You are on page 1of 2

Op zijn reis bemerkte Jason plots een oud vrouwtje, dat op de oever van de

woeste rivier zat en klaagde: “De rivier is zeer diep en zeer breed. Zeg mij
waarlangs ik de andere oever bereik.”
Door medelijden ontroerd antwoordde Jason: klim op mijn rug, Oudje, ik zal jou
ongedeerd naar de andere oever overbrengen met de hulp van de goden!
En hoewel hij zijn schoen, die vastzat in het slijk, verloor en zijn naakte voet
werd verwond door scherpe stenen, kon hij het oude vrouwtje toch veilig op de
andere oever neerzetten.
Zij bedankte Jason en beloofde dat ze hem ooit hulp zou brengen.
Jason lachte maar wist niet dat hij Iuno zelf had overgebracht.
-
Nadat hij een lang en moeilijke reis had gemaakt, bereikte Jason uiteindelijk het
koninkrijk van Pelias.
Daar offerde de koning toevallig aan de goden en wanneer hij plotseling een
man met 1 schoen zag, verbleekte hij.
Want het orakel had aan Pelias voorspeld: “ Als jij ooit een man zal zien met
een schoen, zal de dood jouw bedreigen.”
Denkend aan het orakel en zeer bang door de aanblik van de man, meende
Pelias dat het einde van zijn leven dreigde.
Maar Jason sprak zo, opgehitst door woede tegen Pelias: “Ik ben de zoon van
Aeson en ik weet helemaal wel wat jij zal doen.
Jij weet toch wel dat jij al te lang tijd het koninkrijk met onrecht hebt
behouden.
Nu is de zoon teruggekeerd en eist hij het koninkrijk, dat van zijn vader
ontnomen was terug.”
Pelias antwoordde: “Op een voorwaarde zal ik het koninkrijk van jouw vader
aan jou teruggeven.
Als jij de gouden vacht van de gouden ram zal bemachtigen, dat nu de koning
van Colchis bezit in het uiterste land, zal jij de heerschappij bezitten.
Aetas, de koning van Colchis, had een

You might also like