kunt over het
algemeen pas de overeenkomst beëindigen als de wederpartij in verzuim is.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Niet alleen de eigenlijke schade, maar ook de kosten die gemaakt zijn om de schade te beperken en
de kosten die gemaakt zijn ter vaststelling en vordering van de schade kunnen in principe worden
verhaald.
dit rechtsgebied behoren onder andere het personen- en familierecht, het handelsrecht, het vermo-
gensrecht, het goederenrecht, het verbintenissenrecht en het octrooi- en merkenrecht.
Het publiekrecht beschrijft de bevoegdheden van de verschillende overheidsorganen. Tot dit
rechtsgebied behoort onder andere het staatsrecht, het bestuursrecht, het strafrecht en het belas-
ting- of fiscaalrecht (zie figuur 11.03.01).
Privaatrecht Publiekrecht
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
te kunnen monitoren. Daarmee kunnen op termijn veel kosten worden bespaard. Omdat de
opdrachtgever haast heeft, heb je enkele bekende relaties gevraagd je medewerkers bij hun onder-
zoek te helpen.
- Welke actie dien je hierbij te ondernemen? Licht je antwoord toe.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Macht: de mogelijkheid om ondanks tegenwerking je eigen wil door te zetten.
Formele macht: het vermogen om het handelen van anderen te sturen, te verruimen of te beperken
op basis van de formele positie die iemand heeft.
Informele macht: het vermogen om het handelen van anderen te sturen, te verruimen of te
beperken op basis van een zichtbare of voelbare onderstroom die deze invloed als juist kenmerkt.
Invloed: is het vermogen effect te hebben op iets of iemand.
Belang: een kwestie waaraan betrokkenen voordeel ontlenen of waarvan zij, indien ze geschaad
worden, nadeel ondervinden.
Inleiding
Projecten worden sterk beinvloed door de belangen en de macht van de individuele stakeholders.
Het is daarom goed om deze belangen en machtsfactoren te begrijpen, zodat je daar in de opzet
en de uitvoering van het project rekening mee kunt houden.
Leerdoelen
- De verschillende soorten van macht (A);
- De verschillende beïnvloedingsprincipes (T);
- De verschillende machtsbronnen (A);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Wet van het sociale bewijs - ‘Heel veel mensen kochten het, dus …’;
- Wet van sympathie - tegen sympathieke mensen zeg je sneller ja;
- Wet van autoriteit - ‘beoordeeld door de Consumentenbond’ werkt nog steeds;
- Wet van schaarste - ‘Als ik het nu niet koop, is het dadelijk uitverkocht.’.
Machtsbronnen (C41d)
Om de verschillende bronnen van belangen te kunnen verdedigen, is het goed te weten wat de
verschillende machtsbronnen zijn waarop je kunt bouwen. Om die machtsbronnen in kaart te
brengen worden verschillende checklijsten gehanteerd. Een bekende checklijst is PESTLE.
PESTLE onderscheidt:
- Politieke factoren - zoals politieke stabiliteit, protectionisme, wel of geen willekeur;
- Economische factoren - zoals inflatie, financiering, arbeidskosten;
- Sociale factoren - zoals werkhouding, levensstijl, leeftijdsopbouw bevolking;
- Technische factoren - zoals productiviteit, automatiseringsgraad, innovatiekracht;
- Wet- en regelgeving - zoals mededingingsrecht, reclamecodes, arbeidswetgeving;
- Omgevingsfactoren - zoals klimaat, geografische ligging, beschikbaarheid energiebronnen.
Belangenconflicten (C41c) C
Conflicten in projecten kunnen onstaan uit verschillende bronnen van conflicten. Om deze
conflicten op te lossen kunnen verschillende conflictstrategieën worden toegepast (zie ook hoofd-
stuk 8.07 Conflicthantering).
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
waar expats graag willen wonen. Tevens heeft Nederland een uitstekende infrastructuur met onder
andere luchthaven Schiphol waarbij de KLM rechtstreeks vliegt naar meer dan 350 bestemmingen
in de hele wereld.
- Definieer drie competitieve voordelen van de Firma MAAS.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Definities
Cultuur: de representatie van waarden, overtuigingen en veronderstellingen in vanzelfsprekend
gedrag.
Cultuurverandering: het doorbreken van vanzelfsprekende gedragspatronen door bewuste ontwik-
keling van nieuwe onderliggende waarden, overtuigingen en veronderstellingen.
Inleiding
Cultuur oefent een sterke invloed uit op het handelen van mensen. Het veranderen van ingesleten
gewoontes kost tijd en zolang de noodzaak niet echt ervaren wordt, vallen mensen gemakkelijk
terug in hun oude, in hun ogen succesvolle en veilige gewoontes. Wanneer cultuurverandering
nodig is, dan is het belangrijk de verandering te borgen op het diepste niveau van de cultuur: ‘de
basisveronderstellingen of overtuigingen die ten grondslag liggen aan het in stand houden van
deze cultuur!’
Leerdoelen
- De dimensies van nationale culturen volgens Hofstede en wat dit betekent voor projecten (T);
- Het herkennen en onderkennen van artefacten, beleden waarden en onderliggende basisver-
onderstellingen volgens het organisatiecultuurmodel volgens Schein (T);
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Organisatiecultuurmodel (C51c)
Personen acteren in verschillende organisaties op een verschillende wijze omdat de bedrijfscul-
turen van die organisaties verschillend zijn. Daarom is het begrijpen van de cultuur van een orga-
nisatie zo belangrijk.
Volgens Schein (2004) bestaat de cultuur van een organisatie uit de gedeelde veronderstellingen
die zich ontwikkeld hebben door externe aanpassing en interne integratie. Externe aanpassing
(bovenstroom) bevat de aanpassing van de organisatie aan de omgeving, maar ook aan de missie
en strategie van de eigen organisatie en de beschikbaarheid van mensen en middelen. We gedragen
ons zo, omdat de omgeving dat van ons vereist.
Interne integratie (onderstroom) gaat over het zich eigen maken van dat wat in in de organisatie als
het normale gedrag bestempeld wordt zonder dat er verder nog over gesproken wordt. Zo doen
we dat hier nu eenmaal.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Volgens Schein kun je een bedrijfscultuur het beste begrijpen door te kijken naar zowel de arte-
facten en de beleden waarden als de onderliggende veronderstellingen van een organisatie (zie
figuur 11.05.01).
Artefacten
Zichtbare structuren en symbolen
Beleden waarden
Verhalen van mensen over
waarom ze doen zoals ze doen
Onderliggende basisveronderstellingen
Gemeenschappelijk geleerde waarden,
overtuigingen en veronderstellingen
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Flexibiliteit en
Samenwerken Creëren
vrijheid van handelen
Leiderschap Leiderschap
Mentor / facilitator Innovator/ondernemend/visionair
Effectiviteitscriterium Effectiviteitscriteria
Leiderschap Leiderschap
Organiserend/controlerend Producerend/opjagend
Effectiviteitscriterium Effectiviteitscriterium
Efficiënt, op tijd, effectief Doelgericht, marktaandeel
Managementfilosofie Managementfilosofie
Beheersing > efficiëntie Concurrentie > productiviteit
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
279
Bijlage
Antwoordmodel open vragen
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
280 Bijlage
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Score:
- Bij de juiste keuze van de methode met tenminste één juiste reden. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
282 Bijlage
Score:
- Alle 6 onderdelen correct (1, 2, 3, 4, 5a, 5b). 3 punten
- Bij 4 of 5 onderdelen correct. 2 punten
- Bij 2 of 3 onderdelen correct. 1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Leverancier CFO
Invloed
IT-afdeling Administrateurs
Laag
Score:
- Assen Belang en Impact juist benoemd. 1 punt
- Leverancier heeft meer invloed dan de IT-afdeling. 1 punt
- Administrateurs hebben meer belang dan de IT-afdeling. 1 punt
- CFO heeft het meeste belang en de meeste invloed. 1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
284 Bijlage
Projectborging
Penning
Projectmanager
Ter Horst
Communicatie PMO
Verbeek Collings
Score:
- Juiste samenstelling stuurgroep. 1 punt
- Penning als projectborging rapporterend aan de stuurgroep. 1 punt
- Verbeek en Collings in een staffunctie rapporteren aan de projectmanager. 1 punt
- Pijp, Wissel en IJzer in de lijn onder de projectmanager. 1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
286 Bijlage
Over zee:
Schade: kans 25%
€ 250.000 Kosten € 200.000
Geen schade:
kans 75%. Kosten € 0,-
2. Te verwachten transportkosten:
- Transport over land: € 200.000,- + 0,5 × € 250.000,- = € 325.000,-.
- Transport over zee: € 250.000,- + 0,25 × € 200.000,- = € 300.000,-.
3. De voorkeur is transport over zee.
Score:
- Per correct antwoord 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
288 Bijlage
Score:
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Score:
- Bij de juiste beschrijving van de scope. 1 punt
- Bij de juiste beschrijving van de afbakening. 1 punt
Toelichting:
- Het ICT-team zorgt voor de ICT-ondersteuning geeft aan wie wat doet maar is geen beschrij-
ving van de scope.
- Het kunnen raadplegen van de dossiers door de huisartsen en apothekers via de nieuwe portal
is een kwaliteitsverwachting en geen onderdeel van de scope.
Nieuwe woning
1. Buitengedeelte 2. Huis
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
290 Bijlage
Tuinhuisje
Bouwrijpe Geplaatst
tuinhuisje Gereedschap Werkbank
tuin
Aangebracht Geplaatst
dak gereedschap
Score:
- Per goede indicatie van een fout en goede toelichting 1 punt. 4x1 punt
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Score:
- Per juiste indicatie van een fout en een juiste toelichting 1 punt. 4 x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Score:
- Per juiste classificatie en toelichting 1 punt. 3x1 punt
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
292 Bijlage
Score:
- Tijdsindicatie in bovenbalk en activiteiten in de linker kolom. 1 punt
- Juiste planning en opleverdatum. 1 punt
- Speling correct aangegeven. 1 punt
- Het tussenliggend beslispunt en oplevering apart aangegeven met doorlooptijd NUL. 1 punt
2. Inkorten planning:
- Activiteiten gedeeltelijk laten overlappen (fast track):
- Voorlopig en definitief bouwkundig ontwerp en definitief installatieontwerp gedeeltelijk
laten overlappen;
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
0 2 2 2 3 5 5 6 11 11 2 13 15 2 17
A D E F L
0 0 2 2 0 5 5 0 11 13 2 15 15 0 17
2 4 6 6 2 11 11 4 15
G H K
5 3 9 9 0 11 11 0 15
Antwoordmodel:
1. Doorlooptijd: 17 dagen;
2. Kritieke pad: A - D - E - H - K - L;
3. Vroegst mogelijke startdatum activiteit F: einde dag 11, ofwel dag 12;
4. Laatst mogelijke einddatum activiteit B: dag 12;
5. Totale speling van activiteit G: 9 - 6 = 3 dagen;
6. Vrije speling van activiteit G: 6 - 6 = 0 dagen.
Score:
- Per correct antwoord 1 punt. 6x1 punt
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
294 Bijlage
Toelichting:
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Antwoordmodel:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
A
B Kritieke keten
C Niet kritieke keten
D Project- en aanvoerbuffer
E
F
G
Oplevering
1. Einde week 18
2. Begin week 6
3. 5 Weken
Score:
- Per correct antwoord 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
296 Bijlage
zien = € 30.000,-.
Nieuwe Woning
1. Constructie 2. Installaties
1.1 Ruwbouw 1.2 Afbouw
RAM
Nieuwe woning
1.1.2 Betonwerk
1.2.2 Schilderen
1.1.1 Fundering
1.2.1 Stucwerk
2.3 Riolering
2.1 Electra
2.2 Water
1.1.3 Dak
Organisatie-
decompositiestructuur
Firma Beton
Firma Klus
Firma Verf
Firma Draad
Firma Pomp
Score:
- Bij de juiste WBS, juiste codering en juiste combinatie WBS/OBS ieder 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
298 Bijlage
Antwoordmodel:
- Tekenen intentieovereenkomst (letter of Intent) waarin de spelregels, vergoedingen en even-
tueel copyright tijdens het aanbestedingsproces worden vastgelegd.
- Tekenen voorovereenkomst waarin de firma SNEL alvast de opdracht krijgt de wettelijke regels
uit te zoeken, terwijl de onderhandelingen over de rest van de opdracht worden voortgezet.
Score:
- Per correct antwoord met een juiste toelichting 1 punt. 2x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
2. Updates CMDB
- Oude computers ingenomen 1500
- Nieuwe computers uitgegeven 300
- Tijdelijke computers uitgegeven 1200
- Goedgekeurde wijzigingen 30
- Aangepaste computers uitgegeven 1200
- Tijdelijke computers weer ingenomen + 1200
- Totaal aantal updates 5430
Score:
- Per correct antwoord 1 punt. 2x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
300 Bijlage
Score:
- Per correct antwoord per managementdocument 1 punt. 2x1 punt
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
A 80 56 72 80 64 18 90
B 110 55 90 60 66 60 150
C 90 27 10 20 18 40 50
D 120 24 15 10 12 135 150
E 20 5 0 0 0 20 20
Totaal 420 167 187 38,10 160 273 460
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
302 Bijlage
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
304 Bijlage
Score:
- Per juiste combinatie van eigenschap, oordeel en toelichting 1 punt. 3x1 punt
Sociaal bewustzijn Positief Je kunt altijd je verhaal bij hem kwijt. Hij is erg empatisch.
Score:
- Per juiste combinatie van aspect, oordeel en toelichting 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
306 Bijlage
Score:
- Per correct antwoord 1 punt. 2x1 punt
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Antwoordmodel:
- Wacht niet te lang met feedback geven;
- Geef feedback niet ‘en plein public’;
- Geef geen feedback over situaties van horen zeggen;
- Beschrijf het ongewenste gedrag en niet de veronderstelde achterliggende ongewenste houding.
Score:
- Per juiste verbetersuggestie 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
308 Bijlage
- Per correct antwoord met een juiste toelichting 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
2. Herzberg geeft aan dat door het wegnemen van hygiënefactoren alleen de klachten afnemen,
maar de motivatie niet stijgt. De andere dan de onder 1. genoemde aspecten uit de casus zijn
hygiënefactoren.
Score:
- Bij een juiste toelichting. 1 punt
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
310 Bijlage
- Rolopvatting: de persoonlijke wijze waarop iemand invulling geeft aan zijn rol. Andy geeft
zonder overleg directief aanwijzingen aan Peter.
- Rolverwachting: de verwachting van de omgeving ten aanzien van de manier waarop de rolin-
houd vorm en inhoud behoort te krijgen. Peter verwacht dat Andy eerst met hem overlegt.
- Rolvermenging: op de stoel van de ander gaan zitten. Andy gaat op de stoel van Peter zitten
door te denken dat hij zelf wel kan beoordelen dat Saskia twee weken eerder vrij kan worden
gemaakt.
Score:
- Per juiste toelichting aan de hand van de casus 1 punt. 4x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
312 Bijlage
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
314 Bijlage
Toelichting:
- Peter heeft waarschijnlijk de groene hoed maar die is nog niet aan bod geweest.
Score:
- Per correct antwoord met een juiste referentie naar de casus 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Score:
- Per juist commentaar 1 punt. 3x1 punt
Score:
- Per juist principe met een juiste referentie naar agile werken 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
316 Bijlage
Score:
- Per juist principe met daarbij een goede toelichting op basis van de casus 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
2. Aandachtspunten:
- Vaststellen wat de motieven zijn (bijv. het conflict oplossen of zijn eigen positie
versterken).
- Wat is de aard van het conflict en in welke fase zit dit conflict?
- Is Eelco het er ook mee eens? Voorkom dat hij jou als medestander van Hans ziet.
Score:
- Per correct antwoord 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
318 Bijlage
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Jaar
1 2 3 4 5 6 7
Antwoordmodel:
1. NCW = -16;
2. IRR < 15%, omdat de NCW bij 15% op einde jaar 7 negatief is;
3. Terugverdientijd is 6 jaar (CCF = 0);
4. Break-even punt = investering / (verkoopprijs - inkoopprijs) = 250 / (2 - 0,75) = 200 stuks.
Score:
- Per correct antwoord 1 punt. 4x1 punt
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
320 Bijlage
projectstuurgroep.
Score:
- Per correct antwoord 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Prioriteren - prioriteer per bucket die projecten op basis van voor die bucket relevante
criteria.
Score:
- Bij een correct antwoord. 1 punt
- Bij 3 juiste stappen 2 punten, bij 2 juiste stappen 1 punt. 2 punten
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
322 Bijlage
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
324 Bijlage
Terugkoppelende besturing
2. Terugkoppelende besturing: als de voorraad onder een minimum komt, wordt er bijbesteld.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Score:
- Per juiste combinatie van organisatie, configuratie en coördinerend mechanisme 2x1 punt
1 punt.
- Per juiste combinatie van organisatie, trekkracht en toelichting 1 punt. 2x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
326 Bijlage
Score:
- Per juiste combinatie van periode en beginsel 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Score:
- Per correct antwoord met een juiste toelichting 1 punt. 3x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
328 Bijlage
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
- Bij innovaties ligt het intellectueel eigendomsrecht in principe bij de ingeschakelde adviseurs
en leveranciers.
Score:
- Bij de juiste actie en bij een juiste toelichting ieder 1 punt. 2x1 punt
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
330 Bijlage
Score:
- Bij 3 juiste voordelen. 2 punten
- Bij 2 juiste voordelen. 1 punt.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Literatuurlijst 333
Literatuurlijst
Aken, T. van (2009). De weg naar projectsucces (4de druk). ‘s-Hertogenbosch, Nederland: Van Haren Publishing. ISBN
9789087533113.
Algemene Verordening Gegevensbescherming (z.d.). geraadpleegd op 04-08-2020: https://wetten.overheid. nl/BWBR0041233/2019-07-01.
Alphen, K. van, & Verolme, A. (2020). Financieel Management. Het verhaal achter de cijfers voor financiële en niet financiële managers.
(4de herziene druk). Amsterdam, Nederland: Boom uitgevers. ISBN 9789024428380.
Arbeidsomstandighedenwet (z.d.). Geraadpleegd op 04-08-2020: https://wetten.overheid.nl/BWBR0010346/2020-01-01.
Assen, M. van, Ploos van Amstel, W., & Vaan, M. de (2010), Praktijkboek Supply Chain Management, Deventer, Nederland:
Management Impact. ISBN 9789013065268.
Axelos (2017). Managen van Succesvolle Projecten met PRINCE2, 6de editie, Norwich, UK: TSO. ISBN 9780113315529.
Axelos (2011). Managing Successful Programmes (4th edition). Norwich, UK: TSO. ISBN 9780113313273.
Axelos (2013). Portfolio, Programme and Project Offices (2nd edition). Norwich, UK: TSO. ISBN 9780113314225.
Belbin, M. (2006). Teamrollen op het werk (12de oplage). Den Haag, Nederland: Sdu Uitgevers. ISBN 9789052612492.
Böhmer, S. (2016). Handboek Jaarrekening. Alphen aan de Rijn, Nederland: Wolters Kluwer, ISBN 9789013136401.
Bono, E. de (1973), Lateral thinking - Creativity step by step, Harper Colophon. ISBN 9780060903251.
Bono, E. de (2013). Zes denkhoeden. Amsterdam, Nederland: Business Contact. ISBN 9789047004097.
Bos, J. & Harting, E. (2006). Projectmatig Creëren 2.0. Schiedam, Nederland: Scriptum. ISBN 9789055943999.
Byttebier, I. (2003). Creativiteit. Hoe? Zo! (3de druk). Amsterdam, Nederland: Lannoo. ISBN 9789020950175.
Cialdini, R.B. (2009). Invloed. Schoonhoven, Nederland: Academic Service. ISBN 9789052617152.
Covey, S.(2010). De zeven eigenschappen van effectief leiderschap. Amsterdam, Nederland: Business Contact. ISBN
9789047054641.
Deci, E.L. & Ryan, R.M. (2013). Handbook of Self-Determination Research. Rochester, United States: University of Rochester
Press. ISBN. 9781580461566.
Ellis, A., & Baldon, A. (2004). RET. Een andere kijk op problemen (4de druk). Zaltbommel, Nederland: Thema. ISBN
9789058711755.
Fischer, R., Ury, W., & Patton, B. (2007). Excellent onderhandelen (31ste druk). Amsterdam, Nederland: Business Contact.
ISBN 9789047000280.
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Locke, E.A. & Latham, G.P. (2013). New Developments in Goal Setting and Task Performance. Routledge. ISBN 9780415885485.
Luft, J., & Ingham, H. (1955). The Johari window, a graphic model of interpersonal awareness. Proceedings of the western training
laboratory in group development, UCLA.
Mastenbroek, W.F.G., & Meij, R. van der (2012), Onderhandelen. Utrecht, Nederland: Spectrum, ISBN 9789027429377.
Mintzberg, H. (2007). Mintzberg over management - De wereld van onze organisaties (15de druk). Amsterdam, Nederland:
Business Contact, ISBN 9789025404956.
NEN-EN-ISO 9000:2015 nl, Kwaliteitsmanagementsystemen - Grondbeginselen en verklarende woordenlijst, NEN.
NEN-ISO 10007:2017 en, Quality management systems - Guidelines for configuration management, NEN.
NEN-ISO 21500:2012 nl, Richtlijnen voor projectmanagement, NEN.
NEN-ISO 26000:2010 nl, Richtlijn voor maatschappelijke verantwoordelijkheid van organisaties, NEN.
NEN-ISO 31000:2018 nl, Risicomanagement - Principes en richtlijnen, NEN.
Ofman, D. (2006). Bezieling en kwaliteit in organisaties (10de druk). Utrecht, Nederland: Servire, ISBN 9789021583464.
Osterwalder, A., Pigneur, Y., & Pijl, P. van der (2017). Business Model Generation. Een handboek voor visionairs, game changes en
uitdagers. Deventer, Nederland: Management Impact. ISBN 9789013074086.
Pondy, L.R. (1992). Reflections on organizational conflict. In: Journal of organizational behavior, vol. 13.
Project Management Institute (2017). A Guide to the Project Management Body of Knowledge (PMBOK Guide) (6th edition).
Newton Square, United States: PMI. ISBN 9781628251845.
Quinn, R.E. & K.S. Cameron (2011), Onderzoeken en veranderen van organisatiecultuur (3de druk). Den Haag, Nederland:
Academic Service, ISBN 9789052618890.
Renkema, J. (2010). Schrijfwijzer, Den Haag, nederland: Sdu Uitgevers, ISBN 9789012108546.
Rogers, E.M. (2003). Diffusion of Innovations (5de druk). New York, United States: Simon & Schuster, ISBN 9780743222099.
Schaber, K. & Sutherland J. (2020), De Scrum Gids, https://scrumguides.org/docs/scrumguide/v2020/2020-Scrum-Guide-Dutch.pdf
Schein, E.H. (2004), De bedrijfscultuur als ziel van de onderneming. Zin en onzin over cultuurverandering, Schiedam, Nederland:
Scriptum, ISBN 9789055941872.
Schein, E.H. (2008). Procesadvisering. Over de ondersteunende rol van de adviseur en het opbouwen van samenwerking tussen adviseur
en cliënt. Den Haag, Nederland: Sdu Uitgevers. ISBN 9789052615318.
Schippers, R., & Silvius, G. (2014), Duurzaam projectmanagement, ‘s-Hertogenbosch, Nederland: Van Haren Publishing,
ISBN 9789087537517.
Schultz von Thun, F. (2010). Hoe bedoelt u? Een psychologische analyse van menselijke communicatie (3de druk). Groningen,
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Index 335
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Index 337
F improvisatie 6
in gebreke stellen 267
facilitator & moderator 153 inbedrijfstelling 132
fase 69 increment 224
fase-eindrapport 121 indirecte kosten 249, 250
fasenmodel voor verandering, Kotter 128 informatie 115
faseovergang 120 informatiemanagementplan 116
faseplan 15, 70, 121, 122 informatieradiator 226
faseren 7, 71 inkoopafdeling 105
faseringsmodellen 69, 71 inkoopproces 104
fast track 69 inkoopstrategie 105
fatale termijn 267 inkoopstrategie 298
feedback 138, 151 inspanningsmodellen 83
financiële administratie, grondbeginselen 250 inspanningsverplichting 105
financiële beheersing 93 inspanningsverplichting 267
financiële projectadministratie 92 inspectie 67
financiële verslaglegging 251 integrale kwaliteitszorg (IKZ) 244
fit for purpose 31 integratie 235
functie 235, 237 intentieovereenkomst 106
functioneel daderschap 268 interface 240
functionele baas 238 internal rate of return (IRR) 207
functionele eis 29 International Financial Reporting Standards (IFRS)
252
G interne controle 237
introspectieve cultuur 159
Gantt chart 75
investering 253
gebruiker 22
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
invloed 271
gesprek 148, 150
invloed en betrokkenheid, Covey 168
gevoeligheidsanalyse 40
IPMA Code of Ethics and Professional Conduct
gewoonterecht 268
145
gezagsrelaties 238
Ishikawa-diagram 39
gezondheid 259
issue 35
Global Compact, Verenigde Naties 264
issuelogboek 110, 112, 122, 132
Goleman, stijlen van leiderschap 169
issuerapport 112
Green Belt 229
groepsblindheid 175
grootboek, boekhouding 250
J
gunningscriteria 105 jaarrekening 251
Johari-diagram 138
H journaal, boekhouding 251
jurisprudentie 268
haalbaarheidsstudie 95
histogram 65
historische data 84
K
hiërarchische baas 238 Kanban 229
hiërarchische cultuur 277 Kanban bord 230
hiërarchische organisatie 235, 238 kans 34
Hofstede, dimensies van nationale culturen 274 kans- en risicohorizon 36
hulpdienst 235, 237 kans-effectmatrix 40
hygiënefactoren 163 kansmaatregelen 39
kasstroom 206, 254
I kernkwadranten, Ofman 139
kernwaarde 201
I/O-matrix 115, 116
ketenmanagement 243
impact van een risico 36
kick-off 51
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Index 339
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Q scatter diagram 65
scenarioplanning 40
Quinn en Cameron, organisatiecultuur en besluit- scenarioplanning 180, 183
vorming 275 sceptisch standpunt 40
schattingsmethoden 83
R scheiding van techniek en management 23
Schein, organisatiecultuurmodel 275
raakvlak, systeembenadering 235, 240 schriftelijk communiceren 153
raakvlakken, project en bedrijfsvoering 238 schulden, balans 252
raamcontract 107 scope 55
RACI-model 27, 116 scope creep 54, 55
ramingen 35 Scouller, dimensies en niveaus van leiderschap 169
rapport maken 150 Scrum 221, 222
rapportagestandaarden 91 Scrum artefacten 223
rapporten 121, 122 Scrum bord 226
reactieve personen 169 Scrum gebeurtenissen (events) 224
rechtsbronnen 268 Scrum master 223
rechtsgebieden 268 Scrum team 222
rechtshandhaving 268 Scrum waarden 222
regelend recht 268 Scrum, relatie Scrum team en projectmanager 227
regiecontract 107 Scrum-of-Scrums 227
registers 121 Scrumban 229
relatiekaart 19 selectiecriteria 104
Request for Proposal (RFP) 106 selectieve perceptie 149
Request for Quotation (RFQ) 106 seniorgebruiker 25
reserves, balans 252 seniorleverancier 25
Responsibility Assignment Matrix (RAM) 93 sensitiviteit, politieke en sociale sensitiviteit 188
restpunten 132 signaalkaart 229
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Index 341
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
W
waardeanalyse 180
waardenmanagement 31
waardering van projecten 254
waarschijnlijkheid van een risico 36
waarschijnlijkheidsberekeningen 40
waiver 112
watervalmethode 72
WBS-woordenboek 56
weerstand, omgaan met weerstand 174
weerstandspunt 191
weighted average cost of capital (WACC) 206
werkdecompositiestructuur (WBS) 55
werkpakket 55, 120, 122
werkvormen 6
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
261
Wet milieubeheer (Wm) 261
wijziging 110
wijzigingsautoriteit 112
wijzigingsbudget 90, 112
All content is watermarked and Copyright protected. Access for (dennis@dennisolsthoorn.nl)
Z
Z-waarde 78
zakelijke risicos 37
zelfmotivatie 137, 139
zintuiglijk verdiepen 183
zorgplicht 260
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net
Uitgaven ter voorbereiding op de verschillende IPMA projectaccreditaties op basis van ICB versie 4.
● Dit handboek wordt door velen beschouwd als hét basisboek voor ieder die
zich wil verdiepen in het vakgebied van projectmanagement en die zich wil
voorbereiden op de verschillende examens voor de IPMA projectaccreditaties.
● De inhoud is volledig gebaseerd op de Individual Competence Baseline version 4
(ICB4) van de International Project Management Association (IPMA).
● Dit boek beschrijft alle vakinhoudelijke, gedragsmatige en contextuele competen-
ties voor de projectprofessional zoals deze zijn gespecificeerd in de examengids
van IPMA Certificering Nederland.
● Dit boek is een toegankelijk boek voor startende projectmanagers en biedt alle
basiskennis die je nodig hebt om het vak projectmanagement te leren kennen.
● Dit boek is gebaseerd op het competentieprofiel voor IPMA D. In dit boek wordt
evenwichtig aandacht besteed aan het vak projectmanagement, aan de omgevin-
gen waarbinnen dat vak wordt uitgevoerd en aan persoonlijk leiderschap.
● In dit boek worden deze drie elementen op een toegankelijke manier met elkaar
vervlochten en beschreven in de volgorde van de levenscyclus van een project.
● Dit boek is door z’n opbouw en de casus Wunae zeer geschikt voor het HBO.
● Dit boek is een ‘must have’ voor eenieder die zich wil voorbereiden op het
Nederlandse IPMA C theorie-examen projectmanagement van IPMA Certificering
Nederland op basis van de ICB versie 4.
● Dit boek volgt dezelfde structuur als het basisboek ‘Projectmanagement op basis
van ICB versie 4’ en bevat een uitgebreide samenvatting van de verplichte leerstof
en een groot aantal open vragen met antwoordmodel.
● In totaal bevat dit voorbereidingsboek meer dan 120 open vragen met ruim 350
te scoren punten met antwoordmodel.
● Dit boek is een ‘must have’ voor eenieder die zich wil voorbereiden op het
Nederlandse IPMA D examen projectmanagement van IPMA Certificering
Nederland op basis van de ICB versie 4.
● Dit boek volgt dezelfde structuur als het basisboek ‘Projectmanagement op basis
van ICB versie 4’ en bevat een uitgebreide samenvatting van de verplichte leerstof
en een groot aantal meerkeuzevragen en open vragen met antwoordmodel.
● In totaal bevat het voorbereidingsboek meer dan 250 meerkeuzevragen en meer
dan 100 open vragen met ruim 270 te scoren punten met antwoordmodel.
Copyright protected. Use is for Single Users only via a VHP Approved License.
For information and printed versions please see www.vanharen.net